Als herinnering aan het overlijden van Herman De Coninck op 22 mei 1997 in Lissabon.
Onderweg naar een Poëziecongres zeeg hij neer op straat
MEISJE
Jezelf, het besef en meteen ook het lef
dat je dat gewoon kunt hebben en er af
en toe een mening van kunt laten zien
of een borst: hoe vroeg begint dat,
en eindigt dat eigenlijk ooit? Vrouwen
zijn gemaakt van meisjes, steken op hun
veertigste nog altijd hun tong uit van vijftien,
worden almaar even jong,
kunnen niet niet-verleiden. Zoals poezie:
een poes die voorzichtig over een toets of tien
van een piano is gelopen en omkijkt:
heb je dat gehoord? Heb je me gezien?
O, de meisjesachtigheid van veertigjarige meisjes,
hoe ze soms willen, soms niet,
maar eigenlijk altijd, als je het maar ziet.
Waar is de tijd? Hier is de tijd.
-Herman de Coninck-
RAPARIGA
Tu própria, que podes ter a noção e ao mesmo tempo
o atrevimento de simplesmente expor
de vez em quando uma opinião
ou um seio: quando começa isso,
e no fundo quando acaba? As mulheres
são feitas de raparigas, aos quarenta
ainda deitam a língua de fora como aos quinze,
ficam cada vez mais jovens,
não sabem não seduzir. Como a poesia:
um gato que prudentemente caminha sobre as teclas
de um piano e olha para trás:
ouviste? viste-me?
Ah, o ar jovem das raparigas de quarenta,
como umas vezes querem, e outras não,
mas afinal sempre, se repararmos bem.
Onde estão os bons velhos tempos? Estão aqui, esses tempos.