Het Vlaams volksliedxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
- Symboliek
Het volkslied is een lied dat symbolisch een volk vertegenwoordigt en daartoe officieel wordt aangenomen. De Vlaamse Leeuw, een "Vlaams nationaal gezang voor de Vlamingen alleen geschapen" (Frans Eduard Lauwers) is het officiële volkslied van de Vlaamse Gemeenschap sinds 1985.
2. Richtlijnen voor de uitvoering van het volkslied
Het uitvoeren van het Vlaams volkslied is verplicht in de volgende gevallen :
bij officiële plechtigheden t.g.v. de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap
Het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap moet gespeeld worden bij officiële plechtigheden, ter gelegenheid van de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11 juli), georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een provincie of een gemeente van het Nederlandse taalgebied.
Dat gebeurt bij het begin of bij het einde van de plechtigheid.
Aangezien het gaat om plechtigheden "ter gelegenheid" van de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap, geldt de verplichting niet alleen op 11 juli zelf, maar ook op andere data rond 11 juli.
Veel 11-julivieringen vinden immers niet op 11 juli zelf plaats.
Door de formulering in het decreet van 7 november 1990 worden ook deze officiële plechtigheden aan de verplichting onderworpen.
Het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap wordt uitgevoerd, hetzij bij het begin, hetzij bij het einde van de officiële plechtigheden die georganiseerd worden door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een provincie of een gemeente van het Nederlandse taalgebied, op de data waarvoor het hijsen van de vlag van de Vlaamse Gemeenschap is voorgeschreven.
De wettelijke bepaling is zeer ruim in die zin dat er niet wordt verwezen naar de openbare gebouwen (die bevlagd moeten worden). Ook plechtigheden op andere plaatsen (bv. in de open lucht) vallen onder de verplichting. Kortom deze verplichting geldt dus voor alle officiële plechtigheden op de data waarop de vlag van de Vlaamse Gemeenschap moet worden gehesen.
Anderzijds is het wel zo dat de verplichting om het Vlaams volkslied uit te voeren niet zomaar geldt voor elke soort plechtigheid die een officieel karakter heeft en plaatsvindt op een van de data, zoals eerder vermeld in deze omzendbrief: het moet wel degelijk gaan om plechtigheden die precies plaatsvinden naar aanleiding van de gebeurtenis waarop de vlag van de Vlaamse Gemeenschap, de Belgische vlag of de Europese vlag wordt gehesen.
Dat wil dus zeggen dat officiële plechtigheden met een ander karakter, die toevallig op dezelfde dag plaatsvinden, niet onder deze verplichting vallen.
Zo zal het Vlaams volkslied niet uitgevoerd moeten worden bij de uitreiking van een prijs van de Vlaamse Gemeenschap, wanneer deze uitreiking toevallig gebeurt op 11 juli of op een dag waarop de Belgische vlag gehesen moet worden.
3. De tekst van het Vlaams volkslied
De Vlaamse Leeuw
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw, Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan. De legerbenden sneven: een volk zal nooit vergaan. De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar. Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar!
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft, zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
4. Historische toelichtingen
De tekst van De Vlaamse Leeuw, strijdlied en later algemeen erkend als nationaal lied van de Vlamingen, werd gedicht door de toneelschrijver Hippoliet Van Peene (1811 - 1864), en getoonzet door de componist Karel Miry (1823 - 1899).
Beiden waren actief in de Gentse amateurtoneelmaatschappij Broedermin en Taelyver.
De tekst en het lied ontstonden in juli 1847, blijkbaar naar aanleiding van een discussie onder de leden van Broedermin en Taelyver over volks - en nationale liederen.
Ook Hippoliet Van Peene was daarbij aanwezig en het was voor hem de aanleiding om
De Vlaamse Leeuw te dichten. Daarbij heeft hij zich duidelijk laten inspireren door het ook in Vlaanderen populaire strijdgedicht van de Duitser Nikolaus Beckers "Der deutschen Rhein (Sie sollen ihn nicht haben
)".
Muzikaal is er beïnvloeding van de melodie van Robert Schumans "Sonntags am Rhein".
De historische context heeft ook een rol gespeeld, met name de politieke omwenteling van februari 1848 in Frankrijk, die de Tweede Republiek in het leven riep, en de vrees in België deed aanwakkeren voor een mogelijke annexatie. Dat schiep een klimaat waarin de bevolking psychologisch behoefte had aan een strijdlied.
Rond 1900 was De Vlaamse Leeuw reeds algemeen als nationaal lied van de Vlamingen ingeburgerd.
Bij het decreet van 6 juli 1973 van de voormalige Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap werden de eerste twee strofen van De Vlaamse Leeuw uitgeroepen tot eigen volkslied.
De tekst en de notatie van de muziek werden officieel vastgesteld zoals aangegeven op de bijlage bij het ministerieel besluit van 11 juli 1985 (BS 11 juli 1985), nu als volkslied van de Vlaamse Gemeenschap.
5. Relevante wetgeving
Het koninklijk besluit van 5 juli 1974 betreffende de uitvoering van het volkslied van de Nederlandse Cultuurgemeenschap (BS 10 juli 1974).
Het ministerieel besluit van 11 juli 1985 tot vaststelling van de versie van de tekst en de notatie van de melodie van het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap (BS 11 juli 1985).
Decreet van 7 november 1990 houdende vaststelling van het wapen, de vlag, het volkslied en de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (BS 6 december 1990), zoals gewijzigd bij de decreten van 13 juni 1996 (BS 10 juli 1996), 15 juli 1997 (BS 29 augustus 1997) en 18 mei 1999 (BS 10 juli 1999).
Bron: Vlaamse Parlement.
|