Dit is een lied voor haar alleen wier heldre liefde mij bescheen sinds het eerste tasten van mijn blik tot aan haar bitteren stervenssnik wier beeld sindsdien mijn leven kleurt met licht en schaduw, beurt om beurt.
Want elk gevoel, elk beeld, elk ding vervluchtigt tot herinnering ik heb er vele, een bonte rij die wisselt met het levenstij maar nooit zolang dit hart mag slaan, zal het beeld van haar in mij vergaan.
Noch van mijn jeugd, die zij geleid heeft heeft met haar warme tederheid zij was mijn toevlucht bij verdriet zij leerde mij het eerste lied en God, dat schoonste en wreedste woord, heb ik van haar lippen het eerst gehoord.