Overweg13
Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
17-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 december 2021 - D'Hoppe

De wandeling.
Het februarinummer van Kreo van… 1992 wijdde ook enkele bladzijden aan een stevige wandeling genaamd Het (Waalse) hoogtepunt van de Vlaamse Ardennen. Enkele bladzijden, zo was dat destijds de gewoonte: naast de wandelroute kreeg je vaak ook nog uitgebreide informatie van allerlei aard, in dit geval van de hand van de auteur Lieven Stubbe. Diverse al dan niet legale privatiseringen noopten ons wel tot enige aanpassingen van de oorspronkelijke route, maar het eindresultaat mag er echt zijn. We stapten 9.2 km langs o.m. ruige (en in deze tijd van het jaar extra modderige) boswegen; de TWQ lag op 56%. We begonnen aan de halte Ronsesteenweg en eindigden bij de bushalte D'Hoppe. Zoals je op het kaartje kunt merken, bestaat de tocht uit een grote en een kleine lus. Pottelbergbos en Brakelbos spelen de hoofdrol. En dan weet je eigenlijk ook dat we aan beide zijden van de taalgrens stapten.


Het was soms behoorlijk modderig…


… en altijd erg mistig.

Meer foto's.

Het weer.
Mist (100 à 150 m zicht) en even zelfs motregen. Frank had beloofd dat die in de loop van de voormiddag zou optrekken, maar dat was hier niet het geval.

De stafkaarten.
Op 1:10.000 gebruikten we nog 30/5S (Flobecq-Vloesberg) uit 1999, maar een flink stuk ervan is verouderd, vooral door het verdwijnen, privatiseren of ontoegankelijk maken van veel boswegen en een enkele veldweg. Zelfs de recente kaart op 1:25.000 30/5-6 Brakel (2019) geeft nog wegen weer die definitief tot het verleden lijken te behoren.

Hoe we er geraakten.
Beide gebruikte bushalten liggen op lijn 21 Zottegem - Ronse, maar we kiezen voor een heenreis via Ronse en een terugreis via Zottegem, gewoon om wat meer wandeltijd te hebben.

Een beetje geschiedenis.
We maken vandaag gebruik van een buslijn die in 1963 werd ingevoerd ter vervanging van de spoorlijn 82 Aalst - Burst - Zottegem - Ronse. Vandaag blijft alleen het gedeelte Aalst - Burst over; het wordt nogal denigrerend het scholierenlijntje genoemd en als dusdanig wordt de treindienst sinds enkele jaren ook stilgelegd tijdens schoolvakanties.

Net voor het verdwijnen van het grootste deel van de lijn, had je een vrij diverse treindienst: amper 3 treinen (op zondag 2) legden het volledige traject tussen Aalst en Ronse af, veelal als stoptrein. Die povere dienst werd wel aangevuld met treinen die een deel van de lijn bereden: Aalst - Zottegem, Burst - Ronse, Zottegem - Ronse. Opvallende verschijningen waren treinen die doorreden naar Mons; toen was het maar logisch dat de mijnen van de Borinage bediend werden vanuit het zuiden van Oost-Vlaanderen, waar veel Vlaamse mijnwerkers tewerkgesteld waren. Nog opvallender is de rechtstreekse avondverbinding met Tertre, via de lijnen 86 Ronse - Leuze - Blaton, 78 Blaton - Saint-Ghislain-Hornu en 100 Saint-Ghislain-Hornu - Ath. (Gegevens uit het spoorboekje van 28.05.1961).

Toen de treinbediening verviel, werd naar goede (?) gewoonte een vervangingsbus ingelegd. Meestal was dit qua bediening niet echt een achteruitgang en dat werd nog extra in de verf gezet door het uitrollen van allerlei varianten: wel of niet langs Erwetegem, wel of niet langs Sint-Maria-Oudenhove, wel of niet langs Flobecq Bois, wel of niet via Rozebeke en Elst, wel of niet langs Ellezelles Station. Al deze bussen reden als 82a, wat - zoals op zoveel andere plaatsen - een niet bepaald overzichtelijke toestand creëerde.

Tegenwoordig - en dat sinds 1994 - rijden de varianten allemaal onder een verschillend nummer:

-21: Ronse - Erwetegem - Zottegem
-22: Ronse - Flobecq - Erwetegem - Zottegem
-23: Ronse - Michelbeke - Zottegem
-24: Ronse - Flobecq - Michelbeke - Zottegem
-25: Ronse - Sint-Maria-Oudenhove - Erwetegem - Zottegem

Lijn 21 moet beschouwd worden als de basislijn.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3658 09:10 09:26 +1 08195 mr08 Desiro controle: J
Brussel-Zuid - Oudenaarde 2332 09:39 10:27 +7 1845 - 61058 M6 controle: N
Oudenaarde - Ronse 780 10:35 10:46 +3 4144 mw41 controle: N
Ronse - Vloesberg [21] 10:57 11:08 +3 ab2209-86 MAN's Lion City Geenens
-
D'Hoppe - Zottegem [21] 14:09 14:38 stipt ab074-054 MAN's Lion City G Geenens
Zottegem - Brussel-Zuid 2312 14:47 15:20 +2 1846 - 61053 M6 controle: N
Brussel-Zuid - Halle 3436 15:30 15:40 stipt 825 mr75 vierledig controle: J

 

En wat we beleefden.
De eersteklasafdeling van deze Desiro is voor de helft gevuld, maar van één reiziger kun je voorspellen dat die problemen krijgt. En inderdaad, meteen na ons vertrek komt er controle en de "klant" kan geen biljet tonen, laat staan kopen. In Buizingen wordt hij er - zonder enige brutaliteit van beide kanten, dat wil ik beklemtonen - uitgezet. Vermoedelijk wachtend op de volgende stoptrein, en hopend dat hij deze keer wat meer geluk heeft. Het is trouwens de eerste keer in mijn decennialange treinervaring dat ik een tbg een opmerking hoor maken over een trio met enorme trolley die op het platform is blijven hangen: er zijn toch zitplaatsen genoeg! Ze moeten er in Ruisbroek al uit, dus valt het nog te begrijpen dat ze liever blijven staan. Lees er toch maar Artikel 7.2 §2 uit de vervoersvoorwaarden maar eens op na, en dan zie je dat de tussenkomst van de tbg niet echt verrassend is of zou mogen zijn.

IC 2332 heeft wat vertraging opgelopen, al voor de NZV, maar de schade blijft beperkt tot 3 minuten bij vertrek uit Brussel-Zuid. Het is echter te vroeg om te denken dat onze boontjes gedopt zijn: nog voor Burst loopt het plots erg stroef. De vertraagde S 2280 naar Zottegem is daar de oorzaak van. We vertrekken in Zottegem met 8 minuten vertraging en hebben gelezen dat de aansluiting naar Ronse gerealiseerd wordt als de vertraging minder dan 6 minuten bedraagt. Kantje boordje, dus, maar bij aankomst in Oudenaarde hoor ik plots een attente tbg achter me: "Ik zie je kijken, meneer, maar hij zal wachten." Dat stelt ons enigszins gerust, ondanks de 7 minuten vertraging, maar als we op perron 3 aankomen, samen met 6 andere overstappers, staan we voor gesloten deuren. Het sein staat wel op rood, maar de AVG is al gedraaid; zodra de 2332 ontblokt is, zullen sein en AVG hier open komen en kunnen we de beloofde aansluiting vergeten. Er is maar één oplossing: ik stap naar de kop van de trein en kan er de treinbestuurder attent op maken dat hier 8 overstappers staan. Hij roept de tbg op en even later kunnen we alsnog instappen. Dit is eigenlijk toch onvoorstelbaar en gewoon het rechtstreekse gevolg van de afwezigheid van stationspersoneel op de perrons. Je kunt je moeilijk voorstellen dat dit ook enkele jaren geleden had kunnen gebeuren. Er zijn zo veel factoren die maken dat deze aansluiting bijna een zekerheid zou moeten zijn: de trein kan niet vertrekken zo lang de IC niet vertrokken is, de keertijd in Ronse bedraagt een half uur en de hele dienstregeling is opgemaakt in functie van deze aansluiting. Als ik niet de gezonde reflex had gehad om de tb aan te spreken, waren we hier met 8 ontevreden en onbegrijpende reizigers achtergebleven.
In Ronse staat de bus van lijn 21 al aan het perron, maar van een chauffeur is er nog geen sprake. Die komt twee minuten te laat en vertrekt even later met een toeterconcert, ondersteund door dat van de bus op het perron ernaast. Nog even flink toeteren en roepen van I love you baby en we weten meteen waarom hij te laat was. Van halteaankondiging is er geen sprake en het wordt nog beter uitkijken dan anders door de dichte mist. De app van De Lijn met haltewaarschuwing vertrouw ik nog altijd niet ten volle.

Voor de terugreis worden we opgepikt door een gelede bus van de firma Geenens: terwijl we wachtten, hebben we een duidelijk beeld gekregen van de activiteiten in de garage Geenens. De busreis verloopt zonder problemen. Ook de rit in IC 2312 verloopt zonder al te veel narigheid. Een Spaanssprekend echtpaar (echt paar?) zit gelukkig ver van ons, want de kleine meid die hen vergezelt, zorgt voor behoorlijk wat afleiding: oraal en digitaal. We staan alleen even stil tussen Welle en Denderleeuw, de vertraging blijft beperkt.
IC 3436 staat geprogrammeerd voor perron 20, maar zowel op perron 19 als 20 staat een IC naar Antwerpen, de eerste met een half uur vertraging. Onze trein wordt verspoord naar perron 21; mogelijk is dat de reden waarom er nog veel reizigers komen aangelopen als de deuren al gesloten zijn. De tbg roept hen naar voren en even later vallen ze opgelucht maar buiten adem de eersteklasafdeling binnen, waar ze zich dan ook neerploffen. Meteen na het vertrek doet de tbg controle; hij hoeft maar één reiziger door te sturen naar tweede, de andere 3 volgen vanzelf. We komen stipt in Halle aan.

De treinlectuur.
Jens Christian GRØNDAHL, Portret van een man.

William Makepeace THACKERAY, Kermis der IJdelheid.


Bert Kruismans in De Tijd: "Onze marketingafdeling weet beter dan uzelf wat u belangrijk vindt in het leven." Als gebruiker van het OV en houder van een bankrekening en vele andere contacten met het economische leven kun je dat alleen maar beamen. Wat je zelf denkt, heeft geen enkele betekenis meer. Denk aan halveprijskaart, Multipass, alternatieve terugreis, papieren spoorboekje (zonder fouten!)…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

17-12-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
08-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 december 2021 Ukkel - Ukkel (Groene Wandeling)

De wandeling.
Stappen van Ukkel naar Ukkel, het lijkt op een lus, maar het is wel degelijk een wandeling in lijn, langs de Groene Wandeling, een initiatief van Leefmilieu Brussel. Het kan wat gek lijken, plattelandsmensen die in het Brussels Gewest gaan stappen, maar eerdere ervaringen hebben ons geleerd dat er best veel mooie hoekjes te vinden zijn in de hoofdstad, als je wat verder kijkt dan de dagelijkse pendel of de overbevolkte winkelstraten. We vertrekken aan de Pijnbomenstraat (grondgebied Ukkel, jawel, langs de Waterloosesteenweg alias de N5) en stappen 7 km tot Ukkel, bij het Rondpunt van Stalle, al kiezen we zelf voor de halte Eggergat die volgens De Lijn op het grondgebied van Drogenbos ligt. Op onze tocht kwamen we door het Verrewinkelbos, over het Engelandplateau naar het reservaat Kinsendaal en even later ook nog Keyembempt, stuk voor stuk redelijk gaaf gebleven en toch ontsloten stukjes natuur. De TWQ lag met 61 % behoorlijk hoog. Natuurlijk moet je er wat bewoning af en toe bijnemen, zeker in het begin, maar dit is geen vervelende tocht, integendeel.

Zelf heb ik nog de uitgave van 2010, maar het parcours is ondertussen op diverse plaatsen sterk verbeterd. Dat was ook vandaag het geval. Bepaalde gevolgde wegen komen zelfs nog niet voor op digitale kaarten waarvan je toch zou verwachten dat ze up-to-date zijn. Vertrouw maar op ons kaartje, dat is erg actueel en nauwkeurig. Een prettige constante is dat het fietsparcours meer en meer afwijkt van de wandeling en dat is onmiskenbaar een voordeel!

Het weer.
Zwaar bewolkt, winderig en fris.

De stafkaarten.
31/7Z Linkebeek - 31/7N Ukkel (op 1:10.000 uit 1994 - maak je maar geen illusies: deze kaarten zijn vaak hopeloos verouderd) - er is wel een nieuwe versie op 1:25.000 31/7-8 Ukkel.

Hoe we er geraakten.
De halte waar we uitstappen heet Pijnbomenstraat (of Pijnbomenweg...); die wordt bediend door lijn 136 van De Lijn uit Alsemberg en enkele TEC-lijnen die ons vandaag niet kunnen nutten. Lijn 136 vertrekt in Alsemberg en dat is voor ons gemakkelijk te bereiken met "onze" lijn 155. Voor de terugrit kunnen we zelfs helemaal terugvallen op lijn 155.

Een beetje geschiedenis.
De halte waar we vandaag uit de bus stappen heet Pijnbomenstraat (of Pijnbomenweg) en het is maar zeer de vraag of hier al een halte was toen de trams hier nog de plak zwaaiden. Trams hadden nu eenmaal de neiging om minder vaak te stoppen op hun traject en de Pijnbomenstraat is vermoedelijk van latere datum, toen Brusselaars uitzwermden naar het chique deel van Ukkel om er hun nederige stulpjes neer te poten. Spijtig genoeg zijn gedetailleerde haltelijsten erg moeilijk te vinden en degene waarover ik beschik dateren allemaal van het bustijdperk. Maar toch wil ik het vandaag even hebben over de trams die hier langs de huidige N5 (de Waterloosesteenweg) het mooie weer maakten vanaf 1910 tot ze hier in de jaren 1960 de plaats moesten ruimen voor het niets ontziende autoverkeer, aangejaagd door kwaadwillige en kortzichtige politici: er is niets nieuws onder de zon. De tramlijnen R en W behoorden tot het uitgebreide NMVB-net dat vrij diep Brussel kon binnendringen; samen met de lijnen O (van Observatoire, Sterrenwacht) en V (van Vivier d'Oie, Diesdelle, zeg maar Sint-Job) zorgden ze op een deel van het traject voor een zeer frequente tramdienst. Maar ja, die vele trams reden maar in de weg van de auto's in de ogen van eerder genoemde beleidsmakers en moesten vervangen worden door nog meer bussen die in dezelfde ogen… ook in de weg reden.

Het haltebord (zie foto's) lijkt wel uit een geschiedenisboek te komen. Links is er het bord van De Lijn, met de naam van de halte in het Frans, maar vóór een of andere nationalist een hartaanval krijgt: de Nederlandse benaming staat wel degelijk aan de achterzijde. Dat lijn 136 twee keer vermeld wordt is trouwens ook een stukje geschiedenis. De bussen naar Dilbeek droegen oorspronkelijk het nummer 137, maar De Lijn vond het handiger om het nummer 137 op te doeken - beide lijnen bedienden inderdaad bijna hetzelfde traject. Deze 136 valt mooi samen met de R van vroeger, al moeten er 2 opmerkingen over gemaakt worden: met de komst van de bus werd de bus van Sint-Genesius-Rode doorgetrokken tot Alsemberg, waar aangesloten kon worden op bestaande buslijnen, meer bepaald de UH en de variant UH naar Braine-l'Alleud. Ik heb nog de tijd meegemaakt dat de aansluiting tussen de R en de UH zelden in het water viel. De tweede opmerking: bus R reed door naar Dilbeek, ter vervanging van de V.
Op het haltebord van de TEC lezen we dan de rest van het verhaal. Buslijnen W en 365a vullen elkaar nu aan; aan de andere zijde van de straat zouden we kunnen aflezen dat de W naar Braine-l'Alleud rijdt en de 365a naar Jumet; voor de komst van de premetro in Charleroi reed deze lijn trouwens door tot Charleroi-Sud. Oorspronkelijk was dit een snellijn met een beperkt aantal stops. Tegenwoordig bedient de lijn alle halten op het traject. Beide andere buslijnen (123 en 124) zijn schooldiensten.

De verbinding.

Buizingen - Sint-Genesius-Rode [155] 10:48 11:01 +1 ab5693 Iveco Crossway LE Leerbeek
Sint-Genesius-Rode - Ukkel [136] 11:16 11:29 +5 ab2343 VDL Bus & Coach Citea SLE Dilbeek
-
Drogenbos - Dworp [153] 13:47 14:17 +3 ab5675 Iveco Crossway LE Leerbeek

 

En wat we beleefden.
Met wat geluk kunnen we in Alsemberg een aansluiting halen van 0 minuten, maar terwijl we wachten op groen, zien we hoe de 136 de tijdelijke (?) halte op de Delhaizeparking verlaat. Een kwartier wachten dus, maar dat was al ingecalculeerd. En dezer dagen moet je al gelukkig zijn als je ziet dat de volgende bus al min of meer klaar staat. Tot enige tijd geleden moest je voor de overstap doorrijden tot de halte Fonteinstraat en dat doen we voor de zekerheid ook vandaag nog. Maar de bus die ons daar om 11:16 moet oppikken, komt maar niet en lijkt ook geen gps te hebben. Het zal toch weer geen afgeschafte bus zijn, zeker? Ik kan daar nog wel begrip voor opbrengen, maar niet voor de communicatie van De Lijn, die op dat vlak nog altijd weinig secuur is: plotse afschaffingen verdwijnen nog te vaak onder de radar.

Gelukkig komt de bus toch, met 8 minuten vertraging. De lijnfilm is blanco, of moet dat negro zijn, maar we hebben geleerd om veiligheidshalve de bus toch te stoppen, en maar goed ook. Uiteindelijk stappen we uit met 5 minuten vertraging. Vermoedelijk zijn informaticaproblemen de bron van de vertraging.

Voor de terugrit kunnen we eigenlijk kiezen tussen de halten Drogenbos Eggergat en Ukkel Stalle Kruispunt. We gaan naar het Eggergat. Een bus van lijn 155 in woensdagse vertraging missen we net, maar een 153 zal snel volgen. Dat komt ons eigenlijk goed uit, want we willen nog brood kopen in Dworp en de 153 is een stuk sneller dan de 155. Het ziet er zelfs naar uit dat we in Dworp de 155 nog halen die we daarnet in vertraging hebben gezien. Maar de 153 maakt wat vertraging, de 155 loopt wat vertraging in en bij de bakker is het aanschuiven. Nu, die 2 kilometer stappen naar huis kunnen er vandaag nog wel bij…

De treinlectuur.
Ben SCHOTT, Jeeves and the King of Clubs. Ik moet tot mijn scha en schande toegeven dat ik nog nooit wat van P.G. Wodehouse (en de bekendste butler Jeeves) gelezen heb en dan stort ik me nog op ersatz ook. In de ondertitel wordt wel vermeld dat het om An homage to P.G. Wodehouse gaat.

William Makepeace THACKERAY, Kermis der IJdelheid.


Zegt de ene kip tegen de andere: dan eens ophokplicht, dan weer geen ophokplicht, netten ja, netten nee - achter de afrastering het rijk der vrijheid binnen pootbereik, maar ook niet meer dan dat… ik ben dat jojobeleid nu echt beu.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

08-12-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
24-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 november 2021 - Dour: Triangle des Stériles

De wandeling.
Het lijkt wel alsof we er niet meer weg te slaan zijn, maar de opeenvolging van wandelingen in de mijnstreek berust helemaal op het toeval. Vandaag stappen we in Dour, meer bepaald langs de Triangle des Stériles. We vonden deze wandeling op de NGI-kaart Balades en Hauts-Pays, regio waarvan Dour een van de noordelijkste punten vormt. Je moet al veel verbeelding hebben om in de tocht een driehoek te herkennen. Voor stériles heb ik als enige verklaring dat het hier over de "nutteloze" terrils gaat, relicten van een rijk koolmijnverleden. We komen er inderdaad nogal wat tegen op deze tocht: Saint-Antoine, Grande Machine à Feu, Frédéric, l'Avalaresse, Sawartan , Trou à Dièves, Saint-Charles en Sainte-Cathérine, de ene al indrukwekkender dan de andere. Dour zelf is weinig interessant, al zullen festivalgangers daar anders over denken: de tocht door het plaatsje is er dan ook wat te veel aan, maar je moet nu eenmaal ergens beginnen. Maar al snel ontplooit deze 11.2 km lange tocht zich tot een echte boswandeling, gekruid door de begroeide bulten van de eerder genoemde mijnpuinhopen. Dat resulteert in een TWQ van 54%. De wandeling is bewegwijzerd met soms slecht zichtbare houten pijltjes met een bleekgele rechthoek. Vooral in Dour zelf durven die hier en daar nogal eens ontbreken.

Op het kaartje zul je merken dat de wandeling je door het minuscule parkje van Dour voert. Dat is op dit moment wel ontoegankelijk, omdat het een grondige opfrisbeurt krijgt. Maar het obstakel is gemakkelijk te vermijden als je deze omweg volgt: met je gezicht naar de ingang van het park ga je links en even verder rechts in de Rue Delval. Nog eens rechts in de Rue Ducrucq. Wat verder, tegenover de uitgang van het park, sluit je weer aan op de eigenlijke route. Voor de rest is de wandeling tamelijk goed bewegwijzerd, al vergt het volgen wel wat aandacht!

Nog even dit: 5 dagen vroeger en we waren eraan geweest voor de moeite, want op 19.11 waren er drijfjachten die een groot deel van het parcours troffen. Er komen er nog in december en januari, want ja, de heren moeten hun zo gewaardeerde inspanningen ten behoeve van de natuur nu ook in januari kunnen botvieren. Ik vond nergens melding van deze dagen, tenzij ter plaatse. De jacht op zich is al een verschrikking, maar dat men er niet in slaagt om de dagen van deze moordpartijen op te lijsten in een voor iedereen toegankelijke informatiebron maakt het nog erger. Nog erger is dat je meestal op de websites die de plaatselijke battues toch melden, ook nog te lezen krijgt dat er mogelijk nog meer georganiseerd worden die niet in de lijst vermeld staan. Feodaliteit in de 21ste eeuw…

Enkele foto's.

Het weer.
Zwaar bewolkt met hier en daar wat blauw, wat de weermannen 7/8 bewolkingsgraad noemen. Fris en rustig.

De stafkaarten.
Op 1:10.000 45/6S Dour (1994!) - op 1:25.000 45/5-6 Quiévrain - Boussu (2001). De nieuwe versie is er op dit moment nog niet.

Hoe we er geraakten.
Veruit de interessantste lijnen zijn de 7 Mons - Quiévrain en de 9 Mons - Dour. In combinatie zorgen ze voor een erg frequente bediening. Lijn 7 passeert ook langs het station van Saint-Ghislain en rijdt op onregelmatige basis tussen Quiévrain en Dour, reden voor ons om te proberen om ons met de 7 uit de slag te trekken. Spijtig genoeg moeten we eens te meer vaststellen dat er van aansluitingen tussen trein en bus zelden sprake is. Dat is de reden waarom we voor de heenreis via Quiévrain reizen, een omweg inderdaad, maar zo vermijden we een lange aansluitingstijd in Saint-Ghislain. De terugreis kan wel gewoon via Saint-Ghislain.

Een beetje geschiedenis.
Ik heb het ooit wel al eens gemakkelijker gehad om wat historische feitjes over onze bestemming samen te sprokkelen. Dour heeft dan ook een tamelijk riant verleden op het vlak van trein en tram en zelfs tegenwoordig wordt het stadje nog bediend door meer dan voldoende buslijnen. Een overzichtje.

Dour heeft heel lang kunnen profiteren van een spoorwegaansluiting, meer: in het station van Dour splitsten twee lijnen, één uit Jurbise en Saint-Ghislain-Hornu, één uit Mons. De eerste lijn liep door naar Roisin-Autreppe, waaraan ik de vorige keer (Angreau) al een korte bijdrage heb gewijd. De andere lijn liep via Élouges naar Quiévrain. Dour was een mogelijk overstappunt en stond dus vetjes aangegeven in het spoorboekje. Foto's en handige plannen vind je hier. Het station zou de Sixties aan zich voorbij zien gaan: het ging dicht in 1961. Paul Kevers maakt al melding van de ingewikkelde toestand in deze regio, met veel spoorlijnen en -lijntjes die de plaatselijke mijnen moesten bedienen en soms uitgroeiden tot "echte" spoorlijnen. Het laatste overblijfsel hiervan is lijn 98, zoals die nog voorkwam in het spoorboekje van 29.05.1983, met treinen tussen Mons, Cuesmes, Flénu, Pâturages, Wasmes, Warquignies, Boussu-Route en Saint-Ghislain. De gesleepte (of geduwde treinen) deden er ongeveer een half uur over tussen Mons en Saint-Ghislain. Voor alle duidelijkheid: tot enkele jaren voordien reden hier ook autorails. Het volgende uittreksel uit de topografische kaart van 1967 geeft een duidelijk beeld van de ingewikkelde toestand.


Wat overblijft van het oude station van Dour.


De ravel van lijn 98 - op zijn best in herfstkleuren.

Bovenop de treindiensten kon Dour ook nog volop gedijen als kruis- of eindpunt van heel wat lijnen: 2 (Mons - Pâturages -Dour) - 6 (Mons - Dour - Élouges) - 7 (Mons - Quiévrain) - 8 (Mons - Erquennes) - 9 (Mons - Dour Trichères). Trichères is ook vandaag nog een begrip voor het busnet. Opvallend feitje: eind jaren 1940 werd de lijn naar Dour nog doorgetrokken tot Quiévrain en (uiteraard) meteen geëlektrificeerd. In Baisieux vervoegde deze lijn die uit Roisin-Autreppe. Als je heel goed kijkt, kun je de tramlijnen die nog bestonden in 1967 ook terugvinden op de kaart. Ze worden aangeduid met heel bescheiden zwarte blokjes.

Heden ten dage reflecteert het busnet (2 - 7 - 8 - 8/ - 9 - 28 - 30 -31) nog altijd min of meer de historische toestand. Toch heeft de afbouw van sommige lijnen ervoor gezorgd dat de bediening van al deze buslijnen niet altijd even riant is.
Lijn 2 (Dour Trichères - Pâturages - Cuesmes - Mons) heeft een halfuurdienst op weekdagen, tijdens het weekend is dat een 2-uurdienst. Lijn 7 en 9 zorgen voor een erg gestoffeerde bediening die eigenlijk neerkomt op een kwartierdienst op weekdagen. Het deel van lijn 7 dat Dour met Quiévrain verbindt heeft geen gecadanceerde dienstregeling en dat dit deel niet langs Trichères rijdt, verstoort soms de kwartierdienst naar Mons. Lijn 7 bedient wel, lijn 9 niet het station van Saint-Ghislain. Doordat lijnen 8 en 8/ (Dour - Erquennes) een verschillend traject volgen, geniet alleen het gemeenschappelijk deel van een normale bediening. Blijven dan nog de lijnen 28 (Saint-Ghislain - Roisin), 30 (Angre - Saint-Ghislain) en 31 (Quiévrain - Dour). Lijnen 28 en de nieuwe lijn 30 hebben nog 3 à 4 ritten op weekdagen, lijn 31 is niet meer dan een schooldienst.

En nog een weetje dat ik geplukt heb uit Randonnées ferroviaires en Borinage - Les lignes 97, 98, 98B, 102, nog maar eens een supervolledige uitgave van TSP. Een lijn die ik hierboven nog niet vermeld had, is de spoorlijn Dour - Thulin, in gebruik tussen 1846 en 1873, oorspronkelijk zelfs met paardentractie. Het enige overblijfsel lijkt een overweghuisje te zijn op de weg van Boussu naar Quiévrain. De reusachtige terril van Saint-Antoine heeft in Dour de bedding van de spoorlijn volledig ingenomen.

De verbinding.

Halle - Quiévrain 1730 09:34 10:54 +1 303 mr80 Break controle: J
Quiévrain - Dour [7] 11:02 11:34 -2 ab3116 Van Hool AG300 Mons
-
Dour - Saint-Ghislain [7] 15:52 16:08 +2 ab3876 VDL Citea CLF120 Mons
Saint-Ghislain - Halle 1716 16:33 17:26 stipt 326 mr80 Break controle: J

 

En wat we beleefden.
In Halle heeft Aribus het eens te meer begeven, om 5:00 in de morgen om precies te zijn. Niet dat het veel verschil maakt. De chauffeurs die er inderdaad echt rekening mee houden zijn makkelijk op de vingers van één hand te tellen. De TEC heeft hier ook 2 perronnetjes ter beschikking gekregen. Daar lezen we nu al maanden dat er binnen de 2 uur geen bus komt en dat er meer info te vinden is op delijn.be. Twee keer fout: er rijden inderdaad wel veel bussen van de TEC die uit Halle vertrekken of er aankomen en of de site van De Lijn hierover de ideale info geeft, durf ik betwijfelen.

Gelukkig rijdt onze trein wel stipt. En dat zonder treinbegeleider: we zien hem/haar niet, we horen hem/haar niet en de schermen blijven zwart. We zijn nu even goed geïnformeerd als in een M1 in de jaren 1960. Vanaf Saint-Ghislain komt er dan toch een die moet proberen de schande van de onzichtbare tbg weg te nemen. Er komt meteen controle. We reizen inderdaad door naar Quiévrain, waar we 8 minuten aansluitingstijd hebben. Mocht het voor Saint-Ghislain toch nog fout gegaan zijn, dan waren we daar op de bus van de andere richting gestapt, met een erg ruime aansluiting.

De rit van Quiévrain naar Dour verloopt in een gelede Van Hool. Er rijdt wel wat volk mee: erg regelmatig vervoegen instappers ons. Een madam van tachtig of meer krijgt van de chauffeur te horen dat ze haar masker moet dragen. Ze mompelt wat en zes seconden later is het masker al opnieuw af. Ze zal wel levensmoe zijn, maar daar moet ze toch haar medereizigers niet bij betrekken. Ze zal de enige zijn van het dertigtal medereizigers van heen- en terugrit dat haar masker niet correct draagt. In Vlaanderen zie je wel eens wat anders. Veel Vlamingen ademen nog altijd langs hun kin. Corona kijkt gnuivend toe.

Voor de terugrit is geen gelede bus voorzien. Ook nu rijden 15 à 20 reizigers mee. Bovendien is de binneninrichting van die aard dat het altijd lijkt alsof de bus goed vol zit. Wie denkt dat er met (zit)plaats gesmost wordt in een Deense neus, moet maar eens een kijkje nemen in een bus als deze. Opvallend: op letec.be is een omleiding aangekondigd in Boussu, maar de bus bedient al de zogezegd geschrapte haltes. Vóór Boussu is er wel een omleiding , met enkele tijdelijke halten. Daarvan is niets terug te vinden op de website van de TEC.

En ja, de rit naar Halle verloopt probleemloos. In Saint-Ghislain staan 2 breaks klaar, er worden er nog twee aangekoppeld die uit Quiévrain komen. We wachten op die laatste en zullen tot Halle alleen reizen. Alleen een goedgemutste tbg komt even onze biljetten controleren. In Saint-Ghislain heb ik trouwens de app van de NMBS geraadpleegd; ik krijg meteen een bericht te lezen dat deze app vanaf 02.12 verdwijnt. Bij nazicht blijkt inderdaad dat de new app wat nieuwe functies heeft, maar lang niet al de functies van de oude app. Zo kun je geen volledige rit van een trein meer oproepen. Dat is nochtans erg handig, al was het maar om de eventuele vertraging van een trein in te schatten. En waar zijn de gegevens over bus en tram naartoe? Waarom mogen die ontwerpers altijd hún ding doen en nooit dat van de geïnteresseerde reiziger?

De treinlectuur.
William Makepeace THACKERAY, Vanity Fair.
Carmen KORN, De tijden veranderen.



Het is opvallend hoe vaak covid-19 in deze coronatijden ook vergeleken wordt met toestanden in het verkeer (rode lichten, veiligheidsgordel…). Het autoverkeer is inderdaad ook een virale ziekte.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

24-11-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
15-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 november 2021 Marchienne - Couillet GR 412

De wandeling.
Ik heb het probleem met thematische wandelingen hier al eerder aangekaart, maar vandaag manifesteert het zich in extreme mate: GR 412 Le Sentier des Terrils poogt het uiterste westen en het uiterste oosten van de Waalse gordel van steenkoolmijnen met elkaar te verbinden en lange tijd lukt dat ook aardig, maar de buurt rond Charleroi lijkt een onoverkomelijke hindernis om de GR over de hele afstand interessant te houden. Maar ja, als je trouw wil blijven aan je opzet, kun je de belangrijke terrils en mijnen in de onmiddellijke buurt van Charleroi moeilijk links laten liggen, ook al zullen Mont-sur-Marchienne en Marcinelle de doorsnee wandelaar maar matig kunnen bekoren. Bovendien kun je moeilijk voorbijgaan aan de Bois du Cazier, waar zich in 1956 de meest tragische mijnramp uit de Belgische geschiedenis afspeelde. Ik was 3 op het moment van de ramp en het was precies op mijn derde verjaardag dat het zoeken naar slachtoffers werd opgegeven. Maar het beeld van de gesloten poort met de bange vrouwen ervoor zou later nog zo vaak worden vertoond dat het me zelfs vandaag nog kon ontroeren.

De wandeling tussen Marchienne-Zône en Couillet is iets meer dan 14 km lang. Het oorspronkelijke traject was een 3-tal kilometers korter, maar de omweg naar het park van de Château Soupart (nu Le P'tit Bois genoemd) is inderdaad de moeite waard. Verder is het de oude trambedding van de lijn Charleroi - Nalinnes die het niveau van de wandeling enigszins verhoogt, maar de ellenlange doortocht van Mont-sur-Marchienne en Marcinelle zijn er echt te veel aan. We kwamen aan een quotering van 7.5/20, de TWQ lag op 22%.
Foto's en kaartje.


Tussen Montignies-le-Tilleul en Marcinelle lopen we toch even door meer landelijk gebied, maar Charleroi is niet ver.

Het weer.
Nevelig en betrokken, fris en af en toe winderig. Fris, nauwelijks 7°!

De stafkaarten.
46/7S Fontaine-l'Évêque (1993) en 46/8S Charleroi (1993) - of 46/7-8 Charleroi (2020).

Hoe we er geraakten.
Het is niet echt een toeval dat we als begin- en eindpunt Marchienne-Zône en Couillet hebben gekozen, beide treinhaltes binnen de zone Charleroi. Wat me toelaat om ook even bij de eigenaardigheden van via de app gekochte treinbiljetten stil te staan. Aan het loket zou ik gewoon biljetten voor de zone Charleroi hebben aangekocht, maar via de app kocht ik biljetten voor Marchienne-Zône. De app zette het biljet blijkbaar automatisch om in een biljet voor de zone Charleroi, maar bij de controle in de trein bleek wel degelijk dat ik een biljet voor Marchienne-Zône had, ondanks de vermelding op de app. Hoe ik dit te weten kwam zal ik verderop vertellen. Ik weet wel dat het eigenlijk geen probleem zou mogen zijn om uit Couillet terug te keren en dat de kans op controle tussen Couillet en Charleroi ongeveer 0 bedraagt, maar je weet maar nooit. Voortaan zal ik wel een biljet naar zone Charleroi kopen. Trouwens, er zit nog een ander angeltje aan vast: stel dat we onze aansluiting in Charleroi hadden gemist: dat zou een verlies van een vol uur en dus een recht op compensatie hebben betekend, maar hoe kun je bewijzen dat je echt naar Marchienne-Zône wilde reizen als je dat niet ingevuld had bij de aankoop?

Enfin, het afschaffen van de terugreis uit een ander station dan het aankomststation van de heenreis, zorgt andermaal voor niet-bedoelde problemen…

Een beetje geschiedenis.
Je zou het niet meteen denken, maar op de plaats van de huidige halte Couillet stond ooit een indrukwekkend station. Ik vond er sprekende foto's van op deze plek. Het is vermoedelijk niet nodig om te vermelden dat het stationsgebouw ondertussen verdwenen is… Tegenwoordig heet de halte gewoon Couillet, maar lange tijd is dat Couillet-Centre geweest.

Tussen Châtelineau-Châtelet (het huidige Châtelet) en Charleroi-Sud lagen de haltes trouwens dicht op elkaar. Op 7 km afstand vonden we niet minder dan 5 haltes of stations. Als we Charleroi-Sud als nulpunt nemen, lag er na 2 km een halte Marcinelle Blanchisserie, na 3 km Couillet Centre na 4 km Couillet-Montignies.
De halte Marcinelle Blanchisserie vonden we al terug in een spoorboekje van 1892 (maar is mogelijk ouder); ze kwam na de opschorting door WO I niet meer terug.
Dan verliep het Couillet Centre toch wel wat beter: de halte bestaat nog altijd; ze werd in het spoorboekje van 27.05.1979 voor het eerst gewoon Couillet genoemd. De schrapping van Couillet-Montignies (22.05.1977) liet toe de naam van de halte te vereenvoudigen. Ondertussen is ze de enige halte tussen Charleroi-Sud en Châtelet.
Couillet-Montignies was ooit het beginpunt van lijn 133 naar Jamioulx, die ook Couillet Centre bediende. Een lang leven was deze 9 kilometer lange lijn niet beschoren, maar voor ons is ze vandaag interessant omdat we de oude bedding ter hoogte van La Barboterie kruisten. De lijn werd gedegradeerd tot een industriële lijn met het nummer 261, die o.a. de beruchte mijn van het Bois du Cazier bediende. In een document uit de jaren 1970 vond ik niet meer dan 900 m van deze lijn terug, tussen Couillet Centre (block 53) en Hauchies. Dat stukje lijn was toen al verboden voor locomtiefreeksen 50, 59, 60/1, 64, 70, 71, 72 en voor de kraan 35T K. Je vraagt je af wat daar dan wel reed.

Nog even vermelden dat we ook geruime tijd over de oude bedding van de tramlijn Charleroi - Nalinnes stapten, gelukkig maar! Dit was ongetwijfeld het aangenaamste stukje van de hele wandeling, want de tram reed hier opvallend veel over een eigen bedding. In "Charleroi - Marcinelle - Nalinnes" van Bernard Lejeune wordt daar een verklaing voor gegeven: de stoomtreinen die hier oorspronkelijk reden zouden het moeilijk gehad hebben op bepaalde plaatsen. De lijn werd voorbij Cazier trouwens pas geëlektrificeerd in 1935; tot dan verzorgden stoomtrams de dienst tussen Nalinnes en Cazier. (De tramlijn werd geopend in 1902 en gesloten in 1968.) De sporen en de bovenleidingen verdwenen in 1972, maar wat overbleef is een erg goed te pruimen onverharde wandelweg.


De oude trambedding.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 +3 825 mr75 vierledig controle: N
Brussel-Zuid - Charleroi-Sud 4530 09:45 10:36 stipt 844 mr75 vierledig controle: J
Charleroi-Sud - Marchienne-Zône 4760 10:43 10:49 stipt 975 mr ex Cityrail controle: N
-
Couillet - Charleroi-Sud 4585 14:34 14:39 stipt 685 mr73 controle: N
Charleroi-Sud - Brussel-Zuid 2014 14:54 15:45 +9 812 mr75 vierledig controle: J
Brussel-Zuid - Halle 3786 16:03 16:20 +17 08179 mr08 Desiro controle: N

 

 

En wat we beleefden.
IC 3408 rijdt Halle buiten op dubbel geel. Ik vermoed dat een leeg stel (HLE27+M5) de oorzaak is van deze stremming. Om welke afgeschafte P-trein het zou gaan, kan ik niet meteen thuisbrengen. Zowel de 7801 als de 7802 (de P-treinen op lijn 96 met M5-rijtuigen) lijken gereden te hebben. Dat heb ik achteraf opgezocht. Waarschijnlijker is dat de 3779 aan de basis ligt van de volledige stilstand ter hoogte van Y. Halle-Noord. Wij gaan immers naar lijn 96N; 3 minuten vertraging vallen ons door deze onvoorziene kruising ten deel.

IC 4530 bestaat uit 1 vierledig stel. Sinds enige tijd is de voorziene samenstelling (december 2020: M6+M4) vervangen door 2 vierledige stellen; vandaag is zelfs die samenstelling nog gehalveerd. Niet dat dit problemen zal veroorzaken tussen Brussel en Charleroi, maar vermoedelijk is het er in de ochtendspits even anders aan toe gegaan. De gewijzigde samenstelling wordt niet gemeld. Bij zijn eerste controleronde merkt de tbg al dat we naar Marchienne-Zône rijden. Hij vraagt laconiek of we wel weten waar we naartoe gaan. Dat kan van alles betekenen, maar gelukkig weten we sinds enkele maanden dat het misschien wel een van de sjofelste halten van het land is, maar dat we niet meteen agressiviteit of criminaliteit moeten vrezen. Misschien heeft hij als tbg andere ervaringen op de lijn Charleroi-Erquelinnes. Hij brengt ons ook nog op de hoogte van de overstap. Bij zijn tweede doortocht betrapt hij een zwartrijder: zonder masker, zonder biljet, zonder identiteitskaart. De administratieve plichtplegingen gebeuren op het platform. In de vorige week zou de aansluiting in de helft van de gevallen in het water gevallen zijn, maar vandaag rijden we stipt. Ter hoogte van Courcelles-Motte is er een vertragingszone, maar zelfs daarna houdt de tb er een slakkengangetje op na. Maar de man/vrouw heeft de reservetijd goed ingeschat, want zelfs dan komen we 2 minuten te vroeg aan in Marchienne-au-Pont. In Charleroi-Sud vallen de enorme werken aan de uiterste sporen op, maar de S naar Erquelinnes wordt daar niet door gehinderd.

De terugreis begint zoals de heenreis geëindigd is: met een klassiek tweeledig stel. In het septemberspoorboekje vertrekt deze trein nog om 14:38, maar in werkelijkheid is dat ondertussen al 14:34. Waarom? Sinds wanneer? Doe geen moeite…
IC 2014 staat nog niet aan het perron en dat is hoogst bedenkelijk. En inderdaad, zo een minuut of 3 voor zijn voorziene vertrek wordt die plots aangekondigd met 16, even later 18 minuten vertraging. Het zullen er uiteindelijk 13 worden, ik vermoed dat problemen met één of meer deuren aan de basis liggen. We maken onze eerste foute inschatting van de dag, want via La Louvière-Sud zouden we zonder problemen in Halle geraakt zijn. Maar op het moment dat we dat beseffen zijn de deuren al onherroepelijk gesloten. Net voorbij Braine-l'Alleud krijgen we controle. Er loopt van alles mis met app van NMBSNew: de app lijkt een eeuw nodig te hebben om te laden, dan ben ik zogezegd afgemeld en het duurt een tijdje voor ik opnieuw verbinding krijg. Pas dan verschijnen de biljetten. Ik dacht eerlijk gezegd dat die op de smartphone opgeslagen stonden en dat je geen verbinding nodig had om ze op te roepen. De vertraging slinkt nog tot 9 minuten, maar de voorziene aansluiting met de S naar Aalst is vertrokken. En dus wordt het de S naar Braine-le-Comte. Die lijkt zonder problemen te zullen vertrekken om 16:03 zoals voorzien, maar dan weerklinkt de onheilspellende roep om assistentie. Als ik het allemaal goed begrepen heb, is er een balsturige reiziger. Alhoewel de tbg door veel reizigers wordt aangeklampt, vindt hij het niet nodig de reden van de vertraging om te roepen, zelfs niet als die uiteindelijk 16 minuten bedraagt. En ik geef toe, anders dan enkele andere reizigers die wel het klappen van de zweep kennen, verhuizen we niet naar de IC naar Doornik of de P naar Geraardsbergen: tweede foute inschatting van de dag. Van de eersteklasafdeling zijn alle ramen beklad en de info in de trein is onbestaande of foutief. Hoe moet je dan verdorie weten wanneer je aankomt? Het blijft onbegrijpelijk dat graffitispuiters ongebreideld hun gangen kunnen blijven gaan. Uiteindelijk belanden we in Halle met 17 minuten vertraging; via La Louvière-Sud zou het 18 minuten sneller zijn gegaan, maar je kunt onze terugreis moeilijk karakteristiek noemen.

De treinlectuur.
William Makepeace THACKERAY, Vanity Fair. We zijn op het moment gekomen dat Britse troepen het Kanaal oversteken om de uit Elba ontsnapte Napoleon warm te ontvangen, maar we zijn nog niet toe aan de grote slag en de militairen beschouwen de bezetting van het sympathieke België eerder als een uitje - de vrouwen zijn mee! - dan als het moment om zich voor te bereiden op het treffen met Bonny…

Carmen KORN, De tijden veranderen.


Was ik maar rapper geworden: een twijfelachtige melodie die je de rest van je leven kunt recycleren en teksten die nergens op slaan. Nog snel even een sprekend pseudoniem: Ik veeg er mijn kas aan. En voor de tweede plaat: Ik veeg aan alles mijn kas…

Vaccineren of syndikeren: vernuft tegenover verdomming en verdoemenis… ik zou het wel weten…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.


Mr4114 passeerde ons op lijn 132 ter hoogte van kp 67.8, op weg van Charleroi-Sud naar Couvin. Het stel was over de hele lengte ontsierd door de meest afschuwelijke graffiti. Het heeft me ongeveer 20 minuten gekost om het stel enigszins toonbaar te maken.


En het is altijd verrassend als je nog eens een tweeledig stel ziet zonder al te veel graffiti: ms 738 rijdt van Wavre naar Jambes en bedient hier Couillet.

15-11-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
09-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 november 2021 Angreau - Le Caillou-qui-Bique

De wandeling.
Ik weet niet eens meer waar ik het kaartje destijds heb gedownload - ik noteerde hainauttourisme, maar daar vind ik deze wandeling niet meer terug; gelukkig vond ik hier wel een uitgebreide beschrijving met commentaar. We volgden de wandeling over de hele lengte (6 à 7 km) en hoefden niet eens gekke toeren uit te halen om ze geschikt te maken voor OV-gebruikers. Begin en einde van deze lus liggen bij de TEC-halte Angreau Église.

Angreau is een deelgemeente van Honnelles, dat zich bij de fusie liet inspireren door de Grande en de Petite Honnelle, twee erg schilderachtige riviertjes die elkaar ten noorden van de gemeente vinden. Tegenwoordig is Angreau een wat uitgestorven landbouwgemeente maar voor de Grote Versnelling (geleend bij Jef Geeraerts) herbergde het een steenbakkerij, een tabaksfabriek, een klompenmakerij, een watermolen en een brouwerij.
Veruit het interessantste punt is de Caillou-qui-Bique. Volgens de legende is die hier neergepoot door de satan, die de steen uit de Pyreneeën naar hier gedragen zou hebben, met de bedoeling de abdij van Stavelot in opbouw te vernielen. Toen hij hier aanbelandde en de weg vroeg, kreeg hij van een oud ventje (misschien wel Sint-Remaclus, de bouwer van de abdij, zelf) te horen dat Stavelot nog heel erg ver was. Van woede smeet de duivel de steen hard tegen de grond, maar gelukkig voor ons steekt nog 25 m boven de grond uit en dat al 370 miljoen jaar lang. Elders vond ik een verklaring voor biquer: het zou verwijzen naar een dobbelsteen die op zijn punt blijft staan, bijvoorbeeld tegen de rand van de pitjesbak. Dat kun je er inderdaad wel in zien. Ik vermoed dat de worp in beide verklaringen ongeldig is.
De wandeling zelf is kort maar ongelooflijk mooi. Dat de TWQ 73% bedraagt zegt al veel, maar de delen langs de Grande Honnelle en door het Bois d'Angre zijn topklasse en op het moment dat je het bos verlaat, word je getrakteerd op een denderend vergezicht over Les Hauts Pays. Tussendoor passeer je ook langs het Musée Verhaeren, Vlaams dichter die niet te beroerd was om in het Frans te schrijven. In Sint-Amands (aan de Schelde) vind je ook een monument, want daar is hij geboren. Het kaartje.


De Grande Honnelle


Le Caillou-qui-Bique

Alle foto's.

Het weer.
Zo goed als helder, rustig weer bij 10°: zo een dag is 50 hete zomerdagen waard…

De stafkaarten.
51/1N Roisin (uit 2000, maar nog perfect bruikbaar) of 51/1-2 Honnelles uit 2018.

Hoe we er geraakten.
Angreau wordt bediend door buslijn 29' (Quiévrain - Roisin) en vermits we uit Halle over een overstapvrije verbinding met Quiévrain beschikken, was de keuze snel gemaakt. Er waren trouwens geen alternatieven. Toch was het niet zo eenvoudig: de TEC vertikt het om hier aansluitingen tussen de IC en hun eigen buslijn te voorzien, met meestal onmogelijke aansluitingstijden tot gevolg. Uiteindelijk vonden we een doenbare oplossing tegen het eind van de namiddag aan, wat in deze donkere dagen nog net kon.

Een beetje geschiedenis.
Angreau - en meteen ook le Caillou-qui-Bique - heeft een op het eerste gezicht riante OV-geschiedenis, maar ik vrees dat de schijn bedriegt. Caillou-qui-Bique is - getuige de vele prentkaarten op Delcampe - een toeristische trekpleister van tweede categorie, maar blijkbaar was die op een bepaald moment toch belangrijk genoeg voor een treinhalte op lijn 90A, tussen Angre en Roisin-Autreppe en voor een tramhalte op de lijn Quiévrain - Roisin.

Die treinhalte vinden we voor het eerst terug in het spoorboekje van 15.05.1933. Het toeristische karakter van de halte wordt geaccentueerd door de dienstregeling: alleen op zondag waren er 2 heenritten (rond de middag) en 2 terugritten (in de avond). De halte moet dan ook echt in het bos gelegen hebben, dicht bij het restaurant dat de wandelaars kon spijzigen na een fikse tocht door het bos, langs de rotsmassa die le Caillou-qui-Bique is. Le Chalet du Garde bestaat nog altijd, trouwens. Het leek wat op een valse start, maar in het spoorboekje van 15.05.1936 vinden we de halte terug en deze keer op alle dagen van de week, met meteen 6 stops. Bij het begin van WO II is er weinig gewijzigd, maar na het uitbreken van de oorlog verdwijnt de halte en later zelfs de hele lijn 90A. In het spoorboekje van 15.05.1949 keert de halte terug, opnieuw met 2 ritten, alleen op zondag. Eerder was een nog beperktere dienst ingevoerd met 1 rit richting Roisin (boekjes van 08.10.1945 en 07.10.1946). Op 22.05.1954 viel het doek over lijn 90A en meteen dus ook over de halte Audregnies. Welgeteld één foto van de halte lijkt nog te zijn overgebleven: http://www.garesbelges.be/angreau.htm. Het spoorboekje van 04.10.1959 is het laatste waarin de halte Audregnies nog voorkomt. Als dit geen vergissing is (toen al?) dan was er geen trein meer richting Roisin-Autreppe en nog welgeteld 1 richting Saint-Ghislain.
De zieltogende treinhalte overleefde zelfs de tramhalte: de tramlijn werd bediend van 10.11.1890 tot 22.05.1954.Lange tijd kon men niet klagen over de dienstregeling: in het spoorboekje van 01.07.1913 vinden we 7 ritten terug en in de loop van de jaren zou dat aantal eerder stijgen dan dalen: zo reden er op 07.02.1994 niet minder dan 12 ritten, op woensdag schooldag zelfs nog één meer. Eerst bevatte de tabel (412) ritten tussen Quiévrain en Roisin, maar geleidelijk werd de lijn uitgebreid tot Pommerœul, in de jaren 1980 zelfs tot Bernissart (lang niet alle ritten!). In 30.09.1962 vinden we de lijn nog terug met film 59, vanaf 23.05.1971 wordt dat 29. De weekdienst houdt behoorlijk stand, maar de weekenddienst wordt in enkele jaren tijd afgebouwd: vanaf 28.05.1989 moeten we het stellen met 4 ritten op zaterdag en zondag, in 1994 is hun aantal al gereduceerd tot 2 en enkele jaren later wordt de weekenddienst helemaal afgeschaft.
Op 10.06.2001 vinden we voor het eerst de eigenaardige lijn 29' terug: de oorspronkelijke lijn 29 was ondertussen beperkt tussen Hensies en Roisin en beide lijnstukken waren nauwelijks op elkaar afgestemd. Het deel Quiévrain - Roisin kreeg de aanduiding 29', bij mijn weten de enige Belgische lijn met een accent in het lijnnummer. Overigens vind je dat accent niet terug op de lijnfilm van de bus en ook niet op de halteborden…
Heden ten dage houdt de weekdienst vrij goed stand, met een 12-tal ritten. In Roisin had je vroeger aansluitingsmogelijkheden met lijn 28 naar Dour en Saint-Ghislain, maar de dienstregeling van die lijn is nu zo uitgedund dat de kans op een goede aansluiting verwaarloosbaar klein is geworden.

De verbinding.

Halle - Quiévrain 1733 12:34 13:49 stipt 363 mr80 Break controle: N
Quiévrain - Angreau [29'] 14:32 14:46 stipt ab3888 VDL Bus&Coach Citea CLF120 Roisin?
-
Angreau - Quiévrain [29'] 16:49 17:03 -1 ab3888 VDL Bus&Coach Citea CLF120 Roisin?
Quiévrain - Halle 1717 17:13 18:26 stipt 327 mr80 Break controle: J

 

En wat we beleefden.
Het is even schrikken , nu ja: met drie kwartier aansluitingstijd - als we merken dat IC 1733 tussen Ans en Waremme plots 8 minuten vertraging oploopt, maar die vertraging zal snel slinken. We vertrekken stipt in Halle. In Braine-le-Comte, Soignies en Jurbise komen we telkens 2 minuten te vroeg aan, in Mons zelfs 3! Waarom we dan toch met een minuut vertraging vertrekken in Mons is me onbekend, al wordt de capaciteit van dit station al jaren beperkt door de bouw van het nieuwe station, waar maar geen eind aan komt. Het is wat kort door de bocht als je zou stellen dat de rit gerust 9 minuten sneller kan, maar de reserve is toch wel ruim. Twee rijtuigen van stel 363 lijken niet beschadigd, maar op het derde rijtuig (en op het volgende stel) hebben de vandalen in Kinkempois hun duistere lusten botgevierd.

Als we in Quiévrain aankomen, zien we dat de bus van lijn 29 naar Hensies met 7 minuten vertraging vertrekt. Zou de chauffeur op eigen initiatief de aansluiting met de IC hebben geregeld? Het is toch wel spijtig dat de TEC blijkbaar niet de moeite neemt om dit te institutionaliseren.
Het is trouwens die bus die onze bus zal worden op lijn 29'. Meer dan een dame die enkele halten meerijdt en wijzelf zal de bus niet vervoeren.


Deze bus zal ons na de pauze naar Angreau brengen. Hij is net teruggekeerd uit Hensies. Bemerk de nieuwe kleur(en?) van de TEC.

Voor de terugrit zal dezelfde bus opduiken. Ab 3888 behoort volgens het tijdschrift Tram2000 tot Eugies of Roisin, ik ga er maar van uit dat het een bus van Roisin is, een stelplaats die een fossiel is uit de tijd toen hier nog trams reden, met een beperkt aantal bussen. Haltelink brengt ons even in de war: de bus zou met 7 minuten vertraging rijden, even later zelfs met 32, maar de bus richting Roisin komt stipt op tijd. De keertijd in Roisin bedraagt welgeteld 1 minuut en dus is het maar best dat de bus geen vertraging heeft. We zijn de enige reizigers naar Quiévrain, al hebben we deze keer wel een goede aansluiting.

De IC heeft in Quiévrain een keertijd van om en bij het half uur en dus staat de trein klaar als we aankomen. We lopen het laatste stel voorbij omdat eerste klas ontsierd is door graffiti tot halfweg de ramen. Het eerste stel ziet er beter uit, maar daar staan de graffiti aan de andere kant van het stel. In Jemappes stapt een reiziger in met rugzak, die eerst wat heen en weer loopt, deuren opent en sluit en zich uiteindelijk afkapt in eerste. Fantasie heeft hij wel, want in Jurbise vraagt hij of we in Louvain zijn? Hij zal uiteindelijk in Soignies uitstappen; zijn mondmasker zal dan al een tijdje verdwenen zijn. Er moeten er van alle soorten zijn. Overigens zijn er vanaf Mons staande reizigers, al veronderstel ik dat er verderop in de trein meer dan voldoende zitplaatsen zijn. De tbg is al gepasseerd na Saint-Ghislain en daar kunnen enkele reizigers van profiteren. Bij betrapping zouden ze trouwens toch maar gewoon in tweede moeten gaan zitten.

De maan, in haar eerste kwartier, volgt ons van Quiévrain tot Halle. Ze gluurt onbeschroomd binnen in deze trein met vreemde tekeningen. Ze? Is ze wel vrouwelijk? Het is toch Janneke Maan? Al is Janneke in Nederland ook een meisjesnaam. Al die geslachtelijke aanslagen op de taal komen me stilaan de strot uit. En ik struikel dan ook steevast over Nederlandse auteurs die de maan mannelijk maken…

De treinlectuur.
William Makepeace THACKERAY, Vanity Fair. Ik kocht deze pocket in 1972 en heb de volumineuze roman dus zo een halve eeuw geleden voor het eerst gelezen. Het is een verhaal zonder held volgens de auteur, maar Becky Sharp, een wat achteruitgestelde wees, die zich listig weet op te werken in de Engelse maatschappij van net voor 1815, speelt toch een duidelijke hoofdrol. Satire, zoals ze nu door allerlei tendensen zo goed als onmogelijk is geworden. Maar wat een genot!

Carmen KORN, De tijden veranderen.


Eind boskap: 2030 ???. Eind mondkap: ???

Fantastisch toch? Lydia Peeters op 1 dag aangepakt over haar beleid bij De Lijn: door Schoubs en Descheemaeker in De Morgen, door Marc Reynebeau in De Standaard. En dat op een dag dat hier alweer 2 bussen na elkaar werden afgeschaft…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

09-11-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
28-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 oktober 2021 - Thorembais-les-Béguines

De wandeling.
We laten altijd het toeval beslissen waar we stappen. Maar als dat toeval dan wil dat we in Thorembais-les-Béguines de Promenade des fermes (rode rechthoek) volgen, dan zitten we met een (klein) probleem, dat wel gemakkelijk te omzeilen is. Met vier kilometer is dit nu niet bepaald de afstand waar we van dromen en dus zochten we combinatiemogelijkheden; die vonden we met de Promenade des trois clochers (groene cirkel), zodat we uiteindelijk een parcours konden uittekenen dat tegen de 15 kilometer lag. Spijtig genoeg is de weg die we gebruiken om beide wandelingen met elkaar te verbinden niet echt aangenaam - we moeten de kleine kilometer die beide van elkaar scheidt bovendien 2 keer volgen. Op het kaartje wordt het meteen duidelijk dat we een verre van gewone lus hebben gestapt.

De eerste wandeling (les fermes) is dus kort, maar spijtig genoeg ook niet echt interessant. Toegegeven, je stapt langs enkele mooie hoeven en de gevolgde wegen zijn rustig. Al hebben we ons de vraag gesteld hoeveel van die hoeven nog echt door boerenhanden gaan: als je 9 brievenbussen ziet hangen, weet je wel dat de boerderij al lang niet meer voor landbouw en veeteelt instaat. De tweede wandeling begint op het gemeenteplein van Malèves, maar wij sluiten onderweg aan. Waar de eerste wandeling wat steriel was, loopt deze wel over interessante stukjes: men heeft duidelijk geprobeerd om wat onverharde wegen in het parcours op te nemen, ook al leidt dat tot een TWQ dat niet hoger komt dan 18%. (Zelfs als je de verbinding tussen beide niet meerekent, komen we nog niet hoger dan 20%.) En voor de rest is het dus genieten van deze tocht, langs velden en weiden, waarin de koeien nog een laatste stukje verdraaglijke herfst meepikken.
Nog even dit: Malèves is een dorp in Malèves-Sainte-Marie-Wastines. Tjonge, als je dit moet leren schrijven in de lagere school loop je waarschijnlijk een trauma op; dat kan zelfs al door het dragen van mondmaskers, getuige de commotie van de voorbije dagen daarover.
Volgens het destijds nog door Dexia gesponsord boek over de Belgische gemeenten zou de naam Wastines van Germaanse oorsprong zijn en verwijzen naar woeste grond. In mijn geboortedorp Gooik is de Woestijn een bekende plek en laat men die in het plaatselijke dialect nu ook Vastijn noemen. Groot is de stap naar Wastines niet meer.

Aan mooie, grote boerderijen geen tekort. Of er ook nog in al die indrukwekkende gebouwen geboerd wordt, is een andere vraag.


De wandeling leed misschien wel wat aan een tekort van mooie, onverharde veldwegen als deze.

Meer foto's op deze plaats.

Het weer.
Helder, winderig, aangenaam fris.

De stafkaarten.
40/3 S Opprebais (1:10.000 uit 2001 - die op 1:10.000 zijn nog altijd mijn favorieten) of 40/3-4 Jodoigne (op 1:25.000 uit 2019).

Hoe we er geraakten.
Er lagen nogal wat mogelijkheden open: via Tienen en Jodoigne, via Gembloux of Namur, al dan niet met overstap in Perwez of zelfs Glimes, de planners konden weer hun hartje ophalen aan de meest onwaarschijnlijke verbindingen, soms om enkele minuutjes tijd te winnen, maar altijd zonder er rekening mee te houden dat je tegenwoordig geen biljetten en terug van meer kunt kopen. En dus schakelden we ons eigen gezond verstand in en dan bleek nogal snel dat we het best konden reizen met een combinatie van 2 expresslijnen van de TEC en het treintje van lijn 26 tot Etterbeek.

Een beetje geschiedenis.
Het gebeurt niet zo vaak dat we niet eens zo heel ver in de tijd terug moeten gaan om het verhaal van een buslijn op te snorren. Dat is vandaag wel het geval met de korte geschiedenis van E1, de expressbus tussen Louvain-la-Neuve en Jodoigne. Het begint pas in 1997, met de creatie van de Rapidobus 1. Die krijgt zelfs een uurdienst vanaf 2007. Vanaf 01.10.2020 wordt de lijn omgedoopt tot E1, in het kader van de uitbouw van een net van expressbussen (vandaar de E). Ondertussen is daar ook nog de E82 (Namur - Jodoigne) bijgekomen: deze bus heeft een deels gemeenschappelijk parcours, wat de bediening tussen Perwez en Jodoigne wel bijzonder fleurig maakt.

De verbinding.

Halle - Etterbeek 3358 08:45 09:07 +3 908 mr86 Sprinter controle: N
Elsene - Louvain-la-Neuve [E11] 09:22 09:56 stipt ab6101-13 Irisbus Arway 15 F. Cardona & Deltenre
Louvain-la-Neuve - Thorembais-les-Béguines [E1] 10:03 10:27 -3 ab6322 Irizar i4 L Jodoigne (?)
-
Thorembais-les-Béguines - Louvain-la-Neuve [E1] 14:33 14:57 +3 ab6323 Irizar i4 L Jodoigne (?)
Louvain-la-Neuve - Etterbeek [E11] 15:06 15:42 -2 ab6101-37 Setra S 419 UL F. Cardona & Deltenre
Etterbeek - Halle 3386 15:52 16:14 +1 943 mr86 Sprinter controle: J

 

En wat we beleefden.
Ik meen op te merken dat de treinbestuurder wel bijzonder zuinig is met zijn tractie tussen Huizingen en Moensberg. De slechte reputatie van lijn 26 in de herfst en ook van de duikbrillen zal daar wel niet vreemd aan zijn. Wijs man! In Diesdelle stappen twee Slavische vrouwen in; als je het niet beter zou weten, zou je denken dat een ervan een opgenomen monoloog afratelt, zonder dat de andere de kans krijgt om op de pauzeknop te drukken.

In Etterbeek vertrekt de bus van lijn E11 aan de halte Elsene (Plein) - daar moet je gewoon het hoekje voor om, letterlijk dan. Er staan twee bussen klaar: hier wordt op dit moment van de dag nog een kwartierdienst gereden. Anders dan enige andere reizigsters wachten we tot de film de correcte bestemming toont. Aan de deur prijkt een knop; als we die indrukken, horen we een bel en de deur gaat open. We zullen vandaag vier bussen hebben die qua inrichting weinig van doen hebben met de gewone lijnbus. Hoogst vervelend is dat we vooraan moeten ontwaarden: de gang tussen de zetels is daar duidelijk niet op berekend, maar de reizigers tekenen zelf voor een soort beurtelings verkeer.
Op het busstation van Louvain-la-Neuve is het even wachten op de E1 die al van Ottignies komt. Ook dit is een bus van een aparte klasse in vergelijking met de E82 Namur - Jodoigne, die met oudere brol gereden wordt. Maar die wordt door de TEC-Namur geëxploiteerd. De halte Thorembais-les-Béguines (Rte de T-L-Bég.) is een van die landelijke halten waarvan je niet verwacht dat hier klanten in- of uitstappen. Nochtans zal zo goed als elke bus die we hier vandaag zien passeren, reizigers oppikken of afleveren. De TEC maakt het zijn reizigers nochtans niet simpel: er bestaat ook een halte Thorembais-les-Béguines (Rte de Thor.-les-Béguines). Aan de reiziger om juist te gokken, want het is belangrijk dat je de juiste benaming kiest, anders krijg je maar een beperkte set mogelijkheden.

De terugrit gebeurt met een even comfortabele bus van dezelfde reeks; ook nu hebben we een medereiziger aan onze halte. Ter hoogte van de halte Bonne Espérance stappen drie controleurs in. Een reiziger heeft niet het tarief voor de expresslijnen betaald; hij krijgt de raad om zijn abonnement zo snel mogelijk aan te passen. We verliezen 3 minuten door de controle: vroeger reden controleurs nog een eindje mee, tegenwoordig is het wachten tot ze opnieuw uitgestapt zijn. Maar 9 minuten overstap volstaan wel. Even later zitten we in de bus naar Elsene. In deze richting bedient die wel een halte Etterbeek Station, om het andere hoekje, maar nog wat dichter bij het NMBS-station.

Van de rit in de S naar Geraardsbergen valt weinig te vertellen. Tussen Huizingen en Halle zijn er 3 minuten voorzien, maar dat lijkt me vaak net een minuutje te weinig. Al is dat niet de reden dat we niet meteen een bus van De Lijn ter beschikking hebben. En dus nemen we de 114 van de TEC: een halfuurtje stappen kan er nog wel bij. Achteraf bekeken valt het trouwens nog erg mee: de 155 die we anders hadden genomen heeft 20 minuten vertraging, mogelijk als gevolg van het tragische dodelijke ongeval waarbij een 44-jarige om het leven kwam in een poging om 2 jongens uit een vijver te redden.

De treinlectuur.
Terry Hayes, Ik ben pelgrim. De auteur van hét standaardwerk over internationale criminaliteit stelt vast dat zijn boek als een soort handleiding gebruikt wordt voor de perfecte misdaad. Tegelijkertijd moet hij op zoek naar een terrorist die een gemodificeerd pokkenvirus, dat daardoor vaccinbestendig is, op de USA wil loslaten. En nee, de roman is niet verschenen na het losbarsten van de coronacrisis.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


Een vrouwelijke beer is een berin, een vrouwelijke ezel een ezelin, een vrouwelijke aap een apin… een vrouwelijke leraar een lerares, een vrouwelijke directeur een directrice, een vrouwelijke socioloog een sociologe… oei, die laatste drie kunnen niet meer door de beugel. (En wat doe je met mannetjesputter en vrouwtjesputter?)

Gehoord op de verkeersapp van radio 1 die nu ook fietsnieuws geeft: fietsers zonder verlichting, bel, helm of fluovest gesignaleerd in de ruime omgeving van Halle. Automobilisten wordt aangeraden om niet uiterst rechts te houden…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.


28-10-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
18-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 oktober 2021 Stalhille

De wandeling.
Het Nieuw groot wandelboek Vlaanderen is ondertussen oud (uit 2001) en 20 jaar is echt oud als het over boeken gaat, je moet maar eens proberen om nog een roman van een jaar of 5 geleden op de kop te tikken. Maar dat betekent daarom nog niet dat het boekwerkje ook verouderd is. Honderd lusvormige tochten stonden erin: auteurs waren Vakantiegenoegens en ene Margit Sarbogardi. Bijna helemaal achteraan (nummer 97) vonden we een wandeling in Stalhille met als titel Wandelen op de Polderkreken. En wij die dachten dat kreken vol water stonden. Laat het er ons dus maar op houden dat we langs deze kreken stapten, die een essentiële rol speelden in de drooglegging van dit thans veie poldergebied. De tocht is iets meer dan 7 kilometer lang en een TWQ-score van 12% voorspelt niet veel goeds, maar wie niks heeft tegen wandelen over verharde wegen kan hier misschien toch zijn hartje ophalen in dit vlakke en schaars bevolkte plat pays. Die TWQ zou zelfs gewoon 0 geweest zijn, ware het niet dat we een kleine verbetering hebben aangebracht aan het oorspronkelijk gepubliceerde traject. Niet dat we daar zelf zoveel verdienste aan hebben, maar blijkbaar kon men op bescheiden manier een oude wandelweg herstellen, ter hoogte van wat de recente stafkaart Schobbejak noemt; die enkele honderden meters onverhard slagen er natuurlijk niet in om de TWQ op te trekken, maar het is alvast dat. Overigens loopt de wandeling ook gedurende meer dan 2 kilometer over het jaagpad van het kanaal Gent - Oostende, maar die ziet er te sterk uit als een gewone betonweg om hem "traag" te noemen. Het kanaal zelf is gelukkig wel het bekijken waard, met bomen aan beide zijden.


Rustig grazende koeien, de bomen flankeren het kanaal Gent - Oostende - veel meer echt groen vind je niet onderweg.


Het kanaal Gent - Oostende is hier ongetwijfeld op zijn mooist.


Dit brugje heeft in de voorbije jaren de wandelmogelijkheden stevig opgevijzeld. Meer moet dat niet zijn.

Meer foto's.

Het weer.
Eerst zwaar bewolkt, later half bewolkt met mooie wolken op hoog en middelhoog niveau. Fris en gezien de nabijheid van de zee winderig.

De stafkaarten.
12/3-4 Oudenburg (2018)

Hoe we er geraakten.
Stalhille ligt dan wel tussen Oostende en Brugge maar van de basismobiliteit is hier niet veel te merken. De belbus gebruiken zou redelijk complex zijn en dus gingen we op zoek naar een mogelijkheid om met lijn 35 ter plekke te geraken. Veel mogelijkheden waren er niet: uiteindelijk waren we zo goed als verplicht om halfweg de namiddag te starten, maar door de beperkte lengte van de wandeling was dat doenbaar. Voor de heenreis moesten we naar Oostende reizen, want uit Brugge was er helemaal geen bus, tenzij op woensdagmiddag…

Een beetje geschiedenis.
Stalhille is nog nooit verwend geweest op het vlak van openbaar vervoer. De ligging van het dorp zal daar ongetwijfeld niet vreemd aan zijn: een gewone doorgaande bediening is immers moeilijk. Het duurt dan ook lang voor we Stalhille zien opduiken in de lijst van de bediende gemeenten die je vroeger in de spoorboekjes kon aantreffen.

Uiteindelijk komt er in 1984 een uitbreiding van tabel 770 Brugge - Houtave - Oostende. Van maandag tot zaterdag wordt het dorp dan bediend door 5 busritten in elke richting die even lusvormig van hun rechtstreekse parcours afwijken.
Voor het zover is wordt er vrij vaak gewisseld van lijnnummer: eerst is er tabel 790 met de buslijn Wenduine - Brugge - een vakantiedienst -, later tabel 770 Brugge - Houtave - Oostende. In het spoorboekje van 31.05.1964 vinden we lijn 16 terug, enkele jaren later wordt dat lijn 33 (1969?). Dat busnummer verdwijnt op het moment dat West-Vlaanderen beslist om de lijnnummers niet meer te gebruiken en te vervangen door tabelnummers, in dit geval 770.
Denderend kun je de dienstregeling niet noemen en op een bepaald moment verdwijnt ook de zondagdienst (met 3 ritten), vermoedelijk op het moment dat Stalhille voor het eerst bediend wordt. (Stalhille heeft dus nooit een zondagsdienst gehad, tenzij met de belbus: zie verder.) Vanaf 05.01.2004 duiken er opnieuw echte lijnnummers op: tabel 770 krijgt lijnnummer 35 en dat nummer heeft het tot vandaag overleefd.
In 2008 komt er een belbus bij: in wezen staat die in voor de verbinding van Stalhille (het uiterste punt) en Jabbeke met het AZ Sint-Jan. Door een verregaande reorganisatie (samensmelting en inkrimping) is het inderdaad kleine belbusgebied van weleer nu uitgebreid tot Middelkerke. Het is een van de weinige belbusgebieden die geen NMBS-station bedienen. Om vandaag naar Stalhille te reizen, heb je minstens 1 bijkomende bus nodig - of tram als je eerst naar Middelkerke wil rijden. Onnodig te zeggen dat zo een belbus alleen van locaal belang kan zijn en dus niet bruikbaar is voor ons, wandeltoeristen. Een bijkomende belemmering is dat je als reiziger nu ook de speelbal bent van de belbuscentrale: vroeger beschikte je over voldoende gegevens om zelf het grootste deel van je verplaatsing te plannen, tegenwoordig hang je gewoon af van de goede wil van de belbuscentrale. Stilaan komen we aan het eindpunt van de belbus, die na de invoering in enkele jaren tijd erg populair was geworden, met een trouw publiek, maar die nu zonder veel scrupules naar de uitgang wordt geleid.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3411 12:20 12:30 stipt 2708 -  51021 M4 controle: N
Brussel-Zuid - Oostende 0534 13:04 14:17 +3 1847 -  73025 M7 controle: ja
Oostende - Stalhille [35] 14:35 15:00 -3 ab5472 Van Hool New A360 Oostende
-
Stalhille - Brugge [35] 17:40 18:12 stipt ab5987 VDL Bus&Coach Citea SLF Hybrid Oostende
Brugge - Brussel-Zuid 2818 18:31 19:29 stipt 1870 -  61041 M6 controle: ja
Brussel-Zuid - Halle 3690 19:34 19:51 stipt 08192 mr08 Desiro controle: N

 

 

En wat we beleefden.
We zouden in theorie meekunnen met IC 1911 van 12:37, maar komen voor IC 1711 van 12:27 en nemen uiteindelijk IC 3411 van 12:20. Het lijkt wel alsof we een revival van treinen met M4-rijtuigen beleven dit jaar, maar dat is dus een gelukkig toeval. Dat leidt wel tot een half uur tijd in Brussel-Zuid. Op het perron kun je altijd wel wat beleven, toch als treinliefhebber. IC 534 rijdt stipt. In de M7 valt het op dat de mededelingen nauwelijks hoorbaar laat staan verstaanbaar zijn. De hele rit verloopt stipt, of toch bijna: in Gent en Brugge staan we in totaal 14 minuten stil, maar het binnenrijden van Oostende lukt niet zonder hapering: ik vermoed dat het IC 1814 naar Antwerpen-Centraal is die we moeten kruisen en die ons 3 minuten vertraging kost.

We zijn al een hele tijd niet meer in Oostende geweest en het nieuwe busstation is een verrassing. Een rastaman stapt in, probeert 2 kaarten, allebei zonder resultaat, en reist zonder masker. Dat zet een mechanisme in werking dat ik al langer bij mezelf waarneem. Dergelijke ervaring voegt een druppeltje gif toe aan het emmertje dat telkens weer wat voller wordt, tot weerzin en ongenoegen van mezelf, want ik wil iedereen een eerlijke kans gunnen. Maar ja… De zitjes van de bus zijn overtrokken met een stofje waarvan ik vermoed dat het nooit tot het centrum van het land is geraakt; ik herinner het me wel van op de kusttram. De bus heeft 3 deuren en ook al door de coronamaatregelen heeft de bus amper 5 zitjes tussen voor- en middendeur. Wel is er een soort danszaal voorzien in dat deel van de bus. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor dit onding: De Lijn als opdrachtgever of Van Hool als fabrikant. Het argument zal wel zijn dat dit in wezen een stadsbus is, alsof reizigers ook daar niet liever zitten dan staan.

De terugrit loopt wel over Brugge. We zitten een tijdlang achter een tractor; de drie minuten vertraging worden toch nog uitgewist.

We zouden nu terug kunnen keren met een overstap in Gent-Sint-Pieters en zo enkele minuten tijd winnen, maar we besluiten wijselijk om toch maar voor de directe trein naar Brussel te kiezen. Overigens zien we IC 1818 binnenrijden: het eersteklasrijtuig zou in vierde positie hangen, maar als je beter kijkt, merk je dat deze trein helemaal geen eersteklasrijtuig meeheeft. Als je haltelink raadpleegt, blijkt dat euvel al van vorige week te stammen. Blijkbaar is het eenvoudiger om de gedupeerde reiziger een habbekrats terug te betalen dan de misser zo snel mogelijk te herstellen. Verder valt er over de terugreis niet veel te vertellen. De omineus korte overstap in Brussel-Zuid verloopt zonder problemen en komen stipt in Halle aan.

De treinlectuur.
Henri TROYAT, Amélie. Zoals verwacht raakt Pierre zwaar gewond in de slag bij Verdun en hij herstelt langzaam van de ernstige kwetsuur aan het hoofd.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


Men wil binnenkort politieagenten filmen of fotograferen tijdens hun tussenkomsten. Moet kunnen, als je het maar niet aandurft om een bus te fotograferen, want stel dat de kop van de chauffeur op het internet belandt! Wat een ongelooflijke schending van zijn privacy zou dat zijn!

Reclame voor digitalisering: monniken kopieerden maanden lang aan een boek, tenzij die ene die met een simpele druk op de digitale knop de klus in een mum van tijd kon klaren. Maar wie zou er nu eigenlijk de meeste voldoening halen uit zijn werk?

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

18-10-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
14-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14 oktober 2021 - GR Mol-Om: Dessel - Ezaart

De wandeling.
Vandaag stappen we een 13-tal km van de GR Mol-Om, tussen Dessel en Ezaart. Als je echt alles te weten wil komen over deze GR moet je hier eens een kijkje nemen. Dan leer je meteen dat ze altijd al een buitenbeentje is geweest in de GR-catalogus. Nu ja - catalogus, mijn topogids dateert al van mei 1990 en het ziet er niet naar uit dat er op korte termijn een nieuwe versie komt, al is de oude lang uitverkocht. Misschien verdwijnt deze GR dus ooit wel helemaal uit de catalogus. Nochtans is deze GR niet zwakker of sterker dan veel andere Vlaamse GR's. Met de sterktes en de zwaktes van deze GR zijn we vandaag al te duidelijk geconfronteerd. Een kleine 2 km meteen bij het begin zijn waardeloos: ze voeren je door Donk langs een dubbele macadamweg. Maar dan openbaart zich plots de pracht van de Molse bossen, die we over aangename wegen doorkruisen; uiteindelijk leidt dat tot een TWQ van 58%! Tegen het einde aan verzwakt het gevolgde traject dan weer, omdat we hier vaker dan ons lief is over asfalt en beton moeten stappen. Zoek geen interessante eigenaardigheden of belangwekkende punten onderweg, die zijn er gewoon niet. De bewegwijzering is slordig en eigenzinnig, maar wel perfect te volgen. We dachten dat dit deel van deze GR 14/20 waard was. Het kaartje.


Een lang traject door de bossen redde uiteindelijk deze GR, die erg slapjes begonnen was.


Bijna altijd vind je in de Kempen wel een mooi versierd kapelletje.

Alle foto's vind je hier.

Het weer.
Zwaar bewolkt tot betrokken, fris, maar wel rustig.

De stafkaarten.
17/2Z Mol - 17/1Z Millegem - 17/5N Sint-Dimpna. Recenter op 1:25.000 geeft dat 17/1-2 Mol en 17/5-6 Balen.

Hoe we er geraakten.
Over de heenreis moesten we niet te lang nadenken: de halte Mol Langendijk is te bereiken met lijn 470 Mol - Turnhout. Deze lijn rijdt op weekdagen om het half uur en het gaat sneller via Mol dan via Turnhout.

De apps suggereren nogal dwaze terugreizen, met overstappen in Aarschot of Leuven en dus lange stukken bus. Wij houden het liever eenvoudig, via Geel met lijn 84 uit Mol Gerststraat. Het tijdverlies is op deze manier te verwaarlozen en vooral: overstappen van bus naar bus zijn over het algemeen niet zo betrouwbaar.

Een beetje geschiedenis.
Laat ons even stilstaan bij het deel Herentals - Mol. Voor de rest verwijs ik graag naar de site van Paul Kevers: zie link onderaan. Oorspronkelijk lagen er tussen Herentals en Mol halten of stations in Olen, Larum, Geel en Millegem. Olen, Larum en Millegem zijn verdwenen in het spoorboekje van 29.09.1957. De bestaande vervangingslijn 15a Mol - Neerpelt - Hamont (dat deel van de spoorlijn was al eerder zonder reizigersverkeer gevallen) wordt op dat ogenblik 15b en wordt verlengd tot Herentals. (Lijn 15a wordt nu toegewezen aan de bus Lier - Herentals/Bevel, die de treindienst moet vervangen: ook daar sneuvelt immers een tussenliggende halte: Kessel.)

Op 27.05.1979 vinden we lijn 15b opgesplitst terug in het busboekje: 15b/1 staat voortaan voor Hamont - Mol, 15b/2 voor Mol - Herentals. Handige lijnaanduidingen zijn dit allerminst; vanaf 01.07.1989 (of vroeger?) worden beide tabellen weer samengevoegd onder de noemer 15b Hamont - Mol - Herentals.
Vanaf 28.05.1995 wordt lijn 15b vrij grondig aangepast: buslijn 15b verliest het deel Hamont - Geel. Reizigers moeten voor die verbinding voortaan gebruik maken van de vroegere snelle lijn 307 Hamont - Neerpelt - Mol - Leuven. Helemaal onlogisch is dit niet: Geel wordt immers een belangrijk knooppunt trein/bus, met veel buslijnen die in aansluiting met de IR Antwerpen-Centraal - Neerpelt rijden. Vandaag rijdt lijn 15b nog tussen Geel en Herentals. De 307 is verschrompeld tot een zogenaamd functionele lijn, waarvan het voornaamste kenmerk is dat ze niet functioneel is voor het grootste deel van de bevolking. Het gedeelte Hamont - Geel rijdt nu onder het lijnnummer 84, het lijngedeelte tussen Geel en Leuven heet voortaan 306.

De verbinding.

Halle - Herentals 3409 10:20 11:38 +6 2713 -  58041 M4 controle: J
Herentals - Mol 4311 11:43 12:02 +4 4184 mw 41 controle: N
Mol - Mol [470] 12:15 12:23 +1 ab2015 VDL Bus&Coach SLE Turnhout
-
Mol - Geel [84] 16:46 17:04 +5 ab615-044 MAN's Lion City R. Melotte & Co
Geel - Herentals 2988 17:43 17:53 +1 08558 mr08 Desiro controle: N
Herentals - Halle 3440 18:22 19:40 +1 2739 -  58057 M4 controle: J

 

En wat we beleefden.
Ik las onlangs dat de treinen in september bijna allemaal op tijd rijden. Zelf heb ik het tijdens recente uitstappen toch wel anders ervaren. Niet dat het echt al eens helemaal de spuigaten uitgelopen is, maar er is altijd wel iets dat aangeeft dat het allemaal niet zo vlot loopt. Neem nu IC3409 van vandaag: tot Vilvoorde rijden we zo goed als stipt, maar het binnenrijden van Mechelen kan beter: 4 minuten vertraging. Of slechter: want het ging traag voor Mechelen, maar ook traag erna en dat een eind voorbij Nekkerspoel. Vermoedelijk verlenen we voorrang aan een S1-trein naar Nivelles. In Lier is de vertraging opgelopen tot 9 minuten. Herentals zullen we uiteindelijk bereiken met 6 minuten vertraging en dat zou er dus niet echt goed uitzien, mocht de aansluitende IC 4311 niet zelf met vertraging rijden. Erg veel zorgen maken we ons trouwens niet over de aansluiting: de treinbegeleider heeft ons tijdens de controle op de hoogte gebracht van de overstap in Herentals, op hetzelfde perron. Later weet hij mee te delen dat we vertraging hebben, maar dat hij gevraagd heeft om in Herentals de aansluiting toch te verzekeren, en dat zal ook kunnen. Net voor Herentals komt hij ook nog eens melden dat de aansluitende trein ook vertraging heeft en dat de aansluiting dus geen probleem zal zijn.

Er zit nogal wat reserve in de dienstregeling tussen Lier en Herentals: ondanks een vertragingszone in Nijlen kan zowel IC 3409 als IC 4311 enkele minuten vertraging inlopen. IC 4311 gaat dan nog van 6 in Herentals naar 4 bij aankomst in Mol.

De bus van lijn 470 is stipt. Twee pummeltjes van een jaar of 14 zitten ons met de rug naar de chauffeur aan te gapen. Het is duidelijk waarom: ze verorberen van die enorme broodjes, die misschien wel ontbijt en middageten vervangen, wat dus niet mag in de bus. Uiteraard dragen ze geen mondmasker en na de maaltijd blijven de maskers onder de kin hangen. Je reinste pubergedrag en dus dom en uitdagend.

Ook tijdens de terugrit zitten we trouwens in een bus met 2 ongemaskerde net geen twintigers. De puberteit zou nu achter de rug moeten liggen, maar dat is geen garantie dat de domheid ook verleden tijd is. We hebben de bus langere tijd op haltelink gevolgd en tot Mol loopt alles vlot. In het centrum maakt de bus wel vertraging: het is een ziekte waaraan ook de TEC lijdt: te weinig rittijd voorzien in de veelal drukke stadskernen en te veel buiten de stad. Het scenario zal zich herhalen in Geel. Heimelijk hadden we gehoopt op een overstap van 2 minuten, maar het weinig vlotte verkeer in Geel boort die hoop al vlug de grond in.

Van Geel naar Herentals nemen we dan maar de S 2988, twee desiro's. Dat we de S nemen en niet de IC betekent wel dat we nu een erg ruime overstap hebben in Herentals. Dat IC 3440 ook weer uit M4's bestaat, werkt enigszins troostend. Het stuurstandrijtuig hangt achteraan, we zullen tot Halle de enige reizigers zijn in de staart van de trein. Ook hier loopt het verkeerd: van voor Schaarbeek al gaat het traag, maar dan blijkt ook dat vertragingen even snel kunnen verdwijnen als ze opduiken: Noord +4, Centraal +3, Zuid +1 en Halle stipt!

De treinlectuur.
Henri Troyat, Amélie.
Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.



Er zijn opvallende overeenkomsten tussen Weyts en Decroo senior. Als je een departement de grond in wil boren, moet je het aan deze heerschappen geven: dat geldt voor mobiliteit en onderwijs, in beide gevallen. Ze zijn geen van beiden aangename sprekers en op tijd en stond hangen ze graag de clown uit. En visie is belangrijk: hún visie. Decroo zijn we al kwijt, nu Weyts nog…

Overigens: Eva De Bleeker, staatssecretaris voor begroting, slaagde er vanmorgen in om 2 taalfouten te maken in minder dan 5 minuten: noemen i.p.v. heten en ingeslaan i.p.v. ingeslagen. Zo breng je de politiek dichter bij het volkje… Hopelijk staat haar begroting beter op punt dan haar taaltje, dat uitblinkt door zinnen die halfweg oplossen in …

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.


Een toemaatje voor de liefhebbers: desiro 08573 rijdt als S 2964 van Antwerpen-Centraal naar Mol. Lijn 15, kp 50.4.

14-10-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
08-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 oktober 2021 Héron

De wandeling.

Soms sta ik zelf verbaasd over wat er allemaal in onze immense verzameling wandelfolders terechtgekomen is. Vandaag putten we inspiratie uit een folder uit 2003, toen uitgegeven door Parc naturel des Vallées de la Burdinale et de la Mehaigne, ter gelegenheid van de Waalse patrimoniumdagen. Je vindt er 7 lusvormige wandelingen in en wij kiezen vandaag de wandeling in Héron, de Promenade des Alouettes. Die alouette heet in het Nederlands leeuwerik en geloof het of niet: we hebben er ook echt door de lucht zien wapperen en horen kwelen. Dat hoeft geen verbazing te wekken: een groot deel van de tocht loopt door de uitgestrekte velden; alleen op het einde in de onmiddellijke nabijheid van enkele grote boerderijen vonden we weiden met een bonte variatie aan koeien. Wie houdt van een rustige, landelijke tocht vindt hier zeker zijn meug, maar je moet er wel bijnemen dat de TWQ laag ligt: 23% is echt geen topprestatie. Héron en het erg mooie Lavoir zijn de dorpen waar je langskomt en de Moulin de Ferrières is een bijkomende attractie. De korte excursies naar het erg mooie Sint-Hubertuskerkje - spijtig genoeg gesloten, maar daar zijn we onderhand gewend aan geraakt - en naar de genoemde molen zijn zeker de moeite waard. Je herkent ze meteen op de kaart. In onze ogen scoorde deze wandeling 14/20.


Het dorpje Lavoir is ongetwijfeld een van de mooiste punten op de tocht: het inkaderen waard!


De Ferme de Boin is één van de grote hoeven waar we tegen het einde aan langskwamen.

Al de foto's.

Het weer.
Prachtig nazomerweer: helder en ongeveer 17° warm, rustig.

De stafkaarten.
Je hebt er 4 nodig op 1:10.000 want Héron heeft zich in een hoek van een kaart genesteld: 48/1N Hingeon - 48/2N Couthuin - 41/6N Marneffe - 41/5N Burdinne. Recentere kaarten op 1:25.000 zijn 41/5-6 Braives en 48/1-2 Andenne.

Hoe we er geraakten.
Héron mag dan wel langs de drukke N643 liggen, er met het openbaar vervoer geraken is een ander paar mouwen. Het tramnet was destijds al behoorlijk complex en het huidige busnet is na 70 jaar nog altijd een duidelijk herkenbare kopie van dat net. Eigenlijk vonden we maar één verbinding heen die ons, wandelaars, aantrekkelijk leek en die ons ook uitzicht gaf op een doenbare terugreis. Hoewel Héron net over de provinciegrens Namur/Liège ligt - aan Luikse kant - is een verbinding uit Namur aangewezen. Kort na de middag vertrekken er uit Namur enkele bussen die ons in de richting van Héron brengen: de 816 en de 17, allebei om 12:28, komen in aanmerking om ons een eind op weg te helpen. We kiezen voor de 816 die ons tot Forville Avenue de la Libération brengt, waar we een wel erg ruime overstaptijd van 47 minuten hebben op lijn 18 Forville - Huy. Het is behelpen…

Voor de terugrit kunnen we opnieuw met lijn 18, deze keer tot de halte Bierwart Carrefour, waar we dan na alweer 27 minuten wachten kunnen overstappen op lijn 17 Acosse - Namur, zowat de enige buslijn hier in de streek met een min of meer aanvaardbare dienstregeling. Het is ronduit onbegrijpelijk dat men bij de TEC-Namur nooit een poging heeft ondernomen om hier een duidelijker en beter gestoffeerd busnet uit te bouwen. Hier en daar een busje meer en vooral: een betere aansluitingspolitiek zouden hier het verschil van hemel en aarde kunnen betekenen.
Sommigen vragen zich waarschijnlijk af of we niet makkelijker via Andenne of Huy hadden kunnen reizen, maar wees maar zeker: ik vond geen betere combinatie dan de gebruikte!

Een beetje geschiedenis.
Héron werd tot 30.06.1955 bediend door de tramlijn Burdinne - Bierwart - Statte. We vinden de dienstregeling terug onder tabel 530. Een andere tramlijn (tabel 525) verbond Eghezée via Forville, Bierwart en Petit-Waret met Andenne. Burdinne is het punt waar beide lijnen samenkomen. Je krijgt een idee van het vrij ingewikkelde, tamelijk dichte tramnet op deze plaats.

De dienstregeling van de tramlijn die Héron bediende (oorspronkelijk tabel 530) vinden we later terug onder tabel 631. Als de tramlijn vervangen wordt door een busdienst, wordt dat tabel 945 (en later 940) en daar kunnen we meteen ook het lijnnummer 18 aflezen dat tot vandaag standhoudt. Overigens verandert er in eerste instantie weinig aan de dienstregeling, pas later zou de lijn wat beter gestoffeerd worden. Zoals bij zo veel lijnen verdwijnt later (in 1981, nog voor de door Decroo gedicteerde grote besparingsronde in de weekenddiensten) de zondagdienst. Vandaag blijft op weekdagen een vijftal ritten over, met in de richting Forville een immens gat tussen 09:16 en 17:02; er rijden wel schooldiensten op woensdagmiddag en een rit op de andere dagen om 16:33. Op zaterdag zijn er nog altijd 4 heen-en-terugritten, die een stuk beter gespreid zijn dan die van de weekdagen.
Waar hier nooit echt werk van gemaakt is, zijn bruikbare aansluitingen tussen al de busritten die tussen Namur en Huy het gebied ten noorden van de Maas bedienen. Dat hebben we vandaag aan den lijve ondervonden!

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3208 10:03 10:15 +10 1813 -  61072 M6 controle: J
Brussel-Zuid - Namur 2110 10:33 11:43 +3 1359 -  11831 I11 controle: J
Namur - Forville [816] 12:28 13:01 +2 ab4655 Van Hool New A330 Andenne (Forville?)
Forville - Héron [18] 13:48 13:59 +2 ab4515 Jonckheere Transit 2000 Andenne (Forville?)
-
Héron - Bierwart [18] 17:04 17:11 -7 ab4515 Jonckheere Transit 2000 Andenne (Forville?)
Bierwart - Namur [17] 17:38 18:05 +15 ab4390 Mercedes Citaro G C2 Andenne (Forville?)
Namur - Etterbeek 2539 18:34 19:17 +5 08020 mr08 Desiro controle: J
Etterbeek - Halle 3390 19:52 20:14 +5 907 mr86 - Sprinter controle: J

 

En wat we beleefden.
Met één bruikbare verbinding om in Héron te geraken, kunnen we ons niet te veel frivoliteiten permitteren. Gisteren zijn er problemen geweest met de bovenleiding tussen Edingen en Halle, vanmorgen is hetzelfde baanvak getroffen door een seinstoring en tot overmaat van ramp merk ik wat later - we staan zo goed als vertrekkensklaar - dat er nu ook problemen zijn met de infrastructuur; je kunt alleen maar vermoeden dat al deze storingen met elkaar verband houden. Het is al vrij snel duidelijk dat we onze verbinding via lijn 26 kunnen vergeten en dus wordt het behelpen via Brussel-Zuid, als dat al zal lukken! IC 3208 vertrekt in Halle met 6 minuten vertraging en zal via lijnen 96E, 96 en 96A rijden; vooral het naderen van Brussel-Zuid verloopt stroef genoeg om ons nog met 4 extra minuten vertraging op te zadelen. Maar we houden nog 8 minuten overstap over. Achteraf zal blijken dat de geplande S 3560 met meer dan 20 minuten in Brussel-Luxemburg zal aankomen en dat zou betekend hebben dat we de aansluiting met de 2110 hadden gemist. Het was dus een goede beslissing om via de NZV te reizen.

Door corona en klimatologia is het al heel lang geleden dat we nog eens naar Namur spoorden. De treinen naar Luxemburg rijden al een hele tijd deels in een samenstelling met locs van de reeks 13 en een sleep I11/I10-rijtuigen, maar erg veel hebben we daar dus nog geen gebruik van gemaakt. Toen deze trein nog uit 2 Deense neuzen bestond, bood die plaats aan 334 zittende reizigers in 2de klas en 90 in 1ste. De huidige samenstelling is goed voor 384 zitjes in 2de klas en 60 in eerste. Die winst van 50 zitplaatsen komt al goed van pas vanaf Ottignies. Het jonge studerende volkje is er in het begin van het academiejaar al vroeg bij om terug te keren naar Hotel Mama en eigenlijk kan ik het hen niet kwalijk nemen. Zelf behoor ik tot de tweede lichting van de toenmalige UFSAL en was ik verplicht om mijn licentiejaren in Leuven af te werken. Dat was niet meer of niet minder dan een koude, erg onaangename douche. Omdat een deel van de UFSAL-studenten naar Antwerpen uitweek, hadden we besloten om via een regelmatig te verschijnen boekje met elkaar contact te houden. Van mij stond in het eerste en enige exemplaar vermeld dat ik er een erezaak van maakte om zo weinig mogelijk in Leuven aanwezig te zijn. Ik was nochtans absoluut geen brosser - ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik nooit een les overgeslagen heb - maar als spoorstudent kwam ik inderdaad nooit meer dan 20 minuten voor het begin van de cursus in Leuven aan en voor de terugreis gunde ik mezelf nog minder marge. In Namur kan ik vaststellen dat de drie laatste rijtuigen duidelijk minder bezet zijn.
De rit zelf verloopt niet helemaal zonder hindernissen: er zijn nog vertragingszones voorbij Mont-Saint-Guibert waar indrukwekkende werken aan de hoge spoorwegberm nog niet helemaal achter de rug zijn en in Rhisnes is men blijkbaar ook nog niet helemaal klaar. Ook in Rhisnes zie ik een oud spoorwegwachtershuisje met zonnepanelen: hoe twee tijdperken elkaar de hand reiken. De vertraging blijft beperkt tot 3 minuten.

In Namur is het oude, weinig aantrekkelijke busstation al enkele jaren gesloten, in afwachting van de bouw van een nieuw busstation boven het NMBS-station. Wij moeten op zoek naar de Rue Borgnet. De bushalten liggen nu verspreid in de aanpalende straten. Het is trouwens niet de eerste keer dat we de bus hier nemen. Bus 816 zal ons naar Forville brengen. Onderweg is er een omleiding in Bouge, maar de vertraging blijft beperkt. Forville Avenue de la Libération is dus het eindpunt van deze lijn (en het vertrekpunt van de 815, want de 816 verandert hier van bestemming). De halte is eigenlijk de vroegere halte Dépôt: als we de halte naderen zien we inderdaad het silhouet opduiken van wat onmiskenbaar ooit een NMVB-gebouw geweest moet zijn. In oudere dienstregelingen heet de halte trouwens gewoon Dépôt. Het is een troosteloze halte, waar nochtans enige buslijnen samenkomen. De stelplaats ligt nu in de buurt, maar ik blijf me toch de vraag stellen waarom men hier nog altijd een soort overstappunt voorziet, bijna 70 jaar nadat de laatste trams hier uitreden. We maken van de lange overstaptijd gebruik om een stukje oude trambedding te verkennen.
Het vertrek van lijn 18 is geprogrammeerd voor 13:48, maar er is nog geen bus te zien. Als de vertraging oploopt tot 6 minuten, breekt het moment aan waarop je als reiziger begint te twijfelen; we zijn trouwens de enige klanten. Uiteindelijk vertrekken we met 7 minuten vertraging; na een veel te snelle rit stappen we bij de halte Héron Route de Franc-Warêt uit met 2 minuten vertraging. Dat de chauffeur het ommetje langs Bierwart Carrefour heeft overgeslagen zal wel geholpen hebben. Het moet gezegd dat je vanaf de rotonde wel een duidelijk zicht hebt op de halte in kwestie. Op de bus ligt een blauwe knuffel. Ergens is een peuter nu aan het huilen…

De terugrit gebeurt in hetzelfde voertuig. De knuffel ligt nog altijd op dezelfde plaats. De tranen zullen nu al wel op zijn. Deze chauffeur bedient de halte Bierwart Carrefourwel. Tussendoor zien we een bus van lijn E84 passeren, maar die mag hier niet stoppen. De terugrit lijkt erg vlot te verlopen in een gelede bus, die voor deze terugrit een zee van plaats biedt. Dat we echt niets geleerd hebben van de coronacrisis wordt duidelijk vanaf de eerste halten op grondgebied Namur, dus vanaf de Faubourg Saint-Nicolas. We staan van hier tot het station meer stil dan dat we rijden: een vol kwartier vertraging is het resultaat.

Op die manier missen we de aansluiting met IC 2139 naar Brussel-Zuid, maar dat zou niet eens al te zware gevolgen moeten hebben. IC 2539 volgt immers en dankzij de overstap in Etterbeek zouden we dezelfde trein kunnen halen als met de 2139, op voorwaarde dat de trein uit Dinant nauwelijks vertraging maakt, want nu is de overstap wel beperkt tot 5 minuten. We horen een joviale, grappige treinbegeleider aan het woord in Namur. In Gembloux komen we aan met 2 minuten vertraging - nog altijd geen ramp - maar een tussenkomst van de politie, die een betrapte zwartrijder van onze trein plukt, zorgt voor 6 minuten vertraging. In Ottignies zijn er dat zelfs acht (vertragingszones!) en als we met 5 minuten vertraging in Etterbeek aankomen, rijdt de S naar Halle en Edingen net buiten.

S 3390 rijdt wél met de vertraging die de vorige trein (S3589) had moeten hebben, maar we hebben een dag met een wat vreemde verbinding toch goed ten einde gebracht.

De treinlectuur.
Henri TROYAT, Amélie. Het verhaal van Amélie, die haar opgeroepen echtgenoot Pierre mist. Het is 1915, WO I woedt volop.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


We hebben toch wel enkele politici met eigenaardige namen. De Wever, die liever uit elkaar haalt dan weeft, Jambon die obstinaat weigert te herkennen dat zijn naam Frans is en eigenlijk jean bon betekent, Rousseau en de Verlichting (?), Van Grieken, blijkbaar een immigrant, Lachaert die alleen grijnst… Je mag het lijstje naar hartenlust aanvullen.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

X

08-10-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)


E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 


Zoeken in blog


Laatste commentaren
  • Historie lijn 105/106 (Etienne Tas)
        op 30 april 2025 Ossendrecht - Kapellenbos (Martinusroute)
  • - (KB)
        op 4 april 2025 - Leut
  • Foto's van kastelen, dat zie ik graag. (eddy meuris)
        op 10 maart 2025 - Brasschaat - Deurne (GR12)
  • Inhoud blog
  • 8 augustus 2025 - Bevel
  • klaagmuur van het OV: juli 2025.
  • 24 juli 2025 - Le R½ulx-lez-Braine
  • 17 juli 2025 Bouillon - Dohan (GR161)
  • 9 juli 2025 - Lebbeke - Wieze (Scheldevallei Oost)

    Archief per maand
  • 08-2025
  • 07-2025
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!