Op 27 september j.l. overleed mijn vader, Dries Leys. Hij werd 95 jaar.
Hij was naast leraar Nederlands (Don Bosco Sint-Denijs-Westrem) ruim 60 jaar organist en koorleider in de Christus-Koningparochie in Gent. Hij kreeg daarvoor het gouden ereteken van Sint-Bavo.
Meer dan 17 jaar dirigeerde hij het Gentse Jef Tinelkoor.
Met dat koor gaf hij o.a. kerstconcerten en blikte hij een LP in met kerstmuziek.
Hierbij een selectie uit het rijke kerstrepertoire van het koor en zijn dirigent.
Toondichter Jef TINEL (1885 - 1972) componeerde liederen, koorwerken en werken voor orkest, orgel en piano.
Als muziekleraar en directeur van de muziekschool in Maldegem componeerde hij heel wat liederen (zang en piano) voor kinderen en jongeren van zijn school.
Hij gebruikte daarvoor teksten van Vlaamse dichters zoals Vondel, Gezelle, Rodenbach of gedichten van zijn leraar en directeur van de Maldegemnse RMS Maurice Janssens of zelfs Zuid-Afrikaanse gedichtjes.
We kunnen deze liederen bundelen volgens thema: dieren, seizoenen, natuur, ...
Reeds enkele jaren organiseert componist-pedagoog-producent-hoboïst Wilfried Westerlinck in Antwerpen het meerdaags muziekfestival ,’Klankdomein’.
Zo ook dit jaar. Op 18, 19 en 20 oktober vond de editie ’24 plaats.
Westerlinck vindt altijd originele locaties. Voor deze editie mochten we naar het hotel Beaujean in Antwerpen trekken, naar de Muziekacademie in Mortsel en naar het kasteel Sorghvliedt in Hoboken. Op zich al boeiende excursies.
Maar natuurlijk is er veel meer.
Het is fantastisch hoe Wilfried Westerlinck elke keer een boeiend palet van Vlaamse muziek bijeen brengt. De eerste avond beluisterden we uitsluitend pianomuziek, meer bepaald muziek van Benoit tot DHoe en het hele stijlgamma ertussen. De tweede avond kregen we een uiterst gevarieerd bord voorgeschoteld vol piano-, viool, fagot- en fluitmuziek van alweer Vlaamse toondichters van Van Hoof over Ensor tot Vande Ginste. En op zondagnamiddag was er naast strijkkwartet, blokfluit, fluit en cello zelfs ruimte voor harp en live electronics met muziek gaande van Ryelandt tot Sluys. Klankdomein biedt een rijke waaier aan kansen voor de muziek van gevestigde namen uit ons eigen muziekverleden met componisten als Tinel, Mortelmans, De Jong, Durlet, Louel, Van der Eyken, Baeyens en Loncke maar ook van springlevende componisten zoals De Smet, Coryn, Cox, Nuyts, De Decker, Van Heertum, De Bleser, Valckenaers en natuurlijk Westerlinck zelf.
Zo is het voor het publiek zeer leerrijk en interessant om deze ‘oudere’ muziek te kunnen vergelijken met hedendaagse creaties.
Het feit dat de meeste jonge componisten zelf aanwezig zijn en zich kunnen presenteren voor het publiek geeft het concert een meerwaarde. En voor deze jonge musici is het een mooie kans om hun werk te laten kennen.
Maar er is nog iets wat Klankdomein zo belangrijk maakt. Er wordt een podium geboden aan jonge opkomende uitvoerders uit onze eigen contreien. Een kans om podiumervaring op te doen en om het publiek kennis te laten maken met hun virtuositeit.
Want inderdaad, virtuozen hebben we gehoord en gezien. Wouter Valvekens, Fem Devos, Brecht Valckenaers, Polina Chernova, Kiyota Izumi, Véronique Vanhoucke, en Lukas Huisman zijn stuk voor stuk verrukkelijke pianisten. We hoorden een subliem fagottentrio Helsen-Neyens-Opsteyn, een ravissante fluitiste Tille Van Gastel en een virtuoze violist Mihea Cocea. Het Amônkwartet, blokfluitist Geert Van Gele, cellisten Francis Mourey en Merel Van Hemelryck en het duo Baguet-De Decker zijn namen die we zeker nog zullen ontmoeten op onze concertpodia.
Klankdomein is op deze manier een soort laboratorium waar scheppende en uitvoerende componisten gevormd en gesteund worden.
Tussendoor gaven de gerenommeerde muziekkenners Bart Stouten en Eric Kerckhofs een korte lezing over narcisme in de muziek en de psychologische effecten van het luisteren naar muziek. Radio- en TV-commentator Fred Brouwers praatte de avonden vlot aaneen met boeiende weetjes over componisten en uitvoerders.
Een smakelijk hapje en drankje sloot elke keer het concert af.
Er zit duidelijk muziek in Klankdomein, in alle betekenissen van het woord. Hopelijk mag dat initiatief nog vele jaren doorgaan.
Daarvoor rekenen we in de eerste plaats op de kennis en ervaring van Wilfried Westerlinck, op de sponsors waaronder het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ) en het Fonds Valerius, maar zeker ook op het geïnteresseerde publiek. Onze Vlaamse componisten en uitvoerders verdienen het en het zal tevens een stimulans zijn voor de volgende generaties.
17-09-2024
Melodie in Dorische toon
Organist Carson Cooman voerde mijn 'Melodie in Dorische toon' uit. Een aangename verrassing....
Tussen 1923 en 1932 werkte Jef TINEL (1885-1972) aan een liedcyclus 'Het geestelijk jaar' op gedichten van Broeder Dorothé (Juliaan Bruneel, 1859-1926). Deze liederen bezingen de meste hoogtepunten van het kerkelijk jaar zoals Advent, Kerstmis, Driekoningen, Pasen, Pinksteren, Meilied, Allerheiligen....
Het zijn hoofdzakelijk liederen voor zang en piano. Enkele liederen werden uitgewerkt voor koor met of zonder orgel.
Zaterdag 27 juli 2024. Boxtel in Nederland. Het leek wel 11 juli. Een feestdag voor de Vlaamse beiaard- en orgelmuziek.
De Ieperse beiaardier - organist Ludo Geloen (°1962) concerteerde eerst op de beiaard van de Sint-Petrusbasiliek . Hij bracht zo een 45 minuten Vlaamse beiaardmuziek van de bovenste plank. We hoorden werken van A. Denijn, L.Blomme, E. Uten, J. Lerinckx, K. Van Ingelgem en C. Dubois. Verschillende stijlen en invalshoeken, volksliedbewerkingen en -parafrases en heuse uitgewerkte beiaardsuites en fantasieën. Geloen bespeelde met virtuositeit en verfijning de mooie beiaard van Boxtel. Heel het stadscentrum kon meegenieten van deze feestelijke frisse Vlaamse klanken.
Na dit beiaardrecital plaatste Ludo Geloen zich op de bank van het impressionante Smitsorgel in de basiliek. Alleen de aanblik doet overweldigend aan. En dan hadden we nog geen noot gehoord. Ook voor dit kleine uurtje had Geloen bewust gekozen voor bekende en minder bekende Vlaamse meesters. Een viruoze Fuga in C van Jef Tinel, een innige Psalm van H. Roelstraete, een hartverwarmende Fantasia van de 90-jarige C. Dubois, een modern klinkende Impressie van de onlangs overleden K. Van Ingelgem, een uitgebreide en monumentale Modale Suite van F. Peeters en een majestueuze Ite missa est van J.N. Lemmens. Ook in deze stukken toonde Geloen zich een virtuoos en meester in de registratie. Hij haalde alle mogelijke toonkleuren uit het orgel en liet de kerk daveren op haar grondvesten. Hemelse klanken, maar ook luid bazuinende tutti's. Als toemaatje kregen we nog een eigen improvisatie op de naam van een rijke weldoenster van de Boxtelse orgelconcerten die net in de voormiddag haar uitvaart had gekregen in de basiliek. Een waardig afscheid en eerbetoon voor deze dame en een mooie afsluiter van een geslaagd Vlaams concert.
De organisatoren maakten het mogelijk dat we zowel de beiaardier als organist in beeld kregen via een videomontage. We konden vaststellen hoe de uitvoerende musicus razendsnel met handen en voeten muziek produceert. Een Olympische discipline waardig.
Het hoeft dus niet gezegd dat deze 2 recitals een voltreffer waren en herhaling verdienen. Onze Vlaamse componisten klinken niet elke dag bij ons, laat staan in Nederland....
06-06-2024
Profane muziek voor gemengd koor
Vandaag ingebracht in het wettelijk depot van de KBR. Naast deze koorwerken kan je er ook de partituren van de orkest-, orgel- en pianowerken van Jef Tinel vinden. We werken aan een vervolg en willen ook andere bibliotheken deze partituren bezorgen zodat deze (hoofdzakelijk) onuitgegeven werken toch verspreid en uitgevoerd geraken....
In 1907 was Jef Tinel (1885-1972) afgestudeerd aan het Lemmensinstituut te Mechelen en was hij laureaat orgel, harmonie, contrapunt en fuga. Hij had er als leraars o.a. zijn oom Edgar Tinel en verder Aloïs Desmet en Oscar Depuydt. Rond 1910 - 1912 volgde hij privélessen compositie bij Leon Moeremans die doceerde aan het Gentse conservatorium. In 1910 (25 mei) componeerde Jef Tinel deze studie voor orgel: een oefening in contrapunt. Op dat moment was hij organist in Zele (Sint-Ludgerus). Nadien zou hij nog organist worden in Maldegem (Sint-Barbara), Sint-Amandsberg (H. Hart) en Gent (Sint-Stefanus, paters Augustijnen). Van 1936 tot 1944 was hij bovendien directeur van de muziekschool in Maldegem. Naast het dirigeren van koren en harmonieën, het orgel spelen en les geven componeerde hij talrijke liederen, religieuze en profane koorwerken (mannenkoor, gemengd koor, gelijke stemmen; met of zonder begeleiding), stukken voor orgel, piano, strijkorkest, symfonisch orkest en harmonieorkest.
In het tijdschrift 'Kerk en Leven' van 2 mei verscheen een interessant artikel over priester-dichter August Cuppens (1862-1924) die op 1 mei 100 jaar geleden overleed.
Hij is de tekstdichter van het zeer bekende O.L. Vrouw van Vlaanderen (Liefde gaf u duizend namen) dat getoonzet werd door Lodewijk De Vocht (1887-1977).
Dit lied ontstond in 1910 voor een liedwedstrijd n.a.v. het eeuwfeest van de kroning van het beeld van O.L. Vrouw van Vlaanderen in Gent.
Wat ik niet wist, is dat het winnende gedicht toen van de hand van de jezuïet Emiel Fleerackers (1877-1948) was: O moeder met de maagdenkroon.
Dat gedicht werd op muziek gezet door Jef TINEL, Vlaams musicus - 1885-1972.
11 mei: Toondichter Jef TINEL (1885-1972) zou 139 jaar oud worden. Daarom dit Marialied: Keer dine oghen; tekst: Servaas Daems; muziek: Jef Tinel; Uitvoering: Jef Tinelkoor o.l.v. Dries Leys.
'Salve Regina' voor 2 gelijke stemmen en orgel van Jef TINEL (1885 - 1972). Uitgevoerd door de Koristen van Keizersberg (Leuven) o.l.v. Peter Maus met organist Peter Jeurissen.
Jef TINEL(1885-1972) studeerde orgel, harmonie, contrapunt en fuga bij Edgar Tinel en Aloïs Desmet aan het Lemmensinstituut in Mechelen en compositie bij Leo Moeremans in Gent.
Behalve organist, pedagoog en dirigent was hij ook componist. Hij schreef liederen, koorwerken en stukken voor orgel en orkest. Hij componeerde ook voor piano. Geen sonates of concerti, maar kleine en fijne miniaturen, beschrijvende verhaaltjes, dansen, wiegeliederen, ballades en suites.
Hij was een laat-romanticus met een eigen kleurrijke harmonie, een klassieke vormgeving en soms een vleugje impressionisme.
Bekijk deze partituur en oordeel zelf… We zijn benieuwd naar uw reacties.
Op 7 mei 1924 zag Peter Welffens het levenslicht in ‘De parochie van de miserie’ in het Antwerpse Sint-Andrieskwartier.
Zijn thuis ademde muziek en het was dus niet te verwonderen dat Peter ook koos voor een muzikale opleiding en succesvolle carrière als dirigent en componist.
Hij overleed in Deurne op 11 februari 2003.
Muziek van bij de wieg
Peters vader, Louis Welffens, was beroepsmusicus en violist. Hij bracht zijn zoon de eerste beginselen van notenleer bij alsook het pianospel. Hij leerde hem via de partituur Beethovens 9de symfonie kennen.
Samen zongen ze in het Antwerps kathedraalkoor en onder leiding van Lodewijk De Vocht zongen ze de Mattheuspassie van Bach. Daar ontstond Peters grote muziekdroom, vooral gericht op de grote symfonische muziek.
Muzikale opleiding
Reeds op zijn 11de begon Welffens lessen notenleer, piano en klarinet te volgen aan het Antwerpse conservatorium. Hij behaalde er het diploma harmonie bij Jef Van Hoof (1943), piano bij Marinus De Jong (1947) en contrapunt bij Karel Candael (1949).
Tijdens de jaren ’50 volgde Welffens zomercursussen aan het Mozarteum in Salzburg (compositie bij o.a. Wolfgang Fortner en orkestdirectie bij Igor Markevitsj).
Van grote leermeesters gesproken!
Loopbaan als musicus
Alweer samen met zijn vader speelde Peter Welffens in het orkest ‘Symphonie Grisar’. Peter speelde klarinet. In 1942 echter mocht hij dat ensemble zelf dirigeren, en dan nog in een eigen gecomponeerd symfonisch gedicht.
In 1943 werd hij repetent bij de Koninklijke Vlaamse Opera in Gent en kon zo ontsnappen aan een verplichte tewerkstelling in Duitsland.
Een poging om in 1944 over te stappen naar de Antwerpse opera mislukte, maar Van 1945 tot 1989 was hij muziekdirecteur, pianist en klanktechnicus van het Koninklijk Jeugdtheater met tussendoor gastdirecties bij de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, de Vlaamse Opera en de dansgezelschappen van Lea Daan en de Gezusters Brabants.
In de zestiger jaren werd hij muzikaal adviseur en huiscomponist voor Studio Herman Teirlinck.
De periode tussen 1970 en 1975 was voor Welffens een moeilijke periode met o.a. een alcoholprobleem, paniekaanvallen, angst om op een podium op te treden en identiteitscrisissen. Hij voelde zich als scheppend kunstenaar overbodig en ervaarde een generatieconflict. Het idyllische en romantische van sprookjesfictie moest wijken voor het experimentele en morele lessen.
Achteraf noemde hij deze periode een ‘zwart gat’ en voelde hij zich herboren met een creatieve explosie en een gevoel van evenwicht als gevolg.
Vanaf 1979 zetelde hij geregeld in jury’s van muziekwedstrijden en examens aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. In 1981 werd hij docent praktische harmonie aan het Conservatorium van Antwerpen.
Componist
Zoals eerder gemeld had Welffens reeds vroeg een droom gericht op symfonische muziek.
Hij componeerde dan vanzelfsprekend heel wat orkestmuziek: een symfonisch gedicht; twee symfonieën; Baroksuite; Concertino voor altviool, cello en strijkorkest; Concerto voor clavecimbel, strijkers en pauken; Rubensdiptiek; Sinfonia per orchestra da camera en Due movimenti per archi.
Hij componeerde tevens balletten en kamermuziek voor koperkwintet, houtblazerskwintet, Strijkkwartetten, Kontrasten voor klarinet en piano; Octet voor fluit, hobo, klarinet, fagot en strijkkwartet; Suite voor blazerskwartet; Prayer before the Apocalypse voor zes hoorns en Caleidoscoop voor hobo en piano.
Zijn verbondenheid met het muziektheater leidde vanzelfsprekend ook tot heel wat vocale composities.
We vermelden de liedcycli ‘Orpheus en Eurydice’ (tekst van P. Van Keymeulen) voor bariton en orkest en ‘Paysages tristes’ (tekst van P. Verlaine), een drieluik voor sopraan en instrumentaal ensemble.
‘Stroppe la corde’ (op tekst van E.Veterman) is een opera in drie bedrijven met een naspel. Daarnaast is er de jeugdopera ‘De dubbeldroom’ en het frisse muzikaal sprookje voor recitanten, solostemmen, kinderkoor en orkest ‘Hoe de slakken een huis kregen’ op een tekst van Koningin Fabiola.
Voor 4-stemmig gemengd koor componeerde hij ‘Stabat Mater’.
Uiteraard kunnen we niet naast de muziek die Welffens componeerde bij toneelstukken. Tussen 1945 en 1989 was hij immers vast verbonden bij het Koninklijk Jeugdtheater en gelegenheidscomponist bij de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, de Vlaamse Opera en de dansgezelschappen van Lea Daan en de Gezusters Brabants. We vermelden: ‘De Burger-Edelman’ (Molière), ‘ Peter Pan’, ‘Pinokkio’, ‘Ondine’, ‘De Storm’ (W. Shakespeare), ‘De bruiloft van Kamacho’ (P. Van Langendyck), ‘Een midzomernachtsdroom’ (W. Shakespeare), ‘De Schone en het beest’, ‘Assepoes’, ‘Jonkvrouwe Edelwater’, ‘Gloriant’, ‘Dona Mirabella’ (F. de Pillecyn) ‘Antigone’ (Sophokles), ‘Coriolanus’ (W. Shakespeare), ‘De straat zijn wij’, ‘Polleke, de Belg’ en ‘Het lied van Hiadwadha’.
Zijn laatste compositie is een werk voor orgel: ‘Ic segh adieu’ en dateert van 24 april 1997.
Een kroniek over het muzikantenleven in Antwerpen met anekdotes uit zijn eigen leven en dat van zijn vader bleef onuitgegeven.
Aanvankelijk (tot 1952) componeerde Welffens in de laatromantische Vlaamse traditie met een brede lyriek, zware orkestratie, ruimte voor gevoel en klassieke tonaliteit.
Na zijn verblijf aan het Mozarteum en onder invloed van Reniet Van der Velden zien we modernistische invloeden, voornamelijk van Bartók en Stravinsky. We horen in zijn werken scherpe dissonanten, polytonaliteit, heftige ritmes en maatwisselingen. Kopers en slagwerk zijn prominenter aanwezig. Welffens maakte sporadisch ook gebruik van de dodecafonie. Hij zocht naar een evenwicht tussen gevoel en cerebraliteit.
Erkenning
Welffens’ werk werd verscheidene malen bekroond. Zo werd zijn verzamelde werk voor het Koninklijk Jeugdtheater in 1965 onderscheiden met de Edward Keurvels-prijs. En voor zijn liedcyclus ‘Orpheus en Euridice’ kreeg hij de Lodewijk Mortelmansprijs. In 1997 werd hij laureaat van de Sabam-prijs.
In Canada en Zweden werden balletten op zijn muziek gedanst.
Ooit noemde een recensent (De Standaard 5/4/90) Peter Welffens één van de meest productieve Vlaamse componisten. Als componist, dirigent en pedagoog koppelde Welffens gedegen vakkennis aan een jeugdig enthousiasme en wijze ervaring aan een eerlijke bekommernis voor de toekomst van cultureel Vlaanderen.
Te beluisteren
In het VRT-radioarchief zitten talrijke opnames van werken van Welffens.
Maar ook op cd kan men heel wat van zijn werken beluisteren. Bijvoorbeeld Strijkkwartet nr. 1 en nr. 2 (Phaedra In Flanders’ Fields), Tweede symfonie (Alpha Brussels, Wandelen met Eva (Phaedra In Flanders’ Fields) en De kruisoprichting (MUSICA BELGICA).
Daarnaast bezit het Brussels conservatorium (collectie CeBeDeM) opnames van zijn voornaamste werken op 10 cassetten (inclusief interview met componist).
Op YouTube kan men luisteren naar Peter Welffens’ tweede Symfonie uitgevoerd door het Antwerp Philharmonic Orchestra onder leiding van Silveer van den Broek. https://www.youtube.com/watch?v=BdK0Zz2Uv68
22-02-2024
Kristiaan Van Ingelgem overleden
KRISTIAAN VAN INGELGEM
Organist – beiaardier – componist Kristiaan Van Ingelgem werd op 9 juni 1944 geboren in Sint-Gillis (Dendermonde). Hij bezorgde ons niet alleen veel mooie composities en luistermomenten, maar was tevens de pater familias van een zeer muzikale familie.De liefde voor muziek, naar eigen zeggen geërfd van zijn vader, gaf hij op zijn beurt door aan zijn kinderen Maarten, Pieter en Tineke.
Op 15 februari 2024 overleed hij in Aalst.
Opleiding
De eerste muzieklessen en piano-onderricht kreeg hij thuis van zijn vader, Frans-Jan, die organist en koordirigent was in Opwijk.
Ook op school werd zijn interesse voor muziek gestimuleerd door o.a. priester Marcel Weemaes (dichter en componist van liturgische liederen).
Na een opleiding in de muziekacademie van Dendermonde trok hij naar het Lemmensinstituut in Mechelen en nadien in Leuven en werd er laureaat orgel en pedagogiek. Hij behaalde er de prijs Lemmens-Tinel (1969). Een van zijn leraars was Kamiel D’Hooghe.
Verder bekwaamde hij zich in het orgelspel en improvisatie aan het conservatorium van Maastricht (1972).
In 2004 promoveerde hij aan de Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn te Mechelen tot gediplomeerd beiaardier.
Organist, beiaardier en leraar
In 1970 startte Van Ingelgem zijn carrière als leraar aan diverse instellingen zoals de Koninklijke Beiaardschool in Mechelen, de Rijksmuziekacademie in Etterbeek, de Kunsthumaniora in Brussel en de Muziekacademie in Aalst.
Aan het Brusselse en later aan het Antwerpse conservatorium doceerde hij praktische harmonie.
Naast deze pedagogische opdrachten was Van Ingelgem organist-titularis aan de Sint-Maartenskerk in Aalst (1972) en stadsbeiaardier in Aalst.
Hij trad als organist solistisch op in binnen- en buitenland met een voorkeur voor Vlaamse en Franse componisten. Hij werd geprezen omwille van zijn groot improvisatietalent. Ook als begeleider van koren en orkesten werd hij zeer gewaardeerd, o.a. door het knapenkoor Cantate Domino o.l.v. E.H. Michaël Ghijs en het koor De Tweede Adem o.l.v. Kristiaans zoon Maarten. Zo speelde Kristiaan orgel bij grote uitvoeringen van oratoria (vb. ‘De Oorlog’ van Peter Benoit) of op manifestaties zoals het Vlaams-Nationaal Zangfeest. Hij was vaste organist van het omroeporkest van de BRT. In Diksmuide bespeelde hij de beiaard tijdens een misviering van de IJzerbedevaart die rechtstreeks uitgezonden werd door de toenmalige BRT.
Van Ingelgem organiseerde in Aalst jaarlijks orgelconcerten en was medewerker van het Festival van Vlaanderen.
Componist
Van Ingelgem componeerde vaak in opdracht van muziekverenigingen of instanties.
Vanzelfsprekend componeerde hij voor zijn 2 instrumenten: het orgel en de beiaard.
Voor orgel vermelden we o.a. ‘Toccata’, ‘Sonate’, ‘Passacaglia en fuga’, ‘Te lucis ante terminum’, ‘Impressies’, Jesu, dulcis memoria’ en ‘Fuga’ op een dodecafonisch thema.
In deze orgelcomposities merken we invloed van de Franse romantische en moderne orgelliteratuur (Franck, Vierne, Widor, Duruflé, Dupré, Messiaen) vermengd met de Vlaamse orgelschool van Lemmens, Tinel, Peeters en Roelstraete. Gregoriaanse invloeden worden vervlochten met moderne en vrije technieken en klanken.
Voor beiaard schreef hij o.a. ‘Sprookje op de naam Fabiola’ (1998) als plichtwerk bij een beiaardconcours te Mechelen, ‘Sonant’ en ‘Beiaardsuite’. Deze werken zijn spitant met soms een vleugje ondeugendheid.
Naar de roman van Lous-Paul Boon componeerde Van Ingelgem het orkestwerk ‘Mijn kapellekensbaan’ voor kamerorkest en daarnaast schreef hij enkele kamermuziekstukken zoals ‘Fantasie’ voor hobo, cello en piano en ‘Sonate’ voor viool en piano.
Als theatermuziek componeerde hij voor vocale en/of instrumentale bezetting ‘De Wolken’ (tekst: Gaston De Cock, 1985, naar Aristofanes)) en ‘Passio Christi’ (tekst: Wouter De Bruyne, 1991).
Ook voor piano schreef Van Ingelgem enkele composities.
In zijn muziek toont Kristiaan Van Ingelgem zich enerzijds als een “denkend” en anderzijds als een “bedachtzaam” componist. “Denkend” in zijn zoeken naar een betekenisvolle interactie tussen werk en context en “bedachtzaam” in zijn gevecht tegen oppervlakkigheid. Hij wil geenszins de Vlaamse traditie verloochenen, maar hij wil die een plaats geven binnen de moderne klankwereld.
Niet te verwaarlozen zijn zeker de koorcomposities van Kristiaan Van Ingelgem.
Als oud-student van het Lemmensinstituut bleef hij enerzijds trouw aan de grootsheid en machtige klankidioom van Mgr. Jules Van Nuffel maar met een eigen inbreng van polyritmiek, imitatieve dialoog en homofone declamatie. Toch blijft hij in vergelijking met tijdgenoten zoals Vic Nees, Raymond Schroyens en Kurt Bikkembergs vrij klassiek en behoudsgezind.
Een greep uit zijn koorcomposities: ‘Twee Feestliederen’ (1970); ‘Drie liedjes van de Koele Wijn’ (1970), ‘Een Gracie’ (4 ad 5 voces, 1971); ‘Vijf oud-Nederlandse volksliederen’ (3 ad 5 voces, met piano, 1972); ‘Amor vincit’ (voces aequales, 1972); ‘Ave Maria’ (vocaal kwartet én gemengd koor, 1977: een originele combinatie van het Ave Maria van Arcadelt en een eigen tegencompositie); ‘Tien geestelijke koorliederen’ (diverse zettingen, 1978); ‘Twaalf oud-Nederlandse volksliederen’ (voc. aeq., 1979); ‘Twee kerstliederen’ (voor vier mannenstemmen, 1979); ‘Victimae paschali’ (4v., 1981); ‘Veni Sancte Spiritus’ (4v., 1981); ‘Vier koorwerken voor mannenstemmen’ (5 ad 6 voces, 1983); ‘6 Liederen’ (voor drie gelijke tot vier gemengde stemmen, 1986); ‘Te Deum’ (soli, koor en symfonisch orkest, 1989); ‘Een lofzang op de Schepper’ (4 ad 5 voces, 1990); ‘Hymnus de organorum opifice’ (4v., 1990); ‘Drie gelegenheidsliederen’(Für Elise voor Louise – E-mail voor Emile – Liedje voor de Liereman, 1996); ‘Psalm 150’ (koor, bariton en symfonisch orkest, 2002); ‘Drie gelegenheidscomposities’ (Als bij nacht de zangers slapen – Missa Falurda – Pridi ty (4 ad 6 voces, 2003)); ‘IJzerbedevaarthymne’ (resp. 1975, 1992, 2004).
Andere vocale werken zijn nog: ‘Die winter is vergangen’ (SATB, uit De Monte Koorreeks 1968, heruitgegeven in 2011 door Koor&Stem); ‘Vita dulcis’ (SSAA, uitgegeven door Euprint, 2005); ‘Missa nubentium’ (SATB, 2006, uitgegeven door Euprint, 2020); ‘Er viel ’n keer een bladje’ (SSA, op tekst van Guido Gezelle, klavier, 2007, verscheen in 2021 bij Euprint); ‘Het liedje van de liereman’ (SABar, in Mi lanct na di, uitgegeven door Koor&Stem, 2011); ‘Cirkelzang’ (3 soli, SSSA, harp, op tekst van Annie Van Keymeulen, uitgegeven door Euprint, 2014); ‘Hodie Christus natus est’ (2 soli, SSA, harp, uitgegeven door Euprint, 2014); ‘La Najtingalo’ (SSA, 2015, uitgegeven door Euprint, 2016. Voor EMJ/Neerpelt).
Erkenning
Hij ontving de Stimusprijs voor uitvoering van hedendaagse composities en voor beiaardsuite kreeg hij de Jef Denijnprijs.
In 2013 kreeg hij de Gaston Feremansprijs.
Te beluisteren
Verschillende improvisaties, maar ook originele composities voor orgel, beiaard of koor zijn vastgelegd op cd of zijn te beluisteren via archiefopnames van radio en televisie.
KRISTIAAN VAN INGELGEM IMPROVISEERT OP HET ORGEL VAN DOORNIK, Région Wallonne, 1986
KRISTIAAN VAN INGELGEM OP HET ORGEL VAN DE NORBERTIJNENABDIJ POSTEL, CD 5509, 1990
THE ORGAN OF O.L. VROUW HEMELVAART AT NINOVE, Monumenten en Landschappen, CD 88 808, 1992
ERIC HALLEIN SPEELT SYMFONISCHE ORGELMUZIEK UIT VLAANDEREN, CDSE 92124, 1992
KRISTIAAN VAN INGELGEM OP HET PELS-ORGEL VAN DE HEILIG-KRUISKERK TE LEBBEKE, P5625, 1994
KRISTIAAN VAN INGELGEM BESPEELT DE ORGELS VAN BERLARE, UITBERGEN EN OVERMERE (n.a.v. 200 jaar Boerenkrijg), KB 7023, 1998
300 JAAR FORCEVILLE-ORGEL TE NIEUWENKERKEN BIJ AALST, 2003
20 JAAR KOORLEVEN IN VLAANDEREN, BRTN Radio 3, CD 1536
KERSTNACHT, DIE SCHONE, 1991 (Koor Jubilate Lanaken o.l.v. Ludo Claesen)
Susa Nina, De poppenstoet, Roosmarijntje, In de stille Kempen, Kempenland, Naar wat de dennen fluistren…
Het zijn maar enkele van de honderden liederen waarmee Armand Preud’homme de Vlaming aan het zingen bracht.
Preud’homme zag het levenslicht in Peer op 21 februari 1904 en overleed in Brasschaat op 7 februari 1986.
In 1974 gaf men hem de eretitel van ‘Prins van het Vlaamse lied’.
Opleiding
Vader Preud'homme was organist van de plaatselijke parochiekerk en gaf de liefde voor muziek door aan zijn zoon. Ook zijn oudste zus gaf hem muzieklessen.
Als 9-jarige verving hij zijn vader aan het orgel en op 13-jarige leeftijd schreef hij zijn eerste lied (‘Herinnering’) op tekst van zijn broer.
Armand Preud'homme volgde les aan de orgelschool van Hasselt bij Arthur Meulemans en studeerde orgel, harmonie en contrapunt aan het Lemmensinstituut te Mechelen bij Mgr. Jules Van Nuffel, Marinus De Jong, Flor Peeters en Staf Nees.
Professionele loopbaan
Van 1930 tot 1943 was hij organist in Geel, muziekleraar en fotograaf. In 1943 werd hij directeur van de muziekschool in Mortsel (Oude God).
In 1938, dus voor de Tweede Wereldoorlog ontstond de melodie van ‘Kempenland’. Jozef Simons schreef tijdens de oorlog de tekst. Omwille van de versregel ‘Kempenland aan de Dietse kroon’ en het martiale karakter werd het tijdens de oorlog door veel verenigingen gezongen. Dat leidde na de bevrijding tot een veroordeling en gevangenisstraf van 6 maanden. In 1949 werd hij van elke blaam gezuiverd.
Toch ondervond hij veel problemen om opnieuw werk te vinden. Hij deed zowat van alles om aan de kost te komen: kippen kweken, wasmachines verkopen…
Na een kortstondige baan bij het Vlaams Economisch Verbond was hij verplicht te gaan stempelen samen met collega-componisten Renaat en Maurits Veremans, Hendrik Diels en Mark Liebrecht (Marcel Oger).
Enkele jaren werkte hij als organist in cinema's en restaurants en als begeleider van het Antwerpse Sint-Lievenskoor. Zo werd hij in het restaurant ‘Bristol’ aan de Frankrijklei te Antwerpen in het begin van de jaren 50 aangeworven om hammondorgel te spelen. De socialisten waren er goed thuis en als Camille Huysmans langskwam, speelde Preud'homme voor hem muziek van Peter Benoit.
Maar eind de jaren ‘50 woedde de schoolstrijd en Preud'hommes lied ‘Voor outer en heerd’ werd door de betogende katholieken als strijdlied gezongen. De socialisten dachten dat Preud'homme het speciaal voor die beweging had gecomponeerd en zetten hem – hoewel hij het tegendeel kon bewijzen – in de Bristol aan de deur.
Van 1957 tot 1968 was hij muziekleraar in Hasselt aan het Technisch Instituut van de Ursulinen. Hij gaf daarnaast ook les aan de Hasseltse orgelschool.
Intussen werd de componist ook voordrachtgever. Met een zelfgevormd trio (‘Trio Op de purperen hei’) trok hij Vlaanderen rond voor muzikale avonden.
In 1968 werd hij samen met Willem De Meyer op culturele zending gestuurd naar Zuid-Afrika.
Dirigent
Preud'homme was dirigent van de Vlaamse harmonie in Geel en dirigeerde regelmatig op verschillende Vlaams-nationale manifestaties, de internationale Europeade en liederavonden. Op het Vlaams-Nationaal zangfeest was hij een graag geziene en geëerde dirigent. In 1967 weigerde hij echter samen met o.a. Wies Pee nog langer mee te werken omdat hij zijn liederen verdrongen voelde door kleinkunstliederen. Hij vond dat de koorfederatie van het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ) te veel de nadruk legde op het oude volkslied en de polyfonie ten nadele van (zijn eigen) volkse muziek. Later zou hij echter terugkeren en opnieuw dirigeren.
Componist
In Geel kwam Armand in contact met een operettegezelschap dat het zware repertoire niet aankon en componeerde enkele lichtere dingen voor hen.
Zijn eerste operette heette ‘Het leven bloeit open’ en werd 22 keer opgevoerd.
In de Geelse periode schreef hij ook nog ‘De helden van het land’ en ‘Het schoothondje van mevrouw Pips’.
Typisch aan Preud’hommes operettes en zangspelen is dat ze een aaneensluiting zijn van liedjes die elk ook een eigen leven kunnen leiden.
Stilaan begon hij meer liederen te schrijven. Emiel Hullebroeck was hierbij zijn lichtend voorbeeld.
Zijn favoriete tekstdichters waren Jozef Simons (‘Susa Nina’, ‘Heimwee doet ons hart verlangen’, ‘Voor outer en heerd’) en Eugeen de Ridder (‘Were di’, ‘De Bremer muzikanten’, ‘Kermis in de Kempen’…) die ook nog de teksten schreef voor de operettes ‘Mijn heerlijk Kempenland’ en ‘Op de purp'ren hei’.
Deze laatste operette was uiterst populair en werd meermaals succesvol uitgevoerd in de Koninklijke Vlaamse Opera (KVO) onder impuls van directeur en zanger Renaat Verbruggen. Dit zangspel kreeg zelfs een bewerking voor TV.
Ter gelegenheid van de viering van het 600-jarig bestaan van de stad Peer toondichtte hij de operette ‘Bengel’ op een libretto van Tine Van Rompuy-Janssens.
Als herinnering aan de repressieperiode schreef hij een ‘Amnestiemis’.
Op teksten van Bert Peleman componeerde hij o.a. ‘Laat ons liefste samen varen’, ‘O.L. Vrouw der schone Schelde’ en ‘Klein-Brabantlied’. Het frisse ‘Dag lieve juffrouw lente’ en ‘Ik drink’ zijn teksten van Louis Verbeeck.
Geleidelijk probeerde hij zich te vernieuwen met het schrijven van liederen voor kleinkunstzangers zoals Will Ferdy en Miel Cools.
De liedjes van Preud’homme zijn deels echte volksliederen (stap-, heimat-, kinder-, drink- en liefdesliedjes…) om door een massa gezongen te worden. Ze verklanken alle mogelijke emoties en gevoelens van de Vlaming van strijdvaardigheid over romantiek tot religiositeit. Typisch zijn de meeslepende melodieën en de refreinen met vaak een meerstemmigheid in terts of in canon. ‘Op eer en trouw’ is een voorbeeld van canonische structuur.
Daarnaast schreef hij luisterliedjes die het midden houden tussen kunstliederen en chansons (bv. ‘Twintig mezenvoetjes’ op een tekst van Guido Gezelle).
Armand Preud’homme componeerde verder religieuze liederen, missen (o.a. ‘Missa de angelis’ voor koor en orgel), ‘Ave Maria’ voor koor, orgelstukken, werken voor fanfare en harmonie en een cantate ter ere van de Geelse heilige Dimpna voor vierstemmig koor, orkest afgewisseld met bindteksten.
Erkenning
Preud’homme is ongetwijfeld van zijn generatie de liedercomponist die het meest gezongen en gelauwerd werd. Willem De Meyer promootte enthousiast de liederen van Preud’homme. De Roelanduitgaven publiceerden veel liedjes van hem en via LP’s werden veel liederen openbaar verspreid. De Meyer slaagde er in om Preud’hommes liederen vaak te laten uitzenden via de BRT en in het Belgisch leger zongen de soldatenkoren geestdriftig Preud’hommes liederen.
Klassieke zangers zoals Renaat Verbruggen, Pieter Vis en Koen Crucke zongen vaak Preud’homme naast vertegenwoordigers van het lichtere lied zoals Louis Neefs en Bob Benny.
Zijn werk werd bovendien fel gepropageerd door het Armand Preud'hommecomité en de Stichting Armand Preud'homme die het tijdschrift Eigen Aard uitgaf en zijn liederen op plaat zette.
In 1964 ontving hij de erepenning van de provincie Limburg en het eremetaal van SABAM. Hij werd uitgeroepen tot eresenator van Europa.
Op 12 januari 1968 ontving hij van Koning Boudewijn de Gouden medaille van de Kroonorde.
Voor zijn 70ste verjaardag werd hem een huldeboek aangeboden, samengesteld door Lambrecht Swerts, samen met huldeconcerten en plaatopnames.
De provincie Limburg bekroonde hem in 1975 met de driejaarlijkse muziekprijs.
Ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag werd zijn (geromanceerde) biografie geschreven door journalist René Melis: Op de heide waait de wind.
Op initiatief van de vereniging Vlaamse Culturele Producties werd op 31 mei 1981 in het Hasseltse stadspark een levensgroot bronzen beeld (gemaakt door Jan van de Brande) van Preud'homme onthuld.
Kort erna werd het beeld zwaar beschadigd door een bomaanslag. Het oorlogsverleden was bij sommigen nog niet begraven.
Armand Preud’homme is ereburger van Peer, Geel, Kampenhout, Kasterlee en Zichem.
Zijn geboortehuis in Peer werd ingericht als het Armand Preud'homme-museum.
Het kerstlied ‘Susa Nina’ ontstond in 1941 en werd in 18 talen vertaald. Het lied dankt zijn succes aan de eenvoudige en ontroerende melodie en aan de verwerking van ‘Stille Nacht’ in het refrein. Zelfs de wereldberoemde Wiener Sängerknaben zongen het.
O.a. in Geel, Beveren en Grimbergen is er een Armand Preud’hommestraat of -laan.
Te beluisteren
Naast LP’s en zelfs een cd (Armand in New Age) bevat YouTube heel wat opnames van liederen van Armand Preud’homme.
Het ANZ viert zijn 75ste verjaardag met een prachtig concert. Muziek van Vlaamse meesters uitgevoerd door 80 koorleden, 60 muzikanten en 4 solisten o.l.v. Edwig Abrath.
We blikken terug op wat mooi en minder mooi was in 2023 (resumamus = laten we hernemen), maar kijken ook hoopvol vooruit naar alle goeds dat komen mag in 2024....
Componist-organist-pedagoog-dirigent Jef TINEL (1885 - 1972) studeerde orgel aan de kosterschool in Sint-Niklaas, orgel, harmonie, contrapunt en fuga aan het Lemmensinstituut in Mechelen en compositie bij Leo Moeremans in Gent.
Hij componeerde liederen, koorwerken, muziek voor orgel, piano en orkest (snaren. harmonieën en symfonisch orkest).
Voor de kersttijd schreef hij verschillende liederen, koorwerken en orgelbladzijden. Hierbij een bloemlezing van klankfragmenten en partituren:
Zaterdagavond 25 november 2023. Sint-Catharinakerk Sinaai.
Vzw Edgar Tinelmuseum organiseerde een avondvullend concert met het Ensemble Voce d’ Oro onder de titel: Tinel en gouden stemmen.
Het ensemble Voce d’Oro bracht met accordeons, basaccordeon, bandoneon en hobo een kwaliteitsvol concert.
Op het programma stonden originele composities en bewerkingen van o.a. Adolf Götz, Leon Boëllmann, Johan-Sebastian Bach, Eddy Flecijn, Astor Piazzolla en Edgar Tinel. Klassieke muziek en meer volkse muziek met kleuren en tinten uit Andalusië, Ierland, Polen en de Slavische en Dalmatische oorden. Zelfs een Braziliaans bisnummer ontbrak niet in dat veelkleurig palet.
Wie dacht dat accordeons enkel van dienst kunnen zijn op volksbals of kermisfestivals, moest zijn mening ernstig bijstellen na dit sfeer- en stijlvol optreden. In de naar volksmuziek gekleurde stukken hoorden we echo’s van pizzicato’s van contrabassen of van trompetten of houtblazers. De accordeons klonken als een klassiek orkest in het fragment uit het derde Brandenburgs Concerto van Bach. De Gotische Suite van de hoogromantische orgelcomponist Boëllman klonk alsof het orgel vanop het doksaal werd bespeeld. Piazzolla’s Adios Nonino (afscheid aan zijn vader) bevatte een zeer stemmige dialoog tussen hobo en accordeons net zoals in Götz’ Servische dans Brzo.
Kortom, een zeer geslaagde en verrassende avond die zelfs door de meest fanatieke klassieke muziekliefhebber kon gesmaakt worden.
Ontroering ging door de -zeker voor ¾ gevulde – kerk toen Eddy Flecijn soleerde in het Gedicht voor mijn moeder. Flecijn moest afscheid nemen van zijn moeder tijdens de Coronaquarantaine en schreef dit elegisch stukje muziek met de foto van zijn overleden moeder naast zich. Het was alsof ze aanwezig was tijdens de gevoelvolle uitvoering.
De trouwe fans van het Tinelmuseum keken natuurlijk nog meer uit naar hun kippenvelmoment. Eerst brachten drie accordeonisten het derde deel uit de Orgelsonate van de Sinaaise componist Edgar Tinel. Echte orgelklanken. Dit meesterwerk klonk overtuigend in deze originele bezetting.
Maar nog meer verwondering en emotie bij de wereldpremière van Edgar Tinels Gebed. Na een lange zoektocht dook de partituur van dit pianowerkje uit 1897 op in de Koninklijke Bibliotheek van België, zo vertelde gastheer Marc Laceur. Een verjaardaggeschenk voor Petrus Paulus Alberdingk-Thym. Een korte, innige, sobere en melodieuze compositie. Willem Ceuleers zette het om in een orgelpartituur, maar zaterdag kregen we een zeer mooie versie in een transcriptie voor drie accordeons.
Er is wellicht nooit eerder een openbare uitvoering van dit Gebed geweest. Het publiek kon dus de heuse wereldpremière van dit kleinood beleven. Zowel publiek als uitvoerders verklaarden nadien enthousiast dat er hopelijk nog meer uitvoeringen zullen volgen.
Na het concert hieven alle aanwezigen dankbaar en tevreden het glas – geschonken door Huis Jozef. Afspraak op het volgende concert in Sinaai!
31-10-2023
Renaat Veremans
’t Zijn weiden als wiegende zeeën die groenen langs stroom en rivier….
De beginzin van een lied als 16 jarige stiekem geschreven door Renaat Veremans.
Vandaag een uiterst populaire meezinger op Vlaams-Nationale Zangfeesten en andere Vlaamsgezinde bijeenkomsten: ‘Vlaanderen, van Veremans’.
Hugo Verriest begroette de toondichter niet als meneer Veremans of Renaat maar kortweg als ‘Vlaanderen’.
Renaat Veremans was een geboren Lierenaar (2 maart 1894) die in Antwerpen overleed op 5 juni 1969. Hij was componist, professor, dirigent en organist.
Graag hier wat meer gegevens over zijn leven en werk.
Afkomst en opleiding
Renaat (Franciscus Gommarus) Veremans kreeg zijn eerste lessen notenleer en piano van zijn vader. Daarnaast volgde hij orgellessen en harmonie bij Paul Van Wassenhoven, de organist van de Sint-Gummaruskerk in Lier.
Na zijn studies aan het Gummaruscollege in Lier studeerde hij aan het Lemmensinstituut in Mechelen orgel en piano bij o.a. Arthur Meulemans, Oscar Depuydt en Aloys Desmet en ging daarna verder studeren aan het Conservatorium van Antwerpen (1914-1917) waar hij les kreeg van o.a. Arthur De Hovre (orgel) en August De Boeck (harmonie).
Hij volgde ook privélessen contrapunt, fuga en compositie bij Edward Verheyden.
Professionele loopbaan als organist, dirigent en pedagoog
Na zijn studies aan het Lemmensinstituut werd Renaat Veremans organist in de Dominicanenkerk in Lier. Daarna volgde hij Jan Broeckx op als kapelmeester en organist aan de Sint-Pauluskerk in Antwerpen (1917-1927).
In 1918 verscheen er in de pers een artikel waarin men meldde dat Renaat Veremans benoemd werd tot leraar notenleer aan het Antwerps conservatorium. Dit ging echter (voorlopig) niet door.
Van 1921 tot 1941 was hij dirigent van de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen.
Van 1928 tot 1959 (met een korte onderbreking na de bevrijding in 1944) was hij docent notenleer aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, meer bepaald van 1943 tot 1944, was hij directeur van het Stedelijk Conservatorium in Brugge nadat Joseph Ryelandt door maatregelen van de Duitse bezetter aan de kant was geschoven. Veremans moest echter wel weer plaatsmaken toen Ryelandt in september 1944 in zijn functie werd hersteld. Veremans behoorde immers tot de componisten die gelieerd waren met de Vlaamse Ontvoogdingsstrijd en dat na de oorlog bekocht hebben.
Tijdens die Brugse periode stichtte en dirigeerde Veremans een gemengd koor dat grote faam verwierf en decennia lang de Vlaamse koorwereld richting gaf als Renaat Veremanskoor.
Gedurende 35 jaar gaf hij les aan het Stedelijk Conservatorium van Lier.
Veremans trad vaak op als dirigent op Vlaams-Nationale manifestaties zoals het Vlaams-Nationaal Zangfeest en de IJzerbedevaart. Hij was muzikaal adviseur van het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ) dat de zangfeesten organiseer(t)(de) en ondervoorzitter van SABAM, de Belgische auteursvereniging.
Hij was tevens stichtend lid en eredeken van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond.
Als geboren Lierenaar raakte componist Veremans innig bevriend met die andere Lierenaar, de auteur Felix Timmermans, de Fé. Veremans schreef zelfs mee aan een boek over Timmermans, dat door het provinciebestuur van Antwerpen met een letterkundige prijs werd bekroond.
Op 1 juni 1969 tijdens dirigeerde Veremans tijdens het 32ste V. N. Zangfeest in het Antwerpse sportpaleis zijn ‘Vlaanderen’. Hij werd er feestelijk in de bloemetjes gezet omwille van zijn 75ste verjaardag. Na afloop zei hij: ‘Ik heb vandaag afscheid genomen van mijn volk’. 4 dagen later overleed hij onverwacht.
De componist
Als componist verwierf Renaat Veremans onsterfelijke roem met zijn lied ‘Vlaanderen’ op een tekst van Willem Gijssels. Met deze Vlaamse hymne won hij in 1910 een wedstrijd van de Maatschappij voor Taal en Volk. Een innige, romantische en meeslepende melodie.
Veremans was inderdaad een schitterende liedcomponist op teksten van Vlaamse dichters zoals Felix Timmermans (Adagioliederen), René De Clercq (Ik kan u niet vergeten), Willem Gijssels (Mijn land is Vlaanderen. Naar het IJzerkruis), Hubert Van Herreweghen (Payottenland), Anton Van Wilderode (Vlaanderen herrijst), Steven Debroey (Wij groeten de vlag), Bert Peleman (Doorbraaklied voor Brussel; Scheldelandlied), Albrecht Rodenbach (De zanger), Guido Gezelle, Julia Tulkens en vele anderen. Zijn liedoeuvre telt zowat 200 liederen.
Voor solozang en koor componeerde Veremans heel veel kerstliederen, Marialiederen, religieuze en profane werken, missen en motetten. Zo verscheen in het Vlaams Romantisch Koorboek zijn subtiel en sfeerscheppend Schoone nacht.
Voor grote bezetting schreef hij cantates en oratoria. Vermelden we de oratoria voor koor, soli en orkest Vijf blijde mysteries op tekst van Bart Mesotten; De 14 stonden of ‘De Bloedige Dagvaart ons Heren’ op gedichten van Guido Gezelle; Requiem; Te Deum en Mariacantate voor soli, vrouwenkoor, klavier en harmonium op een tekst van Frans Eykans. Voor de opening van de Waaslandtunnel in Antwerpen in 1933 schreef hij, in zuivere Peter Benoitstijl, de inhuldigingscantate Tunnelgroet.
Het is evident dat de dirigent ook componeerde voor zijn operahuis: operettes en opera’s: De legende van Beatrijs; Anna-Marie; Bietje; Lanceloot en Sanderien en toneelmuziek, zoals bij Macbeth van Shakespeare, Jozef in Dothan van Vondel en Judas van Cyriel Verschaeve.
Voor orkest componeerde Veremans 3 Symfonieën,concerti voor fluit, hobo, hoorn en trompet, symfonische gedichten zoals Nacht en morgenontwaken aan de Nete (met als ondertitel: In memoriam Felix Timmermans); Woudtaferelen; Faust en Alleen voor U. Daarnaast bevat Veremans’ opuslijst verschillende werken voor piano, orgel, harmonie en fanfare.
Opmerkelijk is zeker ook de sfeerscheppende en beschrijvende filmmuziek. Veremans schreef de muziek bij de eerste Vlaamse films zoals De Witte; Alleen voor u; Met de helm geboren; Uilenspiegel leeft nog en De wonderdoktoor.
Kenmerkend voor Veremans' muziek zijn de grote melodische gave en lyrische gevoeligheid, zijn gedegen vakkennis en zijn trouw aan de traditionele harmonie. Hij was een volbloed romanticus, trouw aan de 19de-eeuwse Vlaamse muzikale traditie, met verfijnde harmoniseringen en orkestraties à la August de Boeck, met een grote liefde voor de natuur, Vlaanderen en het katholieke geloof.
Veremans ademde muziek. Elke tekst die hem onder ogen kwam lonkte naar hem om getoonzet te worden. Hij was een echte veelschrijver. Zijn broer Maurits (1904 – 1964; zelf ook componist, muziekleraar en dirigent) placht te zeggen: ‘Geef onze René ne guide van den ijzerenweg, en hij schrijft er ook muziek op!’.
Erkenning
Veremans was bij leven en lang daarna een zeer populaire, gewaardeerde en gelauwerde toondichter en dirigent. Componist-dirigent Daniel Sternefeld verwees graag naar zijn gewezen leraar die hem inspireerde om te gaan componeren.
Aan zijn geboortehuis in Lier bracht men een ereplakket aan en verschillende Vlaamse kunstenaars schilderden of boetseerden portretten van hem.
Jarenlang zond de BRT-radio op Goede Vrijdag de cantate ‘De 14 stonden’ uit.
De overbekende dirigent en operettecomponist Robert Stolz schreef in 1969: Mein lieber verehrter Freund - Meister Renaat Veremans war ein gottbegnadeter Komponist, dessen Werke ewig leben werden!
In een 8-tal steden of gemeenten waaronder o.a. Antwerpen, Beveren, Ekeren, Lier, Schelle en Leuven dragen straten of pleinen zijn naam.
Een grafmonument op het ereperk van het Schoonselhof houdt de herinnering aan de componist levend.
Te beluisteren
Bij Maestro Music Productions en Cultura verscheen het symfonisch gedicht Nacht en morgendontwaken aan de Nete. Alpha bracht Maannacht voor piano uit. Bij Talent Records verscheen een opname van Maria scone vrouwe voor solozang en orgel. Natuurlijk weerklinken liederen als Vlaanderen; Ik kan u niet vergeten en Mijn land is Vlaanderen op verschillende oude LP’s uitgegeven al dan niet onder impuls van de legendarische bard Willem Demeyer.
Quasi elke Vlaamse muziekliefhebber kent de Balladen, Vertelsels, Miniaturen, ....voor klavier van o.a. Peter Benoit, Edgar Tinel, Lodewijk Mortelmans, Marinus De Jong, Emmanuel Durlet.... Ook componist Jef Tinel (1885-1972) componeerde heel wat Walsen, beschrijvende verhaaltjes, balladen, wiegeliederen, en andere werkjes voor klavier. De meeste zijn echter onuitgegeven. Daarom verzamelden wij deze composities in 3 bundels die gratis te downloaden zijn via IMSLP. Er is ook een geluidsbestand beschikbaar.
Hopelijk vinden deze fijne pianostukjes de weg naar uitvoerders en publiek.
Hierbij alvast de link naar de gedigitaliseerde partituren.
Orgelconcert in Nieuwpoort met Vlaamse orgelmuziek
STIJN HANSSENS LAAT VLAAMSE ORGELMUZIEK KLINKEN IN NIEUWPOORT
Reeds 20 jaar vindt er in de Westhoek (Koksijde, Veurne, Nieuwpoort, De Panne, Haringe en Stavele) een internationaal orgelfestival plaats, georganiseerd door Fugato de Furnis.
Zo konden we gisteren – 3 augustus- in Nieuwpoort luisteren naar de Halse organist Stijn Hanssens.
Hij concerteerde op het Loncke-orgel in de O.L. Vrouwkerk van Nieuwpoort Stad. Een groot orgel dat in 1966 gebouwd werd.
Hanssens (°1982) is organist in enkele Brusselse kerken (o.a. de koninklijke basiliek in Laken) en directeur van de Stedelijke Kunstacademie in Halle. Hij is een fiere oud-student van het Lemmensinstituut.
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat hij het concert opende met een Sonate van Jacques-Nicolas Lemmens die dit jaar precies 200 jaar zou worden. Stijn vertolkte de Sonate II ‘O Filii’ gebaseerd op het Gregoriaanse O Filii et Filiae. Een typisch romantisch orgelwerk voor plechtig gebruik met stille pianissimi, brede fortissimipassages en een obligate fuga.
Van de Brusselse componist Alphonse Mailly hoorden we een intieme, zachte en mediterende Invocation. Mailly zou dit jaar 190 jaar oud zijn geworden.
In dezelfde gewijde sfeer bracht de organist In stille aanbidding van Jef Tinel naar voren. Het werkje is echter iets bewogener, frisser en levendiger. Tinel – die vorig jaar exact 50 jaar overleden was - was zelf laureaat aan het Lemmensinstituut en een groot deel van zijn leven kerkorganist net zoals de uitvoerder van het concert.
Chris Dubois viert volgend jaar zijn 90ste verjaardag. Hij componeerde Meditaties op de hymne Abide with me (bij ons gekend als Blijf mij nabij). Deze variaties klinken boeiend en afwisselend gaande van een andante sostenuto tot een brede finale. In het dartele en frisse bicinium was de basismelodie wat moeilijker te herkennen.
De avond werd groots en majestatisch afgesloten met Flor Peeters’ Abdijvrede en het imposante Toccata, Fuga en Hymne op Ave Maris Stella. Alweer een compositie gebaseerd op een gregoriaans thema zoals het openingsstuk van de avond. Peeters – zelf ook een typische Lemmensfiguur - zou dit jaar 120 jaar oud geworden zijn.
Deze en andere verjaardagen bepaalden mee de keuze van het gespeelde repertoire.
We konden genieten van een zeer aangenaam programma met – het mag gezegd – uitsluitend muziek van Vlaamse toondichters. Stijn Hanssens mag zich terecht een ambassadeur van de Vlaamse / Belgische muziek noemen. Zijn uitvoering deed recht aan de partituren en bewees dat de orgelmuziek van eigen bodem alle kansen op de oksalen verdient.
Het dankbare en lange applaus na de laatste akkoorden bevestigde mijn persoonlijke gevoel.
En als toemaatje veroverde de organist alle harten van de kuststadbewoners met een eigen improvisatie op het populaire liedje Aan het Noordzeestrand dat we kennen via Jo Vally. Heel wat aanwezigen neurieden of zongen zelfs enthousiast mee. Een fijn frivool orgelpunt na een voor het overige zeer ernstig, stijlvol en sterk gewaardeerd concert.
30-07-2023
'AANBIDDING' voor orgel (Jef Tinel) door Fred Mellink
'AANBIDDING' voor orgel van Jef Tinel (1885-1972) door organist Fred Mellink.
Vandaag gelezen bij de Nederlandse organist Ad Van de Wege:
Vanmorgen een concert mogen verzorgen op het fraaie drieklaviers Loncke orgel in de Sint Margaretakerk te Knokke. Zeer mooie publiek opkomst!Op het programma stond uitsluitend Vlaamse orgelmuziek: Lemmens, Roelstraete, De Hovre, Loret, Edgar en Jef Tinel en Joseph Callaerts. Wat heeft Vlaanderen een schat aan schitterende orgelmuziek !
Zo horen we het eens van een andere onbevooroordeelde musicus....
Stijn Hanssens is directeur van de Servaisacademie in Halle en organist van het Van Beverorgel van de Sint-Pieterskerk in Jette en van de Koninklijke Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken. Hij studeerde orgel en compositie aan het Lemmensinstituut in Leuven. Hij behaalde er het Specialisatiediploma Orgel met de grootste onderscheiding. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van het tijdschrift Orgelkunst. Stijn Hanssens’ programma heeft als thema “Made in Belgium” met werken van Alphonse Mailly, Jef Tinel, Joseph Ryelandt, Chris Dubois en Flor Peeters.
Contactgegevens http://www.fugato.be janvermeire@telenet.be 058620272 Georganiseerd door Internationaal Orgelfestival Veurne-Nieuwpoort
10-07-2023
11 juli
Een vinnig orkestwerkje van Jef TINEL (1885-1972).
DE MUZIEK VAN JULES VAN NUFFEL BLAAST ONS OPNIEUW VAN ONZE SOKKEN
Reeds in 2017 vatte dirigent Koen Vits het plan op om in 2023 een groots feestconcert ter ere van Mgr. Jules Van Nuffel te organiseren. Dit jaar zou de componist-dirigent immers 140 jaar worden en het is precies 70 jaar geleden dat hij overleed. Een dubbele verjaardag.
En zo geschiedde.
Gisteren mochten we in Heverlee, in de ruime en stemmige kapel van het H. Hartinstituut aan de Naamse Steenweg, de eerste editie van dit jubelconcert bijwonen.
Een concert volledig gewijd aan de grootmeester uit Hemiksem en Mechelen, op twee orgelstukjes van die andere Mechelaar, Flor Peeters, na.
Stipt om 20.30 uur stond iedereen klaar om het concert aan te vatten, toen plots het brandalarm oorverdovend luid afging. De hele kerk moest ontruimd worden. Zangers en publiek dienden te verzamelen in de kloostertuin tot na deskundig onderzoek de ruimte opnieuw vrijgegeven werd. We waren intussen 3 kwartiers later.
Persoonlijk vreesde ik dat het moeilijk zou worden om na zo een lang en onverwacht oponthoud de juiste sfeer weer te vinden. Maar het moet gezegd. Reeds tijdens de eerste maat van het statige Statuit ei Dominus was het hele voorval vergeten en luisterde iedereen ademloos naar het anderhalf uur durende concert.
Het publiek genoot zichtbaar van Van Nuffels indrukwekkende, triomfalistische, imposante en bij wijlen overrompelende koorklanken. Machtig opgebouwde crescendi, uiterst intieme pianissimi en overdonderende erupties bliezen de toehoorders van hun sokken. Laetaus sum, In convertendo Dominus en het majestueuze Te Deum deden de kloosterkapel op haar grondvesten daveren.
Anderzijds kwam ook de zeer ingetogen Van Nuffel aan bod in innige (a capella) koorwerkjes zoals Pater Noster, Ave Maria, O salutaris hostia en Panis Angelicus. Persoonlijk werd ik zeer geraakt door de prachtige uitgroeiende intro van O oriens. Je ziet en hoort de zon rijzen op de eerste lettergreep ‘O’. Fantastisch gecomponeerd.
Mooi was ook dat de dames apart konden optreden in het Sanctus van de Missa Paschalis en dat de heren soleerden in Ave Regina Caelorum. Zo kwamen alle facetten van Van Nuffel aan bod.
Van Nuffel zou ongetwijfeld gelukkig geweest zijn met de uitvoerders die gisteren zijn psalmen ten gehore brachten.
120 zangers vormden voor deze gelegenheid het kathedrale koor samengesteld uit het Leuvens Alumnikoor (Koen Vits), A Chantar (Tim Juwet), Het Mechels Kathedraalkoor (Johan Van Bouwelen) en Vokalis (Jeroen Keymeulen). De gelegenheidsdirigenten waren Johan Van Bouwelen en Koen Vits.
Het was duidelijk dat beide dirigenten – als echte Lemmensinstituutfiguren – een enorme waardering, band en affiniteit met Van Nuffels muziek hebben. Hun directie was niet alleen vakkundig perfect, maar je voelde de liefde voor deze componist en diens muziek doorheen de interpretaties van de stukken. De koorleden gaven het beste van zichzelf in deze muziek die veeleisend is voor de uitvoerders.
De schitterende orgelbegeleiding van Peter Pieters was daarbovenop een extra meerwaarde. Hij liet het mooie kloosterorgel rijk en gevarieerd klinken in twee solostukjes van Flor Peeters, zijn voorganger in de Sint-Romboutskathedraal.
Kortom: we hebben genoten van een avond vol feestelijk geweld, imposant gedreun én intieme spiritualiteit.
Alle lof voor de initiatiefnemers, organistoren en uitvoerders.
Wie er in Heverlee niet bij kon zijn, kan zaterdag om 15.30 uur het zelfde concert nog bijwonen in de kathedraal in Mechelen.
Doen!
25-05-2023
25 mei
51 jaar geleden overleed organist-componist-dirigent-pedagoog Jef Tinel (1885-1972). Een portret.
Jef TINEL (1885-1972) was laureaat orgel, harmonie, contrapunt en fuga van het Lemmensinstituut in Mechelen en studeerde compositie bij Leo Moeremans in Gent.
Van 1907 tot 1929 en van 1947 tot 1964 was hij kerkorganist.
Hij componeerde vanzelfsprekend heel wat liturgische orgelmuziek.
Hier een selectie: zowel partituur als klankbeeld:
11 MEI: Op 11 mei 1885 werd in Lessen (Henegouwen) de componist Jef TINEL geboren. Hij was de oudste zoon van organist Oscar Tinel (1852-1913) en neef van componist Edgar Tinel (1854-1912). Jef Tinel studeerde orgel, harmonie, contrapunt en fuga aan het Lemmensinstituut en compositie bij Leo Moeremans. Hij componeerde liederen, religieuze en profane koormuziek, piano- en orgelwerken en muziek voor harmonieorkest, strijkorkest en symfonisch orkest. Op 25 mei 1972 overleed hij in Gent. Hierbij een voorbeeld van een 'Scherts' voor orkest uit de beginjaren '40. Tinel was op dat moment directeur van de muziekschool in Maldegem. Helaas een pc-animatie.... Hopelijk kunnen we later eens een live-opname beluisteren.....
Na het behalen van het diploma 'koster-organist' in St.-Niklaas studeerde Jef Tinel aan het Lemmensinstituut van Mechelen bij o.a. Edgar Tinel, Aloys Desmet en Oscar Depuydt. In 1907 behaalde hij het laureaatsdiploma orgel, harmonie, contrapunt en fuga. Daarna volgde hij privélessen compositie in Gent bij Leo Moeremans. Jef Tinel begon en eindigde zijn muzikale loopbaan als organist. Naast liederen, koormuziek, orkestwerken en pianostukken componeerde hij heel wat muziek voor orgel. Zo onder andere deze 8 stukken die we selecteerden uit diverse handgeschreven bundels: 1. Zang van de Nijl 2. Mijn hart is onstandvastig 3. O gloriosa virginum 4. En immer ruischt haar droevig lied 5. Koraal 6. Vaarwel 7. Maestoso 8. (Sine nomine)
Helaas moeten we ons bij gebrek aan live-opnames hier beperken tot pc-animaties.
Enkele dagen geleden publiceerden we een filmpje met orgelwerken van Jef TINEL (1885 - 1972).
Hierbij nu een 2de reeks.
Opnieuw een mengeling van live-opnames en eigen pc-animaties.
In de uitleg bij het filmpje staan links naar de partituren en info van en over Tinel. Moge het een oproep zijn voor onze organisten om eens te grasduinen in het orgelwerk van Jef Tinel die zelf een groot deel van zijn leven organist was in Zele, Maldegem, Sint-Amandsberg en Gent. Zijn opleiding (orgel, harmonie, contrapunt en fuga) genoot hij aan het Mechelse Lemmensinstituut bij niemand minder dan o.a. Edgar Tinel, Oscar Depuydt en Aloys Desmet. Bij de Gentse professor Leo Moeremans volgde hij compositielessen. Tinel componeerde naast orgelwerken ook liederen, koormuziek, pianostukken en orkestwerken.
Ook de digitale bibliotheek van 'Orgelkunst' bevat orgelwerken van Jef Tinel.
Na zijn studies aan het Lemmensinstituut in Mechelen bij o.a. Edgar Tinel en Aloys Desmet startte Jef Tinel in 1907 zijn muzikale loopbaan als organist in Zele, Maldegem en Sint-Amandsberg. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde Tinel zich in Gent en was tussen 1947 en 1964 organist bij de paters Augustijnen in Gent. Het is dus voor de hand liggend dat Jef Tinel heel wat orgelmuziek componeerde die bestemd was voor de eredienst. Hier een selectie daarvan. We beschikken over live-opnames door o.a. Ad Van de Wege (organist van de Maldegemse Sint-Barbarakerk waar Jef Tinel zelf ook organist was van 1911 tot 1924) en van Michael Schopen ( Bartfloete op de orgelsite Contrebombarde) en David Lamb (Agnus_Dei op de orgelsite Contrebombarde). Daarnaast monteerden we zelf enkele pc-animaties.
Organist Michael Schopen (= 'Bartfloete' op de site Contrebombarde) speelde de 8 stukken uit Orgelflorilegium van Jef Tinel. Hij publiceerde deze schitterende opnames op zijn pagina van Contrebombarde. Een fijn eerbetoon aan de componist. We brengen ze hier samen. Maar ga zeker eens grasduinen in de andere opnames van deze uitstekende organist....
Jef Tinel componeerde talrijke kleinere werken voor orgel. Vaak voor liturgisch gebruik. Zo is er een orgelalbum met 13 stukjes. Hier worden ze deels live gespeeld en deels via pc-animatie weergegeven.
In de bijlage bij het filmpje staat de link naar de partituren zodat de muziek toegankelijk is voor alle organisten.
Karel Miry kennen we natuurlijk als de componist van De Vlaamse Leeuw. Maar deze Gentenaar schreef heel wat andere muziek zoals opera's, balletten, cantates, orkestwerken, liederen, koormuziek.... Daarnaast was hij dirigent, muziekleraar, professor en violist. Hij werd precies 200 jaar geleden in Gent geboren op 14 augustus 1823 en overleed er op 3 oktober 1889. Hierbij een fragment uit een opera over die andere Gentenaar keizer Karel V.....
Jef TINEL (1885-1972) was een leerling van o.a. Edgar Tinel en Aloys Desmet (Lemmensinstituut) en van Leo Moeremans (Gent).
Hij was organist, muziekschooldirecteur, dirigent en componist. Hij schreef liederen, koorwerken, orkestsuites, toneelmuziek en stukken voor piano en orgel.
Helaas vinden deze werken nog te weinig hun weg naar uitvoeringen en opnames. David Lamb en Michael Schopen namen enkele orgelstukken op en publiceerden deze opnames op de site contrebombarde. Een voorbeeld voor veel andere (Vlaamse) uitvoerders!
Hierbij een opname van Tinels 'Wil mij indachtig zijn' door Michael Schopen.
Organist Michael Schopen ontpopt zich tot een uitstekende vertolker van het orgelwerk van Jef Tinel (1885-1972). Hier speelt hij Fantasia voor orgel. Een voorbeeld voor onze eigen Vlaamse organisten.....
'In exitu' voor orgel van Jef Tinel (1885-1972). Eind de jaren '30 componeerde Jef Tinel een groot werk voor koor, soli en orkest op teksten van franciscanerpater Antoninus: 'Mozes'. Door oorlogsomstandigheden kende het werk nooit een uitvoering. Jef Tinel herschreef later een koorfragment voor orgel. Het werd dit 'In exitu'. Hij speelde het als organist bij de Gentse Augustijnen vaak zelf als sortie van de misvieringen.
Organist Michael Schopen vertolkt van Jef Tinel (1885-1972) de variaties op het oude volkslied 'Gij frissche lelie op het veld'. Jef Tinel begon in 1907 en eindigde rond 1964 zijn muzikale loopbaan als organist in Zele, Maldegem, Sint-Amandsberg en Gent. Tussenin was hij muziekleraar en directeur van de muziekschool in Maldegem.
Tot op hoge leeftijd woonde hij – vol interesse voor het werk van collega’s en jongeren - concerten waar muziek van Vlaamse componisten werd uitgevoerd bij. De op 23 juli 1913 in Antwerpen geboren componist, dirigent en altviolist Ernest Jozef Leo Van der Eyken overleed in zijn geboortestad op 6 februari 2010.
Opleiding
De familieroots liggen bij ‘de Eyk’ aan de Maas. Reeds als 5-jarige kreeg hij zijn eerste muzieklessen in Sint-Truiden en Tienen. Twee jaar later volgde hij notenleer aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen. Niemand minder dan Karel Candael was zijn leraar. Aan diezelfde instelling mocht hij naast Jan Broeckx o.a. Lodewijk De Vocht (orkestdirectie), Napoleon Distelmans (altviool), Albert Van de Vijver (kamermuziek), Emiel-Constant Verrees en Edward Verheyden (harmonie) als leraar hebben. Bij August De Boeck volgde hij privélessen contrapunt en fuga en bij Paul Gilson ging hij in de leer voor instrumentatie.
Het was Paul Gilson die als leraar op hem de grootste indruk maakte. Hij bracht Van der Eyken de vormleer en vooral de orkestratie bij. Gilson gaf – naar het getuigenis van Van der Eyken - blijk van een veel grotere openheid dan de toenmalige leraars van het Antwerpse conservatorium die onder invloed van Lodewijk Mortelmans meer traditioneel gericht waren.
Hij voltooide zijn studies orkestdirectie bij Clemens Krauss en Joseph Marx aan de Internationale Dirigentenschule te Salzburg in Oostenrijk.
Professionele loopbaan
Ernest Van der Eyken doorliep een lange en mooie carrière als altviolist en orkestdirigent.
Hij debuteerde als altviolist in het Groot Symfonie Orkest van de Wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen onder leiding van niemand minder dan de grote Italiaanse componist – dirigent Pietro Mascagni. .
Verder speelde hij in de bekende grote orkesten van Antwerpen (Orkest van de Koninklijke Vlaamse Opera, Nieuwe Concerten, Orkest van de Dierentuinconcerten alsook diverse kamermuziekensembles).
Intussen speelde hij als altviolist in de opera onder leiding van Julius Schrey en Hendrik Diels. Deze laatste gaf hem de raad orkestdirectie te gaan studeren in Salzburg bij Clemens Krauss die een dirigent van wereldklasse was.
Van 1942 tot 1944 was hij tweede dirigent van de Koninklijke Vlaamse Opera.
Hij stichtte en dirigeerde samen met Reinier Van der Velden en Lode Huybrechts het Philharmonisch Kamerorkest te Antwerpen en dirigeerde van 1963 tot 1976 het Jeugd en Muziek-orkest van Antwerpen en was verschillende malen gastdirigent van het Filharmonieorkest van Antwerpen en het Orkest van de BRT.
Ook in het onderwijs verdiende hij zijn sporen als leraar viool en kamermuziek aan de muziekacademie van Ekeren.
Bij de nationale radio-omroep (BRT) was hij in de zestiger jaren verantwoordelijk muziekredacteur voor de muziekprogramma's. Van 24 december 1974 tot 8 mei 1990 was Van der Eyken gedelegeerd bestuurder van Sabam.
In 1977 werd hij lid van de Koninklijke Academie van wetenschappen, letteren en schone kunsten van België. Hij was ook lid van de beheerraad van de Unie van Belgische Componisten.
Componist
Van der Eyken bleef tot een stuk in de negentig dagelijks componeren.
Hij schreef orkestwerken (vb. Overtura buffo en Psalmodia accorata voor kamerorkest; Elegie voor Bieke, Poëma, Refereynen ende Liedekens en Symfonie voor strijkorkest; Symfonie 2 en Suite voor orkest en een Pianoconcerto.
Daarnaast schreef hij Ricordanza en Twee Goya’s voor fanfare en harmonieorkest.
Elckerlic is een opera op een libretto van Luc Vilsen en werd geschreven tussen 1963 en 1966. Hij werd enkel opgevoerd met pianobegeleiding.
Verder verschenen van zijn hand een klarinettenkwartet, 2 strijkkwartetten, een saxofoonkwartet, strijkkwintet, Trio voor houtblazers, werken voor viool en piano, een Fuga voor orgel, liederen op tekst van Alice Nahon (Avondliedeke; Allerzielen), Bert Peleman, Willem Kloos (Lenteavond) e.a. en een paar koorwerken op teksten van Alice Nahon (De kinderen van Soetewey) en Jo Gisekin (De tuin van Cathérine) met begeleiding van piano of andere instrumenten.
Als componist was Van der Eyken geen uitgesproken vernieuwer noch een traditionalist. Hij was veeleer een brugfiguur. Het aspect melos bleef bij hem belangrijk. De chromatische complicaties van zijn harmonieën dreven hem soms naar de grenzen van de tonaliteit, maar toch blijft het respect voor de traditie overal doorklinken. Zijn idioom wortelt in de traditie, waarbij hij een laatromantische expressie binnen klassieke structuren vormgeeft, al evolueerde hij op latere leeftijd wel naar een meer eigentijdse en vrij hermetische taal. Met zijn ‘lyrisch biddende violen’ kon hij veel luisteraars verzoenen met moderne muziek.
Als voorzitter van De Crans, de organisatie die de nalatenschap van Jef Van Hoof beheert, heeft hij zijn affiniteit met deze componist nooit verloochend. Dat hij bij tijd en wijle zelf een volkse stijl kon hanteren, bewijzen zijn Refereynen ende Liedekens, een werk dat misschien juist daardoor zijn meest bekende is geworden. In deze suite bewerkt Van der Eyken meerstemmig zes minder bekende Vlaamse volksliederen: Ik hoorde dees dagen (een maegdeken klagen), Jan Broeder vrijt een meisje zoet, Meisken jong, mijn maegdeken teêr, Kareltje Kareltje, Het windje dat uyt den Oosten waeyt en Een liedeken van den mey. Het eerste lied wordt aan het slot hernomen met het tweede deel van de titel van het volkslied: … een maegdeken klagen. Deze zes volksliederen komen, zij het soms onder een andere titel, voor in Het oude Nederlandsche lied (1903-1908), de monumentale volksliedverzameling van Florimond Van Duyse.
Erkenning
Componisten die voor zijn generatie haast mythologische proporties hadden gekregen, heeft Ernest Van der Eyken persoonlijk ontmoet. Hij heeft gespeeld onder leiding van Maurice Ravel en Igor Stravinksy, gestudeerd bij Joseph Marx en vergaderingen meegemaakt met Zolta Kodaly en Arthur Honegger.
Van der Eyken kreeg de gelegenheid zijn composities te tonen aan Richard Strauss. Strauss haalde er het Poëma voor strijkorkest uit en zei: “Junger Mann, das müssen Sie immer behalten”. Wat een compliment!
Dimitri Sjostakovitsj stuurde aan Van der Eyken een lofbrief na het beluisteren van diens Symfonie. Ook musicoloog en zanger Pieter Vis was vol lof over deze symfonie: Geweldig, eindelijk een vakman aan het werk, die weet wat grote melodische bogen kunnen betekenen als ook zijn kleurrijk instrumentatie maken het dat het een geheel eigen karakter heeft!
Te beluisteren
Als dirigent én uitvoerend musicus heb je het geluk dat je al eens je eigen werk kan laten klinken en opnemen op het podium. Zo kunnen we op een vijftal cd’s en zelfs nog een vinyl-LP werk van en door Van der Eyken beluisteren bij labels zoals In Flanders’ Fields en Mousseion. Vooral zijn Poëma, Refereynen ende Liedekens en de tweede Symfonie werden meermaals opgenomen.
Via YouTube (ernest van der eyken - YouTube) kan men luisteren naar o.a. de tweede Symfonie en de Refereynen ende Liedekens.
3 stille pianostukjes
Enkele verstilde stukjes van eigen hand voor piano:
Op 8 december vieren we het feest van Maria, onbevlekt ontvangen. Een feestdag midden de Advent waarin Onze Lieve Vrouw ook centraal staat. Jef Tinel (1885-1972) componeerde een orgelwerkje ter ere van de Onbevlekt Ontvangene. Michael Schopen voerde het uit.... https://www.contrebombarde.com/concerthall/music/43068
20-11-2022
Vlaamse polyfonisten in Sinaai
Onder deze titel verzorgde het vocaal ensemble Polyfoon op zaterdag 19 november j.l. een avondvullend programma in de Catharinakerk van Sinaai.
Het plaatselijke comité van het Edgar Tinelmuseum organiseerde naar jaarlijkse gewoonte een concert waarin diverse ensembles of solisten een interessant programma brengen. Edgar Tinel is uiteraard steeds op een of andere manier bij dat evenement betrokken.
Dit jaar was het dan de beurt aan het ensemble Polyfoon onder leiding van Lieven Deroo.
Dit ad-hoc-ensemble ontstond in 1999 en heeft zijn thuisbasis in Temse.
Een typisch kenmerk van deze koorgroep is dat zij muziek van de Vlaamse Polyfonisten uit de 15de en 16de eeuw confronteren met hedendaagse a capella koormuziek. Hun optreden is telkens zeer thematisch opgebouwd.
Voor dit concert koos de dirigent als ruggengraat het ordinarium van een klassieke misviering aangevuld met religieuze muziek op Latijnse en Nederlandse teksten. We hoorden een Kyrie (Dufay), Gloria (De Ley), Credo (D’Hollander), Sanctus-Benedictus (De Rore) en een Agnus Dei (Lassus) met tussendoor geestelijke koorwerken van Ockeghem, Kristiaan en Maarten Van Ingelgem en vanzelfsprekend Edgar Tinel.
Sommige koorwerken waren 4-stemmig, maar er waren er ook van 5, 6, 8 en zelfs 11 en 12 stemmen. Een staaltje van technisch kunnen van deze componisten om al deze zelfstandige zanglijnen harmonisch en structureel één welluidend geheel te laten vormen!
De avond werd aaneengepraat met leerrijke weetjes en hier en daar een kwinkslag door Koen Uvin.
Zowel dirigent, presentator en verschillende koorleden herkenden we als trouwe Canvaskijker en luisteraar van KLARA.
De hoge kwaliteit van de traditionele polyfonisten kenden we uiteraard. Maar van sommige hedendaagse werken was het voor ons de eerste keer dat we ze konden beluisteren. En het moet gezegd dat deze werken de vergelijking met de oude meesters -mutatis mutandis – flink konden doorstaan. Al horen we bij vader Van Ingelgem en D’Hollander duidelijke stijlinvloeden van Vic Nees, toch klinken hun composities zeer verfrissend, persoonlijk en overtuigend. Hampstead Heath van zoon Van Ingelgem kende zijn Belgische creatie. Een zeer sfeervol werkje met lange melodische lijnen die voor het koor een zware klus zijn qua intonatie en spanning.
Caecilia en Ave Maria van thuisspeler Edgar Tinel zijn typische voorbeelden van zijn melodieuze maar tevens strenge, sobere en klassieke componeerstijl. Het Ave Maria, zonder orgelbegeleiding deze keer, is inderdaad zeer geschikt als a capellastuk.
Het concert vergde heel wat soepele bewegingskracht van de zangers. Nu eens stonden ze in 2 koren opgesteld vooraan en achteraan de kerk. Wanneer ze opgesteld stonden in het midden van de kerk, veranderden de koorleden meermaals onderling van plaats volgens de stembezetting. Als toehoorder zag je nu eens de rug en dan weer de gezichten van dirigent en zangers. Alles ten dienste van de ideale koorklank. Bovendien is het een ervaring om ook eens de mimiek van een dirigent te zien.
Het koor zong enorm gedisciplineerd, toonvast, zuiver, homogeen, stijlvol, zichtbaar enthousiast en met een perfecte dictie. De aanwezige Kristiaan Van Ingelgem en echtgenote genoten zichtbaar van de puike uitvoering van zijn Lofzang op de Schepper op een religieuze, spirituele en bij wijlen humoristische tekst van Cornelis Crul (16de eeuw). Ook Geert D’Hollander kon persoonlijk horen en zien hoe zijn werk eer werd aan gedaan.
Het publiek beloonde het hele optreden terecht met een staande ovatie en dwong zodoende nog een bisnummer van de hand van Geert D’Hollander af.
Comitévoorzitster Nelly Maes verheugde zich na het slotakkoord over de talrijke opkomst van het publiek, feliciteerde organisatoren en uitvoerders, bedankte de sponsors en het kerkbestuur en nodigde alle aanwezigen uit op een glaasje. Een gesmaakte afsluiter van een hoogstaande muzikale avond met uitsluitend muziek van componisten van Vlaamse herkomst door de eeuwen heen.
10-11-2022
11 november
Op 11 november herdenken we alle alle gesneuvelden in WO I en bij uitbreiding alle slachtoffers van (zinloos) geweld.
Componist Wilfried Westerlinck is de drijvende kracht achter dit nieuwe project dat muziek van Vlaamse componisten in de schijnwerper wil plaatsen. Het biedt een podium aan jonge uitvoerende artiesten die werk spelen van onze eigen toondichters, oud en jong, overleden of springlevend. Naast een gevarieerd kleurrijk muziekaanbod is er ook een voordracht geprogrammeerd die een wetenschappelijke situering geeft van de Vlaamse muziek binnen het hele muziekspectrum. Een boeiend en interessant gegeven, dus.
Zaterdag 8 oktober mochten we het openingsconcert van deze tweedaagse bijwonen. Een nokvol auditorium van de muziekacademie in Mortsel luisterde aandachtig en genoot.
Het befaamde en jonge Desguinkwartet speelde het knap en technisch virtuoos geschreven maar misschien wat droge Tweede Strijkkwartet van Flor Alpaerts. Voor de meeste toehoorders wellicht een eerste kennismaking met dit werk van een componist die zijn vak meer dan behoorlijk beheerste. Hetzelfde ensemble speelde samen met pianist Mathias Coppens diens Pianokwintet. Een zeer gevarieerde en begeesterende compositie. Coppens is een 30iger van wie we hopelijk nog veel werk zullen mogen beluisteren. Net zoals Ruben De Gheselle. Van hem hoorden we Finite Infinity voor vioolsolo. Een mooi werkje dat zeer fijn werd gespeeld door de knappe en piepjonge violiste Véronique De Raedemaeker. Iets minder jong, maar nog zeer springlevend en creatief is de Gentse postmodernist Lucien Posman. Le Conte de l' Etude Modeste is een bij wijlen humoristisch en virtuoos pianowerk met een pianist (Bart Meynckens) die tevens vertelt. Enkele knipogen naar De Schilderijententoonstelling van Moussorgski zijn pittig en gevat. Tussen dit jonge geweld door was er ook ruimte voor meer (laat-)romantische muziek. Sopraan Anne Cambier, aan het klavier sfeervol begeleid door Urbain Boodts, bracht met haar frisse en soepele stem 3 liederen van Ernest Van der Eyken en 4 liederen van Henry-Georges D'Hoedt. Vooral bij deze laatste werden we sterk gegrepen door de heerlijke en rijke pianobegeleidingen. Alles gehoord hebbende, waren we zeer verwonderd over de veelzijdigheid van het aanbod van muziek en de gedegen uitvoering ervan. De componisten werd alle eer gedaan door de artiesten.
Doctor in de muziekgeschiedenis, David Vergauwen, ging in zijn korte lezing tekeer tegen de stelling dat er onder onze Vlaamse componisten geen echte genieën zouden zijn. Als Duitsland (Wagner, Brahms...), Frankrijk (Berlioz), Engeland (Britten) .... wel muziekgenieën voortbracht, waarom zou uitgerekend Vlaanderen er dan geen kennen? Benoit? Ryelandt? Alpaerts? Een discussie om te voeren, niet alleen tussen pot en pint...
Dit openingsconcert van de tweedaagse Klankdomein '22 was een fantastisch schot in de roos. Dergelijke initiatieven verdienen alle lof en kunnen hopelijk een traditie worden. Positief alvast is dat organisaties zoals het ANZ (Algemeen Nederlands Zangverbond), SABAM for CULTURE, en Cemper mee hun schouders zetten onder dit initiatief. Onze componisten en uitvoerders verdienen dit ruimschoots en ook het publiek kan er alleen maar verwonderd en verrijkt door geraken.
Peter Leys
15-09-2022
Jef Tinel op beiaard
Op 14 september sloot beiaardierster Els Debevere de concertcyclus van 2022 af in Nieuwpoort. Ze vertolkte verzoeknummers van de aanwezigen tijdens de vorige concerten. Zo bracht ze o.a. (nummer 12 in het programma) een beiaardbewerking van 'Ik hoor de klokken', een pianowerkje van Jef TINEL. Heel mooi, stemmig en licht vertolkt.
29-08-2022
Heere God van hemelrijken
Gisteren werd tijdens een openluchtmisviering het lied 'Heere God van hemelrijken' uitgevoerd. Hierbij de opname. Het is een gedicht van Guido Gezelle (1830-1899) getoonzet door Jef Tinel (1885-1972).
11 juli: hier past een cantate van Peter Benoit: de Rubenscantate of 'Vlaanderens kunstroem'.
Dit is een historische uitvoering o.l.v. Lodewijk De Vocht, dirigent en componist die als kind Peter Benoit nog gekend heeft en zelf een opvolger van Benoit was als directeur van het Antwerpse conservatorium, toen het nog Koninklijk Vlaams was.
Naar aanleiding van de 50ste verjaardag van het overlijden van componist-organist-dirigent-pedagoog Jef TINEL (11 mei 1885-25 mei 1972) publiceert Klassiek Centraal vandaag op haar website een uitgebreid artikel over deze veelzijdige musicus, neef en leerling van Edgar Tinel (1854-1912).
Op de site 'KLASSIEK CENTRAAL' kan u vandaag een bijdrage lezen en beluisteren n.a.v. 11 mei: de verjaardag van componist-organist-dirigent-pedagoog Jef TINEL(11 mei 1885-25 mei 1972).
Op 25 mei is het exact 50 jaar geleden dat Jef Tinel (1885-1972) in Gent overleed
Jef Tinel was een neef van de bekende Vlaamse componist Edgar Tinel (1854-1912).
Jef kreeg zijn eerste lessen harmonie en orgel thuis van zijn vader Oscar Tinel (1852-1913). Daarna volgde hij de opleiding tot koster - organist in Sint-Niklaas en werd hij laureaat orgel, harmonie, contrapunt en fuga aan het Lemmensinstituut van Mechelen. Vervolgens studeerde hij compositie bij Leo Moeremans in Gent. Later behaalde hij ook het diploma van muziekleraar in het middelbaar onderwijs.
Jef Tinel begon en eindigde zijn carrière als organist in Zele, Maldegem, Sint-Amandsberg en Gent. Hij dirigeerde koren en harmonieorkesten. Op de IJzerbedevaart en het Vlaams-Nationaal Zangfeest was hij een graag geziene dirigent. Zijn lied 'Wij zijn bereid' werd al vlug een topper in het repertoire van deze manifestaties. Hij was een tijdje muziekhandelaar in Tielt, muziekleraar en directeur van de muziekschool in Maldegem.
Als componist schreef hij liederen (kunst- én volksliederen), religieuze en profane koormuziek, werken voor orgel en piano, suites en andere stukken voor symfonisch orkest, muziek voor harmonieën en strijkorkest. Bij toneelwerken van o.a. Jef Crick, Toon de Mindere en Jos Vandenberghe componeerde hij muziek voor koor, soli en orkest.
Jef Tinel componeerde in een laat-romantische toonspraak wars van bombast en experiment.
Een voorbeeld van een kunstlied is 'O kom met mij in de lentenacht' op een tekst van Pol De Mont (1857-1931).
We hebben in de muziek echte families die van generatie op generatie toonaangevende musici afleveren. Uiteraard kennen we de clan Bach, maar ook in Vlaanderen zijn er dergelijke muzikale families gaande van Candael, Mortelmans, Nees, Schroyens, Tinel tot Veremans. Ook de naam van de Wase familie Van Durme klinkt als een klok in de Vlaamse muziekwereld: orgelcomponisten Ferdinand en Oscar, symfonicus Jef en dan ook Fernand.
Fernand Van Durme werd in Eksaarde geboren op 18 april 1914 en overleed in Antwerpen op 13 oktober 1993.
Opleiding
Na humaniorastudies in Lokeren en aan het Klein Seminarie in Sint-Niklaas werd Van Durme laureaat van het Lemmensinstituut in Mechelen na een opleiding bij o.a. Flor Peeters, Marinus De Jong en Mgr. Jules Van Nuffel. Hij volgde daarnaast privélessen bij Karel Candael, Jef Van Hoof en Gaston Feremans.
Aan de Gentse universiteit behaalde hij daarna het licentiaatsdiploma van Kunstgeschiedenis.
Muzikale loopbaan
Fernand Van Durme werd in 1933 organist van de O.L. Vrouwkerk in zijn geboortestad in opvolging van zijn vader Prudent. Ook zijn grootvader (Ferdindand) was er organist geweest en die was zelfs de eerste muziekleraar van Edgar Tinel uit Sinaai.
Hij dirigeerde er ook succesvol het befaamde koor Sint-Gregoriusgilde dat o.a. de grote werken van Benoit en Tinel zong.
In 1950 trok hij naar Leopoldstad in de Belgische kolonie Congo als muziekprogrammator van de BRT en dirigent van het kathedraalkoor. Na de onafhankelijkheid werd hij musicus-componist-sonorisator bij de Vlaamse televisie. Daar ontstond zijn hechte vriendschap met Mark Liebrecht (Marcel Oger).
Na 1973 werd in Sint-Niklaas de Orde van de Reynaert geboren en Fernand van Durme werd de eerste Groot-Vos of voorzitter.
Het brede Vlaamse publiek kent Fernand Van Durme als dirigent op IJzerbedevaarten, Vlaams-Nationale Zangfeesten, zeezangfeesten en 11-julivieringen.
Componist
Van Durme schreef verschillende volksliederen, o.a. Waasland (op tekst van E.H. J. De Wilde), De Wase klompenboer en Waaslands Meidansje.
Daarnaast componeerde hij kunstliederen (vb. Melopee op tekst van Paul Van Ostayen), kamermuziek, werken voor viool en piano, koorwerken (vb. Eens Meien Morgen Vroege) en koorbewerkingen van volksliederen.
Wanneer in mei 1973 te Sint-Niklaas voor de eerste maal een Reynaertspel werd opgevoerd, deed Mark Liebrecht, die de algemene leiding had en de regie voerde, een beroep op Van Durme voor de muziekcollage. Het werd een schitterende realisatie.
Te beluisteren
Het mannenkoor Gaudeamus uit Sinaai maakte een cd-opname van de Wase Klompenboer.
Om het uur weerklinkt op de beiaard van Sint-Niklaas ‘Waasland’.
Op YouTube vinden we een opname van het Waaslandlied.
Spokenhof, zwarte jas en hoed, een welige baard, een klein brilletje, brede dirigerende gebaren en een ongekuist taalgebruik… zo wordt Jef Van Hoof vaak voorgesteld.
Men kent hem als componist van stoere strijdliederen en ritmische kopermuziek.
Minder mensen weten dat deze musicus nog heel wat meer in zijn mars had.
Hij werd in Antwerpen geboren op 8 mei 1886 en overleed er op 24 april 1959.
Opleiding
Josephus Bonifacius Emilius Michael Van Hoof was de zoon van de koster-organist van de Sint-Michielskerk in Antwerpen, Frans Van Hoof.
Hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen bij Jozef Huybrechts, Paul Gilson, August De Boeck (harmonie), Joseph Callaerts, Arthur De Hovre (orgel), Jozef Bossiers (piano) en Lodewijk Mortelmans (contrapunt en fuga). Hij was een exponent van de Benoit-school. Jefs broer, Emiel, vertelde hoe Jef door het overlijden van Benoit in 1901 tot tranen toe bewogen was. Op die dag zou de vijftienjarige knaap het rotsvast besluit genomen hebben om componist te worden.
Professionele loopbaan
In 1916 volgde Van Hoof zijn vader op als titularis van het orgel in de Sint-Michielskerk.
Tijdens WO I koesterde Van Hoof activistische sympathieën en werd na die oorlog veroordeeld. Daarna gaf hij privélessen en organiseerde hij concerten waarbij hij zelf als pianist optrad. Hij was actief als pianist en dirigent van het Antwerps Koperensemble.
Als grote aanhanger van de Vlaamse muziekbeweging in het kielzog van Peter Benoit waren zijn muziekactiviteiten dan ook sterk verbonden met Vlaamsgezinde organisaties zoals het ANV, het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) en de Groeningerwacht, die hij mee oprichtte en waarvan hij het mannenkoor dirigeerde.
Hij was ook medestichter van het Genootschap van Vlaamse Componisten (1922), van de Vlaamse Concerten (1926) en van de Nationale Vlaamse Fanfare (1930).
Hij dirigeerde op IJzerbedevaarten en Guldensporenvieringen en in 1933 was hij naast Willem De Meyer medeoprichter van het Vlaams Nationaal Zangfeest waarvan hij tot 1936 de enige dirigent was. Toen daar ook liederen van andere componisten aan bod kwamen die hun eigen liederen dirigeerden, trok Van Hoof zich terug.
Vanaf 1924 was hij leraar harmonie en compositie aan de Mechelse Beiaardschool en in 1936 werd hij leraar aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen waarvan hij in 1942 directeur werd in opvolging van Flor Alpaerts. Zijn tegenkandidaat was Lodewijk De Vocht.
In 1944 werd hij uit zijn ambt ontzet en veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. Lodewijk De Vocht volgde hem als directeur op.
Na de repressieperiode trad Van Hoof nog een paar maal op als dirigent, onder meer op de Dag van het Vlaamse Lied in 1953 (een kortstondige onsuccesvolle afscheuring van het zangfeest van het ANZ) en op de Vlaamse dag van de Wereldtentoonstelling in 1958.
Componist
Jef Van Hoof componeerde vanaf 1903 liederen, religieuze muziek, koorwerken, theatermuziek, piano-, beiaard- en orgelstukken, kamermuziek en symfonische werken (een oeuvre van 280 titels).
Zijn eerste werken waren Vlaamse strijdliederen zoals Groeninge (1909 op tekst van Guido Gezelle. Dit lied is tot vandaag een onbetwiste topper op het Vlaams Nationaal Zangfeest en 11-julivieringen. Emiel Hullebroeck noemde het ‘de Vlaamse Marseillaise’. Van Hoof behaalde er de Prijs van het Algemeen Nederlands Verbond (ANV) mee.
Van zijn liederen – op teksten van o.a. Guido Gezelle, Eugeen van Oye, Raf Verhulst, René De Clercq, Pol De Mont, Alice Nahon, Albrecht Rodenbach, Jan Van Nijlen, Angèle De Bremaeker – vermelden we Aanroepinghe, Daar is maar één land, Goedendag, Psalm, Eed van trouw, Nacht-deun, ’t Is stille, 4 Ritschl-liederen, Nanoen in huis, De vriezeman, De lotusbloem, Lentestemming, Suja, nu Suja, Marialiedeken, Ik heb u lief, ABN-lied….
In de kerkliedbundel ‘Zingt Jubilate’ (nummer 377) is het passielied Aan Uw stam, o Kruis opgenomen (tekst F. Clinckaert en G. Smet). Een heel eenvoudige, innige en mooie melodie.
Jef Van Hoof verklaarde zelf ‘Het lied is de kleinste der muzikale vormen. De moeilijkste!’ Hij beheerste deze vorm echter uitstekend, geïnspireerd door zijn leraar Lodewijk Mortelmans en de Duitse romantiek. Ook de missie van Benoit om een nationale muziek te schrijven, inspireerde hem.
In zijn liederen overheerst de menselijke stem. De pianobegeleiding heeft een dienende en sfeerscheppende functie. Lange voor-, tussen- of naspelen worden vermeden. De melodie volgt de natuurlijke prosodie.
Door hun gevatheid doen Van Hoofs liederen moderner aan dan die van zijn oudere tijdgenoten.
Behalve in de Vlaamse strijd zocht Van Hoof inspiratie in het religieuze, de natuur, de liefde en het kind.
Zijn religieuze ingesteldheid leidde tot het componeren van verschillende missen: Missa de Deo voor gemengd koor, koper en slagwerk en het Te Deum voor gemengd koor en koperensemble. In deze werken horen we een vinnige ritmiek.
Voorts componeerde hij nog 3 missen (De angelis, De Sanctis en De beata) en een gedialogeerde Volksmis op een Nederlandse tekst van pater Monden.
Elke mis schrijft een verschillende bezetting voor.
Voor liturgisch gebruik leverde hij drie, telkens als Lof betitelde bundels motetten. Vooral het Derde Lof behoort tot de meest treffende kerkmuziek uit die jaren. Voor gemengd koor schreef hij Caecilia en Klaar bloed, beide Gezelleteksten.
In zijn beginperiode schreef Van Hoof twee dramatische schetsen die eigenlijk wedstrijdstukken voor de Romeprijs waren: De Legende van Sint-Hubertus en Tycho Brahé op tekst van Herman Baccaert. Met dit laatste werk behaalde hij in 1911 de Tweede Romeprijs. In 1916 componeerde hij op tekst van Nico Gunzburg het koorwerk Oproep dat werd uitgevoerd bij de opening van de door de Duitse bezetter georganiseerde Nederlandstalige universiteit Gent.
Verder componeerde hij verschillende profane koorwerken voor zowel mannenkoor als gemengd koor: Vijf driestemmige Liederen of de cantates Rodenbach ter ere en Lieven Gevaert Gedenkklank , beide met koperbegeleiding. Vermelden we ook 't Lied der Hogeschool, Het Lied van de Vlaamse Staatsbediende of andere kleine cantates zoals Het Lied van het Recht of Groeningerwacht, Bekender zijn Hangt nen truisch en het mijmerende Ik wist niet. Voor gemengd a capella-koor vermelden we Vijf Koren op teksten van Willem Gijssels en bewerkingen van Geuzen- en volksliederen.
Van Hoof componeerde ook opera's: Meivuur (libretto Pol De Mont), Vertraagde film (libretto Herman Teirlinck) en Jonker Lichthart (libretto Edgar den Haene).
De opvoeringen van Meivuur in de Vlaamse Opera in 1924 lokten flinke rellen uit omwille van Van Hoofs activistische sympathieën tijdens de oorlog. Hoewel hij voor dit stuk heel wat complimenten mocht in ontvangst nemen (o.m. van Lodewijk Mortelmans), kreeg het nooit nog een tweede kans.
De eenakter Jonker Lichthart werd pas postuum (1961) scenisch opgevoerd. Het is een verrukkelijke Straussiaanse partituur.
Beïnvloed door Peter Benoits pleidooi voor het lyrisch drama schreef Van Hoof een declamatorium of stuk voor lyrische voordracht: Derde Nacht.
Naast deze vocale muziek bevat de opuslijst van Jef Van Hoof ook heel wat instrumentale muziek.
Opgeleid als organist schreef hij enkele orgelwerkjes, bv. Rist van 6 orgelstukken.
Voor piano schreef hij Drie Walsen.
Van Hoof componeerde in een laat-romantische stijl. Dat is in zijn geval geen synoniem van zwoele en lange uitweidingen. Hij bleef trouw aan het ideaal van Benoit én aan het idioom van Gilson en opende zo een weg naar het modernisme. Op 2 gebieden was hij (internationaal) vernieuwend en baanbrekend.
Als leraar aan de Mechelse beiaardschool schreef hij vijf werken voor beiaard.
Daarnaast creëerde hij een hoogst merkwaardig repertoire voor de ‘harde’ kopers (trompetten, trombones en contrabastuba, zonder hoorns) en slagwerk. Voor het koper koesterde hij een bijzondere voorliefde. Hij beschouwde ze als de ziel van het orkest. Hij componeerde talrijke oproepen voor kopers te dienste van openluchtmanifestaties, IJzerbedevaarten en zangfeesten, een Openingsfanfare op het Wilhelmus, de Ritmische Suite die oorspronkelijk als begeleiding diende voor gymoefeningen van jongeren, en vooral de schitterende Sinfoniëtta. Hier zien we hoe Van Hoof opkeek naar Paul Gilson die hij beschouwde als zijn belangrijkste leraar, de vader van de Belgische blaasmuziek.
Klein Kwartet in C en Nietigheden zijn twee erg aantrekkelijke composities voor strijkkwartet. En bij zijn kamermuziekwerken zijn ook nog Suite voor drie fagotten en Moderato voor pianosextet te vermelden.
Vaak vergeten wij dat de componist van strijdliederen ook verrukkelijk mooie orkestbladzijden schreef.
Hij componeerde 6 symfonieën gekenmerkt door een zeer verzorgde en evenwichtige vormgeving. De 6de bleef echter onvoltooid. Van het 4de deel zijn slechts enkele partijen van de beginmaten genoteerd.
Hij schreef een vrolijke Herinneringsouverture waarin verschillende bekende (volks)liederen verwerkt worden met een extra groet aan Benoits Lied der Vlamingen. De jonge Herbert Von Karajan dirigeerde dit werk in Aken in 1935.
Van Hoof componeerde concertino’s voor viool en fagot, een Scherts voor cello en orkest, een Symfonische Inleiding voor een Feestgelegenheid, Perseusouverture, Ouverture Willem De Zwijger en symfonische suites.
Erkenning
Voor zijn liederen ontving hij de Lodewijk Mortelmansprijs.
De Missa De Deo en de Missa De Beata werden in Aken gecreëerd en kenden er veel bijval.
In 1968 werd ter zijner nagedachtenis een driejaarlijkse prijs voor Vlaamse componisten in het leven geroepen.
De meeste van zijn werken werden uitgegeven door de muziekuitgeverij De Crans, door hemzelf in 1917 opgericht. De handschriften berusten hoofdzakelijk in het AMVC. De Crans gaf in 1951 een huldeboek uit ter gelegenheid van Van Hoofs 65ste verjaardag.
Mark Liebrecht schreef in zijn monkelende anekdotische stijl ‘Met Jef Van Hoof onder één hoed’ en Paul De Raedt schreef een monografie over Van Hoof in de reeks Meesters der toonkunst.
Te beluisteren
Het VRT-archief bevat verschillende opnames van werken van Van Hoof.
Het lied ‘Groeninghe’ werd o.a. door bariton Renaat Verbruggen gezongen en verscheen op verschillende langspeelplaten (mede onder impuls van Willem De Meyer).
Alt Ria Bollen, tenor Zeger Vandersteene begeleid aan de piano door Jozef De Beenhouwer en Levente Kende verzorgden een LP met liederen van Jef Van Hoof. Er zijn verschillende LP’s (Fama, Philips, Cultura, RCA LPM, Telemann-gezelschap) en cd-opnames (In Flanders Fields) in de handel verkrijgbaar (geweest) met symfonisch werk en liederen.
En uiteraard is er YouTube waar men enkele interessante opnames kan beluisteren: jef van hoof - YouTube
Schilder, auteur, wijnbouwer, zanger en componist… hij was het allemaal.
Geboren in Gent op 18 juni 1886 en in Oudenaarde overleden op 20 september 1974 leidde hij een lang en rijk gevuld leven gewijd aan de kunst en de natuur. ‘Een enig fenomeen in het Vlaamse cultuurleven’, zo beschreef August Corbet hem.
Opleiding
Robertus Henricus Maria Joseph Herberigs liep school in het Gentse (elitaire) jezuïetencollege Sint-Barbara met de bedoeling rechtenstudies te doen.
Maar het draaide anders uit.
Vader Herberigs was amateur fluitist en voorzitter van de Koninklijke Harmonie Sint Cecilia. Twee zussen van Robert speelden piano en Robert speelde eerst viool en daarna ook klarinet. Als klarinettist in de harmonie waagde hij zich al vlug aan enkele composities.
Met de goedkeuring van zijn ouders trok Robert naar het Gentse conservatorium. Hij volgde er zang, piano en viool en op achttienjarige leeftijd behaalde hij reeds eerste prijzen notenleer (bij Léon Van der Haeghen) en zang (bij Oscar Roels).
Met het oog op het behalen van de Romeprijs volgde Herberigs privélessen compositie bij de bekende muziekpedagoog Leo Moeremans samen met o.a. de componisten Georges D’Hoedt en Jef Tinel en de violist-dirigent Désiré Defauw.
In 1909 won Herberigs als jongste componist ooit de ‘Prix de Rome’ met zijn cantate De legende van Sint Hubertus.
Met de beurs aan deze prijs verbonden reisde Herberigs drie jaar in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Italië.
Professionele loopbaan
Bij de creatie van zijn cantate zong Herberigs zelf de titelrol. Maar hij had intussen al zijn strepen als bas-baritonsolist verdiend (1908-1909) aan de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen met glansrollen als Reinaert de Vos in de creatie van August De Boecks gelijknamige opera, De Evangelieman van Kienzl en de titelrol van Heinrich Zöllers opera Faust.
Van 1951 tot 1953 was hij directeur van diezelfde Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen.
Voor het overige verdeelde hij sinds 1925 zijn tijd tussen zijn woonplaatsen in Oudenaarde en Bourg-Saint-Andéol in de Ardèche waar hij een vruchtbare abrikozenplantage uitbaatte op het landgoed Château Rochecolombe waar zijn nageslacht nu wijn verbouwt.
Naast het componeren schreef hij enkele toneelstukken en een tiental volkse en historische romans, o.a. Pasterke Candeels en Het wolvenhof en schilderde hij honderden landschappen, marines en abstracten.
Componist
Het oeuvre van Herberigs is zeer gevarieerd en gaat van kunstliederen, pianomuziek, koorwerken, kamermuziek tot filmmuziek, muziek voor koperblazers, orkestwerken, concerti, opera’s en een groots openluchtspel.
Ook zijn stijl maakte verschillende evoluties door gaande van laat-romantiek, impressionisme over neoclasicisme tot tonaalvrije en dan weer zeer klassieke harmonieën.
In 1912 componeerde hij een van zijn bekendste werken: het symfonisch gedicht voor hoorn en orkest naar het verhaal van Cyrano de Bergerac. Een jeugdig en fris klinkende compositie, schalks, opgewekt en laat-romantisch.
Andere symfonische werken zijn Nachtelijke Wapenschouw, De vrolijke vrouwtjes van Windsor, Sinfonia Breve, Ode aan de muzen, De vier jaargetijden naar Brueghel, Hiawatha, Vier odes aan Botticelli, Hamlet,Antonius en Cleopatra en pianoconcerti. Dit zijn zeer sprekende en plastische werken die vaak een duidelijke band met de schilderkunst en literatuur weerspiegelen. De orkestraties zijn nu eens stoer en krachtig met fauvistische contrasten en een sterke motoriek. Andere orkestwerken zijn dan echter heel week en freel. Zo zijn de Schetsen en Impromptu’s veel serener, soberder en bedaarder dan de eerder geciteerde werken. Ze kaderen in een neo-classicistische stijl net zoals zijn sonates voor viool en klarinet.
Naast de laat-romantische invloed treffen we in Herberigs’ composities ook sporen van het Franse impressionisme. Vooral dan in zijn pianowerken: Trois ballades, Pièces brèves, Poèmes elégiaques en de suites A la fontaine bellerie en Ariane. Ook hier weer is er de link met de literatuur van o.a. Ronsard, Baudelaire, Mallarmé en Musset. De partituren vertonen een druk notenbeeld dat vaak over drie notenbalken uitgeschreven is.
In diezelfde sfeer kadert de liedcyclus La chanson d'Eve op gedichten van Charles Van Lerberghe.
Naast zijn Verlaineliederen componeerde Herberigs een groot aantal liederen op teksten van Guido Gezelle.
Herberigs vertrok voor een lied steeds vanuit de tekst. Tekst en muziek moeten volgens hem een monoliet vormen. De muziek moet het ritme en de sfeer van de tekst volgen en uitbeelden.
In de tweede helft van de jaren twintig schreef Herberigs vooral religieuze muziek, vaak opgedragen aan Mgr. Jules Van Nuffel en zijn Sint-Romboutskoor: 9 missen, antifonen, communiones, motetten, geestelijke liederen. Heel bekend werd zijn koorwerk Van Jezus en Sint – Janneke.
De opera Le mariage de Rosine werd in 1925 in de Gentse opera gecreëerd. Eerder schreef hij al de opera L’ amour médecin.
Bij het brede publiek werd Herberigs het meest bekend dankzij zijn muziek voor het openluchtspel Het Lam Gods in Gent in 1949. Het is een groots en indrukwekkend epos voor gemengd koor, kinderkoor, orkest, orgel en solisten. Het 3 uur durend werk behandelt de verschillende scènes van het gelijknamige schilderij van de gebroeders Van Eyck. Dit werk past in de traditie van de openluchtspelen van Alfons Moortgat (Mariaspel; Arnoldusspel), Arthur Meulemans (Heilig Bloedprocessie), Jef Tinel (Arnoldusspel; Fra Angelico) en anderen.
In september 1974, twee weken voor het overlijden van de componist, werden fragmenten van dit oratorium in de Gentse kathedraal uitgevoerd onder leiding van Léonce Gras. Herberigs was bij de uitvoering nog zelf aanwezig.
Erkenning
Een eerste erkenning van Herberigs’ kwaliteiten als componist was uiteraard de Romeprijs in 1909.
Hij was voorzitter van de auditiecommissie van het toenmalige NIR (vandaag VRT) en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten.
Zijn vitale, solide en plastisch georkestreerde werken werden bijna allemaal gecreëerd door het NIR-orkest o.l.v. Daniël Sternefeld.
In 1963 ontving hij voor zijn hele oeuvre de Peter Benoitprijs.
Nog in 1963 werd Herberigs gelauwerd met de prijs van de Lodewijk Mortelmans-Stichting Noordstarfonds voor een bundel van 6 Gezelleliederen. Ze verschenen op LP in een luxe-editie waarin ook een gesproken opname zat van de componist zelf met enkele richtlijnen bij het componeren van liederen.
Ter gelegenheid van zijn dertig jaar overlijden in 2004 werd in het najaar een reeks concerten gepland gecombineerd met een tentoonstelling en een cd-uitgave
In 2008 werd een project goedgekeurd tot inrichting van een Herberigsmuseum in het gemeentelijk domein De Ghellinck te Elsegem, deelgemeente van Wortegem-Petegem. Het plan werd echter niet gerealiseerd.
Herberigs werd wel benoemd tot ereburger van Oudenaarde en in 2014 verscheen er een biografie over hem geschreven door Marcel Lequeux.
Te beluisteren
In het rijke VRT-archief is heel wat muziek van Herberigs bewaard.
Emma Coeckelbergh - Tinel, de echtgenote van Edgar
EMMA, DE VROUW NAAST EDGAR TINEL
Voor het jaarconcert 2021 koos het Edgar Tinelcomité in Sinaai voor een originele invalshoek.
Het is precies 100 jaar geleden dat Tinels echtgenote, Emma Coeckelbergh overleed. Zij was de sterke vrouw naast de toondichter, moeder van 6 zonen én dichteres. Een vrouw die het verdient om eens in de schijnwerper te staan.
Ondanks de vierde coronagolf was de Katharinakerk in Sinaai goed gevuld voor dit herdenkingsconcert.
Nadat comitévoorzitster Nelly Maes de aanwezigen – inwoners van Sinaai en omstreken én verwanten van Tinel uit heel het land – had verwelkomd en de avond had geduid, lichtte historicus Marc Laceur het leven en werk van Emma Coeckelbergh toe. Spruitend uit een Antwerpse Franstalige bourgeoisiefamilie (°22 september 1851) en verhuisd naar het Waasland ontwikkelde ze zich tot een dichteres die o.a. de bewondering van de Franse dichter Evariste Carrance en onze eigen Hendrik Conscience wegdroeg.
In 1875 kruiste haar pad dat van Edgar Tinel en in 1877 werd hun huwelijk ingezegend. Ze kregen 6 zonen.
Edgar componeerde liederen op haar Franse teksten en anderzijds vertaalde Emma enkele Vlaamse teksten waarop Tinel componeerde naar het Frans (o.a. Franciscus). Een hele klus.
Emma overleed in Elsene op 17 februari 1921.
Maar uiteraard stond de poëzie van Emma centraal.
Dirk Vermeiren declameerde 5 van Emma’s gedichten in de originele taal en Karin De Wael droeg een vertaling voor.
Vanzelfsprekend mocht ook de muziek op haar teksten weerklinken.
Met haar zuivere, transparante, flexibele en heldere sopraanstem vertolkte Nel Vanhee 6 Coeckelberghliederen getoonzet door Edgar Tinel en 5 gecomponeerd door Willem Ceuleers. Willem Ceuleers begeleidde accuraat en inspirerend aan de vleugel. Hij soleerde ook in 2 poëtische pianostukken van Schumann en Debussy.
De kwaliteit van Tinel als liedcomponist was ons bekend, maar we waren zeer aangenaam verrast door de tekstgetrouwe en stijlvolle composities van Ceuleers. Opmerkelijk vonden we de rijke pianobegeleidingen in zijn liederen.
Als kers op de taart kwam Ward Bohé, conservator STEM-Sint-Niklaas een schilderij van Edouard Agneessens schenken aan het comité. Het schilderij toont Edgar Tinel in zijn jonge jaren. Een mooie aanvulling van het rijke archief van het Tinelmuseum.
Onnodig te zeggen dat deze avond meer dan geslaagd was en ons doet uitkijken naar de volgende concerten in Sinaai.
18-11-2021
Willem Kersters
Hij werd net geen 70 jaar. Geboren in Antwerpen op 9 februari 1929 overleed hij er op 29 december 1998.
Hij liet een rijke erfenis aan composities en leerlingen die bij hem compositie studeerden na.
Zowel percussionisten, organisten, orkesten en koren kunnen hun hartje ophalen aan zijn werken.
Opleiding
Het minste wat je kan zeggen is dat Kersters een fantastische opleiding gekregen heeft. Hij studeerde bij niet de minsten. Vanaf 1945 studeerde hij aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium in Antwerpen waar hij achtereenvolgens eerste prijzen behaalde voor notenleer, harmonie en piano. Daarna voltooide hij zijn studies aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel bij Jean Louël (contrapunt), Jean Absil en Marcel Quinet (fuga), Marcel Poot (compositieleer) en bij René Defossez (orkestdirectie).
Hij behaalde ook het diploma van muziekleraar.
Professionele loopbaan
Willem Kersters begon zijn loopbaan als muziekleraar aan de athenea van Tienen, Leuven en Aarschot.
Van 1961 tot 1968 was hij muziekprogrammaleider bij de Belgische Radio en Televisie, Gewestelijke Omroep Limburg.
Vanaf 1962 was hij aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen aanvankelijk leraar harmonie en daarna ook titularis van de compositieklas.
Daarbovenop doceerde hij van 1967 tot 1989 muziektheoretische vakken aan het Muziekconservatorium van Maastricht.
Enkele van zijn meest bekende leerlingen zijn Alain Craens, Koen Dejonghe, Jan De Maeyer, Luc Van Hove, Wim Henderickx en Marc Verhaegen.
Componist
Kersters liet ons een gigantisch en gevarieerd oeuvre na.
Voor orkest componeerde hij 5 symfonieën, Capriccio,Plechtige ouverture - Ouverture solennelle voor groot orkest, Sinfonietta voor kamerorkest, een vioolconcerto, een pianoconcerto (= plichtwerk in de finale van de KEW-1978), een concerto voor gitaar en kamerorkest, Contrasten voor slagwerk en orkest, Meditation uber den Namen BACH voor trompet in D en strijkers, Ballade voor altsaxofoon en strijkorkest, Divertimento per archi voor strijkorkest, Serenade nr.2 voor strijkorkest, harp en slagwerk en een concertino voor hobo en strijkorkest.
Nog voor orkest schreef hij enkele balletten zoals Triomf van de geest, Halewijn en Uilenspiegel de geus.
Ook de koperblazers werden door Willem Kersters bedacht met enkele composities zoals Laudes voor koperblazers en slagwerk, Sinfonietta voor harmonieorkest en Incantations voor brassband.
Hij schreef werken voor percussie-ensemble, orgel en kamermuziekensembles (vb. koperkwintet en fagot met piano).
Heel wat Vlaamse koren (gemengd of gelijkstemmig) zingen zijn bewerkingen van Vlaamse volksliederen of De wolkenschaapjes, Zonnelied, Avondlied, Pater noster, Salve Regina en Lentesuite. Verrassend fris klinken de Circuscapriolen voor kinderkoor en instrumenten.
Teksten van Paul Van Ostaijen inspireerden hem meermaals: Melopee, Huldegedicht aan Singer en De Feesten van Angst en Pijn.
In deze vocale werken volgt de melodie nauwgezet de woordaccenten met frequente maatveranderingen als gevolg. De harmonie is hier ook klassieker.
Voor grotere vocale bezettingen met orkest verwijzen we naar Psalmen voor alt solo, mannenkoor, orgel, pauken en koperblazers en de oratoria A hymn of praise voor spreker, vocaal-trio, koor en orkest en De feesten van angst en pijn voor tenor solo, alt solo, recitant, koor harp, piano, slagwerk en strijkers.
Vermelden we ook De geestelijke bruiloft voor sopraan, althobo, klarinet, piano en strijkkwartet, Barbaarse dans voor alt solo, tenor solo, vrouwenkoor en instrumentaal ensemble, Angst - een dans voor tenor solo, spreekstem, gemengd koor, harp, piano en percussie-orkest en De dans der kristallen voor middenstem en strijkorkest.
Vergeten we ook zijn opera Baes Gansendonck niet.
In zijn eerste composities, voor 1960, hanteerde Kersters een harmonisch zeer intuïtieve stijl met klassieke vormstructuren zoals de sonate, het rondo…
Ondanks een duidelijke invloed van Bartok treffen we in deze vroegste composities ook laat-romantische en expressionistische kenmerken aan.
In een volgende periode ontwikkelde Kersters een nieuwe compositietechniek gebaseerd op het principe van de tritonusverwantschap. Dit is een soort bitonaal stelsel waarbij twee tonaliteiten op een tritonusafstand van elkaar volkomen worden verenigd in een autonome nieuwe tonaliteit. De harmonische basis van deze werken is terug te brengen tot hetzelfde akkoord, waarin de zevende en elfde boventoon de essentiële componenten zijn (bijvoorbeeld tegenover grondtoon do respectievelijk si mol en fa kruis). Dat combineerde hij met een studie van de dodecafonie en een vrije seriële schrijfwijze. Voorbeelden hiervan zijn de eerste en tweede symfonie (1963 en 1964), de Plechtige Ouverture (1963) en Concertmuziek (1964).
In de tweede helft van de jaren 60 werden het tonale en het atonale principe met elkaar versmolten. Bijvoorbeeld in de derde symfonie (1967) werd al wat bruikbaar is uit het verleden én uit de hedendaagse muziektaal op een organische wijze geïntegreerd. Er was nog nauwelijks sprake van traditionele thematische verwerking. Het slagwerk kreeg meer en meer een belangrijke en boeiende rol toegewezen als kleurelement (vb. Capriccio uit 1972) of als zelfstandig instrumentarium (Anaglyphos uit 1969).
Halfweg de jaren ’70 greep Kersters terug naar zijn intuïtieve schrijfstijl, zowel muzikaal als qua vorm. Zijn activiteit als componist nam dan geleidelijk aan af.
Erkenning
Componist Kersters ontving nationale en internationale prijzen en onderscheidingen: Internationale Compositiewedstrijd Koningin Elisabeth in 1961; Prijs van de stad Triëste in 1963, Internationale Compositiewedstrijd voor Strijkkwartetten te Luik in 1965, Prijs Eugène Baie van het Provinciebestuur van Antwerpen in 1968 en Sabamprijs in 1972.
Hij was lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.
Te beluisteren
Naast opnames door BRT (VRT)-radio en televisie, LP’s en cd’s kan men op YouTube heel wat composities van Willem Kersters beluisteren.
Op YouTube werd een playlist aangemaakt van video's met muziek van de Vlaamse toondichter Jef TINEL. Het zijn deels live-opnames en deels pc-animaties. Men krijgt er een overzicht van wat deze componist zo al schreef: liederen, koorwerken, composities voor orkest, piano en orgel.
De lijst wordt permanent bijgewerkt.
Jef TINEL leefde van 1885 tot 1972. Hij studeerde bij o.a. zijn oom Edgar Tinel en bij Aloïs Desmet aan het Lemmensinstituut in Mechelen. Jef Tinel werd laureaat orgel, harmonie, contrapunt en fuga. Later bekwaamde hij zich verder in de compositie bij Leo Moeremans in Gent. Jef Tinel was behalve componist ook dirigent, organist, leraar en directeur van de Maldegemse muziekschool. Zijn werk kadert in de laat-romantiek en geeft blijk van een degelijk vakmanschap - zo getuigden zijn collega's en recensenten - maar wordt weinig uitgevoerd. Professionele opnames van zijn werken ontbreken quasi volledig. Hopelijk komt daar verandering in, zeker in aanloop naar 2022: het jaar waarin we de 50ste sterfdatum van Tinel herdenken.
160 jaar geleden werd Leo Moeremans geboren: componist, pedagoog, uitgever, instrumentenbouwer
Léon of Leo Moeremans werd geboren in Ninove op 22 december 1861 en overleed in Gent op 12 augustus 1937. Hij was componist, muziekpedagoog, dirigent, koperinstrumentenmaker, pianobouwer en muziekuitgever.
Opleiding
Leo Moeremans volgde harmonie en orgel aan het Koninklijk Conservatorium te Gent bij Adolphe Samuel en Karel Miry. Hij was medestudent van componist Paul Lebrun en van componist, muziekpedagoog (directeur van het conservatorium Oostende) en dirigent Léon (Napoléon) Rinskopf.
Professionele loopbaan
Eenmaal afgestudeerd werd hij repetitor en pianobegeleider. Hij was gedurende 42 jaar leraar harmonie, compositie en orkestratie aan het Gentse conservatorium en daarnaast directeur van de muziekschool in Waregem.
Als privéleraar vormde en begeleidde hij een aantal componisten, vaak in de aanloop naar het behalen van de Romeprijs. Zo treffen we onder zijn leerlingen o.a. volgende toonaangevende componisten aan: Robert Herberigs, Jef Tinel, Georges Lonque, Prosper Van Eeckhaute, Gérard Favere, Henri-Georges D’Hoedt, Pieter Franz Uyttenhove, Ernest Brengier, Jeanne Emilie Virginie Vignery en Jan Decadt.
Voor zijn lessen schreef hij verschillende cursussen en handboeken zoals: De eerste Stap - petit manuel pratique et théorique de la musique, 1889; Questionaire Musical, ( in 2 delen) in het Frans en Nederlands, 1894; Histoire de la musique en Europe, 1936; Cours d'harmonie théorique et pratique; Grondregels van de Muziek, 3 delen…
Van 1888 tot 1896 was hij dirigent van de Koninklijke Muziekmaatschappij De Neerschelde uit Gentbrugge.
Moeremans stichtte in 1906 in Gent een instrumentenfabriek, aanvankelijk van koperinstrumenten (trompetten, kornetten en bugels) maar later ook piano’s. Met zijn piano’s kende hij veel succes tijdens de Universele Tentoonstelling Gent in 1910 en won hij de Gouden medaille Gent in 1913. Moeremans’ fabriek voerde piano’s uit tot in de Verenigde Staten.
Ten slotte had hij ook nog een muziekuitgeverij voor zijn eigen werken.
Componist
Leo Moeremans componeerde cantates, orkestwerken, een ‘Lied voor viool en orkest’, marsen, walsen en stukken voor fanfares en harmonieën, liederen, werken voor mannen- en gemengd koor, pianomuziek, kamermuziek, ballades, een oratorium ‘De schepping’, de symfonieën ‘Pax Hosanna’ en de ‘Vlaamse Symfonie’ en de opera’s ‘Beau Rival’ en ‘Rink Folkema’ (1929) die gecreëerd werd door de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen.
Daarnaast componeerde hij de komische opera’s ‘Danilo’ (1936) en ‘In ’t Scheldeland’ (1937).
Hij behoorde tot de generatie componisten die hun werk liet aansluiten bij het Vlaamse volkslied. Zijn bekendste lied is waarschijnlijk het alombekende ‘Mie Katoen’. Over het ontstaan van dit lied lezen we bij Mevrouw Moeremans: “Mie Katoen (mars) werd gecomponeerd in 1887 door Meester Léon Moeremans. In die tijd was hij dirigent van de harmonie van Sint-Amandsberg. Het lied werd geschreven voor een feest van Sint-Cecilia. De auteur dacht er geen ogenblik aan het stuk te tekenen. Nochtans kende deze mars-farandole een groot succes. Thans wordt het zelfs buiten onze grenzen gezongen: de koren van het Rode Leger hebben het geïnterpreteerd bij hun optreden te Brussel. Voor de naam werd de componist vermoedelijk geïnspireerd door de talrijke arbeidsters uit de katoenindustrie van die tijd!”
Erkenning
Ninove eerde Moeremans met een Leo Moeremansplein en zijn geboortehuis in de Langemuntstraat nr. 12 is een brasserie met de naam “Beau Rival”, verwijzend naar zijn opera.
Het ANZ nam ‘Leg op mijn hert uw voorhoofd’ (tekst van Pol De Mont) op in het Vlaams Romantisch Koorboek in 1987. Het werk werd in die periode meermaals uitgevoerd, o.a. door het radiokoor o.l.v. Vic Nees.
07-07-2021
Maria Matthyssens: 160 jaar geleden geboren
‘Omdat ik Vlaming ben’ is ongetwijfeld haar bekendste compositie. Het lied behoort al generaties lang tot het geijkte repertoire van liederavonden, zangfeesten, IJzerbedevaarten, IJzerwakes en 11-julivieringen zonder dat de uitbundige zangers beseffen dat ze een lied zingen van een van de weinige bekende Vlaamse vrouwelijke componisten uit de 19de eeuw. Weten we echter ook dat ze naast dit lied een groot oeuvre bijeen componeerde?
Afkomst en opleiding
Marie Schewyck werd op 20 april 1861 in Antwerpen geboren. Haar familienaam roept het vermoeden van Slavische roots op.
Op 30 augustus 1881 huwde ze met architect George Matthyssens en voortaan nam ze die familienaam over: Maria Matthyssens.
Veel is over haar jeugd en opleiding niet geweten. Ze zou als kind al goed piano gespeeld hebben en een mooie sopraanstem gehad hebben. Als zangeres trad ze op in Antwerpen en Brussel.
Haar muzikale opleiding genoot ze bij grote figuren – gelinkt aan het Antwerpse conservatorium - zoals Jan Blockx, Emile Wambach, Flor Alpaerts en Emile Ergo.
Zelf beschouwde ze zich in de eerste plaats moeder en huisvrouw. De muziek was een aangename hobby.
Tijdens de eerste wereldoorlog vluchtte ze naar Engeland. Op 31 juli 1916 overleed ze er in Kingston-Hampton , mogelijks na een overval.
Componiste
Matthyssens componeerde werken voor piano (‘Marquisette’), orkest (‘Feestgalm’, ‘Balletsuite’, ‘Impromptu’…), kamermuziek, koorwerken, zangspelen en liederen in de volkstrant die in de smaak vielen bij het publiek van zangavonden georganiseerd door het Willemsfonds, Davidsfonds, het Algemeen Nederlands Verbond en later ook het Algemeen Nederlands Zangverbond.
Net zoals bij veel andere componisten geraakten de grotere werken vergeten en bleven alleen enkele liederen populair: ‘Prins karnaval’ op tekst van Willem Gijssels, ‘Schoentje Lap’ op een gedicht van Ernest De Weert en ‘Omdat ik Vlaming ben’ op tekst van Lambrecht Lambrechts.
Ook op Franse teksten van o.a. Léon Solvay, Gustave De Graef en Marguerite Coppin componeerde ze muziek. ‘Bouderie’ (petit poëme en prose pour ténor) en ‘Chant d’hyménée’ (opgedragen aan haar kinderen) schreef ze op eigen teksten.
Haar werken werden gepubliceerd door diverse uitgeverijen zoals Schott, Katto, Breitkopf & Härtel, Janssens, Faes, De Vlaamsche Muziekhandel en de Parijse muziekuitgeverijen Pitault en Colombier.
In perscommentaren werden haar liederen geprezen omdat ze goed in de stem lagen, om de fijne prosodie en om hun charme en verfijning die aanleunde bij Gounod en Massenet. Melodie en begeleiding zijn zeer beschrijvend, stemmingsvol en gevarieerd.
Erkenning
De Antwerpse Cercle artistique et littéraire organiseerde in 1899 een concert dat bijna volledig aan haar werk was gewijd.
In 1909 won Matthyssens de eerste prijs in de liedwedstrijd van de stad Antwerpen met ‘Schoentje Lap’. De melodie werd gespeeld op de beiaard van de Antwerpse kathedraal en de stokerij F.X. De Beukelaer maakte met het lied reclame voor het kruidenlikeur Élixir d’Anvers.
Ook in Londen werd werk van haar uitgevoerd, bijvoorbeeld ‘Jamais’ op tekst van de Belgische volksvertegenwoordiger Antoine Borboux.
‘Choses d’âme’ bundelt acht liederen en werd uitgegeven in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be) en Labo XIX&XX, in het kader van het onderzoeksproject ‘Maria Matthyssens en Louis Gobbaerts: de geschiedenis en de rol van de salonmuziek in de Antwerpse burgerlijke cultuur (1848-1914).’
Dit lied vinden we ook terug op enkele LP’s en cd’s.
Opnames van andere werken van Matthyssens zijn ons niet bekend.
24-06-2021
Willem Pelemans: 120 jaar geleden geboren en 30 jaar geleden overleden
Geboren in Antwerpen op 8 april 1901 leidde Pelemans een lang leven als muziekjournalist, radioproducer, leraar en componist tot hij op 28 oktober 1991 overleed in Sint-Agatha-Berchem. Enkele weken eerder was hij nog gehuldigd door de Vlaamse cultuurminister Patrick Dewael "omwille van zijn niet aflatende grote bekommernis voor de Vlaamse emancipatie en culturele ontplooiing, meer bepaald op het terrein van de muziek".
Opleiding
Pelemans volgde een opleiding voor onderwijzer aan de Stedelijke Normaalschool Karel Buls in Brussel.
Als musicus was Pelemans grotendeels autodidact. Vanaf zijn 18de volgde hij privélessen orkestratie, contrapunt en harmonie bij zijn gewezen muziekleraar aan de normaalschool, Paul Lagye.
Professionele loopbaan
Willem Pelemans begon zijn lange loopbaan als onderwijzer in Brussel van 1921 tot 1951.
Al vlug bleek dat een onderwijscarrière alleen zijn leven niet zou kunnen vullen en beet de muziekmicrobe hem op verschillende fronten.
Van 1931 tot 1938 was hij programmator bij de zender Librado en de nationale radiozender NIR waar hij probeerde meer “vooruitstrevende” muziek aan bod te laten komen.
In 1948 werd hij leraar muziekgeschiedenis aan het Mechelse stedelijk conservatorium.
Intussen was hij al lid geworden van het Willemsfonds, secretaris van de Vlaamse Club voor Kunsten, Wetenschappen en Letteren en muziekrecensent bij Het Laatste Nieuws, De Zweep en De Vlaamse Gids. In studies en commentaren ijverde hij voor de vulgarisatie van ernstige muziek. Zo schetste hij in het boek ‘De Vlaamse Muziek en Peter Benoit’ de evolutie in de waardering van de Vlaamse muziek, voornamelijk in de hoofdstad.
Vanaf 1951 legde hij zich volledig toe op zijn journalistieke en muzikale carrière.
Hij recenseerde concerten en spitste zich ook toe op het voorstellen van jong muzikaal talent van eigen bodem. Hij bekleedde dan ook het voorzitterschap van de Unie van Belgische Componisten van 1971 tot 1981. Een vereniging die hij in 1960 mee had helpen oprichten.
Willem Pelemans reisde tot in de verste hoeken van Vlaanderen om creaties van autochtoon werk bij te wonen en de jonge componisten met zijn commentaar aan te moedigen.
In 1967 werkte hij als ondervoorzitter mee aan de uitbouw van de Nederlandstalige afdeling van het Koninklijk Conservatorium te Brussel.
Na zijn pensionering in 1986 schreef Pelemans zijn memoires die bewaard en deels uitgegeven zijn door het Liberaal Archief.
Componist
Als autodidact is Pelemans bij geen enkele strekking of stijlrichting onder te brengen. Hij componeerde vrij van alle academische wetten en patronen.
In zijn beginperiode componeerde hij voor de Brusselse toneelgroep ‘Rataillon’ en experimenteerde er met allerhande klankmiddelen en -bronnen.
Hij componeerde ruim 400 vocale en instrumentale werken. We vermelden hier een saxofoonkwartet, pianosonates, vioolsonates, kamermuziek voor blaasinstrumenten, strijkkwartetten, concertino's voor kamerorkest, 6 symfonieën, 8 Ballades, concerti voor piano en orkest, een concerto voor viool en orkest, de balletsuites Herfstgoud en Miles gloriosus en een ouverture en schetsen voor een opera buffa.
Zijn vocaal oeuvre bevat onder meer liederen op teksten van Guido Gezelle, Paul Van Ostaijen, Karel Van De Woestijne en Raymond Herreman. Uitgebreidere werken zijn o.a. de Mis voor gemengd koor, orkest en orgel), Le combat de la Vierge et du diable (Petit Mistère op tekst van J. Weterings), het episch zangspel Floris en Blancefloer, het oratorium De wandelende Jood (tekst van August Vermeylen) en de opera's: De mannen van Smeerop en De nozem en de nimf.
Zijn eerste liederen sluiten aan bij het laat-romantische en impressionistische Vlaamse klankidioom met een chromatische harmonie en volle akkoorden in de rechterhand van de klavierbegeleiding. De liederen op teksten van Van Ostaijen tonen een andere Pelemans met een ritmisch en harmonisch sterker geprononceerde en expressionistische stijl, een opvallend quasi-ostinaat begeleidingsfiguurtje waarboven de melodie vrij gecomponeerd is die soms scherp gaat dissoneren.
Pelemans sloot zich aan bij avant-gardestromingen in Vlaanderen die zich onder meer sterker wilden afzetten tegen het romantisch pathos en sentiment of Benoit-epigonisme en liet zich inspireren door o.a.. Satie en het constructivisme van Honegger. Pelemans – zo formuleerde hij zelf in zijn boek ‘Architectonische Muziek’ – streefde naar een abstractere klankkunst, een radicaal instrumentaal denken, een lineaire schrijfwijze met scherpe contrasten en dissonanten in melodie en harmonie.
In zijn kamermuziek bleef hij trouw aan de klassieke vorm en opbouw.
In zijn composities van na de Tweede Wereldoorlog werd Pelemenas minder radicaal en agressief en zien we een herwaardering van de Weense Opera en Mozart en een zekere terugkeer van lyriek en een grotere eenvoud wat betreft ritmiek. Wel bleef de soberheid, de spaarzaamheid op muzikale middelen en het ontbreken van sentimentaliteit. Hij zocht als onvervalste empirist een tussenweg tussen atonaliteit en traditionele akkoorden en bereikte een directe en ongekunstelde uitdrukking zonder ornamentele bijkomstigheden, zonder pathetische ballast of zonder ideële of welke andere ondergrond ook. Voor Willem Pelemans moest in essentie het melodische element overwegen, maar niet sentimenteel-romantisch of structureel thematisch.
Erkenning
Sinds zijn overlijden huldigt de ‘prijs Jeanne en Willem Pelemans’ van het Brusselse conservatorium jonge muzikanten die een belangrijke rol hebben gespeeld (of spelen) in het uitdragen van Belgische muziek.
Te beluisteren
- WILLEM PELEMANS : CHAMBER MUSIC, De Rode Pomp/Gents Muzikaal Archief 014; - Harp Kwintet, MUSIC FOR HARP, FLUTE, VIOLIN, VIOLA AND CELLO (Arpae Ensemble), Phaedra (In Flanders’ Fields, vol. 12) 92012;
Iets oudere muziekliefhebbers kennen Marcel Poot als de legendarische juryvoorzitter van de prestigieuze Koningin Elisabethwedstrijd.
Hij was echter ook een zeer verdienstelijk componist, klarinettist en professor.
Op 7 mei 1901 werd hij in Vilvoorde geboren en op 12 juni 1988 overleed hij in Brussel. Hij was de zoon van Jan Poot, directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel en had dus door en door Vlaamse genen.
Zelf noemde hij zich middelmatig begaafd, maar de lof die hem te beurt viel bij zijn composities ontkent deze middelmatigheid ten stelligste. Eretitels als ‘Uilenspiegel’, ‘Bruegel’, ‘Teniers’ of ‘Vaandeldrager van de Belgische muziek’ doen hem meer recht.
Opleiding
Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van organist Gerard Nauwelaerts en vervolgens volgde hij tussen 1916 en 1919 notenleer, piano, instrumentatie, compositie en harmonie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Arthur De Greef, José Sevenans en Martin Lunssens.
In het harmonieorkest, waarvan zijn vader voorzitter was, in Vilvoorde speelde hij klarinet.
Aan het Antwerpse conservatorium zette hij zijn studies verder bij o.a. Lodewijk Mortelmans (contrapunt en fuga) en bij Paul Gilson volgde hij privélessen compositie.
In 1925 stichtte hij ter gelegenheid van Gilsons 60ste verjaardag met enkele andere studenten van Paul Gilson ‘De Synthetisten (Les Synthétistes)’, vergelijkbaar met de Franse Groupe des Six. Ze wilden een synthese brengen van al de verworvenheden van de eigentijdse muziek: men wilde levende muziek scheppen en loskomen van de voorbijgestreefde romantische idealen om een nieuw soort muziek te scheppen die niet langer meer provincialistisch zou zijn maar universeel. Ze streefden naar een synthese van nieuwe én oude technieken en sloten zich impliciet aan bij de neoklassieke trend die rond dat tijdstip in heel Europa leefde. In de Belgische context zorgden zij voor een nieuw geluid, voornamelijk in de mate dat zij de nadruk legden op technische aspecten van het componeren.
Andere leden waren René Bernier, Francis de Bourguignon, Théo De Joncker, Maurice Schoemaker, Jules Strens en Robert Otlet.
Dankzij een studiebeurs verbonden aan de gewonnen Rubensprijs studeerde hij in 1930 bij Paul Dukas aan de École Normale de musique de Paris.
Professionele loopbaan
Na zijn studie was Marcel Poot muziekleraar, muziekredacteur en freelance componist.
Als publicist werkte hij gedurende 15 jaar mee aan het blad ‘La Revue Musicale Belge’, dat hij samen met Paul Gilson gesticht had, en aan het dagblad ‘Le Peuple’.
Hij was muziekleraar aan middelbare scholen in Vilvoorde en Halle en later leraar piano, notenleer en muziekgeschiedenis aan de academie te Vilvoorde.
Van 1932 tot 1949 was hij musicus-modulator bij de radio.
Vanaf 1939 doceerde hij aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel contrapunt en harmonie en in 1949 werd hij er in opvolging van Léon Jongen directeur. Hij was de laatste directeur van het nog unitaire (lees: Franstalige) Conservatorium en is erin geslaagd de faam van de instelling hoog te houden.
Bij de pensionering van Emiel Hullebroeck in 1943 werd Poot aangeduid als inspecteur van het muziekonderwijs. Wegens de oorlogsomstandigheden kon hij die functie echter niet uitoefenen.
Hij was tevens lector aan het Institut Supérieur des Arts Décoratifs, rector van de Muziekkapel Koningin Elisabeth (1970-1976), lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, juryvoorzitter van de Koningin Elisabeth wedstrijd (1963-1981), voorzitter van SABAM, stichter en voorzitter van de unie van Belgische Componisten en CISAC, en jurylid van verschillende compositiewedstrijden.
Componist
Reeds als student wijdde Marcel Poot zich aan de compositie.
Hij schreef werken voor de Vilvoordse harmonie en 'De Gidsen': ‘Déphilé Royal’, ‘Dionysos’, ‘Laetare’, dansen, ouvertures, marsen, capriccio’s…. en in 1922 zijn ‘Vlaamse Rapsodie’.
De eerste inspiratiebronnen voor Poot waren aspecten van de moderne cultuur, met als belangrijkste de film of de jazzmuziek. De films van Charlie Chaplin inspireerden hem tot het schrijven van de drie symfonische schetsen ‘Charlot’ (1926).
‘Jazz Music’ (1930) werd, zoals de titel aangeeft, in die stijl geschreven.
Voor hij naar Parijs bij Dukas trok, had Poot ook al zijn eerste ‘Symfonie’ voor groot orkest gecomponeerd. Er volgden er nadien nog 6.
De reeks van zeven symfonieën is zijn meest in het oog springende en coherente bijdrage tot de muziekliteratuur. Ze zijn zonder uitzondering driedelig opgebouwd, volgens het beproefde schema 'snel - langzaam - snel'. De orkestratie is sterk beïnvloed door Gilson want ze is in essentie gebaseerd op de traditionele indeling van de instrumentengroepen (strijkers, hout, koper en slagwerk).
Hij schreef verder voor orkest verschillende ballades, sinfonietta’s, concerti (voor piano, klarinet, cello, hobo, saxofoon en orkest), suites, balletsuite ‘Pygmalion’, ‘Millennium’ voor 4 saxofoons en orkest….
De ‘Vrolijke Ouverture’ uit 1934 droeg de componist op aan Paul Dukas. Ze kende internationale bijval.
Marcel Poot componeerde 2 oratoria: ‘Le dit du routier’ ( op tekst van Joseph Weterings) en ‘Icarus’ (op tekst van Theo Fleischmann) alsook 2 opera’s: ‘Het ingebeelde eiland’ (scenario van Herman Teirlinck) en ‘Moretus oder Der widerspenstige Verdammte’ (scenario Joseph Weterings).
Ook voor koor, piano, harp en orgel componeerde Marcel Poot alsook kamermuziek (vaak examen- of wedstrijdopdrachten voor viool en piano; cello en piano, trompet en piano, fluit en piano, hoorn en piano, klarinet en piano, fagot en piano, trombone en piano, pauken en piano, houtblazerstrio, klarinetsextet…), Franstalige radiospelen en liederen.
De ‘Variaties voor piano’ (1952) zijn een ‘In Memoriam Gust De Boeck’. Het thema bestaat uit de letters van de familienaam van deze componist en er duikt een zeer kort citaat uit diens bekende Cantilene op.
In 1960 schreef hij in opdracht van de Koningin Elisabethwedstrijd het plichtconcerto voor piano.
Marcel Poot componeerde met respect en eerbied voor de West-Europese muziektraditie met daarbij vooral een bewondering voor Bachs contrapunt en Mozarts spontaneïteit. Zo merken we dan ook meestal een (neo)klassieke opbouw in zijn werken zoals de thematische arbeid of motivische ontwikkeling en de sonatevorm. Al zijn er vanzelfsprekend andere, vroeg twintigste-eeuwse invloeden, toch verlaat Poot zelden de grenzen van de tonaliteit.
Schönbergs dodecafonie of het serialisme waren niet aan hem besteed.
Ondanks de bewondering voor Stravinsky zien we bij Poot geen gelijkaardige ritmische complexiteit.
Wel vernieuwend waren zijn zeven radiohoorspelen, vaak met vocale solisten en orkest (bijvoorbeeld ‘Faut-il tuer le Mandarin?’ ( 1933) en ‘Le chat botté’ (1936).
Onmiskenbaar zijn de invloeden van Ravel, Stravinsky, Prokofiev en Strauss. Vooral in de Vrolijke Ouverture horen we invloeden van deze laatste.
Vaak wordt de muziek van Poot omschreven als humoristisch, blij, gul, luchtig, volks-Vlaams, ritmisch en licht. Maar die vlag dekt zeker niet de hele lading. In andere composities toont de toondichter zich zeer ernstig. Zijn oeuvre illustreert een Vlaams temperament getemperd door een Latijnse klaarheid en overzichtelijkheid.
Erkenning
Marcel Poot kreeg de eretekens van Officier van de Leopoldsorde en Officier in het Franse Legioen van Eer.
Omwille van zijn grote culturele verdiensten ontving hij in 1984 de titel baron.
Het feit dat gereputeerde buitenlandse uitgevers zoals Max Eschig en Alphonse Leduc te Parijs en Universal te Wenen zijn werken publiceerden bewijst zijn internationale waarde en erkenning.
Buiten zijn Vrolijke ouverture en enkele kleinere werken is er tegenwoordig weinig muziek van Poot te horen. Reden? Wat academisme? Afzijdigheid tegenover evoluties in het muzieklandschap? Herhaling van zichzelf? Minder sterke melodische inspiratie?
Te beluisteren
In de NAXOSbox volume 2 met Vlaamse muziek en bij Marco Polo treffen we een cd aan met de 6de symfonie, Pygmalion, Symfonisch allegro en de Vrolijke ouverture. Bij Marco Polo verschenen zijn Tarantelle en de symfonieën 3, 5 en 7. Telkens gedirigeerd door Frédéric Devreese.
NAXOS bracht de 7 symfonieën uit in opnames met Léonce Gras, Frédéric Devreese, Franz André en Hans Rotman. Alpha Brussels nam het pianoconcerto op. Ook heel wat kamermuziekwerken werden door verschillende artiesten en labels opgenomen.
De Mechelse beiaardier, organist, dirigent, leraar en componist Staf Nees werd geboren op 2 december 1901. Hij overleed plotseling in zijn geboortestad op 25 januari 1965.
Vooral als beiaardier verwierf hij internationale faam. Hij maakte school en beïnvloedde de hele wereld vanuit zijn beiaardschool. Maar ook in Vlaanderen was zijn veelzijdige rol en invloed niet te onderschatten. Zo werd hij in 1953 voorzitter van ‘Het Madrigaal’, de federatie voor Vlaamse katholieke koren, vandaag een onderdeel van Koor en Stem.
Opleiding
Als thuishaven van het Lemmensinstituut was Mechelen een echte orgelstad.
In de Sint-Romboutskathedraal galmden daarbovenuit de tonen van het magistrale koor en uit de toren beierden klokkenklanken over heel de stad. In deze stad en in het stedelijk conservatorium werkten niet de minsten: Edgar Tinel, August De Boeck, Godfried Devreese, Mgr. Jules Van Nuffel en Jef Denyn.
Geen wonder dus dat Staf (Gustave) Nees als kind al werd aangetrokken door de muziek. Hij volgde les aan het Mechelse muziekconservatorium (hoorn en solozang) en aan het Lemmensinstituut bij Jules Van Nuffel, Oscar Depuydt en Lodewijk Mortelmans.
In 1922 behaalde hij met grote onderscheiding de Prijs Lemmens-Tinel.
Intussen was hij in 1919 ook gestart met een beiaardopleiding bij Jef Denyn. Daar behaalde hij In 1924 het einddiploma met grote onderscheiding
Professionele loopbaan
Meteen na zijn studies werd hij aangesteld als organist van de Hanswijkkerk en kreeg hij de leiding van het koor en het orkest van de Koninklijke Kunstkring Edgar Tinel. Met deze muziekvereniging voerde hij muziek uit van de barok tot Stravinsky, maar vooral werken van zijn Vlaamse collega's.
Hij werd tevens leraar aan de pas opgerichte beiaardschool, toen gehuisvest aan de Wolmarkt.
In 1926 werd Nees benoemd tot Mechels hulpbeiaardier. In die functie verving hij steeds meer Denyn tijdens diens buitenlandse concertreizen. Het was dan ook vanzelfsprekend dat Nees in 1932 de officiële Mechelse stadsbeiaardier werd en in 1944 directeur werd van de Beiaardschool. Onder zijn directeurschap verwierf de beiaardschool het predicaat Koninklijk en verkreeg ze de oefenbeiaard in het torentje van Hof van Busleyden
In deze school leidde hij samen met Jef Van Hoof verscheidene generaties binnen- en buitenlandse beiaardiers op en stichtte hij in 1946 de Internationale Compositiewedstrijd voor beiaard waardoor hij de beiaard tot ver buiten de grenzen promootte.
Hij werd een veelgevraagd jurylid en adviseur in restauratiedossiers en gaf veel beiaardconcerten, ook in het buitenland zoals in Engeland, Denemarken, Duitsland, Canada en de VS. Tijdens die concerten speelde hij vaak bewerkingen van Oud-Nederlandse liederen.
Daarnaast doceerde hij In het Lemmensinstituut harmonie en koraal.
Componist
Baanbrekend werk verrichte Nees met zijn beiaardmuziek: een dertigtal specifieke beiaardcomposities en een duizendtal bewerkingen, harmonisaties en arrangementen van allerhande vocale en instrumentale werken uit de wereldliteratuur. Daarbij zijn een honderdtal Oud-Nederlandse liederen, 200 Vlaamse liederen uit de 19de en 20ste eeuw, 250 liederen ontleend aan alle mogelijke nationaliteiten en verder werken ontleend aan de muziekliteratuur van alle tijden. Hij schreef o.a. ‘8 Preludes’, ‘4 Fantasia's’, ‘4 Dansen’ en ‘3 Variaties’, ‘Toccata, Lied en Fuga’ op Daar staat een clooster in Oostenrijk, ‘Introductie, Lied en Fuga’ over Ghequetst ben ic van binnen en ‘Rhythmendans’. Hij maakte heel wat transcripties van werken van o.a. De Fesch, Van den Gheyn en Fiocco.
Om de beiaard een nieuw aanzien te geven, koos Staf Nees voor een repertoire dat aanleunde bij de traditionele vormen en genres van de toonaangevende instrumenten. Het preludium, de toccata, de fugetta en de fantasia maken deel uit van de orgelmuziek. Naar het pianorepertorium verwijzen titels als Intermezzo, Studie, Rondo, Variaties, Lied zonder woorden, Aubade en Improvisatie. Hierbij leunen ook genrestukjes aan als: Weemoed, Feestklokken en Klacht en Troost over Jef Denyn. De Serenade en de Suite verwijzen naar de wereld van de orkestmuziek.
Van in het begin ontwikkelde Staf Nees een eigen beiaardstijl, schatplichtig aan zijn voorganger en voorbeeld Jef Denyn.
Als leerling van de romanticus Lodewijk Mortelmans ontwikkelde Nees deze Vlaams romantische stijl tot een eigen lyrische stijl, steeds gedomineerd door grote spanningsbogen.
Voor orgel schreef hij slechts enkele kleinere stukjes, vooral voor liturgisch gebruik: Communio 'O Filii et Filiae' en ‘Veni Sancte Spiritus’.
Bekommerd om de kwaliteit van de uitvoering van het Gregoriaans componeerde hij orgelbegeleidingen bij het Graduale, gebundeld in Nova Organi - Harmonia ad Graduale, een publicatie uit 1942 die meteen een grote verspreiding kende.
Voor piano componeerde hij slechts een viertal kleinere werkjes. Drie ervan dateren uit zijn studietijd.
Een buitenbeentje is de ‘Dans’ voor 8 gitaren, geschreven voor de Cavalcade van de Hanswijk-Jubelfeesten in 1963.
In de Vlaamse romantische traditie, krachtig en Vlaams, componeerde hij veel koorwerken, missen, motetten, liederen en oratoria.
Samen met Mgr. Jules Van Nuffel, Flor Peeters, Marinus De Jong, Gaston Feremans en Mgr. Jules Vyverman vormde Staf Nees de zogenaamde Mechelse school. Hun stijl werd sterk beïnvloed door het Gregoriaans. Volledig in de geest van het Motu proprio streefde men naar een polyfone muziek die een religieuze sfeer ademde.
Hij componeerde een zestigtal motetten voor verschillende bezettingen: solostem of koor, gemengde of gelijke stemmen, a capella of met obligate orgelpartij. Teksten als het Tantum ergo of O salutaris hostia zette hij zelfs meerdere keren op muziek.
Daarnaast componeerde hij zes missen o.a. de ‘Missa in honorem B. Mariae Virginis’, een mis voor twee ongelijke stemmen en orgel ter ere van O.L.V. van Hanswijk, een ‘Sint-Romboutsmis’ voor 5 stemmen waarvan de creatie de laatste uitvoering was die Mgr. Van Nuffel heeft gedirigeerd heeft en de ‘Missa Te Deum’ uit 1960 voor gemengd koor en orgel. In deze laatste etaleerde Nees op meesterlijke wijze zijn beheersing van de contrapuntische technieken. Zoon Vic beweerde zelfs trots dat zijn vader af en toe eens over de schouder van zijn zoon gegluurd had en zo enkele modernere trekjes in deze muziek gestoken had.
Koorleider Staf Nees schreef een aantal schitterende koorwerken waaronder ‘Musica’ op tekst van Lambrecht Lambrechts uit 1932 voor zesstemmig gemengd koor. Andere koorwerken zijn onder meer ‘Feestcanon’ en de canon ‘Heil het Madrigaal’, beiden uit 1961.
Ook het liedgenre boeide Staf Nees. Net zoals Van Hoof, dankte hij aan de publicatie van liederen zijn eerste faam als componist. Een aantal van deze liederen zoals ‘Primula veris’ op tekst van Willem Gijssels of ‘Kindje’ op tekst van Alice Nahon, werd onmiddellijk gepubliceerd in de reeks Het Vlaamsche Lied van de Standaard Uitgeverij.
Aansluitend componeerde hij ook liederen op religieuze teksten. Hoogtepunten zijn onder meer ‘De zonne alreede is opgestaan’ voor zangstem en klavier op tekst van Guido Gezelle en ‘Gebed’ op tekst van P. Van Crombruggen, geschreven voor hoge stem en strijkers.
Veel religieuze liederen werden echter geschreven als gelegenheidsmuziek en kunnen ons door de vaak al te gedateerde teksten helaas nauwelijks nog bekoren.
Met zijn kunstkring voerde Staf Nees grote oratoria uit. Zo kon hij zijn eigen oratoria: ‘Simon Petrus’ (1935) en ‘Maria’ (1938) en cantates zoals ‘Het kerstwonder’ (1925), ‘Jubelcantate’ (1926) en ‘Te Deum’ (1938) laten horen.
Zijn composities getuigen van een typisch Vlaams expressief lyrisme waartoe Tinel en Mortelmans de aanzet gaven en dat we ook terugvinden bij Ryelandt, Peeters, Van Nuffel, Vyverman e.a.
Erkenning
In 1958 kreeg hij de Harriet Cohen International Music Award voor zijn werk als concertbeiaardier in Engeland.
Nees was onder zijn collega beiaardiers één der weinige professioneel gevormde muzikanten, wat hem meteen op een voetstukje plaatste. Als tweede directeur van de Beiaardschool, stond hij ook in voor de verdere verspreiding van het gedachtegoed van Denyn. Alle ogen zijn in Mechelen nog steeds op hem gericht. Vanuit dit perspectief gezien is Nees de incarnatie van de ideale beiaardier. De portretten van Alfred Ost illustreren dit ten overvloede.
Staf Nees werd geconfronteerd met het ontbreken van een geëigende romantische schrijftechniek voor de beiaard en verrichtte baanbrekend werk en legde de basis voor een op de beiaard toegespitste componeerwijze.
Die eigen methode en principes introduceerde hij bij vrienden en collega's zoals Gaston Feremans, Arthur Meulemans, Jef Rottiers, Jos Lerinckx en vele studenten aan de Mechelse Beiaardschool.
Hij was geen baanbreker, geen stijlvernieuwer maar legde het fundament van de beiaardcultuur in de voorbije eeuw. Zijn creativiteit bepaalt nog steeds in grote mate hoe de beiaard over onze steden klinkt.
Het oratorium ‘Het bronzen hart’ van Gaston Feremans, dat een lofzang is op de Sint-Romboutstoren en zijn beiaard, is aan Staf Nees opgedragen.
Te beluisteren
Oude plaatopnames geven een beeld van Staf Nees als beiaardier en beiaardcomponist.
‘Nees & Nees’ is een cd met werken van vader Staf en zoon Vic door het Brussels kathedraalkoor o.l.v. Kurt Bikkembergs.
Op een andere cd van het Brussels kathedraalkoor zijn 6 gemakkelijke Latijnse gezangen te beluisteren.
Wies (Aloïs) Pee werd op 13 juli 1911 geboren in Dendermonde.
Hij was naast componist ook leraar, dirigent, organist en muziekwetenschapper.
Op 2 mei 1990 overleed hij in Antwerpen na een leven vol inzet voor schoonheid ter ere van Vlaanderen en Christus (AVV-VVK).
Opleiding
Na een basisopleiding muziek en viool aan de stedelijke academie van Dendermonde studeerde hij aan het Lemmensinstituut in Mechelen. Daar had hij o.a. Mgr. Jules Van Nuffel, die hem in de Lemmensschool te Mechelen aanvaardde, met de verklaring dat goede violisten gewoonlijk ook goede organisten werden, als leraar naast Flor Peeters, Marinus De Jong en Mgr. Jules Vyverman. In 1935 behaalde hij er zijn laureaatsdiploma.
Vervolgens studeerde hij musicologie aan de Rijksuniversiteit Gent bij Floris Van Der Mueren (1939) en volgde hij privélessen compositie bij Lodewijk Mortelmans en Paul Gilson. Tussendoor behaalde hij het diploma van muziekleraar van de tweede graad (1936).
Als student zette Pee zich in voor het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond in Oost-Vlaanderen. Hij voelde zich als Vlaams-nationalist en Dietser aanvankelijk, tot in 1934, thuis in het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso).
Professionele loopbaan
Als oefeninstrument beschikte Wies Pee over het minderwaardig orgel van de paters Benedictijnen in Dendermonde en eigenlijk had hij ook niet de ambitie om zich als koster-organist te ontplooien. Van Nuffel stuurde hem dan naar Ierland waar hem een plaats als organist werd beloofd. Dat avontuur liep echter slecht af omdat de nationalistische Ieren geen ‘buitenstaander’ duldden en hem dus niet wilden benoemen.
Dankzij Gaston Feremans kon hij aan de slag als muziekleraar in het Atheneum van Gent. Ook in Blankenberge en Antwerpen gaf Wies Pee muzieklessen. Hij gaf tevens les aan de muziekacademie in Dendermonde.
Van 1937 tot 1939 was hij koor- en orkestleider in opdracht van het Willemsfonds.
In 1943, volle oorlogsperiode, kreeg hij een officiële opdracht voor een studie van volksliederen in Duitsland.
Die reis naar Duitsland en zijn vlaamsgezinde activiteiten deed hem na de bevrijding 17 maanden in hechtenis belanden. In dat kamp schreef hij o.a. zijn bekendste lied ‘Jeugd in het gelid’ en de ‘Mis van deemoed’ voor 4 gelijke stemmen a capella. Hij leidde er een kampkoor.
Door tussenkomst van zijn oud-leraar Jules Van Nuffel werd Wies Pee in 1947 organist van de Sint-Pieterskerk in Leuven. In diezelfde stad leidde hij het studentenkoor ‘De Kegelaar’ en de ‘Bachvereniging’ waarmee hij zelfs in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten optrad. Hij lanceerde te Leuven de Mattheuspassion van Schütz. Daarnaast gaf hij privélessen en pianolessen in het Sint-Pieterscollege en het Sint-Jozefsseminarie.
In 1952 verliet hij Leuven om in Antwerpen het orgel van de Sint-Amanduskerk te bespelen. Daarnaast was hij docent muziekpedagogie aan de Sociale Scholen in Heverlee, docent aan het Sint-Thomasinstituut in Brussel en aan de Normaalschool in Alsemberg.
Voor het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ) gaf hij cursussen voor zangleraars en koorleiders en organiseerde hij zangavonden. Hij was een overtuigd verdediger van ‘volksopvoeding-door-het-lied’.
In het ANZ-tijdschrift Harop publiceerde hij bijdragen over componisten en muziekinstrumenten en pedagogische artikels zoals bijvoorbeeld een methode om liederen aan te leren aan de hand van ‘Wij zijn bereid’ van Jef Tinel.
Opmerkelijk hierbij is dat die methode gebaseerd is op het ritmisch gevoel dat alle mensen is aangeboren.
Zijn pedagogische vakkennis komt heel sterk tot uiting in zijn ‘Volledig Theorieboek voor het Muziekonderricht’ waarover muziekinspecteur Emiel Hullebroeck verklaarde dat dit het meest volledige werk was in het Nederlands.
Pee behoorde tot de eerste naoorlogse dirigenten van de Vlaams Nationale Zangfeesten. Hij dirigeerde tevens op de Dag van het Vlaamse Lied en de Europeade en speelde orgel op de IJzerbedevaart.
Samen met Preud'homme en Jan Brouns meende hij dat het ANZ zijn eigen liederen verwaarloosde ten voordele van het oude volkslied en de kleinkunst. In 1967 weigerde hij nog langer te dirigeren op het zangfeest. Toch zou hij jaren later net als Preud’homme terugkeren. Op het 52ste Vlaams Nationaal Zangfeest werd hij als 75-jarige eredirigent gehuldigd.
Ook tegen de ‘psalmziekte’ fulmineerde hij hevig. Hij zette zich af tegen de ‘minderwaardige en wansmakelijke’ muziek die gecomponeerd werd naar aanleiding van de vernieuwing van de liturgie en de invoering van de volkstaal.
Componist
Tijdens zijn collegejaren in Dendermonde waagde Wies Pee zich aan zijn eerste composities en schreef hij een drama in Vondeliaanse verzen.
Zijn opvattingen over nationale muziek leunden aan bij Peter Benoit. Hij behoorde tot de generatie volksgerichte liedcomponisten (Jef Tinel en Armand Preud'homme), die onder impuls van Willem De Meyer de fakkel van Emiel Hullebroeck en Remi Ghesquière hadden overgenomen. Hij componeerde onder meer strijdliederen (vb. ‘Jeugd in het gelid’, ‘Jeugd van Vlaanderen’ en ‘Gebed voor de slag’), religieuze liederen (vb. ‘Gij badt op enen berg alleen’ en ‘Kerstliedje’), 3 missen, een ‘Lutgardisoratorium’ voor koor, orkest en solisten, pianostukken en een kindercantate. Voor gemengd koor componeerde hij ‘ O man van smarten’. Hij schreef daarnaast ook talrijke arrangementen voor koperensemble.
Hij schreef daarenboven ook theoretische boeken zoals 'Een weinig gekend bundeltje orgelwerkjes van Jef van Hoof', in ‘Jef van Hoof. Een bundel studies en schetsen verzameld naar aanleiding van zijn aanstaande vijf en zestigste verjaardag, 1950’ naast zijn reeds geciteerde artikels in het ANZ-tijdschrift Harop en zijn handboek ‘Volledig theorieboek voor muziekonderricht’ uit 1944.
Te beluisteren
Helaas vinden we geen opnames van composities van Wies Pee terug.
Op YouTube staat er alleen een melodieweergave van ‘Jeugd in het gelid’.
André Laporte werd in Oplinter (bij Tienen) geboren op 12 juli 1931.
Hij is een Vlaams componist, muziekpedagoog, musicoloog, organist en programmamaker.
Op muzikaal vlak was hij aanvankelijk autodidact en maakte hij zich snel het piano-, klarinet- en orgelspel eigen, terwijl hij gretig kennis nam van de nieuwe muziek via de radioprogramma's van Paul Collaer, Louis De Meester, Vic Legley en David Van de Woestijne, net als zijn generatiegenoot Karel Goeyvaerts.
Aan de KUL studeerde hij muziekwetenschap en moderne filosofie.
Opleiding
André Laporte studeerde aan het Lemmensinstituut in Mechelen bij Flor Peeters (orgel), Marinus De Jong (piano, compositie, contrapunt en fuga) en Edgard De Laet.
Hij voltooide zijn studie in de musicologie (KUL) met een vergelijkende studie van Ludus Tonalis en de ‘Unterweisung im Tonsatz’ van Paul Hindemith.
Laporte was tevens student van de grote componist Karlheinz Stockhausen in de Internationale Ferienkurse für Neue Musik van 1960 tot 1964 in Darmstadt.
In 1964 en 1965 volgde hij ook cursussen voor nieuwe muziek in Keulen.
Hier leerde hij de toonaangevende figuren van de Nieuwe Muziek kennen zoals Pierre Boulez, Bruno Maderna, Luciano Berio, György Ligeti, Mauricio Kagel en Michael Gielen.
Professionele loopbaan
In 1953 werd Laporte leraar muzikale opvoeding en esthetica in de (Brusselse) Middelbare Normaalschool van het Sint-Thomasinstituut.
In 1963 werd hij bij de BRT (nu VRT) producer, later programmacoördinator, productieleider van het BRT Filharmonisch Orkest ('89) en ten slotte directeur Artistieke Ensembles ('93 tot '96). Hier ontmoette hij o.a. de componisten David Van de Woestijne, Vic Legley, Karel Goeyvaerts, Louis De Meester, Boudewijn Buckinx, Wilfried Westerlinck en Luc Brewaeys.
Hij had extra aandacht voor hedendaagse muziek, muziek van eigen bodem en jonge Belgische vertolkers.
Nog in 1963 stichtte hij samen met het Gentse Instituut voor Psychoakoestica en Elektronische Muziek de werkgroep SPECTRA die tot '67 bestaan heeft.
In 1968 werd hij aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel docent ‘Nieuwe Technieken’ en later docent muziekanalyse, vormleer, harmonie en contrapunt-fuga. In 1988 werd hij tevens docent compositie.
Laporte was daarnaast buitengewoon docent compositie aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Onder zijn leerlingen bevonden zich onder meer Luc Brewaeys, Daniël Capelletti, Jan Van Landeghem, Bart Vanhecke en Peter Swinnen.
In 1972 richtte hij samen met Herman Sabbe een nieuwe Belgische afdeling op van de International Society for Contemporary Music (ISCM), waarvan hij tot in 2007 voorzitter was.
Hij was lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België (‘91), lid van de Muziekraad voor Vlaanderen en ondervoorzitter van de Unie van Belgische Componisten.
In 2001-2002 was hij gastprofessor aan het Orpheusinstituut.
Componist
Rond 1953 componeerde André Laporte zijn eerste werken: volksliedbewerkingen in de lijn van Hindemith en Bartok, een pianosonate en orgelmuziek. Deze vroege werken van Laporte zijn gebruiksmuziek in een neoclassicistische stijl.
Vanaf de jaren '60 was er de invloed van de Nieuwe Muziek. Qua stijl zocht hij aanvankelijk naar een evenwicht tussen intellectuele en technische kennis en intuïtie. Geleidelijk bereikte hij zijn herkenbare expressief-narrratieve muziekstijl, waarbij hij universele aspecten van het menszijn (zoals groei, mysterie, climax, loutering, extase en catastrofe) tot uitdrukking brengt in muzikale symbolen.
Laporte gebruikt het traditionele instrumentarium met inbreng van hedendaagse speeltechnieken en effecten (b.v. dubbeltonen bij blazers, slageffecten bij strijkers,...). Occasioneel vult hij dit aan met elektroakoestische bronnen (b.v. ‘Harry’s Wonderland’ voor basklarinet en twee tapes).
De menselijke stem wendt hij aan op verschillende manieren: lyrische zang, metrische spreekstem, geroep, glissandi en spreekkoor in functie van het programma. Geleidelijk aan besteedde hij minder aandacht aan de individuele samenklanken en verschoof zijn interesse naar de globale klankkleur
Men kan Laporte omschrijven als een eclecticus. Hij verwerkt citaten uit Berg en Wagner, uit Mozart, Debussy en vele anderen. Geen dodecafonie, geen seriële muziek, wel collagetechnieken.
Voor Laporte is componeren niets anders dan de hedendaagse tijdsgeest met de actuele middelen van de muzikale techniek tot uitdrukking brengen, of anders gezegd de kunst van het ‘bene modulandi’ (= het zorgvuldig ordenen en bewerken van klanken).
Verregaande avantgardistische experimenten zijn niet aan hem besteed evenmin als het integrale serialisme dat hij beschouwt als ‘technisch academisme voor ingewijden’.
Al zijn composities hier opsommen is onbegonnen werk. Daarvoor verwijzen we naar andere bronnen.
Laporte componeerde zowel orkestwerken voor symfonisch orkest, brassband, harmonieën en kamermuziekensembles (‘Orkestsuites’, ‘Nachtmuziek’, ‘Icarus’Flight’, ‘Transit’ ‘Jubilus’, en ‘Elegie voor Edison’.
In 1989 schreef hij het opgelegde werk voor de Koningin Elisabethwedstrijd voor viool: ‘Fantasia-Rondino con tema reale’.
‘Das Schloss’ is een opera in 3 bedrijven naar een roman van Kafka. Deze opera werd in 1986 in de Brusselse Munt gecreëerd en kende in 1991 zijn Duitse première in het Saarländisches Staatstheater te Saarbrücken.
De personages worden zoals bij Wagner muzikaal ondersteund door leidmotieven die mee evolueren met de karakters en de dramatische inhoud. Ook zijn er reminiscenties aan Alban Berg en aan eigen werk.
In 1972 ontstond ‘La Vita non è sogno’, een oratorium voor spreker, tenor, bas, gemengd koor en orkest. Het is een verzameling gedichten van Salvatore Quasimodo over eenzaamheid, oorlog, melancholie in combinatie met een tekst van Marinetti (Bombardimento di Andrianapoli). Het geheel bevat een verhaallijn van conflict over catastrofe tot loutering. De muziek valt op door uitbeeldende klankeffecten (laarzencadans, paardengetrappel,...) in combinatie met de expressieve aanwending van de menselijke stem (recitant, soli en 8 tot 32 stemmig koor).
‘Stemmen uit het laagland’ is een compositie voor recitant, 2 slagwerkers en gemengd koor.
Voor gemengd koor a capella schreef Laporte enkele pareltjes zoals ‘De profundis’ en ‘Voor een dag van morgen’. Voor kinderkoor onthouden we ‘Eight Songs of Innocence’.
Daarnaast schreef Laporte heel wat muziek voor solo-instrumenten en voor piano of orgel.
‘Toccataglia sul nome di Herman Sabbe’ is een kort werk voor piano. Het werd in 2002 geschreven voor pianist Jan Michiels. De titel Toccataglia is een samentrekking van “toccata” en “passacaglia”. Deze termen hebben betrekking op respectievelijk het virtuoze karakter en de structuur van het werk. ‘Graffiti on a royal ground’ is voor piano en klankband.
Voor orgel vermelden we ‘Fuga in de phrygische toonaard’, ‘Twee koraalvoorspelen op Oud-Nederlandse liederen’, ‘Passacaglia serena op de naam van Kamiel D’Hooghe’ en ‘Out of Darkness into Light’ (zeven manieren voor orgel).
Erkenning
André Laporte kreeg allerlei erkenningen: 1958: Prijs Lemmens-Tinel, 1976: Prix Italia (Bologna), 2003: Visser-Neerlandia Muziekprijs 2002, 2006: Erelid International Society for Contemporary Music, 2006: Erelid Koninklijke Vlaamse Academie van België, 2006: Grootofficier in de Leopoldsorde, 2008: René Snepvangers-Prijs (Vereniging van de Belgische Muziekpers) en in 2013: Klara Carrièreprijs.
Zijn werk kent een internationale verspreiding. Verschillende orkestwerken werden uitgevoerd in Warschau, Zagreb, Triëst, New York, Chicago, Hongkong en Madrid.
Aan de Ugent bestudeerde O. Cornelis voor zijn licentiaatsthesis ‘Over de evolutie in het werk van André Laporte aan de hand van typerende composities (1999-2000)’ het werk van Laporte.
Te beluisteren
Orgelkunst realiseerde in 2020 een cd-opname van het integrale orgelwerk van André Laporte met Ignace Michiels aan het Klais-Thomas-orgel in de Sainte-Waudrukerk in Bergen met de medewerking van Manu Mellaerts, trompet.
Daarnaast zijn er nog verschillende werken van Laporte op cd vastgelegd bij Cultura, René Gailly, Koch Discover International, Vox Temporis, Fuga Libera…
is de de zevende cd met harpmuziek van en door Katleen De Vylder.
Deze kunstenares van de Vlaamse kust reist Vlaanderen en omstreken rond om in grote en kleine zalen, kerken en kapelletjes haar gevoelens, dromen en verhalen op harp uit te zingen. Ook KLARA laat de luisteraars geregeld genieten van haar muziek.
Ze doet dit op een eigen kenmerkende en steeds originele manier. Als een middeleeuwse bard, troubadour of minnestreel die naar de koninklijke hoven of volkse dorpspleinen trok om er het publiek te vermaken met poëtische, opwekkende of troostende, beschouwende of verhalende, ernstige of humoristische liederen. Lyriek in letterlijke en figuurlijke zin.
Typisch instrument
Katleen De Vylder bespeelt een ‘Salvi Egan’-harp.
John Egan, een 19de-eeuwse Ierse harpbouwer, ontwierp dit unieke instrument met een intense en heldere klank.
Het instrument telt 28 darmsnaren en 10 metalen snaren. De laagste (la-)snaar kan wat lager gestemd worden om een groter klankbereik te verkrijgen. De zangbodem is vervaardigd uit hout van de rode spar uit Zuid-Tirol.
Een diversiteit van materialen dus, net zoals de muziek die Katleen op haar harp tevoorschijn tovert.
Het nieuwe muziekdoosje
Deze nieuwe cd bevat ongeveer 45 minuten transparant parelende en afwisselende muziek.
13 getokkelde kortverhalen over bosnimfen, vergeet-me-nietjes, witte wieven, dwaallichtjes, moerasvrouwtjes, vossen en molletjes, alvermannetjes, bosanemoontjes en sneeuwkristalletjes wisselen elkaar af met voorzichtige dansen van het kreupelhout of oude bosgeesten en met poëtische beschouwingen over het breekbare stille leven.
Het laatste nummer ‘Tot aan de einder’ doet ons vermoeden (en hopen) dat Katleen nog niet uitgezongen is. De einder is nog ver en het lied van de minnestreel is nooit af.
Productontwikkelaar Reinahrt Paelinck ontwierp een sober en fijn gestileerde omslag voor deze cd.
Huismerk
Katleen De Vylder heeft met deze opnames haar eigen stijl en huismerk bevestigd en alle eer aangedaan.
De muziek klinkt sober, intiem en vertellend. Er overheerst een breekbare stille sfeer afgewisseld met een voorzichtig dansend karakter. Enerzijds dromerig en dan weer opgewekt, speels en guitig maar altijd beheerst. Soms is één noot zonder akkoord genoeg om een gevoel te verklanken.
De Vylder hanteert verschillende technieken van de harpkunst zoals gebroken akkoorden, glissando’s en flageolettonen. Ze gebruikt grote, kleine, harmonische en zelfs Boheemse toonaarden waardoor de muziek tijdloos en universeel klinkt. De composities bevatten zowel middeleeuwse klankkleuren als de klassieke, romantische en impressionistische muziektaal.
Net zoals in vorige verzamelingen blijkt ook hier weer de liefde voor de natuur, de fantasiewereld van sprookjes én voor de harp. De harp is de ideale tolk voor Katleens stemmingsvolle, oorstrelende en persoonlijke verhalen.
De opname is zeer zuiver. We voelen de vertolkster aanwezig in onze huiskamer en gaan daardoor ten volle mee in deze pastorale symfonie.
Een aanrader om tot rust te komen in deze hectische wereld!
Concrete info
De cd kost 18 euro (verzending inbegrepen). Ook het partiturenboek is beschikbaar voor 25 euro.
Met brede gebaren troonde hij de massa mee in samenzang.
Juliaan Wilmots werd op 5 maart 1936 geboren in Sint-Truiden. Hij was dus exact 3 dagen ouder dan die andere koorleider en componist Vic Nees.
Juliaan overleed in zijn geboortestad op 12 september 2000, in volle voorbereiding van het herdenkingsjaar voor Peter Benoit in 2001.
Opleiding
Als jonge knaap leerde Juliaan Wilmots piano spelen bij meester Justin Vandersteegen en werd hij lid van het gregoriaans koor in de Sint-Gangulfuskerk. Hij speelde ook accordeon.
Na de humaniora sloeg hij definitief de weg van de muziek in en studeerde aan het Lemmensinstituut in Mechelen waar hij cum laude zijn einddiploma behaalde.
Hij studeerde orkestratie en orkestdirectie bij Gaston Feremans en bij Kurt Thomas en Wilhelm Ehmann vervolmaakte hij zich in koordirectie.
Professionele loopbaan
In 1957 was Juliaan Wilmots concertorganist bij de eerste reeks Basilicaconcerten en legde mee de basis van het Limburgse luik van het Festival van Vlaanderen.
Daarnaast was hij leraar muzikale opvoeding aan verschillende dagscholen in Sint-Truiden, Herk-de-Stad en Stevoort.
Van 1966 tot 2000 was hij directeur van de stedelijke muziekacademie in Sint-Truiden en van 1970 tot 2000 doceerde hij koordirectie aan het Brusselse conservatorium.
Hij zetelde vaak in jury’s bij koorwedstrijden, zowel in België als in Nederland, Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland.
Van 1976 tot 1993 was hij docent tijdens de Nationale Koorweek in Lummen en van 1991 tot 1995 bij de Internationale Kooracademie in Koksijde.
Slagtechniek en partituuranalyse stonden centraal in zijn onderricht. Hij leerde de studenten hoe ze de partituur als een kleurboek moesten bewerken om meteen de belangrijkste passages te zien.
Essentieel vond hij ook een transparante communicatie van de dirigent naar de zangers.
Rustig en kalm, vriendelijk en geduldig, met schalkse humor maar ook met de nodige ernst en strengheid haalde hij uit de zangers en cursist-dirigenten het beste van hun kunnen. Dankzij zijn minzaamheid kon hij alle deelnemers overtuigen zich ten volle te geven tijdens die stageweek. En als de spanning wat steeg, zette Juliaan zich aan de piano en bracht de sfeer weer op peil.
In de koorfederatie van het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ) speelde hij een belangrijke rol als bestuurslid, atelierleider, dirigent, componist en koorpromotor. Hij gaf lezingen over de geschiedenis en de evolutie van de Vlaamse koormuziek.
Juliaan Wilmots was lid van de Commissie voor Hedendaagse Muziek en Promotie van Vlaamse Muziek en hij adviseerde het Elfjulicomité Limburg.
Samen met Michaël Scheck publiceerde hij het ‘Handboek voor Koordirigenten’ dat tot vandaag een onovertroffen bijbel en naslagwerk is voor koorleiders. Een ongeëvenaard standaardwerk.
In 1987 kwam het ANZ naar buiten met het Vlaams Romantisch Koorboek. Ook een standaardwerk in zijn soort. Juliaan was medesamensteller van deze koorbundel.
Ontelbaar zijn de ateliers en cursussen die hij overal te lande leidde, alleen of samen met Scheck. Op die manier droeg hij een onmisbaar steentje bij om de Vlaamse vernieuwde koorbeweging te ondersteunen, steeds in respect voor de traditie van de polyfonie en de romantiek.
Wilmots mag hier in één adem genoemd worden met Marcel Andries, Vic Nees, Kamiel Cooremans en Michaël Scheck.
Dirigent
Als koordirigent begon hij in 1956 bij het Sint-Franciscuskoor in Sint-Truiden.
Hij was vervolgens dirigent van het koor Laetare Musica in Herk-de-Stad (1959-1969) en het Tongers gemengd koor, later Basilicakoor (1961-1976).
Dit bracht Wilmots ertoe zich in stijgende mate om het koorleven te bekommeren, eerst in Limburg, stilaan ook op nationaal en internationaal vlak.
In 1976 stichtte hij het instrumentaal en vocaal ensemble Henric van Veldeke, dat onder zijn leiding optrad, zowel in het binnenland als in talrijke andere landen zoals Zaïre, Zuid-Afrika, Chili, De Filippijnen, Spanje….
Hij werkte samen met gereputeerde ensembles zoals Les solistes de Liège, het Vlaams Symfonieorkest, het Viersener Kammerorchester, het Brussels conservatoriumorkest en het koor en orkest van zijn eigen academie.
In 1998 was Juliaan medesamensteller en dirigent op de eerste ‘Flandria cantat’-namiddag in de Elisabethzaal te Antwerpen. Meer dan 2000 koorzangers zongen samen en luisterden naar podiumkoren. Het was een initiatief van Koorfederatie Vlaanderen (de opvolger van het ANZ en voorloper van Koor en Stem).
De ruimste bekendheid verwierf hij als bezieler, samensteller en dirigent van de Vlaams-Nationale Zangfeesten, IJzerbedevaarten en Elfjulivieringen op de Brusselse Grote Markt. Met groot enthousiasme leidde hij de samenzang begeleid door een groot orkest. In het spoor van Peter Benoit en Jef Van Hoof.
Componist
Geen koorzanger in Vlaanderen of hij heeft een of andere bewerking van Juliaan Wilmots gezongen.
Met een vanzelfsprekend gemak bewerkte Juliaan oude en nieuwe (volks)liederen voor koor.
Ook voor kleinkunstliederen had Juliaan een grote liefde. Zo loodste hij Miel Cools als eerste kleinkunstzanger het zangfeest binnen.
Voor zangfeesten en andere evenementen schreef hij talloze koorbewerkingen, liedsuites en orkestraties voor zowel groot symfonisch orkest als fanfares of harmonieën.
Naast deze imposante bewerkingen maakte hij ook heel kleine en fijne instrumentale begeleidingen voor gitaar, luit, houtblazers of strijkers en koorbewerkingen (gemengd of gelijkstemmig) die heel intiem klinken. Denken we maar aan ‘Wie kan zeilen zonder wind’ of ‘Ik zag Cecilia komen’.
Vic Nees schreef over Wilmots’ bewerkingen dat er geen noot te veel of te weinig was. Wilmots gaf een nieuwe gestalte aan de integratie van volkse speelsheid en technische degelijkheid.
In een laat-romantische stijl componeerde Wilmots ook enkele originele koorwerken: ‘De kern van alle dingen’ en ‘ Maria zingt in gouden avondstond’ op tekst van Felix Timmermans en ‘Zonnelied’ op tekst van Hilarion Thans. Deze innige pareltjes verraden het religieus karakter dat zeker ook een deel van Juliaans persoonlijkheid was. Denken we maar aan zijn kerstsuites, negrospirituals en de 4-stemmige ‘Missa Festiva’. Lode Dieltiens schreef over deze mis dat ze heel religieus aanvoelt. Het is een werk dat niet modern voelt maar toch moderne trekjes vertoont in dissonante en wrange samenklanken.
Onder de schuilnaam Jaan Van Haspengouw won Juliaan een compositiewedstrijd met een eenvoudig volks liedje ‘Winter in ons Kempisch dorpje’.
Erkenning
In 1958 schonk de provincie Limburg Juliaan de prijs voor compositie op basis van zijn Zonnelied.
On 1986 werd in Grimbergen een huldeconcert georganiseerd ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van Vic Nees en Juliaan Wilmots.
In 1994 ontving hij ‘het Gulden Spoor’ voor zijn verdiensten als promotor van de Vlaamse muziek.
Onmiddellijk na zijn overlijden herdacht Radio 3 (nu KLARA) Juliaan Wilmots in het zaterdagse programma ‘Het koorleven in Vlaanderen’ met een passend eerbetoon.
Op 10 juli 2002 werd in de Sint-Truidense Albertlaan een borstbeeld ingehuldigd dat Wilmots voorstelt als dirigent. Het is een kunstwerk van de Hasseltse beeldhouwer Gerard Moonen.
Nog in 2002 verscheen het huldeboek ‘Juliaan Wilmots, 1936-2000, Vlaams musicus’, een uitgave van het Elfjulicomité Limburg.
Aan Juliaans geboortehuis aan de Luikersteenweg prijkt een gedenkplaat aan de dirigent – componist – pedagoog.
De muziekbibliotheek en -archief van Juliaan Wilmots wordt bewaard in het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek, Jan Van Rijswijcklaan 155 in Antwerpen.
Te beluisteren
Het ANZ gaf 2 cd’s uit waarop koor- en orkestbewerkingen van (o.a.) Juliaan Wilmots te horen zijn en waaraan Wilmots meewerkte als dirigent:
-Nog klaarder dan de zonne (kerstliederen);
-Gildebroeders, maakt plezieren (volksliederen).
In 2005 herdacht het Henric van Veldeke – ensemble zijn stichter met een cd met uitsluitend werk van Juliaan Wilmots.
Vic Nees werd op 8 maart 1936 in Mechelen geboren.
Zijn vader was de legendarische beiaardier, componist, organist en dirigent Staf Nees (1901-1965). Geen wonder dus dat zoon Vic ook de muzikale weg insloeg.
Tussen 1948 en 1958 verving hij soms zijn vader het orgel van de Mechelse Onze-Lieve-Vrouw van Hanswijkbasiliek.
Tijdens zijn collegejaren in Mechelen zong hij in het koor van de Sint-Romboutskathedraal onder leiding van Mgr. Jules Van Nuffel.
Op 14 maart 2013 overleed Vic Nees in Vilvoorde.
Opleiding
Vic Nees wilde bewust geen beiaard studeren omdat hij besefte dat hij zijn vader niet kon overtreffen. Dus koos hij een andere discipline.
Na een korte stap in de Letteren en Wijsbegeerte keerde hij zich toch spoedig tot de muziek. Hij koos bewust niet voor het Lemmensinstituut waar Staf Nees een belangrijke figuur was. Vic wilde zijn eigen voornaam verdienen.
Hij studeerde harmonie, fuga, contrapunt en compositie aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen bij o.a. Marcel Andries, Flor Peeters, Renaat Veremans, Lodewijk Mortelmans en Jean Decadt. Hij behaalde er tevens de prijs Albert De Vleeshouwer in Flor Peeters' compositieklas.
Aan de Hochschule für Musik in Hamburg bekwaamde hij zich in koordirectie bij Kurt Thomas.
In 1964 werd hij laureaat van de Meisterkurs für Chorleitung. Het koorleven liet hem niet meer los en vice versa.
Professionele loopbaan
Vic Nees werd in 1961 producer bij de BRT (nu VRT) voor koormuziek en van 1970 tot 1996 dirigeerde hij het omroepkoor.
Hij dirigeerde daarnaast het Vokaal Ensemble Philippus de Monte in Mechelen en het Ter Kamerenkoor in Brussel.
Als dirigent heeft Vic Nees steeds veel aandacht besteed aan de Vlaamse koormuziek. Zowel de romantische als de hedendaagse Vlaamse componisten kwamen in zijn dirigeeractiviteiten vaak en uitgebreid aan bod. Hij bezat een encyclopedische kennis van de koormuziek die in ons landsgedeelte geschreven is en moedigde elk (jong) talent aan. Naast die enorme kennis van het Vlaams koorrepertoire had hij een enorm geheugen om mensen en gezichten te onthouden en kon hij boeiend (vaak pittige anekdotes) vertellen over componisten en uitvoerders.
Hij was jarenlang muzikaal adviseur bij het ANZ en de koorfederatie Koor en Stem. Via jurywerk, cursussen, lezingen en artikels in muziektijdschriften timmerde hij aan de weg van het Vlaamse koorleven. In het koortijdschrift Stemband verzorgde hij jarenlang een eigen rubriek met een humoristische knipoog naar het muziekleven.
In 1987 werkte hij mee aan de samenstelling van het Vlaams Romantisch Koorboek (ANZ) dat jarenlang de Bijbel was voor het Vlaamse koorleven. Met zijn radiokoor promootte hij de composities uit dat boek.
Het gregoriaans abdijkoor van Grimbergen mocht altijd rekenen op steun en bijstand van Vic Nees die een trouwe bezoeker was in de basiliek. Geen wonder dan ook dat het grootse huldeconcert ter gelegenheid van zijn 50ste verjaardag in deze Sint-Servaasbasiliek plaatsvond.
Nees werd in 1994 verkozen tot corresponderend lid en in 1998 tot werkend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten.
Componist
Vic Nees componeerde kamermuziek, piano- en orgelwerken en liederen, maar vooral koorwerken van allerlei formaat en soort. Van eenvoudige eenstemmige (volks)liederen, volksliedbewerkingen tot sterk uitgewerkte motetten, cantates en oratoria. Zowel het basiskoor als het professionele concertkoor vindt zijn gading in Nees’ oeuvre. Enkele voorbeelden van ‘eenvoudige’ koorwerkjes: ‘Aloette, voghel clein’, ‘Ik kwam er lestmaal’, Het carillon van Ekelsbeke’, ‘Ik ben van nergens en overal’, ‘Eight japanese folksongs’, ‘De zomer is voorbijgegaan’ en ‘Maria heeft het boek der profetieën beschouwd’.
Betere koren vinden een uitdaging in zijn ‘Seven Madrigals’ op in het Engels vertaalde gedichten van Guido Gezelle, ‘Psalm 150’, ‘De profundis clamavi’, ‘Liedjes voor de slapelozen’, ’Mammon’ en de cyclus ‘Als een duif op het dak’.
Echt grotere werken zijn o.a. de cantates en oratoria ‘Nuestra Señora de la solidad’, ‘Anima Christi’, ‘Vigilia de Pentecostes’, ‘Trumpet Te Deum’, ‘Requiem’ en ‘Rachel’.
Ook voor kinderkoren of gelijkstemmige koren componeerde Vic Nees boeiende werkjes zoals ‘Aurora lucis’ voor kinderkoor, jeugdkoor en strijkers of ‘Mietje’ op tekst van Gezelle.
Zijn stijl is sterk beïnvloed door de Duitse koorvernieuwing halfweg de 2Oste eeuw onder impuls van Hugo Distler en Paul Hindemith.
Typisch en herkenbaar zijn het spelen met en verschuiven van woordaccenten, clusters, syncopen en repetitieve frases.
Tekstplaatsing en verstaanbaarheid zijn uiterst belangrijk en bepalen het hele ritme en de melodie.
Voorzichtig waagde Vic Nees zich soms aan avant-gardisme dat de stem op een onconventionele manier gebruikte zoals lachen, fluiten, zingen met gesloten mond en fragmenten voordragen in sprechgesang. Nees gebruikte deze technieken echter met mate in zoverre het de verstaanbaarheid van de tekst diende.
Hij zocht tevens een hedendaagse aansluiting bij de renaissancemuziek en de polyfonie van Heinrich Schütz. Zo streefde hij naar soberheid en verinnerlijking. De zanglijnen zijn niet verticaal maar lineair en horizontaal gedacht. Elke partij heeft een eigen onafhankelijke melodie.
De harmonie blijft echter wel tonaal.
Soms integreerde Nees niet-klassiek-westerse elementen in zijn muziek zoals de verwerking van tamtamsignalen, een verwijzing naar flamencomuziek, naar Keltische harpmuziek of de joodse shofar.
Aanvankelijk zette Vic Nees zich af tegen de typische Vlaamse romantische muziek, zoals die van zijn vader, maar in zijn Requiem maakte Vic Nees gebruik van de Vlaams-romantische lyriek. De cirkel was rond?
Zijn composities werden uitgegeven bij o.a. Annie Bank, Carus Verlag, Harmonia, Möseler Verlag, Euprint, ANZ, Koor en stem en Schott Music.
Erkenning
Vic Nees werd bekroond met talrijke (inter)nationale prijzen zoals in 1973 de Eugène Baie-prijs van de provincie Antwerpen voor zijn volledige koormuziek, in 1990 de AGEC-prijs (Arbeitsgemeinschaft Europäischer Chorverbände) voor zijn compositie ‘Regina Coeli - Blue be it’ en in 1993 de Fugatrofee van de SABAM (Société d’Auteurs Belge – Belgische Auteurs Maatschappij).
In 1995 ontving hij de Visser-Neerlandiaprijs en de Vondelprijs, in 2000 de ‘erepenning van de Marnixring’ en in 2004 de Klara Carrièreprijs.
Het platenlabel Phaedra bracht verschillende werken van Vic Nees uit op cd.
Koor en Stem verspreidde een mooi huldeboek met bijhorende cd ‘O song, portret van een koorcomponist’ over leven en werk van de toen 75-jarige componist (uitgegeven bij het Davidsfonds).
‘Wandellied’ is een typisch voorbeeld van een eenstemmig lied, bedoeld als volkslied. Het munt uit door een frisse, eenvoudige en vlot meezingbare melodie. De massa zong het tijdens het 74ste Vlaams Nationaal Zangfeest uit volle borst als hulde aan deze grote en verdienstelijke Vlaming. Zelfs de IJzerwake in augustus 2011 programmeerde een lied van Vic Nees: ‘Ik wandel door Gods seizoenen’. Het kadert in dezelfde stijl als het Wandellied.
In Grimbergen werd Vic Nees in 2012 uitgeroepen tot ereburger.
Te beluisteren
Naast de talrijke archiefopnames van de VRT (radio en tv) en behalve heel wat cd-opnames kan met op YouTube verschillende composities van Vic Nees beluisteren.
Op YouTube vinden we een opname van 'Mazurka' van Jef Tinel. De compositie dateert uit 1928. De uitvoerder is Gamma1734 en hij maakte de opname op 7 maart 2021. Mooi!
Componist, percussionist, dirigent en docent Ludo Claesen werd op 22 maart 1956 in Genk geboren.
Een muzikale duizendpoot die onze aandacht zeker verdient. Een bescheiden Limburger met internationale allure…
Opleiding
Ludo Claesen startte zijn muziekopleiding aan de muziekacademies van Genk en Hasselt (slagwerk en notenleer) en volgde les aan de muziekhumaniora van het Lemmensinstituut in Leuven.
Hij vervolgde zijn hogere studies aan het Lemmensinstituut in Leuven en aan het Antwerps Koninklijk Vlaams Conservatorium.
Zijn leraars in Leuven waren o.a. Lode Dieltiens (notenleer), Frans Geysen (harmonie), Jos Van Looy (contrapunt en fuga), Frank Nuyts (slagwerk), Hugo Huyghebaert (muziekgeschiedenis), Paul Schollaert (koordirectie), Jos Wuytack (muziekpedagogie) en Edmond Saveniers (orkestdirectie).
In Antwerpen bekwaamde Claesen zich verder bij Willem Kersters (compositie en orkestratie) en Louis Cauberghs (percussie).
In 1987 werd hij laureaat orkestdirectie (oratorium) bij het Limburgs Symfonie Orkest te Maastricht o.l.v. Jan Eelkema.
Docent
Aan de Limburgse school voor Jeugd- en volksmuziek in Hasselt was Ludo Claesen 10 jaar docent samenspel en notenleer (1975-1985). Hij onderwees muziek aan het instituut ‘Mariaburcht’ in Hasselt en was leraar slagwerk en harmonie aan de muziekacademies van Maaseik en Lanaken.
Hij doceerde (1979-2016) contrapunt, fuga, kamermuziek, polyfonie en orkestspel aan het Lemmensinstituut in Leuven en sinds 1996 koordirectie en koorzang aan de Hogeschool Zuyd Muziekconservatorium in Maastricht en het stedelijk Conservatorium van Hasselt (sinds 2017).
In Brugge was hij verschillende jaren vast docent – naast Ignace Thevelein – bij de Internationale Bachdagen en zomeracademie. Hij begeleidde er het koor en de dirigenten in opleiding. Hier leerden wij hem kennen als een minzame en vertelgrage leraar die met veel geduld het beste uit de zangers kan halen. Vriendelijk en charmerend maar toch zeer veeleisend. Hij is een dirigent met een schitterende stem om alle partijen voor te zingen en dat is niet alle dirigenten gegeven….
Claesen zetelde in verschillende jury’s zoals in Neerpelt (Europees jeugdmuziekfestival), de provinciale koortornooien, het Nederlands koorfestival, de wedstrijd ‘Ave verum’ in het Oostenrijkse Baden en VLAMO-festivals.
Uitvoerend musicus
Als uitvoerend musicus concerteerde Ludo Claesen in diverse Europese landen, Israël, Zuid-Korea en de Verenigde Staten.
Voor Belgische, Nederlandse en Franse omroepen maakte hij radio- en tv-opnames.
Tussen 1979 en 1993 werkte hij geregeld als percussionist bij orkesten zoals het Filharmonisch Orkest van Luik, het Europees Opera Orkest, het Barokorkest “Consortium Martyas Antwerpen”, het Nationaal Jeugdorkest België, het BRTN-Filharmonisch Orkest en het Nationaal Orkest van België.
Van 1979 tot 2004 was hij percussionist bij het ensemble ‘Only Music’.
Dirigent
Ludo Claesen ontpopte zich als een uiterst gedreven dirigent van koren en orkesten.
Als gastdirigent stond Claesen voor het Limburgs Symfonie Orkest in Maastricht, het Nieuw Vlaams Symfonieorkest, het Filharmonisch Orkest in Dnepropetrovsk (Oekraïne), het Nederlands Promenade Orkest, het Filharmonisches Kammerorchester Köln, het Vlaams Radiokoor, het Bachkoor Middelburg en diverse adhoc-orkesten en -koren in Nederland en België. Hij leidde vijftien jaar lang het Kerkraads Symfonie Orkest.
In september 2014 opende hij het culturele seizoen als gastdirigent bij het Philharmonic Choir of Jeju in Zuid-Korea.
Met het koor en orkest van de Camera Musica Mosana Maastricht (nu Kamerkoor Maastricht) realiseerde hij in 1992 een maandelijkse Bachcantatencyclus. Tevens tekent hij voor de jaarlijkse uitvoering op Goede Vrijdag van de Johannes-Passion van Johann Sebastian Bach
Daarnaast leidt hij het Kathedraalkoor van Hasselt, de Capella Concinite in Leuven, het Kamerkoor Maastricht en Cantilone in Borgloon.
In 1997 lag hij aan de basis van de oprichting van de Limburgse Oratoriumvereniging (LOV) waarmee hij projecten realiseerde zoals de Carmina Burana (Orff), Messa di Gloria (Puccini) en Elias (Mendelssohn). Een tijdlang dirigeerde hij het Königliches Männerquartett Eupen en andere koren in o.a. Lanaken, Stevoort, Beverst en Brussel.
In het Lemmensinstituut dirigeerde hij verschillende vocale en instrumentale ensembles.
Claesen was jarenlang de bezieler, samensteller en dirigent van de zangnamiddagen ‘Limburg zingt’, en hij werkte enkele keren mee aan het Vlaams Nationaal Zangfeest als componist en dirigent.
Hij is adviseur en bestuurslid van o.a. Koor en Stem en van de Commissie Kerkmuziek ICLZ. Vanuit die functie leidt hij korenontmoetingen of presentatieconcerten en werkte hij als componist en samensteller mee aan de vernieuwde bundel ‘Zingt Jubilate’.
Als dirigent maakte Claesen heel wat cd-opnames waarvan we er slechts 2 vermelden, om zo de overstap naar het compositorisch werk te maken:
-“Claesen meets Claesen” – sacred choralmusic composed and conducted by Ludo Claesen – Kamerkoor Maastricht;
-“Claesen meets Claesen II” – choralmusic for male choir composed and conducted by Ludo Claesen – Kamerkoor Maastricht.
Componist
Al het hierboven opgenoemde kan een heel mensenleven vullen. En toch hebben we een belangrijk aspect van Ludo Claesen nog niet vermeld. Het componeren.
Tijdens een van de sessies in Brugge vertelde Ludo dat hij – toen – op dinsdag lesvrij was. Die dag was zijn componeerdag. Het toont aan hoe hij zijn beschikbare tijd heel gestructureerd verdeelt.
Het is onbegonnen werk om al zijn composities op te sommen. Daarvoor verwijzen we naar zijn eigen website.
Hij componeert voor koor (vb. ‘4 adventsmotetten’ voor gemengd koor, ‘Het magische kerstwonder’ voor mannenkoor, ‘Salve Regina’ voor gemengd koor en kamerorkest, ‘Spring waters’ voor gemengd koor en piano én een versie voor dameskoor en piano, ‘Jan Publiek’ voor dameskoor, ‘Mijmeringen’ een suite voor gemengd koor, houtblazers, piano en dubbele bas en ‘Psalmus 112 Laudate servi Domini’ voor gemengd koor, koperkwintet en slagwerk.
Er staan 4 missen voor koor en orgel of kamerorkest op zijn naam en verschillende cantates voor koor, orgel en instrumenten (‘Ero cras’ en ‘Cantata for Lent I’ en ‘Cantata for Lent II’).
‘Missa pro nativitate Europae’ voor koor, orkest en soli werd in première gebracht te Lanaken (1994) in coproductie met de KRO-radio. In 2002, leidde de componist ditzelfde werk in het Festival van Vlaanderen (Basilica Limburg).
Daarnaast schrijft hij werken voor orgel, piano, orkest en allerlei instrumentale ensembles. Hierbij vergeet hij zeker zijn initiële liefde voor de percussie niet.
Zijn composities zijn uitgegeven bij o.a. Euprint, Koor en Stem, Koorlink, het Vlaams Centrum voor Liturgische muziek en het Centrum voor Vlaamse Muziek Antwerpen maar ook in het Nederland bij Annie Bank, Harmonia, De Haske, Iduna, Intrada Heerenveen of in Duitsland bij Special-Edition Ferrimontana.
Het is niet te verwonderen dat de muziek van percussionist Claesen een apart gevoel voor ritme ademt (polyritmische structuren en onregelmatige maatsoorten), al vertrekt elke compositie naar Claesens eigen zeggen vanuit een vocale gedachte.
Steeds terugkerende karakteristieken in het vocale werk zijn de grote aandacht voor de tekst, de tekstexpressie en het ritme. Zo is elke partij zelfstandig op melodisch en ritmisch vlak. Is hier invloed van Vic Nees merkbaar?
Claesen wil woord en muziek verzoenen op basis van een juiste tekstaccentuatie. Tekstverstaanbaarheid is heel belangrijk. Repetitieve passages en spreekkoren versterken dit nog.
Opmerkelijk is ook dat Claesen in zijn religieuze werken vaak teruggrijpt naar het Gregoriaans en de oude kerkmodi.
Zijn composities laten een kleurrijke en sfeervolle klankwereld horen die – met een actuele toets – de typische Lemmenstraditie laat nagalmen.
Erkenning
Zowel in binnen- als buitenland viel Ludo meermaals in de prijzen.
In 1986 en 1987 was hij finalist in de ‘Cantabile-compositiewedstrijd voor piano’ in Antwerpen.
In 1993 werd hij laureaat van de SABAM-koorcompositiewedstrijd in Brussel.
In 1996 won hij de Compositieprijs voor koor in Leeuwarden (‘Keunstwurk Fryslân’) en in 1997 kaapte hij de Muziekprijs Koorwedstrijd Verona weg met ‘Maggiolata’ voor 8-stemmig koor.
En in 2006 behaalde hij in Rome de Compositieprijs ‘Torneo Internazionale di Musica – XII Edizione 2006 sezione Composizione’.
Daarnaast werd hij vereerd met andere eretekens en medailles zoals een cultuuronderscheiding van de gemeente Lanaken, de bronzen staatsmedaille ‘Pro Arte’ van het Koninkrijk België, de cultuuronderscheiding van de provincie Limburg, de Provinciale Prijs ‘Het Gulden Spoor’ van de provincie Limburg, de Bisschoppelijke onderscheiding ‘Bene de Ecclesia Merenti’ van het Bisdom Hasselt, de Silberne Kulturehrennadel der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens en de Zilveren Medaille 2de klasse van de stad Hasselt.
Te beluisteren
Behalve via cd’s en radio- of tv-opnames kan men werk van en door Ludo Claesen beluisteren op YouTube: (1) ludo claesen - YouTube
02-03-2021
Jan Van der Roost 65
Jan Van der Roost werd op 1 maart 1956 geboren in Duffel en is een klinkende naam in de HAFABRA-wereld, maar ook de koorwereld draagt hem op handen.
We bekijken deze markante figuur, componist en dirigent, van wat naderbij.
Opleiding
Op het Lemmensinstituut in Leuven studeerde hij trombone, muziekgeschiedenis en muziekeducatie. Zijn leraren daar waren Lode Dieltiens (notenleer), Frans Geysen (harmonie), Jos Van Looy (contrapunt), François De Backer (trombone) en Hugo Heughebaert (muziekgeschiedenis).
Hij vervolgde zijn muziekstudies aan de Koninklijke Conservatoria van Gent en Antwerpen. In Gent haalde hij een eerste prijs fuga bij Julien Mestdagh en in Antwerpen eerste prijzen koorleiding bij Roger Leens en compositie bij Willem Kersters.
Professionele loopbaan
Van der Roost is docent schriftuur, contrapunt en fuga aan het Leuvense Lemmensinstituut en dirigeert er het harmonieorkest.
Hij is tevens gastprofessor aan het Shobi Institute of Music in Tokio en aan de Nagoya University of Arts, Japan.
Hij wordt door hogere muziekinstituten uitgenodigd vanuit o.a. Italië, Finland, Nederland, Oostenrijk, Canada, de Verenigde Staten van Amerika, Brazilië, Duitsland, Schotland, Venezuela, Letland, Luxemburg en Japan.
Verder is hij een veelgevraagd jurylid, workshopleider, gastspreker en dirigent in binnen- en buitenland.
Componist
Al op zeer jonge leeftijd maakte Jan Van der Roost kennis met de grote namen van het harmonie-, fanfare- en brassbandrepertoire en al gauw voelde hij de drang om ook zelf te componeren voor deze ensembles.
Ook het koor en het symfonieorkest kregen zijn aandacht. En het liedgenre beoefent hij eveneens.
Voor koor schreef hij o.a. ‘Jaargang’, ‘Kantiek’, ‘Autumn’, ‘Maannacht’, ‘Beata viscera’, ‘In Jesu name’ en Rorate caeli’ en ‘Contemplations voor koor en orgel’.
Frisse werkjes voor kinderkoor zijn o.a. ‘De familie Kizzebis’, ‘Magie en sterren’, ‘Waar woont de wind als hij niet waait?’, ‘Zappen’ en ‘Met Annie in toverland’.
Heel wat van deze koorcomposities zijn uitgegeven door het ANZ, Musicerende jeugd, Euprint, Koorklank en Koor en Stem.
Hij schreef / schrijft daarnaast in diverse stijlen en genres oratoria (o.a. ‘Exodus’), een kinderopera, een cantate, een symfonie en een schare kleinere werken voor symfonieorkest, een gitaarconcert, een concert voor trompet en strijkers (in opdracht van de Noorse virtuoos Ole Edvard Antonsen), een dubbelconcert voor twee klarinetten en strijkers, een concert voor klarinet en symfonieorkest, 'Images' voor altsaxofoon en kamerorkest, een liederencyclus voor bariton en kamerorkest, werken voor strijkers en kamerorkest, kamermuziek en instrumentale solo’s (bv. ‘De profundis’).
Jan Van der Roost schrijft uitsluitend in opdracht. Daardoor is zijn muziek vaak programmatorisch.
Deze opdrachten komen vanuit de hele wereld zoals hieronder zal blijken als we enkele uitvoerders opsommen.
Van der Roost beschrijft zichzelf als een traditioneel schrijvend componist, die echter wel in contact blijft met wat zich allemaal afspeelt in het actuele muziekgebeuren, maar er slechts een deel van integreert in zijn oeuvre.
De HAFABRA-muziek van Jan Van der Roost is inderdaad vrij traditioneel en toegankelijk. Hij richt zich immers mede tot amateurensembles.
Zijn melodieën zijn meestal eenvoudig en lyrisch als een brede koraal. Soms worden die ‘zanglijnen’ wel virtuoos canonisch of fugatisch verwerkt.
Kenners omschrijven zijn stijl als eclectisch. We treffen invloeden van Britten en Bartok maar evenzeer van de romantische Elgar.
Van der Roost houdt van contrast en variatie, zowel qua bezetting in zijn werken als qua stijl, ritme en karakter.
Erkenning
Zoals uit de levensloop al blijkt, kent Jan Van der Roost een grote internationale erkenning als gastmusicus.
Zijn muzikale activiteiten hebben hem naar 45 landen op vier continenten gebracht en zijn composities zijn over de hele wereld uitgevoerd. Veel van deze composities werden in verschillende landen uitgezonden op radio en televisie en de meeste ervan zijn op cd gezet door gerenommeerde uitvoerenden. Enkele cd-labels waar we werk van Van der Roost vinden zijn EMI-classics, Aliud Records, Parma Records, Valve-Hearts, Sony Classical , Phaedra en Naxos.
Onder andere deze gerenommeerde buitenlandse ensembles voeren werk van Van der Roost uit: het Slowaaks Radio Symfonie Orkest, de Sofia Soloists, het Polish Radio Choir, het Vancouver Symphony Orchestra, het St. Petersburg State Symphony Orchestra, de koperblazers van het Chicago Symphony Orchestra, de Tallinn Philharmonic en de Japanse Philharmonic Winds Osakan.
Van der Roost heeft slechts enkele keren meegedaan aan compositiewedstrijden maar werd toch tweemaal bekroond. In 1985 met ‘Van Maan en Aarde’ voor gemengd koor door het Provinciebestuur van Antwerpen en in 1987 met ‘Excalibur’ voor brassband door de Vlaamse Brassband federatie.
Te beluisteren
Composities van Jan Van der Roost waren en zijn te beluisteren via verschillende cd-opnames en uitzendingen van radio en televisie.
Ook op YouTube is heel wat geluidsmateriaal van Van der Roost beschikbaar.
Seraphinus Lieven Duvosel werd in Gent geboren op 14 december 1877.
Hij was de zoon van fabriekswerker en marktkoopman Josephus Joannes Duvosel en van Catharina Josephina Noppens.
Zijn moeder stierf toen Lieven amper 3 jaar oud was.
Zijn stiefmoeder zag hem alleen als kostwinner in het arme gezin.De kleine knaap moest al vroeg meewerken.
Lieven Duvosel werd toch componist en dirigent.
Hij overleed in Sint-Martens-Latem op 20 april 1956.
Opleiding
Reeds als 7-jarige gold Duvosel als klaviervirtuoos. Hij speelde – om zijn ouders financieel te ondersteunen – piano in herbergen.
Hij studeerde aan de Gentse en Antwerpse conservatoria notenleer, harmonie, contrapunt en fuga. Daarna ging hij van 1904 tot 1908 in Parijs naar het Conservatoire national supérieur de musique et de danse bij Charles-Marie Widor (orgel), Charles Lenepveu (contrapunt) en Gabriel Fauré (compositie).
Levensloop
Voor hij zijn studies in Parijs aanvatte had Lieven Duvosel in Gent al heel wat gepresteerd als musicus. Als 15-jarige dirigeerde hij het koor ‘De vrijheidsliefde’ en de fanfare ‘De werkersverdediging’. In 1902 won hij met zijn koor de eerste prijs van het Internationaal Concours van Tourcoing en van een wedstrijd in Amsterdam.
Om zijn lessen in Parijs te betalen gaf hij er lessen en was hij repetitor van de koren van de opera. Enkele operazangers voerden liederen van Duvosel uit in de Trocadero.
Duvosel kreeg er de kans om operadirigent te worden maar moest zich daarvoor tot Fransman laten naturaliseren. Dat wilde hij niet en daarom keerde hij in 1908 naar zijn thuisbasis terug. In Gent werd hij dirigent en muziekleraar aan de stadsscholen. Hij werkte mee aan liederavonden van het Willemsfonds, samen met Florimond Van Duysse.
Met zijn koor ‘De Melomanen’ behaalde hij in Montluçon een eerste prijs waarna hij op het Gentse stadhuis ontvangen werd en door een open koets doorheen de stad werd gevoerd. Een eer die hem samen met Emiel Hullebroeck te beurt viel omdat die met zijn koor ook een wedstrijd gewonnen had.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog nam hij deel aan het activisme en schreef het Strijdlied der Vlaamsche nationalisten. Hij dirigeerde bij de stichtingsvergadering van de Vlaamse universiteit te Gent en was zelfs enige tijd lid van de Vlaamsch-Nationale Partij. Hij dirigeerde een met Duits geld gefinancierd koor en orkest.
Voorts leidde hij in de Nederlandse Schouwburg een uitvoering door een koor van zeshonderd zangers tijdens het eeuwfeest van de Gentse Universiteit op 3 november 1917.
Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij naar Düsseldorf en Berlijn waar hij Richard Strauss en Arthur Nikisch ontmoette. Deze laatste introduceerde hem bij muziekuitgeverij Breitkopf & Härtel. De Berliner Philharmoniker voerde enkele van Duvosels werken uit.
Van 1920 tot 1940 verbleef hij in Nederland en was er actief als componist, dirigent en begeleider. Bertha Reeser zong vier liederen van hem op een "Dietsche kunstavond" in Den Haag in 1920.
In Nederland werkte hij aanvankelijk nauw samen met de bekende dichter René De Clercq. Hij componeerde op diens teksten en hielp De Clercq bij diens muzikale aspiraties. De Clercq schreef immers zelf ook melodieën op zijn gedichten. Duvosel schreef er de begeleidingen bij. Samen richtten ze liederavonden in. In 1921 stopte de samenwerking wegens een geschil rond auteurschappen.
Lieven Duvosel leidde verschillende koren in Haarlem (Koninklijke Liedertafel Zang en Vriendschap), Den Haag en Sittard (Sittards mannenkoor).
In 1940 was hij terug in België en werd tijdens de bezetting door Zender Brussel en Het Muziekfonds gehuldigd in het Paleis voor Schone Kunsten omwille van zijn activistische houding tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Hij leidde in die periode een concert voor de Kultuurdagen van de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap.
In zijn geboortestad richtte hij het Duvoselkoor op.
Na de Tweede Wereldoorlog werd hij een korte tijd geïnterneerd.
De tot dan vrijzinnige Duvosel bekeerde zich tot het katholicisme.
Hij werkte nauw samen met de paters Franciscanen in Gent en componeerde heel wat werken voor hun mannenkoor o.l.v. pater Orontius.
Rond 1947 ging hij in Sint-Martens-Latem wonen.
Toen Marcel De Pauw in 1948 de Gentse Oratoriumvereniging oprichtte, stond Lieven Duvosel mee aan de wieg. Het Duvoselkoor stapte over naar het nieuwe koor en Duvosel leidde verschillende koorrepetities bij de GOV. Het eerste geplande concert van de GOV was de uitvoering van diens Leiecyclus. Dat stuitte echter op protest bij een deel van het Gentse publiek omdat Duvosel een ‘inciviek’ geweest was. Het concert werd afgelast, maar in latere jaren zong de GOV geregeld composities van Lieven Duvosel.
Van 1949 tot 1951 was hij dirigent op het Vlaams Nationaal Zangfeest.
Componist
Als 15-jarige componeerde Duvosel reeds een cantate voor mannenkoor, tenorsolo en orkest: Hymne aan het vaandel. In die periode schreef hij ook Le Crépuscule voor piano en Kon ik als het vogelijn voor tenor en piano.
Verder componeerde hij symfonische werken, cantates voor koor en orkest, composities voor orgel (‘Levensschets’, ‘Passacaglia en Fuga’, ‘Drieluik’), muziek voor koor (‘Si quaeris miracula’, ’Tantum ergo’, ‘Missa angelica’, ‘Aurore’, ‘Het lied van de arbeid’, ‘Zomergod’…) strijd- en kunstliederen (‘De Zigeunerknaap’, ‘Het koninkrijk der deugd’, ‘Stervend woud’, ‘Rêverie’, ‘De Vlaamse smeder’, ‘Guldensporenlied’…). Voor koor en orgel schreef hij een 4-stemmige mis (‘Missa II’) en ‘Pater noster’. Daarnaast bewerkte hij liederen van René De Clercq wat later zou leiden tot een conflict, zoals hoger beschreven.
Een van zijn bekendere werken is het vijfdelige oratorium ‘Leiecyclus’, geschreven tussen 1902 en 1923, waarvan ook delen in Nederland zijn uitgevoerd.
De muziekcommissie van het Koninklijk Nederlandsch Zangersverbond bekroonde diverse werken van hem, zoals ‘Fiat Lux’ op een tekst van Guido Gezelle en ‘Kerstverlangen’ op tekst van René De Clercq.
Zijn laatste afgewerkte compositie is ‘Missa sine nomine’.
Erkenning
Nikisch vond dat Duvosel een coloristisch talent eerste klas was met veel fantasie en goede smaak.
De Vlaamse componist Karel Albert beschouwde Duvosels Leiecyclus als het gaafste werk dat na Peter Benoit geschreven was.
Zijn muziek is (laat-)romantisch en verraadt een grote technische vaardigheid en kennis van contrapunt. Er is een grote melodieuze inventiviteit en intense expressie. Vaak vertrekt Duvosel vanuit één thema dat doorheen de compositie vakkundig verwerkt wordt zonder te vervallen in academisme.
Er zijn uiteraard Franse en Duitse invloeden, maar toch is Duvosels muziek persoonlijk en origineel.
Helaas worden Duvosels werken vandaag zelden uitgevoerd.
In 1977 vertolkte de GOV – ter gelegenheid van Duvosels 100ste geboortejaar – o.l.v. Ernest Maes in Sint-Martens-Latem de Missa II en het Pater noster. Een mis die rechtstreeks door VRT-radio werd uitgezonden.
Sint-Martens-Latem herdenkt de componist met de driejaarlijkse Lieven Duvoselprijs, een wedstrijd voor koren. Naast minimum één a capella werk brengt elk koor een compositie van Lieven Duvosel of een Vlaamse tijdgenoot.
In Gentbrugge is er een Lieven Duvoselstraat.
In oktober 2020 was er in de Gentse Augustijnenkerk een orgelconcert waarin 3 orgelcomposities van Lieven Duvosel werden uitgevoerd. Hierbij een fragment.
Organist, componist, uitgever en letterkundige Alfons Moortgat werd op 8 september 1881 in Opdorp geboren. In dat Oost-Vlaamse dorp was al sedert 1734 een Moortgat koster-organist.
Hij overleed in Tiegem op 4 januari 1962.
Opleiding
Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van zijn vader en later van zijn oom. Hij kon als 10-jarige knaap reeds liturgische vieringen voorzingen en begeleiden. Hij gaf zelfs al kleine orgelconcertjes in de parochie.
Zijn humaniorastudies volgde Moortgat in Tienen en hij logeerde bij zijn oom Frans die er organist was en aan het Brussels conservatorium had gestudeerd.
Naast de muziek trok ook de literatuur Moortgat aan. Hij waagde zich al eens aan poëzie en onderhield vele contacten met schrijvers zoals Stijn Streuvels, Hugo Verriest en Ernest Claes.
Moortgat werd in 1903 opgenomen in de Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal, Letterkunde en Geschiedenis en in 1920 bekroonde de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde hem voor zijn omvangrijk wetenschappelijk werk ‘Germanismen in het Nederlands’ (Gent, 1925).
Maar de muziek liet hem niet los.
Hij ging een jaar naar het Lemmensinstituut om les te volgen bij o.a. Edgar Tinel. Voorts was hij autodidact.
Organist
In 1902 werd hij organist in St.-Genesius-Rode en Lembeek en in 1905 kapelmeester van de Sint-Martinusbasiliek van Halle waar de ‘zwarte’ Onze Lieve Vrouw vereerd wordt. Daar bleef hij tot 1919.
Hij was tevens enkele jaren inspecteur van het middelbaar muziekonderwijs tot Arthur Meulemans hem in 1917 opvolgde.
Componist
Het componeren leerde hij al doende: hij schreef liederen (o.a. op teksten van René De Clercq), 10 orgelalbums (‘De kerkorgelist: met eigen werken en stukken van andere Vlaamse collega’s), werken voor beiaard en fanfare, 5 bundels geestelijke liederen, 12 meerstemmige missen waarvan de MIssa Quarta het bekendste is, motetten en ook kamer- en toneelmuziek zoals Bohemersliefde (operette op tekst van Lucien Debeir), De Droom van bakker den Booze (zangspel op tekst van Jaak Ballings) en Het Hongaarsch meisje (zangspel op tekst van Lode Loos).
In het Vlaams Romantisch Koorboek (ANZ, 1987) werd zijn Pater noster voor 4st.-gemengd koor opgenomen.
In Halle verwijst men vandaag nog steeds naar zijn mysteriespel Maria’s leven, voor koor, soli, orgel en orkest op een tekst van Aloys Walgraeve, gecomponeerd ter ere van de 500ste verjaardag van de kerkwijding in Halle.
Dit majestueuze werk componeerde Moortgat in 1909-1910 en onmiddellijk was het erg succesvol. Aangezien de oorspronkelijke zaal van Halle te klein was om het talrijk opgekomen publiek te plaatsen werd er in 1911 een nieuwe zaal gebouwd met 2000 plaatsen.
Emiel Hullebroeck schreef over Moortgats mysteriespel in de Muziek-Warande: "Moortgat is hier wezenlijk een lyrieker, die het hele gevoelsgamma, van het helder-kalme tot het tragisch-sombere, het zoet-dromerige tot het geestdriftige, weet weer te geven in eenvoudige toonschakeringen gelijk de tekst het meestal vereist."
Deze kenmerken gelden ook voor Moortgats geestelijke en wereldlijke liederen die vaak opgebouwd zijn als kleine sfeerstukjes en de tekst zo getrouw mogelijk volgen. Hij gebruikte eenvoudige melodieën die gemakkelijk zingbaar zijn en plaatste daaronder een gevarieerde pianobegeleiding.
Zijn melodieën zijn zuiver lyrisch en ongekunsteld. Ze klinken oprecht en fris en kunnen zowel de volkse melomaan als de veeleisende muziekkenner boeien.
In 1919 vestigde Moortgat zich om gezondheidsredenen in het landelijke Tiegem in de Villa Albert die al vlug de naam Villa Moortgat kreeg. Deze villa sluit aan bij het bekende park waar de H. Arnoldus wordt vereerd.
In dit huis componeerde hij onder meer de openluchtspelen 'De Passie van Ons Heer' (op een eigen tekst) en het 'Arnoldusspel' (op tekst van Toon De Mindere, o.f.m.), die respectievelijk in 1933 en 1935 opgevoerd werden in het park.
Melden we hierbij dat Jef Tinel (1885-1972) op dezelfde tekst een Arnoldusspel componeerde dat voorzien was voor de stad Oudenburg waar ook een verering voor deze heilige is.
Uitgever
Wellicht was Moortgat vooral van groot belang als uitgever.
Hij wijdde zich vol overgave en ernst aan de verspreiding van de religieuze muziek in Vlaanderen.
In 1904 startte hij de uitgave van Geestelijke Liederenkrans, waarvan een zestal bundels verschenen en herdrukken beleefden.
In de tijdschriften Dietsche Warande en Belfort en in West-Vlaanderen publiceerde hij artikels over o.a. Joseph Ryelandt en Paul Gilson.
Erkenning
Paus Pius X schonk hem in 1909 het ereteken 'Pro Ecclesia et Pontifice' voor zijn medewerking aan de heropleving van de meerstemmige kerkmuziek.
In 1923 werd hij als enige Belg onder 406 deelnemers bekroond tijdens een internationale wedstrijd voor kerkmuziek uitgeschreven door de 'Procure Générale de musique religieuse' in Frankrijk.
In 1953 ontving hij nog het Kruis van Ridder in de Leopold II-orde en in 1956 ontving hij het pauselijk ereteken van Sint-Sylvester.
In het hier vermeld artikel krijgen we een idee over de opvattingen van Alfons Moortgat over de heersende trends in de poëzie en muziek van het begin van de twintigste eeuw in Vlaanderen.
Op 21 januari 2021 vierde Peter Ritzen zijn 65ste verjaardag.
Een pensioengerechtigde leeftijd. Niet zo voor Ritzen. Hij was, is en blijft een muzikaal actieve bezige bij.
Gentenaar van geboorte is hij een kosmopoliet voor wie Vlaanderen, Oostenrijk en zelfs China geen geheimen hebben. Als er maar muziek en piano’s zijn.
Opleiding
Als kleinzoon van Pieter Devriendt (1889-1949; organist, koorleider en medeoprichter van de Koninklijke Gentse Oratoriumvereniging) was de liefde voor de muziek aangeboren. Ook andere familieleden waren actief in de muziek. Zo was Ritzens oudoom Adèlson Vermander, stichter van de muziekacademie in Roeselare.
Peter Ritzen volgde zijn eerste muzieklessen aan een filiaal van de Ledebergse muziekacademie bij Remi Van Puyvelde. Daarna studeerde hij piano en kamermuziek aan het Gentse muziekconservatorium. Een van zijn leraars was Louis Pas.
Hij voltooide zijn studies aan het Mozarteum te Salzburg bij Tatiana Nikolajeva en behaalde aan de Ecole Normale de Musique van Parijs ‘Alfred Cortot’ het ‘Diplôme Supérieure d’ exécution’ voor piano.
In ‘81 werd hij Laureaat van de Internationale wedstrijd ‘Jonge Virtuozen’ en de prijs van de Stichting Alex De Vries in Antwerpen.
Op basis hiervan baande hij zich een brede weg, een echte avenue, doorheen het internationale muziekleven.
Veelzijdige loopbaan
Als pianovirtuoos trad hij op in Europa, Zuid-Afrika, Azië en de VS met de grootste orkesten en ensembles.
Hij vestigde zich in China.
Net zoals François Glorieux vroeg Ritzen aan zijn publiek thema’s waarop hij dan live improviseerde tijdens zijn recitals.
Naast soleren aan het klavier laat Ritzen zich ook opmerken als dirigent, vooral dan in China en Oostenrijk.
In 1991 richtte hij de Internationale Sommerakademie ‘Theodor Leschetizky' op aan de Universität für Musik und darstellende Kunst Wien.
In 2000 werd hij artistiek directeur van de International Piano Competition Theodor Leschetizky in Taipei.
De VRT nodigde hem in 2007 en 2010 uit als deskundig commentator in het panel van de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano.
Van 2011 tot 2013 concerteerde hij in China en Oostenrijk naar aanleiding van de 200ste verjaardag van Franz Liszt en sinds 2015 is hij muziekdirecteur van het New Cosmos International Music Festival met hoofdzetel in Beijing.
In 2013 werd Peter Ritzen muziekdirecteur van het nieuwe orkest Metropolitan Philharmonic Orchestra Beijing. Hij werd tevens uitgenodigd door het National Theatre of Beijing om het Eerste Pianoconcerto van Tsjaikovski als solist uit te voeren met het Nationaal orkest van China voor de Nationale Chinese televisie CCTV.
Om de jarenlange internationale activiteiten van deze musicus te honoreren werd Peter Ritzen door zijn geboorteland in 2018 gekroond tot Officier in de Leopoldsorde.
In 2019 was hij intendant van het Leschetizky World Congress in Ischl (Oostenrijk).
Naast al deze activiteiten blijft Ritzen het muziekleven in Vlaanderen en de hele wereld op de voet volgen en promoten. Onder andere via de FB-groep ‘International Pianists Vienna; And Much More!’ met meer dan 800 leden.
Componist
Voor zijn instrument, de piano, componeerde Peter Ritzen 3 concerti, 3 Chinese Rapsodieën, een sonate, een pianokwintet en transcripties van filmthema’s, Weense walsen en Chinese volksliederen.
Hij componeerde liederen op Chinese, Spaanse en Duitse teksten en zelfs op gedichten van onze eigen Minister van Staat Mark Eyskens.
Daarnaast schreef hij nog enkele symfonische gedichten voor groot koor, orgel en orkest, een fluitconcerto en een vioolrapsodie.
Eén van deze symfonische gedichten is getoonzet op een (in het Duits vertaalde) tekst van de Vlaamse priester-dichter Anton Van Wilderode. Zo zien we dat de Chinese cultuur zeker een stempel gedrukt heeft op Ritzens werk, maar dat hij nooit de band met Europa en Vlaanderen in het bijzonder losgelaten heeft.
Zijn Chinees Requiem is een heus oratorium voor sopraan, piano, koor, groot orkest en Chinees slagwerk.
Ten slotte vermelden we nog zijn twee orkestliederen: 'Taborstunden' en 'Die Allerseligste Jungfrau Maria von Fatima' voor koor, orgel, strijkers en sopraan. Ritzen hecht merkbaar veel belang aan het Christelijke erfgoed.
Te beluisteren
Op verschillende cd’s (o.a. bij het label Naxos) is Peter Ritzen te beluisteren als virtuoos (Liszt-vertolker!) pianist en als componist.
Via YouTube is heel wat muziek van en door Peter Ritzen te bekijken en te beluisteren.
In 2021 zou de Vlaamse componist – dirigent – organist – leraar Lode Dieltiens 95 jaar geworden zijn.
Een ideale gelegenheid om deze bescheiden en minzame maar ook zeer veelzijdige en vakkundige musicus wat nader voor te stellen.
Lode Dieltiens werd op 18 september 1926 in Wijnegem geboren en overleed op 10 juli 2014 in Lier.
Opleiding
De jonge Lode Dieltiens speelde klarinet in de plaatselijke harmonie, zong mee in het knapenkoor en leerde piano. Zijn humaniorastudies deed hij aan het Klein Seminarie van Hoogstraten.
Hij studeerde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen en het Lemmensinstituut (toen nog) in Mechelen en bekwaamde er zich in de theoretische vakken, fuga en compositie. Niemand minder dan Mg. Jules Van Nuffel, Marinus De Jong, Staf Nees en Flor Peeters waren zijn leraars.
Loopbaan
Hij doorliep een succesvolle carrière als leraar en docent aan de Land- en Tuinbouwhuishoudschool in Berlaar, de Lierse muziekacademie, het Antwerpse Muziekconservatorium en het Lemmensinstituut.
Ontelbaar zijn de Vlaamse (amateur-)musici die bij Lode hun notenleer en didactiek geleerd hebben. Hun getuigenissen spreken van een vaderlijke leraar met eindeloos geduld die de saaie theorie boeiend en prettig kon maken. Niet te verwonderen dus dat zijn eigen kinderen, Roel, Koen, Veerle en Lieven, ook muziek gingen beoefenen.
Samen met Jos de Ryck gaf hij enkele handboeken over muziekdidactiek uit.
Hij dirigeerde verschillende koren (o.a. het dameskoor Cantate en het mannenkoor Alma Musica).
Tot 2000 was hij organist en cantor in de St.-Pieterskerk van Berlaar.
Lode Dieltiens was lange tijd actief in de koorwereld met name bij het Madrigaal, het ANZ en Koor&Stem als koordirigent, atelierleider en jurylid.
Vlaamse liedbeweging
Een lijfspreuk van Lode Dielties was dat elke musicus altijd een beetje zanger moet zijn.
Dat heeft hij heel zijn leven trouw toegepast.
Van 1956 tot 2001 trad Lode jaarlijks op als dirigent op het Vlaams Nationaal Zangfeest.
Lode Dieltiens was de laatste dirigent-componist die op het zangfeest zijn eigen liederen kwam dirigeren. Daarmee sloot hij de indrukwekkende rij af van Lodewijk Mortelmans over Karel Candael, Ernest Brengier, Lieven Duvosel, Emiel Hullebroeck, Arthur Meulemans, Jef Tinel, Jef Van Hoof, Ivo Mortelmans, Renaat Veremans, Fons Bervoets, Gaston Feremans, Marc Liebrecht tot Armand Preud’homme.
Tijdens de slotconcerten van de Dagen van het Vlaamse Lied leidde hij jarenlang de samenzang, begeleid door Jos Mertens (1924 - 2019) aan de vleugel.
In het spoor van Hullebroeck en Preud’homme en aangespoord door de bard Willem Demeyer schreef hij talloze volksliederen. De bekendste zijn ‘Nachtegaaltje’, ‘De gewijden’, ‘Het Blonde Leentje’, ‘Idylle’, ‘Nu kan de lente komen’, ‘Soldatenklacht’ en ‘Dank u, tot wederziens’.
Tijdens het zangfeest van 1957 werd zijn lied ‘Opstanding’ (op tekst van Clem De Ridder) gecreëerd. Het zou een vaste waarde blijven tot in de jaren ‘60. In 2003 zong het zangfeestkoor ‘Boerenbal’.
De Vlaamse liedbeweging bracht tijdens het 74ste Vlaams Nationaal Zangfeest in 2011 terecht en zeer dankbaar hulde aan de toen 85-jarige musicus. Het Nachtegaaltje klonk fris en schetterde luid in de nokvolle Lotto-Arena. De Gewijden, vertolkt door koor, solist en piano, klonk plechtig en verheven.
Koorcomponist
Ook als klassiek toondichter heeft Lode Dieltiens zijn sporen verdiend.
Hij componeerde religieuze muziek. Bijvoorbeeld een ‘Nederlandse volksmis’ waarin koor- en samenzang gecombineerd worden en een vierstemmige reciterende ‘Onze Vader’.
De motetten ‘Salve Regina’, ‘Alleluia-Benedicat vobis’, ‘Caro mea vere est cibus’ en ‘Ave Maria’ zijn aangepast aan de hedendaagse tonaliteit maar sluiten door hun trouw aan de traditie naadloos aan bij de grootse Lemmenstraditie gaande van Van Nuffel over Staf Nees tot Ludo Claesen vandaag. Ook een knipoog naar het Gregoriaans is nooit ver weg.
Uit de zangbundel Zingt Jubilate voorzag hij enkele liederen van een passende begeleiding en koorzetting (vb. ‘Aan uw stam, o kruis’, een lied van Jef Van Hoof).
Een topper bij veel koren is zijn speelse en opgewekte ‘Polka’.
Lode bewerkte daarnaast heel wat volks- en kerstliederen voor allerlei koorformaties.
Met vaak zeer eenvoudige middelen en technieken slaagde Dieltiens erin om een maximaal effect te verkrijgen. Zijn doelpubliek waren niet alleen de topkoren, maar vooral de basiskoren. Dieltiens bleef steeds pedagoog….
Te beluisteren
Het ANZ gaf verschillende cd’s uit met onder andere werken en bewerkingen van zijn hand: ‘Nog klaarder dan die zonne’ (kerstliederen) en ‘Gildebroeders, maakt plezieren’ (profane volksliederen).
Een huldecomité gaf de cd ‘Tot iedereen het hoort’ uit met vocaal werk van Lode ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag.
Deze week start de vasten, de voorbereidingstijd op het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus Christus. De tijd van de passiemuziek komt er aan. Wij laten u kennis maken met een eigentijds passie-oratorium van de Vlaamse componist Raoul De Smet.
In 1998 bezocht Raoul De Smet (°1936) de kathedraal van Rijsel. Daar bewonderde hij de moderne kruisweg van de Braziliaanse schilder – architect Sergio Ferro (°1938). Deze ervaring inspireerde hem om een muzikale kruisweg te componeren.
Na veel nadenken en gesprekken met musicus - auteur Dirk Blockeel ontstond in 2004 het oratorium ‘Ecce homo’. In 2011 herwerkte De Smet het werk.
Het werk bestaat uit een proloog, 14 staties en een slotstuk.
Het is geschreven voor zangers en instrumentaal ensemble.
Op 17 maart 2019 kende dit opus zijn wereldcreatie in Kortrijk en 14 dagen later was het te horen in de Antwerpse Sint-Pauluskerk. Uitvoerders waren de Ghent Singers en het M-ensemble onder leiding van Pascale Van Os.
‘Ecce homo’, zei Pilatus toen hij Christus na zijn ondervraging onschuldig achtte en aan het joelende volk teruggaf. Het was de start van de dodentocht naar Golgotha.
Deze calvarietocht wordt beschreven en uitgebeeld in de 14 staties van de kruisweg.
Heel wat componisten vonden er inspiratie in voor een groots passieverhaal.
Ook Raoul De Smet waagde er zich aan.
Dirk Blockeel schreef bij elke statie een kwatrijn.
De Smet wilde echter niet de zoveelste klassieke passie schrijven. Zijn werk moest aansluiten bij de actualiteit. Zo wordt elke statie gekoppeld aan hedendaagse thema’s zoals rassenhaat, kindermishandeling, volkerenmoord, corruptie, mensenhandel, epidemieën, hongersnood… Christus sterft zelfs nog in de 21ste eeuw elke dag.
De muziek is dan ook niet sentimenteel of romantisch, maar eerder realistisch, ruig, direct, ruw en gebald. Er is geen plek voor religieuze zweverigheid.
Dat verklaart ook de aparte eigenzinnige keuze voor de instrumenten. Naast de klassieke viool, contrabas, hobo en fagot komen ook de trombone, hoorn, accordeon, slagwerk en marimba aan bod. We horen zelfs een ratel die ongenadig verwijst naar de harde alledaagse werkelijkheid en die doet denken aan de akelige pest tijdens de middeleeuwen en de macabere diensten van Goede Vrijdag waar geen bel of klok mocht klinken.
De muziek in dit oratorium is modern van toonspraak en illustreert perfect de sfeer van de tekst. De muziek laat toe de tekst zeer verstaanbaar naar voren te brengen. Eerst was er het woord….
Het is een typische eigenschap van De Smet om met contrasten (dialectiek) te werken. Hij wendt verschillende zangtechnieken aan, er zijn gezongen, gereciteerde en gefluisterde fragmenten. Er is solozang versus koorzang, harde klanken versus verstilling en vertroosting. Zelf spreekt De Smet van een soort clair – obscur zoals we dat bij barokschilders als Caravaggio aantreffen. Er is tevens een spontane afwisseling tussen Latijnse zinnen uit het passieverhaal en de Nederlandse gedichten van Dirk Blockeel.
Een heel duidelijk voorbeeld van een contrast is de dreigende sfeer (‘schreeuw en duisternis, de wereld scheurt’) bij de dood van Christus gevolgd door een eerst pijnlijke en daarna geleidelijk gelaten en zelfs bevrijdende stilte: ‘een dulcis memoria en bevrijdend hopen’.
Al wil De Smet het religieus – zweverige vermijden, toch is er een diep religieus karakter aanwezig.
Een innige en intieme meditatie door de cellosolo gaat het eigenlijke werk vooraf. Meteen komen we in de juiste sfeer om het oratorium waardig en sereen te beluisteren. De cellomelodie gaat over in zacht klokkengelui. Net zoals de monniken vroeger tot gebed en bezinning geroepen werden door de kerkklok, zo komen nu de uitvoerders onder begeleiding van de klok naar hun plaats. Niet gestoord door een ongepast applaus van het publiek. De sfeer is gewijd en heilig. Het verhaal kan starten in de juiste stemming.
Na statie 14 horen we de klok opnieuw. De cirkel is rond. Alfa en omega.
Het werk is doorspekt van reminiscenties aan het Gregoriaans en kent zijn voltooiing in een Grieks gebed om erbarmen gericht tot de ‘Hagios, ho Theos’, de Heilige God.
En – toppunt van Christelijk geloof – het werk eindigt met een opgewekt ‘Alleluia’. Het leven is sterker dan de dood. Alles komt goed!
Op deze manier brengt dit eigentijds poëtisch en muzikaal epos een eeuwenoude en standvastige boodschap van geloof en hoop. Per aspera ad astra. Na regen komt zonneschijn.
Een boeiende en sterke compositie met een universele inhoud.
14-02-2021
Raoul De Smet
RAOUL DE SMET
85 jaar geleden – op 27 oktober 1936 – werd in Borgerhout Raoul De Smet geboren.
Hij is Romanist, muziekhistoricus, pianist en componist.
Zijn 85ste levensjaar is een prima aanleiding om deze figuur wat meer nabij te bekijken.
Zijn verdiensten en composities zijn echter zo uitgebreid dat we ons hier noodgedwongen beperken tot enkele ‘headlines’. Via internet en andere bronnen is meer informatie beschikbaar.
Opleiding
Het minste wat we over Raoul De Smet kunnen zeggen, is dat hij een veelzijdige opleiding genoten heeft.
Aan de KULeuven studeerde hij Romaanse Filologie en muziekgeschiedenis om nadien een extra jaar als beursstudent door te brengen in het Spaanse Madrid en Salamanca waar hij Joaquin Rodrigo ontmoette.
Hij volgde notenleer, piano en harmonie aan de muziekacademies in Borgerhout en Deurne. Enkele namen van zijn leraars spreken meer dan tot de verbeelding: de pianisten Philibert Mees, Yvonne Van Den Berghe en Lode Backx en de componist Ivo Mortelmans. Bij deze laatste ontdekte hij de dodecafonie.
Zijn studiehonger was zeer groot en Raoul trok naar Gent om er aan het legendarische IPEM (Instituut voor Psycho-akoestica en Elektronische Muziek) compositie te studeren bij Lucien Goethals en Louis De Meester. In Antwerpen volgde hij muziekanalyse bij August Verbesselt en in Amsterdam compositie bij Ton de Leeuw.
Deze rijke waaier van leerscholen weerhield hem niet om daarenboven heel veel aan zelfstudie te doen via het bijwonen van concerten, het beluisteren van muziek, het bekijken van muziekdocumentaires van de WDR (Westdeutscher Rundfunk) en het doorgronden van partituren en literatuur van o.a. Schoenberg, Messiaen, Koechlin, Boulez…
Hij nam deel aan verschillende internationale cursussen en seminaries in o.a. Darmstadt, Bilthoven, Venetië en Salzburg. Zo kwam hij in contact met de eigentijdse Amerikaanse muziek en kon hij kennis opdoen bij figuren zoals Ligeti, Xenakis, Stockhausen en Kagel.
Tijdens een van de zondagmorgenconcerten door het Antwerps Bachgezelschap in de Arenbergschouwburg werd hij sterk gegrepen door de Sonate voor twee klavieren en slagwerk van Bela Bartok. Vanaf dan stond zijn beslissing vast: hij zou componist worden.
Professionele activiteiten
Raoul De Smet was enkele jaren leraar Frans en literatuur in Gabès en Sfax in Tunesië en tot 1996 docent Spaans aan de vertalers-tolkenafdeling van de Katholieke Vlaamse Hogeschool in Antwerpen.
In Gent gaf hij enige tijd muziek aan de filmafdeling van de Academie voor Schone Kunsten.
Raoul De Smet werkte ook als muziekjournalist en publiceerde tientallen componisteninterviews onder de naam Simon De Rijcke in de rubriek ‘Tijd in noot’ van het tijdschrift Ambrozijn.
Componist
De opuslijst van Raoul De Smet is quasi eindeloos.
We vinden er werken voor piano, klavecimbel, orgel, beiaard, accordeon, strijkorkest, symfonisch orkest, koor (met of zonder begeleiding), solozang, strijkers, houtblazers, gitaren en elektroakoestische tape.
Hij schreef 3 symfonieën en concerti voor o.a. viool, cello, saxofoon, piano en accordeon met begeleiding door symfonisch orkest, strijkorkest of zelfs bigband.
Daarnaast zien we twee kameropera’s (Ulrike, een antieke tragedie op tekst van Leo Geerts en Vincent, apologie van een schilder op een tekst van M.Thys), een oratorium (‘Ecce Homo’, kruisweg voor kamerkoor, sopraan, alt, tenor en bas-bariton en instrumentaal ensemble (hobo, fagot, hoorn, trombone, altviool, cello, contrabas, harp, accordeon, slagwerk op tekst van Dirk Blockeel) en toneelmuziek.
Hij componeerde tevens kamermuziek voor verschillend samengestelde ensembles.
Het werk van De Smet is stilistisch niet onder 1 noemer te vatten. Er is onbetwiste invloed van Bartok en Schoenberg maar hij is vooral een eclecticus die de technieken van dodecafonie, serialisme, aleatoriek, jazz en etnische muziek aanwendt. Zelf spreekt de componist van een zeker pluralisme. Er is een instinctieve versmelting van stijlen en harmoniesystemen. Daardoor krijgen veel van zijn werken een zap-structuur: er is geen traditionele ontwikkeling van thema’s, maar hij plaatst verschillende elementen die wel uit eenzelfde basismateriaal zijn ontstaan naast elkaar.
Zijn verblijf in Spanje en Tunesië is wellicht niet vreemd aan het feit dat we soms wat Arabische en Iberische invloeden bespeuren.
Raoul De Smet componeert vanuit impulsen of concrete aanleidingen: ergernis, vertwijfeling, geluk, maatschappijkritiek, liefde, een muzikale ervaring, een herinnering, een compositorisch aspect uit een vroeger werk, de dagdagelijkse realiteit… Zo handelt de kameropera Ulrike over de Rote Armee Fraktion, met als kopstukken Ulrike Meinhof en Andreas Baader, die begin de jaren zeventig met bomaanslagen, bankovervallen en schietpartijen de Duitse samenleving in beroering brachten.
Sinds de jaren ‘80 verschijnt in zijn werk een mildere, meer consonante, eenvoudigere en speelse toon wat hij zelf ‘de oorstrelende dissonantie’ noemt.
Een opvallend kenmerk in de muziek van De Smet is de dialectiek of het werken met contrasten: na de voorstelling van een eerste idee volgt een tweede ofwel plaatst hij twee zaken gelijktijdig tegenover elkaar. Elders wordt het repetitieve geplaatst tegenover een verstilde sfeer of wordt tegenover een achtstemmige canon een zeer uitgedunde passage geplaatst.
Zoals Bach bevat de muziek van De Smet vaak een mathematisch karakter. Zo wordt de reeds eerder vermelde kameropera Vincent volledig gedragen door het getal 33. De hele compositie steunt op verschillende ritmepatronen van 33 achtste of vierde noten (o.a. 9-3-4-5-1-4-5-2), waarin de kleinere notenwaarden (1 en 2) sforzando-accenten krijgen.
Naast zijn compositorische bezigheden organiseerde De Smet zelf heel wat concerten, concours en muziekdagen waarin eigentijdse (Vlaamse) componisten ruim aan bod kwamen.
Hij verzorgde facsimile-uitgaven van Vlaamse kamermuziek (E-M-reeks) en was lid van de Raad van Bestuur van het Centrum voor Muziek in Leuven.
De Smet is lid van SABAM, van de Unie van Belgische Componisten en Componistenarchipel Vlaanderen.
Vanuit deze functies is hij medestichter van het European Composers Forum dat Europese componisten wil verenigen.
Erkenning
In 1995 werd hij laureaat van de Fugatrofee voor zijn verdienste als promotor van de Belgische muziek.
Zijn muziek werd en wordt vaak geprogrammeerd door de BRT/VRT, buitenlandse radiozenders en ter gelegenheid van concerten en festivals in binnen- en buitenland tot in Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Mexico, USA, China en Iran.
In 1985 won hij met het koorwerk Gnomons I de tweede prijs op de Provinciale compositiewedstrijd van Antwerpen.
Zijn werken werden gecreëerd door niet de minsten zoals o.a. het Nationaal Orkest van België, Kameropera Transparant, Österreichisches Ensemble für Neue Musik, Kamerorkest van Odessa, Praags Kamerorkest, Collegium Instrumentale Brugense, Trio Avena, BRTN-koor, Arriagakwartet,, Gaggini-kwartet, Paul Dombrecht,, Jenny Spanoghe, Jan Michiels, Claude Coppens, Daniel Blumenthal, Ludo Mariën, en Geert Callaert.
Verschillende composities zijn opgenomen op cd en een hele reeks onuitgegeven cd’s uit het archief van Raoul De Smet bevindt zich in de collectie van MATRIX.
Lantro Music en DMP publiceerden werk van Raoul De Smet.
Via YouTube kan men enkele muziekfragmenten bekijken en beluisteren:
In 2021 - op 19 december, om volledig te zijn - is het precies 100 jaar geleden dat Marcel Lodewijk De Boeck het levenslicht zag. Hij werd geboren in Mariekerke aan de Schelde en overleed in Wintam (Hingene) op 22 juni 2019. De Boeck was pedagoog, klarinettist en componist. Voor sommige composities gebruikte hij het pseudoniem Marc Rial.
Opleiding
Marcel De Boeck behaalde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen eerste prijzen bij Ivo Mortelmans, Renaat Veremans (notenleer) en Jules Remes (klarinet) in 1941.
Hij vervolmaakte zich als autodidact en via privélessen harmonie, contrapunt, fuga, orkestratie en compositie bij Karel De Schrijver.
In 1957 slaagde hij in het examen voor hoofdonderkapelmeester bij het Belgisch leger.
Loopbaan
In 1946 werd De Boeck musicus in dienst van het Belgisch leger.
Hij richtte de muziekkapel van de 3de Infanteriebrigade op, gestationeerd in Ballycarry (Noord-Ierland).
Nog in 1946 slaagde hij in het examen voor klarinettist bij het muziekkorps van de 3de Infanteriebrigade in Duitsland.
Enkele jaren later werd hij klarinettist bij de Koninklijke Muziekkapel van de Belgische Luchtmacht te Bevekom.
Hij werd hoofdonderkapelmeester bij de militaire muziekkapel van de 2de Infanteriedivisie te Antwerpen.
Na zijn loopbaan als militair kapelmeester werd De Boeck in 1968 docent klarinet aan de muziekacademies van Boom en Bornem. Van 1972 tot aan zijn pensioen in 1986 was hij directeur van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Bornem. Een school waarvan hij mee aan de wieg stond. Zijn opvolger – Jan Van Landeghem – vertelt: “Ik was destijds muzikant bij een harmonie in Temse en onze dirigent, Marcel De Boeck, was directeur van de academie in Bornem. Maar hij ging met pensioen en vroeg me of ik geen interesse had om deel te nemen aan het examen om directeur te worden. Ik stemde in en tot mijn verbazing was ik de enige die geslaagd was voor de proeven”.
Met het harmonieorkest van deze instelling verzorgde hij de plaatopname "Land tussen Schelde en Rupel".
Naast zijn professionele bezigheden was hij ook actief in de amateurwereld van muziekbeoefening. Ook hier richtte hij zich op de muziek in zijn eigen streek aan de boorden van Schelde en Rupel.
Hij dirigeerde verscheidene blaasorkesten zoals de Koninklijke Harmonie Verbroedering Mariekerke (1945 - 1979), de Koninklijke Harmonie Bell-Telephone (1950 - 1963), de Koninklijke Harmonie Nut en Vermaak Bornem (1977 - 1978), de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia Willebroek (1953 - 1979), de Koninklijke Fanfare St.-Caecilia Hingene - Eikevliet (1962 - 1979), de Koninklijke Socialistische Harmonie Vooruit Boom (1968 - 1981), de Koninklijke Katholieke Werkersharmonie Recht door Zee Temse en de Koninklijke Fanfare Iever en Eendracht Kapelle-op-den-Bos.
Als door en door kenner van de prakrijk van de blaasmuziek was hij vanzelfsprekend een veelgevraagd jurylid voor muziekwedstrijden.
Componist
Naast het dirigeren legde De Boeck zich vanaf 1960 ook toe op het schrijven van hoogstaande composities voor harmonie- en fanfareorkesten.
In 1960 werd bijvoorbeeld zijn compositie Crassus en Spartacus het plichtwerk voor harmonieorkesten tijdens het Wereld Muziek Concours te Kerkrade.
Andere titels zijn o.a. Symfonietta, Fandango, Vagantes, Fancy Fair, Balletsuite, Tower of London, De Notelaer,Regiosuite (Mariekerke – Weert – Bornem-Hingene) en The Swinging Fisherman, een flitsende versie van "Het Loze Vissertje".
Voor sopraan, bariton, viool en piano componeerde hij een Onze Vader.
Ten slotte schreef hij verschillende werken voor viool en piano of saxofoon-, klarinet- en fluitensembles.
Erkenning
Voor zijn integraal blaasmuziekoeuvre kreeg Marcel De Boeck in 1978 de SABAM-prijs.
In 1982 ontving hij van het Antwerpse provinciebestuur een aanmoedigingspremie voor zijn Regiosuite.
In de vierde compositiewedstrijd in 1983, uitgeschreven door het Kempisch Jeugd Fanfare-Orkest, behaalde hij met Tara-ouverture de derde prijs.
Marcel De Boeck ontving bovendien in 1985 de culturele prijs van de provincie Antwerpen.
Omwille van al het hierboven geciteerde wordt Marcel De Boeck beschouwd als een echt monument in de Vlaamse muziekwereld, en zeker in de HA-FA-BRA-sector.
Op 7 maart is het precies 100 jaar geleden dat in Brugge Hilmer Verdin geboren werd. Voor ons een gelegenheid om deze organist, dirigent en componist even voor te stellen.
Hij werd geboren op 7 maart 1921 en overleed op 21 september 2005.
Opleiding
Zijn eerste muzieklessen kreeg hij thuis van zijn moeder. Daarna studeerde hij aan het Brugse Stedelijk Conservatorium. Op zijn 17de haalde hij al prijzen notenleer, piano, orgel, harmonie, zang en muziekgeschiedenis.
Daarna trok hij naar Mechelen om er verder te studeren aan het Lemmensinstituut bij o.a. Mgr. Jules Van Nuffel, Marinus De Jong en Flor Peeters. Hij volgde er cursussen koordirectie, orgel, piano, contrapunt en kerkmuziek.
Aan het Gentse conservatorium vervolmaakte hij zich in het orgelspel bij Gabriël Verschraegen, fuga bij Jules Bouquet en zang bij Laurent Swolfs.
Loopbaan
Verdin was van 1945 tot 1951 organist van de Sint-Petrus en Pauluskerk in Oostende. Hij dirigeerde er tevens het Variakoor.
Hij werd daarna organist in de Sint-Pietersabdij te Steenbrugge. In Brugge dirigeerde hij ook verschillende koren zoals het Renaat Veremanskoor (1952 – 1957) en vanaf 1960 het Brugs mannenkoor De Ghesellen van de H. Michiel. Met de komst van Hilmer Verdin trad hier een periode van stabiliteit in. Hij was vakbekwaam en genoot in brede muzikale kringen van een voortreffelijke reputatie. Meer dan 30 jaar lang, tot september 1993, heeft hij zijn artistieke stempel weten te drukken op dit mannenkoor. Hij bracht het tot grote bloei en bezielde, op de hem eigen manier, talrijke optredens.
In 1957 richtte hij het madrigalenkoor Die Getrouwen op.
Hij was muziekleraar in de rijksmiddelbare school van Maldegem en orgelleraar aan de stedelijke muziekacademie in Izegem.
Voor het toenmalige NIR (Nationaal Radio-Instituut) was hij concerterend organist.
Ook als dirigent op massabijeenkomsten geraakte Hilmer Verdin bekend. In 1957 dirigeerde hij de samenzang op het 20ste Vlaams – Nationaal Jubelzangfeest in Antwerpen samen met Jef Tinel, Renaat Veremans, Armand Preud’homme, Wies Pee, Lode Dieltiens, Jan Brouns en Hendrik Diels. Ook op provinciale zangfeesten van het ANZ en andere liederenavonden trad hij meermaals op als enthousiast dirigent met brede gebaren.
Ontdekker van Marva
Koordirigent Hilmer Verdin had al een tijdje door dat een zekere Marva Mollet (°Vlissegem, 1943) een zangcarrière ambieerde. Hij stelde haar voor aan het orkest van Roland Keereman. Een week later - wanneer zij in Leuven moesten optreden - kreeg Marva te horen dat de bekende impressario Robert Bylois, manager van onder andere Salvatore Adamo, in de zaal zat en zijn oog op haar liet vallen.
Tot 1980 was Marva een van de meest gewaardeerde artiesten van het Vlaamse lichte lied.
Componist
Hilmer Verdin schreef composities voor piano en orgel en componeerde twee missen voor gelijke stemmen.
Op teksten van o.a. Guido Gezelle, Alice Nahon, René De Clercq, Luc Van Brabant, Alma Van Holm en Valeer van Kerkhove componeerde hij liederen.
Voor koor schreef hij koorbewerkingen (vb. ‘Tineke Van Heule’ van Emiel Hullebroeck en ‘’Stabat mater’ van Giovanni Pergolesi) en andere composities.
Zijn cantate ‘Legende van de Amazonestroom’ op tekst van Jan Vercammen werd in 1967 bekroond met de provinciale muziekprijs van West – Vlaanderen.
19-01-2021
Pianomuziek van Jef Tinel op YouTube
4 Walsen en 3 Wiegeliederen voor klavier.
Helaas geen live-opnames, maar een PC-animatie. Welke pianist maakt een opname?
Op YouTube verscheen vandaag een filmpje met 62 korte pianostukjes van Jef Tinel (1885-1972).
Jef Tinel bundelde deze composities als 'Herinneringen mijner jeugd'.
In afwachting dat we een live-uitvoering hebben, moeten we ons helaas tevreden stellen met een PC-animatie. Deze montage geeft toch een mooi beeld van hoe deze muziek kan klinken.
Voor heel wat Vlaamse componisten kan 2021 een jubileumjaar zijn.
Enkele voorbeelden:
HERDENKING GEBOORTE
-175 jaar: Edward Blaes
-170 jaar: Jan Blockx
-160 jaar: Maria Matthyssens (tevens 125 jaar overleden) en Leo Moeremans
-155 jaar: Remi Ghesquière, Jef Keurvels en Julien Willemot (tevens 95 jaar overleden)
-145 jaar: Flor Alpaerts en Jozef Bellens
-140 jaar: Jules Borremans, Alfons Moortgat en Jos Watelet (tevens 70 jaar overleden)
-135 jaar: Michel Brusselmans, Robert Herberigs en Jef Van Hoof
-130 jaar: Marinus De Jong
-125 jaar: Leo Van Den Broeck
-120 jaar: Karel Albert, Hendrik Diels, Ivo Mortelmans, Staf Nees, Willem Pelemans en Marcel Poot
-115 jaar: Edward Loos en Louis Weemaels (tevens 25 jaar overleden)
-110 jaar: Wies Pee
-105 jaar: Hendrik Daems en Marcel Oger (= Mark Liebrecht)
-100 jaar: Georges Colin, Marcel De Boeck en Hilmer Verdin
-95 jaar: Lode Dieltiens, Noël Goemanne, Jan Leopold en Constant Versichel
-90 jaar: Emiel De Cloedt, Lucien Goethals, André Laporte, Guido Philipet en Jean-Marie Simonis
-85 jaar: Willy Climan (tevens 40 jaar overleden), Claude Coppens, Raoul De Smet, Frans Geysen, Vic Nees, Jo Van Eetvelde, Herman Verschraegen en Juliaan Wilmots
-80 jaar: Hans Swinnen
-70 jaar: Lieven Baeyens en Dirk Stuer
-65 jaar: Ludo Claesen, Thierry De Mey, Johan De Smet, Marc Matthys, Peter Ritzen, Jan Van der Roost en Stefaan Vanheertum
-60 jaar: Marc De Hertogh, Daniël Schroyens, Peter Thomas en Steve Willaert
-55 jaar: Filip Bral, Erika Budaï en Filip Rathé
-50 jaar: Stéphanie Vande Ginste
-45 jaar: Nathalie Goossens, Erwin Scheltjens, Michaël Vancraeynest en Maarten Van Ingelgem
-40 jaar: Bart Verstraeten
HERDENKING OVERLIJDEN
-170 jaar: Martin Joseph Mengal
-150 jaar: François Joseph Fétis en Karel Lodewijk Hanssens jr
-140 jaar: Jaak Lemmens
-135 jaar: Sebastien François Vanautgaerden
-125 jaar: Maria Matthyssens
-120 jaar: Peter Benoit en Joseph Callaerts
-105 jaar: Adolf D’Hulst en Edward Keurvels
-95 jaar: Desiré Cooreman, Arthur Wilford en Julien Willemot
-90 jaar: Jozef Van Der Meulen en Bernard Van Perck
-85 jaar: Henry Georges D’Hoedt, Bernardinus D’Hooghe en Julius Schrey
-80 jaar: Jef Denyn
-70 jaar: Octaaf De Hovre, Clement D’Hooghe en Jos Watelet
-65 jaar: Lieven Duvosel
-60 jaar: Francis De Bourguignon
-55 jaar: August Baeyens, Jan Broeckx en Arthur Meulemans
-50 jaar: Frans D’Hayer en Jules Strens
-45 jaar: Arie Van De Moortel
-40 jaar: Willy Climan, Victor De Bo en Gabriël Verschraegen
-35 jaar: Jean De Middeleer, Flor Peeters, Armand Preud’homme, Marcel Quinet en Daniël Sternefeld
-25 jaar: Jeanne De Clerck-Colin, Jef Maes en Louis Weemaels
-20 jaar: Eugeen Uten en Jos Van Looy
-10 jaar: Joris Lippens
-5 jaar: Jacques Leduc, Gaston Nuyts en Toots Thielemans
Volgend jaar op 12 juli wordt André Laporte 90 jaar. Deze musicus, musicoloog en filosoof uit Oplinter - laureaat van het Lemmensinstituut bij o.a. Marinus De Jong en Flor Peeters - werkte jarenlang voor de klassieke muziekzender van de BRT-VRT en was professor aan het Brussels conservatorium en de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Daarnaast componeerde hij een groot aantal muziekwerken gaande van koorwerken, liederen, kamermuziek, symfonische composities, oratoria tot een opera. Als componist was hij gevormd door o.a. Karlheinz Stockhausen. Hij schreef ook orgelmuziek. Die is verzameld op een gloednieuwe cd met de Brugse organist Ignace Michiels. Trompetist Manu Mellaerts werkt mee aan de cd. Deze muziekschijf is het product van de organisatie 'Orgelkunst'. Een passende hulde en mooi verjaardagsgeschenk voor een 'grote meneer'.
09-11-2020
Herdenking WO I
Via deze link kan u een filmpje bekijken dat hulde brengt aan de slachtoffers van WO I en bij uitbreiding aan alle slachtoffers van (zinloos) geweld.
De beelden haalden we van het wereldwijde net. De muziek maakten we zelf.
Melancholie en vitaliteit lijken ogenschijnlijk zo tegengesteld. Maar ze zitten beide gebeiteld en versmolten in de muziek van Frederik Devreese. En misschien ook wel een beetje in zijn leven. Hij overleed op maandag 28 september, 91 jaar jong. Met hem is géén generatie Belgische componisten heengegaan, want zijn muziek ligt een generatie vóór op zovele anderen. Ze zal dus nog wel een flink tijdje blijven leven.
Zijn grote bekendheid dankt Frederik Devreese aan zijn filmmuziek, zoals de muziek bij Benvenuta (André Delvaux), Het Sacrament (Hugo Claus) of Pauline & Paulette (Lieven Debrauwer): in het oor liggend, spannend, frenetiek en met enorm veel vakkennis in elkaar gestoken. Ja, filmmuziek is onderlijnend en verhalend, maar de filmmuziek van Frederik Devreese is meer. Alhoewel geschreven in functie van een ander medium, ontplooit ze haar eigen kracht en continuïteit. Daarmee komen we natuurlijk ook op het andere terrein van Frederik Devreese als componist. Als jonge snaak van 20 schreef hij zijn eerste pianoconcerto, twee jaar later een vioolconcerto en nog eens twee jaar nadien een symfonie. De filmmuziek kwam er pas veel later bij, door zijn intense samenwerking met André Delvaux. Die begon in 1966 met de film De man die zijn haar kort liet knippen naar de roman van Johan Daisne. Maar de filmcomponist Devreese drukte geleidelijk zijn stempel ook op de ‘andere’ componist Devreese, bijvoorbeeld in het grandioze ballet Gemini voor 2 piano’s (1986). Het liet ook een spoor na in het verbluffende vierde pianoconcerto dat Frederik Devreese componeerde als plichtwerk voor de Koningin Elisabethwedstrijd in 1983.
Zoveel muzikaal talent kwam voort uit een héél muzikaal nest. Vader Godfried Devreese was directeur van het Conservatorium van Mechelen, een uitstekend violist (voordien een tijd lang aanvoerder van de 2de violen in het Concertgebouworkest), een gedreven dirigent en een gewaardeerd componist. Toen Godfried Devreese in 1972 overleed, kreeg ik, als jong producerke op BRT 3 (toen nog op Flagey) de opdracht om stante pede een In Memoriam-programma te maken. ’s Anderendaags kwam Frederik Devreese (die ook op de BRT werkte, maar dan bij TV) me bedanken. Het was ons eerste contact. Het werd dus ‘Freddy’. Er zouden nog heel vele contacten blijven. Want Tenuto was net ontstaan. Het was een initiatief van Frederik: elk jaar 9 (later 6) jonge muzikanten de kans geven om als solist op te treden met orkest in opname voor TV én radio, en dit zowel op BRT als op RTBF. Meestal dirigeerde Frederik Devreese zelf. Dat was trouwens zijn gróte passie. Soms was het moeilijk: Freddy was te minzaam. Misschien dat stukje melancholie dat meespeelde. Ondanks zijn enorme vitaliteit en kunde.
Tenuto bleef bestaan tot in 2000. Meer dan 220 jonge musici hebben hier hun kans gekregen en gegrepen. Heel onze huidige generatie professionele musici in Vlaanderen is ervan doordesemd. En ook in Wallonië, want het was … Belgisch! Freddy was altijd vol bewondering voor jong talent. Hij keek er naar op; het was zijn missie. Een hele generatie, of meer, mag hem er dankbaar voor zijn. En net zoals hij was als componist: hij experimenteerde niet, hij dééd het!
Een speciale innige deelneming aan Annie, zijn echtgenote.
Guido Defever (°22/01/1948): gepensioneerd muziekproducer van achtereenvolgens BRT 3 (1971-1990), Radio 3 (1990-2000) en Klara (2000-2009). Verzorgde dezelfde inhoud in de verschillende verpakkingen. Richt zich voornamelijk op muziek van eigen bodem.
29-07-2020
Fantasia voor trompet en orkest
In 1943 componeerde Jef Tinel een 'Fantasia' voor trompet in B met orkestbegeleiding. Jef Tinel was op dat moment directeur van de Maldegemse muziekschool. Met deze compositie won hij een prijs bij de toenmalige radio.
Opnames bestaan er niet van. Enkel deze 'animatie' geeft een beeld hoe het werk klinkt. Hopelijk zet het uitvoerders aan om de partituur ter hand te nemen en ze uit te voeren.
Dit jaar zou de Vlaamse componist-pianist Raf BELMANS (1920-1999) 100 jaar geworden zijn. Aan het Antwerps conservatorium studeerde hij bij o.a. Emmanuel Durlet, Jef Van Hoof en Lodewijk De Vocht. Na zijn studies werkte hij als pianorepetent bij de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen waar hij samenwerkte met grote musici zoals Hendrik Diels, Daniël Sternefeld, Arthur Meulemans en August Baeyens. Daarna werd hij in Geel leraar piano en organist van de Sint-Dimpnakerk en hij gaf tevens muziekles in de Rijksmiddelbare School te Herentals. Als componist is hij best te plaatsen binnen de typische Vlaamse laat-romantiek. Hij gaf verschillende pianorecitals, was actief als koordirigent en beiaardier en dirigeerde een achttal keren op het Vlaams Nationaal Zangfeest.
Jef Tinel was de neef van Edgar Tinel (1854-1912).
Na een koster-organistenopleiding in Sint-Niklaas studeerde hij orgel, harmonie, contrapunt en fuga aan het Lemmensinstituut bij Edgar Tinel en Aloys Desmet en volgde daarna privélessen compositie bij Leo Moeremans.
Jef Tinel was organist, muziekleraar en directeur van de Maldegemse muziekschool. Hij componeerde muziek voor orgel, piano, orkest en koor. Er staan ook heel wat liederen in zijn opuslijst.
Uit zijn oeuvre selecteerden we deze werken ter ere van O.L. Vrouw:
01. O gloriosa virginum (2 orgelimprovisaties)
02. Salve Regina (voor gelijke stemmen en orgel)
03. Regina Caeli (voor gelijke stemmen en orgel)
04. Regina Caeli (voor orgel)
05. O moedermaagd (voor gemengd koor; tekst: Guido Gezelle)
06. O Maria, onbevlekte (voor gemengd koor; tekst: Guido Gezelle)
07. Alle dagen (voor gemengd koor; tekst: Guido Gezelle)
08. Keer dine oghen (voor gemengd koor; tekst: Servaas Daems)
09. Ave maris stella (voor orgel)
10. O moeder met de maagdenkroon (eenstemmig lied met pianobegeleiding; tekst: Emiel Fleerackers)
11. Gaudeamus ter ere van O. L. Vrouw (voor orgel)
We hadden het hier eerder over componisten die 'Marialiederen' van Guido Gezelle op muziek zetten. Maar er zijn nog heel wat andere Vlaamse dichters die teksten leverden voor mooie Marialiederen.
Hierbij 29 voorbeelden: 01. Frans Clinckaert-Jef Van Hoof: Onze Lieve Vrouw van smarten 02. August Cuppens-Lodewijk De Vocht: Daar bloeide ene lelie 03. August Cuppens-Lodewijk De Vocht: Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen 04. Servaas Daems-Jules Van Nuffel: O keer dine oghen 05. Servaas Daems-Jef Tinel: Keer dine oghen 06. Steven Debroey-Lieven Duvosel: Maria, wees gebenedijd 07. René De Clercq-Emiel Hullebroeck: Jezu' moeder 08. Clem De Ridder-Emiel Hullebroeck: Lieve Vrouw der Lage Landen 09. Jozef De Vocht-Lodewijk De Vocht: Vrouw van den heiligen rozenkrans 10. Frans Eykans-Renaat Veremans: Maria toevluchtsoord 11. Frans Eykans-Renaat Veremans: Rozenkranslied 12. Frans Eykans-Flor Peeters: Moeder van barmhartigheid 13. Frans Eykans-Staf Nees: Marialied 14. Frans Eykans-Peter Cabus: Marialied 15. Frans Eykans-Jules Vyverman: Behoudenis der zieken 16. Emiel Fleerackers-Jef Tinel: O moeder met de maagdenkroon 17. Gery Helderenberg-Renaat Mores: Naar U, o Maria 18. Lambrecht Lambrechts-Remi Ghesquiére: De veldkapel 19. Lode Lichte-Daniël Clement: Maria boodschap 20. Lode Lichte-Daniël Clement: Maria ging door 't woud 21. Lode Lichte-Daniël Clement: Lieve Vrouwke van de linde 22. Louis Monden-Arthur Meulemans: Lieve Vrouwe van ons land 23. Bert Peleman-Armand Preud'homme: Lieve Vrouw van de Schelde 24. Giza Ritschl-Jef Van Hoof: Marialiedeken 25. Jozef Simons-Flor Peeters: Lieve Vrouwe van de Kempen 26. Felix Timmermans-Juliaan Wilmots: Maria zingt in gouden avondstond 27. Ben Van Zevenen-Gaston Feremans: Maria scone vrouwe 29. Karel Vertommen-Gaston Feremans: In Uwe handen 29. Karel Vertommen-Gaston Feremans: Maria Hagedoren
Wellicht is Guido Gezelle de Vlaamse dichter die het meest Mariagedichten schreef. Heel wat Vlaamse toondichters bedienden zich gretig van zijn teksten. Hierbij een selectie waarvan ik een opname bezit.. (Hebt u weet van andere opgenomen liederen, laat het gerust weten...) - Edgar Tinel: 01. Beêvaertlied 02. O Maria die daar staat (Bij 't wegkapelleke) 03. Onze Lieve Vrouw van 7 weeën 04. Viva Maria 05. O Maria, onbevlekte 06. Och hoe schoon 07. 't Pardoent - Jef Tinel: 08. O moedermaagd 09. O Maria, onbvelekte 10. Alle dagen - Herman Meulemans: 11. De mei is daar - Dries Leys: 12. Gebenedijd zijt Gij - Jef Cuypers: 13. Het klokgebed - Joseph Ryelandt: 14. Stella matutina (Ik heb zo lang zo erre gegaan) - Remi Ghesquière: 15. O Maria die daar staat - Flor Peeters: 16. O Maria die daar staat - Hendrik Daems: 17. Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen - Lodewijk Mortelmans: 18. 't Pardoent
Het 'Wees gegroet' is het meest gekende gebed ter ere van Maria. Verschillende Vlaamse toondichters maakten een melodie en/of koorbewerking voor dit gebed. Ziehier een (beperkt) overzicht.
Hebt u opnames van andere versies? Geef ze gerust door. Dank!
Wij vonden in ons archief:
01. Emiel Wambach 02. Robert Herberigs 03. Armand Preud'homme 04. Flor Peeters 05. Renaat Mores 06. Jos Wuytack 07. Paul Steegmans 08. Sebastiaan Van Steenberge 09. Camiel Simoens
01. Peter Benoit 02. Edgar Tinel 03. August De Boeck 04. Joseph Ryelandt 05. Jules Van Nuffel 06. Arthur Verhoeven 07. Lodewijk De Vocht 08. Staf Nees 09. Armand Preud'homme 10. Gaston Feremans 11. Vic Nees 12. Rudi Tas 13. Paul Steegmans 14. Bart Verstraeten
Op 11 mei 1885 werd in Lessen de Vlaamse componist Jef TINEL geboren.
Als laureaat van het Lemmensinstituut (bij o.a. Edgar Tinel en Aloys Desmet) en privéleerling van Leo Moeremans maakte Jef Tinel carrière als organist, dirigent, muziekschooldirecteur en componist.
Hij componeerde religieuze en profane koormuziek, liederen, orkestwerken en composities voor orgel en piano.
Zijn staplied 'Wij zijn bereid' werd wereldberoemd in Vlaanderen.
Tijdens de Goede Week vinden normaliter in de kathedralen chrismamissen plaats. De priesters hernieuwen voor hun bisschop hun geloften en de olie voor doopsels en ziekenzalving wordt gewijd.
Aloys Desmet (1867 - 1917) was leraar aan het Lemmensinstituut ten tijde van Edgar Tinel en Oscar Depuydt. Hij componeerde missen en motetten.
Zou dit 'Tu es sacerdos in aeternum' (Jij bent priester tot in eeuwigheid) van hem zijn?
Normaliter had zondag het 83ste V.N. Zangfeest plaatsgevonden. Om begrijpelijke redenen kan het niet doorgaan.
Volgend jaar, nl. op zondag 21 maart 2021, brengen we het programma dat nu voorligt. Hopelijk bent u er allen gezond en wel bij!
Als troost en als opwarmer voor volgend jaar hierbij een kort klankfragment uit het zangfeest van 2019.
U hoort: - Het Gebed voor het Vaderland (Gaston Feremans) - Groeninge (Jef Van Hoof) - Wij zijn bereid (Jef Tinel) - Jutho, vooruit en dapper (Arthur Meulemans)
Brassband Scaldis begeleidt de koren en de aanwezigen. Ikzelf mocht dirigeren. De suite werd aaneengeschreven door Danny Van Nuffel.
Misschien voelen we ons nu allemaal wat in ballingschap. Gelukkig is er mooie muziek als soelaas. Zo bijvoorbeeld dit symfonisch gedicht van Lodewijk De Vocht (1887-1977). Je voelt de pijn van het gemis en toch is er hoop... (De Vocht schreef dit werk tijdens WO I toen hij in Nederland verbleef.)
Herdenking Peter Benoit en uitreiking Prijs Peter Benoit 2020
Op 8 maart 1901 overleed Peter Benoit in Antwerpen. Hij was een gevierd componist van monumentale meesterwerken zoals 'De oorlog', 'De Schelde' en de 'Rubenscantate'. Daarnaast schreef hij intiemere pianowerken, liederen en religieuze werken. Benoit was bovendien dirigent en directeur van het Koninklijk Vlaams Conservatorium dat hij nota bene zelf had opgericht.
Een jaar later werd het Peter Benoitfonds opgericht en generaties lang leefde de geest van Benoit door bij zijn opvolgers. Tot vandaag wordt elk jaar een herdenkingsconcert Peter Benoit georganiseerd waarin de muziek van de stichter en zijn opvolgers centraal staat. Sinds 2018 wordt jaarlijks een Benoitprijs uitgereikt aan een componist, een uitvoerder of onderzoeker. Eerdere laureaten waren Frits Celis en Jozef De Beenhouwer.
Dit jaar viel de eer te beurt aan vorser Jan Dewilde. Samen met wijlen Michaël Scheck richtte hij het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek op dat (vaak vergeten) partituren van Vlaamse componisten opzoekt, uitgeeft en laat uitvoeren. Het centrum doet ook diepgaand onderzoek naar de context van de Vlaamse muziekwereld. Een terechte erkenning dus, deze prijs.
Nadat Benoitfonds voorzitter Patrick Verhoeven de prijs uitgereikt had en na het dankwoordje van Jan Dewilde was het dan de beurt aan de muziek.
We hoorden muziek van Benoit zelf (uit 'Vertelsels en Balladen' en de '4de Fantasie'), Arthur De Greef ('Sonate voor 2 piano's'), Albert Huybrechts (de voor zijn tijd modern klinkende 'Sonate voor viool en piano'), Marinus De Jong (3 sprookjesachtige taferelen uit 'Hiawatha's Lied' voor 2 piano's) en Jan Blockx (3 van de '5 Vlaamse dansen' voor vierhandig piano).
Uitvoerders van dienst waren het pianoduo Kyotaka Izumi en Polina Chernova en de violist Guido Deneve. Zij vertolkten de muziek met passie en deskundigheid.
Het was een fijne muzikale avond zoals er meer zouden moeten zijn.
Onder de aanwezigen in de Wite zaal van deSingel merkten we de districtburgemeester Paul Cordy en provinciaal gedeputeerde Luk Lemmens op naast vertegenwoordigers uit de muziekwereld zoals Luc Leytens, Jozef De Beenhouwer, Luc Van Hove en Wim Henderickx. Ook de echtgenotes van Vic Nees en Michaël Scheck tekenden present.
08-03-2020
Ryelandtfestival in Brugge schitterend ingezet
Op zaterdag 7 maart vond in de Kapucijnenkerk (Boeveriestraat in Brugge) het startconcert van het Ryelandtfestival plaats. Brugge viert dit jaar uitgebreid de 150ste verjaardag van haar componist-pedagoog en baron Joseph Ryelandt (1870-1965). Deze componist was een privé-leerling van Edgar Tinel en begeleidde en beïnvloedde op zijn beurt Mgr. Jules Van Nuffel. Niet als leraar, maar als vriend en collega. Het Mechelse Sint-Romboutskoor onder leiding van Van Nuffel was dan ook een grote verdediger van het werk van Ryelandt.
Waren er niet al te veel Bruggelingen naar de kapucijnenkerk afgezakt - bedroevend weinig zelfs voor zo een evenement - dan was de kwaliteit van de muziek en de uitvoering ervan meer dan omgekeerd evenredig.
Het Collegium de Dunis bracht onder de leiding van Ignace Thevelein een interessante selectie uit het (laat-)romantische religieuze koorwerk van leermeesters Edgar Tinel en Adolphe Samuel, van Joseph Ryeland zelf en van diens volgeling Jules Van Nuffel. We hoorden enkele mooie motetten en fragmenten uit 2 missen van Ryelandt. Naast het parelende en sprankelende en zo eenvoudige 'Ave Maria' hoorden we werken waaruit een zorgeloze mens Ryelandt blijkt die alleen maar moest bezig zijn met het schrijven van mooie muziek. In andere fragmenten merkten we toch ook dat Ryelandt spanningen, getourmenteerdheid en dramatiek uitschrijft in zijn muziek. De Eerste Wereldoorlog zal daar niet vreemd aan geweest zijn.
Ignace Thevelein is een pedagogisch sterke dirigent die met een inspirerende slagtechniek en dankzij zijn totale beheersing van de stijl van het repertoire het beste uit zijn koorleden haalt. Dat was zaterdag niet anders. Het koor presteerde schitterend, zowel in de intiemere koorbladzijden als in de grandeurpassages van Van Nuffel en Tinel. We waanden ons in de grote Mechelse kathedraal... Organist Ignace Michiels begeleidde het koor heel correct en begeester(en)d. Soms was de registratie in bepaalde forte's misschien toch iets te sterk in verhouding met het koor. Hij soleerde in Jaak Nikolaas Lemmens' Allegro uit de Sonate Paschale. Michiels bewerkte voor dit concert een romance voor viool en orgel van Ryelandt die voortreffelijk vertolkt werd door de jonge Brugse koorzangeres - violiste Dora Oliva Devoghel. Beide instrumentale intermezzi vormden een meditatief rustpunt tussen de drie rijkgevulde koorblokken.
Een mooiere start kon deze festivalweek zich niet wensen: schitterende (religieuze) muziek uitgevoerd door gedreven, bedreven en geïnspireerde uitvoerders.
04-03-2020
150 jaar Joseph Ryelandt
In 2020 vieren we de 150ste verjaardag van de Brugse baron-componist-pedagoog Joseph Ryelandt (1870 - 1965).
Hij was een privéleerling van Edgar Tinel. Net zoals zijn leermeester schreef hij zeer veel religieuze muziek (koorwerken zoals het overbekende 'Ave Maria', missen en grote oratoria zoals 'Maria' en 'Agnus Dei'). Hij componeerde tevens heel wat liederen en koorwerken op teksten van zijn stadsgenoot Guido Gezelle.
Daarnaast schreef Ryelandt verschillende melodieuze en bekoorlijke symfonieën en heel wat kamermuziek.
Ryelandt was een laat-romanticus en was sterk beïnvloed door de Franse school. Was hij wellicht vooral franstalig, toch koesterde hij een grote bewondering voor Peter Benoit die hij hoger achtte dan zijn eigen leermeester Tinel.
In zijn latere jaren componeerde hij niet meer maar was dan als pedagoog actief aan het Gentse conservatorium en als directeur van het Brugse conservatorium.
Op zaterdag 7 maart start een reeks herdenkingsconcerten in Brugge. Het Collegium de Dunis brengt o.l.v. Ignace Thevelein muziek van Ryelandt, Tinel en Van Nuffel. Kapucijnenkerk in de Boeveriestraat. 20 uur.
INFO & TICKETS:
IN&UIT Brugge
't Zand 34, 8000 Brugge (open elke dag van 10u tot 17u, op zon- en feestdagen tot 14u, gesloten op Kerstdag en Nieuwjaar)
ticketlijn 070 22 12 12 (van ma tot vrij van 14u tot 17, niet op feestdagen)
Welkom op deze zangavond in Grimbergen met Vlaamse schlagers van vroeger en nu, volksliedjes en veel meer.... Van Geuzenliederen, kleinkunst, schlagers tot traditionele liederen van Feremans, Mestdagh, Preud'homme....
Organisatie o.a. VTB, Davidsfonds, VVB, Zilvermeeuwtjes, Volkskunstgroep Nele en De Vlaamse vriendenkring.
Dinsdag 25 februari 2020 in de Ostzaal van de abdij van Grimbergen.
Aanvangsuur: 20 uur.
Welkom!
31-12-2019
Beste wensen
Aan u allen een voorspoedig 2020 gewenst. Alvast al een vleugje muziek van de 150-jarige Joseph Ryelandt.
Ziehier een (beperkte) selectie van speciale verjaardagen die verwijzen naar geboorte- of sterfdata van Vlaamse componisten. Een ideetje voor concertorganisatoren of radiozenders....
MUZIKALE VERJAARDAGEN IN 2020....
Ziehier een (beperkte) selectie van speciale verjaardagen die verwijzen naar geboorte- of sterfdata van Vlaamse componisten. Een ideetje voor concertorganisatoren of radiozenders....
GEBOORTEHERDENKINGEN: - 200 jaar: Henri Vieuxtemps - 170 jaar: Isidoor De Vos - 150 jaar: Victor De Hovre - 150 jaar: Joseph Ryelandt - 150 jaar: Arthur Van Oost - 140 jaar: Jan Broeckx - 140 jaar: Ernest Van Nieuwenhove - 130 jaar: Maurice Schoemaker - 125 jaar: August Baeyens - 120 jaar: Jules Vyverman - 110 jaar: Edgar De Laet
- 110 jaar: Renier Van Der Velden - 110 jaar: Raoul van Loon - 100 jaar: Raf Belmans - 100 jaar: Bob Davidse - 100 jaar: Bert Paige (Albert Lepage) - 90 jaar: Alfons De Meulder - 90 jaar: Jacqueline Fontyn - 90 jaar: Werner Van Cleemput - 90 jaar: André Vergauwen - 75 jaar: Wilfried Westerlinck - 70 jaar: Peter Beyls - 70 jaar: Carl Verbraeken - 60 jaar: Dirk Brossé - 60 jaar: Piet Swerts - 50 jaar: David Anne - 50 jaar: Pieter Schuermans - 40 jaar: Bram Van Camp
STERFDATAHERDENKINGEN: - 180 jaar:Arthur De Greef - 150 jaar: Charles de Bériot - 130 jaar: André Devaere - 130 jaar: Edouard Gregoir - 120 jaar: Ferdinand Van Durme - 110 jaar: Joseph Tilborghs - 110 jaar: Florimond Van Duyse - 100 jaar: Louis De Bondt - 100 jaar: Adolf De Graeve - 100 jaar: Paul Lebrun - 100 jaar: Gustaaf Pape - 80 jaar: Albert Hensen - 75 jaar: Raymond Neirinckx - 75 jaar: Edmundo Pallemaerts - 70 jaar: Franklin Gyselinck - 65 jaar: Geert Malisse - 60 jaar: Michel Brusselmans - 50 jaar: Walter Crabeels - 50 jaar: Staf Gebruers - 50 jaar: Piet Nuten - 40 jaar: Daniel Clement - 40 jaar: Oswald Fieuws - 40 jaar: Pieter Leemans - 40 jaar: Omer Van Puyvelde - 30 jaar: Lucien Gekiere - 30 jaar: Willy Lenaerts - 30 jaar: Wies Pee - 30 jaar: Leo Van Hoof - 25 jaar: Jules Bouquet - 25 jaar: Jan Decadt - 25 jaar: Walter Heynen - 25 jaar: Vic Legley - 20 jaar: Victor Bogaerts - 20 jaar: Peter Cabus - 20 jaar: Jos Lerinckx - 20 jaar: Yolande Uyttenhove - 20 jaar: Jos Van Looy - 20 jaar: Juliaan Wilmots - 15 jaar: Francis Bay - 15 jaar: Elias Gistelinck - 15 jaar: Jean Louel - 10 jaar: Ernest Van Der Eyken - 5 jaar: Luc Brewaeys
02-12-2019
TINEL EN TIJDGENOTEN in Sinaai
Toegegeven, het is niet evident om een talrijk publiek bijeen te krijgen voor een recital met liederen van Edgar Tinel, Robert Schumann en Johannes Brahms.
Toch lukte het de VZW Edgar Tinel – Museum aardig.
De vereniging slaagde er in om de Katharinakerk van Sinaai voor 2/3 te vullen voor haar jaarconcert op zaterdag 30 november 2019.
Gelukkig en terecht, want het concert had een hoog niveau. De afwezigen hadden het spreekwoordelijke ongelijk…
Sopraan Pauline Lebbe en pianist - organist Peter Jeurissen brachten op een fantastisch professionele en muzikaal afgewerkte manier een boeiend programma.
Beiden zijn specialisten in de Vlaamse muziek uit de 19de eeuw.
Pauline Lebbe heeft zich – naast het uitblinken in het operagenre en haar cellostudies – toegelegd op de studie van het Vlaamse Lied en liederen op teksten van Belgische symbolisten.
Peter Jeurissen is als organist begeleider van de Koristen van Keizersberg en concerteerde onder meer in de kathedralen van Gent, Mechelen, Antwerpen en Brussel. Zijn specialiteit is de tweede helft van de 19de en de 20ste eeuw. Als pianist is hij begeleider bij o.a. de Koningin Elisabethwedstrijd.
De avond startte met twee motetten voor sopraan en orgel van Peter Benoit, de grote Vlaamse tijdgenoot van Edgar Tinel.
Organist Jeurissen speelde daarna twee orgelstukken (Aspiration en Fanfare) van Jaak - Nikolaas Lemmens. Lemmens was Edgar Tinels voorganger als directeur van het Mechelse Instituut voor de Kerkmuziek, het latere Lemmensinstituut.
Daarna daalde het duo Jeurissen en Lebbe van het oksaal af om vooraan in de kerk plaats te nemen bij de vleugel.
Pauline Lebbe situeerde Tinel binnen de Vlaamse en internationale muziekwereld en begon daarna aan een heerlijk recital.
Eerst vertolkte ze, zeer nauwkeurig begeleid door Peter Jeurissen, 5 liederen van Schumann uit diens opus 25 Myrthen. Daarna konden we genieten van 4 liederen op Franse teksten van de Sinaaise toondichter Edgar Tinel uit zijn opus 40.
Als intermezzo soleerde Jeurissen in twee pianostukken van Edgar Tinel: Papillon en Chanson.
Het duo vervolgde het concert met eerst 5 liederen van Brahms om het concert af te sluiten met 4 liederen op Duitse teksten van Edgar Tinel.
Bij het beluisteren konden we alleen maar fier zijn op 2 grote en jonge uitvoerende musici van eigen bodem. We merkten samen met het publiek op dat de liederen van Edgar Tinel feilloos kunnen gecombineerd worden met die van de wereldbefaamde Schumann en Brahms. Tinel componeerde liederen die deze internationale confrontatie schaamteloos doorstaan. Muziek van wereldniveau.
Gastvrouw Nelly Maes was dan ook zeer opgetogen over de organisatie en verloop van de avond en nodigde alle toehoorders van harte uit op een drankje achteraan de kerk. Een ideaal moment om met de solisten en de comitéleden na te kaarten en plannen te smeden voor een volgend concert.
We kijken er alvast naar uit.
31-10-2019
Roetskalender 2020
Componist Jef TINEL (1885-1972) in de kijker via de Roetskalender 2020.
Naast een artikel over deze componist vindt u ook bijdragen over o.a. Mon De Clopper, Arthur Meulemans, Victor De Lille, Jozef Goossenaerts, Karel Aubroeck, Guido Depraetere, Beatrijs, De Brugse Metten, Ritten Van Lerberghe, Corry Lievens, Robert Senelle....
Gisteren konden we genieten van een mooi liederenrecital in de kerk van Bergom-Herselt. Sopraan Anneke Luyten bracht een uur lang kunstliederen van Vlaams-romantische componisten. Zoals ze zelf aangaf, koos ze voor enerzijds gekende zekerheden zoals Lodewijk Mortelmans, Paul Gilson, August De Boeck en Edgar Tinel maar anderzijds ook voor liederen van componisten die - ten onrechte - veel minder te horen zijn. Zo programmeerde ze Frank Van der Stucken, Flor Peeters, Karel Candael, Karel Mestdagh, Marinus De Jong, Gaston Feremans, Jef Van Hoof en 3 liederen van Jef Tinel. Echte pareltjes.... Met een grote vlotheid, naturel en souplesse creëerde Anneke Luyten in een handomdraai de verschillende sferen zoals elk lied vereist. Ze boeide en nam het publiek mee in de verschillende 'verhalen' en stemmingen van de liederen. Pianist Tom Hermans begeleidde zeer muzikaal en vulde de zanglijn perfect aan. Zang en piano waren één. Tom Hermans soleerde ook nog in drie virtuoze en expressievolle stukjes van Mortelmans. Een fijne en rijke avond! De staande ovatie was verdiend. Zou het geen idee zijn om dit programma op CD uit te brengen?
24-10-2019
MOOI CONCERT MET BENOIT, DE BOECK EN BLOCKX
Deze avond (24 oktober) konden we in DeSingel (gratis!) genieten van een zeer geslaagd concert met muziek van 3 Vlaamse componisten. Het jongerenorkest Con Spirito musiceerde voortreffelijk onder de leiding van haar jonge en rijk getalenteerde dirigent Simon De Paepe. Een ferme proficiat! Het orkest bracht de zeer intieme Elegie voor strijkers van August De Boeck. Zeer ingetogen, stil en beheerst. De jonge musici beleefden duidelijk plezier aan de 5 Vlaamse Dansen van Jan Blockx. Guitig en speels. Ook het publiek genoot. Onder dat publiek bevonden zich oude getrouwen van het Vlaamse muziekleven zoals Luc Leytens, Alfons De Meulder en Wilfried Westerlinck, maar ook heel wat jonge mensen. Studenten en bevriende startende musici. De Blauwe zaal was behoorlijk gevuld, al kan en mag het altijd meer zijn natuurlijk. De hoofdbrok van de avond was het Symfonisch Gedicht voor orkest en piano (in die volgorde, benadrukte inleider Jan Dewilde) van Peter Benoit. Niemand minder dan Jozef De Beenhouwer tekende voor de solopartij. Een gloedvolle uitvoering! Een mooi samenspel van piano en orkest, leraar De Beenhouwer en leerling De Paepe. Merkwaardig aan deze uitvoering was dat de pianopartituur niet de bewerking van De Greef of Durlet was, maar een versie gebaseerd op het originele manuscript van Benoit zelf. Boeiend en interessant! Kortom, een fantastische muzikale avond. Graag nog meer van dat.....
27-07-2019
Componist Jos Mertens overleden
In de Egidiuskerk van Groot-Bijgaarden zijn er elk jaar in juli artiestenmissen georganiseerd door componist-organist Jos Mertens. Dit is dit jaar niet anders. Morgen vindt de laatste viering plaats om 10.30 uur. Maar Jos zal er zelf niet meer bij zijn. Hij overleed donderdagavond op 94-jarige leeftijd in zijn woonkamer in Groot-Bijgaarden.
Op 17 oktober 1924 zag Jos Mertens het levenslicht in Ternat.
Zijn droom om professioneel musicus te worden ging omwille van de oorlog niet door. Hij werd bankbediende en bankdirecteur.
Toch liet de muziek hem niet los, en omgekeerd. Als autodidact legde hij zich toe op de muziektheorie, notenleer, harmonie, compositie en het orgelspel. Hij legde examens af voor de jury van het Belgisch Muziekcollege waarin o.a. Lodewijk Mortelmans, Emiel Bosquet en Lodewijk De Vocht zetelden. Daarnaast studeerde hij piano aan de muziekacademie van Asse, harmonie in Aalst en als leerling van Leopold Sluys in Halle behaalde hij de regeringsmedaille voor orgel.
Als uitvoerend artiest begeleidde hij tal van koren en solisten en speelde hij orgel of piano tijdens talloze concerten - al dan niet - rond het Vlaamse lied, het Vlaams-Nationaal Zangfeest en religieuze vieringen. Zo kwam er onlangs nog een cd van De Zilvermeeuwtjes op de markt waar Jos tekende voor de begeleiding.
In de traditie van Emiel Hullebroeck, Jef Tinel, Renaat Veremans, Armand Preud'homme en Gaston Feremans componeerde hij heel wat volksliederen zoals Schachtenliefde, Ik ken een blond Marleentje, Kerstwiegeliedje en het zeer populaire Avondliedje. Voor koor bewerkte hij heel wat volks- en kerkliederen. Hij componeerde ook originele koormuziek zoals een Boerencharleston, Jubilate Deo, een 4-stemmige Nederlandse volksmis, O Jesu Christe voor gemengd koor en sopraansolo... Zijn cantate Kringen van tijd voor koor, soli en orkest kende verschillende succesvolle uitvoeringen. Uiteraard schreef Jos Mertens ook muziek voor piano, orgel, strijkersensemble en andere bezettingen. Tijdens het jongste Vlaams-Nationaal Zangfeest werd hij uitgebreid gehuldigd voor zijn nakende 95ste verjaardag.
Helaas mag hij die kaap niet halen.
20-07-2019
En nog wat orgelklanken
Nog een verstild orgelwerkje.
Uiterst sober: quasi heel de tijd tweestemmig. Een eenvoudige melodie ondersteund door de grondtoon.
Het is volop de tijd van (heerlijke) orgelconcerten. Aan de kust, in de Gentse Feesten..... We gooien er een viraal concertje bij langs deze weg. In november 2018 speelde de Wit-Russische organiste Arina Tsytlenok een Jef Tinelconcert in de Gentse Augustijnenkerk. Hierbij krijgt u de muziekfragmenten te horen.
Arina treedt volgende week op in Gent met muziek tussen Leipzig en Gent (Brabantdamkerk)
Voor de 14e maal vinden er tijdens de zomermaanden juli en augustus weer Markt-concerten plaats op het Louis Hooghuysorgel in de St.-Barbarakerk te Maldegem. Het Louis Hooghuysorgel dat in 1865 werd gebouwd, en behoort tot één van de best bewaard gebleven Hooghuysorgels in België, is mede dankzij de verscheidenheid aan fraaie registers erg geschikt voor concertant gebruik. Sinds de restauratie in 2007 vonden er ruim 120 orgelconcerten op dit instrument plaats. Dit bewijst maar weer eens dat het historisch orgelpatrimonium in Maldegem uitstekend wordt gepromoot. Het pré-romantische instrument is bijzonder geschikt voor het vertolken van muziek uit de romantische orgelperiode (1850-1920). Deze zomer zal de organist-titularis van Maldegem, Ad van de Wege, achter de klavieren kruipen om ‘zijn’ orgel in al haar facetten te laten horen. De concertprogramma’s hebben dit jaar allemaal een thema gekregen met specifieke orgelmuziek, soms serieus en met tijd wat komisch.
26 augustus slotconcert Ad van de Wege, Hooghuysorgel ‘Ode aan Jef Tinel’.
Een programma met orgelmuziek van de componist en voormalig organist van de St.-Barbarakerk Jef Tinel. De marktconcerten beginnen om 10.00 uur en duren een half uurtje. Toegang is vrij/ vrijwillige bijdrage aan de uitgang.
Een Portret in Koormuziek - 75 jaar Kristiaan Van Ingelgem
Op dit huldeconcert brengt De 2de Adem een a capella-programma met een selectie uit het oeuvre van deze steeds geïnspireerde componist. U hoort een gevarieerd programma met onder andere de Missa Nubentium die hij voor het huwelijk van zijn dochter Tineke schreef, bewerkingen van liederen van Wannes Van de Velde en een creatie van de compositie Een Gracie uit 1971. De locaties, zijn doopkerk en de kerk waar hij intussen 47 jaar titularis-organist is, zijn symbolisch gekozen.
SINT-EGIDIUSKERK SINT-GILLIS-DENDERMONDE zaterdag 15 juni 2019, 20 uur m.m.v. Ernest Maes, hoorn De opbrengst van dit concert gaat integraal naar de restauratie van de Heilig Hartkapel (Vlietbergstraat).
SINT-MARTINUSKERK AALST zondag 16 juni 2019, 15 uur Aansluitend receptie, om 17 uur beiaardconcert door Marc Van Bets & Frank Deleu
UITVOERDERS De 2de Adem Tineke Van Ingelgem, sopraan Maarten Van Ingelgem, dirigent
50 jaar geleden overleed de populaire Vlaamse componist Renaat Veremans (1894-1969). Hij was o.a. dirigent van de Antwerpse Opera en professor aan het Antwerpse (Vlaamse) Conservatorium. Hij componeerde symfonieën, opera's, oratoria, cantates, filmmuziek, pianomuziek, koorwerken en heel veel liederen. Overbekend is 'Vlaanderen ('t Zijn weiden als wiegende zeeën...)'. Veremans dirigeerde het jaarlijks zelf tijdens het Vlaams Nationaal Zangfeest. Enkele dagen na een hulde in het zangfeest van 1969 (Veremans vierde zijn 75ste verjaardag) overleed hij. Als geboren Lierenaar schilderde hij muzikaal de Nete... https://www.youtube.com/watch?v=p102pPkIZNw Renaat Veremans was een laat-romanticus in het spoor van Peter Benoit: veel melodie en volks gevoel...
Frédéric Devreese 90
Frédéric Devreese: dirigent en componist wordt 90!
Hij is de zoon van de legendarische Vlaamse dirigent en componist Godfried Devreese.
Maar hij verwierf zichzelf een eigen "voornaam"....
Klara is hem niet vergeten.
Klara LIve met een hommage aan Frédéric Devreese, op woensdag 5 juni 2019, van 20 tot 22.40 uur op Klara.
Vorig jaar... Paasvakantie. Op zoek naar de roots van Don Bosco, de patroon van onze school. In Turijn een viering bijgewoond n.a.v. het 150 jarig bestaan van de basiliek die Don Bosco in de wijk Valdocco liet bouwen. Een neobarokke kerk met een indrukwekkend orgel. Een Italiaanse salesiaan speelde er Flor Peeters' Koraal. (uit opus 43) Vlug stiekem opgenomen........
Gisteren een verkwikkende avond beleefd. In de Gotische zaal van het Brusselse stadhuis dan nog wel. Een hele avond Nederlandstalige kleinkunstnummers in een nieuw verfrissend kleedje. Folk en kleinkunst ontmoetten elkaar en werden dus FOLKK.
Een wervelende, meeslepende, bijwijlen ontroerende, stemmige en fijne vertoning.
Smaakt naar nog....
PS: er mochten meer Vlaamse Brusselaars naar deze unieke avond afgezakt zijn...
De Nederlandse organist Ad Van de Wege is titularis-organist in de Sint-Barbarakerk in Maldegem. Daar is hij een verre opvolger van Jef Tinel (in de jaren '20).
Op Youtube publiceerde hij een zeer mooie opname van 'In stille aanbidding', een orgelwerkje van Jef Tinel dat wellicht in Maldegem door Tinel zelf werd gecreëerd. Nu wordt het vertolkt door zijn verre opvolger, Ad.
Je kan tijdens het beluisteren heel wat informatie over de componist vernemen. Luisteren, kijken en lezen dus! Of meermaals afspelen....
NIEUWJAARSWENS OP MUZIEK VAN RENAAT VAN ZUNDERT (1898-1981)
Wat wensen de bakkers, boeren, vissers en dokters elkaar op de eerste dag van het nieuwe jaar? Maar wat wensen ik, gij en iedereen elkaar? Brood op de tafel, vuur in de haard maar vooral vrede op aard. Dan is het leven veel waard.....
Uiteraard zijn alle componisten jarig in 2019. Sommigen vieren echter een speciale (ronde) verjaardag.
Zo worden deze componisten dit jaar in de bloemetjes gezet: -40 jaar: Sebastian Bradt, Stefan Prins, Jelle Tassijns, Benjamin Van Esser -60 jaar: Luc Brewaeys (+2015), Kris Defoort, Kristien De Smedt, Walter Hus, Peter Vermeersch -65 jaar: Johan Duyck, Yves Knockaert, Jan Van Landeghem -70 jaar: Jean-Paul Byloo, Jan De Maeyer, Octaaf Van Geert, -75 jaar: Paul Bruyland, Jan Rispens, Kristiaan Van Ingelghem -80 jaar: Janpieter Biesemans (+2016), Oswald Fieuws (+1980) -90 jaar: Frits Celis, Fréderic Devreese, Willem Kersters (+1998), Jean Segers -95 jaar: Jos Mertens, Peter Welffens (+2003) -100 jaar: Hendrik Cartol (+1996), Eugeen Uten (+2001), (August Verbesselt (+2012), Gabriel Verschraegen (+1981)
En zo zouden we kunnen doorgaan (110 jaar Jos Moerenhout, 120 jaar Clement D'Hooghe, Renaat Mores, Jef Schampaert, 130 jaar Eugeen Beeckman, Jozef Cuypers, Frans D'Hayer, Arthur Verhoeven, 150 jaar Jozef Vandermeulen, 165 jaar Edgar Tinel, Emile Wambach, 175 jaar Emile Mathieu, 185 jaar Peter Benoit en 240 jaar Frans Van Campenhout....
Ook qua overlijdens kunnen we enkele toondichters extra gedenken: -5 jaar: Lode Dieltiens -20 jaar: Raf Belmans -25 jaar: Ivo Ceulemans, Vic Legley -30 jaar: Hendrik Daems, Mgr. Jules Vyverman -35 jaar: Marinus De Jong, Raymond Keldermans -40 jaar: Steven Candael, David Van de Woestijne -50 jaar: Gaston Brenta, Jos De Klerk, Léon Torck, Renaat Veremans -55 jaar: Gaston Feremans, Maurice Schoemaker, Prosper Van Eechaute, Maurits Veremans -60 jaar: Jules-Toussaint De Sutter, Jules Falck, Jef Van Hoof, Edward Verheyden -65 jaar: Hendrik Van Schoor -75 jaar: Martin Lunssens -80 jaar: Charles De Coster, Oscar Roels, Armand Timmermans -85 jaar: Cesar Hinderdael, Florimond Sax -100 jaar: Alex De Vries -110 jaar: Edward Blaes -130 jaar: Karel Miry -150 jaar: Albert Grisar -190 jaar: Frank Van der Stucken
Een hele klus voor de concertorganisatoren en muziekzenders.....
30-12-2018
Muziek laat leven
FROM MOSUL WITH LOVE
Gisteren ademloos gekeken naar de reportage van Vranckx. Muziek kan -hopelijk- een samenleving (ten goede) veranderen. Muziek is onontbeerlijk bij het verwerken, (herop)opstaan, overleven en verbinden.
24-12-2018
PETER BENOIT EN KERSTMIS
In 1858 componeerde Peter Benoit zijn Kerstcantate (Cantate de Noël). Een pastoraal, lyrisch en melodieus werk(je) dat zeer bucolisch begint met houtblazers. Het engelenkoor zingt het Gloria en de tenorsolo brengt het Adeste fideles-verhaal, onderbroken door het koor. De compositie eindigt in dezelfde sfeer als ze begon. Een mooie omfalische structuur. Merk ook de fijne partij op van het orgel en de harp. Onlangs verscheen een schitterende cd-opname door het Antwerps Symfonisch orkest. Warm aanbevolen (de hele Quadrologie!) Hier een oude (krakende) archiefopname met Zeger Vandersteene als solist.
Gisteren, vrijdag 14 december, woonden we een kerstconcert bij in de kerk van Sinaai. Het dorp van Edgar Tinel...
Het mannenkoor Gaudeamus concerteerde onder de deskundige leiding van Raf Vandermeulen.
Joke Roggeman vertolkte fijn enkele solo's.
De instrumentale begeleiding was in handen van pianist-organist Johan Famaey en het ensemble AXENT.
Raf Vandermeulen werkt zijn stukken fijn af en verstaat de kunst om voor zijn mannenkoor geschikte muziek te vinden: aangepast aan de muzikaliteit, de stemkwaliteit en de smaak van zijn zangers. Zo programmeerde hij bewerkingen van oud-Vlaamse kerstliederen van o.a. Jos Wuytack, Paul Schollaert, Jules Van Nuffel en Jef Tinel.
We konden genieten van een vleugje Gregoriaans en Zweedse kerstmuziek.
Zeer gesmaakt werd zeker de uiterst originele versie van Grubers Stille nacht, met gitaarbegeleiding en Händels Joy to the world met orgelbegeleiding.
Joke Roggeman heeft een mooie en verfijnde stem. Waarom zij met de micro versterkt moest worden, ontgaat me. Haar stem droeg volgens mij voldoende zonder die kunstgreep.
Het ensemble AXENT speelde feestelijk en enthousiast enkele volkse dansen uit Duitsland en Bretagne. Dat is duidelijk hun corebusiness. Het begeleiden in klassieke stijl (fijn uitgeschreven orkestraties door de dirigent overigens) is zo te horen (nog) niet direct hun sterkste kant. Maar ze gooiden er zich verdienstelijk op. Dat facet verdient zeker verder hun aandacht want koren werken graag met dergelijke geëngageerde groepen! Zij geven een meerwaarde aan de uitvoering.
Tot slot ook een pluim voor de stijlvolle presentatie door Georges Van Damme.
Het talrijke publiek bedankte de uitvoerders dan ook met een gul applaus. Het drankje na het concert werd bovendien zeer gesmaakt....
In de bijlage een klankbeeld met 6 liederen (Schollaert, Wuytack, Van Nuffel, Vandermeulen, Tinel en Gruber)
Op Facebook hebben we een pagina geopend met de bedoeling daarop in de eerste plaats de toondichter Jef Tinel voor te stellen. Maar daarnaast willen we ook ruimere muzikale nieuwtjes verspreiden.
Op vrijdagavond 7 december vond de jaarlijkse statutaire vergadering plaats van het Edgar Tinelcomité in Sinaai. Elk jaar wordt daar - in het museum en geboortehuis van Edgar - een overzicht van de voorbije en geplande activiteiten gegeven en een inzage geboden in de financiële situatie. Maar er is telkens ook een muzikale inbreng. Zo kwamen in het verleden o.a. organist-componist Jan Van Landeghem en componist Wilfried Westerlinck spreken. Telkens uiteraard met een link naar Edgar Tinel.
Dit jaar was Peter Leys te gast om te komen vertellen over Jef Tinel (1885-1972). Jef was de neef van Edgar en was zelf organist, componist, dirigent en pedagoog. De vader van Jef Tinel was Oscar Tinel (1852-1913), de oudere broer van Edgar (1854-1912). De muzikale basis van Oscar en Edgar werd gemeenschappelijk gelegd in Eksaarde bij Ferdinand van Durme, in Sint-Niklaas en aan het Brusselse conservatorium. Op die manier onderging Jef dus ongetwijfeld én van zijn vader (via thuisonderricht) én van nonkel Edgar (via de opleiding aan het Lemmensinstituut) een blijvende invloed van Oscar en Edgar Tinel en hun opleiding. Zowel Jef als Edgar waren klassieke romantici: wars van bombast, trouw aan de klassieke vormen en de Gregoriaanse muziek. Beiden schreven heel wat liederen en koorwerken op teksten van Gezelle. Ook qua karakter waren er parallellen....
Jef Tinel bleef de invloed van het Lemmensinstituut meedragen. Maar ook de privélessen bij Leo Moeremans hebben hem zeker een andere bijkomende invloed geschonken zodat Jef uitgroeide tot een zelfstandig en eigen-aardige componist.
Aan de hand van een levensschets, fotomateriaal en luisterfragmenten werd de figuur van Jef Tinel voorgesteld aan de leden van het Edgar Tinelcomité. Hier en daar kon een knipoog naar oom Edgar uiteraard niet ontbreken.
Bij het drankje achteraf toonden de Edgar Tinelbewonderaars zich zeer blij en dankbaar dat een tip van de sluier over neef Jef opgetild was en toonden ze zich zeer opgetogen en vol lof over diens muziek. Hopelijk kan dit leiden tot verdere samenwerking en kunnen oom en neef samen meer geprogrammeerd en beluisterd worden...
Huldeconcert Frits Celis
Begin 2018 reikte het Peter Benoitfonds de Benoitprijs uit aan dirigent Frits Celis (°1929). Een terechte bekroning voor de man die heel wat Vlaamse composities dirigeerde en zelf een rijk palmares aan composities kan voorleggen. Celis schreef heel wat kamermuziek en symfonisch werk. Bovendien was hij ook nog directeur van de KVO en schreef hij o.a. een monografie over August De Boeck en Edward Keurvels.
Om die prijs wat meer kracht bij te zetten organiseerde het Peter Benoitfonds op donderdag 6 december een huldeconcert voor Frits Celis. 'Een prachtig Sinterklaasgeschenk', noemde de gevierde het zelf.
Op het programma stonden 4 kamermuziekwerken van Frits Celis en 1 Sonate voor alto en piano van Willem Kersters (1929-1998). Kersters en Celis legden een deels parallel circuit af als student, componist en professor aan het Antwerps Conservatorium.
Het concert opende (na de verwelkoming door Patrick Verhoeven, voorzitter van het Peter Benoitfonds) met Frits' Hymne aan August De Boeck van Merchtem voor harpsolo. Een uniek werk voor harp in de lyrische stijl van De Boeck en met een verwijzing naar De Boecks aria in Winternachtsdroom. Mathilde Wauters vertolkte de partituur heel fijn en stemmig.
Daarna kwam Kersters aan de beurt met zijn eerder al vermelde Sonata voor alto en piano. Een jeugdwerk uit 1954, maar wellicht een van zijn beste werkjes. Hier en daar knipogend naar Hindemith baande de jonge Kersters zich een eigen weg als modern componist. Javier Cubillas Olmo (altviool) en Stephanie Proot (piano) voerden ons gewillig mee in dit knap werkje dat Willem aan zijn ouders opdroeg en waarmee hij in 1956 de Prijs Albert De Vleeshouwer won.
Daarna was het voluit de beurt aan Celis. Het vermaarde Spiegel String Quartet speelde samen met fluitiste Anna Jansà Bayona het Quartetto 1. De fluit werd bewust niet als solo-instrument aangewend. Elk instrument kreeg in volle polyfoniestijl een evenwaardige rol. Ook de uitvoering bevestigde dit opzet. Een perfecte verwevenheid van de instrumenten in 1 geheel.
Pianiste Stephanie Proot betrad daarna opnieuw het podium in de Witte Zaal van DeSingel om Olivier Lemmens te begeleiden in de Sonate nr. 1 voor viool en piano. Net zoals het werk van Kersters was dit een jeugdwerk van Celis (1948-1951). Fris, spontaan, afwisselend met lyriek, expressionisme, zangerigheid en ritmische contrasten.
Tot slot konden we opnieuw genieten van het Spiegel String Quartet in het Quartetto d'Archi. Een kwartet dat uit 1 deel bestaat. Een stil begin leidt via een zorgvuldig opgebouwde spanningslijn tot een soort hoogtepunt om daarna in een absolute verstilling te eindigen.
Na het beluisteren van deze werken menen we te mogen besluiten dat Celis perfect geslaagd is in zijn opzet: het overbruggen van de kloof tussen de hedendaagse componist en zijn al dan niet bereidwillige toehoorder. Als volwaardige eclecticus beheerste hij de avant-garde, maar ook het lyrisme, het expressionisme, de zangerigheid....
Een dankbare en zichtbaar opgetogen Frits Celis, vergezeld door zijn echtgenote, nam ruimschoots de tijd om de uitvoerders te bedanken en te feliciteren en om het publiek te groeten. Onder hen o.a. eredirecteur Michaël Scheck, musicoloog Luc Leytens en componisten Roland Coryn, Koen Dejonghe en Wilfried Westerlinck.
Met een hartelijke receptie eindigde deze mooie en muzikaal rijke avond.
08-12-2018
Advent
Inmiddels zijn we aan de tweede adventszondag toe. Daarom een kort en stil stukje muziek als ondersteuning bij het ontsteken van de kaars(en) op de adventskrans.
Zaterdag 10 november woonden we in de Antwerpse Elisabethzaal het groots herdenkingsconcert bij.
Het Antwerp Symphony Orchestra speelde werken van o.a. Mortelmans, De Vocht, Gilson, Van Hoof, Debussy, Berg, Elgar, Vermeersch en Celis. Een schitterende uitvoering van deze prachtige muziekwerken. Sopraan Liesbeth Devos soleerde in werken van Vermeersch en Elgar. Een puike prestatie.
Origineel was het opzet om tussen de muziekstukken in en zelfs boven het orkest uit enkele sprekende teksten van o.a. Van Ostayen, Loveling, Boens en Van Cauwelaert te laten voordragen. Een zeer mooi samenspel van muziek en woord. Vakkundig gekozen en geprogrammeerd. Stemmen van dienst waren Vic De Wachter en Gilda De Bal. Mooie stemmen, dat zeker. Helaas bleken een aantal teksten te moeilijk om zonder versprekingen te debiteren. Soms werden de teksten zo gelezen dat de zinsbouw en betekenis verloren gingen. Van deze twee rasacteurs hadden we beter verwacht. Een strenge leraar zou vragen of de leerlingen wel hun voorbereiding hadden gemaakt....
Gelukkig maakte de muziek alles goed.
11-11-2018
11 november
Vandaag is het precies 100 jaar geleden dat de wapens zwegen. WO I kende eindelijk een einde. Miljoenen jonge soldaten, burgers, vrouwen en kinderen waren gesneuveld of gewond geraakt.
Dat mogen we nooit vergeten.
Daarom dit orgelstukje: We blijven hen gedenken, we will remember them.....
Daarnaast ook een pianostukje van Jef Tinel (1885-1972) dat de soldaten vereert die hun bloed veil hadden voor het vaderland.
kan u orgelmuziek (12 live-opnames) van Jef Tinel beluisteren.
Organist Agnus_Dei vertolkt Tinels muziek voortreffelijk. De commentaren van luisteraars zijn ook interessant en boeiend om te lezen.
Ook van Jef Tinels oom en leraar Edgar Tinel is muziek te beluisteren.
Een aanrader...
11-07-2018
Vlaamse muziek op 11 juli
We meldden het eerder al: KLARA doet flink zijn best om op de Vlaamse feestdag muziek van Vlaamse componisten te laten horen. Dank en proficiat! Een boeiende radiodag....
Een ander Vlaams componist leer je kennen (in beeld en klank) via bijzittende link. Ook een ontdekking waard!
Klara, de klassieke radiozender, laat 11 juli niet ongemerkt voorbijgaan.
Een heel pakket Vlaamse muziek staat geprogrammeerd. Als het goed is, zeggen we het graag.....
Espresso (07:05 - 09:00)
Giacomo Casanova is de bekendste minnaar uit de geschiedenis! In heel Europa drukte hij vrouwenboezems tegen zijn vest. Espresso plukt een week lang amoureuze avonturen uit zijn memoires. Damiaan De Schrijver leest. Lieven Trio heeft 'Tully' gezien, een film over de beste nanny die een jonge moeder zich kan wensen. Alhoewel... En maak kans op het abonnement 'Vocaal' van het Concertgebouw in Brugge. Een heel seizoen geniet je dan van de mooiste vocale muziek.
Arthur MeulemansKermis Fantasie (op twee volksrythmen - naar een schilderij van David Teniers)0:05:20Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove Herman Engels, ; Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove o.l.v. Herman EngelsPhaedra
Willem De FeschSonate voor klavecimbel nr. 12 in E groot (Bewerking voor piano)0:06:55Edoardo Torbianelli, piano;Phaedra
Jef MaesMeditatie, voor viool en orkest /Mijmering0:04:32Milan Pala, viool; Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove o.l.v. Herman EngelsPhaedra
Lodewijk MortelmansHet wielewaalt en leeuwerikt0:05:12Jozef De Beenhouwer, piano;Phaedra
Norbert RosseauOuverture per una commedia di Goldoni0:05:13Het Filharmonisch Orkest Van De Brt Paul Strauss, ;
Jean Baptiste Loeillet (Of London)Suite voor klavecimbel nr. 3 in c klein (uit "6 Suits of Lesson/Zes suite voor klavecimbel")0:11:11Jan Devlieger, klavecimbel;Phaedra
Peter AertsIn je witte kleed0:02:29Ann de Renais, sopraan; Daniël Schroyens, pianoPrivé-uitgave door Helena Aerts
August De BoeckDahomese Rapsodie /Rapsodie op thema's van Dahomey/Rhapsodie Dahoméenne0:05:02Guido De Neve, viool; Koninklijk Filharmonisch Orkest Van Vlaanderen o.l.v. Frédéric DevreeseNaxos
Marinus De JongValse caprice, op. 13 (voor piano)0:04:17Anna Maria Bordin, ;
Norbert RosseauConcerto voor orkest nr. 1, op. 370:04:04Defilharmonie Martyn Brabbins, ;Royal Flemish Philharmonic
Dirk BrosséTango du Quartier Latin (voor strijkkwartet) /Tango au Quartier Latin0:04:35Arriagakwartet, ;
Johannes Le FebureBenedicta sit Sancta Trinitas (uit "Pasen")0:03:19Vokaal-Instrumentaal Ensemble Currende Erik Van Nevel, ; Vokaal-Instrumentaal Ensemble Currende o.l.v. Erik Van NevelEufoda
Paul GilsonRhapsodie alla Marcia /Rhapsody/Rapsodie0:07:28Czech Virtuosi Chamber Orchestra Edmond Saveniers, ; Czech Virtuosi Chamber Orchestra o.l.v. Edmond SaveniersPhaedra
Marcel PootVrolijke Ouverture /Cheerful Overture/Ouverture Joyeuse0:04:50Het Filharmonisch Orkest Van De Brt Fernand Terby, ;
Jef Van HoofOuverture "Willem de Zwijger"0:06:44Brtn Filharmonisch Orkest Fernand Terby, ; Brtn Filharmonisch Orkest o.l.v. Fernand TerbyPhaedra
August De BoeckFeuillet d'album (voor altviool en piano)0:03:32Diederik Suys, altviool; Filip Martens, piano;Phaedra
Johannes OckeghemMa bouche rit0:04:57Romanesque Philippe Malfeyt, ;Ricercar
Joseph RyelandtII Molto vivace, uit "Symfonie nr. 5 in A groot, op. 108"0:03:22Nieuw Vlaams Symfonie Orkest, ;René Gailly
Werner Van CleemputVijf Bagatellen (voor blaaskwintet)0:06:57Pentafoon Wind Quintet Carlos Bruneel Derek Wickens Raymond Dils Iwein Dhaese Piet Dombrecht, ;
Klassiek Leeft (09:08 - 12:00)
Bart Stouten op zoek naar de muziek en de vertolkingen die u verrassen kunnen. Met alle ruimte voor uw vragen en verzuchtingen.
Antoine MahautSymfonie voor strijkers nr. 4 in c klein0:08:22Cappella Coloniensis Hans Martin Linde, ;Capriccio
August De BoeckDrie stukken voor piano0:08:34Denise Hersée, ;
Joseph RyelandtAdagio voor strijkkwartet in fis klein, op. 130:07:23Elisa Kawaguti, viool; Stefan Willems, viool; Leo De Neve, altviool; Jan Sciffer, cello; Spiegel KwartetPhaedra
Jef Van HoofConcertino voor fagot en piano0:08:32Luc Loubry Levente Kende, ;
Willem Gommaar KennisSalve Regina (A 5 voci, due violini, violoncello e organo)0:12:04Euterpe Baroque Consort Utopia (Vocaal Ensemble) Bart Rodyns, ; Euterpe Baroque Consort, Utopia (Vocaal Ensemble) o.l.v. Bart RodynsPhaedra
Piet SwertsCinq Préludes à la mémoire de Frédéric Chopin0:04:35Russell Hirshfield, piano;Phaedra
Frédéric DevreeseTango (uit "Benvenuta Suite")0:05:07Anima Eterna Jos Van Immerseel, ;Klara (label)
Lodewijk MortelmansMythe der Lente (Allegretto) /The Myth of Spring0:12:36Brtn Filharmonisch Orkest Fernand Terby, ; Brtn Filharmonisch Orkest o.l.v. Fernand TerbyPhaedra
Joseph RyelandtZomeravond /Summer Evening0:03:19Jeroen Billiet, hoorn; Bart Indevuyst, natuurhoorn; Mark Merlier, natuurhoorn; Frank Clarysse, natuurhoorn; Mengal EnsemblePhaedra
Vic NeesEight Japanese Folk Songs (voor baritonsolo en gemengd koor)0:14:17Philippe Souvagie, bariton; Vlaams Radio Koor o.l.v. Johan DuijckPhaedra
August De BoeckCantilene voor cello en piano0:05:40Marien Van Staalen, cello; Jozef De Beenhouwer, piano;Phaedra
Arthur MeulemansConcerto voor hobo en orkest0:12:20Piet Van Bockstal, hobo; Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove o.l.v. Herman EngelsPhaedra
Josse BoutmySuite in c klein (Bewerking voor piano)0:05:06Edoardo Torbianelli, piano;Phaedra
Emanuel AdriaenssenLe grand ballo du Court0:05:12Lux Borea, ;Euridice
Lodewijk MortelmansKennst du das Land /Lied van Mignon0:07:23Hendrickje Van Kerckhove, sopraan; Christel Kessels, piano;Senza Nome
Pierre De La RueTous nobles cuers0:04:03Sarah Abrams, sopraan; Lieselot De Wilde, mezzosopraan; Kerlijne Van Nevel, mezzosopraan; Soetkin Baptist, alt; Sofie Vanden Eynde, luit; Floris De Rycker, luit; Hannelore Devaere, harp; EncantarPhaedra
Peter CabusConcerto voor gitaar en strijkers /Concerto classico per chitarra ed archi0:17:35Wim Brioen, klassieke gitaar; Slovak Sinfonietta Of Zilina o.l.v. Tom Van Den Eynde, Ivo VenkovPhaedra
Georges LonqueWiener Walzer op. 170:05:55Brtn Filharmonisch Orkest Philip Ellis, ;
Promenade (12:05 - 14:00)
Een dagelijkse streling voor het oor.
Pieter LeemansOfficiële Mars der Wereldtentoonstelling van Brussel 1958 /Marche Officielle de l'Exposition Internationale de Bruxelles 19580:03:20Koninklijke Muziekkapel Van De Belgische Gidsen François De Ridder, ;WWM
Robert Finn (alias Bert Appermont )Aria voor euphonium en orkest0:05:11Vlaams Harmonieorkest Geert Baetens Stef Pillaert, ;Beriato
Georges LonqueDernières feuilles, op. 180:02:45Peter Vanhove Werner Van Mechelen, ;Phaedra
Marinus De JongLentetover op Huize Meizang, Op. 176 (Voor piano)0:05:06Jozef De Beenhouwer, ;
Jacobus Clemens Non PapaJe prends en gré & Mourir m'y fault0:05:21Huelgas Ensemble Paul Van Nevel, ;Sony
Victor LegleyBefore Endeavours Fade, op. 92 (voor strijkorkest)0:09:05Het Filharmonisch Orkest Van De Brt Silveer Van Den Broeck, ;
Peter BenoitMijn Moederspraak0:05:27Robert Holl Jozef De Beenhouwer, ;
Herman RoelstraetePartita piccola voor hobo en piano, op. 880:07:57Joris Van Den Hauwe Suzanne De Neve, ;
Herman RoelstraeteSonatina Dorica, op. 102 (voor gitaar)0:07:36Peter Pieters (Gitarist), ;
Joseph RyelandtAndante en variaties voor pianosextet in g klein /Ach Tjanne0:06:16Jozef De Beenhouwer, piano; Elisa Kawaguti, viool; Stefan Willems, viool; Leo De Neve, altviool; Jan Sciffer, cello; Joost Maegerman, contrabas; Spiegel KwartetPhaedra
Philippe RogierCaligaverunt oculi mei0:06:41Vokaal-Instrumentaal Ensemble Currende Erik Van Nevel, ; Vokaal-Instrumentaal Ensemble Currende o.l.v. Erik Van NevelEufoda
Johan FavoreelZebus (voor basklarinet en strijkkwartet)0:05:24Jan Guns, basklarinet; Moscow Chamber SoloistsPhaedra
August De BoeckLa Ronde du Sabbat /Heksendans0:04:57Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove Herman Engels, ; Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove o.l.v. Herman EngelsPhaedra
Marinus De JongDrie schilderijen uit een tentoonstelling van Vincent Van Gogh, op. 580:09:05Jozef De Beenhouwer, piano;Phaedra
Piet SwertsHistoire perdue (Hommage à Claude Deussy)0:03:12Russell Hirshfield, piano;Phaedra
Arthur MeulemansDue Movimenti (voor viool en orkest) /Twee bewegingen0:08:35Jindrich Pazdera, viool; Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove o.l.v. Herman EngelsPhaedra
Gabriël VerschraegenDrie Vlaamse Dansen0:07:07Piet Van Bockstal, hobo; Czech Virtuosi Chamber Orchestra o.l.v. Herman EngelsPhaedra
Maestro (14:05 - 18:00)
Karel Lodewijk Hanssens Jr.Concerto voor viool en orkest in D groot (composé et dédié à Mr. Singelée, premier violon solo du théâtre Royal de Bruxelles)0:17:16Milan Pala, viool; Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove o.l.v. Herman EngelsPhaedra
Vic NeesEight Japanese Folk Songs (voor baritonsolo en gemengd koor)0:14:17Philippe Souvagie, bariton; Vlaams Radio Koor o.l.v. Johan DuijckPhaedra
Arthur MeulemansConcerto voor hobo en orkest0:12:20Piet Van Bockstal, hobo; Filharmonisch Orkest Van Hradec Kralove o.l.v. Herman EngelsPhaedra
Frédéric DevreeseCircles (voor contrabas en piano)0:05:44David Desimpelaere, contrabas; Erik Desimpelaere, piano;Phaedra
Joseph RyelandtStrijkkwartet nr. 2 in f klein, op. 360:22:01Elisa Kawaguti, viool; Stefan Willems, viool; Leo De Neve, altviool; Jan Sciffer, cello; Spiegel KwartetPhaedra
Martin-Joseph MengalDuo voor hoorn en piano nr. 60:20:13Jeroen Billiet, natuurhoorn; Jan Huylebroeck, piano;Phaedra
Lodewijk MortelmansEllen (een lied van de Smart)0:11:04Peter Gijsbertsen, tenor; Wurttembergische Philharmonie Reutlingen o.l.v. Dirk VermeulenPhaedra
Marinus De JongSonate voor piano nr. 3, op. 310:18:15Ning Kam, viool; Jozef De Beenhouwer, piano;Phaedra
Jef Van HoofSymfonie nr. 4 in Bes groot0:32:03Brtn Filharmonisch Orkest Fernand Terby, ; Brtn Filharmonisch Orkest o.l.v. Fernand TerbyPhaedra
Peter BenoitFantasie nr. 4, op. 20 (Fantastique) /Vierde fantasie/Quatrième fantaisie0:05:05Jozef De Beenhouwer, piano;Phaedra
Edgar TinelOuverture (uit "Polyeucte")0:15:18Het Filharmonisch Orkest Van De Brt Tomas Koutnik, ;
Arthur De GreefTrio voor viool, cello en piano in f klein0:21:58Wietse Beels, viool; Mieke De Lauré, cello; Piet Kuijken, piano; Narziss & Goldmund PianotrioPhaedra
Marcel PootDivertimento voor klein orkest0:11:54Kamerorkest Brugge Fernand Terby, ;
August De BoeckValse dolente in A0:04:05Jozef De Beenhouwer, ;
Klara Live (20:03 - 23:00)
Concertopname vanuit de Sint Martinuskerk te Ronse op 22/4/20180:48:25Vokaal-Instrumentaal Ensemble Currende o.l.v. Erik Van NevelKlara
Luc BrewaeysCredeva (voor 2 sopranen en orkest)0:15:58Olga Jelinkova, sopraan; Galina Averina, sopraan; Symfonieorkest Van Vlaanderen o.l.v. Jan Latham-Koenig
Concertopname vanuit de Sint Maartenskathedraal te Ieper op 14/9/20170:24:30Het Symfonieorkest Van Vlaanderen;De Koninklijke Chorale Caecilia;Het Iepers Kamerkoor;Laidos;Het Roeselaars Kamerkoor;Collegium De Dunis;Con Cuore;Kortrijks Vocaal Ensemble;Qui Vive( Gemengd Koor);Voices!;Jeugdkoor Rondinella;Canteclaer o.l.v. David AngusKlara
Marc MatthysBerceuse0:05:26Thérèse Malengreau, piano; Kugoni Trio
Jan Van LandeghemMusette0:05:38Thérèse Malengreau, piano; Kugoni Trio
03-06-2018
Lofzang voor de zwarte Madonna van Halle
Op zaterdag 2 juni om 20 uur konden we in de Halse basiliek een uniek concert bijwonen in het kader van de viering 'Halle, 750 jaar Mariastad'.
Op het programma stonden o.a. fragmenten van het befaamde Mariaspel dat destijds getoonzet werd door Alfons Moortgat. Sinds 1954 werd het werk niet meer uitgevoerd. Een enige kans om dat majestueuze werk nog eens te horen.
Met veel verwachting trokken we naar de basiliek. Deze was tot de nok gevuld met geïnteresseerde luisteraars. We werden feestelijk verwelkomd door een kwartet van Halse bazuinblazers en meteen was de vreugdevolle toon gezet. Daarna zetten koor (Vox Veroni o.l.v. Anja Dierickx) en organist Stijn Hansssens de avond in met Hanssens' Gebed tot O.L.Vrouw van Halle. Een vroom, devoot en plechtig lied ter ere van de Zwarte Madonna. In de loop van de avond kregen we enkele Ave Maria's te horen van Stravinsky, Van Nuffel, Jenkins en Karel Dekoster. Deze laatste versie - voor 3-stemmig mannenkoor en orgel - ging helaas wat de mist in door intonatieproblemen bij het koor. Jammer, want het werk van Dekoster - zelf een Hallenaar, organist en eerste directeur van de Halse muziekacademie - verdiende beter. Het was overigens een unieke kans om eens werk van deze leerling van Edgar Tinel aan het Lemmensinstituut te horen. Verdient een herkansing! De dirigente daagde de dames van haar enthousiaste koor zwaar uit door Poulencs Litanies à la Vierge Noire te programmeren. Een compositie met heel wat dissonante akkoorden en moeilijke wendingen. Een grote uitdaging die hier en daar toch wat te zwaar bleek, alle inzet en goede wil van het koor ten spijt. Het blijven tenslotte ongeschoolde liefhebbers die er ook niet jonger op worden. Een probleem bij veel goede amateurkoren.
Het koor kwam beter tot zijn recht in Jenkins' Haeling Light; a Celtic prayer en in Rodoreda's Catalaanse Rosa de abril. Hier zong het koor overtuigend, melodieus en zuiver.
De kers op de taart - en daarvoor waren we eerlijk gezegd ook gekomen - vormden enkele fragmenten uit het majestueuze en legendarische Mariaspel 'Maria's Leven' in 1910 getoonzet voor Halle door Alfons Moortgat. Moortgat was toen kapelmeester in Halle. Hij schreef muziek voor een 4 uren durend Mariaspel dat tot 1954 jaarlijks in Halle werd opgevoerd. Alleen de oude Hallenaars hebben nog herinneringen aan deze optredens. Daarom waren we vol verwachting om enkele fragmenten te kunnen beluisteren. Jammer dat de selectie beperkt bleef tot een orgeltranscriptie van de ouverture en het openings- en slotkoor. Zo kregen we natuurlijk geen volledig beeld van het werk. Maar goed, we konden toch even proeven van dit laatromantisch en groots opgevat werk. De koorpassages illustreren de gelovige dimensie van het werk en de oprechte volksdevotie van Vlaanderen in de eerste helft van de vorige eeuw. Koor en organist voelden zich merkbaar in hun sas in dit werk en musiceerden gedreven en vol vuur en gloed.
Het concert eindigde zeer passend met een samenzang van Moortgats Staplied ter ere van O.L. Vrouw van Halle. Dit lied is vandaag duidelijk nog zeer gekend en geliefd bij de kerkelijke Hallenaren....
Zijn we voldaan naar huis gegaan? Ja en neen. We hebben enkele mooie en historisch interessante composities leren kennen. We hebben een gedreven koor en dirigente aan het werk gezien en gehoord, begeleid door een zeer vakkundige organist. Dat alles in het prachtige kader van de basiliek onder het toeziend oog van de Zwarte Madonna van Halle. Graag hadden we wat meer van Moortgats Mariaspel gehoord en sommige stukken leken technisch gezien iets te hoog gegrepen voor de zangers.
We bewaren zeker een fijne herinnering aan de kennismaking met de muziek van Moortgat en proberen ons in te beelden hoe dit eertijds in de Concordia en Mariazaal moet geklonken hebben.... Een volgende uitdaging?
Onder deze titel verscheen pas een cd, uitgegeven door de vzw Tinelmuseum uit Sinaai. Het is een live-opname van een concert dat op 25 november 2017 gegeven werd in de Sint-Catharinakerk in Sinaai.
Sinaai, waar de wieg van Edgar Tinel stond
Sinaai is het geboortedorp van de grote Vlaamse componist Edgar Tinel die later directeur werd van zowel het Mechelse Lemmensinstituut als het Brusselse conservatorium. Als pianist en componist verwierf hij internationale faam. Tot vandaag blijft de grote telg in zijn geboortedorp zeer vereerd. De vzw Tinelmuseum richtte in Tinels geboortehuis een museum in en organiseert jaarlijks enkele activiteiten rond de componist. Zo bracht het kamerkoor Terpander onder de vakkundige leiding van Godfried Van de Vyvere een concert met koormuziek van Edgar Tinel en tijdgenoten. Van de Vyvere is oud-student en docent aan het Lemmensinstituut. Hij geeft ook les aan de Muziekacademie van Sint-Niklaas en leidt in die hoedanigheid Terpander, het koor van het Deeltijds Onderwijs. Andere medewerkers waren organist Koen Maris, pianist Stefan Van Landeghem en sopraan Anne Van Ballart. Heel het concert is nu op cd uitgebracht. De akoestiek is prima op enkele kleine nevengeluidjes na die in een live-opname onvermijdelijk zijn. Een bepaald koorwerkje werd na het concert hernomen omdat er tijdens de eerste uitvoering iets te veel gehoest werd. Er is dus wel degelijk veel aandacht besteed aan de vlekkeloosheid van de opname…
Edgar Tinel en zijn invloed
De cd opent plechtig en waardig met ‘Improvisata’ voor orgel van Edgar Tinel (1854-1912). Daarna zingt het koor een uitgebreide selectie uit Tinels ‘Adventsliederen’, ‘Marialiederen’ en ‘Geestelijke Gezangen’. Allemaal koorwerkenop tekst van Tinels goede vriend Guido Gezelle. Naast werk van Edgar Tinel vertolkt het koor zeer stijlgetrouw, haarfijn, homogeen, sfeervol, klank- en kleurrijk werkjes van toondichters die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met Edgar. Het koor geeft in alle uitgevoerde stukken blijk van een zeer verzorgde dictie en sterke toonvastheid en correcte intonatie.
Jef Tinel (1885-1972) studeerde bij zijn oom aan het Lemmensinstituut. Diens ‘O salutaris hostia’ is een pareltje laatromantische religieuze muziek dat helaas te weinig uitgevoerd wordt. Doorzichtige structuur, klassieke tonaliteit en een eigen harmoniekleur zijn enkele kenmerken van zijn koorwerken. Van een van Tinels latere opvolgers als directeur van ‘Lemmens’, Jules Van Nuffel (1883-1953), horen we een andere versie van ‘O Salutaris hostia’. Camil Van Hulse (1897-1988) was een Sint-Niklazenaar die naar Arizona uitweek. ‘Hear my prayer, O Lord’ illustreert zijn laatromantische schrijfwijze met invloeden van het expressionisme. Dit werkje vormt de perfecte overgang naar het moderne ‘The sick Rose’ van Peter Pieters (1957). Deze leerling en leraar van het Lemmensinstituut schreef het als opgelegd stuk voor de Internationale Koorwedstrijd Vlaanderen te Maasmechelen. De compositie is veeleisend voor de zangers omdat er heel wat uitdagingen en stemtechnische eisen in verwerkt zijn. Toch is het zeer toegankelijk voor alle luisteraars.
Waar haalde Edgar Tinel zijn inspiratie?
Naast muziek van leerlingen van Edgar Tinel en zijn instituut prijken op de cd ook enkele werken van componisten die op hun beurt Tinel beïnvloed hebben. Pianist Stefaan Van Landeghem vertolkt nauwgezet 2 ‘Klavierstücke’ van Johannes Brahms (1833-1897), ‘Widmung’ van Robert Schumann (1810-1856) in een pianotranscriptie door Franz Liszt(1811-1886) en een 'Romance' van Liszt. Een schitterende apotheose van het geheel vormt de zeer krachtige en melodieuze psalm ‘Hör mein Bitten’ van Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847). Deze laatste componist was net als Tinel een grote aanhanger van de muziek van J.S. Bach en verbond in zijn oeuvre de klassieke structuur en beheerste toonspraak met de bredere romantiek. Sopraan Anne Van Ballart gaat met verve de dialoog aan met het koor waardoor het geheel zeer fris, groots, homogeen en harmonieus overkomt.
Een aanrader
Deze cd komt tegemoet aan de vraag van veel Vlaamse luisteraars. Hij plaatst componisten van bij ons in hun juist perspectief. We kunnen als kritische toehoorder oprecht vaststellen dat onze eigen componisten (en uitvoerders) niet moeten blozen. Onze eigen muziekproductie kan de vergelijking met die uit het buitenland feilloos doorstaan. Een tweede verdienste is dat we enkele componisten en werkjes van eigen bodem (beter) leren kennen en waarderen. We kunnen daarom alleen maar hopen dat de cd ruim verspreid wordt en dat deze vzw en andere organisatoren verder die weg opgaan en dergelijke interessante en boeiende initiatieven nemen.
Surfend op het net botsten we toevallig op 2 partituren van Jef Tinel (1885-1972).
'Ballade' voor strijkers en 'Ongestadig' voor 3 violen.
Tobias Broeker schreef ze over vanuit het originele handschrift. Een manuscript dat in het familiearchief nergens te bespeuren is. Een unieke vondst dus.
Het is niet de tijd van het jaar, maar toch dit orgelstukje voor de drieëenheid: Sancta Trinitas. 3 zelfstandige stukjes die 1 geheel vormen en een onderlinge band hebben.
Dit jaar blaast het platenlabel Phaedra 25 verjaardagskaarsjes uit.
In de loop van die kwarteeuw verschenen onder de naam Phaedra Classics een 40-tal CD’s met muziek van internationaal befaamde componisten, uitgevoerd door Vlaamse uitvoerders.
In de reeks In Flanders’ Fields verschenen bijna 100 CD’s met muziek van Vlaamse toondichters. In principe van componisten die werkten tussen 1830 en 1950, maar af en toe kleurde samensteller Luc Famaey wat buiten de lijntjes. Zo werd ook al eens muziek van modernere componisten (bv. Piet Swerts en Johan Duyck) of van de barokcomponist Willem-Gommaar Kennis opgenomen en uitgebracht.
Jubileumuitgave
Voor deze jubileumplaat werd geopteerd voor operamuziek en liederen van Lodewijk Mortelmans, August De Boeck en Peter Aerts.
Lodewijk Mortelmans (1868-1952) was een van de eerste oud-leerlingen van Benoit die de Prijs Van Rome won en later zijn leermeester zou opvolgen als conservatoriumdirecteur.
Hij schreef interessante orkestwerken (In Memoriam; Helios; Morgenstemming…) en pianomuziek maar is vooral gekend als liederencomponist. Hij slaagde er perfect in tekst en muziek tot een psychologische eenheid te verwerken. Een schoolvoorbeeld is ‘Als de ziele luistert’, op tekst van Guido Gezelle. Hier wordt het lied gebracht door sopraan met orkestbegeleiding. Eveneens het lied ‘Ellen, een Lied van de Smart’ (voor tenor en orkest) beantwoordt aan die kenmerken. Een zeer aangrijpend lied. Vreemd dat Mortelmans zelf uitdrukkelijk de uitvoering ervan verbood.
Zijn enige opera ‘Kinderen der zee’, op tekst van Rafaël Verhulst, werd gecreëerd in 1920.
Het verhaal behandelt een dramatische en noodlottige liefdesgeschiedenis. Mortelmans’ muziek ademt de invloed van Wagner met leidmotieven, een rijke, afwisselende, beweeglijke en volle orkestklank en veel tragiek en zwaarmoedigheid.
De opera werd bij de première niet erg gunstig ontvangen en Mortelmans verbood nadien verdere opvoeringen. Zo wordt de cd bijna een florilegium van verboden vruchten….
Hij maakte er echter wel een suite van met een selectie van vocale en instrumentale stukken.
Uit die suite horen we op de cd enkele aria’s en duetten met verve vertolkt door sopraan Liesbeth Devos, tenor Peter Gijsbertsen en bas-bariton Werner Van Mechelen.
De Würtenbergische Philharmonie Reutlingen staat onder de leiding van Dirk Vermeulen.
Ook August De Boeck (1865-1937) kennen we als virtuoos toondichter van symfonische muziek (Symfonie in G; Dahomese Rhapsodie; Nocturne…), cantates en liederen. Vooral zijn liederen op Franse teksten oogstten internationale lof. Maurice Ravel vond ze even mooi als de liederen van Gabriel Fauré. ‘C’est en toi, bien aimé’ bewijst dit ten volle.
Maar net zoals Mortelmans waagde De Boeck zich aan het operagenre. Vijfmaal zelfs. Twee sopraanaria’s, uit La route d’ Emeraude / Francesca en Winternachtsdroom illustreren de veelzijdigheid van de Merchtemnaar die telkens de juiste toon wist te vinden om de bij wijlen passionele emoties uit te drukken. De Boecks opera’s hebben een onmiskenbare invloed van Wagner, maar hebben ook een veristische inslag in die zin dat de melodieën nooit een zuiver esthetische functie hebben, maar steeds gebruikt worden om een landschap, een gebeurtenis of de gevoelens van een personage uit te beelden of op te roepen.
Peter Aerts
Bij het grote publiek is Peter Aerts (1912-1996) wellicht minder bekend. Dus is het zeer lovenswaardig dat de cd ook een stuk van deze componist aanbiedt.
Aerts volgde pianolessen bij zijn tante Jozefa Aerts, studeerde notenleer bij Karel Candael, Hendrik Van Schoor en Jan Broeckx en volgde lessen compositie, harmonie en orkestratie bij o.a. Lodewijk Ontrop, Jef Schampaert, August Baeyens (zelf een leerling van De Boeck) en Edward Verheyden. Om den brode studeerde hij tussendoor voor tandtechnicus.
Hij werkte als begeleider nauw samen met Jef Van Hoof en werkte bij het NIR en VLANARA. Hij was ook koordirigent.
Aerts componeerde als laat-romanticus met wat modernistische inslag een zeer gevarieerd oeuvre bijeen van liederen, missen, kamermuziek, orkestwerken, piano- en beiaardcomposities, koormuziek en zelfs een opera.
Verschillende werken werden bekroond met provinciale of andere prijzen.
Peter Gijsbertsen vertolkt op deze cd het uitdrukkingsvolle lied ‘In Flanders’ Fields’ op de gekende oorlogsverzen van John McCrae.
Lyriek ten top
Deze cd bevat niet meteen de meest opgewekte of lichte muziek. Alle composities bevatten een pathetiek, een vol emotioneel lyrisme met een wijd gedragen melos, een breedvoerige melodieuze en bij wijlen tragische, getourmenteerde en melancholische dramatiek.
De solisten zingen zeer spanningsvol, genuanceerd, beweeglijk en soepel.
Het orkest begeleidt accuraat en veelkleurig.
Orkest en soli zijn heel goed in harmonie en balans waardoor de tekstverstaanbaarheid zeer groot is en de begeleiding toch zeer levendig en haarfijn tot haar recht komt.
Warm aanbevolen voor al wie houdt van romantische opera en liederen.
Peter Leys
________________________________________________
Phaedra
In Flanders’ Fields 97
92097
Arias and Orchestral Songs by Lodewijk Mortelmans, Peter Aerts, August De Boeck.
Liesbeth Devos (sopraan), Peter Gijsbertsen (tenor), Werner Van Mechelen (bas-bariton);
Dat was een uiterst bloedige, gruwelijke en vrij zinloze slag die 100 jaar geleden uitgevochten werd in de Ieperse Salient.
Om die verjaardag met de gepaste luister te herdenken schreef Piet Swerts (°1960) een koorsymfonie op teksten van de Engelse soldaat-dichter-componist Ivor Gurney (1890-1937).
Swerts hoeven we nauwelijks nog voor te stellen.
Deze Limburgse musicus geniet internationale faam als componist, pianist en dirigent. Hij is professor aan het Leuvense Lemmensinstituut en is door het grote publiek gekend dankzij werken zoals ‘Zodiac’ (opgelegd vioolconcerto voor de Elisabethwedstrijd) en ‘Rotations’ (opgelegd pianoconcerto voor diezelfde wedstrijd).
Ivor Gurney kwam in 1917 aan op het Ieperse front.
Hij was zeer geschokt door het oorlogsgeweld en de nefaste invloed ervan op het landschap. ‘Een verschrikking’, zo schreef hij in zijn gedichten. De natuur en de bomen waren een vaste inspiratiebron voor zijn compositorisch en poëtisch oeuvre. Vandaar dan ook de titel ‘A symphony of trees’.
Hij dichtte zowat 50 stukken over Ieper.
De boom wordt gebruikt als een metafoor van alle menselijke emoties.
Er werden daarnaast enkele gedichten van vrouwelijke dichteressen (Charlotte Mew en Margaret Postgate Cole) gebruikt om ook het vrouwelijke element in dit oorlogsdrama aan bod te laten komen.
Piet Swerts leerde de gedichten van Gurney kennen via Piet Chielens, de conservator van het In Flanders Fieldmuseum in Ieper. Het was ook Chielens’ idee een groots muziekwerk te laten creëren n.a.v. 100 jaar Passchendaele.
Piet Swerts bestudeerde dit thema gedurende 7 jaar en nam 2 jaar om deze koorsymfonie te componeren.
De compositie bestaat uit 19 delen waarin koor, orkest en solisten elkaar spontaan afwisselen, aanvullen en ondersteunen.
Het werk start met een sterke opener van het orgel die dan overgaat naar koor en orkest. Daarna treedt er een grote verstilling op.
De symfonie eindigt met een trage maar grootse climax. En zo vormt het hele werk een grote spanningsboog zonder dipjes maar met een sterke structuur.
Viermaal gebruikt Swerts het gedicht ‘Memory, let all slip’ als ankerpunt, leidmotief in dit meer dan 83 minuten durende opus.
Vier orkestrale interludia brengen rust en sfeer en maken de overgang tussen de verschillende delen.
Het gebruik van de hoorn in ‘Interludium I’ en het daaropvolgende ‘Klaaglied’ verwijst duidelijk naar de bossen en de heuvels van Ieper.
Interludium II is een duidelijke verwijzing naar het beginthema.
Na de krachtige intro en het intieme Klaaglied horen we het boeiende lied ‘The silent one’ waar de tenor geregeld ostinaatgewijs bijgetreden wordt door het koormotief ‘the silent one’.
De dreigende doodsklok is constant aanwezig zonder opdringerig te worden. Allemaal voorbeelden van een doordachte structuur en beschrijvende sfeerschepping.
In 2015 werden 138 bomen, olmen, geplant als herinnering aan de Ieperboog. Ook hiernaar verwijst de symfonie.
Het getal 138 speelt bij Swerts een sleutelrol in de compositie. 1 – 3 – 8. Constant hanteert de toondichter deze hele en halve toonafstanden en combineert hij – naar het voorbeeld van Fauré’s Requiem - mineur- en majeurakkoorden om de gewenste tragische, droevige, klagende, berustende en bij wijlen heroïsche klanken te bekomen.
Bij het componeren heeft Piet Swerts opvallend veel rekening gehouden met de akoestiek van de Ieperse Sint-Maartenskathedraal waar de creatie plaats vond. Hij koos resoluut voor een grote koorbezetting (348 zangers) met jeugd- en kinderkoren naast gemengde koren, een groot symfonisch orkest, twee orgels (het kathedraalorgel en een orkestorgel) en twee zangsolisten (sopraan en tenor).
De wereldcreatie vond plaats op 15 september 2017. Op 16 september volgde een tweede uitvoering.
Beide concerten werden opgenomen en de voorliggende Phaedra-cd is een combinatie van beide performances.
Het Symfonieorkest Vlaanderen, de sopraan Lee Bisset, de tenor Thomas Blondelle en de 11 koren stonden onder leiding van David Angus.
Om het koor extra tot zijn recht te laten komen werd geopteerd voor een U-opstelling rond het orkest. De kinderkoren zongen nu eens boven op het oksaal en dan weer beneden. De trompettist – een directe verwijzing naar The Last Post – speelde vanuit een nis boven het orkest. De hoornist en paukenist waren apart opgesteld.
Omwille van de galm gebruikte de componist slechts één snel deel. De rest is breder en trager.
Uiteraard zijn er schoonheidsfoutjes – onvermijdelijk in een live-uitvoering – maar deze gaan ongemerkt aan u en mij voorbij. Koren, soli en orkest kwijten zich zeer goed van hun taak. Het geheel klinkt zeer homogeen en gedisciplineerd, stemmig, sereen, wrang en stil waar het moet en krachtig en stoer waar het mag.
50 jaar na Brittens War Requiem, 100 jaar na de horror in en om Ieper en ongeveer 150 jaar na Benoits De Oorlog hebben we opnieuw een machtige en eigentijdse oorlogs- en vredescompositie. Van een Vlaams componist!
Schitterend gecomponeerd door Piet Swerts, voortreffelijk uitgevoerd door David Angus en de zijnen, technisch vakkundig geregistreerd en aantrekkelijk uitgebracht door Luc Famaey en heel zijn Phaedra-ploeg. Meer dan zomaar een aanrader….
Luisteren en genieten! Hopelijk komt de wereldvrede vanzelf mee….
A symphony of trees
An homage to Ivor Gurney and Ypres
Piet Swerts
In Flanders’ Fields 98
www.phaedracd.com
09-01-2018
Laudamus te - Benedicimus te - Adoramus te -Glorificamus te - Gratias agimus tibi
5 werkwoorden uit het 'Gloria'. Wij loven u, wij prijzen u, wij aanbidden u, wij verheerlijken u en zeggen u dank. 5 orgelstukjes....
Op vrijdag 22 december om 20 uur woonden we in een zeer goed gevulde Catharinakerk van Sinaai een zeer sfeervol kerstconcert bij. Het mannenkoor Gaudeamus bracht een originele keuze uit het rijke kerstrepertoire. Zo konden we geboeid luisteren naar het Gregoriaanse 'Puer natus', maar ook naar het eeuwenoude 'O Kerstnacht, schoner dan de dagen', het Russisch-orthodoxe 'Otsje Nasj' of 'O blijde nacht, o lang verwacht'. Voor vele Sinaaienaren zal het wellicht een verrassing geweest zijn dat er werk van Tinel op het programma stond, maar deze keer niet van hun grote dorpsgenoot Edgar. Neen, in dit concert werd een bewerking van een oud - Nederlands kerstlied (Ic heb geiaecht) van diens neef en leerling Jef Tinel (1885-1972) gebracht. Een rustige en stemmige driestemmige bewerking. Heel net, zuiver en mooi vertolkt door het mannenkoor. Achteraf hoorden we kenners zeggen dat deze wat verwaarloosde toondichter meer aandacht verdient. Hopelijk komt die aandacht dan ook. Een andere kennis van Edgar Tinel was Jaak-Nicolaas Lemmens. Van hem zong het koor een vrij geritmeerde 'Salve Regina'. Gaudeamus is een grote (vrienden)groep die heel verfijnd en gedisciplineerd musiceerde onder de zeer muzikale en bekwame leiding van Raf Vandermeulen. Hij slaagde er in het koor heel genuanceerd en toonvast te laten zingen. Mooi opgebouwde crescendi en decrescendi die zeer natuurlijk klonken. Een goed verstaanbare dictie en een heel homogene klank.
Het koor werd zeer vakkundig begeleid door organist Nicolas De Troyer. De Troyer heeft als organist een drukke agenda in Hamme, Antwerpen en Brussel en is bovendien nog leraar in allerlei muziekdisciplines. Hij soleerde in werk van Brahms en Boëly. Zowel in het solowerk als in zijn begeleidingen liet hij alle facetten van het mooie romantische kerkorgel horen aan de hand van een fijne en soms verrassende registratie.
De revelatie van de avond was de 15-jarige Jolien D'Hooghe. Met een glasheldere en zuivere sopraanstem zong zij vlekkeloos Max Regers 'Maria's wiegelied' en Ennio Morricones 'Nella Fantasia', een gekende melodie uit The Mission. Samen met het koor vertolkte ze 'Komt herders', 'Komt, verwondert u hier, mensen' en Preud'hommes 'Susa Nina'. Heel mooi was haar dialoog in het refrein: zij zong de Susa-Nina - melodie terwijl het volledige koor op de achtergrond 'Stille Nacht' liet horen. Een geslaagde compositie van Armand Preud'homme die zeer goed tot haar recht kwam in deze uitvoering.
De afstand koor - orgel leidde soms wel eens tot een ongelijkheid, maar het werd telkens vlot bijgewerkt en rechtgetrokken.
De kerstsfeer werd nog extra aangewakkerd door het doedelzak- en hakkebordspel van Roeland Segers en de vlotte en poëtische presentatie door Georges Van Damme. En natuurlijk konden we als publiek meezingen in klassiekers zoals 'Nu zijt wellekome', 'Maria die zoude naar Bethlehem gaan' en 'Kom allen tezamen'.
Een glaasje met hartelijke babbel sloot dit gevarieerd, sfeervol en mooi verzorgde concert af. Het kan Kerstmis worden.....
In de bijlage een klankfragment van het lied van Tinel en Preud'homme.
Een orgelstukje in de oude kerkmodus: Dorische toonaard. De Dorische toon is de toonladder van re, zonder si mol, of een mineurtoonaard met verhoogde sext.
De Klara's Top 100 editie 2017 zit er op. De absolute winnaar is dit jaar Pergolesi met zijn Stabat Mater. Bach is terug.
Natuurlijk hadden we graag meer Vlaamse componisten in de Klara's Top 100 gezien. Mortelmans op plaats 74 en Benoit op plaats 42, goed is het niet. Waar bleven de stemmers voor Blockx, De Boeck, Tinel en Verschraegen? Maar het zij zo. Het publiek heeft beslist.
We hebben alvast twee fijne dagen met heerlijke muziek gehad. Hopelijk horen we in de toekomst naast de terechte winnaars van de Top 100 ook geregeld nog eens de suggesties uit de lijst van de 1000...
Feestelijke orgelmuziek van Jef Tinel
Stilaan naderen we de kersttijd. Organisten pakken dan graag uit met feestelijke orgelmuziek. Misschien vinden ze wel iets in deze werkjes van Jef Tinel die zelf organist was en dus wist wat organisten graag speelden....
U vindt hierbij de partituren en een link naar Youtube waar u de werkjes kan beluisteren.
VZW Tinelmuseum Sinaai organiseerde op 25 november in Sinaai een koorconcert.
Het kamerkoor Terpander bracht muziek van Edgar Tinel, Jef Tinel, Jules Van Nuffel, Camil Van Hulse, Peter Pieters en Felix Mendelssohn. Organist Koen Maris vertolkte de Improvisata van Edgar Tinel en pianist Stefan Van Landeghem soleerde met werk van Brahms en Liszt en begeleidde het koor. Puike prestaties en leuke afwisselingen of adempauzes tussen de koorzang.
Een mooi gevulde Catharinakerk woonde het interessante concert bij. Want inderdaad, zoals woordvoerster Nelly Maes terecht opmerkte, de muziek van de Tinels e.a. waren ver te zoeken in de Klara's Top 100 die net dat weekend luisteraars aan de radio kluisterde. Jammer, want de uitgevoerde muziek is interessant, hoogstaand en verdient alle aandacht.
Terpander bracht een selectie uit Edgar Tinels Adventsliederen, Marialiederen en Geestelijke gezangen. Alle op tekst van Guido Gezelle. Het koor voldeed fijntjes aan alle hoge vocale eisen die Tinel aan de zangers stelt. Zelfs een kamerkoor is perfect in staat om deze romantische muziek alle eer en recht aan te doen. Het koor toonde een mooie sonoriteit, juistheid van intonatie en zangerigheid. Dirigent Godfried Van de Vyvere haalde alle finesses uit de partituur en loodste de uitvoerders feilloos doorheen de uiterst genietbare uitvoeringen.
Boeiend was de confrontatie van Edgar Tinels muziek met die van zijn neef, petekind en leerling Jef Tinel. Diens heldere, sobere en sfeervolle O salutaris hostia was een aangename kennismaking met het oeuvre van deze - helaas te vaak vergeten - begaafde toondichter. Zeer net en stemmingsvol vertolkt door het koor. Daarnaast stonden nog enkele componisten op het programma die verband houden met Edgar Tinel en het Lemmensinstituut: Jules Van Nuffel en Peter Pieters. Ook Sint-Niklazenaar Camil Van Hulse werd in het concert ten gehore gebracht. Zijn Hear my prayer, O Lord was een geslaagde overgang van het (laat-)romantische van de Tinels en Van Nuffel naar de eigentijdse Pieters. The sick Rose is duidelijk een wedstrijdstuk waarin heel wat technische snufjes en moeilijkheden verwerkt zijn zonder dat de genietbaarheid voor de luisteraar verloren gaat.
Het concert eindigde met een briljante uitvoering van Hör mein Bitten van Mendelssohn. Mendelssohn was een inspiratiebron voor Edgar Tinel. En zo was de cirkel rond. Anne Van Ballart nam de solopartij voor haar rekening en ging moedig het 'gevecht' met het koor aan. Al was het gelukkig meer een dialoog dan een gevecht.
Een concert dat, om alweer Nelly Maes te citeren, hopelijk elders hernomen wordt want het publiek heeft recht om deze muziek te leren kennen en waarderen. En meteen een grote pluim voor de organisatoren, programmasamenstellers én niet in het minst voor de uitvoerders. Nog van dat, graag!
Het is uniek. Jef Tinel (1885-1972) staat in de keuzelijst (categorie 'zen') voor de Klara Top 100. U kan stemmen voor zijn koorwerk 'Fantasia' op tekst van Albrecht Rodenbach.
Het koorlied beschrijft een jongeling die naar de wolken kijkt en droomt bij de beelden die deze wolken vormen. Jagend ijlt hij elke fantasia na bij die droombeelden. Daarna verdwijnen de wolken en zijn de dromen voorbij. De muziek beeldt deze emoties mooi uit: een langzaam en rustige start - daarna wat meer bewogenheid en emotie - daarna weer een uitdeinend slot: alles is voorbij...
Zou het niet mooi zijn mocht dit stemmig en sfeervol koorwerkje tot de Top 100 kunnen behoren? Het zou een verdiende eer zijn voor een interessante toondichter die veel (helaas te weinig bekende) composities achterliet.
Stemmen dus!
19-11-2017
Volksmelodietje
Tijdens het weekend pleegden we een kleine Spielerei. Een volksmelodietje voor piano of orgel. Onschuldig tijdverdrijf, of zoals een Latijns auteur het verwoordde: Innoxia Remissio.
Ter gelegenheid van het hoogfeest van O.L. Vrouw Hemelvaart brengen we hier een eigen lied ter ere van Maria: Ave Maria - Amen.
Het is een aanroeping van Maria en een smeekgebed opdat ze voor ons zou bidden, nu en in het uur van onze dood...
Het is een eenvoudige melodie, ondersteund door een al even bescheiden begeleiding.
De aanspreking 'Ave Maria' staat in een vlot ternair ritme. Bij de vraag 'ora pro nobis' wordt het een 4-maat waardoor het karakter licht wijzigt en wat intenser wordt. Daarna wordt het 'Ave Maria' hernomen in ternair ritme.
In de bijlage de partituur en een klankvoorbeeld. Een live-uitvoering is er niet.
Vorige week donderdag (22 juni) overleed in Wilrijk fluitist en dirigent Silveer Van den Broeck. Hij was 72 jaar oud.
In de jaren '70 tot '90 bouwde hij een mooie dirigentencarrière uit, waarbij hij vaak werd gevraagd om Vlaamse en nieuwe muziek te dirigeren.
Als fluitist én als dirigent heeft Silveer Van den Broeck veel Belgische muziek uitgevoerd, waaronder veel wereldcreaties. Met de Belgische orkesten maakte hij tal van opnames voor het ministerie van Nederlandse Cultuur en met het BRT(N)-Filharmonisch Orkest maakte hij radio- en cd-opnames van werk van onder anderen Benoit, De Jong, D’Haene, Durlet, Louel, Meulemans, Mortelmans, Van Hoof en Verbesselt.
Hij was een technisch zeer begaafd dirigent die op korte tijd complexe partituren kon instuderen, over een heldere slagtechniek beschikte en efficiënt kon repeteren.
Persoonlijk mocht ik met hem als dirigent meezingen in de uitvoering (1976) van 'De Pacificatie van Gent', een cantate voor koor en orkest van Hendrik Waelput. Hij benaderde de partituur zeer partituurgetrouw en repectvol. Het was een plezier onder zijn leiding te zingen.
In deze paasdagen worden we verwend door uitvoeringen en opnames van heerlijke passiemuziek. Caldara, Bach, Dvorak, Pergolesi.....
Zalige muziek!
Bij de start van de Goede Week pleegde ik zelf een korte meditatie voor orgel. 'Iuxta crucem': staande bij de voet van het kruis.
Natuurlijk denken we aan de wenende Maria, moeder Gods, aan de voet van het kruis waaraan haar zoon stierf. Maar we staan ook even stil naast het kruis dat de vele slachtoffers van zinloos geweld te dragen hebben.
Schitterende Lucifer van Peter Benoit in de Elisabethzaal
Gisteren konden we in de Antwerpse Elisabethzaal genieten van een schitterende uitvoering van een meesterwerk van Peter Benoit: Lucifer. In het publiek herkenden we o.a. de eredirecteurs van Benoit's Conservatorium Michaël Scheck en Kamiel Cooremans, professor -componist Luc Van Hove, componist Roland Coryn, musicoloog Jan Dewilde, zanger Helmut Lotti en Provinciaal afgevaardigde Luk Lemmens.
Het was sinds 1984 geleden - schandalig lang! - dat dit oratorium nog eens werd uitgevoerd. Benoit schreef dit oratorium in 1866 op tekst van Emmanuel Hiel. Het was het eerste profane oratorium van Benoit. Met deze grootse compositie vestigde hij de aandacht van Antwerpen op zichzelf zodat hij in 1867 aangesteld werd als directeur van het Antwerpse Conservatorium. Voor Benoit zelf dus een belangrijk werk. Maar ook voor de luisteraar een meer dan interessant opus.
Lucifer vertelt het verhaal van de hoogmoed en val van de aartsengel.
De compositie is ronduit fantastisch. Ze bevat alle grootse en typische kenmerken van de toondichter. Brede lyrische melodieën, apocalyptische en strijdbare taferelen, sarcastische en spottende passages en volwaardige solistische aria's wisselen elkaar spontaan af. De orkestratie is fenomenaal. Het werk is zeer sterk gestructureerd. Leidmotieven brengen een sterke eenheid in het hele werk. We merken in dit 'eerste oratorium' al de kenmerken die zich later in De Schelde, De Oorlog en zelfs De Rubenscantate zullen bevestigen. Het werk stapelt de ene climax op na de andere. Het blijft de volle 75 minuten boeiend, meeslepend en zelfs ontroerend.
De uitvoering deed het werk alle eer aan. Zowel koren als orkest brachten een zeer degelijke uitvoering. Een CD-opname waardig. Dirigent Van Reyn interpreteerde en leidde het geheel op een magistrale wijze.
Een hoogdag, zonder meer, voor de Vlaamse muziek!
Bart Van Reyn, dirigent Renate Arends, sopraan Maria Fiselier, alt Marcel Reijans, tenor Werner Van Mechelen, bas André Morschbas, bariton Kinderkoor Opera Vlaanderen, kinderkoor Octopus Symfonisch Koor, koor Choeur de Chambre de Namur, koor deFilharmonie
25-02-2017
Een nieuwe melodie voor het nieuwe 'Onze Vader'
Bij de start van de advent ging een vernieuwde versie van het 'Onze Vader' in. Peter Pieters zorgde voor een schitterende toonzetting.
Toch geven we hier - bij het begin van de vasten - ook een nieuwe melodie mee....
Via Youtube, de muzieksite IMSLP en de blog 'Jef Tinel' werden heel wat partituren en muziekopnames van Jef Tinel (1885-1972) openbaar gemaakt.
Via die bijdragen leert de muziekliefhebber dat Jef Tinel meer was dan de componist van strijd- en stapliederen zoals 'Wij zijn bereid'. Hij componeerde kunstliederen, koorwerken, missen, motetten, composities voor orgel, piano en orkest...
Onlangs vonden we 2 interessante internetadressen waar muziek van Jef Tinel te beluisteren is:
1) Souncloud: 2 fragmenten uit de Missa in honorem Sanctae Lutgardis voor mannenkoor en orgel. Een schitterende uitvoering door de Koristen van Keizersberg o.l.v. Peter Maus en met Peter Jeurissen aan het orgel. Daarnaast een opname (niet achterhaald wie de uitvoerders zijn) van het motet 'Pie Jesu' voor gemengd koor en orgel. https://soundcloud.com/search?q=jef%20tinel
2) Youtube: een stemmige uitvoering van het intieme orgelstuk 'In stille aanbidding' op het orgel van een kerk in Oosterhout (Nederland) door Wout Kalkman. https://www.youtube.com/watch?v=NXG_lNv2xj0
Op Youtube vonden we een korte video over Jef Tinel. De montage schetst het leven, werk en de betekenis van deze Vlaamse componist. Er zijn 10 werkjes van deze toondichter te beluisteren. De ondersteunende beelden zijn historische foto's. Een boeiende kennismaking.
Op het net vonden we een filmfragment uit het Vlaams Nationaal Zangfeest in 1961. Het motto was 'Vlaanderen leeft'. Hendrik Diels dirigeert Benoits Van Rijswijckmars.
In close-up zien we onder het publiek o.a. Dr. Herman Lecomte en VU-stichter Frans Van Der Elst.
Op de eerste rij van medewerkers herkennen we de dirigent - componisten Lode Dieltiens, Armand Preud'homme, Emiel Hullebroeck, ANZ-voorzitter Valeer Portier, Arthur Meulemans, Renaat Veremans, Willem Demeyer en Jef Tinel.
Het Nederlandse volkslied het Wilhelmus is vermoedelijk geschreven door de 16e-eeuwse dichter Petrus Datheen. Dat stellen Nederlandse en Vlaamse onderzoekers op basis van nieuwe computertechnieken. Het Wilhelmus staat bekend als het oudste volkslied ter wereld.
"Wilhelmus van Nassouwe, ben ik, van Duitsen bloed." Zo luidt de eerste zin van het Wilhelmus, vandaag het volkslied van Nederland. De tekst is geschreven aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog (omstreeks 1570), maar de auteur is altijd onbekend gebleven.
Met behulp van computeralgoritmes zijn onderzoekers van het Meertens Instituut, de universiteit van Utrecht en de universiteit van Antwerpen nu op Datheen uitgekomen. Concreet herkennen de algoritmes auteurs op basis van hun schrijfstijl. "Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de kleine, onopvallende woordjes in teksten, zoals lidwoorden en voorzetsels", zegt Mike Kestemont van de universiteit van Antwerpen.
"Het ultieme bewijs voor het auteurschap zullen we wellicht nooit vinden, maar het heeft er alles van dat we met dit nieuwe onderzoeksspoor de dichter van het Wilhelmus op de hielen zitten", aldus de onderzoeker.
Datheen was een gereformeerde auteur die een deel van zijn leven in ballingschap in Duitsland moest leven. Hij was vooral bekend wegens zijn "onwaarschijnlijk populaire" psalmberijming uit 1566.
Bron: deredactie
29-04-2016
Monument Peter Benoit
Op maandag 2 mei starten de restauratiewerken aan het fonteinmonument ter ere van de componist Peter Benoit in het Harmoniepark aan de Mechelsesteenweg in Antwerpen. De technische installatie wordt vernieuwd en ontbrekende stukken in het natuurstenen gedeelte worden gereconstrueerd. Tegen oktober dit jaar is de fontein klaar.
De art-decofontein ter ere van componist Peter Benoit is van de hand van de Antwerpse architect Henry van de Velde. De fontein stond oorspronkelijk op de Frankrijklei voor het Operagebouw, maar kent sinds 1951 zijn plek in het Harmoniepark. Het werk werd in 1997 geklasseerd als monument en wordt nu in zijn originele staat hersteld.
(Bron: SVM)
02-04-2016
Internationale aandacht voor Peter Swinnen en Kurt Bikkembergs
Gelezen bij: Kunstenpunt-muziek
De Vlaamse componist en directeur van het Koninklijk Conservatorium Brussel Peter Swinnen is voor een tweede ambtstermijn verkozen tot voorzitter van de International Society for Contemporary Music (ISCM).
Swinnen heeft de voorbije jaren hard gewerkt om de organisatie een nieuw elan te geven en wordt daarvoor nu beloond. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de General Assembly stemden de leden unaniem voor een nieuw mandaat voor Peter Swinnen. Dat gebeurde tijdens de ISCM World New Music Days in Tongyeong, Zuid Korea, naar aanleiding van het Tongyeong International Music Festival (TIMF).
Daar kreeg ook het werk 'Für viele' van componist Kurt Bikkembergs veel bijval tijdens een erg gesmaakt concert met uitsluitend hedendaags internationaal koorrepertoire.
Proficiat voor beide Vlaamse componisten!
01-03-2016
Willy Ostijn op Youtube
Er staan al heel wat geluidsopnames van composities van de Vlaamse componist Willy Ostijn (1913-1993) op Youtube. Nu is er nog een nieuwe opname bij gekomen:
"Zion philharmonic orchestra capriccio overture ostijn" (link als bijlage)
De Vlaamse componist Luc Brewaeys is op 56-jarige leeftijd overleden. De componist uit Mortsel heeft verschillende stukken voor binnen- en buitenlandse orkesten geschreven. Hij werkte in de jaren 80 samen met Iannis Xenakis.
Hij won met zijn composities verschillende prijzen.
Zijj muziek is modern van toonspraak en bevat vaak experimenten.
(bron: deredactie)
In de link ziet u een interessante Canvas-documentaire met en over Luc Brewaeys.
Hij was ruim 10 jaar ondervoorzitter van Orgekunst vzw en eindredacteur van het tijdschrift. Voordien maakte hij reeds deel uit van de redactie. Samen met de raad van bestuur en de redactie heeft hij het tijdschrift een nieuw elan gegeven.
Marc Van Driessen studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit Gent en musicologie aan de KU Leuven. Hij combineerde dit met een orgelopleiding aan de Academie voor Muziek, Woord en Dans bij Edward De Geest te Gent. Daarna zette hij zijn orgelstudies verder aan het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen bij Stanislas Deriemaeker. Zomercursussen volgde hij bij Bernard Winsemius, Guy Bovet en Louis Robilliard. Aan de Hochschule der Künste Berlin behaalde hij bovendien nog het Konzertdiplom bij Leo van Doeselaar.
Hij was actief als orgelleraar aan de academies van Ekeren, Antwerpen en Berchem. Hij was ruim 20 jaar als organist verbonden aan de Sint-Antoniuskerk te Brasschaat. In juni 2014 ging een nieuwe droom in vervulling als organist van het Merklin-Schutze-orgel in de Sint-Joriskerk te Antwerpen: een uitdaging waar hij zo naar uitkeek.
Geregeld was hij te horen op concerten, dit zowel solistisch als met diverse solisten (o.m. Rachel Fabry, Ilse Barbaix, Els en An Van Laethem, Veronica Joris, Jef Van Boven) als koren en orkesten.
Marc realiseerde op het Vermeersch-orgel van de Sint-Antoniuskerk te Brasschaat een CD 'muzikaal Europa' m.m.v. zangeres Rachel Fabry. Voor Orgelkunst realiseerde hij in 2006 een opname op het orgel van de Sint-Joriskerk te Antwerpen.
(Bron: 'Orgelkunst')
19-03-2015
Het orgel in Vlaanderen herdenkt Jef Tinel
De vereniging 'Het orgel in Vlaanderen' herdenkt de 130ste geboortedag van Jef Tinel. In het maartnummer wordt aandacht besteed aan het werk van deze componist die leefde van 1885 tot 1972. Hij was ondermeer organist in Maldegem, Sint-Amandsberg en Gent.
17-03-2015
Organist Jozef Sluys overleden
Jozef Sluys (22.10.1936-15.03.2015)
Jozef Sluys werd als 19-jarige laureaat van het Lemmensinstituut en nadien van het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel. In 1958 was hij organist van de Civitas Dei-kerk op de Wereldtentoonstelling te Brussel, daarna van de St-Pieterskerk te Jette (Brussel) en sinds 1971 was hij organist-titularis van de St-Michiels- en St-Goedelekathedraal te Brussel.
- Meer info: http://www.muziekcentrum.be
07-02-2015
Jo De Vos overleden
We vernemen tot onze droefheid het overlijden van de heer Jo De Vos (midden op de foto). Hij werd geboren in 1942. Jo De Vos was gewezen docent aan de HUB. Wij herinneren ons hem vooral als gedreven bezieler van het Edgar Tinelcomité in Sinaai. Onder zijn impuls vonden heel wat concerten en ontmoetingen plaats rond de figuur van de componist Edgar Tinel (1854-1912). Hij publiceerde het tijdschrift van het Tinelcomité en bouwde mee het Edgar Tinelmuseum uit in Sinaai. Geen inspanning was hem te veel om het werk van Edgar Tinel te promoten. De Vos kende het leven en werk van Tinel door en door. Hij kende zelfs de nazaten van Edgar Tinel en diens broer Oscar Tinel beter dan de familieleden zelf.
Een groot verlies! We bieden de familie De Vos onze deelneming aan.
21-01-2015
Gust Teugels
We vernemen het overlijden van Gust Teugels. Gust was onderwijzer, maar vooral zanger en dirigent. We herinneren hem ons in de eerste plaats als leider van zangavonden waar in - een hertekend spoor van Willem Demeyer - het betere Vlaamse volkslied een ereplaats kreeg. Gust was te horen in verschillende opnames met Vlaamse liederen. We hoorden hem meermaals als solist en aantrekker van de samenzang tijdens Vlaams-Nationale Zangfeesten. Op de IJzerbedevaart en later de IJzerwake trad hij op als samenzangdirigent. Zijn koor Kantiek was een voorbeeld in het programmeren van koormuziek van eigen toondichters. In de toenmalige koorfederatie van het ANZ was Gust de duivel-doet-al tijdens de koorweken in Lummen. Nijvere inzet en ongedwongen humor gingen bij hem hand in hand. Zijn overlijden betekent een groot verlies voor de Vlaamse koor- en liedwereld.
Klik op de link om Gust te horen in 'Ik ken een lied' van Willem De Mol.
Hij kende (en zong) er niet één, maar enorm veel....
Dit jaar - 2015 - vieren en herdenken we een aantal Vlaamse componisten. Hier een beperkte selectie (meer info op de site van het Studiecentrum voor Vlaamse muziek):
Herdenkingen 2015
1865 August De Boeck (° 09/05/1865) Paul Gilson (° 15/06/1865)
Denkend aan het zinloze oorlogsgeweld dat 100 jaar geleden in onze contreien woedde en geïnspireerd door de stilte van Allerzielen dit bescheiden orgelstukje: Stilte bij het graf.....
Beste musicus Beste dirigent, uitvoerder, organisator, publicist....
Op 11 mei 2015 zal het precies 130 jaar geleden zijn dat de Vlaamse componist, organist, pianist, dirigent en muziekpedagoog Jef TINEL geboren werd.
Jef Tinel was laureaat van het Lemmensinstituut voor orgel, harmonie, contrapunt en fuga. Eén van zijn leraars was niemand minder dan Edgar Tinel. Bij de befaamde muziekpedagoog Leo Moeremans bekwaamde hij zich verder in compositie. Studiegenoten waren o.a. Arthur Meulemans, Robert Herberigs en Henri-Georges D'Hoedt.
Gedurende zijn lang leven (tot 25 mei 1972) was hij organist in o.a. Maldegem, Zele, Sint-Amandsberg en Gent. Hij dirigeerde koren, fanfares en harmonieën in heel het Vlaamse land. Aan de Maldegemse muziekschool was hij leraar en directeur.
Hij componeerde in een laat-romantische traditie. Uit brieven en commentaren over zijn werk blijken de bewondering en het respect van o.a. Mgr. Jules Van Nuffel, Alfons Moortgat, Emiel Hullebroeck, Lieven Duvosel en Arthur Wilford.
Enige tijd geleden startten we een blog waarop we partituren van Jef Tinel willen openbaar maken. (http://blog.seniorennet.be/tinel_jef/) Zo digitaliseerden we reeds heel wat liederen, koorwerken, religieuze muziek, orgel- en pianomuziek en orkestwerken.
Het zijn scans van de originele handschriften of nieuwe transcripties rechtstreeks vanuit de manuscripten.
Op YOUTUBE plaatsten we enkele muziekfragmenten. Geen grote opnames, maar bescheiden fragmenten om het werk te leren kennen.
Tot onze tevredenheid mochten we van enkele uitvoerders -zelfs in het buitenland - positieve reacties ontvangen. Enkele uitvoerders programmeerden onlangs werk van Jef Tinel op het orgel, in hun koor of ensemble. Voor volgend jaar kregen we al enkele positieve reacties.
Toch hopen we dat deze vergeten toondichter nog meer de verdiende aandacht mag krijgen. Helaas beperkt de kennis van velen zich tot het feit dat Jef Tinel schreef en dirigeerde voor het Zangfeest en de IJzerbedevaart. Zijn oeuvre en activiteiten waren echter veel rijker en uitgebreider.
Hopelijk is de 130ste verjaardag een aanleiding om het werk van Jef Tinel aan het publiek te laten horen. Uitvoeringen, artikels, opnames..... zouden een mooie en originele aanvulling bij het bestaande aanbod aan Vlaamse muziek zijn. Radio en tv beschikken over weinig of geen opnames en daardoor geraakt het werk niet bekend bij uitvoerders en publiek. En opnieuw daardoor worden geen opnames gemaakt.... Een vicieuze cirkel die hopelijk doorbroken kan worden.
Mag ik u daarom beleefd vragen om via de blog of de site IMSLP een blik te werpen op de (voorlopige reeks) werken en er enkele van te programmeren in uw optredens.
Uiteraard zullen wij alle initiatieven bekend maken via onze blog. Voor alle info en verdere gegevens rond partituren sta ik steeds ter beschikking.
Met oprechte en muzikale groeten en uitkijkend naar uw (positieve) reactie
Peter Leys (Kleinzoon van Jef Tinel en beheerder van de blog) L.A. Schockaertstraat 33 1600 Sint-Pieters-Leeuw 02 331 03 19 p.leys@telenet.be
19-10-2014
Jos Mertens 90!
In de Egidiuskerk van Groot-Bijgaarden ging de 90ste verjaardag van organist-componist Jos Mertens niet ongemerkt voorbij. Terecht, want Jos is er sinds mensenheugenis de vaste muzikale bezieler en begeleider van de vieringen. Jarenlang ondersteunde hij het parochiaal Egidwinakoor met raad en daad. Jaarlijks organiseert hij er de zomerse cyclus 'Muziek op zondag'.
Op 17 oktober 1924 zag Jos Mertens het levenslicht in Ternat. Zijn droom om professioneel musicus te worden ging omwille van de oorlog niet door. Hij werd bankbediende en bankdirecteur.
Toch liet de muziek hem niet los, en omgekeerd. Als autodidact legde hij zich toe op de muziektheorie, notenleer, harmonie, compositie en het orgelspel. Hij legde examens af voor de jury van het Belgisch Muziekcollege waarin o.a. Lodewijk Mortelmans, Emiel Bosquet en Lodewijk De Vocht zetelden. Daarnaast studeerde hij piano aan de muziekacademie van Asse, harmonie in Aalst en als leerling van Leopold Sluys in Halle behaalde hij de regeringsmedaille voor orgel.
Als uitvoerend artiest begeleidde hij tal van koren en solisten en speelde hij orgel of piano tijdens talloze concerten - al dan niet - rond het Vlaamse lied, het Vlaams-Nationaal Zangfeest en religieuze vieringen.
In de traditie van Emiel Hullebroeck, Jef Tinel, Renaat Veremans, Armand Preud'homme en Gaston Feremans componeerde hij heel wat volksliederen zoals Schachtenliefde, Ik ken een blond Marleentje, Kerstwiegeliedje en het zeer populaire Avondliedje. Voor koor bewerkte hij heel wat volks- en kerkliederen. Hij componeerde ook originele koormuziek zoals een Boerencharleston, Jubilate Deo, een 4-stemmige Nederlandse volksmis, O Jesu Christe voor gemengd koor en sopraansolo... Zijn cantate Kringen van tijd voor koor, soli en orkest kende verschillende succesvolle uitvoeringen. Uiteraard schreef Jos Mertens ook muziek voor piano, orgel, strijkersensemble en andere bezettingen.Tijdens het jongste Vlaams-Nationaal Zangfeest werd nog een nagelnieuwe compositie voor orkest gecreëerd.
Enkele jaren geleden riep de gemeente Dilbeek Jos Mertens uit tot ereburger. Voor die gelegenheid componeerde hij een Dilbeeks volkslied 'Hier voel ik mij thuis'.
Jos Mertens blaakt van gezondheid. Zijn creativiteit is nog niet uitgeput. We wensen hem langs deze weg nog een ad multos felices annos....
11-10-2014
Gedachten
Vlot en onbezorgd pianostukje om je 'gedachten' te verzetten....
Vandaag vernomen tijdens de uitvaart van Lode Dieltiens. En gelezen bij 'deredactie'.
VRT
De klassieke zanger en muzikant Dirk Snellings is overleden aan de gevolgen van een slepende ziekte. De in 1959 geboren Snellings was de medestichter en de artistiek directeur van het kwartet Capilla Flamenca.
Dirk Snellings is vooral bekend als solist van muziek uit de polyfonie en de barok. Hij doceerde ook zang en geschiedenis van de oude muziek aan het Lemmensinstituut in Leuven.
VRT
Snellings zong met verschillende koren en ensembles en was actief in binnen- en buitenland, onder meer met La Petite Bande, Ex Tempore en Le Parlement de Musique. Eind vorig jaar doekte Snellings Capilla Flamenca op.
Uitvaart Lode Dieltiens
In een bomvole kerk van Berlaar namen we deze middag afscheid van Lode Dieltiens (1926-2014). De verrijzenisviering duurde ruim 2 uren. Een bezielde voorganger en begenadigde musici gaven de viering de nodige luister. We konden mooie werken van Lode beluisteren en meezingen. Mij greep vooral de 'Pie Jesu' en 'Ave Maria' aan.De samenzang van 'Nachtegaaltje' en 'Lied van mijn land' waren ontroerend.
Het kruim van Vlaamse cultuur- en muziekverenigingen tekende present (ANZ, Koor en Stem, Lemmens Instituut en Antwerps conservatorium...).
Een beklijvend moment en mooie hulde voor een groot mens en kunstenaar.
12-07-2014
Lode Dieltiens overleden
We vernemen het overlijden van componist-organist-pedagoog-dirigent Lode Dieltiens. In maart woonde hij nog het Vlaams Nationaal Zangfeest bij.
Lode Dieltiens werd op 18 september 1926 in Wijnegem geboren.
Hij studeerde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen en het Lemmensinstituut (toen nog) in Mechelen. Hij bekwaamde zich er in de theoretische vakken, fuga en compositie.
Hij doorliep een succesvolle carrière als leraar en docent aan de Land- en Tuinbouwhuishoudschool in Berlaar, het Antwerpse Muziekconservatorium en het Lemmensinstituut. Ontelbaar zijn de Vlaamse (amateur-)musici die bij Lode hun notenleer en didactiek geleerd hebben. Hun getuigenissen spreken van een vaderlijke leraar met eindeloos geduld die de saaie theorie boeiend en prettig kon maken.
Hij dirigeerde verschillende koren (o.a. het dameskoor Cantate en het mannenkoor Alma Musica). Tot 2000 was hij organist en kantor in de St.-Pieterskerk van Berlaar.
Van 1956 tot 2001 trad Lode jaarlijks op als dirigent op het Vlaams Nationaal Zangfeest. Lode Dieltiens is de laatste dirigent-componist die op het zangfeest zijn eigen liederen kwam dirigeren. Daarmee sluit hij de indrukwekkende rij af van Lodewijk Mortelmans over Karel Candael, Ernest Brengier, Lieven Duvosel, Emiel Hullebroeck, Arthur Meulemans, Jef Tinel, Jef Van Hoof, Ivo Mortelmans, Renaat Veremans, Staf Nees, Fons Bervoets, Gaston Feremans, Marc Liebrecht tot Armand Preudhomme.
Tijdens de slotconcerten van de Dagen van het Vlaamse Lied leidde hij jarenlang de samenzang, samen met Jos Mertens (1924).
Ook als componist heeft Lode Dieltiens zijn sporen verdiend.
Hij componeerde religieuze muziek. Bijvoorbeeld een Nederlandse volksmis waarin koor- en samenzang gecombineerd worden. Hij componeerde het motet Benedicat Vobis. Trouw aan de traditie en tegelijk aangepast aan de hedendaagse tonaliteit sluit dit werk naadloos aan bij de grootse Lemmenstraditie gaande van Van Nuffel over Staf Nees tot Ludo Claesen vandaag.
In het spoor van Hullebroeck en Preudhomme en aangespoord door de bard Willem Demeyer schreef hij talloze volksliederen. De bekendste zijn Nachtegaaltje, De gewijden, Het Blonde Leentje, Idylle, Nu kan de lente komen, Soldatenklacht en Dank u, tot wederziens. Tijdens het zangfeest van 1957 werd zijn lied Opstanding (tekst van Clem De Ridder) gecreëerd. Het zou een vaste waarde blijven tot in de jaren 60. In 2003 zong het zangfeestkoor Boerenbal.
Lode bewerkte daarnaast heel wat volks- en kerstliederen voor allerlei koorformaties. Uit Zingt Jubilate voorzag hij enkele liederen van een passende begeleiding en koorzetting (vb. Aan uw stam, o kruis, een lied van Jef Van Hoof).
Bij het ANZ zijn verschillende cds te koop met werken en bewerkingen van zijn hand.
De Vlaamse liedbeweging bracht tijdens het 74ste Vlaams Nationaal Zangfeest terecht en zeer dankbaar hulde aan deze 85-jarige verdienstelijke, minzame en (té) bescheiden musicus. Het Nachtegaaltje klonk fris en schetterde luid in de nokvolle Lotto-Arena. De Gewijden, vertolkt door koor en solist o.l.v. Peter Leys en met pianist Wim Berteloot klonk plechtig en verheven.
Componist en koorleider Kurt Bikkembergs (gesteund door enkele collega's) stuurde ons deze open brief waarin hij een duidelijk eisenpakket formuleert om het Vlaamse koorleven te laten overleven tot 2030 en later.
Proficiat aan het Antwerpse jeugdkoor Waelrant (o.l.v. Marleen de Bo) bij de overwinning in de Cobra-koorwedstrijd!
30-05-2014
Organist Gabriël Verschraegen
Uitgave verzameld orgelwerk Gabriël Verschraegen
Orgelkunst heeft ruim anderhalf jaar gewerkt aan een eerste uitgave van het integrale orgelwerk van de Gentse componist en organist Gabriël Verschraegen (1919-1981).
Nadat eind 2012 alle orgelwerken (samen met een historische opname van zijn concerto voor orgel, strijkers en pauken) in een 2cd-box als bonus bij het decembernummer van het tijdschrift Orgelkunst werden gevoegd, is zopas het orgelwerk uitgegeven in twee volumes.
Verschraegens eerste orgelcompositie dateert van 1945, zijn laatste van 1974. In een eerste band zijn de liedgebonden orgelwerken opgenomen. Het tweede volume bevat de vrije orgelwerken. De achttien orgelcomposities zijn per band chronologisch geordend.
De twee delen samen bevatten 158 bladzijden muziek. Elk deel wordt voorafgegaan door een uitvoerig voorwoord in het Nederlands en het Engels. Het voorwoord bevat een biografie, een beschrijving van elke compositie met bronvermelding en de dispositie van het Klais-orgel van de Sint-Baafskathedraal te Gent waar Verschraegen organist was. Mogelijke varianten en fouten zijn onderaan in de partituur vermeld. Van de Litanie zijn twee versies gepubliceerd: een versie die teruggaat op het autograaf en een versie gebaseerd op de eerste druk van het Gentse Orgelcentrum.
De uitgave kost 48€ (Europa: 55€) en kan besteld worden bij Orgelkunst via overschrijving op bankrekeningnummer BE09 4366 2049 9157 (BIC: KREDBEBB) met vermelding 'uitgave Verschraegen'.
Publicatiedatum: 1 juni 2014
29-05-2014
Rerum Novarum
Het hoogfeest van Hemelvaart is elk jaar ook het feest van Rerum Novarum. De herdenkingsdag van de sociale encycliek van Paus Leo XIII uit 1891.
Wij vonden in ons archief een orgelstukje van onbekende makelij met als titel: Rerum Novarum.
Op 11 februari 2014 is het 50 jaar geleden dat Gaston Feremans overleed. Deze talentrijke Mechelse muzikant en componist realiseerde een mooi oeuvre ondanks tegenwerking vanwege zijn Vlaamse idealen en een zwakke gezondheid.
Marnixring Gaston Feremans Mechelen zal hem dit jaar in de aandacht brengen. De herdenking op 11 februari is de start van het Gaston Feremansjaar.
Er wordt verzamelen geblazen om 19u30 bij de gedenkplaat aan 't Oud Conservatorium, Wollemarkt te Mechelen.
Gaston Feremans wordt herdacht door sprekers en samenzang. Marc Hendrickx, eerste schepen van de stad Mechelen en Toon Pans, voorzitter van Marnixring Gaston Feremans Mechelen heten welkom. Jurgen De Pillecyn, componist en docent, spreekt het in memoriam uit.
De samenzang wordt geleid door Urbain Van Asch, laureaat van de vijfde Gaston Feremansprijs.
Na afloop verbroederen we in 't Oud Conservatorium.
Ik hoop van hart u komende dinsdag te mogen begroeten!
Met vriendelijke groeten
Toon Pans
Voorzitter Marnixring Gaston Feremans Mechelen
08-02-2014
Sebastiaan Van Steenberge
IN PACE FRIVOLA SEBASTIAAN VAN STEENBERGE
Montefagorum stelt met plezier haar volgende realisatie voor: het oratorium In Pace Frivola van de hand van Kapelmeester S. van Steenberge weergaloos vertolkt door het Leuvense Kamerkoor Musa Horti o.l.v. Peter Dejans.
In Pace Frivola is het Gesammtwerk van vijf dichters, F.L. Bastet (=), Lenze L. Bouwers, Dirk Hanssens osb, Hedwig Speliers en Jos Stroobants, die zich verlustigen in kloosterhofjes, kapitelen en gewelven, en in hun verzen blijk geven van een opmerkelijke vertrouwdheid met de spirituele beleving in abdijen vroeger en nu. Dit poëtische libretto werd samengesteld voor de vijfde verjaardag (eind 2012) van De Kovel, monastiek tijdschrift voor Vlaanderen en Nederland.
Het koorwerk is onderverdeeld in zelfstandige motetten voor een steeds variërende koorbezetting. De compositie sluit aan bij grote koortradities. Elk onderdeel van In Pace Frivola werpt een knipoog naar belangrijke tendensen in de Europese vocale geschiedenis: Hildegard von Bingen, Grieks-orthodoxe gezangen, gregoriaans, Olivier Messiaen, Benjamin Britten, Francis Poulenc, Arvo Pärt, John Tavener en Vic Nees. In Pace Frivola is bovendien een unicum binnen het vocale oeuvre van Sebastiaan van Steenberge: geen compromissen naar het niveau van de uitvoerders toe, maar wel een compositie voor topkoren.
U kunt deze CD bestellen, door € 19,50 (alles incl.) over te maken op IBAN BE79 7512 0364 1133 met BIC AXABBE22, van MONTEFAGORUM, met vermelding van “In Pace Frivola”. De CD wordt u zo snel mogelijk opgestuurd.
26-01-2014
André Laporte wint KLARA-prijs
Proficiat voor André Laporte!
Dit jaar gaat de Klara Carrièreprijs naar André Laporte (°1931).
André Laporte is componist, organist, pianist, musicoloog, filosoof. Hij studeerde bij Flor Peeters, Marinus de Jong en Karlheinz Stockhausen.
Lees meer bij Klara!
21-01-2014
Monique Lesenne overleden
Via Koor en Stem vernemen we dat Monique Lesenne op 76-jarige leeftijd overleden is in Gent. Monique Lesenne was archeologe, maar was vooral gekend als oprichtster en duivel-doet-al in de Vlaamse Federatie voor Jonge Koren. Later werkte ze mee in de koorfederatie Koor en Stem.
Op de site van Koor en Stem vindt u een uitgebreid In Memoriam.
Wie lieten aan de koorfederatie onze blijken van deelneming weten:
Wij bieden onze oprechte deelneming aan bij het overlijden van Monique.
We kenden haar eerst in Gent als gedreven organisator en secretaresse van de VFJK en als onafscheidelijke rechterhand van dr. Gilbert Martens.
Geen koorwedstrijd of concert waar ze niet was, als organisator of als kritische en vakkundige toehoorster.
Later leerden we haar meer persoonlijk kennen in de redactie van Stemband.
Een vrouw die wist wat ze wilde en die heel de nationale en internationale koorwereld kende, van basis tot top. En die daar ook gekend en gerespecteerd was.
Rechtlijnig en niet altijd gemakkelijk, maar wel met het ene goede doel voor ogen: de koorwereld doen bloeien.
Inderdaad, zoals u schrijft, een monument is heengegaan.
Vergeten we ook niet dat organist-componist Jos Mertens dit jaar 90 wordt. Dirigent-componist Frits CELIS viert dit jaar zijn 85ste verjaardag. Jan Coeck wordt dit jaar 70.De jonge pianist, dirigent en componist Johan Sluys viert in 2014 zijn 50 lentes.
Hopelijk besteden koren, solisten en orkesten wat aandacht aan deze figuren.
11-01-2014
Ook eens eigen werkje....
Als muziekliefhebber luister je veel naar muziek. Als koordirigent doorsnuister je veel partituren. Als beheerder van een muziekblog zie en hoor je veel muziek. Dan bekruipt je soms het verlangen om zelf ook eens iets te proberen schrijven. Bijvoorbeeld dit Lento' voor orgel.
Sinds kort staan op Youtube nieuwe video's met pianomuziek van Jef Tinel (1885-1972).
Kijk met ons mee, luister en geniet... Stel met ons mee vast dat deze muziek niet misstaat naast die van tijdgenoten zoals De Vocht, Van Hoof....
De 'Mazurka' dateert uit 1928; de 'Elfendans' uit 1932. Het 'Zoete lief herderinneke' werd geschreven in 1931. Het frisse met klokkengebeier overgoten 'Zondagmorgen' ontstond op 13 april 1932.
Op youtube - onder de titel 'Jef Tinel' - kan je een 5-tal video's bekijken en beluisteren met Vlaamse kerstliederen in een koorbewerking van Jef Tinel (1885-1972). Zo zijn er: Het viel eens hemels douwe, Stil nu 't kindje slapen wil, Herders Hij is geboren, Kerstlied en Kerstliedje.
Alle liederen worden uitgevoerd door het vocaal ensemble T'Andernaken uit Halle.
Te bekijken en beluisteren waard.
08-12-2013
Jef Tinel op youtube
Op youtube werden enkele video's met muziek van Jef Tinel geplaatst.
Het betreft 6 liederen voor gemengd koor op teksten van Guido Gezelle. Ze worden uitgevoerd door het vocaal ensemble T'Andernaken uit Halle. Het is een concertopname uit 2002, toen Jef Tinel herdacht werd n.a.v. zijn 30-jarig overlijden.
Je hoeft enkel 'Jef Tinel' in te typen en je komt er terecht.
Er is ook een video geplaatst met de uitvoering van 'Wij zijn bereid' op het zangfeest van 2012.
Alle uitvoeringen worden gedirigeerd door Tinels kleinzoon Peter Leys.
12-11-2013
Kristiaan Van Ingelgem krijgt Gaston Feremansprijs
Geachte mevrouw, meneer,
Beste cultuursympathisant
We nodigen u bij deze graag uit op de plechtige uitreiking van de 7de Gaston Feremansprijs op zondag 17 november 2013 om 10u30 in het de Keldermanszaal van het stadhuis van Mechelen.
De laureaat is Kristiaan Van Ingelgem, een verdienstelijk Vlaams organist, beiaardier, koorbegeleider en componist, die deze tweejaarlijkse prijs krijgt omwille van zijn jarenlange bijdrage tot de promotie van de Vlaamse muziek.
Het programma:
- 10u30 Verwelkoming
o Muzikaal intermezzo door Lorin Lara (Viool) en Willy Appermont (piano)
- Laudatio door Ludwig Van Mechelen, Klassiek Centraal
- Plechtige uitreiking van de 7de Gaston Feremansprijs aan de heer Kristiaan Van Ingelgem
- Dankwoord van de laureaat
o Muzikaal intermezzo
- Slotwoord door de voorzitter
o Muzikaal intermezzo)
- Samenzang
- 11u45 Feestelijke receptie in Salons Van Dijck
Ter info: de Gaston Feremansprijs
De Gaston Feremansprijs is een tweejaarlijkse prijs die in 2001 in het leven werd geroepen door het Gaston Feremansfonds. Sinds het ontbinden van het Gaston Feremansfonds in 2008 wordt de prijs toegekend en uitgereikt door Marnixring Gaston Feremans.
De Gaston Feremansprijs maakt deel uit van het project van Marnixring Mechelen Gaston Feremans om de componist Gaston Feremans en zijn oeuvre te promoten door het te laten uitvoeren en het in de belangstelling te houden van alle muziekliefhebbers. We willen tevens de mens Gaston Feremans herdenken, die uitermate getalenteerd was, maar verhinderd werd om op het voorplan te treden door de politieke en maatschappelijke omstandigheden (en de daaruit volgende tegenwerking).
De prijs wordt toegekend aan een verdienstelijke persoon uit de sociale, culturele, politieke of wetenschappelijke wereld.
09-11-2013
Op zoek naar mooie kerstliederen voor koor?
Stilaan beginnen de koren aan hun programmatie voor de kersttijd. Kerstconcerten, nachtmissen en kerstvieringen blijven hoogtepunten voor een koor. Wil je eens uitpakken met -weliswaar- traditionele kerstmuziek maar in een andere verpakking dan anders? Dan bieden wij een oplossing. Oud-Vlaamse kerstliederen in een koorbewerking van Jef TINEL. Een dubbele garantie op degelijkheid: de oude liederen hebben reeds eeuwen hun waarde bewezen en Jef Tinel staat borg voor een zeer goed en zingbare bewerking. Meer dan het proberen waard. Er zijn ook enkele originele composities bij. Op deze blog vind je bovenaan heel wat kerstmuziek van Tinel. Wij geven hier ook enkele partituren mee...
Gisteren, 30 oktober 2013, overleed in Bertem de 93-jarige dichter en Vlaams voorman Clem De Ridder. Hij werd in Opwijk geboren in 1920.
We herinneren ons De Ridder uiteraard als degelijk voorzitter van het Davidsfonds met belangstelling voor cultuur en geschiedenis van Vlaanderen, als consequent en trouw lid van het IJzerbedevaartcomité, als leider van het Egmontcomité, als spreker op de IJzerwake, als publicist en auteur.
Op deze blog herinneren we ons Clem De Ridder vooral als tekstdichter voor manifestaties als de IJzerbedevaart en het Vlaams-Nationaal Zangfeest.
Hij publiceerde een bundel 'Zingen wij ons eigen lied' met een rijke keuze aan stap-, strijd, heimat- en religieuze liederen uit de Vlaamse liederenschat van o.a. Peter Benoit, Lodewijk Mortelmans, Emiel Hullebroeck, Jef Tinel, Renaat Veremans, Armand Preud'homme, Ignace De Sutter, Lode Dieltiens en Jos Mertens.
Emiel Hullebroeck schreef heel wat populaire liederen op teksten van De Ridder: Hoge Vrouwe in de hemel, Brabant, Zelfbestuur, Kerstliedje, Rodenbachlied...
Ook Lode Dieltiens bediende zich van De Ridders teksten: De gewijden en Meetjesland.
Hopelijk blijft de dichter voortleven in zijn gezongen liederen.
Kristiaan Van Ingelgem
7de Gaston Feremansprijs
Zondag 17 november 2013 om 10.30 uur: plechtige uitreiking van de 7de Gaston Feremansprijs aan
Kristiaan Van Ingelgem, organist, beiaardier en componist uit Aalst.
Laudatio door Ludwig Van Mechelen - Klassiek Centraal
Organsatie:
Marnixring Gaston Feremans Mechelen
Van harte proficiat!
30-10-2013
Louis Neefs
U wordt uitgenodigd op het concert "Mechelen zingt Louis Neefs" op zondag 17 november om 16 u. in het Sint-Romboutscollege, Veemarkt 56 te Mechelen.
Met dit feestelijke meezingconcert wil men Louis Neefs eer betonen.
De uitvoerders Connie Neefs, Paul Stok, Hannelore Candries (de dochter van Connie) en Gery's Big Band vertolken vele klassiekers van Louis Neefs.
De liederen en het leven van Louis Neefs worden geïllustreerd met behulp van een foto- en filmmontage.
Het concert heeft plaats in de mooie, historische podiumzaal van het Sint-Romboutscollege.
Na afloop is er een gezellige receptie met muzikale omlijsting.
In bijlage vind je de affiche in elektronische vorm.
Mis dit unieke concert niet!
Inkomkaarten kosten in voorverkoop 12 euro (10 euro voor gepensioneerden en studenten).
Aan de kassa betaal je 15 euro (12 euro voor gepensioneerden en studenten).
Je kan inkomkaarten verkrijgen bij Verlinden Slaapcomfort, Onze-Lieve-Vrouwstraat 101, Mechelen
- via e-mail: mechelenzingtneefs@gmail.com of telefonisch: 0478 / 05 86 46
Indien je telefonisch bestelt, geef dan duidelijk aan: naam, voornaam, e-mailadres (of postadres), aantal gewenste inkomkaarten: aantal gewone en/of aantal met korting.
Sinds begin van dit jaar zijn er op onze website www.koorpartituren.be met beschrijving van koorpartituren meer dan 700 titels bijgekomen van hedendaagse Vlaamse koorcomponisten.
In totaal staan er nu van onze componisten 6428 titels op de website.
We kunnen niet genoeg u aanbevelen werken van onze toondichters te programmeren.
Dirigenten die op zoek gaan naar werken voor de kerkelijke feesten (kerstmis, Pasen ....) kunnen via de zoekvelden van de kolommen zeer gemakkelijk de gewenste compositie opvragen.
Een klein voorbeeld:
typ in het zoekveld THEMA/kerstmis
TIJDPERK/v 20-21 en men bekomt meer dan 700 composities van hedendaagse Vlaamse koorcomponisten voor kerstmis.
In de Abdij Van Affligem bevindt zich het archief van Dom Augustinus Verhaegen (1886-1965). Een minder bekende componist die zeker onze aandacht verdient. Vooral enkele missen en motetten zijn zeer mooi. In de bijlage stuur ik een voorbeeld: het motet O Oriens.
De komende maanden gaan we enkele mooie werken digitaliseren en via onze website bekend maken.
Twee jaar geleden hebben een aantal componisten in opdracht van de muziekacademie van Diksmuide 150 souterliedekens gecomponeerd naar een cantus firmus van Clemens non Papa. Al de liederen staan op onze website.
Typ in het zoekveld van de kolom BUNDEL/BOEK 150 nieuwe en u bekomt al de souterliedekens. Als u in de kolom DEMOPARTITUUR demo academie voor muziek en woord Clemens non Papa-Diksmuide aanklikt komt men op de website met een pdf van al de partituren!
Componisten kunnen nog altijd de beschrijving van hun composities die nog niet op onze website staan opsturen. (Zie fiche in de bijlage)
Hij werd in 1913 geboren in Kachtem en overleed in 1993 in Roeselare.
Hij was leraar, organist, pianist en componist.
Onder zijn leraars treffen we niet de minsten aan: Marinus De Jong, Flor Peeters, Staf Nees, (Lemmensinstituut), Lodewijk Mortelmans, Jef Van Hoof (privé) en Joseph Ryelandt (Gents conservatorium).
Op Youtube (enkel "willy ostijn" intypen) vind je heel wat muziekfragmenten van deze interessante componist: orkestwerken, stukken voor solo-instrument en piano en zelfs een foxtrot.
Ostijn schreef ook nog een frisse operette: Het meisje van Damme, een romantische cantate: Westland en werken voor orgel, piano....
Op de internationale muzieksite IMSLP kan je heel wat partituren lezen en downloaden.
28-09-2013
Kurt Bikkembergs 50
In 2013 viert Kurt Bikkembergs zijn ontmoeting met Abraham.
We wensen hem ad multos annos!
Graag wijzen we op 2 cd's met muziek van Kurt.
'Water, water, babbelwater' en 'Prometheus'.
Je kan de 2 cd's bestellen door 30 te storten op het nummer IBAN BE79 7512 0364 1133 van BIC AXABBE22 of Montefagorum, met vermelding Kurt 50.
23-09-2013
De Boeck or not De Boeck
De gemeente Asse wil de naam van de bestaande muziekacademie 'August De Boeck' omvormen tot 'Academie voor muziek, woord, beeldende kunsten en dans.....'. Omdat de academie meer dan muzieklessen inricht, moet de naam van de componist De Boeck verdwijnen. Zo oordeelt men in Asse.
Wij betreuren dat. De Boeck is immers in de regio Asse, Brussel, Merchtem.... een naam als een klok. De Boeck was een componist van internationaal niveau en met internationale erkenning. Een man om fier op te zijn, als Vlaming.
Fier? Neen dus. Weg die naam!
Net zoals in Gentbrugge de naam 'Emiel Hullebroeck' weg moest. Net zoals beelden, graven en plaketten van Vlaamse musici -om niet over partituren te spreken!- overal liggen en staan te verkommeren. Onze overheid toont weinig of geen respect voor onze eigen componisten.
Heel wat Vlaamse prominente musici hebben al een protestbrief gestuurd naar het gemeentebestuur van Asse. Doet u mee?
Dank!
16-09-2013
Pianomuziek van Vlaamse toondichters
Natuurlijk kennen we de pianomuziek van Peter Benoit, Edgar Tinel, Lodewijk Mortelmans, Jef Van Hoof, Marinus De Jong, Emmanuel Durlet, Peter Cabus, Piet Swerts ....
Vaak gaan uitvoerders echter voorbij aan het werk van Jef Tinel.
Ook hij componeerde nochtans heel wat muziek voor klavier.
Korte (en minder korte) verhaaltjes, als het ware, zoals 'Kabouters', 'Sprookje', 'Lentefeest', 'Herfst', 'De kerels', maar ook mazurka's en walsen. Opgewekte stukken en intieme avondliedjes. We vonden in de manuscripten ook een klaviersuite bestaande uit 4 delen.
Deze suite werkte Tinel later uit tot een orkestsuite.
Op de site Tinel_jef (seniorennet) en bij IMSLP (zie rechts voor beide 'links') zijn onlangs een reeks pianowerken gepubliceerd.
Meer dan de aandacht waard.
29-08-2013
Mgr. Jules Van Nuffel
Gelezen bij Koor en stem:
Om tegemoet te komen aan de groeiende vraag ontwikkelde Koen Vits in overleg met de familie Van Nuffel een website rond de figuur en de muziek van Jules Van Nuffel (1883 - 1953).
Op termijn is het de bedoeling dat deze webstek kan uitgroeien tot een knooppunt waar dirigenten, koren en muziekliefhebbers informatie kunnen uitwisselen en terecht kunnen met al hun vragen over het leven en werk van Van Nuffel.
Thans bevat de website reeds een beknopte biografie, een discografie en een volledige catalogus van de composities met hun vindplaats.
Neem gerust eens een kijkje en laat je indrukken en suggesties achter op het contactformulier www.julesvannuffel.be.
Een goed initiatief waar nood aan was!
26-07-2013
Vlaams heimatlied nog niet dood..
Uiteraard blijven Emiel Hullebroeck, Jef Van Hoof, Jef Tinel, Lodewijk De Vocht, Renaat Veremans, Armand Preud'homme, Gaston Feremans, Jos Mertens, Lode Dieltiens.... onze grote klassieke toondichters van heimatliederen, streekliederen, strijdliederen ... ter ere van Vlaanderen. Nooit kan en mag het ANZ hen vergeten en voorbijgaan bij het samenstellen van programma's van zangfeesten en andere liedprogramma's of bij hun digitaliseringsproject.
Toch worden ook vandaag nog fijne 'volksliederen' geschreven.
Een klassieker werd al Will Tura met zijn 'Omdat ik Vlaming ben' en 'Vlaanderen, mijn land'. Boudewijn De Groot scoorde een topper met 'Land van Maas en Wael', net zoals Rocco Granata met zijn 'Vlaanderen, mijn land'. Herman Elegast schreef een schitterend strijdlied op tekst van Anton Van Wilderode: 'Volk word(t) staat!' Ook Raymond van het Groenewoud schreef een mooi lied over zijn taal: 'Ik zing in de taal van mijn moeder'. Heel wat meer geslaagd dan zijn 'Vlaanderen boven' vind ik zelf. Tijdens de reeks Vlaanderen muziekland maakten we kennis met een nieuwe ode aan Vlaanderen en zijn taal. Nicole en Hugo zongen er 'Hier in m'n Vlaamse land'. Een rustig liefdeslied voor Vlaanderen en de Vlaamse taal. Een eenvoudige melodie die je meteen meezingt.
Als je ziet hoe de verzamelde menigte dat lied (en uitvoerders) toejuicht en met leeuwenvlaggetjes zwaait, kan je alleen maar besluiten dat het Vlaamse heimatlied nog niet dood is.
Gestimuleerd door het voorbeeld van Nicole en Hugo en geïnspireerd door een verblijf aan de Vlaamse kust probeerde ikzelf ook eens een heimatliedje te schrijven. Over de Noordzee uiteraard, de zee van het Vlaamse land. Geen hoogstaande poëzie, maar eigen rijmende zinnen over zee en strand.... Een volkse melodie met eenvoudige pianobegeleiding.
80 jaar geleden overleed de dichteres Alice Nahon (1896-1933). Op haar gedicht 'Geloof' componeerde Jef Tinel in 1922 dit mooie lied. Let op de stuwende pianobegeleiding met wisselende triolen in beide handen.
Op Klara niet veel Vlaamse muziek gehoord vandaag, hoewel we de Vlaamse feestdag vierden.
We hebben nochtans schitterende muziek die in ons land geschreven is. Zo bijvoorbeeld het stemmige lied 'De dag nu sterven gaat' van Jef Tinel op tekst van Marcel Breyne. Hoor de avond vallen en de avondklok luiden.....
Ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag van 11 juli publiceren we hier een lied. De tekst is de bekende 'Psalm' van Albrecht Rodenbach. Ondergetekende plaatste er een eenvoudige melodie op en voorzag die melodie van een al even eenvoudige pianobegeleiding.
Via de media vernamen we het overlijden van Miel Cools, de Vlaamse troubadour.
We herinneren ons Miel als de fijne en sympathieke verteller en zanger met de gitaar.
Hij vulde grote en kleine zalen en bracht de juiste sfeer in het Sportpaleis en de Lotto-Arena tijdens verschillende Vlaams-Nationale Zangfeesten.
In maart was hij er nog eregast.
Wij blijven zijn 'Soldaat', 'Houden van', 'Boer Bavo', 'Dit is de tijd'... zingen en koesteren.
15-03-2013
Vic Nees overleden
Gisteren vernamen we het overlijden van de Vlaamse componist-dirigent-pedagoog-causeur Vic NEES (1936-2013).
Een pijnlijke verrassing.
Temeer daar op 10 maart nog een passie van hem in première ging (zie een vorig bericht).
Als in memoriam publiceren we het artikel dat we schreven n.a.v. zijn 75ste verjaardag in 2011.
VIC NEES 75
Vic Nees werd op 8 maart 1936 in Mechelen geboren.
Zijn vader was de legendarische beiaardier, componist, organist en dirigent Staf Nees (1901-1965). Geen wonder dus dat zoon Vic ook de muzikale weg insloeg.
Na een korte stap in de Letteren en Wijsbegeerte keerde hij zich spoedig tot de muziek. Hij studeerde harmonie, fuga, contrapunt en compositie aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen bij o.a. Flor Peeters en Marcel Andries. Aan de Hochschule für Musik in Hamburg bekwaamde hij zich in koordirectie bij Kurt Thomas. In 1964 werd hij laureaat van de Meisterkurs für Chorleitung. Het koorleven liet hem niet meer los en vice versa.
Vic Nees werd in 1961 producer bij de BRT (nu VRT) voor koormuziek en van 1970 tot 1996 dirigeerde hij het omroepkoor.
Als dirigent heeft Vic Nees steeds veel aandacht besteed aan de Vlaamse koormuziek. Zowel de romantische als de hedendaagse Vlaamse componisten kwamen in zijn dirigeeractiviteiten vaak en uitgebreid aan bod. Hij bezit een encyclopedische kennis van de koormuziek die in ons landsgedeelte geschreven is en moedigt elk (jong) talent aan.
Hij was jarenlang muzikaal adviseur bij het ANZ en adviseert nu de koorfederatie Koor en Stem. Via jurywerk, cursussen, lezingen en artikels in muziektijdschriften timmert hij nog steeds aan de weg van het Vlaamse koorleven.
Maar Vic Nees is veel meer dan een schitterend uitvoerend artiest en pedagoog.
Hij componeerde kamermuziek, piano- en orgelwerken en liederen, maar vooral koorwerken van allerlei formaat en soort. Van eenvoudige eenstemmige (volks)liederen, volksliedbewerkingen tot sterk uitgewerkte motetten, cantates en oratoria.
Zijn stijl is sterk beïnvloed door de Duitse koorvernieuwing halfweg vorige eeuw onder impuls van Hugo Distler. Typisch en herkenbaar zijn het spelen met en verschuiven van woordaccenten, clusters, syncopen en repetitieve frases. Tekstplaatsing en verstaanbaarheid zijn uiterst belangrijk en bepalen het hele ritme en de melodie. Hij zoekt tevens een hedendaagse aansluiting bij de renaissancemuziek en de polyfonie van Heinrich Schütz. Zo streeft hij naar soberheid en verinnerlijking. De zanglijnen zijn niet verticaal maar lineair en horizontaal gedacht. Elke partij heeft een eigen onafhankelijke melodie. De harmonie blijft echter wel tonaal. Soms gebruikt hij avant-gardistische technieken van spreekkoren en geluidenimitaties. Maar steeds met respect voor de klassieke traditie.
Vic Nees werd bekroond met talrijke (inter)nationale prijzen. Het vandaag gelauwerde platenlabel Phaedra bracht verschillende werken van Vic Nees uit op cd.
Onlangs verscheen O song, portret van een koorcomponist over leven en werk van de 75-jarige componist. Boek en bijhorende cd kunnen besteld worden bij Koor en Stem.
Wandellied is een typisch voorbeeld van een eenstemmig lied, bedoeld als volkslied. Het munt uit door een frisse, eenvoudige en vlot meezingbare melodie. Wij zongen het tijdens het 74ste Vlaams Nationaal Zangfeest uit volle borst als hulde aan deze grote en verdienstelijke Vlaming.
Tijdens de misviering van de Ijzerwake in augustus 2011 zingen we zijn Ik wandel door Gods seizoenen. Het kadert in dezelfde stijl als het wandellied.
19-02-2013
CD met muziek ter ere van Hendrik Conscience
In 2012 herdachten we de 200ste verjaardag van de schrijver uit Antwerpen die zijn volk leerde lezen.
In het kader van dit herdenkingsjaar vond er in december in Schilde een concert plaats met muziek die ter ere van Conscience werd geschreven.
Zo stond de Consciencecantate van August De Boeck op het programma net zoals de cantate Conscience herdacht van Peter Benoit. Daarnaast was er nog muziek te horen van o.a. Jef Van Hoof, Karel Candael, Lodewijk Mortelmans en Janpieter Biesemans. Uitvoerders waren het Helicon-ensemble en het orkest La Passione onder leiding van Geert Hendrix.
Van dit concert is een cd-opname met infoboekje te koop.
De stukprijs bedraagt 10 + 2 verzendingskosten, te betalen op rekening 733-0270098-80 op naam van de Gilde van Baas Gansendonck.
De bestelling wordt opgestuurd zodra de betaling is ontvangen.
13-01-2013
Markante verjaardagen in 2013
Natuurlijk zijn er in 2013 opnieuw enkele componisten die perfect in de schijnwerper kunnen geplaatst worden omwille van een markante verjaardag.
Zo gedenken we de 100ste verjaardag van:
-Albert Delvaux;
-Willy Ostijn;
-Ernest Van Der Eyken.
Precies 120 jaar geleden werden volgende componisten geboren:
-Emmanuel Durlet;
-Herman Meulemans;
-Godfried Devreese.
Karel Candael zag 125 jaar geleden het levenslicht.
Enkele componisten verlieten ons een opmerkelijk aantal jaren geleden:
-65 jaar geleden: Karel Candael;
-25 jaar geleden: Maurits Deroo en Marcel Poot;
-20 jaar geleden: Karel Goeyvaerts, Willy Ostijn en Renier Van Der Velden;
-15 jaar geleden: Willem Kersters;
-10 jaar geleden: Peter Welffens.
Gelukkig kunnen we ook enkele belangrijke nog levende toondichters in de bloemetjes zetten.
Roland Coryn telt in 2013 precies 75 lentes en Raymond Schroyens mag 80 kaarsjes uitblazen.
Aan hen beiden een ad multos annos!
Hopelijk kunnen we van al deze (en andere) Vlaamse componisten dit jaar enkele werken horen.
Blog voor Jef Tinel
Bij seniorennet is een nieuwe blog gestart.
Het is er de bedoeling de Vlaamse componist Jef Tinel (1885-1972) in de kijker te stellen via info over leven en werk en via partituren en luisterfragmenten.
Het adres is eenvoudig: bij seniorennet: Tinel_Jef .
Veel leesgenot.
07-01-2013
75 Vlaams Nationale Zangfeesten
Enkele weken geleden woonden we in een zaaltje van de Lotto-Arena de voorstelling bij van het nieuwe boek 'Wij zingen Vlaanderen vrij' van Paul Cordy.
Paul Cordy is de regisseur van het Vlaams-Nationaal Zangfeest en is al jaren nauw bij het zangfeest betrokken.
Naar aanleiding van 75 zangfeesten op rij, schreef hij als historicus een monografie over de geschiedenis van het zangfeest. Een lees- en kijkboek.
Binnenkort krijgt u hier een bespreking van dit boek.
Tijdens de voorstelling konden we Cristel de Meulder horen in de uitvoering van enkele liederen van o.a. Peter Benoit, Lodewijk Mortelmans, Lodewijk Ontrop, Joseph Ryelandt en Ignace De Sutter.
Auteur Cordy gaf een toelichting bij zijn boek net als musicoloog Jan Dewilde. Hij belichtte de muzikale betekenis van de zangfeesten.
ANZ-voorzitter Erik Stoffelen wees op het belang van het ANZ en het boek in de Vlaamse muziekwereld en politiek.
Een vertegenwoordigster van het Davidsfonds stelde als uitgever het boek voor.
Een fijne receptie sloot de zitting af die door een 100-tal genodigden werd bijgewoond.
En nu op naar de 76ste editie!
Zondag 3 maart 2013 om 14.30 uur in de Antwerpse Lotto-Arena. Het programma belooft weer goed te zijn....
27-12-2012
Tinel, Jef en Edgar
In 2012 kan men speciale aandacht besteden aan de muziek van twee componisten met de naam Tinel.
Edgar Tinel (1854-1912) overleed precies 100 jaar geleden. Hem voorstellen aan muziekliefhebbers is overbodig. Iedereen kent hem als directeur van het Lemmensinstituut en Brussels conservatorium, als muziekinspecteur en kapelmeester van het Hof. Edgar Tinel componeerde een massa kunstliederen, koorwerken voor a-capellakoor of met begeleiding, cantates, oratoria, piano- en orgelwerken en werken voor orkest. Hij was de grote collega en antipode van Peter Benoit. Waar Benoit begon met religieuze composities en eindigde als Vlaams nationalistisch toondichter begon Tinel als epigoon van Benoit met volkse cantates zoals Klokke Roeland en evolueerde hij tot groot religieus toondichter van werken als Godelieve, Franciscus, Te deum..... Gezelle was een van zijn geliefkoosde leveranciers van teksten. Hij was zelfs peter van een van Tinels zonen.
Jef Tinel (1885-1972) was de neef en tevens petekind van Edgar Tinel. Hij studeerde o.a. aan het Lemmensinstituut bij Edgar Tinel en in Gent bij Leo Moeremans. Jef Tinel bouwde een rijke carri�re uit als organist, dirigent van koren en harmonie�n, dirigent op massamanifestaties zoals de IJzerbedevaart, 11-julivieringen en Vlaams-Nationale Zangfeesten. Hij was muziekleraar en directeur van de muziekschool in Maldegem. Hij componeerde kunst- en volksliederen, missen, koorwerken (met of zonder begeleiding), cantates, orkestwerken en werken voor orgel en piano. Op het zangfeest en de IJzerwake van 2012 zingt men uiteraard zijn strijdlied 'Wij zijn bereid'. Maar Jef Tinel betekent meer dan dat. Zijn andere werken verdienen een ruime aandacht. Voor liederen en koorwerken ging hij vaak te rade bij Gezelle, Rodenbach of Ren� De Clercq, maar ook bij eigentijdse dichters als Willem Gijssels, Jozef Simons en Anton Van Wilderode Hij kadert in de laat-romantiek naast figuren als Jef Van Hoof, Ivo Mortelmans, Arthur Verhoeven, Renaat Veremans en Lodewijk De Vocht. Hij werd door kenners als Jules Van Nuffel, Alfons Moortgat en Emiel Hullebroeck geprezen als een zeer getalenteerd componist met een eigen stijl. Vandaag stellen we vast dat ook buitenlandse koren interesse krijgen voor zijn werk. Dus mag Vlaanderen niet achterblijven. Jef Tinel overleed precies 40 jaar geleden.
Koren en andere muziekenensembles kunnen een origineel programma uitbouwen rond de muziek van oom en neef Tinel. Partituren van Edgar Tinel zijn verspreid. Maar voor werken van Jef Tinel kan men bij de eigenaar van deze blog terecht, maar ook bij o.a. Koor en Stem, het ANZ en de WIMA-muziekpartiturensite, de site IMSLP of bij CPDL.
Wil men een derde figuur erbij betrekken, dan is er steeds mogelijkheid om August De Boeck (1865-1937) te programmeren. Hij was een persoonlijke kennis van beide Tinels. De Boeck overleed precies 75 jaar geleden.
We kijken uit naar originele concertprogramma's.......
22-09-2012
De Boeck herdacht in Merchtem
Op vrijdag 21 september sloot het De Boeckcomité in Merchtem de zomer én het jubeljaar August De Boeck af. Na een heel rijkgekleurd palet van activiteiten werd de kers op de taart gezet. Het Nationaal Orkest van België o.l.v. Norbert Nozy bracht een avondvullend De Boeckconcert. Dat was, naar intendant Frank Teirlick vertelde, van 1939 geleden.
Een nagenoeg volle kerk luisterde geboeid naar: -Dahomese rapsodie; -Pianoconcerto; -Orkestsuite Francesca; -Symfonie in sol.
De élan van het orkest groeide naar het einde toe. De Dahomese rapsodie mocht wat virtuoser en spitanter. In het pianoconcerto leek het orkest me wat log. Pianist Jozef De Beenhouwer -die het concerto voor Hansklavier omzette naar piano - vertolkte de partituur met gloed. Frits Celis' bewerking van Francesca was een pareltje orkestmuziek. Louterend en hartstochtelijk. De symfonie was een werkelijke apotheose. Fantastisch georkestreerd. Deskundig gespeeld met het leidmotief. Verrassend fris, melodieus, romantisch met wat impressionistische trekjes. Verstilde passages en uitbundige momenten wisselen elkaar spontaan en natuurlijk af. Het orkest en dirigent lieten zich ten volle meegaan op de muziek.
Het publiek - we herkenden o.a. componist Vic Nees, dirigent en ereconservatoriumdirecteur Michaël Scheck, Phaedrabezieler Luc Famaey, vertegenwoordigers van muziekkringen zoals de Servaiskring in Halle en het Edgar Tinelcomité in Sinaai - was heel opgetogen over de mooie avond. Het glaasje De Boeckwijn na afloop kon de sfeer alleen maar bevestigen....
18-09-2012
Ereburgers van Grimbergen
We vernemen dat Grimbergen 2 ereburgers (bij) heeft.
Organist Kamiel D'Hooghe en koorcomponist en dirigent Vic Nees werden uitgeroepen tot ereburger van hun stad.
We feliciteren hen en zijn blij dat klassieke Vlaamse musici deze eer krijgen.
12-07-2012
Hullebroeck
Proficiat aan zanger Paul Claus en pianiste Ellen Lampo.Hun optreden gisteren met liederen van Hullebroeck in het Casinocursaal van Oostende was schitterend.
Mooie liederen, stijlvol gebracht.
Nog van dat!!!
10-06-2012
Muziek van Jef Tinel in de Brusselse kathedraal
Ter gelegenheid van sacramentszondag voerde het Brussels Kathedraalkoor o.l.v. Kurt Bikkembergs de Missa in honorem sacratissimi Sacramenti van Jef Tinel uit. Organist Bart Jacobs begeleidde. Passender kon het niet. Deze mis voor gemengd koor en orgel werd geschreven in 1915. Ze is vol(laat)romantisch en ademt de sfeer van het Lemmensinstituut, waar Tinel zijn opleiding genoot.
We hoorden de kleine delen: Kyrie, Sanctus-Benedictus en Agnus Dei. De compositie is sterk thematisch uitgebouwd en bevat mooie fugatische gedeelten. Ze is erg melodieus en contrastrijk. Klasssiek opgebouwd. Sprekend is de tekstuitbeelding. Het orgel krijgt in deze partituur een interessant aandeel.
Het koor trad op in een beperkte bezetting, maar toch werd een volle klank gerealiseerd. De uitvoering was partituurgetrouw en genuanceerd. Intiem en ingetogen. De uitbundige stukken klonken opgewekt zoals voorgeschreven. Koor en orgel vloeiden naadloos in elkaar over. De goed gevulde kathedraal luisterde aandachtig en beloonde het koor met een spontaan applaus.
Naast Jef Tinel kregen ook de Vlamingen Peter Pieters, August De Boeck en Jaak-Nicolaas Lemmens een plaatsje in het programma.
We kijken hoopvol en vol verwachting uit naar de uitgave en uitvoering van deze Sacramentsmis waarbij ook het Gloria en Credo aan bod kunnen komen. Wie weet een cd-opname? Samen met Tinels 'O salutaris hostia'? Alvast oprechte dank en felicitaties aan dirigent en uitvoerders!
Kurt Bikkembergs Jef Tinel
Bart Jacobs
16-05-2012
Jef Tinel op Wikipedia
Deze namiddag werd het artikel 'Jef Tinel' op de site van Wikipedia definitief behouden. Het artikel geeft een beeld over de opleiding, de loopbaan en de composities van deze Vlaamse componist, organist, dirigent en pedagoog. Er is ook een bronnenlijst opgenomen. Neem er eens een kijkje. Heel wat andere Vlaamse componisten hebben er ook hun pagina (Peter Benoit, Jan Blockx, Edgar Tinel, Renaat Veremans, Marinus De Jong, Jef Van Hoof, Lodewijk De Vocht, Johan Duijck ...).
29-04-2012
Peter Benoit
Warm aanbevolen...
A propos Peter Benoit - Op stap met een groot Antwerpenaar Patrick Verhoeven
Peter Benoit werd voor de muziek wat Hendrik Conscience voor de literatuur betekende: de man die zijn volk leerde zingen. Maar Benoits betekenis is in Vlaanderen nauwelijks nog bekend. De gids A Propos Peter Benoit wil hierin verandering brengen. Auteur Patrick Verhoeven neemt u in de voetsporen van Benoit mee door Antwerpen, de stad waar de toondichter zijn grootste muzikale triomfen kende, maar ook bittere tegenslagen en ontgoochelingen te incasseren had. De hedendaagse beleving van Benoit wordt niet vergeten en er wordt kritisch gekeken naar de manier waarop vandaag in de stad met zijn erfgoed wordt omgegaan. De rijk geillustreerde wandelgids neemt de lezer tenslotte mee op uitstapjes naar de Antwerpse Kempen, de Leiestreek, Brussel en Parijs, plaatsen die ook een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van Benoit.
Uitgeverij: Pandora Referentie: ANZ 535
Prijs: 14 Euro
13-03-2012
Jan Haderman 60!
Een formidabel concert!
Zeker niet te missen voor liefhebbers van harmonie en fanfare:
Jan Hadermann, componist en gastdocent Harmonie- en fanfaredirectie, wordt
60 !
Jan Hadermann is laureaat
compositie en muziekopvoeding van het Lemmensinstituut te Leuven.Achteraf
bekwaamde hij zich verder aan het conservatorium van Antwerpen bij Willem
Kersters, wat resulteerde in een Eerste Prijs compositie. In 1993 mocht hij
de vierjaarlijkse SABAM-prijs voor hafabra in ontvangst nemen. Sedert 1973 is
hij docent contrapunt, fuga en compositie aan het Lemmensinstituut en sinds
1994 gastdocent hafadirectie aan het conservatorium van Antwerpen. Zijn
oeuvre omvat werken voor symfonisch orkest, koor, piano, kamermuziek en
elektronische muziek. Voor dit huldeconcert werd gekozen voor kamermuziek
door studenten, alumni en docenten koperblazers en werken voor
harmonieorkest.
Naar aanleiding van Hadermanns 60ste verjaardag organiseren de afdelingen koperblazers
en hafa-orkestdirectie o.l.v. Dirk De Caluwe van het Koninklijk
Conservatorium Antwerpen met veel
enthousiasme dit huldeconcert.
Op het programma staan o.a. het virtuoze
Wicker-work voor trompet en tape door Alain De Rudder, de Introductie
en Inventie voor trombone en tape door Jan Smets en Faits Divers, door
Alain De Rudder, Steven Verhaert (trompet), Rik Vercruysse
(hoorn), Jan Smets (trombone) en Bernd Van Echelpoel (bastuba).
Het Harmonieorkest
Conservatorium Antwerpen o.l.v. Dirk De Caluwe met als solist Ivo
Hadermann brengt het geheel nog meer luister bij met het Concerto per
corno e orchestra, bewerkt voor harmonieorkest door 3 studenten uit de
masteropleiding voor hafadirectie: Sam Gevers, Tijl Verhaeghe en Hannes Van
Lancker. In deze bewerking beleeft dit concerto, geschreven in 1982, een
wereldpremière.
Het iets lichtere
genre komt aan bod door Steven Verhaert als solist in de Ballad voor flugel
en harmonieorkest. Het huldeconcert wordt feestelijk afgesloten met het
recente en imposante Refraction, uiteraard ook voor harmonieorkest.
Praktisch:
Huldeconcert Jan Hadermann
13
maart 2012, 20u
Blauwe
Zaal, deSingel
Toegang:
6/4 euro
Gratis
en zonder reservatie voor leden vzw Vrienden Conservatorium Antwerpen!
10-11-2011
Vlaamse koormuziek gebundeld
Gelezen bij Koor en Stem:
Mi lanct na di
nieuwe liedbundel voor basiskoor
Mi lanct na di bundelt hedendaagse koormuziek uit Vlaanderen voor gemengd basiskoor met 1 mannenstem. Verkrijgbaar vanaf 14 juni.
Eenvoudige hedendaagse koormuziek voor driestemmig basiskoor, een contradictio in terminis? Wij vinden van niet. Koor&Stem stelde een bundel samen én ontwikkelde een speciaal traject rond hedendaagse koormuziek uit Vlaanderen. Vanaf half juni kan je de bundels aanschaffen, in september en oktober bieden we in Leuven, Overpelt, Kortrijk en Sint-Niklaas ateliers aan en op de Dag van de Vlaamse Koormuziek kan je samen met een hoop andere koren en onder de deskundige leiding van Ludo Claesen en Ignace Thevelein het repertoire doorzingen onder begeleiding van I Solisti del Vento. Met profaan en religieus werk voor driestemmig koor van Vic Nees, Lode Dieltiens, Joost Termont, Kurt Bikkembergs, Noor Sommereyns, Ludo Claesen e.a.
Bundel en traject: 15 euro/persoon
Voor meer info: www.dagvandevlaamsekoormuziek.be
11-10-2011
Dag van de Vlaamse koormuziek
Op 16 oktober organiseert Koor en Stem de dag van de Vlaamse koormuziek. Op de site koorenstem.be vind je alle informatie. Toch hier een overzicht van het meer dan interessante aangeboden repertoire
APERITIEFCONCERT
11:00>12:15: Jan Dewilde loodst u door de geschiedenis van de Vlaamse Koormuziek sinds 1830. Helicon o.l.v. Geert Hendrix zorgt voor live-luisterfragmenten.
WORKSHOP VOCALE IMPROVISATIE VOOR KINDEREN EN KINDERKOOR
11:00>12:00 (onthaal vanaf 10:30): Componiste Hanne Deneire en muzikante Ruth Verberckmoes experimenteren met de evidente klanken en minder evidente geluiden van je stem. Treed binnen in het labo van deze dames en ontdek het rijk van de vocale improvisatie. Zowel individuen als kinderkoren kunnen hier gratis aan deelnemen. Inschrijving wel vereist.
WORKSHOP SAB
Eenvoudige hedendaagse koormuziek voor driestemmig basiskoor, een contradictio in terminis? Wij vinden van niet. Daarom bieden we basiskoren een speciaal traject rond hedendaagse koormuziek uit Vlaanderen aan. Onder de deskundige leiding van Ludo Claesen en Ignace Thevelein kan iedereen proeven van eenvoudig hedendaags profaan en religieus repertoire voor driestemmig gemengd koor van Vic Nees, Lode Dieltiens, Joost Termont, Kurt Bikkembergs, Noor Sommereyns, Ludo Claesen e.a.. Het aanleren verloopt in verschillende stappen:
Eind mei zijn de partituren beschikbaar voor eventuele zelfstudie door de koren. Via deze link kan je alvast een deel van de partituren bekijken.
In september organiseert Koor&Stem een viertal voorbereidende ateliers van Limburg tot West-Vlaanderen.
- 10 september: workshop in Leuven - 17 september: workshop tijdens Koor- en Dirigentendag in Overpelt - 1 oktober: workshop in Sint-Niklaas - 8 oktober: workshop tijdens Koor- en Dirigentendag in Kortrijk
Op 16 oktober in deSingel loodsen Ludo Claesen en Ignace Thevelein de koren door het nieuwe repertoire. Speciaal voor die dag zorgt het blazersensemble I solisti del Vento voor een feestelijke instrumentale ondersteuning.
WORKSHOP SATB
Kurt Bikkembergs loodst je koor door 4-stemmig repertoire van Frans Geysen, August De Boeck, Jules Van Nuffel, Jef Tinel en Vic Nees.
13:30>16:30
WORKSHOP VROUWENKOOR
meer info volgt
13:30>16:30
WORKSHOP JEUGDKOOR
Vlaams hedendaags werk voor gemengd koor vinden is niet eenvoudig. Marleen De Boo werkt met de jeugdkoren aan composities van o.a. Kersters, Steegmans, Van Steenberghe, Vancraeynest. Tevens wordt het verloop en resultaat van het traject Componist te gast voorgesteld. Hans Helsen schreef een compositie voor gemengd jeugdkoor Waelrant, Simon De Poorter schreef een werk voor gelijkstemmig jeugdkoor Amaranthe.
11:00>16:30 met lunchpauze van een uur en koffiepauze van een half uur.
WORKSHOP IS BETER NOG VER? VOOR KINDEREN EN KINDERKOOR
In augustus 2010 verscheen het luisterverhaal met muzische opdrachten Is beter nog ver? Tien kunstwerken van hedendaagse Belgische topkunstenaars vormen de basis voor het verhaal van Vrouwtje, die samen met haar hond Fala op zoek is naar Beter. Op de luister-cd brengen o.a. Warre Borgmans en Johan Heldenbergh het verhaal van Wally De Doncker en de liedjes van Jan Coeck. De liedjes en muzische opdrachten stimuleren om muzikaal aan de slag te gaan op basis van de kunstwerken. Tijdens deze workshop werkt Jan Coeck rond de kinderkoorberwerkingen van de liedjes uit Is beter nog ver? met kinderen tussen 6 en 12. Mieke Segers zorgt voor afwisselende muzische opdrachten bij de kunstwerken.
12-07-2011
André Laporte 80
Vandaag wordt de bekende en belangrijke Vlaamse componist André Laporte 80!
Hij componeerde talloze werken voor koor, orkest en andere ensembles. Jarenlang was hij programmator bij de radio (BRT 3). Als componist was (is) hij zeker een modernist, maar met toch genietbare muziek voor de gewone luisteraar.
Een verdiend proficiat en een gemeend ad multos annos!
Op de site van het muziekcentrum.be vindt u een uitgebreide bio....
Componist André Laporte wordt 80!
Wie de hedendaagse muziekgeschiedenis van België bestudeert merkt het al gauw dat André Laporte daarin een grote rol heeft gespeeld en dat bovendien nog steeds doet.
André Laporte werd geboren in Oplinter op 12 juli 1931.Op muzikaal vlak was hij aanvankelijk autodidact en maakte hij zich snel het piano-, klarinet- en orgelspel eigen, terwijl hij gretig kennis nam van de nieuwe muziek via de radioprogramma's van Paul Collaer, Louis De Meester, Vic Legley en David Van de Woestijne, net als zijn generatiegenoot Karel Goeyvaerts.
Later studeerde hij muziek aan het Lemmensinstituut te Mechelen, wijsbegeerte en musicologie aan de K.U.Leuven.
.....
03-06-2011
Emiel Hullebroeck
Tot onze verbazing en met onbegrip lazen we op de blog van het Hullebroeckkoor dat het Gentse stadsbestuur beslist heeft de naam van de Gentse muziekacademie te veranderen. Tot vandaag heet die school de muziekacademie Emiel Hullebroeck. Een eerbetoon aan de Gentse componist-dirigent-zanger-causeur Emiel Hullebroeck (1878-1965). Hullebroeck leefde en werkte in Gent (als hij niet op concertreis was). Hij schonk de artiesten een inkomen door de oprichting van NAVEA, de voorloper van SABAM.
Vanaf september moet de school 'de Kunstbrug' heten.
Waarom? Omdat de naam Hullebroeck niet meer hip is. Omdat Hullebroeck in WO 2 een collaborateur zou geweest zijn.
Hopelijk ziet Gent de stommiteit van haar beslissing in en herroept ze die. Bewaren van eigen erfgoed, nooit van gehoord?
07-05-2011
Moederdag
Een fijne moederdag aan alle moeders van Vlaanderen!
Ge hebt mij, o moeder, 't verlangen gegeven om minzaam en mild tot de mensen te gaan: ge weest me de weg door uw simpele leven. Hoe zou dan mijn liefde naar Vlaanderen niet gaan? Moeders van Vlaanderen, groot is uw hart; vol van erbarmen door weedom gehard. Goudene harten, harten van staal, blinkende blijft ge Vlaanderens praal!
(C. De Ridder - E. Hullebroeck)
23-04-2011
Lode Dieltiens 85
LODE DIELTIENS 85
Lode Dieltiens werd op 18 september 1926 in Wijnegem geboren.
Hij studeerde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen en het Lemmensinstituut (toen nog) in Mechelen. Hij bekwaamde zich er in de theoretische vakken, fuga en compositie.
Hij doorliep een succesvolle carrière als leraar en docent aan de Land- en Tuinbouwhuishoudschool in Berlaar, het Antwerpse Muziekconservatorium en het Lemmensinstituut. Ontelbaar zijn de Vlaamse (amateur-)musici die bij Lode hun notenleer en didactiek geleerd hebben. Hun getuigenissen spreken van een vaderlijke leraar met eindeloos geduld die de saaie theorie boeiend en prettig kon maken.
Hij dirigeerde verschillende koren (o.a. het dameskoor Cantate en het mannenkoor Alma Musica). Tot 2000 was hij organist en kantor in de St.-Pieterskerk van Berlaar.
Van 1956 tot 2001 trad Lode jaarlijks op als dirigent op het Vlaams Nationaal Zangfeest. Lode Dieltiens is de laatste dirigent-componist die op het zangfeest zijn eigen liederen kwam dirigeren. Daarmee sluit hij de indrukwekkende rij af van Lodewijk Mortelmans over Karel Candael, Ernest Brengier, Lieven Duvosel, Emiel Hullebroeck, Arthur Meulemans, Jef Tinel, Jef Van Hoof, Ivo Mortelmans, Renaat Veremans, Staf Nees, Fons Bervoets, Gaston Feremans, Marc Liebrecht tot Armand Preudhomme.
Tijdens de slotconcerten van de Dagen van het Vlaamse Lied leidde hij jarenlang de samenzang, samen met Jos Mertens (1924).
Ook als componist heeft Lode Dieltiens zijn sporen verdiend.
Hij componeerde religieuze muziek. Bijvoorbeeld een Nederlandse volksmis waarin koor- en samenzang gecombineerd worden. Hij componeerde het motet Benedicat Vobis. Trouw aan de traditie en tegelijk aangepast aan de hedendaagse tonaliteit sluit dit werk naadloos aan bij de grootse Lemmenstraditie gaande van Van Nuffel over Staf Nees tot Ludo Claesen vandaag.
In het spoor van Hullebroeck en Preudhomme en aangespoord door de bard Willem Demeyer schreef hij talloze volksliederen. De bekendste zijn Nachtegaaltje, De gewijden, Het Blonde Leentje, Idylle, Nu kan de lente komen, Soldatenklacht en Dank u, tot wederziens. Tijdens het zangfeest van 1957 werd zijn lied Opstanding (tekst van Clem De Ridder) gecreëerd. Het zou een vaste waarde blijven tot in de jaren 60. In 2003 zong het zangfeestkoor Boerenbal.
Lode bewerkte daarnaast heel wat volks- en kerstliederen voor allerlei koorformaties. Uit Zingt Jubilate voorzag hij enkele liederen van een passende begeleiding en koorzetting (vb. Aan uw stam, o kruis, een lied van Jef Van Hoof).
Bij het ANZ zijn verschillende cds te koop met werken en bewerkingenvan zijn hand.
De Vlaamse liedbeweging bracht tijdens het 74ste Vlaams Nationaal Zangfeest terecht en zeer dankbaar hulde aan deze 85-jarige verdienstelijke, minzame en (té) bescheiden musicus. Het Nachtegaaltje klonk fris en schetterde luid in de nokvolle Lotto-Arena. De Gewijden, vertolkt door koor en solist o.l.v. Peter Leys en met pianist Wim Berteloot klonk plechtig en verheven.
26-03-2011
Jef Tinel en andere Vlaamse componisten
Gisteren woonden we een uniek concert bij. De titel luidde: Musica Flandria. De Davidsfondsafdeling van Maldegem vierde haar 100-jarig bestaan met een concert in de Sint-Barbarakerk. Centraal stond de componist Jef Tinel (1885-1972) die jarenlang koster-organist was in Maldegem alsook muziekleraar en directeur van de plaatselijke muziekschool. Het concert vond dus plaats in de werkplek van Tinel. Jef Tinel was in 1911 één van de medestichters van de plaatselijke afdeling van het DF.
Alt Anita Dur zong overtuigend liederen van Peter Benoit, Lodewijk Mortelmans, Frans D'Hayer, Peter Aerts en Emiel Hullebroeck. Ze werd op het orgel begeleid door Ad Van de Wege die ook soleerde in werk van Nicolaas Lemens en Joseph Jongen. Hij speelde ook het Andante-moderato van Jef Tinel. Jammer dat dit niet in het programmaboekje vermeld was.
De 16-jarige harpiste Sarah Meire vertolkte stemmig werk van Nicolas-Charles Bochsa en I. Frimout-Hei.
Centraal stonden echter de kooroptredens van het Maldegemse koor Thaleia en het koor Kaleo uit Knokke-Heist, beide onder leiding van de begeesterende, jonge en dynamische Kristof Allaert. Vol respect voor de eigen stijl en verfijnd zongen ze werk van Kurt Bikkembergs, Joost Termont, Jetse Bremer, Vic Nees en Raymond Schroyens. De rode draad doorheen het hele concert was de bewerking van de middeleeuwse ballade 'Meneerken van Maldegem' door Jaak Van den Borre en Lode Dumon. Onze meeste aandacht ging echter naar de uitvoering van 3 (van de 6) Gezelleliederen van Jef Tinel. O Jesu vol genaden; O moedermaagd en Alle dagen klonken zeer mooi. Ze verhieven het niveau van het concert tot een hoger peil. De (ongekende) muziek van Jef Tinel verdient ruimere bekendheid, zo bleek duidelijk, en misstaat helemaal niet in een concert naast de andere gevestigde waarden. Integendeel.
Daarom: dank aan het DF om extra aandacht te hebben voor hun plaatselijke figuur Jef Tinel. Al hadden we natuurlijk graag wat meer uit het oeuvre van Tinel gehoord (hij schreef heel wat meer liederen, koorwerken en orgelmuziek...) toch zijn we dankbaar en blij om de aandacht die hij kreeg. Op de affiche, de toegangskaarten en in het programmaboekje prijkte zijn foto en in het boekje stond een beknopte levensschets afgedrukt. Een mooie attentie. En een terechte hulde aan een interessante en belangrijke figuur uit het Vlaamse muziek- en cultuurleven. Een voorbeeld voor andere afdelingen!
DF Maldegem: ad multos annos ....
In de bijlage het programmaboekje van het concert.
Gisteren beluisterden we in deSingel een heerlijk concert. De jaarlijkse Benoitherdenking stond volledig in het teken van de 75ste verjaardag van Vic Nees. Het Conservatoriumkoor versterkt door de koren Cantando en Helicon o.l.v. Luc Anthonis en Geert Hendrickx vertolkten boeiende en interessante koormuziek van de jarige toondichter. Studenten van het conservatorium zorgden voor de instrumentale begeleiding. Alles werd fijn en keurig vertolkt. Veni sancte spiritus; Liedjes voor slapelozen, Magnificat, Regina Caeli - Blue be it e.a. klonken buitengewoon fris, hedendaags boeiend en toch respectvol voor de tonale vocale traditie. Niet voor niets opende Pascale De Groote de avond met Vic Nees op dezelfde lijn van Benoit te plaatsen met de boutade: hij leerde zijn volk zingen.
Eredirecteur Michaël Scheck sprak de laudatio uit.
Al hadden we graag wat Benoit gehoord op zijn sterfdag, toch genoten we volop van deze avond. Een traditie die hopelijk nog lang kan duren: (jonge) Vlaamse musici vertolken Vlaamse muziek.
22-12-2010
Jef Tinel in de Antwerpse kathedraal
Kerstnachtviering in de kathedraal van Antwerpen Van harte welkom! Hoogfeest van Kerstmis: middernachtmis.
Pontificale viering: Mgr. Bonny en de nuntius in België Mgr. Berloco gaan voor in de middernachtviering in de Antwerpse kathedraal, in concelebratie met de vicarissen en het kapittel.
U bent welkom vanaf 23.30 u voor het voorprogramma, de viering start om 23.55 u.
Muziek: Titularis organist Peter Van de Velde bespeelt het Schyvenorgel met op het programma: Voor de mis: Variations on "Adeste fidelis": M. Dupré (1886-1971). Offerande: Christmas Carol varied as a Rondo: C. Wesley. Communie: In stille Aanbidding: Jef Tinel. Slot: Toccata (uit "Symphonie V") Ch. M. Widor (1844-1937).
Live uitzending op VRT/Radio Klara Het knapenkoor en de meisjescantorij luisteren de Pontificale Nachtmis op, zij brengen: - Missa Brevis (Leopold Mozart) - On the twelve days of Christmas (John Rutter)
17-12-2010
Jozef De Beenhouwer, proficiat!
(bron: deredactie)
De Klara's zijn een bekroning van de sector van de klassieke muziek. Klara, de klassieke muziekzender van de VRT, en Muziekcentrum Vlaanderen stellen een brede longlist samen.
Een jury van kenners kiest daaruit drie genomineerden. Wie van de drie de uiteindelijke laureaat wordt, wordt beslist na een stemmingsronde waaraan de hele sector deelneemt. Enkel de Klara Carrièreprijs wordt gekozen door Klara zelf. Dit zijn de laureaten:
jonge belofte: cellist en componist Benjamin Glorieux
muziekevenement van het jaar: Transit Festival voor nieuwe muziek in Leuven
beste Vlaamse cd van het jaar: "Bachs Cellosuites" van Roel Dieltiens
muziekpersoonlijkheid van het jaar: Jan Caeyers, auteur van een Beethoven-biografie en oprichter van het Orchestre Olympique
musicus van het jaar: pianist Jan Vermeulen
Klara Carrièreprijs: pianist en Schumann-specialist Jozef De Beenhouwer
De winnaars, in het bijzonder Jozef De Beenhouwer, die geroemd wordt als een "excellente pianist", worden op 15 januari nog eens extra in de bloemetjes gezet tijdens Klara in het Paleis.
23-10-2010
Florimond Van Duyse 100 jaar overleden ....
Er zijn weinig koren in Vlaanderen die het eenvoudige Het was er te nacht niet op hun repertoire hebben. Elk koor laat wel eens die fiere nachtegaal zijn lied aanheffen met zijn wilder tongen.
Dit Oudnederlandse volkslied, een minneklacht van 2 geliefden, werd schitterend, stemmig en sfeervol bewerkt door Florimond Van Duyse.
Maar wie was deze componist van wie we misschien ook nog zijn bewerking van Het waren twee conincxkinderen en Jan de mulder kennen? Veel verder reikt onze kennis wellicht niet.
Welnu, Florimond Van Duyse was de zoon van de dichter Prudens Van Duyse.
Hij werd in Gent geboren op 4 augustus 1843.
Zijn secundaire studies deed hij aan het college van Veurne en het Genste Koninklijk Atheneum.
Aan de Gentse universiteit studeerde hij rechten (1867) en werd daarna advocaat en krijgsauditeur in Antwerpen, Bergen en Gent (1882).
Maar zijn eerste liefde was de muziek.
Als zevenjarige studeerde hij viool en in 1853 studeerde hij al aan het Gentse conservatorium bij Karel Miry, de toondichter van o.a. ons Vlaams Nationaal volkslied en op dat ogenblik dirigent van de Gentse opera. Hij behaalde er prijzen voor harmonie (1859) en contrapunt (1861 en 1862). Op zijn 15de begon hij te componeren. Hij schreef een tiental operas, operettes, koorwerken, cantates, twee suites voor orkest en talrijke liederen en volksliedbewerkingen. In 1873 behaalde hij een tweede Prijs van Rome met de cantate Torquato Tassos dood.
Maar naast de compositie besteedde hij veel tijd aan studiewerk.
Tijdens zijn verblijf in Antwerpen van 1876 tot 1879 kwam hij in contact met de ideeën van Peter Benoit. Hij liet de muziekopleiding beginnen bij het aanleren van het volkslied. Dat betekende meteen de start voor veel opzoekwerk naar het Oudnederlands volkslied.
Van Duyse bestudeerde ondermeer de Souterliedekens, Geuzenliederen, liederen uit het Gruuthuse-handschrift en het Antwerps liedboek. Daarbij bestudeerde hij eerder studiewerk van o.a. Jan Bols, Edmond De Coussemaker en Jan-Frans Willems. Deze laatste verweet hij echter eigenhandig wijzigingen aan teksten en melodieën aangebracht te hebben of van bepaalde wijzigingen de bronnen niet vermeld te hebben. Iets wat Hoffmann Von Fallersleben wel deed.
Van Duyse maakte er in zijn werk een punt van om alle versies en bronnen van de volksliederen te vermelden.
Zo publiceerde Van Duyse o.a. in 1896 Het eenstemmig Frans en Nederlands wereldlijk lied in de Belgische gewesten, in 1902 De melodie van het Nederlandse lied en hare rhythmische vormen en van 1903 tot 1908 publiceerde hij het driedelig werk Het Oude Nederlandse lied. In dat werk behandelde hij 714 liederen betreffende tekst en melodie. Hij werd meermaals bekroond voor zijn musicologisch werk door de Koninklijke Academie en werd in 1905 zelf lid van de Academie.
In 1903 richtte hij de Liederavonden voor het volk op in de geest van Peter Benoit.
Van 1895 tot zijn dood was hij secretaris van de bestuurlijke commissie van het Genste conservatorium. Benoit en Van Duyse gingen onderling soms in de clinch. Benoit verweet Van Duyse te weinig de klemtoon te leggen op het Vlaamse lied en Van Duyse verweet Benoit een slecht bestuurder van de muziekschool te zijn. Maar ze deelden wel de passie voor het zingen van het eigen volks(e) lied.
Op 18 mei 1910 precies 100 jaren geleden- overleed Van Duyse in zijn geboortestad, Gent.
Zijn belang als muziektheoreticus kan nauwelijks overschat worden. Dat staat buiten kijf.
Maar zijn composities zijn vandaag de dag zeer miskend, op enkele koorwerkjes na.
Daarom is het de plicht van onze koren om elk op zijn plaats en niveau- wat aandacht te schenken aan de koorwerken van Van Duyse.
We vermeldden reeds zijn Het was er te nacht. Zeer eenvoudig, melodieus en stemmingsvol. Het is een strofisch lied met refrein. De zetting volgt volledig de originele melodie. Er is een afwisseling van eenstemmigheid en meerstemmigheid.
De partituur is opgenomen in het Vlaams Romantisch Koorboek van het ANZ.
We verwijzen ook naar de bundel 6 Oude Nederlandse liederen in een bewerking van Van Duyse. Naast Het was er te nacht vind je er ook Heer Halewijn, Het daghet in den Oosten, Er was een maegdetje (voor dameskoor), Twijl in de nacht en Willen wij t haesken jagen (voor mannenkoor) met telkens een harmoniumbegeleiding.
Deze suite is gratis te downloaden op de WIMA-site: icking-music-archive.org .
Veel zingplezier!
06-09-2010
Jef Tinel op KLARA
Dinsdag 7 september programmeert 'Brede Opklaringen' tussen 9 en 11 het koorwerk 'Fantasia' van Jef Tinel. De tekst is een gedicht van Rodenbach en beschrijft een jongeling die naar de voorbijdrijvende "watten wolkskens" staart en daarbij aan het dromen gaat. Onbewust elk wolkske na drijft zachtjes een fantasia.... Jef Tinel componeerde de muziek in een laat-romantische klankkleur met een vleugje impressionisme. Dromerig afgewisseld met levendigere fantasierijke momenten. Ignace Thevelein dirigeerde het Beauvarletkoor in een zeer zuivere en sobere uitvoering. Meer dan het beluisteren waard.
20-08-2010
Vlaamse componisten bij KLARA
Volgende week bij Brede Opklaringen:
WEEK VAN 23 TOT 27 AUGUSTUS
Lodewijk Mortelmans (1868-1952) gold als vernieuwer van de Vlaamse muziek. Als geen ander kon hij tekst en muziek tot een eenheid laten versmelten. In 1893 won hij met zijn cantate Lady Macbeth de Eerste Prijs van Rome. In het begin van de 20ste eeuw ging hij lesgeven aan het Koninklijk (Vlaams) Conservatorium van Antwerpen, waarvan hij het nadien ook tot directeur schopte. Buiten zijn dagelijkse bezigheden maakte hij deel uit van de raad van bestuur van de Muziekstichting Koningin Elisabeth, die de fundamenten legden voor de huidige muziekwedstrijd. Tot op hoge leeftijd bleef Mortelmans stukken schrijven voor diverse instrumenten.
Jozef Ryelandt (1870-1965)... Baron Joseph R. behoorde tot de Franssprekende bourgeoisie van Brugge. Hij vond dat hij met zijn muziek maar één iemand moest behagen, de goddelijke persoon, die hem zijn talent gaf. Zijn overwegend religieuze muziek vervalt niet in zoeterige neotaal maar is geschreven in een gedegen eigen polyfoon romantische taal. In 1924 werd hij directeur van het conservatorium te Brugge. Ryelandt volgde onverbiddelijk zijn eigen weg, wars van de evolutie binnen de muziektaal. "Het enige waar het op aankomt is ware schoonheid te scheppen, iets te zeggen te hebben. Heeft Bach de nieuwe stroming van zijn tijd gevolgd? Neen. Maar het scheelt ons weinig: hij is van alle tijden". Dit was zijn oordeel en credo. Jozef Ryelandt componeerde heel veel liederen zowel op Franse als Vlaamse teksten, van Verlaine tot Gezelle; kamermuziek, orkestwerken en heel veel religieus werk.
Edgar Tinel (1854-1912) was al op jonge leeftijd bijzonder actief in de muziekwereld. Nog voor hij zelf ging studeren, gaf hij al pianoles aan aspirant-muzikanten. Tinel genoot onderricht in harmonie, compositie en contrapunt. Zijn orgel- en pianospel zou hij verfijnen dankzij Louis Brassin en Alphonse Mailly. Na een succesvol examen in Brussel, ontpopte hij zich als een klaviervirtuoos die concerten in binnen- en buitenland gaf. Met zijn cantate Klokke Roeland behaalde hij de Prijs van Rome. Toen hij tweede dirigent van het Hoger Interdiocesaan Instituut voor Kerkmuziek in Mechelen werd, stopte hij met professioneel pianospelen. Op 55-jarige leeftijd werd hij directeur van het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij eerder leraar contrapunt en fuga was. Op het einde van zijn leven was hij kapelmeester aan het Belgisch hof.
Paul Gilson (1865-1942) was een belangrijk Vlaams componist en pionier van de Belgische blaasmuziek. Zowat de hele Belgische componistengeneratie van het interbellum is bij hem in de leer geweest. Hij richtte de Revue Musicale Belge op waarvan hij hoofdredacteur was. Hij was ook inspecteur van het muziekonderwijs in België. Paul Gilson liet een uitgebreid oeuvre na dat zowat alle genres omvat: symfonische stukken, cantaten, stukken voor harmonie en fanfare, koormuziek, operas, kamermuziek en liederen. Zijn latere werken zijn soms een tikje academisch. Hij schreef ook enkele theoretische werken en gaf het boek Notes de musique et souvenirs uit.
Daniel Sternefeld (1905-1986) was een veelzijdige componist en dirigent. Hij studeerde fluit, harmonie, muziekschriftuur, orkestratie en compositie. Hij was fluitist in het orkest van de Koninklijke Vlaamse Opera en componeerde toneelmuziek voor de Koninklijke Nederlandse Schouwburg (nu Het Toneelhuis). Als jood moest hij tijdens de oorlog onderduiken en schreef hij zijn Symfonie in C. Na de oorlog kon hij aan de slag bij het NIR, waar hij het tot chef-dirigent van het Symfonieorkest schopte. Na zijn pensioen kon hij zich terug volop aan het componeren wijden. In de jaren 70 verschenen ondermeer het ballet Salve Anverpia Zang en dans aan het hof van Maria van Bourgondië en het oratoriumballet Heer Halewijn. De laatste compositie van zijn hand was Symfonie nr. 2, geïnspireerd door werk van Pieter Bruegel.
15-08-2010
PROFICIAT LUDO CLAESEN
Een hartelijke proficiat aan Ludo Claesen en zijn medewerkers. Tijdens de tv-mis deze morgen vanuit de Hasseltse kathedraal konden we kjjken en luisteren naar de creatie van een nieuwe mis van de hand van Ludo Claesen. Onder zijn eigen leiding zongen en speelden het kathedraalkoor, organist Paul Steegmans en een instrumentaal ensemble zijn nieuwe mis in eurovisie. Een mooie mengeling van moderne koormuziek met inbreng van het publiek in gregoriaanse responsoria.
Mooi en sfeervol!
KLARA BLIJFT DE GOEDE MUZIEK PROMOTEN
BREDE OPKLARINGEN DEZE WEEK ....
WEEK VAN 16 TOT 20 AUGUSTUS
Norbert Rosseau (1907-1975) debuteerde als dirigent toen hij 12 was. Rosseau had op dat moment ook al muziek voor viool en piano op zijn conto staan. Hij was een wonderkind. En meer nog, hij was een ambitieus wonderkind, want later zou hij ook nog eens orgel leren spelen. Vanaf 1932 trad hij afwisselend in België en Italië op, maar in 1940 moest hij na een kwetsuur noodgedwongen de viool aan de haak hangen. Rosseau, altijd bereid om bij te leren, ging in 1962 naar Darmstadt om zich onder te dompelen in de nieuwe muziek. Op het einde van zijn leven doceerde hij aan het Koninklijk Conservatorium van Gent.
August De Boeck (1865-1937) . was een van de belangrijkste Vlaamse componisten van zijn generatie. Zijn muziek is lyrisch, spontaan en ietwat ironisch. Hij werd organist in Merchtem, later organist in verschillende kerken zoals de Karmelietenkerk in Brussel. Hij was directeur van het conservatorium van Mechelen en later doceerde hij aan de conservatoria van Antwerpen en Brussel. August De Boeck werd beïnvloed door de grote Russische componisten, vooral door Rimski-Korsakov en introduceerde het Impressionisme in Vlaanderen.
Marinus De Jong (1891-1984) . werd geboren in Nederland maar kwam in Vlaanderen wonen en kreeg de Belgische nationaliteit. Als pianovirtuoos toerde hij door Europa en de VS. Hij werd professor piano, contrapunt en fuga aan het Antwerps Conservatorium maar gaf ook les aan het Lemmensinstituut in Mechelen. Marinus De Jong maakte knappe en gevarieerde muziek Het is duidelijk dat hij de techniek prima onder de knie had. Hij was weinig flexibel en het is dan ook niet te verwonderen dat hij zich niet op sleeptouw liet nemen door modeverschijnselen. Hij ging zijn eigen weg in het grensgebied tussen oud en nieuw, tussen romantiek en modernisme.
Peter Benoit (1834-1901) wou vooral het Vlaamse muziekleven naar het Europese niveau van toen tillen. In 1867 richtte hij in Antwerpen de eerste Vlaamse Muziekschool op waarvan hij zelf directeur was. Op korte tijd werd de school heel belangrijk in de moeilijke strijd voor Vlaams muziekonderwijs en voor de culturele ontwikkeling van de Vlamingen. Zijn inspanningen werden beloond door de Belgische Overheid die de school niet alleen erkende maar ze in 1898 ook de status van Koninklijk Vlaams Conservatorium gaf, met dezelfde rechten als de Franstalige conservatoria in Belgiê. Peter Benoit was een leraar met internationale allure. Zijn conservatorium was in die tijd erg progressief. Hij wou niet in de eerste plaats virtuozen vormen maar wel denkende mannen en vrouwen die midden het volk staan. Hij voerde gemengd onderwijs in. Benoit voelde ook aan dat er een Vlaams Muziektheater nodig was en richtte in Antwerpen het Nederlands Lyrisch Toneel op dat later de Vlaamse Opera werd. Zijn ideeën en structuren blijven
Henry G. DHoedt (1885-1936) was amper 14 toen hij aan het Koninklijk Conservatorium van Gent ging studeren. Na een intermezzo als fagottist bij verschillende orkesten in Frankrijk, keerde hij terug naar zijn Gentse leerschool. Hij werkte er als repetitor notenleer en adjunct-leraar harmonie. Buiten deze verplichtingen dirigeerde hij ook het mannenkoor Zang en Vermaak en organiseerde hij de jaarlijkse conservatoriumconcerten in Leuven. Zijn laat-romantische composities zijn duidelijk geïnspireerd door het impressionisme en het expressionisme. Hij componeerde veel, zowel symfonische gedichten als orkestmuziek, kamermuziek, koormuziek en liederen. Tot aan zijn dood was hij directeur van het Stedelijk Muziekconservatorium van Leuven.
06-08-2010
Brede Opklaringen bij KLARA volgende week
WEEK VAN 9 TOT 13 AUGUSTUS
Paul Gilson (1865-1942) was een belangrijk Vlaams componist en pionier van de Belgische blaasmuziek. Zowat de hele Belgische componistengeneratie van het interbellum is bij hem in de leer geweest. Hij richtte de Revue Musicale Belge op waarvan hij hoofdredacteur was. Hij was ook inspecteur van het muziekonderwijs in België. Paul Gilson liet een uitgebreid oeuvre na dat zowat alle genres omvat: symfonische stukken, cantaten, stukken voor harmonie en fanfare, koormuziek, operas, kamermuziek en liederen. Zijn latere werken zijn soms een tikje academisch. Hij schreef ook enkele theoretische werken en gaf het boek Notes de musique et souvenirs uit.
Joseph Ryelandt (1870-1965)... Baron Joseph R. behoorde tot de Franssprekende bourgeoisie van Brugge. Hij vond dat hij met zijn muziek maar één iemand moest behagen, de goddelijke persoon, die hem zijn talent gaf. Zijn overwegend religieuze muziek vervalt niet in zoeterige neotaal maar is geschreven in een gedegen eigen polyfoon romantische taal. In 1924 werd hij directeur van het conservatorium te Brugge. Ryelandt volgde onverbiddelijk zijn eigen weg, wars van de evolutie binnen de muziektaal. "Het enige waar het op aankomt is ware schoonheid te scheppen, iets te zeggen te hebben. Heeft Bach de nieuwe stroming van zijn tijd gevolgd? Neen. Maar het scheelt ons weinig: hij is van alle tijden". Dit was zijn oordeel en credo. Jozef Ryelandt componeerde heel veel liederen zowel op Franse als Vlaamse teksten, van Verlaine tot Gezelle; kamermuziek, orkestwerken en heel veel religieus werk. Jef Van Hoof (1886-1959) was een bijzonder populaire toondichter van Vlaamse kunstliederen. Jef was een multi-instrumentalist en beheerste ondermeer orgel, piano en fuga. Zijn oeuvre omvat zowat alle genres. Hij schreef een eigen strijdlied, Groeninghe, dat door sommigen de Vlaamse Marseillaise werd genoemd. Van Groeningerwacht, de vereniging die hij zelf oprichtte, dirigeerde hij het mannenkoor. Jef Van Hoof was ambitieus en bijzonder actief : hij was medestichter van de muziekuitgeverij De Crans, van het Genootschap van Vlaamse componisten, van de Vlaamse concerten en van de Nationale Vlaamse fanfare. De driejaarlijkse prijs Jef Van Hoof werd naar hem genoemd.
Arthur Meulemans (1884-1966) zong als jonge snaak in het kerkkoor en speelde piccolo, viool, piano en orgel. Hij studeerde onder Edgar Tinel en Oscar Depuydt en behaalde het hoogste diploma aan het École de Musique Réligieuse (het huidige Lemmensinstituut) in Mechelen. Hij mocht er meteen blijven als leraar harmonie en bleef dat tot 1914. Ook in zijn thuisstad Aarschot en in Tongeren zou hij muziekles geven. De talenten van Meulemans gingen niet onopgemerkt voorbij : het NIR lijfde hem maar wat graag in als dirigent en later directeur van het Groot Radio-Orkest. Na zijn professionele loopbaan stortte hij zich op het componeren. Talrijke onderscheidingen waren zijn deel en in 1956 werd het Arthur Meulemans Fonds gesticht, dat menig compositie van zijn hand heeft uitgebracht.
Jan Blockx (1851-1912) was een van de eerste leerlingen van Peter Benoit. In zijn jeugdjaren was Blockx bekend onder zijn schuilnaam Scolbini. Na zijn studies verkaste hij samen met Frank Van der Stucken naar Italië. Na zijn terugkeer inspireerde de man die zijn volk leerde lezen Blockx tot het schrijven van de Hulde aan Conscience, alsook een Conscience-mars. Jan Blockx volgde zijn leermeester Benoit op als leider van de Vlaamse muziekbeweging. Zo ontpopte hij zich tot de belangrijkste Vlaamse operacomponist van het einde van de 19e eeuw. Hij pende een indrukwekkend oeuvre bijeen, waarbij hij beïnvloed werd door Benoit, Bizet, Mascagni en Wagner. Op zijn beurt inspireerde hij menig musicus.
03-08-2010
Brede Opklaringen deze week
WEEK VAN 2 TOT 6 AUGUSTUS
Lodewijk De Vocht (1887-1977) was een belangrijke pion in de Belgische laatromantiek, voornamelijk door zijn werklust. Zijn omvangrijke oeuvre omvat symfonische gedichten, kamermuziek, instrumentale solowerken en veel meer. Vandaag is zijn naam synoniem met vocale muziek, waaronder veel religieuze muziek en liederen. Hij was 15 toen hij als musicus aan de slag ging. Groeninghe, zijn eerste cantate, volgde hij op met het symfonisch gedicht Avondschemering en het volkslied O Jesu, allerliefste Kind. Hij beperkte zich echter niet tot het schrijven van muziek : als violist scheerde hij hoge toppen in het orkest van de Maatschappij der Nieuwe Concerten. Maar vooral als dirigent ontgon hij nieuw terrein. Zijn uitvoeringen van Kodály, Caplet, Milhaud (Les Euménides), Roussel en Stravinsky werden ook internationaal gewaardeerd.
François-Auguste Gevaert (1828-1908) was de medestichter van de muziekuitgeverij Gevaert. Zijn broer Vitus startte in het Gentse met een winkel die pianos van Gevaert verkocht. Het ondernemerschap zat de Gevaerts in het bloed, maar François-Auguste blijft toch vooral bekend als begenadigd componist en pianist. België was al snel te klein voor hem : in 1853 vestigde hij zich in Parijs, waar hij zich enkele jaren later tot koordirecteur van de Grand Opéra kon opwerken. Oorlogsperikelen dwongen hem naar zijn vaderland terug te keren, waar zich volledig wijdt aan pedagogische taken. In 1871 volgt hij F-J Fétis op als directeur van het Brusselse Conservatorium. Hierdoor kon hij minder componeren, maar professioneel ging het hem in de herfst van zijn carrière meer dan ooit voor de wind : hij stichtte ook nog de Société des Concerts du Conservatoire en werd kapelmeester aan het koninklijk hof.
Peter Benoit (1834-1901) wou vooral het Vlaamse muziekleven naar het Europese niveau van toen tillen. In 1867 richtte hij in Antwerpen de eerste Vlaamse Muziekschool op waarvan hij zelf directeur was. Op korte tijd werd de school heel belangrijk in de moeilijke strijd voor Vlaams muziekonderwijs en voor de culturele ontwikkeling van de Vlamingen. Zijn inspanningen werden beloond door de Belgische Overheid die de school niet alleen erkende maar ze in 1898 ook de status van Koninklijk Vlaams Conservatorium gaf, met dezelfde rechten als de Franstalige conservatoria in België. Peter Benoit was een leraar met internationale allure. Zijn conservatorium was in die tijd erg progressief. Hij wou niet in de eerste plaats virtuozen vormen maar wel denkende mannen en vrouwen die midden het volk staan. Hij voerde gemengd onderwijs in. Benoit voelde ook aan dat er een Vlaams Muziektheater nodig was en richtte in Antwerpen het Nederlands Lyrisch Toneel op dat later de Vlaamse Opera werd. Zijn ideeën en structuren blijven.
August De Boeck (1865-1937) . was een van de belangrijkste Vlaamse componisten van zijn generatie. Zijn muziek is lyrisch, spontaan en ietwat ironisch. Hij werd organist in Merchtem, later organist in verschillende kerken zoals de Karmelietenkerk in Brussel. Hij was directeur van het conservatorium van Mechelen en later doceerde hij aan de conservatoria van Antwerpen en Brussel. August De Boeck werd beïnvloed door de grote Russische componisten, vooral door Rimski-Korsakov en introduceerde het Impressionisme in Vlaanderen.
Lodewijk Mortelmans (1868-1952) gold als vernieuwer van de Vlaamse muziek. Als geen ander kon hij tekst en muziek tot een eenheid laten versmelten. In 1893 won hij met zijn cantate Lady Macbeth de Eerste Prijs van Rome. In het begin van de 20ste eeuw ging hij lesgeven aan het Koninklijk (Vlaams) Conservatorium van Antwerpen, waarvan hij het nadien ook tot directeur schopte. Buiten zijn dagelijkse bezigheden maakte hij deel uit van de raad van bestuur van de Muziekstichting Koningin Elisabeth, die de fundamenten legden voor de huidige muziekwedstrijd. Tot op hoge leeftijd bleef Mortelmans stukken schrijven voor diverse instrumenten.
22-07-2010
Brede opklaringen bij KLARA
Volgende week:
De Ronde van Vlaanderen in 40 etappes
Deze zomer laat Brede Opklaringen u 40 Vlaamse meesterwerken horen en koppelt die aan muziek die er van ver of van dichtbij mee te maken heeft.
WEEK VAN 26 TOT 30 JULI
Jef Van Hoof (1886-1959) was een bijzonder populaire toondichter van Vlaamse kunstliederen. Jef was een multi-instrumentalist en beheerste ondermeer orgel, piano en fuga. Zijn oeuvre omvat zowat alle genres. Hij schreef een eigen strijdlied, Groeninghe, dat door sommigen de Vlaamse Marseillaise werd genoemd. Van Groeningerwacht, de vereniging die hij zelf oprichtte, dirigeerde hij het mannenkoor. Jef Van Hoof was ambitieus en bijzonder actief : hij was medestichter van de muziekuitgeverij De Crans, van het Genootschap van Vlaamse componisten, van de Vlaamse concerten en van de Nationale Vlaamse fanfare. De driejaarlijkse prijs Jef Van Hoof werd naar hem genoemd.
Edgar Tinel (1854-1912) was al op jonge leeftijd bijzonder actief in de muziekwereld. Nog voor hij zelf ging studeren, gaf hij al pianoles aan aspirant-muzikanten. Tinel genoot onderricht in harmonie, compositie en contrapunt. Zijn orgel- en pianospel zou hij verfijnen dankzij Louis Brassin en Alphonse Mailly. Na een succesvol examen in Brussel, ontpopte hij zich als een klaviervirtuoos die concerten in binnen- en buitenland gaf. Met zijn cantate Klokke Roeland behaalde hij de Prijs van Rome. Toen hij tweede dirigent van het Hoger Interdiocesaan Instituut voor Kerkmuziek in Mechelen werd, stopte hij met professioneel pianospelen. Op 55-jarige leeftijd werd hij directeur van het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij eerder leraar contrapunt en fuga was. Op het einde van zijn leven was hij kapelmeester aan het Belgisch hof. Lodewijk Mortelmans (1868-1952) studeerde orgel, harmonie, contrapunt, fuga, compositie en orkestratie en zou later naam maken als componist van orkestwerk, impressionistische pianowerken, koormuziek en liederen. Mortelmans gold als vernieuwer van de Vlaamse muziek. In 1893 won hij met zijn cantate Lady Macbeth de Eerste Prijs van Rome. In het begin van de 20ste eeuw ging hij lesgeven aan het Koninklijk (Vlaams) Conservatorium van Antwerpen, waarvan hij het nadien ook tot directeur schopte. Buiten zijn dagelijkse bezigheden maakte hij deel uit van de raad van bestuur van de Muziekstichting Koningin Elisabeth, die de fundamenten legden voor de huidige muziekwedstrijd. Tot op hoge leeftijd bleef Mortelmans stukken schrijven voor diverse instrumenten.
Charles-Auguste de Bériot (1802-1870) was een vioolvirtuoos, docent en componist. Op jeugdige leeftijd gaf hij blijk van een enorme finesse voor viool, waarna hij op aanraden van André Robberechts naar het conservatorium van Parijs ging om zich te bekwamen. In 1824 werd hij achtereenvolgens hofviolist van koning Charles I van Engeland en kamerviolist van koning Willem I der Nederlanden. Met zijn partner, de beroemde mezzosopraan Maria de la Felicidad García (Maria Malibran), vestigde hij zich in Parijs en later Brussel. Na haar plotse overlijden wijdde hij zich aan de opvoeding van zijn kinderen. Met de uitzondering van enkele concerten in Duitsland en Oostenrijk werd hij fulltime leerkracht en stampte de Belgische vioolschool uit de grond. In de latere jaren van zijn leven werd hij blind, maar zijn vioolspel bleef onverwoestbaar overeind.
Arthur Meulemans (1884-1966) zong als jonge snaak in het kerkkoor en speelde piccolo, viool, piano en orgel. Hij studeerde onder Edgar Tinel en Oscar Depuydt en behaalde het hoogste diploma aan het École de Musique Réligieuse (het huidige Lemmensinstituut) in Mechelen. Hij mocht er meteen blijven als leraar harmonie en bleef dat tot 1914. Ook in zijn thuisstad Aarschot en in Tongeren zou hij muziekles geven. De talenten van Meulemans gingen niet onopgemerkt voorbij : het NIR lijfde hem maar wat graag in als dirigent en later directeur van het Groot Radio-Orkest. Na zijn professionele loopbaan stortte hij zich op het componeren. Talrijke onderscheidingen waren zijn deel en in 1956 werd het Arthur Meulemans Fonds gesticht, dat menig compositie van zijn hand heeft uitgebracht.
18-07-2010
O.L.Vrouw van Vlaanderen 'verkracht'
Vandaag gekeken naar de tv-mis vanuit de Brusselse Goede Bijstandskerk. Een mooi verzorgde viering, niets van te zeggen. Alleen bij het slotlied kreeg ik het hard te verduren. Men zong het lied van De Vocht 'O.L. Vrouw van Vlaanderen' of 'Liefde gaf u duizend namen. Het zou fantastisch geweest zijn: O.L.Vrouw van Vlaanderen vanuit hartje Brussel. Maar helaas had men voor een 'aangepaste' tekst gezorgd. Niks Vlaanderen of Vlaams. "Waar men gaat langs pleinen en wegen", zo begon de wansmakelijke tekst van het lied. Geen enkele verwijzing naaar de Vlaamse wegen of de beste moeder die troont in elk Vlaamse huisgezin. Geen vermelding van O.L.Vrouw van Vlaanderen maar wel 'blank of bruin of zwart, Lieve Vrouwe van ons hart'.
Jammer. De melodie is zo verknocht aan de tekst van pastoor Cuppens. Het lied is door zijn tekst en melodie een echt stuk erfgoed van de Vlaamse cultuur geworden. Bovendien is het zelfs strafbaar om de melodie van De Vocht (auteursrechterlijk beschermd) zo te verknoeien met een draak van een tekst. Om dan nog niet te spreken van de lafheid en het bedenkelijke niveau (?) van de tekst.. Is er dan niemand in de Vlaamse gemeenschap rond de Bijstandskerk met wat fijngevoeligheid die zich kon verzetten tegen dergelijke verkrachting van dit lied?
Helaas! Zeker in het jaar waarin we precies de 100ste verjaardag van dit lied hebben gevierd.
02-05-2010
Frans Verhaaren
Het archief van Frans Verhaaren ontsloten
Het archief van de Antwerpse componist en dirigent Frans Verhaaren (1866-1926) werd onlangs geïnventariseerd door Joanne Similox.
inleiding
Op het einde van de jaren negentig werden door een kleinzoon van Frans Verhaaren enkele dozen met muziekpartituren geschonken aan de administratie van Cultuur. Het bestand werd in 2005 overgebracht naar Resonant en werd datzelfde jaar een eerste maal beschreven. Dankzij de medewerking van een vrijwillige medewerker kon het archief van de componist geïnventariseerd worden.
Lees meer op de site van Muzikaal erfgoed Vlaanderen (resonant)
Geen Vlaamse dirigenten beschikbaar?
We lazen deze mededeling (Vlaams muziekcentrum). Zijn er geen Vlamingen die kunnen dirigeren op niveau?
Nieuwe chef voor het Symfonieorkest Vlaanderen
Het Symfonieorkest Vlaanderen stelt zijn nieuwe chef-dirigent voor. De Japanse dirigent Seikyo Kim zal de functie van chef-dirigent vanaf november 2010 op zich nemen en tekende een contract voor minstens drie jaar. Hij volgt Etienne Siebens op die zes jaar aan het roer van het Symfonieorkest Vlaanderen stond.
28-04-2010
Dan mocht de beiaard spelen
Gent gaat op zoek naar een oplossing voor de zware Mathildisklok van 10 ton. De klok is een cadeau van de Gentse Beiaardkring aan de stad, maar blijkt voorlopig te zwaar om op te hangen in het Belfort.
De Mathildisklok zou normaal in de plaats komen van de bekende Klokke Roeland. De kring is teleurgesteld, maar de stad is wel op zoek naar een oplossing.
"Het is de inhoudelijke discussie waaruit we moeten geraken", zegt schepen van Cultuur Lieven Decaluwe (SP.A). "Als ze vanuit Monumentenzorg blijven zeggen dat het totaal ondenkbaar is dat de klok er komt, dan vrees ik dat we daar naar moeten luisteren. Maar als wij hen kunnen overtuigen met argumenten, dan moet het op lange termijn toch haalbaar zijn."
(zie verder: VRT: deredactie)
02-03-2010
Ernest Van der Eyken
Gisteren tijdens de Benoithulde in deSingel vernamen we dat de 97jarige componist Ernest Van der Eyken in februari gestorven is. Weinig van gehoord of gezien in de media.
Van der Eyken werd geboren in 1913 en overleed dus in 2010. Hij was altviolist en studeerde compositievakken bij o.a. Paul Gilson en August De Boeck. ook Karel Candael behoorde tot zijn leraars. Bij Lodewijk De Vocht en in Oostenrijk studeerde hij orkestdirectie. In Vlaanderen dirigeerde hij o.a. de Antwerpse Filharmonie en in de Antwerpse opera. Deze Antwerpse componist schreef knappe symmfonische muziek zoals zijn Refereynen en liedekens, een Elegie voor Bieke; een Opera Buffa, ..... Ook de lichte muziek kende voor hem geen geheimen. Zo kennen we hem als de voorzitter van de legendarische canzonissimajury's.
Een belangrijke figuur ging heen.....
Benoit herdacht
Gisteren een schitterende Benoithulde meegemaakt in deSingel.
Naast fragmenten uit Benoits strijkkwartet door het Blindmankwartet hoorden we koormuziek van o.a. Joseph Ryelandt, Jef Van Hoof, Flor Peeters, Peter Benoit, Gaston Feremans en Florimond Van Duyse. Dirigent Van Asch leidde het koor feilloos doorheen de partituren van het Vlaams Romantisch Koorboek. Verder was er de stemmige 'Poème' van Robert Herberigs voor piano en strijkerstrio. Jozef De Beenhouwer vertolkte stemmige pianostukjes van Marinus De Jong, August De Boeck en Joseph Ryelandt. Een hoogdag voor de betere Vlaamse muziek. Tussendoor kreeg het Studiecentrum voor de Vlaamase Muziek zeer terecht nog de Neerlandia-Visserprijs.
Nog van dat, aub!
22-01-2010
Lucienne Van Deyck
Meer informatie bij: MuziekcentrumVlaanderen
Lucienne Van Deyck krijgt de carrièreprijs uitgereikt tijdens Klara in het Paleis
Zaterdag werden de Klara Muziekprijzen 2009 uitgereikt tijdens Klara in het Paleis en werd Lucienne Van Deyck gelauwerd met de carrièreprijs, een prijs voor een uitvoerend musicus die zich op heel bijzondere manier verdienstelijk heeft gemaakt.
Nu al voor de negende keer reikt Klara de Klara Carrièreprijs uit. Lucienne Van Deyck is de uitverkorene geworden. De voorbije edities lauwerde Klara klarinettist Walter Boeykens, mezzo-sopraan Rita Gorr, Wannes Van de Velde, het boegbeeld van de volkszang in Vlaanderen, componist en dirigent Vic Nees, Paul Van Nevel, pionier onder de pioniers van de Franco-Vlaamse polyfonie, de bekendste Belgische filmcomponist en dirigent Frédéric Devreese, jazzicoon Toots Thielemans en vorig jaar contratenor en dirigent René Jacobs.
Met de Klara Carrièreprijs lauwert Klara elk jaar een uitvoerend musicus die zich op een heel bijzondere manier verdienstelijk heeft gemaakt. De Vlaamse mezzo en alt Lucienne Van Deyck wordt gelauwerd om haar indrukwekkende professionaliteit, haar rol in het artistiek verdedigen van de Vlaamse muziek en omwille van de onuitwisbare indruk die ze op haar talrijke leerlingen maakte.
Meer uitleg bij het Muziekcentrum Vlaanderen !
25-10-2009
Schitterend concert ter ere van Chris Dubois
Deze namiddag woonden we in de Mechelse St.-Romboutskathedraal het huldeconcert Chris Dubois bij. De 75-jarige organist-componist was zelf van de partij evenals componist-dirigent Vic Nees en dirigent Urbain Van Asch. We hoorden het Mechels kathedraalkoor, het Brugs Mannenkoor en het dameskoor Persephone onder de algemene leiding van Jan Van Bouwelen. Aan het orgel zat Peter Pieters. Het programma was een rijke aaneenschakeling van Magnificats en Mariamotetten van Chris Dubois, Staf Nees, Flor Peeters, Lode Van Dessel en Joseph Ryelandt. Tussendoor wisselden orgelstukken van Flor Peeters en Chris Dubois het koorgedeelte af. De orgelmuziek van Dubois klonk groots en majestatisch. Vooral zijn fantasie op 'Zingt Jubilate' trof ons diep. De vergelijking met Max Reger is zeker niet onterecht. De muziek werd ook bijzonder goed gebracht. Dat geldt ook voor de koren. De verenigde mannenstemmen waren soms wat zwakker, vooral in Van Dessels 'Tota pulchra es'. Maar globaal genomen was het toch zeer mooi. De damesstemen klonken zeer fijn en raak. De koormuziek -meestal met orgelbegeleiding- klonk zeer overtuigend. Peeters, Van Dessel en Dubois ademen de geest en de sfeer van het Lemmensinstituut en komen niet volledig los van Van Nuffel. Maar dit is eerder een compliment dan een verwijt. Staf Nees' muziek klinkt wat intiemer en bescheidener, maar niet minder mooi. Het Magnificat van Dubois is een indrukwekkend werk. Vol afwisseling en toch één groot feest. Mijn persoonlijke voorkeur ging vooral uit naar de indrukwekkende orgelfantasie op 'Zingt Jubilate' van Dubois, het ingetogen 'Sub tuum praesidium' van Peeters en het hemelse slotkoor uit het 'Maria-oratorium' van Ryelandt. Een schitterende apotheose van een fantastisch werk. Wat hoog gegrepen voor het koor op sommige plaatsen, maar toch behoorlijk verdedigd. Ryelandt kan hier niet wegsteken dat hij een leerling van Edgar Tinel was. Het gebrachte stuk roept herinneringen op aan de finale van Tinels oratorium 'Franciscus'.
Kortom: een schitterend programma met uitsluitend Vlaamse muziek, goede uitvoerders van bij ons en een behoorlijk gevulde kathedraal. Wat wil een mens nog meer op een doorsnee zondagnamiddag? Nog meer van dat!
21-10-2009
Componist Ivo Mortelmans 25 jaar overleden
Ivo Mortelmans, geboren in Antwerpen op 19 mei 1901, was de tweede oudste zoon van de grote toondichter Lodewijk Mortelmans. Tegen diens zin verkoos hij ook zijn leven aan de muziek te wijden.
Hij studeerde aan het conservatorium van Antwerpen bij o.a. Arthur De Hovre (orgel), Edward Verheyden (harmonie) en Lodewijk Mortelmans (contrapunt). Verder volgde hij privaatlessen bij Paul Gilson in contrapunt, fuga en orkestratie. Aan het Brussels conservatorium was hij een tijdje student bij Paulin Marchand.
In 1931 werd hij leraar notenleer en in 1953 begon hij harmonie te doceren aan het Antwerps conservatorium. Dat deed hij tot zijn op rust stelling in 1966. Hij was tegelijk nog muziekleraar aan secundaire scholen en muziekacademies in Deurne, Mortsel en Berchem. In het Nederlandse Eindhoven was hij een tijd lang actief als leraar, directeur van een muziekschool en operadirigent.
Op het liefhebbersterrein was hij jarenlang dirigent van koren (Sint Joris) en fanfares. Hij zetelde in het bestuur van het VNZ (voorloper van ons ANZ) en was jurylid in de provinciale koortornooien. Hij was tevens muziekrecensent voor de Gazet Van Antwerpen en leidde het koor van de Vlaamse Opera.
Omwille van zijn optredens als dirigent op Vlaams-Nationale zangavonden en zangfeesten voor en tijdens de tweede wereldoorlog werd hij in 1944 15 maanden geïnterneerd. Toen in de na-oorlogse periode zijn cantate Antwerpens Glorie (tekst van Anton Van de Velde) zou uitgevoerd worden, rees dit op verzet van oudstrijdersgroeperingen en werd de opvoering afgelast.
Ivo Mortelmans overleed in 1984 te Wenduine in alle bescheidenheid zoals hij steeds geleefd had. Hij was van nature zeer terughoudend en had een des te diepere en doortastendere religieuze aard. Zelf zei Mortelmans dat heel zijn leven van kindsbeen af door 3 factoren was beïnvloed: de muziek, de godsdienst en de natuur.
De composities van Ivo Mortelmans volgen een strikte vormopvatting en geven blijk van een beschouwende mystiek, poëtische ingesteldheid en ingekeerdheid en weerspiegelen een aanhankelijkheid aan de natuur. Zijn muziek logisch voor zijn afkomst en werkomgeving- kadert in de laat-romantiek zoals bij zijn jaargenoot Staf Nees en vele anderen. De eerste pianowerkjes ademen tevens invloed van Ravel en Debussy. Zijn werken getuigen van een zeer gedegen vakmanschap. Wat niet te verwonderen is als men zijn leraars bekijkt.
Voor orkest componeerde hij Lentehymne, Paasnocturne, Kerstballade, Koning Winters dood en de suite Het dorp. Dit laatste werk werd in 1939 gecreëerd door het orkest van het NIR o.l.v. Franz André. Maar net zoals zijn sprookjesoperas De krekel en de mier en Antwerpens Glorie, de cantates Vlaanderens klokken en De 4 seizoenen en het Lutgardisoratorium worden deze werken nooit nog uitgevoerd zodat de muziekliefhebber van vandaag geen voorstelling heeft van de klank en welluidendheid van deze werken. Dat geldt ook voor zijn openluchtspelen, opera, kamermuziekwerken en composities voor piano en orgel. Voor de in het Indische Florea spelende film Amorira componeerde Mortelmans de muziek.
Net zoals zijn vader was Ivo Mortelmans erg aangetrokken door de menselijke stem. Vandaar de talrijke werken voor koor en liederen.
Via oude opnames die dan zelden of nooit nog ten gehore gebracht worden- kunnen we vaststellen dat zijn koorwerken (vb. 4 adagioliederen op teksten van Timmermans) zeer innig, intiem en gedragen zijn. Ze weerspiegelen duidelijk de sfeer van de tekst en de gemoedsgesteldheid van de dichter. In het Vlaams Romantisch Koorboek werd Gelijk de anemoon voor 4-stemmig gemengd koor opgenomen. Het werkje begint rustig gaande en beschrijft een anemoon die langzaam, nog zwaar van dauw en nacht wacht op de dageraad. Wanneer het licht met zijn trage gloed vermeld wordt, wordt de muziek langzaam aan wat sterker en meer bewogen. En zo komen we bij de figuur die met de anemoon vergeleken wordt. Het is de kleine maagd Maria die even nederig en klein als de anemoon het wonder van de Heer heeft volbracht. De muziek neemt een vlucht in de hoogte en gaat crescendo bij de woorden zo rijst Gij op .Om dan in het tweede gedeelte weer te dalen, verzachten en vertragen bij de nieuwe verwijzing naar de nacht en de anemoon. De tekst van Albe wordt in dat koorwerk dus zeer getrouw gevolgd en uitgebeeld. De mineurtoonaard versterkt de gedragen, intieme en duistere sfeer van de verdreven nacht en gaat dan eventjes over naar de majeurtoonaard als hij verwijst naar de maagd zo rijst Gij op voor Zijn aangezicht. Het slot is dan uiteraard weer mineur bij de nieuwe verwijzing naar de anemoon en de nacht. De aanwijzingstekens voor de uitvoering (crescendo, decrescendo, mezzopiano, mezzoforte, ritenuto, .. zijn bewust gekozen om de voordracht van de tekst perfect mogelijk te maken. In de laatste maten krijgen we een hemiool op zijn wonder hebt volbracht. Deze natuurlijke verbreding van de muziek, nog versterkt door een modulatie, laat duidelijk zien wat het belangrijkste van heel dit gedicht en koorwerk is: het wonder dat de Heer heeft laten verrichten door de Heilige maagd. Typisch romantisch is de wisselende stemming via modulaties.
Talrijk zijn de bewerkingen voor koor van volksliederen.
Hij schreef enkele zeer religieus doorvoelde missen: Missa Jesu bone Pastor, Missa Gregoriana, Missa dona nobis pacem, Missa Benedicamus Domino en Missa Deo gratias. Op zijn opuslijst staan ook heel wat motetten (o.a. voor vrouwenkoor en orgel). Twee ervan (Te carioribus vocibus en Beata es, Virgo), geschreven in 1959, zijn uitgegeven door Euprint en te bekijken op de site van Euprint/collectio cathedralis.
De liedcyclus 3 erotische gezangen ( Uw anker, Uittocht en Uw laatste) klinkt eveneens zeer intimistisch en gesloten. Eerder zwaarmoedig. Men kenmerkt zijn liederen vaak met de term stemmingslyrisme als men verwijst naar Elegische vreugden en Reninca-liederen.
Volkser van toon en opgewekter klinken zijn liederen Een lied van de zee, Te Hasselt langs de baan, het geestdriftige Zingend volk en het strijdlustige Kom in t vendel.
Met zijn composities won hij verschillende prijzen bij het VNZ en het Davidsfonds en de Prijs Henri Fester.
Tot slot citeren we Hugo Heughebaert over Mortelmans muziek: Zijn voornaamste kenmerken zijn: oprechtheid en zuiverheid in de poëtische verklanking, harmonische rijkdom en expressieve verwoording. Hij weert uit zijn scheppingen elk vooropgezet isme. Hij is noch voor noch tegen een bepaalde stroming, strekking of stijl in de muziek, maar gebruikt oordeelkundig en geniaal de middelen waarover hij beschikt.
Zeer recentelijk verscheen de CD O sacrum convivium.
Hierop zingt de Capella Ss Michaelis et Gudulae, Brussels o.l.v. Kurt Bikkembergs met de organist Bart Jacobs religieuze muziek uit het romantische Vlaanderen. Naast orgelwerken van Lodewijk De Vocht en koorwerken van Staf Nees, August De Boeck, Jules Van Nuffel, Firmin Van de Velde en Emiel Wambach staan de 2 hoger vernoemdemotetten voor de Heilige Maagd Maria (voor vrouwenkoor en orgel) van Ivo Mortelmans op deze CD én de Missa Jesu bone pastor.
20-10-2009
Ere wie ere toekomt
Langs deze weg willen we de site van het muziekcentrum Vlaanderen feliciteren en bedanken voor hun interessante info waaruit we al vaak overgenomen hebben.
Hun archief is een mijn van informatie over Vlaamse musici. Niet voor niets hebben we een link naar hun site gemaakt.
Ere dus wie ere toekomt!
Peter Leys
19-10-2009
Sebastian Bradt 30 !
Bradt studeerde fagot bij Wim Van Volsem aan de Kunsthumaniora voor Muziek en Dans,Gent. Hij heeft een uitgesproken voorkeur voor het 20ste eeuwse repertoire en probeert allerhande alternatieve speelwijzen uit op dit instrument. Pianostudie deed hij bij Sabine Haenebalcke. Hij schreef zich in aan het Conservatorium van Gent voor compositie en orkestratie bij Lucien Posman en later bij Luc Brewaeys. Voorts volgde hij lessen en cursussen bij Dirk Brossé, Frank Nuyts, Claude Coppens en dr.Godfried-Willem Raes. Zijn Proefschrift Analyse 1 beha,delde Nacht - Stilte (1981van Luc Van Hove. In 2000 maakte Bradt de overstap naar de klas Algoritmische Kompositie en Eksperimentele Muziek van dr.Godfried-Willem Raes, sedertdien vaste mentor. In 2003 studeerde hij met onderscheiding af aan het Conservatorium als 'Meester in de Muziek'. Als lid van het M&M ensemble en in opdracht van Stichting LOGOS schreef hij arrangementen van bestaande muziekstukken voor het Automaton Orchestra met als doel het exploreren van de sonore mogelijkheden van muzikale robots. In 2006 werd hij parttime medewerker van Stichting Logos als komponist, arrangeur, recycler - perfomer, technikus, zaalverantwoordelijke, Pr - contactman etc.
Studaxe (2008) 21ste eeuw / hedendaags Player Piano
Na muziekacademiestudies studeerde Hans Sluijs aan de conservatoria van Antwerpen en Tilburg(Nl.), bij de heer Jacques de Tiege (piano). Daarna volgde hij tevens privélessen bij Steven Kemper, Lode Backx, Wonmi Kim en Jean-Paul vanden Driessche. Zijn repertorium is erg uitgebreid en omvat werken van de barok tot heden. In november 2002 werd zijn tweede werk, het strijkkwartet 'Weerspiegelingen', gecreëerd en bekroond met de 'Prijs van de stad Harelbeke' op de compositiewedstrijd van de Muizelhuisconcerten. Hans Sluijs won in 2005 de Sabam-prijs met zijn "I Quattro Elementi", het plichtwerk voor de halve finale van de Internationale Koningin Elisabethwedstrijd, sessie viool. Als pianist ligt zijn zwaartepunt in het romantische klavierrepertoire; hij speelt geregeld concerten in Belgie en Nederland, en is te horen op festivals in Italië(Pianorama Firenze, Araba Fenice Collescipoli..) en Duitsland (Neckargemundfestival).
Beperkte werkenlijst: op.1 vier portretten (voor piano), op.2 Weerspiegelingen (voor strijkkwartet) op.3 I quattro elementi (trilogie voor viool en piano)
Walter Hus 50 !
Walter Hus (1959) is naast componist vooral uitvoerend pianist en improvisator. Vanaf zijn 10de trad hij op als concertpianist in binnen- en buitenland, vanaf 1979 als pianist-improvisator. Hus speelde in het Belgisch Pianokwartet en was verbonden aan Maximalist!, een muzikale groepering opgericht in 1984 die het midden hield tussen pop, rock, klassiek en avant-garde. De muzikant-componisten die zich in deze beweging verenigden (o.a. Vermeersch, Sleichim, De Mey en Hus), hadden elkaar een jaar voordien ontmoet in het kader van de eerste choreografie van Anne Teresa de Keersmaeker (Rosas danst Rosas.) Hun imago werd sterk bepaald door invloeden uit de populaire cultuur, een illustratie van een geestesgesteldheid zonder dat die hun muziek daarmee zonder meer buiten het klassieke veld plaatste. De muziek lijkt zich voornamelijk te situeren in het kader van de New Simplicity, gegroeid uit de minimal music. Een hoge graad aan repetitiviteit, een microscopisch gevarieerde ritmiek en dynamiek, de eenvoudige manipulatie en transformatie van motieven, een beperkte harmonische organisatie en zeer gelimiteerd uitgangsmateriaal zijn hiervan de belangrijkste kenmerken. Dit resulteerde meestal in muziek met een hoge consonantiegraad en directe toegankelijkheid. Daarnaast was vooral het functionele en disciplineoverschrijdende aspect bepalend voor Maximalist!: een opvallend groot percentage van de muziek die dit collectief schreef, is conceptueel verbonden met andere kunsten zoals dans, theater en film. Dit geldt ook voor de muziek van Hus na Maximalist!. Naast muziek voor modeshows (bvb. Five to Five voor Yamamoto ('84)), choreografieën (bvb. Muurwerk ('85) en Hic et Nunc ('91) voor Roxane Huilmand, en Devouring Muses ('97) voor Irène Stamou) en films (The Pillow Book van Greenaway en Suite 16 van Deruddere), zijn verscheidene van zijn composities tot stand gekomen in samenwerking met hedendaagse dichters of toneelschrijvers (zoals Stefan Hertmans (Francesco's paradox), Peter Verhelst (One day they appeared), Jan Decorte (Meneer, de zot en tkint) en Jan Lauwers van de Needcompany (Orfeo) ). Sinds '96 is Walter Hus werkzaam bij Limelight in Kortrijk, waar op dat moment het verfrissende festival en cd-label Happy New Ears werd opgericht. Momenteel werkt hij aan een cyclus van 24 preludes en fuga's voor verschillende instrumentaties.
13-10-2009
Organist - componist Jos Mertens 85 !
Dit weekend is Jos Mertens jarig.
De man wordt 85. Hij oogt echter als een kwieke zestiger. Aan het orgel is hij nog steeds een virtuoos. Aan zijn werktafel componeert hij nog volop (zag je hem niet in 'Man bijt hond' met zijn tune voor geluidloze elektrische auto's?). Als causeur - met een Blonde Leffe in de hand - houdt hij je uren bezig. Wie zong nooit zijn 'Avondliedje'? Fris blijven zijn liederen klinken (vb. 'Ik ken een blond Marleentje' en 'Schachtenliefde'....). Zijn 4-stemmige Nederlandse mis en Onze Vader zijn door en door religieus. Zijn cantate 'Kringen van Tijd' vat zijn hele leven samen. Als pianist op Zangfeesten en Dagen van het Vlaamse Lied blijft hij onsterfelijk.
Op zaterdag 17 oktober huldigt het koor Singet Scone hem in de kerk van Groot - Bijgaarden om 18 uur. Hij weet het echter nog niet. Houden zo!
Jos, ad multos annos.....
01-10-2009
Vlaams componist, dirigent en pedagoog overleden
Componist Julien Mestdagh overleden
annelies focquaert
Op 26 september overleed in Zwijnaarde dirigent en componist Julien Mestdagh. Geboren in Gent op 21 november 1922, studeerde hij piano, orgel en compositie aan het Gentse Conservatorium. Later gaf hij er zelf les als begeleider en leraar notenleer, contrapunt en fuga. Ook aan het Lemmensinstituut en aan de Conservatoria van Brussel en Rotterdam was hij verbonden als leraar in verschillende theoretische vakken. Als pedagoog maakte hij verschillende studiereizen in opdracht van het Ministerie van Nederlandse Cultuur. Bij de Koninklijke Opera van Gent was hij gedurende 20 jaar gastdirigent en bij Studio Steurbaut was hij artistiek directeur. Naast didactische werken schreef hij ook verschillende liederen, koorwerken, piano- en orgelmuziek en muziek voor orkest. Zijn Cantate op het Hooglied van Salomon werd in 1992 in Brugge gecreëerd.
De Gentenaar Julien Mestdagh (°21/11/1922) is op 26 september overleden. Mestdagh is twintig jaar gastdirigent geweest in de opera en veertig jaar leraar aan het Gentse conservatorium. Eerst gaf hij daar notenleer en daarna contrapunt en fuga of m.a.w. de technieken van de compositieleer. Diezelfde cursus gaf hij later ook in Brussel en daar was Maria Cogen zijn assistente. Ze werd later zijn levensgezellin. Zelf heeft Mestdagh de dirigentencursus van Von Karajan gestudeerd in Salzburg. Hij is ook opnameleider geweest bij Studio Steurbaut, waarover hij sappige anekdotes kon vertellen, o.a. over hoe hij eens heeft meegemaakt dat Rudolf Werthen een bepaald stuk niet onder de knie kreeg. Hij wordt begraven op donderdag 1 oktober om 10 uur in de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans in de Van Goethemstraat te Merelbeke-Flora.
Op de eerste plaats was Julien Mestdagh echter componist. Zijn eerste compositieopdracht kwam in 1966 van het Festival van Vlaanderen, een werk voor orgel dat rechtstreeks op televisie werd gecreëerd door Gabriël Verschraegen in de Sint-Baafskathedraal. Zijn grootste werken zijn een cantate op het Hooglied van Salomon (in 1992 in Brugge gecreëerd bij de Jezuïeten omdat het in Sint-Baafs niet door de beugel kon door het Nationaal Orkest van België gedirigeerd door hemzelf en met o.a. Mireille Capelle als soliste) en een musical op een libretto van Raymond Cogen, de broer van Maria. Peter Ritzen wil al lang zijn pianoconcerto creëren met het BRTN-orkest, maar dat heeft hij dus bij leven alvast niet mogen meemaken. Maria Cogen, ook wel bekend als de directrice van de muziekacademie van Gentbrugge, creëerde in 1994 een sonate voor klavecimbel die haar levensgezel in opdracht van de Stadsconcerten had gecomponeerd. Het was naar zijn eigen zeggen een atonale compositie, die echter toch voldoende melodische structuur bezit, opdat men een dissonant toch van een valse noot zou kunnen onderscheiden. Ik heb nog atonale gehoorvorming gegeven aan het conservatorium van Brussel, ging Julien verder, toen ik hem bij hem thuis ging interviewen voor Het Laatste Nieuws, en dat aanleunen bij een sfeer van tonaliteit is typisch voor mijn muziek. Sommigen zeggen dat ze een synthese is van Boulez en Stravinsky, maar ik geloof daar niet in. En t klinkt zeker niet zoals mijn favoriete componisten Richard Strauss en Gustav Mahler. Anderen zeggen gewoon: t is Mestdagh! En dat vind ik ook. Via improviseren kom ik tot een thema en daarop heb ik dan voortgewerkt. Tot ze af is. En een compositie is bij mij altijd àf. Ik laat ze pas liggen als ik er tevreden over ben. Aan deze sonate van 17 minuten heb ik anderhalve maand geschreven. Ze is bedoeld voor een kopie van een barokinstrument en niet voor een modern clavecimbel, zoals dat bij het concerto van Frank Martin, dat Maria vóór de pauze zal vertolken, wél het geval is. Dat concerto stelt ook veel meer de virtuositeit op de voorgrond, al zegt Maria dat mijn sonate ook zeer moeilijk is om uit te voeren. Maar virtuositeit om de virtuositeit, dat zegt me niets. De sonate viel in mijn smaak. Maar is dat een criterium in de smaak vallen? Het is geen doel op zich, maar het doet wel plezier, ja. Maria Cogen bevestigde trouwens dat er een heel groot verschil is tussen iets graag uitvoeren en iets graag horen. Er zijn dingen die ik heel graag speel, maar waarnaar ikzelf niet zou gaan luisteren. Maar dat was dus zeker niet het geval met het werk van Julien Mestdagh. De vraag is nu of zijn werk na zijn dood nu ook wat meer geapprecieerd gaat worden in ruimere kring.
Frank Heye aan het orgel van het Augustijnerklooster St. Stefanuskerk, de Onze-Lieve-Vrouw Sint Pieterskerk, en de Sint Jacobskerk
Label(s):
Senzanome
Labelcode:
5411499 90052
Copyrightdatum:
11.2007
Beschikbaarheid:
ter inzage in het Muziekcentrum Vlaanderen (op afspraak)
Plaatsingsnummer:
001699
Barcode:
0100000016992
Info
Orgelmuziek van Gentse componisten
Track-info
1-4. d'Hulst Adolph: Orgelsymfonie in e 5-8. Verschraegen Gabriël: Sonata Da Chiesa 9. Goethals Lucien: Klankstructuren 10. Mestdagh Julien: Passacaglia en fuga in e op. 25
Renaat Veremans
Concert in de kijker : Stabat Mater van Renaat Veremans
Op 25 oktober zal de Chorale Caecilia in Berchem het Stabat Mater van Renaat Veremans uitvoeren. Paul Dinneweth, die het werk zal dirigeren, schreef hierover:
Zijn eerste lessen kreeg Renaat Veremans [1894>1969] van zijn vader. Hij studeerde verder aan het Lemmensinstituut te Mechelen en componeerde in die periode zijn beroemdste lied Vlaanderen, bekroond in de wedstrijd van de Maatschappij voor Taal en Volk. Later studeerde hij nog aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium in Antwerpen, waar onder meer Oscar Depuydt, Arthur Meulemans, Aloïs de Smedt en August de Boeck zijn leraren waren.
Het grootste deel van zijn leven was Veremans werkzaam te Antwerpen, respectievelijk als organist aan de St.-Pauluskerk (1914-1927), als operadirigent (1921-1943) en als docent notenleer aan het Conservatorium (1928-1959), waar hij honderden jonge Vlaamse musici vormde. Van 1943 tot 1952 was hij directeur van het Conservatorium te Brugge, waar hij het Renaat Veremans-koor oprichtte en het Brugse muziekleven een nieuwe impuls gaf. Hij overleed in juni 1969, slechts enkele dagen na het 32e Vlaams Nationaal Zangfeest, waar hij nog uitvoerig gehuldigd werd.
Als componist van ruim 400 liederen, missen, motetten, psalmen en koorwerken, oratoria, drie symfonische gedichten, vier concerti, acht cantaten, vier operas, twee operettes, film- en toneelmuziek, beheerste hij de meest uiteenlopende genres. Zijn melodische vinding is het product van een spontane, impulsieve en emotionele natuur, van een persoonlijkheid die steeds zichzelf blijft. Respect voor de traditie was het credo van zijn creativiteit: Musik als Ausdruck heeft de toondichter dan ook steeds als zijn devies gekozen. Hij bleef afkerig van iedere neiging tot modernisme of atonaliteit. Spontaneïteit in de melodie en rijke harmonische kleuren (een chromatisch verglijdende tonaliteit) zijn de hoofdlijnen in zijn oeuvre. Ook zijn werkzaamheid als dirigent, gecombineerd met zijn bewondering voor het oeuvre van August De Boeck, hebben ongetwijfeld zijn inzicht in de orkestrale muziek beïnvloed.
Het Stabat Mater, voltooid op 31 december 1964, straalt een diepe geloofsbelevenis uit, in een sfeer van eenvoud en wijding. Aan de basis ligt het beroemde dertiende-eeuwse gedicht van de Franciscaan Jacopone da Todi, dat de grote smart bezingt van een moeder die de marteldood van haar zoon moet meemaken. De tekst lag eveneens aan de basis van een gregoriaanse sequentia en heeft talrijke componisten geïnspireerd tot dikwijls aangrijpende composities. Ook Veremans voorliefde voor het Stabat Mater van Antonin Dvořák zal een invloed hebben uitgeoefend, wat hem echter niet belette om deze tekst op een eigen wijze te verklanken.
Ik heb het werk gekozen op aandringen van Oscar Van Aerden en Magda Veremans, de schoonzoon en laatste nog in levende zijnde dochter van de componist. Oscar Van Aerden bezit het handschrift van de directiepartituur en toen ik dit bij hem thuis mocht doorlezen, viel mij meteen op dat dit een waardevol werk was, helemaal in die typische Vlaams-romantische stijl en uitvoerbaar door een (goed) amateurkoor. Voor mij kan deze compositie gerust de vergelijking doorstaan met het koorwerk van César Franck of Antonin Dvorak. Veremans gebruikt heel wat harmonische kleur naast een steeds zingbare melodische stemvoering. Bij de start van het repetitieproces konden we beschikken over partituren van CeBeDeM, helaas in een niet altijd makkelijk leesbaar kopie-handschrift (in een digitaal tijdperk!) en met toch nog enkele duidelijke fouten. Daar kwam enige weerstand op vanuit het koor. Ook de typische harmonische wendingen van Veremans liggen voor het koor niet altijd voor de hand. Toch denk ik dat de meeste zangers ondertussen gewonnen zijn voor deze compositie, met zijn steeds wisselende stemmingen, tonaliteiten, tempi en solistische interventies. Een zeer mooie passage is het Fac me tecum pie flere, waar de dames met de tenor-solo dialogeren. Een heel feestelijk Alleluia sluit, een tikkeltje triomfalistisch, deze compositie af.
Om budgettaire redenen en omdat het werk een bredere uitvoerbaarheid zou krijgen, vroegen we aan Peter Van de Velde om een transcriptie voor orgel en strijkers te maken (oorspronkelijk is het opgevat voor tenor-solo, koor en orkest). De Chorale Caecilia is verheugd en vereerd om deze mooie compositie eindelijk, na 45 jaar, voor de eerste maal tot klinken te kunnen brengen.
Op hetzelfde concert kan u overigens ook een transcriptie door Geert Vanderstraeten horen van twee Rückertliederen van Gustav Mahler, naast de versie voor kamerorkest van het Requiem van Duruflé.
Paul Dinneweth, met dank aan Oscar Van Aerden.
Canvas doet zijn plicht ....
Canvas viert Vlaamse componisten
hugo sledsens (producer VRT-televisie)
In 2009 komen we niet alleen veel muziek van Haydn, Händel en Mendelssohn tegen. Er zijn toevallig ook heel wat Vlaamse jubilarissen uit de twintigste eeuw te herdenken. Of laat ons zeggen: twintig jaar geleden zag de VRT het nog als haar opdracht om actieve initiatieven te nemen ten gunste van Vlaamse componisten. Wie toen zestig of zeventig was, wordt er dit jaar tachtig of negentig. Canvas Klassiek zag de kans om hen in oktober en november te eren met uitzendingen die we nog in ons archief hebben liggen. Opvallend veel van de jubilarissen komen uit de Antwerpse hoek. Toevallig is er een rode draad in deze werken: bezinning, oorlog en hunkering naar vrede, rouw en dood. De uitzendingen beginnen telkens om 12u00.
Uitzenddatum: 25/10/09 Ouderdomsdeken is August Verbesselt,die 90 wordt in oktober. Van hem zenden we Ares en Irene uit. Een werk dat de Vlaamse televisie zelf nog creëerde in 1989. Deze compositie voor koor en orkest is, zoals alle rijpe werken van Verbesselt, knap georkestreerd, en in navolging van Schönberg, gebouwd op een reeks van twaalf tonen. De inhoud gaat over de eeuwige en uitzichtloze strijd tussen oorlog en vrede, tussen goed en kwaad. Opmerkelijk is de behandeling van het koor. Dat laat overwegend onverstaanbare kreten horen. Geleidelijk worden woorden als Morte en Pace verstaanbaar. Op het einde horen we het Bach- koraal Ermuntere dich, mein schwacher Geist. Een poging van Verbesselt om een hoopvol perspectief te creëren. Tevens een groet van de dodecafonist aan de door hem hoog geachte contrapuntmeester, Johann Sebastian Bach. Het BRT- Filharmonisch orkest en koor staan onder leiding van Silveer van den Broeck.
Er zijn ook twee tachtigjarigen. Frédéric Devreese en Frits Celis :
Uitzenddatum: 25/10/09 Frédéric Devreese componeerde het ballet Gemini in 1980 voor de tiende verjaardag van het Ballet van Vlaanderen. Repetitieve elementen spelen een belangrijke rol. We horen de oorspronkelijke versie voor twee piano's, gespeeld door André De Groote en Robert Groslot. We zien de choreografie van Marc Bogaerts, zoals ze toen gecreëerd werd in de Opera van Gent. Met dansers als Tom Van Cauwenbergh, Karin Heyninck, Koen Onzia en Rudi van den Berghe. Het scenario werd geschreven door Chris Yperman. Er zijn drie grote scènes: De dans van de tweelingen, De Verleiding en Het gevecht. De tweeling heeft het moeilijk om zijn eigen identiteit te vinden. Pas als de ene zijn spiegelbeeld ontmoet, is hij volledig. Sterft één van de tweelingen, dan sterft automatisch ook de andere.
Uitzenddatum: 08/11/09 Frits Celis gebruikte voor Preludio e Narrazione het gedicht De ouders van Anton van Wilderode. Van Wilderode inspireerde zich op zijn beurt op Het treurende ouderpaar, het dubbelmonument van Käthe Kollwitz, nu te zien op het Duits soldatenkerkhof van Vladslo. Kollwitz wilde niet alleen haar eigen zoon herdenken. Die sneuvelde in 1914 als een van de allereerste aan het Ijzerfront. Het gebaar van machteloosheid dat door haar beelden uitgedrukt wordt geldt als een eerbewijs aan allen die de dood vinden in zinloze slachtingen als die aan de Ijzer. De muziek van Celis beschrijft de tragische zoektocht van de ouders naar het graf van hun gesneuvelde zoon. We horen de sopraansolo van Jacqueline van Quaille. Fernand Terby begeleidt met het BRT-Filharmonisch orkest. Raf Verpooten maakte een filmische evocatie. De soldatenkerkhoven uit de Eerste Wereldoorlog spelen hierin een grote rol. Dit programma krijgt een heruitzending op 11 november om 20u40 op Canvas+.
Uitzenddatum: 04/10/09 Ook Willem Kersters werd tachtig jaar geleden geboren. Maar hij overleed al in 1998. Van hem horen we zijn Tweede Symfonie. In 1961 werd hij tweede laureaat in de Koningin Elisabethwedstrijd voor compositie met het ballet De triomf van de geest. Twee jaar later won hij met zijn Tweede Symfonie de compositieprijs van de stad Trieste. Deze bekroningen maakten van hem een componist met internationale allure. De Tweede Symfonie is gebouwd op twee twaalftoon reeksen. Ze sluit bij Kersters een periode af van streng serieel denken, al blijkt dat nergens uit het klankresultaat. De symfonie heeft een onweerstaanbare emotionele zeggingskracht. Hans Rotman leidt het BRTN-Filharmonisch orkest. Uitvoering en opname vonden plaats in de Brusselse Magdalenazaal.
Uitzenddatum: 08/11/09 Er is ook nog Marinus de Jong [1891>1984]. De Hollandse Antwerpenaar, die 25 jaar geleden overleed, speelde als pianist, componist en theoreticus een opmerkelijke rol in het Conservatorium van Antwerpen. Pianist Jozef De Beenhouwer is een leerling van Lode Backx, die zelf nog gevormd werd door Marinus de Jong. De Beenhouwer speelt in het Antwerpse Delbekehuis de nocturne Schemeravond op Esschenhof opus 53 uit 1945 en de ballade Ex vita mea opus 3, uit 1917.
Uitzenddatum: 22/11/09 Tenslotte leiden al deze herdenkingen ons op weg naar het portret van Wim Henderickx. Deze vruchtbare Antwerpse componist van nog geen vijftig voelt zich als een oosterling verdwaald in het Westen. Wim Henderickx was een leerling van Willem Kersters aan het Antwerps Conservatorium, waar hij nu zelf een analyse- en compositieklas leidt. Hij leeft zich tot nog toe vooral uit in orkestwerk, kamermuziek en werken voor het muziektheater.
24-09-2009
Jean-Paul Byloo 60
Jean-Paul Byloo werd geboren in Veurne in 1949. Na zijn humaniorastudies te Veurne studeerde hij aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent, waar hij de eerste prijzen notenleer (klas Gaston Van Damme), piano (klas Abel Matthys), harmonie (klas Jeanne Vignery), contrapunt (klas Roland Coryn) en fuga (klas Gery Bruneel) behaalde. Byloo studeerde koordirectie aan de Kurt Thomasstichting in Den Haag en moderne compositietechnieken bij Lucien Goethals. Hij besloot zijn muziekstudies aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel met een eerste prijs met onderscheiding voor compositie in de klas van André Laporte.
Van 1972 tot 1982 was Byloo leraar notenleer en piano aan de Stedelijke Muziekacademie van Veurne. Byloo dirigeerde het Beauvarlet Kamerkoor uit Nieuwpoort (1975-1985) en de Cantores Servadie uit Diepenbeek (1985-1988). Sedert 1982 is Byloo directeur van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Geel en leraar notenleer aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel. Sinds 1992 doceert hij vormanalyse en instrumentatie aan het Brusselse Conservatorium. Momenteel woont hij in Geel.
Het werk van Byloo werd bekroond in compositiewedstrijden van o.a. Sabam, Cantabile, de Provincies West-Vlaanderen en Antwerpen en de Koninklijke Academie. Zijn composities werden in première gebracht op het Festival van Vlaanderen, Ars Musica Brussel, de Nacht van Radio 3 en de Belgisch-Nederlandse Muziekdagen. Byloo componeerde plichtwerken voor belangrijke muziekwedstrijden en kreeg talrijke compositie-opdrachten van vooraanstaande solisten, kamermuziekgroepen en orkesten.
Talrijke eenvoudige koorwerken en liedbewerkingen werden uitgegeven door ANZ Antwerpen en door uitgeverij De Noteboom. Er werden opnames gemaakt van koor-, kamer- en orkestwerken door de VRT.
De werken van Byloo werden uitgevoerd in België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Hongarije.
Ad multos annos!
23-09-2009
Proficiat!
Muziekfestival Neerpelt krijgt een prijs
Het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt krijgt de Prijs van de Europese burger. Die prijs wordt uitgereikt door het Europees Parlement aan 37 personen en verenigingen die zich inzetten voor meer Europese integratie en samenwerking.
"Het festival doet al sinds 1953 verwoede pogingen om de grensoverschrijdende contacten te bevorderen tussen de jeugd", zegt bestuurslid Leon Houben. "Daarom heeft Europees parlementslid Ivo Belet (CD&V) ons voorgedragen voor de prijs. Personen krijgen een medaille, verenigingen een gedenkplaat."
De officiële overhandiging van de gedenkplaat volgt volgende week woensdag in het Hubertus-theater in Neerpelt. Eerder kreeg ook de federatie van het Oud Limburgs Schuttersfeest al de onderscheiding.
27-06-2009
Vlaamse muziek promoten
Afzonderlijk katern Vlaamse muziek bij GIG - International Arts Manag
Naar aanleiding van het muziektheaterfestival Opera XXI nam Muziekcentrum Vlaanderen het initiatief om een extra katern rond de klassieke muziekscène in Vlaanderen te laten opnemen bij het tijdschrift GIG - International Arts Manager.
Slecht nieuws
Alvaro Celso Guimarães overleden
Alvaro Guimarães, Belgisch componist van Braziliaanse afkomst, was verbonden aan de Hogeschool Gent, departement Muziek en was medestichter en artistiek leider van het KunstArbeiders Gezelschap.