Inhoud blog
  • Oost-Europese migratiegolf blijkt een heuse tsunamie te zijn...
  • Herman Van Rompuy Europees president...
  • Carrefour
  • Nieuwbouw in Sint-Truiden
  • Sneeuwellende
  • Corruptie bij de buren
  • Vlaams Parlement monddood
  • KB-Lux
  • Mensenrechten na WO II geschonden
  • Democratie is niet meer nodig in België
  • EU- Commissaris De Gucht
  • Mechels bos
  • Mexicaanse griep besmette Belgische topclubs...
  • Sportmens... waar bent u ???
  • Al Gore... Our choise: a plan tot solve the climate crisis.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Vlaamse Volks Beweging
  • Vlaamse Volks Beweging Kempen en Maasland
  • Vlaanderen Vlagt
  • Vlaamse Onafhankelijkheid
  • Vlaamse Leeuw
  • Pallieterke
  • KSA Nieuwkerken
  • Doorbraak
  • Forum voor Vlaamse Vrouwen
    Lectori Salutem - soli Deo Gloria
    De Vlimburger
    Een mens met 'n goed hart en een slecht karakter.
    02-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom ik tegen de Europese grondwet ben

    Europese Grondwet - de details

    Hieronder staan de artikelen, waar het meest op is aan te merken, vergezeld van commentaar. De volgende kwalificaties worden meegegeven:

    Pas op! Verlies onafhankelijkheid.

    Pas op! Verlies democratie.

    Pas op! Geweld. Militarisering.


    Grondwet Artikelen met commentaar


    Artikel

    Artikel inhoud

    Commentaar

    I-3.3

    De Unie zet zich in voor de duurzame ontwikkeling van Europa, op basis van een evenwichtige economische groei en van prijsstabiliteit, een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang, en van een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. De Unie bevordert wetenschappelijke en technische vooruitgang.

    Mooie doelstellingen, maar prijsstabiliteit, volledige werkgelegenheid, milieu en wetenschap zijn beleid en horen niet thuis in een grondwet.

    I-6

    De Grondwet en het recht dat de instellingen van de Unie bij de uitoefening van de haar toegedeelde bevoegdheden vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten.

    Belgisch recht, maar vooral Vlaamse rechten worden ondergeschikt aan het Europees recht. Hiermee verliest België en een toekomstig onafhankelijk Vlaanderen zijn onafhankelijkheid en daarmee ook zijn democratie, aangezien de Europese instellingen niet democratisch zijn. Bovendien is dit in strijd met de Belgische Grondwet.

    I-11.3

    Krachtens het subsidiariteitsbeginsel treedt de Unie op de gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen, slechts op indien en voorzover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt.

    De instellingen van de Unie passen het subsidiariteitsbeginsel toe overeenkomstig het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. De nationale parlementen zien er volgens de in dat Protocol vastgelegde procedure op toe dat het beginsel wordt geëerbiedigd.

    Het gaat hier eigenlijk om het "doe-het-zelf beginsel". Europa is alleen de baas als het gaat om zaken, die beter niet per land kunnen worden geregeld. Het is echter vaag, wat hier onder valt. Het protocol, waarnaar wordt verwezen geeft boterzachte garanties. Het is afhankelijk van het oordeel van toekomstige Europese rechters, hoeveel macht de landen houden en hoeveel macht Europa naar zich toe trekt.

    I-11.3

    In de gevallen waarin bij de Grondwet op een bepaald gebied een bevoegdheid aan de Unie wordt toegedeeld die zij met de lidstaten deelt, kunnen de Unie en de lidstaten wetgevend optreden en juridisch bindende handelingen vaststellen. De lidstaten oefenen hun bevoegdheid uit voorzover de Unie haar bevoegdheid niet heeft uitgeoefend of besloten heeft deze niet langer uit te oefenen.

    Hieruit blijkt, dat de wetgeving van de Unie voorrang heeft op die van de lidstaten, zodra de Unie op een terrein van gedeelde bevoegdheden een wet maakt. Dat betekent, dat na verloop van tijd het terrein van de zogenaamde gedeelde bevoegdheden Europees terrein wordt.

    I-12.4

    De Unie is bevoegd om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te bepalen en te voeren, met inbegrip van de geleidelijke bepaling van een gemeenschappelijk defensiebeleid.

    Hier wordt de basis gelegd voor een Europees leger en Europees militair optreden.

    I-14.2

    De gedeelde bevoegdheden van de Unie en de lidstaten betreffen in het bijzonder de volgende gebieden:

    a. interne markt;

    b. sociaal beleid, voor de in deel III genoemde aspecten;

    c. economische, sociale en territoriale samenhang;

    d. landbouw en visserij, met uitsluiting van de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee;

    e. milieu;

    f. consumentenbescherming;

    g. vervoer;

    h. trans-Europese netwerken;

    i. energie;

    j. de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht;

    k. gemeenschappelijke veiligheidsvraagstukken op het gebied van volksgezondheid, voor de in deel III genoemde aspecten.

    Dit zijn allemaal "gedeelde bevoegdheden", die na verloop van tijd Europese bevoegdheden zullen zijn (zie I- 11.3 hierboven).

    I-14.3

    Op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en ruimteonderzoek is de Unie bevoegd op te treden, en met name programma’s vast te stellen en uit te voeren; de uitoefening van die bevoegdheid belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen.

    Dit zijn allemaal "gedeelde bevoegdheden", die na verloop van tijd Europese bevoegdheden zullen zijn (zie I-11.3 hierboven).

    I-14.4

    Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp is de Unie bevoegd op te treden en een gemeenschappelijk beleid te voeren; de uitoefening van die bevoegdheid belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen.

    Dit zijn allemaal "gedeelde bevoegdheden", die na verloop van tijd Europese bevoegdheden zullen zijn (zie I- 11.3 hierboven).

    I-15.1

    De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie. Daartoe stelt de Raad van Ministers maatregelen vast, met name globale richtsnoeren voor dat beleid.

    Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, gelden bijzondere bepalingen

    Economisch beleid wordt dus ook in Europa vastgesteld en niet meer in België of Vlaanderen.

    I-15.2

    De Unie neemt maatregelen om te zorgen voor de coördinatie van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, met name door de richtsnoeren voor dat beleid te bepalen.

    Werkgelegenheidsbeleid wordt dus ook in Europa vastgesteld en niet meer in België of Vlaanderen.

    I-15.3

    De Unie kan initiatieven nemen ter coördinatie van het sociaal beleid van de lidstaten.

    Op termijn wordt sociaal beleid dus ook Europees beleid (zie het effect van I-11.3 hierboven).

    I-16.1

    De bevoegdheid van de Unie met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid bestrijkt alle gebieden van het buitenlands beleid en alle vraagstukken die verband houden met de veiligheid van de Unie, met inbegrip van de geleidelijke bepaling van een gemeenschappelijk defensiebeleid dat kan leiden tot een gemeenschappelijke defensie.

    "Kan leiden" betekent "zal leiden" (zie 1-11.3 hierboven). Een Europese militaire macht wordt dus een feit.

    I-16.2

    De lidstaten geven in een geest van loyaliteit en wederzijdse solidariteit hun actieve en onvoorwaardelijke steun aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie en eerbiedigen het optreden van de Unie op dat gebied. Zij onthouden zich van ieder optreden dat in strijd is met de belangen van de Unie of dat afbreuk zou kunnen doen aan de doeltreffendheid ervan.

    Dit is een verdere ondersteuning van een Europese militaire macht (zie 1-16.1 hierboven)

    1-18.1

    Indien een optreden van de Unie in het kader van de beleidsgebieden van deel III nodig blijkt om een van de doelstellingen van de Grondwet te verwezenlijken zonder dat de Grondwet in de daartoe vereiste bevoegdheden voorziet, stelt de Raad van Ministers, op voorstel van de Europese Commissie en na goedkeuring door het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen passende maatregelen vast.

    De bevoegdheden van de Unie kunnen verder worden uitgebreid, als de regeringsleiders en het Europees parlement akkoord gaan. Het Belgisch parlement staat hier buitenspel. Vlaanderen en Wallonië kunnen hun toekomst vergeten. We geven dus carte blanche voor een verdere uitholling van de bevoegdheden van het Belgisch parlement. Inplaats van meer bevoegdheden over te hevelen naar het Vlaams parlement blijft er dan totaal niets meer over.

    I-20.2

    Het Europees Parlement bestaat uit vertegenwoordigers van de burgers van de Unie. Hun aantal bedraagt niet meer dan zevenhonderdvijftig. De burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van zes leden per lidstaat. Geen enkele lidstaat krijgt meer dan zesennegentig zetels toegewezen.

    Op zichzelf is hier niets mis mee. Het bezwaar is, dat het principe van "degressief evenredig" niet wordt toegepast bij de daadwerkelijke zetelverdeling. Vlaanderen krijgt daarbij te weinig zetels.

    I-23.1

    De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit. Hij oefent onder de bij de Grondwet bepaalde voorwaarden beleidsbepalende en coördinerende taken uit.

    Dit is een kwalijke constructie. Vertegenwoordigers van de uitvoerende macht (regeringsleiders), die besluiten over wetten. Dit is in strijd met onze Belgische grondwet, de basis van de scheiding der machten in onze democratie.

    I-26.2

    Tenzij in de Grondwet anders is bepaald, kunnen wetgevingshandelingen van de Unie alleen op voorstel van de Commissie worden vastgesteld. Andere handelingen worden op voorstel van de Commissie vastgesteld in de gevallen waarin de Grondwet daarin voorziet.

    Ook hier zien we een constructie, waarbij een uitvoerende macht (Europese commissie) als enige wets- initiatieven mag nemen. Deze bevoegdheid hoort thuis in een parlement. (Belgische grondwet).

    I-40

    1. De Europese Unie voert een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid dat berust op de ontwikkeling van de wederzijdse politieke solidariteit van de lidstaten, de bepaling van aangelegenheden van algemeen belang en de totstandbrenging van een steeds toenemende convergentie van het optreden van de lidstaten.

    2. De Europese Raad bepaalt wat de strategische belangen van de Unie zijn en stelt de doelstellingen van haar gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vast. De Raad geeft invulling aan dit beleid binnen de door de Europese Raad vastgestelde strategische beleidslijnen en overeenkomstig deel III.

    3. De Europese Raad en de Raad stellen de nodige Europese besluiten vast.

    4. Het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid wordt uitgevoerd door de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en door de lidstaten, die daarbij gebruik maken van de middelen waarover de lidstaten en de Unie beschikken.

    Sub artikelen 1 t/m 4 geven aan dat militaire en buitenlandse politiek besluiten door de regeringen worden genomen. Zowel het Europees parlement als het Belgisch parlement staat hier buitenspel. Dit betekent dat we in een oorlog kunnen worden gestort zonder enige democratische controle.

    Sub artikel 4 geeft expliciet aan, dat de lidstaten zelf alleen nog een uitvoerende taak hebben in dit verband.

    I-40.8

    Het Europees Parlement wordt regelmatig geraadpleegd over de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Het wordt geïnformeerd over de evolutie daarvan.

    Dit artikel is niet belangrijk. Het wordt hier even getoond ter illustratie, omdat er vele artikelen zijn dit soort. Je zou het een "doekje voor het bloeden artikel" kunnen noemen." Het Europees parlement wordt geraadpleegd". Het Europees parlement is hier dus gereduceerd tot een soort ondernemingsraad, die hoogstens mag protesteren vanaf de zijlijn.

    I-41.3

    De lidstaten stellen civiele en militaire vermogens ter beschikking van de Unie voor de uitvoering van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, om zodoende bij te dragen tot het bereiken van de door de Raad bepaalde doelstellingen. Lidstaten die onderling multinationale troepenmachten vormen, kunnen deze troepenmachten tevens ter beschikking van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid stellen.

    De lidstaten verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren. Er wordt een agentschap op het gebied van de ontwikkeling van defensievermogens, onderzoek, aankopen en bewapening (het Europees Defensieagentschap) opgericht, dat de operationele behoeften bepaalt, maatregelen bevordert om in die behoeften te voorzien, bijdraagt tot de vaststelling en, in voorkomend geval, tot de uitvoering van alle nuttige maatregelen om de industriële en technologische basis van de defensiesector te versterken, deelneemt aan het bepalen van een Europees beleid inzake vermogens en bewapening, en de Raad bijstaat om de verbetering van de militaire vermogens te evalueren.

    Hier wordt overeengekomen om de bewapening op te voeren. Dit is een niet-verhulde overeenkomst om op termijn een militair sterke superstaat te worden. Na de val van de muur van Berlijn waren we eindelijk af van de wapenwedloop. Er is geen reden om legers te versterken. De grootste dreiging momenteel is het internationale terrorisme en niet de dreiging van reguliere legers van landen. Iedereen, militaire deskundigen incluis, is het er over eens, dat het geen zin heeft om terrorisme te bestrijden door het opvoeren van de militaire capaciteit.

    I-58.1

    Iedere Europese staat die lid wenst te worden van de Unie, richt daartoe een verzoek tot de Raad. Het Europees Parlement en de nationale parlementen worden van dit verzoek in kennis gesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van de Commissie en na goedkeuring door het Europees Parlement, dat zich uitspreekt bij meerderheid van zijn leden. De voorwaarden en nadere regels voor de toelating worden neergelegd in een akkoord tussen de lidstaten en de kandidaat-lidstaat. Dit akkoord wordt door alle overeenkomstsluitende staten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aan bekrachtiging onderworpen.

    Voor de toetreding van nieuwe leden tot de Europese Unie is de toestemming van het Belgisch parlement dus niet meer nodig.

    02-06-2005 om 09:53 geschreven door PO  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 22/11-28/11 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 10/04-16/04 2006
  • 08/08-14/08 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 11/04-17/04 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!