De eerste naoorlogse Skodas hadden een wielbasis van 248 en een lengte van 405cm. met een topsnelheid van 100km/uur waren ze niet snel, maar daarentegen wel ijzersterk.
De Octavia vormde de basis voor de Skodas sport wagens, de Felicia. na 1961 werd dit model Felicia Super genoemd. de Super had een 1221cc in plaats van een 1089cc motor . tegen een meerprijs kon de klant ook een Hardtop-uitvoering bestellen. de Felicia was onverwoestbaar, maar met een top van 130km niet echt een racewagen.
De Skoda 1203 werd gebouwd in Vrchlabi. men kon deze wagen in veel uitvoeringen verkrijgen. Er was een Pick-Up, een Van, een Ambulance, en een multipersoons minibus. Je zag ze ook als begrafeniswagen, koelwagen, of brandweerwagen. hij had een motor van 1221cc/47pk . De Skoda 1203 bleef in productie tot 1981 .
eind jaren zestig begon een groep enthousiastelingen aan de bouw van hun droom.hun honger naar rzceautos werd gestild in de MTX werkplaatsen van de firma Metalex,een specialist in metaallak. de autos werden gefinancierd uit winst van Metalex. metertijd werden de werkplaatsen steedsprofesioneler en waren ongeevenaard ten ooste van Duitsland.vanaf 1970 produceerden zij kleine oplages van de tweezitter MTX Skoda Buggy (4x2) , de eerste Tjechische autocros special ,met onderdelen uit de Skoda 100/110. in 1973 kwam de Buggy MTX 2-02 (met dezelfde technische specificaties) op de markt, in 1988 gevolgd door de MTX 2-04 met een motor uit de Lada 1600 er was ook een MTX Beach Buggy. in mei 1992 voltooide MTX het prototype van de Verold Bagheera met onderdelen uit de Skoda Favorit.
Dit is een Skoda Kirby uit 1972 deze buggys verschenen in verschillende versies. de buggy had een motor van 1174cc en een radiator voorin. de wagen was bedoeld voor de Staatsveiligheidsdienst. Maar in werkelijkheid was dit uitzonderlijke wagentje waarschijnlijk, gemaakt voor de autosport. ze konden een snelheden tot boven de 200 kilometer per uur! halen. In 1972 verscheen er in samenwerking met het Italiaanse Autozodiaco en het exportorgaan van Skoda, Motorest, de Skoda Kirby. Het was een grappige open buggy, waarbij men gebruik maakte van de motor, versnellingsbak, en verschillende chassisonderdelen van de Skoda 100/110.
In 1953 brachten de legers van het warschau pakt een tender uit voor een licht tereinvoertuig voor het leger. de skoda 973 ( 4x4 ), met de bijnaam babet ( na een musicalfilm waarin de auto voorkwam ), slaagde met vlag en wimpel voor de tests van het leger het beklimmen van geulen en het rijden door Tjechische moder en Oost-Duits zand. de firma begon met de voorbereidingen voor massaproductie,maar moscou besloot dat de Gaz/uaz in productie zouden worden genomen ondanks het feit dat ze slechter presteerden in ruig terein ,waar gebleken was dat ze logger en langzaamer waren . van 1952 tot 1956 werden meer dan 30 exemplaren gebouwd van met canvas overtrokken staf-en verbindingsvoertuigen,met permanente achterwielaandrijving en voorwielaandrijving als optie.
ze waren voorzien van 1491cc 4 cilindermotor 52pk bij 4200t/p min, en 90km/u,een vierversnellingsbak met synschronisatie van de derde en vierde versnelling,een tussenbak en een hulpversnellingsbak. de differentielen met een mechanische kogelvergrendeling zijn een Tsjechisch patent. het differentieel achterin heeft cardanremmen . de wielen waren onafhankelijk opgehangen aan een trapeziumvormige torsiestaaf. de auto was 350cm lang , 424 breed, 452cm hoog, hij woog 1190kg, het laadvermogen was 500kg, hij had een bodemspeling van38cm,een waaddiepte van 60cm, een klimhoek van 100% en vrijloophoeken van 55°& 55°.
In 1945 was skoda een van de allereerste europese autofabrieken die weer autos kon leveren. en al waren de autos nog van een vooroorlogs ontwerp ,ze werden ook in belgie bijzonder goed verkocht . het chassis van de 1101 bestond net zoals voor de oorlog uit een centrale buis. de voorwielen waren onafhankelijk opgehangen en de 1089cc viercilinder kopklepper leverde 32pk/38tpm. de skoda was speciaalontworpen voor de slechte oost-europese wegen was vrijwel onverwoestbaar. de 1101was in allerlei uitvoeringen leverbaar bij de vierdeurswagens gingen de voorportieren verkeerd open de eerste naoorlogse skodas hadden een wielbasis van 248 en een lengte van 405cm. met een topsnelheid van 100km/uur waren ze niet snel, maar daarentegen wel ijzersterk
Met deze wagen wil Skoda weer de sportieve toer op. Tenslotte zijn zij de rechtstreekse erfgename van de fameuse Laurin et Klement autos die ooit zo een degelijke reputatie hadden. Voor het tekenen van de carrosserie heet Skoda geen kosten nog moeite gespaard, er was zelfs een hardtop in optie beschikbaar, getekend door Carrosseria Ghia uit Turijn. De motor was eerst een 1100 die 54 bruto pk leverde en die eigenlijk uit de vroegere Skoda 1102 kwam maar later werd hij vervangen door een krachtigere 1221 cc motor die de auto 140 km per uur snel moest maken, mede door de ingebouwde dubbele Jikov carburator. Het totaal gewicht van de auto bedroeg zowat 865 kg.
De Felicia, en gans het Octavia-gamma trouwens, had een zeker succes want Skoda leverde betrouwbare en onverslijtbare wagens aan een zeer schappelijke prijs. Met de Octavia en Felicia werden kategorie successen behaald in rallies, o.a. de Monte Carlo rally in 1961. De Felicia is eigenlijk een 2+2-zitter, achteraan heeft men niet bepaald alle ruimte van de wereld, maar dat was natuurlijk niet de bedoeling.
In het begin van de Felicia serie was de wagen enkel als soft-top te krijgen, later liet men door niemand minder dan Carrosserie Ghia een hardtop kap ontwerpen. Zodoende had men eigenlijk drie wagens in één, een open cabrio, een soft top en een hard top Het is merkwaardig dat, alleszins in het toenmalig promotiemateriaal, men de Felicia blijkbaar probeert te verkopen aan de vrouwen
In het voorjaar van 1946 werd de vernieuwde popular 1101 met een tweedeurs Tudor carrosserie geïntroduceerd. Later verschenen een vierdeurs versie en een bestelwagen met een laadvermogen van 3000 kilo.
Vanaf 1946 werd door de Automobielen fabriek in Boleslavsamengewerkt met de Petera carrosserie werkplaats in Vrchlabí. De eerste koda´s die hier geproduceerd werden, waren ambulances gebaseerd op de koda 1101. Vanaf 1949 werd ook het chassis van de 1102 hier gebouwd.
Ook militaire versies van de Tudor werden geproduceerd. De Tudor werd een geslaagd exportprodukt, er werd zelfs geëxporteerd naar Australië.
De eerste Octavia ontstond in 1959, toen de vroegere koda-modellen 440 en 445 een grondige face-lift ondergingen, en de gewijzigde versie onder de naam Octavia op de markt kwam.
Ook technisch was de wagen gemoderniseerd: hij kreeg spiraalveren vooraan en een nieuwe achterwielophanging. De Octavia was verkrijgbaar in twee motorversies: 1098 cm³ (43 pk, goed voor 125 km/u) of 1221 cm³ (47 pk, 130 km/u). De vier-cilindermotoren zaten voorin.
De Octavia bleef in productie van 1959 tot 1964, en er werden 227.258 exemplaren van gebouwd. Van 1964 tot 1971 werd enkel nog de stationcar-versie gebouwd
Skoda 1100 Sport De succesvolle racetraditie van Laurin & Klement werd na de fusie met Skoda in 1925 topgezet. Pas na de economische crisis van de jaren dertig pakte Skoda noodgedwongen de draad weer op. Enthousiaste coureurs met speciaal geprepareerde Populars en Rapids brachten Skoda de benodigde publiciteit. Ook net na de Tweede Wereldoorlog laaide ondanks een tekort aan materialen de ontembare 'need for speed' weer op. Voor de Skoda fabriek was deelname aan internationale races toen niet gemakkelijk vanwege gebrek aan geld, geschikte motoren en wagens. Ondanks dat zegevierde Skoda in de jaren vijftig en zestig in tal van internationale races en rally's. Skoda 1101's reden zich in de prijzen en na 1948 boekten ze ook internationaal racesuccessen. In 1949 eindigde een Skoda 1101 als 10e in de 1100 cc klasse in de Monte Carlo Rally. Om races te kunnen winnen, ontwikkelde Skoda op basis van haar 1101 een racewagen. De Skoda 1101 Sport debuteerde in 1949 tijdens de Tsjecho-Slowaakse Formule 1 Grand Prix. De aluminium tweezits racewagens was er als een 1100 meteen tot 50 PK opgevoerde motor en een langere 65 PK sterke 1500 met Roots compressor en een top van 150 km/u. In 1950 nam. Skoda met de 1101 Sport deel aan de 24 uur van Le Mans om vervolgens op basis van een ingekort Tudor chassis drie verschillende Skoda Supersports met afneembare spatborden te bouwen. De aangepaste 1221 cc motor leverde 80 PK en met Roots compressor zelfs het dubbele vermogen. In 1953 kwam er een 90 PK sterk 1491 cc motorblok voor in de plaats. Dankzij twee Roots compressors kreeg de Skoda 1500 Supersport vleugels: 180 PK en een top van 203,3 km/u. Met een licht aangepast chassis van het seriemodel was het een geduchte racer. Ook de Spartak reed vanaf 1955 in internationale races steeds in de top 10 mee. Twee jaar later werden twee fraaie open Skoda 1100 OHC's gebouwd met een 92 PK sterke 1089 cc motor uit de 440. Mede dankzij een licht buizenchassis met fiberglas koets en een achterin geplaatste motor met vijfbak sprintte deze racewagen naar een top van 200 km/u. Drie jaar later verschenen drie 1100 OHC coupés met een aluminium koets voor een eigen raceklasse. In 1960 namen drie 60 PK sterke Octavia Supers deel aan de Monte Carlo Rally. In 1961 en 1962 eindigde een Octavia als eerste in zijn klasse in deze rally. De Felicia motor werd ook gebruikt in de eenzits Formule Junior racers, waarin voor het eerst de motor voor de achteras was geplaatst. Hiermee werd een stevige basis gelegd voor de latere autosportsuccessen met de nieuwe generatie Skoda modellen met de motor achterin.