BLAREN
Halfweg oktober verschenen weer de openbare bladkorven in de stad. Zo ook de korf ter hoogte van de huisnummers 83 – 95 in de Donderdagstraat, op de jaarlijkse vaste stek tussen twee pokdalige bomen die zienderogen hun definitieve schorsing naderden. Hun bladeren zouden het niet lang meer volhouden. De korven op de begane grond sperden hongerig hun muil. Bladerdeeg was in de maak. De lange Donderdagstraat telde in totaal vijf korven, alle neergepoot in de gras- en boomstrook aan de ene kant, waar de eerder bescheiden woningen een voortuintje hadden. Die kant werd soms de drollenkant genoemd, om duidelijke redenen. Aan de overkant was er geen plek voor bladkorven; daar was alleen het kale trottoir. Dat was de kant van de grotere huizen met de oprijlaantjes en de afgeschermde tuinen. Sommige verdienden de benaming villa of bungalow.
Aan elke korf was een geplastificeerde mededeling met tweemaal twee stevige uitroeptekens bevestigd: ‘Alleen voor straatbladeren!! Geen takken of tuinafval!!’ Twee à drie keer per herfst werden de korven geledigd door de stedelijke groendienst. Wanneer de betrokken boomkruinen op röntgenfoto’s begonnen te lijken, werden ze weer opgehaald.
Mijnheer 76 – door de buurt zo genoemd; alleenbewoner van het bewuste huisnummer – verscheen op een onbewaakt duister ogenblik ’s ochtends heel vroeg van achter zijn driedubbele groene hagen- en struikenverschansing. Gemutst, gehandschoend en gelaarsd duwde hij een volgeladen kruiwagen voor zich uit, met bovenop de benodigde werktuigen. Hij scande de omgeving en stak dan de straat over naar de likkebaardende bladkorf. Het ding had nog een grote honger, want het stond er pas sinds gisteren. Mijnheer 76 greep naar zijn korte schop en zijn vuilblik en nam daarmee grote happen uit zijn voorraad afvallige tuinkweek, die hij kwiek overhevelde naar de gretige korfmuil. Aldus gebeurde dit driemaal in de tijdspanne van vijftig minuten. Alleen drie eenzame fietsers, een brommer en twee auto’s hadden het verkeer uitgemaakt. Het eerste spitsuur moest nog aanbreken. Bevrijd en tevreden kruide Mijnheer 76 ten derden male huiswaarts. Vanop zijn eigen trottoir keek hij nog eenmaal om, naar de goudbruine blarenberg die de korfmuil nu voor welhaast negentig procent vulde.
Dat was helemaal niet naar de zin van enkele bewoners aan de drollenkant. Andermaal was het gebeurd. Hun was de bladkorf!! Alleen straatbladeren!! Ze verdachten Mijnheer 76 al langer van bijbedoelingen op nachtelijke wandelingen met zijn hazewinderig greyhoundkoppel, maar nu ook nog dit! De eco-wandaad was niet alleen via twee smartphones gefilmd vanuit de huisnummers 89 en 91, maar het bladerdeeg zelf in de korf betekende puur heterdaadbewijs. Niemand anders in de Donderdagstraat had immers zulke bomen en struiken staan. Bovendien meende mevrouw Dendoncker (huisnummer 87) dat ze tijdens een van haar nachtelijke plassessies de herkenbare gedaante van Mijnheer 76 ontwaard had, die inderdaad een kruiwagen voor zich uit duwde. Beide silhouetten klopten. Ze deelde dit na ietwat aarzelen volmondig mee aan de buren. Het was extra bewijsmateriaal. Er diende ingegrepen te worden.
De wraak van de drollenkant stond volledig in het teken van honden en korven. Gedaan met boze mailberichten naar de stedelijke groendienst, waar toch nooit reactie op kwam, laat staan actie.
Actie!! Met twee uitroeptekens!!
Op een maanloze nacht waadden drie mannen met bivakmutsen met enkele welgemikte zwemslagen door de driedubbele hagen- en struikenverschansing van het huisnummer 76. Hun wraakbenodigdheden: drie muilkorven, een hangslot met cijfercode, een kilogram vleselijke lokspijs dessertje inbegrepen en een plastic vuilniszak gevuld met dorre bladeren die uit de bladkorf werden geoogst. Na de overtocht van de groene zone kraste een van de drie in een deugddoende opwelling met zijn huissleutel nog een litteken van bijna anderhalve meter in het koetswerk van de hemelsblauwe sportbolide van Mijnheer 76, die bij dit milde herfstweer op de oprit mocht overnachten. Het gekras klonk als zielenzalvende muziek in de oren van het wraaklustige trio. De chique verwarmde hondenkennel in het appelboomgaardje even verderop was een kolfje naar de hand voor een andere wraaklustige. De lokspijs – een lekkere mix uit de gastronomische zevende hondenhemel – vond onmiddellijk zijn weg, waarna de andere twee handlangers doorheen het spijlenwerk de muilkorven aanbrachten, dankzij de extra inbreng van een heerlijk slaapverwekkend snoepdessertje. De honden – murw gevoed, gemuilkorfd, onder invloed – hadden zelfs niet eens een maan om naar te janken. Daarna slopen de wrekers richting eco-misdrijver. De achterkant van het grote huis bood een aantal invasiemogelijkheden. Twee van de drie gedaantes hadden voor hun pensionering een beroep uitgeoefend dat uiterst geschikt bleek in dit verband. Daardoor stond het drietal in een mum van tijd aan de verlichte sponde van Mijnheer 76. Diens lawaaierig geslaap veranderde in hevig schrikgesnurk bij het daadkrachtige toedienen van de muilkorf. Hij veerde bruusk rechtop en gaf daardoor de kans aan het trio om ook het hangslot als kroon op het werk (of korf op de smoel) te bevestigen. Twee inbrekers hielden hem in bedwang, terwijl de derde de riempjes met het cijferslot verbond. Mijnheer 76 protesteerde op alle mogelijke manieren, variërend van pppfffmmmpggg! tot mmmhhhrrrssss!, maar de drie drukten hem onverbiddelijk weer op de bedstee terneer, terwijl de leidinggevende dwingend een vinger op zijn lippen legde en hem sussend aanmaande te zwijgen. Toen de gemuilkorfde eindelijk deed wat hem getoond was te doen, schudde het drietal de inhoud van de vuilniszak over zijn vege lijf uit.
Tijdens deze korte maar heftige acties werd geen woord gewisseld. Er vielen alleen wat klanknabootsingen, en de bladeren die ten tweeden male in dichte drommen naar beneden sneeuwden, veroorzaakten een zacht geritsel.
Driemaal twee priemende vingers dreigend waarschuwend vertrekkend van de oogholtes van de bivakmutsen richting Mijnheer 76 hielden die aan zijn slaapplaats gekluisterd, waarna het trio door het nachtelijke duister werd opgeslokt.
De korfmuil ter hoogte van de huisnummers 83 – 95 in de Donderdagstraat sperde zich ’s ochtends weer hoopvol.
JORIS DENOO
|