Als eens mijn ogen zich blind en zielloos sluiten en ik in de duisternis verzink, een marmeren beeld gelijk, mijn handen zonder gevoel,gesloten mijn oren, mijn hersens uitgedoofd, mijn voeten stijf en lam,mijn mond van spraak beroofd, en ik ontwaken kan in heerlijkheid, o,dat dan wat op deze wereld tastbaar overblijft van mij bestaan, van mijn voelen,zien en horen, van mijn spreken,gaan en denken, een spoor mag zijn,een afspiegeling van wat ik dan gevonden heb in al haar zuiverheid: de onvolprezen Liefde! (EMMY SWERTS)
Schijnt op Aswoensdag de zon, dan wordt het een goed appeljaar.
|