NX
‘De muren van de kamer sluiten me niet in, maar omarmen me. Een hoek kan altijd verder verkleind worden tot kleiner en kleiner en dan nogmaals telkens gedeeld door twee zodat die een oneindige uitweg wordt, net zoals het nu-moment een eeuwigheid is, want verleden en toekomst kunnen niet bestaan: ze waren het of ze worden het. De troost van tijd en ruimte zit ‘m in het verwoorden van tijd en ruimte, misschien wel in een formule, want tijd noch ruimte bestaan. We menen die zelf te creëren. IJdelheid. Je kan de begrippen alleen maar benaderen. Misschien moet je er zelfs aan twijfelen. Tijd moet steeds zichzelf vermenigvuldigen en het heelal dijt alsmaar uit in een verregaande onvatbaarheid. Dit alles gaat ons denk- en bevattingsvermogen te boven. Op dit punt zullen sommigen het religie noemen, of God: de troost van het onbegrijpelijke, ook nog genoemd: geloof. Zoethoudertjes voor de zogenaamd ongelovigen zijn er ook: atomen, splitsingen, kwantum, deeltjesversnellers, snaartheorie, toevalkunde. Het zijn allemaal pogingen. Na de wereldbekende formule E=mc2 is de notitie NX wellicht aangewezen om een en ander te relativeren. We weten namelijk nog Niks.’
Professor d’Adesky projecteerde een gigantisch NX op het scherm.
Hier en daar klonk gelach in de aula.
Hoe groot was de kans dat ergens anders op de wereld eenzelfde gedachtegoed met andere woorden of in andere talen werd gedoceerd? In dit geval betrof het een slotmonoloog van een college van professor d’Adesky, die Filosofysica doceerde, de nieuwbakken gecombineerde wetenschap aan de universiteit van Crosslare-Thornportsmouth. Onder het personeel en de studenten had d’Adesky de bijnaam Daddy.
Zoals gebruikelijk reageerden hierop enkele studenten met een anonieme snipper in de ideeënurne, die permanent in de aula opgesteld stond en op gezette tijden door dra. Darmody, de assistente van d’Adesky, geledigd werd. De professor las altijd alle snippers. Hij stond erop dat dit op papier gebeurde, het ouderwetse bindmiddel tussen mensen en ideeën. Reacties in vulpeninkt kregen bij hem zelfs de voorrang. Het moest ook anoniem gebeuren. Dat was allemaal een beetje tegenstrijdig met het nieuwmodisch en spitsvondig ogend vak Filosofysica. Ook verkoos de professor hierbij het woord ‘urne’, omdat veel snippers het alleen maar waard waren … nou: versnipperd te worden. Een goede denkoefening. Hij gunde alle bedenkingen wel wat bespreektijd. Het beknopte snipperformaat was echter ook een letterlijke toepassing van het adagium: ‘In der Beschränking zeigt sich erst der Meister’.
‘Ik wacht op een sniper,’ verkondigde d’Adesky soms uitdagend. ‘Wie de urne met een sniper stukschiet, krijgt de grootste onderscheiding, zonder examentest. Ik heb het hier niet over papieren tijgers: oneliners die alleen maar goed klinken en wensen te scoren op de Schaal van Gevatheid. Nee: het moet een echte bull’s eye zijn.’
Een bloemlezing van de recente snippers als reactie op de NX-slotmonoloog.
‘Ruimte wijkt dus terug wanneer je danst?’
‘Zingen doet de tijd vlugger verstrijken.’
‘Geduld steekt de tijd stokken in de wielen. Stilte misschien ook.’
‘Een mensenleven heeft een duur. Wat duurt, verandert, wordt kleiner of groter, alleszins ouder.’
‘RIMPELROCK HEEFT NIKS MET TIJD TE ZIEN. DE LANGZAMEN STELLEN DE DOOD UIT.’
‘Tijd is. Tijd is niet.’
‘We gebruiken maar 23% van onze hersenen.’
Soms dropte de professor stiekem zelf een snipper in de urne. Om zijn eigen anonimiteit hierbij te beschermen, schreef hij dan met zijn linkerhand, in kapitale letters. Assistente doctoranda Darmody was hiervan op de hoogte, zonder zijn medeweten.
De mooie maand mei liep ten einde. Laatste Snipperdag!
Na een eerste academisch jaar waarin Filosofysica werd gedoceerd, brak de laatste snippersessie aan, tot slot van het college van Daddy. Dra. Darmody ontsloot de ideeënurne en graaide naar de buit. Die bracht ze naar de katheder van professor d’Adesky. Het betrof maar één luttele snipper. De wenkbrauwen van de prof gingen verbaasd de hoogte in. Er stond een formule in hoofdletters op, die door dra. Darmody meteen op het grote aulascherm geprojecteerd werd.
Dat was de sniper! Mayday!
In koeien van letters verscheen DADDY=HE2 over de hele breedte van het scherm.
Hier en daar klonk aarzelend applaus, dat snel aanzwol. Phones flitsten her en der. Van op tien meter afstand stond Betsy Darmody nu Ikabot d’Adesky vernietigend aan te kijken, grimmig en spottend knikkend. Mochten haar ogen kogels zijn…
Professor d’Adesky kreeg twee maanden later uitvoerig de kans om Toegepaste Troost Filosofysica te bedrijven. De muren van zijn cel in De Brede Veertien sloten hem niet in, maar omarmden hem. Een hoek kon altijd verder verkleind worden tot kleiner en kleiner en dan nogmaals telkens gedeeld door twee zodat die een oneindige uitweg werd, net zoals het nu-moment een eeuwigheid was, want verleden en toekomst konden niet bestaan: ze waren het of ze werden het.
Dra. Darmody nam zijn FF-colleges over. NX stond dat nog in de weg.
JORIS DENOO
|