Nadat de Meimaand ons een paar dagen mooij
weer gaf is de zon zoek geraakt. Regen en kilte brengt Juni. Toch trapten we
zondag 14 Juni naar Sint Antonius voor d eersten keer. Het was er zoals t
moest zijn: aangenaam en varieerend. We kwamen na een zeer gelukkig verlopen
reis behouden aan wal rond half elf. Al van de maand tervoren hadden we
afspraak om naar t Kempenland te stevenen maar altijd tegenslag. Nu is t er
eindelik van gekomen en we beklagen ons geenszins onze heerlijk verlopen reis.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Deze maand brengt ons een nieuwe dosis
wendingen. We vatten de ernstige lust op om naar de KNS te gaan. Ze voeren op:
Kommedianten Revue. t Moet prachtig zijn. Misschien zie ik het als alles goed
en wel meevalt.
Verder is moeder aan de ziekelijke zijde
geraakt. Ze heet een week getornd en dan bleef ze zitten met reumatiesme in den
voet. Het betert nu toch wel. Vader is door dit slechte regenachtige weer niet
gezond. Het is voor hem zeer lastig.
Nu gaan de oude petaten afgedaan hebben en we
geraken stilaan aan onze laatste. Nu moeten de nieuwe maar vlug daar zijn want
we wachten. Die petatenkwesties zijn er van het leven want nu zit Peet als
zonder petaten en ze stelt zich met een rogge boterham tevree s middags en
daar een bord bier-waterpap bij. Het zijn rare toestanden om nooit te vergeten.
Het is wel een door en door moeilike tijd ook.
Ik trap al eens naar Breendonk. Ik praat gaarne over zaken en nu leverde ik
toch al weer een zeemvel. Het één plezier is het andere waard. De schone
zeemvellen gaan tot frank voor een
normaal grootte.
In de familie is er één die alweer de beste
zaken drijft en dat is nonkel Bert. Zaligheid wie met hem in aanraking komt.
Pluimen doet hij elk kieken. En hij laat zich door niemand vangen. Hij levert
dan ook alles wat je hebt te verlangen. Maar toch hebben we geen klagen en
zeker van tantje Anna niet die ons aldoor heeft weten bij te staan.
We kunnen dezen tijd de mensen moeilik kennen.
We hebben nog al een talrijke vriendenschaar maar er is dan ook verschil in
vriendschap
Ik heb sandalen gekocht en een lichte regenjas.
Ik ben daar zeer gelukkig mee.
Er is dan ééne die me bijzonder bijstaat en dat
is Dillie. Dat weet ik en onthoud ik. Dillie is ook iemand die voor heur danige
goedheid alleen maar wat inschikkelijkheid wilt en een portie genegenheid van
mijnentwege. Ik wil heuren dat dan ook graag geven als is Frans soms een zeer
ongenaakbaar individu.
Nu maakte mijn meisje weer een frakske voor op
de fiets. Een zeer mooij model en ik dank Dillie. Dat is ook een van heuren
grootste pleziertjes mij er knap te zien voorkomen. Ik op d eerste plaats en
dan heuren zelve
Nonkel Bert
heet officieel Jan Albrecht Michiels (1901-1966). Hij is een broer van de
moeder van Frans. Hij en zijn vrouw Anna Jozefina de Bruyn (1904-1997) hebben
een soort drogisterij en doen gouden zaken o.a. met de verkoop van zeemvellen.
|