De God der heerlijkheid doet de donder weerklinken.
Misschien vindt u dit helemaal geen tekst voor de dag des Heren. Wie kiest er nu een tekst over de donder? Die is gekozen om die prachtige uitdrukking die in precies dezelfde woorden slechts twee keer voorkomt in de Heilige Schrift: 'de God der heerlijkheid'. De andere plaats is Hand. 7:2: 'De God der heerlijkheid is verschenen aan onze vader Abraham.' In onze Psalm zien we de grootheid en heerlijkheid van God in de natuur. Zevenmaal wordt 'de stem des Heren' genoemd in verband met Zijn Woord vol kracht waarmee Hij de hele schepping beheerst. Bewonderend zeggen we: Hoe groot bent U!
1 Een psalm van David.
Erken de HEER, o goden,
erken de HEER, zijn macht en majesteit,
2 erken de HEER, de majesteit van zijn naam,
buig u voor de HEER in zijn heilige glorie.
3 De stem van de HEER boven de wateren,
de God vol majesteit doet de donder rollen,
de HEER boven de wijde wateren,
4 de stem van de HEER vol kracht,
de stem van de HEER vol glorie.
5 De stem van de HEER splijt ceders,
de HEER splijt de ceders van de Libanon.
6 Opspringen doet hij de Libanon als een kalf
en de Sirjon als het jong van een wilde stier.
7 De stem van de HEER ontbrandt in vurige vlammen,
8 de stem van de HEER brengt de woestijn tot beven,
beven doet de HEER de woestijn van Kades.
9 De stem van de HEER doet de hinden kalven
en de geiten hun jongen werpen. |