Vele jaren geleden, toen de winters nog echt koud waren en de mensen arm en hongerig, was er een klein jongetje dat zich af vroeg: "Wat zal ik mijn moeder voor kerstmis vragen ?" Er waren heel veel dingen die hij wilde - een speelgoedpaard, een hoepel, een pop. Zijn lijst was eindeloos. En, zoals zoveel kinderen doen rond deze tijd van het jaar, legde hij zijn lijst in een klomp bij het haardvuur.
Op eerste kerstdag werd hij al vroeg wakker. Hij rende naar de woonkamer om te zien welke spannende cadeaus er voor hem waren achtergelaten. Maar op de plaats waar hij een doos vol met al de gevraagde dingen verwachtte, zag hij alleen een roos. Een Kerstroos.
In tranen ging hij naar zijn grootvader en vertelde hem zijn grief. De oude man luisterde naar zijn kleinzoon en stelde hem op zijn gemak. "Het is een erg mooie roos jongen, zorg er maar goed voor."
"Maar er zijn genoeg rozen in de tuin," antwoordde het jongetje " en er waren nog zoveel dingen die ik graag wilde."
Zijn grootvader kon hem niet van de prachtige en unieke schoonheid van het ongevraagde cadeau overtuigen. En zo stopte het jongetje de roos in een donker doosje, waar de roos, zonder water en licht, weldra verwelkte.
Vele maanden later vond de moeder van het jongetje het doosje met de dode roos. Zij plaatste de roos voorzichtig naast het tuinhuisje. Toen het einde van het jaar weer naderde, kwam de plant als een wonder weer tot leven. Hij kreeg wortels en na een tijdje ook weer groene en rode blaadjes. Het jongetje vond de plant en herinnerde zich die ongelukkige kerst. Hij ging naar zijn grootvader, die nu ernstig ziek was en vertelde hem dat de kerstroos weer tot leven was gekomen.
"Ja, jij had veel verdriet die kerst." zei zijn grootvader. "Die Kerstroos was zo speciaal omdat hij verzorging nodig had". De grootste liefde, is die liefde die uit vrije wil gegeven wordt. Het is de liefde die van het cadeau zelf komt, de liefde die niet gekocht kan worden en je niet kan verkopen."
|