Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
18-07-2024
18 juli 2024 - Kanne - Visé (GR5)
De wandeling. De topogids van het Waalse deel van GR5 (Noordzee - Middellandse Zee) dateert van 2009, wat niet zo gebruikelijk is bij de Waalse SGR, maar er zou een nieuwe uitgave komen. Het is de enige GR waarvoor ook een Nederlandstalige topogids wordt uitgegeven voor een GR-traject dat zo goed als uitsluitend door Wallonië loopt, van Kanne tot Diekirch, een onderdeel dus van de volledige route die niet zonder reden ook E2 genoemd wordt, met de E van Europa. Wij stappen van Kanne naar Visé, iets meer dan 22 km. In Kanne hebben we een soort valse start genomen, want we zijn niet van de bushalte naar de Sint-Hubertuskerk gestapt, maar wel rechtstreeks naar de brug over het Albertkanaal. Al snel konden we genieten van onverharde veldwegen en een oude trambedding, en enkele smallere wegjes, die door de begroeiing voor de meer dan welgekomen verfrissing konden zorgen. De TWQ bedroeg 57% en dat wordt ook gereflecteerd in onze beoordeling: zoals gewoonlijk heeft mijn vrouw meer oog voor de inderdaad en vaak ongeschonden prachtige landschappen, terwijl ik me nogal eens laat leiden door de verhardingsgraad. Zo kwamen we tot een waardering van 16.5/20. De Geer (of Jeker) is zeker in het eerste deel alomtegenwoordig. Opvallend is ook de voortdurende aanwezigheid van groeven en oude (oppervlakte)mijnen: is hier net de dag voordien in de buurt nog maar eens een groot zinkgat ontstaan in Riemst, waartoe Kanne behoort? We kwamen trouwens ook langs een oude mijn met de veelzeggende naam Trou de l'Enfer. Het kaartje.
En de foto's. Deze geven een beeld van de wandeling:
De Geer (of Jeker) is zeker in het eerste deel alomtegenwoordig. Zoals hier in Eben-Emael.
Merkwaardig bouwwerk: de toren van Eben-Ezer.
Het weer. Vrij zonnig met cumulusbewolking, windstil of zo goed als, en te warm om aangenaam te stappen. (28°)
De stafkaarten. 34/5-6 Tongeren (2021) - 34/7-8 Voeren (2021)
Hoe we er geraakten. De Lijn en de TEC hebben een reguliere bediening van het grensdorp Kanne voor bekeken gehouden en dus wordt het behelpen. De TEC blijft nu helemaal afwezig, De Lijn probeert de OV-gebruiker te sussen met schoolritten of een functionele bediening 's morgens of 's avonds. We konden natuurlijk wel een flexbus nemen, maar de app wilde ons een overstap van de reguliere buslijn 62 naar de flexbus opsolferen, ergens in Vroenhoven, en dat deden we liever niet. De enige oplossing leek in een buslijn 13 Maastricht - Kanne te bestaan, met een uurdienst, maar ook met busjes met maximaal 8 plaatsen. Dus was het zaak om in Maastricht te geraken, maar €19.00 (€12.20 in tweede klas) ophoesten om van Visé naar Maastricht te sporen? Dat hadden we er eerlijk gezegd niet voor over. En dus werd het uiteindelijk toch de IC naar Tongeren, lijn 62 naar Maastricht en lijn 13 (Arriva) naar Kanne.
(Ik heb wel degelijk de hoppin app geprobeerd. Vanuit Tongeren suggereerde die vrijwel altijd lijn 62 en flexbus, vanuit Halle kreeg ik suggesties, te gek om los te lopen. Er was er zelfs een bij met een flixbus, je leest het goed: flixbus en niet flexbus, en dat nadat duizenden (!) verbindingen uitgeprobeerd waren, volgens de app. Meestal volsta ik met 2 of 3…
Een beetje geschiedenis. Ons eindpunt is het station van Visé. Ik heb nog de tijd meegemaakt dat het station aan de voet van de brug van lijn 34 lag. Je vindt alle info over de inplanting van het stationhier. Als je helemaal doorscrolt tot beneden, vind je een interessant kaartje met de achtereenvolgende inplantingen van het station. Omdat het huidige station niet de mogelijkheid geeft om er aansluitende bussen te laten vertrekken, vinden de meeste hun eind- en startpunt nog altijd tegenover de vroegere stationssite, meer bepaald op de Place des Déportés. Een nieuw stationsgebouw zou weldra in de steigers staan: lees hethier.
De bushalte van De Lijn in Kanne heet Oud Statieplein. Dat verwijst naar een tramlijn Glons - Kanne, die WO II niet overleefde. In 1943 werd de reizigersdienst opgeheven. We stapten vandaag langere tijd over de merkwaardig goed bewaarde oude trambedding. Ik zal later (volgend jaar?) dieper ingaan op deze interessante tramlijn.
We stapten vandaag langere tijd over de merkwaardig goed bewaarde oude trambedding.
En nog even dit: De Lijn heeft hier de basisbereikbaarheid volgens het boekje ingevoerd: wat overblijft zijn 2 schooldiensten en één andere functionele lijn (met 2 ritten 's morgens en 2 's avonds). Van die laatste lijn kunnen we veronderstellen dat het een doodgeboren kind zal blijken te zijn. De TEC heeft de bediening van Kanne al vroeger opgegeven. Slordigheid bij het busvervoer is schering en inslag en dus kwamen we onderweg TEC-halteborden tegen die de vroegere lijnen van De Lijn (o.a. 39b) nog altijd vermelden. Heeft De Lijn de TEC niet ingelicht of heeft de TEC het niet nodig gevonden om de aanpassingen uit te voeren? De eventuele klant wordt wel met foute informatie om de oren geslagen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3656 (S FLV)
07:06 07:24
+3
08046 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Tongeren
2206 (IC FTG)
07:43 09:21
+2
76099 (FML) - 73127 (FML)
M7
controle: J
Tongeren - Maastricht
[62] Maastricht
09:32 10:19
-5
ab672-031
Mercedes Citaro LE
De Morgenstond
Maastricht - Kanne
[13] Kanne
11:06 11:30
stipt
ab5670
Mrecedes Sprinter
Arriva
-
Visé - Liège-Guillemins
18954 (S FL)
18:33 18:50
stipt
550 (Arriva)
controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0541 (IC FSD)
19:01 19:49
stipt
1832 (FSD) - 73032 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1941 (IC FTY)
20:01 20:23
+8
2715 (NK) - 61002 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden. De tbg van S 3656 is echt geen ochtendmens. Het liefst stapt hij zo snel en zo lang mogelijk in de stuurpost, waar ongetwijfeld diepgaande gesprekken gevoerd worden, want zelfs als de trein al volledig stilstaat, gaan die nog altijd door. IC 2206 rijdt op tijd, al nadert hij Aarschot en Diest een stuk langzamer dan verwacht. In Hasselt levert de stilstand voor het station wel 5 minuten vertraging op, maar de buffertijd vangt die makkelijk op.
Voor het station staat de bus van lijn 62 al klaar. Hij is duidelijk niet bemand door een van de vele chauffeurs die een broertje dood hebben aan het te vroeg laten instappen van hun klanten. Onderweg - eigenlijk al in Tongeren - valt op dat Maastricht toch wel een belangrijke aantrekkingspool is. Er stapt zelfs een groep van de jeugdbeweging uit Vlierzele in, die zal meerijden tot het NS-station.
En dan moet het busje van lijn 13 naar Kanne nog komen. Het is een Mercedes Sprinter met 8 zitplaatsen en tot net voor zijn vertrek lijkt het erop dat we de enige reizigers zullen zijn. We gebruiken voor onze zeldzame ritten in Nederland de app 9292 en daar (en op de site van Arriva) staat inderdaad vermeld dat het om een klein busje gaat, maar nergens dat er nooit meer dan 8 mee mogen. Ik heb een e-ticket gekocht via de app, maar de chauffeur valt uit de lucht: erg gebruikelijk lijkt dat dus niet te zijn. Ik vermoed dat ik een QR-code tevoorschijn zou moeten toveren om het biljet te ontwaarden, maar ik zou niet weten hoe. Voor de chauffeur is het schermpje met het vermelde biljet al lang goed. Dan komt er nog een groep van zes volwassenen bij, die vragen of ze nog mee mogen? De chauffeur antwoordt laconiek dat het busje dan meteen helemaal vol zal zitten. Uit de gesprekken tussen een klant en de chauffeur vernemen we dat de meeste van zijn collega's geen overtallige reizigers mee willen, en dat dit ook de richtlijn is van Arriva. Taxi of een uurtje wachten moeten dan soelaas bieden. Als de zes uitgestapt zijn bij het kerkhof aan de Javastraat, lacht de chauffeur dat we nu opnieuw kunnen ademen. Nauwelijks, dat wel. De eindhalte van lijn 13 heet Kanne Plaats. Ze wordt gedeeld met De Lijn, maar daar heet ze Oud Statieplein.
Van Visé stappen we voor de eerste keer in ons leven in een trein van Arriva: het is een driedelige Flirt. Die heeft 16 plaatsen in eerste klas, precies de helft van de breaks die hier buiten de vakantie voor een halfuurdienst zorgen. Maar we zijn de enigen die voor wat extra luxe (?) gekozen hebben. De reis van Liège naar Brussel verloopt zonder veel geschiedenis. We missen nog net de S-trein naar Braine-le-Comte, maar lang hoeven we niet te wachten. IC 1941 vertrekt in Brussel-Noord met 4 minuten vertraging, maar zal uiteindelijk in Halle aankomen met 8 minuten, vermoedelijk door een kruising met de IC naar Liège-Guillemins.
De treinlectuur. Saul BELLOW, The adventures of Augie March. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
335 miljoen Amerikanen mogen kiezen uit 2 kandidaten, de 45.000 leden van de Open-VLD uit 7…
Uitgedrukt… Jomme(n) allo. Allo met een korte o aan het einde. Drukt verbazing uit over iets wat gebeurd of gehoord is. Allo kan ook alleen voorkomen. Mogelijk is jomme ja maar.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Wandelnetwerken zijn niet meer weg te denken uit het wandelaanbod. Ook wij hebben uiteindelijk mondjesmaat toegegeven aan de lokroep van tochten van zogezegd vrije keuze langs knooppunten. Met enkele jaren vertraging zijn ze ook in Wallonië opgedoken en wij stappen vandaag over het netwerk van het Pays de Collines¸ en wel van Vloesberg tot Frasnes-lez-Buissenal. Beide kernen liggen iets meer dan 18 km van elkaar; de TWQ bedraagt 42%. Het is een afwisselende tocht geworden, langs mooie voet-, veld- en boswegen maar de TWQ wijst er spijtig genoeg ook op dat we langere stukken asfalt of beton voorgeschoteld kregen. Mijn vrouw laat zich hierdoor minder beïnvloeden dan ik, zodat onze quoteringen toch wel uit elkaar lagen (9/10 en 7.5/10), maar 16.5/20 is toch een veelbelovende uitslag voor wie in onze voetsporen van wandelpaal naar wandelpaal wil stappen: 42 - 98 - 37 - 52 - 54 - 55 - 57 - 69 - 70 - 13 - 91 - 16 - 22 - 12 - 1 - 39 - 32 - 27. Je kunt natuurlijk ook gewoonhet kaartje gebruiken. De hele tocht is behoorlijk bewegwijzerd, maar op 2 plaatsen is het toch even opletten: de Sentier des Fusillés lijkt even dood te lopen (zelfs op de stafkaart van het NGI), omdat de palen blijkbaar op 2 plaatsen weggenomen zijn, maar via twee gerecycleerde elektriciteitspalen kom je over een beekje in een weide terecht; ook als je de weide verlaat ontbreekt de wandelpaal. Ook bij knooppunt 16 is de paal verdwenen.
Net buiten Vloesberg deze mooie kapel langs een schattig wegje.
Het weer. Aangenaam warm (22°) met vrij snel toenemende cumulusbewolking, die alleen bij het fotograferen wat storend kon zijn.
De stafkaarten. 30/5-6 Brakel (2019) voor beginpunt Vloesberg - 38/1-2 Lessines (2020) - 37/3-4 Frasnes-lez-Anvaing (2021)
Hoe we er geraakten. We proberen het zo eenvoudig mogelijk te houden en de verbinding Halle - Vloesberg kan nog altijd het gemakkelijkst via Lessines: toch hebben we 2 treinen en 1 bus nodig. Voor de terugreis kiezen we ook de eenvoudigste oplossing: bus 9 tot Ath en dan rechtstreeks naar Halle. Andere buslijnen die in aanmerking zouden kunnen komen: lijn 70 Ninove - Lessines, lijn 86b Leuze - Ronse.
Een beetje geschiedenis. Ons eindpunt van vandaag kreeg in 1901 een tramverbinding met Tournai, die in 1903 verlengd werd tot Ath. Het reizigersverkeer op de lijn Tournai - Ath werd stopgezet in 1954. Men is altijd spaarzaam omgesprongen met tramritten. Even kuieren door enkele spoorboekjes maakt dat snel duidelijk: in 1931 waren er 4 heen-en-terugritten uit Frasnes, zowel naar Tournai als naar Ath. Frasnes fungeerde als kaduke draaischijf: de diensten werden hier opgesplitst en van echte overstapmogelijkheden was er geen sprake. Dat was nog altijd het geval in 1952, twee jaar voor het verdwijnen van de tram. Zoals op veel andere plaatsen was de verbussing niet noodzakelijk een verslechtering over de hele lijn: het aantal ritten nam toe en er werden antennes toegevoegd naar o.a. Houtaing Centre en Mont de Mainvault. Belangrijk ook: 5 ritten leggen het hele traject Tournai - Ath af. In de jaren 50 dook het lijnnummer 9, dat tot vandaag gebruikt wordt, op. Maar blijkbaar was de lijn toch onbelangrijk in de ogen van de verantwoordelijken. In 1974 was er nog één doorgaande rit en de zondagdienst was wel erg uitgedund. Frasnes werd al die tijd gebruikt als eindstation voor de ritten uit Tournai en Ath. Het zou tot de jaren 1990 duren voor de doorgaande ritten Tournai - Ath opnieuw verschenen. Vandaag blijven er maar 3 over en de weekenddiensten zijn al lang verdwenen. Omdat nu snel duidelijk wordt dat de TEC's even stevig inhakken op de bediening van landelijke gemeenten als de basisbereikbereikbaarheid van De Lijn, is het weinig waarschijnlijk dat de bediening hier nog veel toekomst heeft.
En nog even dit: fusiegemeenten klinken aantrekkelijk in de ogen van sommige politici, maar de toestand ter plekke wordt er niet altijd eenvoudiger op. Neem nu de in 1977 ontstane fusiegemeente Frasnes-lez-Anvaing. Eén van de deelgemeenten is het vroegere Frasnes-lez-Buissenal, dat vandaag ons eindpunt is. Dat dit zelfs voor de NMBS gevolgen heeft gehad is af te leiden uit het volgende: op het gedeelte Leuze - Ronse vond je stations of halten in Grandmetz, Frasnes-lez-Buissenal, Ellignies-lez-Frasnes, Anvaing en Dergneau. Enkele jaren na de fusies van 1977 zag de NMBS zich verplicht een aantal stationsnamen aan te passen aan de nieuwe realiteit: zo werd Frasnes-lez-Buissenal in 1981 Frasnes-lez-Anvaing. Lang zou die benaming trouwens niet overeind blijven. Met IC-IR verdwenen op Anvaing en Frasnes-lez-Anvaing na alle stops; de IR met strakke 2-uurdienst (62'ers met M2-rijtuigen) was al bij voorbaat ten dode opgeschreven. In 1988 verdween de reizigersdienst tussen Leuze en Ronse. Dat laatste station werd meteen een kopstation.
De verbinding.
Halle - Ath
3230 (IC LK)
08:58 09:26
stipt
76015 (FML) - 73091 (FML)
M7
controle: N
Ath - Lessines
4880 (L FGRA)
10:00 10:15
+9
08047 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
Lessines - Flobecq
[87] (Ronse)
10:36 10:53
+7
ab3002-08
Mercedes Citaro C2
Voyages François Lenoir
-
Frasnes-lez-Buissenal - Ath
[9] (Ath)
17:19 17:47
+3
ab3006-07
Iveco Urbanway 12
Roman
Ath - Halle
1917 (IC FBNL)
18:08 18:36
stipt
1845 (FSD) - 61044 (FBMZ)
M6
controle: J
En wat we beleefden.
We zouden niet graag 1 uur en 24 minuten verspelen in Lessines als we onze aansluiting trein/bus zouden missen en dus komt het er vooral op aan om tijdig in Ath te geraken: vandaar een half uur reserve. Je weet maar nooit. IC 3230 heeft net te weinig vertraging voor ons seniorenbiljet en dus valideren we nog twee ritten Halle - Edingen op een KeyCard. De samenstelling die gegeven wordt in de app is fout: een eersteklasrijtuig zou in eerste positie zitten, maar dat is uiteraard het gemotoriseerde stuurstandrijtuig. Ook de virtuele omroepster maakt deze fout en op de perronschermen prijkt ze ook. Op haltelink en hyperrail wordt zelfs helemaal geen samenstelling gegeven. Het lijkt wel alsof het openbaar vervoer vandaag alleen voor ons rijdt: we zijn de enige reizigers in één van de 3 gemengde M7-rijtuigen. Wat er in Ath aan de hand is met de L-treinen Mons - Geraardsbergen is niet duidelijk. Onze L-trein zal met 9 minuten vertraging vertrekken, blijkbaar opgelopen in Brugelette en ook de tegenrit zal met vertraging vertrekken. Zelfs de treinen naar het (dieren)paradijs rijden dus niet op tijd. Die 9 minuten slepen we mee tot Lessines. De trein rijdt door tot de voet van een van die voor heel velen onbruikbare trappen over de sporen; we veronderstellen dat het de bedoeling is om die trap te beklimmen en af te dalen op weg naar perron 1 en de uitgang. Vroeger liep hier nog personeel rond dat voor een veilige oversteek van de sporen kon zorgen, vandaag wagen de meeste reizigers de oversteek blijkbaar op eigen initiatief.
De bus laat even op zich wachten en verlaat Lessines ook niet via de voorziene reisweg. Dat wordt nochtans nergens vermeld op de website van de TEC of in de app. We komen in Vloesberg aan met 7 minuten vertraging en dat komt echt niet door een toevloed aan reizigers. We verkennen alleen dorpjes als Ogy en Ghoy en pas als wij uitstappen, stapt een andere reizigster in.
Maar het kan nog erger: de bus van lijn 9 pikt ons op en tot Ath zullen we de enige reizigers zijn. Deze bussen van lijn 9 bedienen sinds jaar en dag het dorpje Houtaing en dat kost veel tijd: 6 minuten voor het heen-en-terugje, geen wonder dat de reizigers wegblijven.
In Ath staat op perron 3 een stel M6-rijtuigen; ik kan het niet zo meteen thuisbrengen - eigenlijk moet de trein ons thuis brengen - maar dan blijkt het om de IC van 18:08 te gaan, die uit Ath zal vertrekken i.p.v. Tournai. Het stel heeft al een bewogen dag achter de rug: als 1910 gestrand in Brussel-Zuid, wat de afschaffing van 3733 (Luchthaven - Mons), 3714 (Mons-Luchthaven) en 1937 (Luchthaven - Tournai) heeft geïmpliceerd. Is de trein alsnog uit Brussel-Zuid of uit Mons in Ath geraakt? Voor ons maakt het allemaal niet veel uit. We komen op tijd in Halle aan.
De treinlectuur. Saul BELLOW, The adventures of Augie March. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Of het nu op tv, in de radio, op internet of in de gazetten is, het doet er blijkbaar niet toe: op dinsdag 9 juli beleefden we nog eens een storm! Nee, dames en heren, dit was geen storm: dit was een reeks onweders van zwaar kaliber! Het is niet omdat het fel waait, dat je van een storm moet spreken, ook al doen de Engelsen met hun (thunder)storm dat wel. Hou het dus voortaan bij (hevig) onweer,de echte stormen komen er pas later aan.
Uitgedrukt… Zwijgen dat je zweet. Dat spreekt wel voor zichzelf: je zou maar al te graag iets zeggen, maar je gezond verstand dicteert je dat je beter zwijgt. Zouden ze beter ook op de asociale media toepassen…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De laatste editie van de topogids van de GR129 dateert van 2006: Wandelen van Brugge naar Ronse. Deze GR loopt ondertussen al door naar Arlon (beschreven in Franstalige topogidsen). Wie dacht dat de promotie van deze GR (VRT en Arnout Hauben) geleid zou hebben tot een versnelde nieuwe publicatie, komt bedrogen uit. Wel staan er op de GR-site ondertussen uitgebreide wijzigingen en het is op een bijna volledig nieuw traject dat wij vandaag van Doomkerke naar Kanegem stappen. Doomkerke kwam ook al voor in 2006, van Kanegem is er pas tamelijk recent sprake, in het kader van een belangrijke routewijziging. Op de site is er sprake van een verbeterd traject, met veel meer paadjes en paden en dat geldt zeker tot Ruiselede. Spijtig genoeg stort de GR op weg naar Kanegem als een pudding in elkaar: typisch verharde wegen nemen veelal de taak van de trage wegen over en Ruiselede is niet interessant genoeg om als eventuele tussenstop te fungeren. Op hetkaartje merk je dat de tocht zich in een wat spastisch uitgevallen vraagteken van noord tot zuid uitstrekt. Het mooiste deel zit onmiskenbaar in de krul. Was de wijziging dan een slag in het water? Niet echt: we stapten het oude traject (langs Poeke) in 1994 en nog eens in 2014 en onze commentaren van destijds liegen er niet om: vrij veel verharding, te veel zwakke stukken (11.5/20), allemaal wat gewoontjes en te veel asfalt, enkele pogingen om wat onverhard in te lassen, maar zelfs dan opdringerige bebouwing… Onze quotering ligt nu op 13.5/20, maar vooral: de TWQ is met 58% bijna verdubbeld. En dus is het nu wachten op een nieuwe topogids…Foto's vind jehier. Bekijk alvast deze:
Je zou dit typisch kunnen noemen, maar het lijkt eerder zeldzaam (geworden).
De Mevrouwmolen in Kanegem.
Het weer. Licht bewolkt en eigenlijk op het randje van te warm (27°) om aangenaam te blijven.
De stafkaarten. 21/1-2 Tielt (2016) - 21/3-4 Aalter (2016)
Hoe we er geraakten. Sinds de invoering van de basisbereikbaarheid kun je een regelmatige bediening van een dorp als Doomkerke wel vergeten. Je kunt/moet wel terugvallen op de flexbus van de regio Midwest - anders dan in de regio Far West worden de ritten niet uitgevoerd met paard en diligence… De enige functionele lijn is lijn 882 Aalter Station - Doomkerke De Zande, een soort schooldienst, die volgens mij veel te vroeg in de namiddag rijdt (naast een ochtendrit) en in de voor ons verkeerde richting. De flexbus reserveren met de app leidt alleen tot belachelijke verbindingen met aansluitingen en minstens een uur later dan gevraagd. En dus wordt het bellen, waar ik vlot geholpen wordt. In Aalter komen we aan om 9:12 en dus lijkt een rit om 9:30 een haalbare oplossing. (Het is in eerste instantie natuurlijk niet echt 9:30, want je krijgt een tijdspanne van een half uur, het kan dus best dat je pas om 10:00 opgepikt wordt… Waar is de tijd dat je een belbus kreeg met een tot op de minuut exact vertrekuur?)
Een beetje geschiedenis. Kanegem heeft lange tijd moeten wachten op degelijk openbaar (bus)vervoer. Voor WO II was er dan wel al een lijn Nevele - Ruiselede - Tielt - Aalter, met één halte op Kanegems grondgebied, nl. Kanegem Westhoek. Die ligt meer dan 2 km ver van het centrum en heet tegenwoordig Kanegem Viggezelestraat. Kanegem blijft op zijn honger zitten tot lang na WO II, nl. tot 1964, wanneer er een buslijn verschijnt (tabel 727 - lijn 9) die Kanegem enkele keren per dag bedient met een uitbreiding uit Aarsele, dus Van Aarsele naar Kanegem en terug. Erg veel succes lijkt deze "oplossing" niet gehad te hebben, want vanaf 1979 wordt de reisweg tussen Aarsele en Tielt gewijzigd en krijgt Kanegem een "normale" bediening, in tabel 727/1, al blijft die bediening beperkt tot wat men tegenwoordig eufemistisch een functionele bediening noemt. Met de invoering van de basismobiliteit wordt lijn 727/1 lijn 53, maar in 2001 wordt het aantal belbussen sterk uitgebreid: er verschijnt een belbus 77, Tielt Noord-Oost, die Kanegem elk uur binnen bereik brengt, o.m. met Tielt en Aalter. De basisbereikbaarheid ten slotte bracht ons een lijn 13 Waregem - Dentergem - Tielt, met een uurdienst die er kort na 18:00 al de brui aan geeft. Ook nu zorgt de flexbus voor aanvullend vervoer: de flexbus Regio Midwest zorgt voor de verbinding tussen Ardooie, Dentergem, Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lichtervelde, Meulebeke, Moorslede, Oostrozebeke, Pittem, Roeselare, Ruiselede, Staden, Tielt, Torhout, Wielsbeke en Wingene.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1556 (S FSR)
07:58 08:08
+4
08086 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Aalter
2829 (IC FKK)
08:29 09:12
stipt
1841 (FSD) - 61026 (FSD)
M6
controle: J
Aalter - Doomkerke
flexbus
nummerplaat T-XAM-925
Hendriks
-
Kanegem - Waregem
[13] Waregem
15:21 15:58
-5
ab5000
VDL-Jonckheere Transit 2000
Kortrijk
Waregem - Brussel-Zuid
0416 (IC GWK)
16:30 17:24
+1
1891 (NK) - 61067 (LK)
M6
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3438 (IC LBH)
17:32 17:41
+5
1833 (FSD) - 61003 (FCL)
M6
controle: N
En wat we beleefden. S 1556 zou ons op tijd naar Brussel-Zuid moeten brengen en dat we nog op tijd zijn voor P 7802 zit er dik in. Alleen, het is maandag en dan rijden er niet zo veel treinen met M5-rijtuigen, gekend euvel sinds vele, vele jaren. De andere treinen hier in Halle lijken het wel goed te doen. S 1556 vertrekt perfect op tijd, maar in Lot duurt het een tijdje voor we van lijn 96E naar lijn 96 kunnen. Maar kom, met 4 minuten vertraging in volle ochtendspits zijn we al tevreden. IC 2829 naar Knokke vertrekt ook met een vertraging van 5 minuten in de Luchthaven maar komt vrij vlot door de NZV. In Aalter komen we precies op tijd aan.
De flexbus zal ons oppikken aan perron 1. Een klein uur voor vertrek wordt als vertrekuur 9:30 gemeld, een meevaller, maar plots komen er berichten die het vertrek wat uitstellen. Erg lijkt het allemaal niet. Maar dan volgt een surrealistische rit van 28 km en bijna een vol uur. Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat de chauffeur totaal onvoorbereid aan de rit is begonnen, maar het echte probleem ligt bij de talrijke wegenwerken in de regio. Het wordt een eindeloos zoeken en wat de functie van een gps is, wordt niet meteen duidelijk. Dat de chauffeur eerst nog een klant moet oppikken aan De Zande helpt de zaak niet vooruit. Wij worden daar enigszins het slachtoffer van, maar de nieuwe klant wordt evengoed slachtoffer van het eindeloze zoeken naar een manier om in Doomkerke te geraken. In Doomkerke zelf wordt er trouwens ook gewerkt aan de weg en de haltepaal is - zoals zo vaak bij wegenwerken - verdwenen. Na enkele honderden meters over afgeschraapt asfalt kunnen we eindelijk uitstappen en met een half uur vertraging aan onze tocht beginnen.
De terugrit kunnen we gelukkig met een minder bang hart tegemoet treden. Het is autobus 5000 die ons probleemloos van Kanegem naar Waregem brengt. We komen zelfs een vijftal minuten te vroeg aan bij het station. We kunnen nu eigenlijk snel weg, weliswaar met een overstap in Gent-Sint-Pieters en dat is de reden waarom we liever wat later vertrekken met de IC naar Welkenraedt, die in één ruk naar Brussel-Zuid rijdt. Ook IC 3438 heeft het tot nog toe vrij goed gedaan, maar de IC naar Quiévrain heeft vertraging en die zou de rit van de IC naar Binche wel eens kunnen hinderen. IC 1738 is met veel moeite door de NZV geraakt en vertrekt met 9 minuten. Dat we zelf in zijn zog maar 5 minuten vertraging oplopen is een meevaller.
Conclusie: de flexbussen lijken altijd weer een gok te zijn. Nu eens verloopt het perfect, maar vaak is de afhandeling weinig vlot.
De treinlectuur. Karl MAY, De dood van Winnetou. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Zo een twee jaar geleden kochten we nog nog maar eens 6 (leg)kippen die alleen onder toezicht op de grote wei mochten en voor de rest onder netten en binnen een afsluiting het volgende ei moesten afwachten. Wees gerust: zelfs dan hadden ze voldoende speelruimte. Bilan na 2 jaar: 1 buizerd, 1 havik, 3 keer een vos en een kip die langzaam weggedeemsterd is. Eindresultaat: 0 kippen maar nie' meer… En toch groen stemmen, het is gekkenwerk…
Uitgedrukt… Goesn es kuup, of goesting is koop. Wanneer je twijfels hebt bij de opportuniteit van iemands aankoop. Houdt in dat je zelf zo iets nooit zou kopen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In Limburg heeft men in 2017 het goeie idee gehad om zowat alle mogelijke wandelingen te bundelen in een box Wandelen in Limburg, met 8 steekkaarten die garant zouden moeten staan voor 2000 km wandelplezier. Wij gebruiken vandaag de steekkaart Hoge Kempen en hebben ons voorgenomen vanuit Sparrendal naar de Driepaalhoeve en terug te stappen. Dat is een lus van bijna 11km, voor het grootste deel door het (Dilser)bos. De TWQ bedraagt dan ook 98%, inbegrepen enkele trappen die het stijgen (tweemaal) en het dalen (eenmaal) gemakkelijker zouden moeten maken. Voor de rest duiken er onderweg weinig of geen hindernissen op langs dit keurig met een rode driehoek bewegwijzerd pad, dat eigenlijk aan de Driepaalhoeve zou moeten beginnen; het sterk beperkte openbaar vervoer in de regio verplicht ons om bij Sparrendal te beginnen.Kaartje.
Een slecht onderhouden reeks trappen brengt ons in hogere sferen.
Maar meestal is het aangenaam stappen over mooie boswegen.
Nog twee meer foto's vind jehier. Het weer. Het zou de enige zo goed als droge dag van deze zomerweek moeten worden en dat bleek ook het geval: het bleef wisselend bewolkt en er stond nogal wat wind, de temperatuur piekte rond 20°. Goed wandelweer, dus.
De stafkaarten. Grotendeels 26/1-2 Opglabbeek (2019), maar ook even 26/3-4 Dilsen-Stokkem (2019)
Hoe we er geraakten. Met de komst van de basisbereikbaarheid en de flexbussen bleef als enige mogelijkheid nog een rit met overstap in Genk over. Tenminste als je alert genoeg bent om niet in de val de trappen van ritten met overstap van een reguliere buslijn op de flexbus, want die worden soms ook aangeboden.
Een beetje geschiedenis. Toen ik deze wandeling verleden jaar uittekende, werd de halte Sparrendal nog bediend door een belbus, tegenwoordig is dat een flexbus. In een verder verleden werd de halte Dilsen Sparrendal bediend door de reguliere buslijn 9 (Hasselt) - Genk - Maasmechelen - Eisden - Stokkem - Lanklaar - Genk - (Hasselt). Dat was een lusvormige lijn, meestal kon je niet rechtstreeks uit Hasselt vertrekken, al stond in de dienstregeling wel aangegeven welke ritten (1, 8 of 11) dan wel het deel Hasselt - Genk verzorgden.
Het haltebord van de halte Sparrendal verwijst nog altijd naar de vroegere belbus.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3407 (IC FTR)
08:21 08:32
+2
1812 (FSD) - 61042 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Genk
1507 (IC FKG)
09:11 10:51
+5
76032 (FHS) - 61049 (FHS)
M6
controle: N
Genk - Lanklaar
flexbus
nummerplaat: T-XAN-328
Hendriks
-
Lanklaar - Genk
flexbus
Keolis 3500??
Mebis
Genk - Brussel-Noord
1539 (IC FBK)
16:07 17:38
+16
76011 (FHS) - 61035 (FHS)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1589 (S FZT)
17:41 18:02
+45
08057 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Het was ons tweede avontuur met een flexbus. De eerste keer was dat nog in de testperiode voor een heen-en-terugreis van Ronse naar Kwaremont, vandaag komt Limburg aan de beurt. En dus wordt het een treinreis naar Genk, met overstap in Brussel-Zuid. We rijden met de auto naar het station van Halle (nu ja, naar de een dikke kilometer verder gelegen parkeerplaatsen langs de Welkomstlaan) want onze bussen zijn nu echt te onbetrouwbaar geworden, deels door het nog groeiende aantal afgeschafte ritten, deels door het verlammende en verlamde autoverkeer in de buurt van het station. En tijdens de avondspits rijden er minder bussen dan overdag zodat je ook nog eens het risico loopt een uur tijd te verliezen. Maar vandaag gaat het allemaal vlotter dan verwacht en dus kunnen we nog mee met IC 3407. Die loopt tussen Halle en Brussel-Zuid 2 minuten vertraging op, maar onze overstap is nu zo ruim geworden dat we zelfs nog naar de Exki kunnen. IC 1507 vertrekt stipt uit Brussel-Zuid, maar heeft in Brussel-Centraal al 5 minuten vertraging. Er lijken weer veel groepen op pad - hoe zat dat ook alweer met dat gebrek aan lestijd én het te dure onderwijs? In Landen zal de vertraging gekrompen zijn tot 1 minuut, maar dan groeit die weer, tot 5 minuten. Uiteraard heb ik de flexbus gereserveerd met enige treinvertraging in het achterhoofd, maar de flexbuscentrale doet daar nog een flinke schep bovenop: we zullen worden opgepikt tussen 11:39 en 11:45, ruimschoots later dan in het voorziene halfuur gestructureerd geduld dat de flexbusreiziger wordt opgelegd. Sterker: op een bepaald moment krijgen we een melding dat we om 11:56 zullen worden opgepikt, en dan gaat het geleidelijk van kwaad naar erger: het is rond 12:15 als een flexbus op perron 13 aankomt. Het is een type dat we nog nooit eerder hadden gezien of gebruikt: hoge instap, lange bank waar plaats is voor 3 reizigers en dus geen tussengang, je wordt verondersteld zelf de deur te openen en weer dicht te doen… geef ons maar een goeie ouwe belbus zoals we die gewend waren. We komen bij de halte Sparrendal een uur later aan dan gepland, mogelijk heeft de drukke markt het aantal reserveringen zo opgedreven dat we daar de dupe van zijn geworden. De chauffeur weet trouwens niet waar hij ons moet afzetten, maar bij de ingang komt ons goed uit. We beginnen namelijk stilaan te vrezen dat we de terugrit te vroeg hebben gereserveerd. Eten al stappend en flink doorstappen zouden de zaak nog enigszins kunnen redden. Gelukkig is de wandeling ook onberispelijk bewegwijzerd en zelden moeilijk. Naarmate we vorderen, zien we dat we onze flexbus wel zullen halen. Tijdens de wandeling nog krijgen we een bericht dat de bus ons zal oppikken om 15:06. Want dat moet gezegd: je wordt als klant goed op de hoogte gehouden. Alleen is het niet duidelijk waar de flexbus ons zal oppikken. Een eindje voorbij de ingang ligt een bushalte en we besluiten dat het best is dat we daar postvatten. Het blijkt een oude belbushalte te zijn, langs de vreselijk drukke N75. Hoe een bus daar kan stoppen is een groot vraagteken, maar de grasberm is blijkbaar net breed genoeg om ons te laten instappen. Het is een belbus van de oude soort en dat verzoent ons met het idee van de flexbus. De stand is voorlopig 75% tevredenheid…
IC 1539 staat zoals verwacht ruim op tijd aan het perron. Van het eerste rijtuig (een M7 Bmx) is het volledige UIC-nummer verdwenen, van het NMBS-nummer zijn de contouren nog net zichtbaar. Zalig graffitiland, toch België? Het gaat eigenlijk vrij goed tot Leuven (+4) maar dan krijgen we opnieuw te maken met een toestand waarin NMBS en Infrabel zich lijken te verkneukelen omdat op die manier de gewone vertragingen weggemoffeld kunnen worden. Éen idiote spoorloper in Brussel-Zuid veroorzaakt een chaotische avondspits, het zal wel te lang geduurd hebben voor de fluwelen handschoenen gevonden en aangetrokken waren om dit stuk verdriet van de sporen te halen. (Het hele incident heeft 20 minuten geduurd, de vertragingen en afschaffingen zetten zich door tot ver na 18:00.) Wij staan stil in Schaarbeek, uiteindelijk komen we in Brussel-Noord aan met 16 minuten vertraging. En dan wordt het gokken wat eerst in Halle aankomt. S 1589 is nog niet in Schaarbeek geraakt en ziet zijn vertraging groeien maar we besluiten toch dat we de beste kansen hebben met deze trein. Uiteindelijk vertrekt hij in Brussel-Noord met 35 minuten vertraging, al blijft de tbg tot Halle volhouden dat we 28 minuten vertraging hebben als gevolg van spoorlopers. Misschien heeft hij 7 minuten van die 35 afgetrokken, de gewone vertraging van alledag. Vlot gaat het uiteraard niet: Centraal +41, Zuid +40, Halle +45. In Halle blijkt dat drie treinen uit Brussel bijna gelijktijdig aankomen. We hebben met onze S 1589 niet ons zo slecht gegokt. En dat we met de wagen zijn, verlost ons van een klein uur wachten op onze bus, als die al rijdt.
Conclusie van vandaag: de flexbus kan meevallen maar ook flink tegenvallen, als er te veel reserveringen tegelijk zijn. En die spoorlopers, tja, het verschijnsel is van alle tijden, alleen waren de gevolgen veelal verwaarloosbaar in een ver verleden. Maar in onze in sommige gevallen te paniekerige samenleving is het verschijnsel en de reactie daarop blijkbaar een blijver.
De treinlectuur. Carmen KORN, Zeitenwende. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Ontex luiers staakt. Het zit in de productnaam…
Uitgedrukt… Die zou je de communie geven zonder biechten. Hij ziet er erg onschuldig uit, maar vermoedelijk heeft hij wel wat op zijn kerfstok. (En voor wie niet meer weet wat communie en biechten betekenen: opzoeken!)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Een wat miskende reeks grote lussen in de Gaume vind jehier. Dat er geen papieren versie is van deze wandelingen, zal er ongetwijfeld toe bijdragen dat alles een beetje op de achtergrond geraakt. En toch, we hebben nu al enkele tochten van La Lorraine Gaumaise achter de rug en de kwaliteit is vrij hoog. Dat kan ook moeilijk anders, in deze gaaf gebleven regio, helemaal in het zuiden van België. We volgden tot nog toe boucle 4 (La terre du milieu et ses légendes), vandaag van Buzenol tot Èthe en dat is iets van een 17 km. Het is een echte boswandeling, op het begin en de afdaling naar Èthe na, en het verbaast dan ook niet dat de TWQ 73% bedraagt. Het traject zorgt voor voldoende afwisseling en onderweg kom je zowaar enkele ruïnes tegen, o.a. van een hoogoven. Alomtegenwoordig zijn ook de beekjes en de ietwat grotere Ruisseau de la Neuve Forge, hoogoven, weet je wel.
Het weer. Vermoedelijk wisselend bewolkt: de bomen belemmeren het zicht op de hemel. Toch zonnig en aangenaam fris, met af en toe wat wind.
De stafkaarten. 71/1-2 Virton (2017). Deze kaartreeks kan op geen enkele manier tippen aan de vorige reeksen, zelfs niet aan die van 50 jaar geleden en meer. Er ontbreken te veel wegen om nog van een wandelkaart te spreken.
Hoe we er geraakten. Toen enkele maanden geleden op de site van de TEC de plannen voor de reorganisatie van het aanbod in de Gaume verscheen, was het toch wel even schrikken. Buzenol, dat nu nog enkele keren per dag bediend wordt door een variant van lijn 155b Virton - Marbehan, zou onbereikbaar worden, althans dat kon ik opmaken uit het kaartje, waar de informatie over de schooldiensten uiterst karig was. Vervoer op vraag zou er wel zijn, maar deze basisbereikbaarheid op zijn Waals, snoeit wel erg driftig in het aanbod: dat vervoer op vraag beperkt zich tot één verplaatsing heen en terug. Het al geplaatste haltebord spreekt in dit verband boekdelen.
En dus was het een beetje een race tegen de tijd, tegen het begin van de Waalse zomervakantie zou het doek vallen over een min of meer regelmatige bediening van Buzenol. Het wispelturige weer hielp al evenmin. Maar vandaag kon het nog: via Marbehan naar Buzenol reizen met een bus van lijn 155b. En eindpunt Èthe, een kilometer verwijderd van het te volgen traject, zal wel regelmatig bediend blijven. Uit Èthe ging de terugreis het snelst via Arlon, wat ons meteen de gelegenheid gaf lijn 162 nog eens in al haar glorie te gebruiken.
Een beetje geschiedenis. Èthe lag op de spoorlijn 155 Marbehan - Virton - Montmedy en was ook het eindpunt van een tramlijn Arlon - Èthe. Een lang leven was die laatste niet beschoren: ze werd geopend in 1892 en al gesloten in 1935. Je zou denken dat Èthe een ideaal aansluitingspunt tussen trein en tram was (ziekaartje - je kunt zelfs zien aan welke zijde van de weg de tram reed!), maar in werkelijkheid was de trambediening ondermaats en werd er op geen enkele manier rekening gehouden met aansluitingen, al heette de halte (met stelplaats) Èthe Staatsspoorweg. Oordeel zelf: uit Arlon arriveerden de trams om 8:40, 15:20 en 19:35. Naar Arlon kon je om 5:20 (op zondag!), 6:00 (niet op zondag), om 9:30 en 15:53. De treinen naar Marbehan bedienden Èthe om 5:00 (niet zondag), 6:44, 9:24, 12:29, 15:51, 18:05 (niet zondag), 19:45. Die naar Virton(-Saint-Mard) om 3:42, 7:17 (niet op zondag), 8:45, 11:54, 14:29, 18:54, 21:08 (niet op zondag), 22:58. Bij de opheffing van de tramdienst kwamen er bussen, net iets meer dan trams, maar van bruikbare aansluitingen was er evenmin sprake.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1555 (S Schaarbeek)
06:57 07:07
+4
08098 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Marbehan
2107 (IC Luxemburg)
07:33 10:09
stipt
1348 (FNND) - 11813 (FSD)
I11
controle: J
Marbehan - Buzenol
[155b] (Virton)
10:23 10:47
stipt
ab4908-23
Mercedes Citaro C2
Transports Penning
-
Èthe - Arlon
[19] (Arlon)
15:49 16:18
+2
ab4841
Solrais Urbino 12 Hybrid
Arlon (??)
Arlon - Brussel-Noord
2139 (IC BRussel-Zuid)
16:36 19:17
stipt
1347 (FNND) - 61037 (FBMZ)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3440 (IC Binche)
19:23 19:52
+4
803 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: J
En wat we beleefden. Onnodig te zeggen dat we vandaag liefst niet ergens zouden stranden, maar we moesten al zo vroeg op pad dat we toch niet al te veel reserve inbouwden. De 14 minuten overstap tussen trein en bus moesten maar volstaan. Lijn 162 is nog altijd op vele plaatsen een werf, zoals in Mont-Saint-Guibert, waar niet gewerkt wordt, maar wel een snelheidbeperking van kracht is, en op de enkelsporige baanvakken, zoals tussen Ciney en Haversin en tussen Jemelle en Hatrival. Toch stijgt de vertraging nergens boven de 2 minuten uit. Zoals altijd staan er bij het station van Marbehan een viertal bussen het vertrek af te wachten. Een wat oudere dame probeert vier keer te ontwaarden, tot de chauffeur het er op zijn heupen van krijgt. Ze stapt daar maar weer uit. De volgende bus gaat 3 uur later…
Voor de terugreis maken we gebruik van lijn 19, Virton (eigenlijk Saint-Mard) - Arlon. Het aantal reizigers ligt hier beduidend hoger dan in de bus van de heenreis. We zitten een tijdje achter een legertank aan, het station van Aarlen bereiken we 2 minuten later dan voorzien. Zowel haltelink als hyperrail geven voor de 2139 een samenstelling met I10/I11 aan; de voorziene samenstelling is nochtans M6. Die staan al te wachten op spoor 5, veel vroeger dan voorzien. En inderdaad, op spoor 4 komt een stel I11/I10-rijtuigen binnen, dat blijkbaar de rit uit Luxemburg tot Arlon verzorgd heeft. Er komt controle tussen Libramont en Rochefort-Jemelle en ook nog eens na Namur: 8 reizigers zitten in 1ste klas met een biljet 2de klas. Er is er zelfs één die we net voordien in de telefoon hebben horen zeggen dat ze zich in eerste klas gezet heeft: de chique madam uithangen maar er niet voor willen betalen. Ze is zogezegd op zoek naar een stopcontact: de tbg verwijst haar naar het platform. Als de tbg later nog eens langskomt, mag ze opnieuw op haar oude plaatsje plaatsnemen. Uit een ander telefoongesprek blijkt het om een Spaanse te gaan die uitstapt in Schuman. Zouden die Europeeërs zo slecht betaald worden dat ze ook nog grijs moeten reizen? Door de vertraging van IC 3440 hoeven we niet te lang te wachten, anders zou het S 3690 geworden zijn. IC 3440 is al met 11 minuten vertraging vertrokken en is blijkbaar net op tijd voorbij Eppegem geraakt, waar spoorlopers het verkeer nog maar eens stilleggen. Overigens twijfelen we nog even of we toch niet de S-trein zouden nemen, maar die is dan weer opgehouden in Schaarbeek. In Brussel-Zuid zal de 3440 met 9 minuten vertraging vertrekken, maar de geïnjecteerde minuten n.a.v. de werken tussen Zuid en Halle, die blijkbaar ongeveer achter de rug zijn, laten toe de vertraging bij aankomst in Halle tot 4 minuten te beperken. En nog dit: graffiti en het ruimen ervan hebben de gele streep boven de eersteklasafdeling van stel 803 volledig onzichtbaar gemaakt. Geen wonder dat ook hier reizigers verkeerd zitten, al is dat op deze verbinding schering en inslag.
De treinlectuur. Carmen KORN, Zeitenwende. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Als vegetariërs en consorten weigeren vlees te eten, mogen ze dan wel nog planten eten? Dat zijn toch ook levende organismen? En zo zal het mensdom verdwijnen door versterving en verhongering, wat dan weer een oplossing is voor de milieuproblematiek…
Uitgedrukt… Ne pei me' nen 'oed, es veu alles goed. Een vent met een hoed, is voor alles goed.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In 2022 verscheen een lijvige, vernieuwde topogids van GR 128, de Vlaanderenroute. Die doet haar naam in twee opzichten alle eer aan: ze loopt inderdaad van west naar oost door Vlaanderen, van Heuvelland tot Voeren, en ze is een typische Vlaamse GR: echt heel mooie stukjes worden afgewisseld met lange deeltrajecten door recente en minder recente verkavelingen en dat is nu niet meteen wat je van een GR verwacht. We kwamen met onze beoordeling dan ook niet verder dan 13/20 en zelfs dat mag een gevleide quotering genoemd worden voor deze 18 km lange tocht tussen Deinze en Sint-Martens-Latem. Het is een tocht van kunstenaarsdorp naar kunstenaarsdorp (ziekaartje) en het zijn zeker niet de dorpskernen die tegenvallen. De TWQ bedraagt 41%, stuk voor stuk erg aangename veld- en voetwegen, op het soort jaagpad langs de Leie net buiten Deinze na: de platanen aan beide zijden moesten wedijveren met de veel te brede betonweg. En dat was echt niet het laatste beton…
Naar verluidt zou het afsnijden van een Leie-arm hier een winst van 3 km hebben opgeleverd. Hoeveel wateroverlast dit tegenwoordig veroorzaakt, is minder bekend.
Maaigem, maar maai mei niet en dus kan het fluitenkruid hier welig tieren, gelukkig…
Het weer. Onverwacht goed wandelweer, weliswaar zwaar, maar mooi bewolkt, bij een aangename temperatuur net onder de 20°.
Hoe we er geraakten. De heenreis was gemakkelijk: één overstap in Brussel-Zuid op de IC naar Kortrijk via Gent. Voor de terugreis moesten we een beroep doen op buslijn 34 Wetteren - Gent - De Pinte en sinds de invoering van de basisbereikbaarheid rijdt die alleen tijdens de spits. Een overstap in De Pinte leek ons aangewezen, al loopt het met de stiptheid van de bussen van De Lijn "stilaan" de spuigaten uit. Zie verder.
Een beetje geschiedenis. Eerst dit: dit is geen wetenschappelijke studie, eerder een oprisping nadat ik vandaag voor het eerst echt ervaren heb wat de basisbereikbaarheid voor bepaalde dorpen betekent. Om echte geschiedenis te schrijven zou ik om te beginnen al moeten verantwoorden waarom ik bepaald de 3 besproken jaren heb geselecteerd. En verder zou ik echt wel grondiger op de eigenlijke dienstregelingen moeten ingaan. Tegenwoordig is dat een hele klus, want anders dan de TEC is het onmogelijk om bij De Lijn dienstregelingen voor alle perioden en alle dagen van de week in één keer te downloaden. En nog: ik beperk me tot de halte Palepelstraat omdat die ons vandaag interesseert.
Komaan dus. In 1981 reed er een bus van Gent naar Deinze: lijn 254, oorspronkelijk een aanvullende buslijn van de NMBS. In de handen van de NMVB veranderde er weinig: het centrum van Sint-Martens-Latem werd niet aangedaan, de bus bleef op de hoofdweg (de N43), een soort basisbereikbaarheid avant la lettre. De dichtstbijzijnde halte ligt op een goeie kilometer van het dorp. Op weekdagen is er een uurdienst tijdens de spits, op alle andere momenten is er een twee-uurdienst.
Met de basismobiliteit verbetert de bediening grondig: de halte Palepelstraat wordt nu bediend door de lijnen 34, 35 en 36. Op de hoofdweg rijdt lijn 77. Door combinatie van de lijnen 34 en 35 ontstaat een halfuurdienst met Gent. Het eindpunt van deze lijnen is trouwens… Sint-Martens-Latem (Hoge Kouter).
En nu is er de basisbereikbaarheid. Lijn 34 is dan wel in naam gebleven, maar voor Sint-Martens-Latem blijft er alleen een spitsbediening over, met De Pinte. Uiteraard is er niets meer tijdens de daluren en tijdens de weekends. Lijn 77 blijft op de N34 rijden, maar alleen van maandag tot zaterdag.
Voor al die momenten buiten de bediening door lijn 34 is er een flexbus.
Wie in de regio woont, wordt hartelijk uitgenodigd om aan te vullen waar nodig.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557 (S FSR)
08:57 09:07
stipt
08070 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Deinze
0430 (IC LK)
09:36 10:21
+6
1846 (FSD) - 61069 (LK)
M6
controle: N
-
Sint-Martens-Latem - De Pinte
[34]
16:18 16:30
+17
ab2068
VDL Bus&Coach Citea SLE
Destelbergen
De Pinte - Brussel-Zuid
0416 [IC GWK)
16:44 17:24
+10
1831 (FSD) - 61074 (LK°
M6
controle: J
Brussel-Zuid - halle
3239 (IC LK)
17:47 17:59
+4
76092 (FML) - 73124 (FML)
M7
controle: N
En wat we beleefden.
Het begint al in Halle: we willen IC 3207 nemen, maar dat is zonder een gestoorde overweg in de buurt van Leuze gerekend: de eerst nog stipte trein heeft plots een dik kwartier vertraging. We beslissen dan maar S 1557 te nemen en die rijdt op tijd, zodat we voor de rit naar Brussel-Zuid nog twee digitale lijntjes op de KeyCard moeten invullen. Zo jaagt de NMBS de reizigers die te goeder trouw zijn nu al op extra kosten. (Overigens is de gestoorde overweg op lijn 94 maar een peulschil in vergelijking met de complete ontregeling van lijn 124, waar een wissel nukken vertoont…) S 1557 is nog wat drukker dan gewoonlijk, want voor de tweede keer op enkele dagen tijd is IC 1907 afgeschaft - die 1557 heeft dus ongetwijfeld wat extra reizigers opgepikt in Edingen. Achteraf blijkt dat we met de 3207 nog net de aansluiting gehaald zouden hebben. IC 430 zou op tijd kunnen vertrekken, ware het niet dat er plots een groep opduikt van zo een 80 jongelui, die nu allemaal door één deur moeten instappen: +3 is het verdict. Het is blijkbaar weer volop tijd voor sportdagen en schooluitstappen. Bovenop de 3 minuten komen er nog 4, want Gent-Sint-Pieters binnenrijden lijkt ook geen sinecure. Uiteindelijk zullen we in Deinze aankomen met 6 minuten vertraging.
De bushalte van de terugreis heet wat vreemd Palepelstraat. We opteren eerst voor een verbinding via De Pinte (om 16:18), maar die bus maakt een kwartier vertraging in Gent en daar gaat blijkbaar geen minuut meer af. Met 14 minuten overstaptijd ziet het er niet goed uit en dus schakelen we over op plan B via Gent. Die bus zou moeten vertrekken om 16:13 en uiteraard hebben we in Gent meer mogelijkheden om naar Brussel te sporen. Maar daar denkt De Lijn anders over: ook hier kan een bus afgeschaft worden, zonder melding, al is het zo dat de bus geen gps-gegevens heeft, wat altijd verdacht is. Wij schakelen dus opnieuw over op plan A en dat is meer dan wat die 2 andere wachtende reizigers kunnen doen. Onze bus naar De Pinte haalt uiteindelijk met 17 minuten vertraging de halte De Pinte Station Florastraat vanwaar het nog een minuut of drie stappen is tot aan het perron 4. En dan, héhé, lacht het lot ons toe. IC 416 is dan wel ongeveer op tijd in Kortrijk vertrokken, maar heeft ondertussen 8 minuten vertraging opgelopen, zodat we toch nog zoals voorzien overstapvrij naar Brussel kunnen. Dat de trein uiteindelijk zelfs met 10 minuten vertraging in Brussel-Zuid aankomt, wordt ruimschoots gecompenseerd door de gehaalde aansluiting in De Pinte. Blijft nog het ritje met IC 3239: sinds deze week rijden alle treinen opnieuw tussen Brussel en Halle, maar nu krijgen de treinen richting Halle extra minuten toebedeeld: er wordt nog altijd gewerkt aan een volledige spoorvernieuwing. We zitten nog even achter S 3688 die onverwacht met 10 minuten vertraging opgescheept geraakt is in Vorst-Zuid. We gaan hem op tegenspoor voorbij. Eindbilan: 4 minuten bij aankomst in Halle.
Ik heb in deze tekst 7 keer het woord vertraging gebruikt… Verder geen commentaar, ik heb het er echt niet om gedaan.
De treinlectuur.
A.F.Th. van der HEIJDEN, Stemvorken. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Bij De Lijn zijn er meer afgeschafte dan elektrische bussen…
Uitgedrukt… Zjamaar geivn…stevig doorwerken, zich haasten. Geivn is uiteraard geven, maar waar die zjamaar vandaan komt? Zj moet je hier trouwens uitspreken als in Judge, de eerste j.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Sinds we zo een 50 jaar geleden begonnen met het stappen van GR-routes is het GR-net zo uitgebreid dat het allengs onoverzichtelijk is geworden. Dat verklaart waarom we vandaag op onze 11.3 km lange tocht langs de GR 563 Herve, van Dalhem naar Saive, onafgebroken ook op de GR 5 hebben gestapt. En dat alles ten overvloede bewegwijzerd met telkens wit-rode en geel-rode merktekens. Niet dat het ons verveelde, hoor. De TWQ bedroeg 56%, niet onaardig, en vooral de voortdurende afwisseling tussen verhard en autovrij, maakte dat het een aangename wandeling werd, langs dorpjes als Feneur en Saint-Rémy, met blijkbaar alomtegenwoordige beken die zich naar de Maas haasten en vooral door het erg mooie Domaine de la Julienne; die Julienne is trouwens een van de genoemde beekjes. En we kwamen ook bij de tragische tramtunnel van Dalhem, die het enthousiasme van de treintrambusdag van 1997 serieus drukte. Ik heb me trouwens verbaasd over de hellingsgraad waar de stoomlocs tegenop moesten; geen wonder dat de naar beneden razende tramrijtuigen ontspoorden. Hetkaartjebijhorend gpx-bestand.
Het weer. Echt schitterend wandelweer, bij een zeer aangename 20° en met nauwelijks wolken.
De stafkaarten. 42/3-4 Herve (2019)
Hoe we er geraakten. Dalhem ligt tussen Visé en Liège en wordt bediend door lijn 67 die beide steden met elkaar verbindt. We kozen voor een overstap in Visé: zo konden we een overstap van buslijn 140 op buslijn 67 in Jupille alvast voor de heenreis vermijden én het alternatief daarvoor: naar de Place Léopold sporen (in de buurt van Liège-Saint-Lambert).
Een beetje geschiedenis. Ik heb het eerder al gehad over buslijn 67 (zie bijdragen van 15.02.2023 en 10.08.2023 ) en ik wil vandaag volstaan met foto's van een monument en van een van de zeldzame tramtunnels in ons land. Vergelijk de pracht en praal van toen met de toestand van De Lijn vandaag.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207 (IC FSN)
09:02 09:14
+2
76051 (FML) - 73072 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0508 (IC REP)
09:55 10:59
stipt
1850 (FSD) - 73007 (FSD)
M7
controle: J
Liège-Guillemins - Visé
16833 (S MT)
11:08 11:25
stipt
302 (NK)
mr80 - Break
controle: J
Visé - Dalhem
[67] (Liège)
11:51 12:07
stipt
ab5667
Solaris Urbino 12 Hybrid
Robermont
-
Saive - Jupille
[67] (Liège)
15:32 15:50
+5
ab5661
Solaris Urbino 12 Hybrid
Robermont
Jupille - Liège
[140] (Liège)
16:22 16:42
stipt
ab5003-08
Mercedes Citaro LE
Leonard Travel
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0539 (IC FSD)
17:01 17:49
stipt
1820 (FSD) - 73031 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1939 (IC FTY)
18:01 18:25
+1
1869 (NK) - 61032 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden. Bijna waren we in de 9-uurval van het seniorenbiljet getrapt: we konden nog gemakkelijk mee met de IC van 8:57, maar mijn vrouw dacht er nog net op tijd aan dat we dat niet mochten met ons seniorenbiljet. En dus werd het toch de IC van 9:02, die gelukkig niet overvol zat - het was nu eenmaal een brugdag, ook al was de vorige IC afgeschaft. We hadden ons trouwens op een erg ruime overstap in Brussel-Zuid voorzien en zo konden we nog even meegenieten van de manier waarop de NMBS treinreizigers tegenwoordig onthaalt: de IC naar Blankenberge rijdt met 5 i.p.v. 11 rijtuigen, de IC naar Luxemburg is beperkt tot Ciney en die naar Turnhout tot Lier. Die vertrekt trouwens ook al uit Brussel-Zuid i.p.v. Binche en dat is de reden waarom wij zo ontiegelijk vroeg uit Halle vertrekken. De rit naar Liège-Guillemins verloopt wel zonder ergernissen, maar de S naar Visé is wat anders. In de eersteklasafdeling van de break gok ik dat 17 reizigers niet in eerste klas thuishoren. En ja hoor, meteen na vertrek komt de tbg: drie grieten moeten verhuizen en meteen volgt er een formidabele leegloop van de eersteklasafdeling. We blijven nog met 4 over, en eerlijk, het waren er maar 16 i.p.v. 17. Twee jongelui proberen er zich uit te praten, hoewel ik zelf even voordien nog gehoord had dat ze tweedeklasplaatsen hadden. De tbg wijst er hen laconiek op dat je maar even moet rondkijken om driemaal het cijfer 1 te zien. Hij voegt er nog aan toe dat dat in tweede klas een twee is… Maar kom, de rest van de rit verloopt zonder verdere ergernis en eerlijk gezegd: ik kan tbg's soms ongenadig schoffelen, maar voor deze neem ik mijn petje af. Overigens doe ik niet mee aan die belachelijke mode van senioren die petjes dragen…
In Visé, waar naar verluidt plannen bestaan om het station opnieuw in te planten op de site waar het lang geleden lag, hebben we ook al veel tijd. De Pam-Pam, waar Peumans nog eens op zijn gezicht kreeg, lijkt definitief gesloten. Geen koffie dus. De bus van lijn 67 staat aan de halte Visé Place des Déportés van een zalige rust te genieten. Maar de bus vertrekt stipt en komt ook precies op tijd aan bij de halte Dalhem Château. De GR passeert vlakbij.
Uit Saive nemen we een bus van dezelfde lijn 67 en die zit aardig vol. Het is zo een bus die duidelijk zo veel mogelijk reizigers staande moet vervoeren, weinig geschikt voor wat grotendeels een plattelandslijn is. Toch vinden we allebei nog een plaatsje: ik zit naast een knaapje op zo een anderhalve zitplaats maar hij is vanzelf smal en zelf ben ik ook niet uitgebouwd in de breedte. Zijn moeder is ongetwijfeld lek: al dat metaal dat gaatjes heeft gemaakt tot in haar lippen toe en de prikken van de tatoeages doen het ergste vermoeden. Bescheiden als ik ben kan ik niet opmaken wat de zwarte tekeningen allemaal moeten uitbeelden. En dan vergis ik me: op de website is voor lijn 67 een omleiding voorzien in Jupille, maar vermoedelijk heb ik de loop van de busrit te vroeg afgedrukt, want van omleiding is er geen sprake meer. (Dat was vanmorgen ook al het geval in Visé.) En dan sla ik aan het improviseren: wist ik veel dat de halte Jemeppe Demeuse een eindje uit elkaar liggen voor de lijnen 67 en 140. Die laatste moet ons naar de Guillemins brengen. Maar we zouden de krappe aansluiting van 2 (twee!) minuten toch niet gehaald hebben. Ook de bus van lijn 140 zit goed vol. Ook nu moet ik weer naast een jongetje plaats nemen, gebruik makend van de schaarse overblijvende zitplaatsen. De bus komt wel op tijd aan.
IC 539 moet ook enkele jeugdgroepen meenemen en dat is blijkbaar genoeg voor 2 tieners om in eerste te komen zitten. Ik spreek er hen op aan, al had ik de avond voordien van Pedro Elias in Amai zeg wauw gehoord dat enkele keren diep in - en uitademen in zo een geval voor innerlijke rust kan zorgen. Ze beweren dat er nergens nog plaats is in tweede klas maar ik weet wel beter; vooraan waren de eerste vier rijtuigen zo goed als leeg en de ervaring wil dat ook de achterste rijtuigen nog veel plaatsen bieden. Ze willen wel weten waarom ik vraag of ze weten dat ze in eerste klas zitten en ik zeg dat ik een sterk vermoeden heb. (Spijtig genoeg ben ik zo een geval weinig alert, want eigenlijk hadden ze al meteen toegegeven dat ze in tweede gezocht hadden.) Ik had geen zin om verder te discussiëren en dat was ook niet nodig, want minder dan een minuut later verscheen de tbg en het duo kraste meteen op, niet zonder een venijnige blik in mijn richting. Overigens krijg ik een complimentje van de tbg omdat ik zo handig omspring met mijn biljetten in de NMBS-app. Achteraf bekeken is dat een vals compliment, want je denkt er zo bij: voor jouw leeftijd. Maar ik ben al blij als ik een controlerende tbg zie. Een kinderhand is gauw gevuld, al is dat foute beeldspraak in mijn geval. Ook deze trein blijft stipt rijden. En ook de aansluitende IC 1939 zal ons bijna op tijd naar Halle brengen. We zitten in rijtuig 61032, met littera FHS (Hasselt) maar dat verwonderde me wel sterk: de rest van de trein bestond gewoon uit rijtuigen van FBMZ (Brussel-Zuid) en die 61032 zal dus wel overgekomen zijn van Hasselt nu de M7 daar meer en meer hun opwachting maken.
De treinlectuur. A.F.Th. van der Heijden, Stemvorken. Charles Dickens, Onze wederzijdse vriend.
Beide boeken wegen samen 2.241 kg, maar voor je het weet sta je ergens een paar uur stil… En er zjn er ook die hun rugzak bij wijze van extra last vullen met stenen, als training…
Vroeger lachten we met Brusselaars als die à l'improviste en en stoemelings van het Nederlands naar het Frans changeerden. En dus vind ik dat we nu ook maar moeten lachen met al die Nederlandstaligen die te pas en te onpas hun talige onkunde etaleren door hun zinnen te doorspekken met al dan niet correct Engels.
Uitgedrukt… Dat bijt in zijn been… (Da batj in zen bien): dat kan hij niet verdragen, daar heeft hij het moeilijk mee. (Met dank aan Frans Peetrmans zaliger, auteur van Gooikse woordenboeken en verhalenbundels.)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Trouw aan onze traditie om het lot te laten beslissen over onze bestemmingen - telkens voor een jaar, met een jaarprogramma, dus - en om langeafstandspaden systematisch af te werken, stappen we vandaag langs de GR van Waas- en Reynaertland van Nieuwkerken-Waas naar Melsele. Dat is een tamelijk vlakke tocht van 15.6 km, met de ingrediënten van een Vlaamse GR, waaraan we stilaan gewend zijn geraakt: je loopt af en toe door sprookjesachtig mooie bossen en velden en als het kan langs goed onderhouden kastelen en hoeven, maar vroeg of laat moet je toch weer door woonwijken waarmee men het grondgebied van steden en gemeenten stelselmatig heeft uitgebreid. Het zijn niet eens de echte gemeentekernen die lelijk uitvallen, maar vooral al die woonwijken waar de hard werkende Vlaming een onderkomen heeft gevonden. En dat is ironie. De TWQ bedraagt 47%, met enkele echt mooie veld- en boswegen, maar als geheel valt dit stukje GR toch wat slapjes uit, al is het onmiskenbaar zo dat de ontwerpers hun uiterste best hebben gedaan om voor afwisseling te zorgen. Defoto'smogen aantonen dat het lang niet allemaal kommer en kwel was. Interessante punten waren bijvoorbeeld het fort van Haasdonk, het Hof ter Saksen, het Hof ter Welle en het Kasteel Cortewalle.
Het Kasteel Cortewalle.
De prachtige dreef van rode beuken die naar het Hof ter Saksen leidt.
Ophet kaartjekun je zien hoe ideaal deze GR zich rond spoorlijn 59 kronkelt. Ze zou dus niet misstaan alsGroene Halte.
Het weer. Een mooie lentedag (24°) met weinig of geen bewolking maar wel een bijna voortdurend gesluierde zon door de hoge luchtvochtigheid.
De stafkaarten. 15/1-2 Beveren (2018) - 15/5-6 Sint-Niklaas (2018)
Hoe we er geraakten. Eén mei is nog altijd een feestdag en dus is het aanbod beperkt, zeker tussen Halle en Brussel, waar het Infrabel heeft behaagd om het treinaanbod drastisch te beperken: het aantal IC's is gehalveerd, van de 3 S-treinen blijkt er maar één meer over. We moeten het dus stellen met 1 IC en 1 S-trein, aangevuld met 2 bussen van de NMBS naar Brussel-Zuid. Dat zou vandaag niet al te veel invloed mogen hebben: die ene IC geeft een prima aansluiting met de IC naar Antwerpen-Centraal en in Berchem kunnen we dan weer vlot overstappen op de S-trein naar Gent-Sint-Pieters. Voor de terugreis hebben we het omgekeerde scenario uitgedacht.
Een beetje geschiedenis. Op 16 augustus 1981 stapten we in Melsele het Schaliënhuispad. En uiteraard gingen we daar ook met de trein naartoe. Hedendaagse treinen vind je als je hierboven op foto's klikt, maar ik liet me in 1981 ook niet onbetuigd als treinfotograaf.
Ms 698 als 3905 Antwerpen-Centraal - Kortrijk in Melsele.
Ms 635 als 8862 Antwerpen-Centraal - Sint-Niklaas in Melsele.
Ms 508 als 3912 Kortrijk - Antwerpen-Centraal lijn 59 kp 10.7.
Ms 810 als 1765 Roosendaal - Oostende lijn 59 kp 12.9
En ik kan het me ook niet laten om onze verplaatsing uit die tijd even op te roepen.
Halle - Brussel-Zuid
2411
11:18 11:30
stipt
265 (NK)
Brussel-Zuid - Antwerpen-Berchem
0610
11:39 12:14
stipt
024 (FSR)
Antwerpen-Berchem - Melsele
8862
12:17 12:32
stipt
635 (MKM)
-
Melsele - Antwerpen-Berchem
8815
16:06 16:20
stipt
768 (FSR)
Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord
5566
16:26 17:11
stipt
834 (FSR)
Brussel-Noord - Halle
2717
17:22 17:41
stipt
5129 (FTY) - 43288 (FSR)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1907
08:37 08:48
+1
1907 (NK) - 61060 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Antwerpen-Berchem
3108
08:59 09:46
stipt
08587 (GCR)
mr08 - Desiro
controle: J
Antwerpen-Berchem - Nieuwkerken-Waas
0681
10:00 10:22
stipt
08153 (FML)
mr08 - Desiro
controle: J
-
Melsele - Antwerpen-Berchem
0664
15:46 16:00
+7
360 (FSD)
mr80 - Break
controle: N
Antwerpen-Berchem - Mechelen
3137
16:14 16:30
+18
1912 (NK) - 61038 (FCL)
M6
controle: N
Mechelen - Halle
3388
17:05 18:15
stipt
08203 (FSR)
mr08 - Desiro
controle: J
En wat we beleefden. Het wordt een vlotte heenreis, al is het al desiro wat de klok slaat. Het gebeurt niet zo vaak dat we overal stipt aankomen en vertrekken - op dat ene minuutje tussen Halle en Brussel na. En voorbij Melsele hebben we nog een aangename babbel met een treinbegeleidster die duidelijk niet tegen haar zin werkt - én haar job doet.
De terugreis ziet er wat anders uit: het regent storingen (ik tel er acht in totaal op Hyperrail) en als er één opgelost raakt lijken er 2 andere in de plaats te komen. We zuchten vandaag dan ook onder tropische temperaturen… Wij zullen alvast de volle laag krijgen: de S-trein pikt ons nog op tijd op in Melsele, maar net voor Antwerpen-Berchem staan we 7 minuten stil, door een treinstoring die het aantal sporen in Berchem beperkt. Met die 7 minuten is er voor ons nog geen probleem, maar er zijn ook problemen op lijn 25: de IC zal niet stoppen in Mortsel-Oude-God maar in Mortsel-Liersesteenweg, m.a.w. we krijgen wat sightseeing langs lijn 27 aangeboden en dat helemaal gratis. IC 3137 vertrekt evenwel met 11 minuten vertraging: dat waren er eerst 5, dan 7 en uiteindelijk dus 11, want een Eurostar moet eerst door. En dan kan de vertraging alleen maar groeien: Liersesteenweg +15, Mechelen-Nekkerspoel +19. Dat we één minuutje winnen in Mechelen doet niet meer ter zake: de aansluiting met die ene IC in Brussel-Noord zullen we mogen vergeten. En om één van de NMBS-bussen te nemen hebben we geen zin, zoals al die andere reizigers die om die reden afhaken. Wel een oplossing kan een overstap in Mechelen bieden, op S 3388, die via lijn 26 naar Halle rijdt. In kilometers is dat niet eens een grote omweg, wel in tijd. De tbg geeft onze digitale biljetten een digitale knip zonder verpinken, maar komt wat later toch terug voor een babbel, want hij vindt dat we wel erg lang onderweg zullen zijn naar Halle. Ik leg hem uit hoe we op lijn 26 terechtkomen. Terloops geef ik ook nog even mee dat ik ooit een fervent treinreiziger ben geweest, maar dat dat de laatste jaren wel erg veranderd is. Hij zegt dat hij me begrijpt. Uiteindelijk komen we i.p.v. om 17:23 in Halle aan om 18:15. Mijn vertrouwen in het OV kan niet meer stuk: het is allang stuk…
De treinlectuur. James BALDWIN, Tell me how long the train's been gone Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Ik geef het toe, ik volg Thuis, ook nu de soap evolueert naar een nog te definiëren genre. Wat opvalt: in de begingeneriek zijn de koppels zo goed als verdwenen. Tja, wat Thuis lijkt te propageren is blijkbaar een erg toxische levensstijl die vaak tot veel ellende leidt…
Uitgedrukt… Zê meutn es oaveregt gekommen. Vertaald: zijn (mannelijk) kalf is averechts gekomen, m.a.w. het is allemaal anders gelopen dan hij gehoopt/verwacht had.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Uit 1996 moet ze dateren, deze Carte des promenades de Verviers et environs. We stapten wandeling 12 Vervierfontaine - Louveterie - Vervierfontaine, een lus van iets meer dan 7 km, met een TWQ van 58%. Ze scoorde dan ook hoog in onze ogen: 17.5/20, dankzij erg mooie bostrajecten, met o.m. een tocht door de vallei van de Ruisseau de Borchène. We kwamen ook langs een merkwaardige boom, al kan ik niet garanderen dat die er over enkele jaren nog staat: de Clawé Fawe, een zogenaamde spijkerboom, waar voorwerpen in genageld worden in een soort heidens offermoment. Van die Louveterie moet je niet te veel verwachten: het kasteeltje staat te ver om voor deze wandeling van betekenis te zijn. En op dekaart lezen we Vervierfontaine, maar ik heb de indruk dat Vervifontaine vaker voorkomt. En mocht je Vervifontaine op internet zoeken: zowat alle hits verwijzen naar een brouwerij die hier al een tijdje uit de running is, maar het bier lijkt hier en daar nog te koop…
Het weer. Licht tot half bewolkt, met mooie cumuluswolken, die deden wat je ervan kunt verwachten: de eentonigheid van het eindeloze blauw doorbreken. Wel enigszins fris.
De stafkaarten. 43/5-6 Limbourg (2019)
Hoe we er geraakten. Het gehucht Vervifontaine (enkele huizen, niet meer) wordt enkele keren per dag bediend door lijn 390 Verviers - Rocherath, aangevuld met schaarse ritten van lijn 393. Met de rit van 9:45 uit Verviers konden we min of meer hopen dat we rond de middag al terugkonden, zonder al te veel wachttijd.
Een beetje geschiedenis. Buslijn 390 staat vrij regelmatig op ons programma, dat nu onderhand toch een periode van 50 jaar bestrijkt. Ik had het er eerder al over ineen bijdrage van september 2023, toen we het hele traject Verviers - Rocherath aflegden en zelfs toen verwees ik al naar nog vroegere bijdragen over deze buslijn. Allen daarheen!
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3406
07:21 07:32
+3
1895 (NK) - 61050 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central
0506
07:55 09:21
stipt
1852 (FSD) - 73025 (FSD)
M7
controle: J
Verviers - Jalhay
[390]
09:45 09:58
+6
ab5010-42
Mercedes Citaro LE
Satracom
-
Jalhay - Verviers
[390]
11:58 12:12
+3
ab5010-42
Mercedes Citaro LE
Satracom
Verviers-Central - Brussel-Noord
0535
12:38 13:49
stipt
1806 (FSD) - 73017 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3784
13:52 14:20
stipt
08166 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Het wordt misschien wat eentonig, maar veel valt er niet te melden. We zijn gelukkig vroeg genoeg om de 3406 te nemen, waar comfortabel veel plaats op is; dat zit anders met de 1706, vandaag nog maar eens met 4 rijtuigen i.p.v. 10. Ook over de rit met de 506 valt weinig te melden, behalve dat het rijtuigenstel op een of andere manier gedraaid is: de M7-rijtuigen hangen vooraan i.p.v. achteraan. Er wordt wel correct meegedeeld dat de eersteklasplaatsen zich in vierde, vijfde en zesde positie bevinden. Op wat vertraging in de NZV na, verloopt de rit merkwaardig stipt.
Als je rond 9:30 een tiental wandelaars ziet samentroepen bij de bushalte Verviers Gare Centralekun je er donder op zeggen dat die naar de Venen trekken, met de 390. Onderweg groeit het groepje trouwens nog aan. Wij zijn de vreemde eenden in de bijt die niet naar de Venen moeten, maar uitstappen bij de halte Vervifontaine, echt in het midden van nergens, je moet het maar eens opzoeken op StreetView. Voor de terugrit hebben we trouwens dezelfde bus en dezelfde chauffeur, die vindt dat we snel terug zijn. En toch hebben we er een schitterende wandeling op zitten. Deze bus zit trouwens niet vol met wandelaars, maar met een gewoon buspubliek: 20 reizigers die waarschijnlijk allemaal een betere frequentie willen voor deze buslijn. Vermoedelijk komt die er nog wel, maar ik vrees dat dit ten koste zal gaan van de verbinding met Rocherath. De TEC heeft zo een eigen versie van de basisbereikbaarheid…
We hebben tijd voor een koffie in de Coffee Beanz die de plaats hebben ingenomen van het buffet en nog enkele andere zaken later. De koffie en de omgeving smaken!
De treinreis terug is zo mogelijk nog probleemlozer dan de heenreis. Wel eigenaardig: vanmorgen maakte ik 2 ritten aan op een RailPass en uiteraard moest ik er 2 nieuwe activeren voor de terugreis. De app slaagt er niet in die op een logische manier te plaatsen: de ritten Verviers - Halle komen op positie 1 en 4 terecht. Je moet dus niet te snel panikeren als je hiermee geconfronteerd wordt. De S-trein naar Halle slaat de stop in Buizingen over: dat is zo voorzien in het kader van de grootscheepse werken tussen Halle en Brussel. Waarom dit zo nodig moet? Iemand zal het wel weten…
De treinlectuur. Joël DICKER, La Vérité sur l'Affaire Harry Quebert. Een Zwitser die in het Frans schrijft over 2 Amerikaanse schrijvers, van wie één verwikkeld raakt in een onfrisse zaak. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Politici kennen echt geen schaamte meer…
Uitgedrukt… De varkens hebben stro in hun bakkes. Gezegd als je iemand ziet met een dikke sigaar…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De naam Geminiacum gaat terug tot Livius: het was een knooppunt op de heerbaan Bavai - Keulen. Wij stappen vandaag geïnspireerd door een moeilijk te lezen wandelkaart die ik ooit op internet vond in Pont-à-Celles. We volgen het verlengde circuit 14, waar ter plekke niets van terug te vinden is. Vermoedelijk was de kaart een eerste poging om het gebied voor wandelaars te ontsluiten en is men later opnieuw van nul begonnen, want hier en daar zijn er verwijzingen naar wandelpaden die niet op de internetkaart voorkomen. Maar wees gerust,met dit kaartjekom je nergens in de problemen. We stapten iets meer dan 10 km, voor 28% over onverharde veld- en voetwegen. Ook de verharde wegen lopen trouwens veelal door een landbouwlandschap met mooie vergezichten, langs soms indrukwekkende hoeven. We quoteerden 15.5/20, wat er toch op wijst dat dit een waardevolle trofee is aan onze wandelkroon.
Het weer. We waagden het er maar op, want op enkele buitjes na zou het droog moeten blijven. Toen we net voor we uitstapten nog even de buienradar bekeken, was het toch wel even schrikken: er leek regen op te stomen richting Henegouwen en inderdaad, na een tijdje kregen we een horizon met vele tinten grijs. Toch bleef het droog tot het einde en met een temperatuur die geleidelijk boven de 20° zou stijgen, leek het wel een echte lentedag te zijn.
De stafkaarten. 46/3-4 Pont-à-Celles (2020)
Hoe we er geraakten. We konden kiezen tussen een verbinding met 1 of 2 overstappen. Twee overstappen waren nodig als we via Brussel en Luttre zouden reizen, maar de verbinding met 1 overstap was toch de aantrekkelijkste, al was het maar omdat we op die manier over de door ons lang niet meer gebruikte lijn 117 konden sporen.
Een beetje geschiedenis. Oudere lezers herinneren zich ongetwijfeld het station Luttre-Pont-à-Celles op lijn 124 Brussel-Charleroi, dat ondertussen al vele jaren gewoon Luttre heet. De huidige halte heette toen Pont-à-Celles-Nord. Het is vermoedelijk de N die terugkomt in de telegrafische afkorting FPN. Als je op de spoorwegconstellatie voortgaat, zou je kunnen denken dat Luttre de centrumgemeente is, maar eigenlijk is Luttre niet meer dan een deelgemeente van Pont-à-Celles. Ik heb me nog eens beziggehouden met een soort facsimile van de dienstregeling in 1974, maar ik heb het deze keer iets handiger aangepakt. Als je de link onderaan aanklikt zou je de dienstregeling in een leesbare vorm moeten terugvinden. Zoals je merkt, hadden de treinen in de richting Luttre allemaal dat station als eindpunt, in de andere richting reden de treinen veelal naar Braine-le-Comte of Mons. De opmerkelijkste trein was de 9801 van 7:20 die om 5:07 vertrok in Tournai en onderweg alle halten en stations bediende, behalve Vaulx en Boussu-Haine. Ik heb deze lijn (en alle andere lijnen van het NMBS-net) vele jaren bereden in het kader van mijn jaarlijkse netverkenning en misschien is het interessant om de samenstellingen van de genomen treinen eens onder de loep te nemen. Wat dacht je bijvoorbeeld van de 7158 met de 6046 van Saint-Ghislain en als rijtuig M1 43035 van Mons? Of op 8.11.1979 de 7159 met 6300 (Tournai) + 43009 (Mons); op 25.07.1979 de 7160 met 6034 (Saint-Ghislain) en 43022 (Mons); op 25.07.1979 mw 4508 (Haine-Saint-Pierre) met de 7162; 4501 (ook Haine-Saint-Pierre) met 7165 op 01.07.1979. De eerste keer kon ik elektrisch rijden met mr 649 (van Stockem!) op 21.10.1980 (7163). Duidelijk is dat op enkele jaren tijd treinen die in 1974 nog met TT (of TA) reden, later ook met gesleepte treinen uitgebaat werden.
De verbinding.
Halle - La Louvière-Centre
3430
09:44 10:19
stipt
807 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: J
La Louvière-Centre - Pont-à-Celles
4259
10:29 10:57
stipt
08039 (GCR)
mr08 Desiro
controle: J
-
Pont-à-Celles - La Louvière-Centre
4285
14:01 14:31
stipt
0972 (GCR)
City rail
controle: N
La Louvière-Centre - Halle
3414
14:44 15:19
stipt
838 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: J
En wat we beleefden. Tja, veel valt er niet te vertellen: de 4 genomen treinen reden maximaal met 1 minuut vertraging. Zo was er de 4285 die uit Pont-à-Celles vertrok met 1 minuut vertraging, als gevolg van een haperende vertrekprocedure, af te leiden uit het gsm-gesprek tussen treinbegeleider en treinbestuurder.
De treinlectuur. Joël Dicker, La vérité sur l'affaire Harry Quebert. Charles Dickens, onze wederzijdse vriend.
De verkiezingen komen eraan en dus ontdekken sommige politici weer het openbaar vervoer. Niet dat ze er ook gebruik van maken, maar om wat onrealistische plannen op het publiek los te laten, staan ze paraat.
En wat de voorstellen van Luc van Gorp betreft: mijn grootvader verwoordde het vele jaren geleden al als: als ze willen mogen ze me komen halen, maar achter hun kloten ga ik niet zitten…
Uitgedrukt… Hij is zijn vader gescheten, zij is haar moeder gescheten. Ze hebben elkaars streken geërfd. Veelal bij ons als: hij es zijn vorken geskeitn.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.