Foto
Foto
Inhoud blog
  • Fragment kwartierstaat met aansluitend (N)ACHTERGAEL
  • de MUNCK : een brouwersgeslacht uit mijn kwartierstaat
  • Haasdonk vroeger
  • Bieboeren in '˜t Waasland
  • Weerbare Mannen in Haasdonk
  • Lijkschouwingen in Haasdonk
  • Inboedel van een Haasdonkse bakker Anno 1729
  • (de) MEERSMAN of (de) MEIRSMAN in Temse
  • Kruibeke vroeger
  • Vlamingen zijn Germanen
  • Dubbele moord te Bazel rond 1430
  • Een voorbeeldig burger uit 1622 ?
  • Over 'œBrigants en Baenstropers'
  • DE MAEIJER (Haasdonk-Bazel) in mijn kwartierstaat
  • Uit Haasdonkse conscriptielijsten
  • Nieuwkerken vroeger
  • Bazelse weerbare mannen in 1480 en 1552
  • Huisraad van een 18de eeuwse wever te Nieuwkerken
  • Moeders gedicht
  • Haasdonkse armen in 1580 en hun weldoeners
  • STEENSSENS (Nieuwkerken-Haasdonk) in mijn kwartierstaat
  • Tielrode vroeger
  • Stamreeks VAN ACKER uit Temse
  • Een Haasdonks Jaargetijdenboek van 1439
  • ROOMAN in m'n kwartierstaat
  • Spotnamen van Wase Dorpen
  • Anno 1699: Have en goed van een landman in Temse
  • Temse vroeger
  • DE BURGGRAVE in Haasdonk, Nieuwkerken en Temse
  • Wie deed wat in Haasdonk ?
  • Weerbare mannen te Melsele in 1480
  • Soldaten van Napoleon uit Stekene
  • Haasdonk-dorp rond 1778
  • Burcht vroeger
  • Het gezin VAN ACKER - BRIJS uit Haasdonk
  • Wist u dat ... ?
  • BURSSENS uit Bazel en Temse in m'n kwartierstaat
  • Waaslandlied
  • Een verkeersongeval uit 1720 in Kallo
  • Antwerpenaren uit het Waasland
  • Weerbare mannen te Rupelmonde in 1552
  • Melsele vroeger
  • Stamreeks BRIJS uit Haasdonk
  • LIJSSENS (Bazel) in mijn kwartierstaat
  • Rupelmonde vroeger
  • Waarom trokken eertijds Limburgers naar Waasland ?
  • Van CEULEN in Haasdonk en Temse
  • De Keure van het Land van Waas

    ’t Soete Land van Waas! Dat stukje Vlaanderen onder Zeeland, geprangd tussen Durme en Schelde. Achter de Scheldedijken de broekpolders, bezaaid met vijvers, poelen en weelen. Deze laatste gevoed door twissels een Bazelse benaming voor brede grachten. Op de bolle akkers, afgezoomd met knotwilgen en canada’s, groeit er nu vooral maïs voor het melkvee, maar eertijds was dat vlas, koren, tarwe, haver ... Smalle kasseiwegjes verbonden de stille dorpen gelegen rond een spitse kerktoren. Waar de wegen elkaar kruisten, een Mariabeeldje tegen een linde of eik. In dat Waasland woonde de helft van mijn voorouders, want mijn moeder, een van Acker zag het levenslicht in Haasdonk. Mijn voorzaten waren arbeiders, boerenknechten, keuter- en herenboeren, wevers, chirurgen, brouwers, vlastelers, klompenmakers … Zij bevolkten vooral het Zuiden van het Waasland: Haasdonk met er omheen Nieuwkerken, Beveren, Melsele, Kruibeke, Bazel, Rupelmonde en Temse. In deze prochies leefden mijn Wase Geslachten. Af en toe breng ik wat lokale geschiedenis, een brokje heemkunde of belicht een bepaalde familie uit mijn kwartierstaat.

    Gebruikte afkortingen
    ss = peter en meter
    tt = getuigen bij huwelijk
    dr of fa = dochter van
    zn of fs = zoon van
    RABev = Rijksarchief Beveren
    GOA = Gemeente Oud Archief
    AOKLW = Annalen Oudheidkundige Kring Land van Waas


    FAMILIEKUNDE of sibbenkunde, met een duur woord ook genealogie genoemd, is een hulpwetenschap van de geschiedenis. De beoefenaar ervan doet aan afstammingsonderzoek en gaat op zoek naar zijn voorouders. Vroeger uitsluitend beoefend door adel of burgerij, onderging de familiekunde in het interbellum een democratiseringsproces. Zij het In Vlaanderen iets later, vooral sinds de oprichting in 1964 van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde. De amateur-genealogen zijn nu de voornaamste bezoekers van onze archieven. De resultaten van hun onderzoek worden vastgelegd in kwartierstaten, stambomen of genealogieën, stamreeksen en parenteelstaten.

    Een KWARTIERSTAAT geeft een overzicht van alle voorouders van iemand, zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn. Het aantal personen verdubbelt dus per generatie. De persoon wiens kwartierstaat men maakt noemt men ook wel probant of kwartierdrager. Hij krijgt het cijfer 1. Zijn vader wordt nummer 2 en zijn moeder nummer 3. Grootouders langs vaderszijde 4 en 5, en die langs moederszijde 6 en 7. Zo verder verdubbelen voor de overgrootouders, betovergrootouders, enz… Een even cijfer geeft steeds een mannelijke voorouder. Een oneven een vrouwelijke voorouder, namelijk die van hun man + 1. In een kwartierstaat noemt men de voorouders “kwartieren“. Ondanks de verdubbeling kan men niet oneindig doorgaan. Vroeg of laat stuit men op dezelfde voorouder(s). Bv. bij huwelijk van neef of nicht. Men krijgt dan dezelfde kwartieren. Men spreekt dan van kwartierverlies of kwartierherhaling.

    Een STAMBOOM daarentegen vertrekt van de oudstgekende voorvader of stamvader en schetst een overzicht van al zijn nakomelingen met hun echtgenoten. Soms gebeurt dit in de vorm van een boom. De stamvader staat dan vanonder aan de stam; zijn nazaten in takken, zijtakken, twijgen en vruchten. Een onpraktische vorm die in onbruik is geraakt. Huidige publicatievormen opteren voor een tekst, waarin elke generatie aangeduid wordt met romeinse cijfers of hoofdletters uit het alfabet. Bv. de stamvader is nr. I, zijn zoon II, zijn kleinzoon III, enz… Of A, B, C … Zijn er meerdere zonen met nakomelingschap wordt dit bv. II-a, II-b, II-c … Worden in een stamboom alle takken van de mannelijke nazaten weergegeven, dan spreekt men van een GENEALOGIE.

    In een PARENTEELSTAAT noteert men van een stamvader of ander ouderpaar alle nakomelingen, zowel in de mannelijke als in de vrouwelijke lijn.

    Een STAMREEKS geeft een overzicht van de mannelijke voorouders in rechte lijn, vertrekkend van de stamvader of van één der afstammelingen.

    Met een FAMILIEGESCHIEDENIS poogt de genealoog de saaie opsomming van namen en data te vermijden. Zijn voorouders worden mensen van vlees en bloed. Hij situeert ze in het tijdskader en het milieu waarin ze leefden. Dit bij middel van foto’s, gegevens omtrent hun bezittingen, persoonsbeschrijvingen, beroepen, geschiedkundige feiten, kaarten, dorpsgebeurtenissen, bidprentjes, enz …


    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • bedankt
  • Serveas van Steelandt
  • Servaes van Steelandt
  • Ere professor
  • Ere professor

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Blog als favoriet !
    Mijn favorieten
  • SeniorenNet.be
  • Familie Bellon
  • Land van Beveren
  • Het Noëke
  • Wase dialecten
  • VVF Land van Waas
  • Mijn Kwartierstaat
  • Vlaanderen Onafhankelijk
  • Erfgoedcel Waasland
  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Beveren: Hof ter Welle
    Barbierbeek (Foto Sir Andro)
    Hoeve in Kruibeke
    Kerk van Haasdonk
    Beveren: Hof ter Saksen (Foto Sir Andro)
    Bazel: Polderkapelletje
    Kerk van Bazel
    Haasdonk: Westcademolen
    Kerk van Temse (Foto Sir Andro)

    Foto
    Foto
    Foto
    Kerktoren Tielrode
    In dorpskern Elvcrsele
    Temse: Huis De Klokke

    Welke taak kan grootser en edeler zijn,
    dan het leven van zovele doden,
    de herinnering aan zovele vergetenen,
    en het licht van velerlei wat in het duister verscholen bleef,terug te geven.

    H. de Sosa

    Foto
    WASE GESLACHTEN

    01-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melsele vroeger

    Uit gevonden lijkurnen, askruiken en munten blijkt dat Melsele al onder de Romeinen was bewoond. Door één der wijken liep zelfs een heirbaan. Een oorkonde van 1055 vermeldt voor het eerst de naam Melsele. Waarschijnlijk ontstond de naam uit mellis-cella of mel-cella, wat “aangename woning” betekent of “aangenaam verblijf“. Of afgeleid van Melis (Melchior) in de betekenis van “woonplaats van Melchior”. In akten uit de 11de, 12de en 14de eeuw schreef men Melsele, Melcele, Melcelle ...

    In 1375 ging een eerste bedijking gepaard met een vergroting van de parochie door het inpolderen van een aan de vloed onderhevige schor.

    Verscheidene waterlopen zochten eeuwenlang hun weg door Melsele: de Grote Beek, de Meersbeek, de Bergmolenbeek, de Molenbeek, de Nieuwe Molenbeek, de Kleine Scheidebeke, de Beekmolenhoek, de Kleine Beek, de Kruisbeekse- of Zwanenbeek, de Schaarbeekse beek. Wat oude plaatsnamen: Brouc, Cawingheert of Cawingzweert en How in 1400, Groene Scorre en Blockaertsdyc in 1416, Duyfhuys, Nerenbaethhouck en Turflandt in 1600, Coorensche Heie in 1626, Smautpot in 1636 ... Omstreeks 1880 was Melsele in 10 wijken ingedeeld: Dorp, Smoutpot, Kalishoek, Briel, Dijk, Gaverland, Gentstraat, Beekmolen, Esch en Schaarbeek.

    Stonden er in 1870 al 550 huizen, zo telde men er einde 15de eeuw slechts 77, samen met 209 communicanten. Het aantal inwoners steeg gestadig: 1050 communicanten in 1645, 1500 in 1697. Dan volgen exactere tellingen: 1700 zielen in 1716, 2100 in 1773, 2646 in 1824 en 3053 in 1877.

    In 1404 overstroomt de polder van Melsele. Na herdijking rond 1415 stond de graaf van Vlaanderen schorren af aan Steven van Liedekerke, Lodewijk van der Moere, Philip van Steenlant, Jan Serssanders, Joost Vijt, Hendrik Sijmoer, Jan Oste en Geeraard Brisinc. Nog vaak zullen overstromingen Melsele treffen, telkens gevolgd door droogmakingen, zoals in 1585, 1638,1645,1682, 1794, 1809 en 1814.

    In 1824 bestond het Melselse landbouwareaal uit 1795 bunder bouwland, 287 bunder weiland en 2 bunder bos. Verbouwd werd er tarwe, rogge, haver, gerst, bonen, erwten, boekweit, aardappelen en lijnzaad. Dat jaar telt men 200 paarden, 785 stuks hoornvee, 450 schapen en 200 zwijnen. Rond 1879 is het dierenbestand opgelopen tot 305 paarden, 1065 stuks hoornvee, 148 kalveren, 96 geiten, 662 schapen en 484 zwijnen. De imkers verzorgden toen 138 biekorven. Naast landbouw stelden nering en nijverheid heel wat volk tewerk. Niet minder dan 25 zelfstandige klompenmakers verschaften werk aan 84 arbeiders . Ongeveer 650 mannen en vrouwen vervaardigden Hollands kantwerk. Er stonden 4 graanmolens: de Oudemolen (in 1700 Houwmolen genaamd), de Steenmolen, de Beek- en de Bergmolen. Bestaande ambachten en bedrijven: 10 schoenmakers, 7 wevers, 5 bezembinders, 10 kleermakers, 10 bakkers, 51 herbergiers, 30 winkeliers, 4 schaapherders, 4 handelaars in kantwerk, 4 vrouwenmutsenmaaksters, 7 metsers, 1 kuiper, 4 houtzagers, 1 zeeldraaier, 6 timmerlieden, 4 wagenmakers, 1 boomkweker, 1 koperslager, 2 strodekkers, 1 voerman en 4 naaisters gespecialiseerd in het naaien van geglaceerde handschoenen.

    In 1740 waren er 6 herbergen zonder uithangteken, dus cafés zonder naam. De anderen droegen als uithangbord De Swaene (al vermeld in 1636), De Haesaert, Den Nieuwen Esch, Den Ouden Esch (al vermeld in 1631), Den Wilden Haen, De Croone, Den Fruytboom, Den Appel en Het Meuleken. In 1779 kon men verpozen in Den Haesaert, De Fonteyne (al vermeld in 1747), De Sterre, Den Appel, De Roose, Het Cruys, Het Cruysken, Sinte Aernaut, Den Ancker, De Capelle, Den Wilden Haen, Den Ouden Hes en Het Meuleken. Drank kon ook gekocht in 9 drankwinkels en 2 brandewijnhuizen.

    Melsele vormde aanvankelijk een vierschaar met Burcht en Zwijndrecht. Later bestond de vierschaar uit 5 schepenen en een griffier. Het leen Schoutheetdom van deze vierschaar had in de 15de eeuw 44 gemeten land. Als schouten vermeld: Ridder Nicolaes Vijt (1383), Adriaen en Hector Voorhoute en Nicolaes van Pottelsberghe (1470), later Willem van Pottelsberghe.

    In Melsele lagen verschillende heerlijkheden. Groot 82 gemeten, strekte ten Berge zich eveneens uit over Haasdonk en Waasmunster. Ter Elst of van der Elst, 117 bunder, telde een groot aantal achterlenen. Het was in 1435 eigendom van Jan Arendsone (Aertsone), in 1528 van Raas Aertsone, in 1653 van Maria Dullaert. De bezitters waren dienstplichtig aan de graaf van Vlaanderen met een paard van 100 schelling parisis soe wanneer de voorseide grave oorloghet met sijnen mannen. De heerlijkheid van den Hauw zijnde 71 bunder met een tiende te Haasdonk. De heerlijkheid van den Peereboom, ter wijk den Hauw strekte zich uit over Melsele en Haasdonk, groot ca 16 bunder. Te Heirlerre (Heerlare, Herlere) behoorde o.m. aan Jan van Herlaer (1385), Hendrik van Herlaer fs Hendrik (1435), Cornelis van den Coutre (1475), Jan Bogaert (Buytaert ?) (1528). In 1562 hoort zij toe aan Barbara Buytaert vrouw van Jan Polfliet. Later aan Jan de Bot (1570), aan Andries Aelbrecht man van Catharina de Bot fa Jan (1570) en aan Paschier van Bogaerde (1610). De Esch of ten Essche is in 18de eeuw eigendom van Antoon van Landegem. Eigenaars van ten Leveren waren vader en zoon Roeland en Karel van Provijn, later Mark de Leeu (1663). Van Meulenberg of Mollenberg, 99 bunder, waarvan de bezitter de graaf van Vlaanderen moest dienen in oorlog met een paerde van 100 sch. parisis, ende met een cnape gewapend. Het behoorde o.m. aan Jan van den Vivere fs Joost (1528) en Jan van den Vivere (1618). Te Buren besloeg een oppervlakte van 18 bunder. De 17 bunders van te Moertere waren een achterleen van de heerlijkheid te Heirlerre en hoorden toe aan Pieter Oelbrant fs Jan (1475), Pieter Oelbrant (1528), Margareta Luycx en Thomas Stoop (1626). Teybaerts (Teuvaerts of Heyvaerts) komt in 1452 in bezit vanJoost Triest.

    Meiers van de meierij van Melsele waren Jan de Vrient (1550), Jan Volckerick (1551), Gillis van Caenbeke (1569), Jan Volckerick fs Jan (1578), Willem Volckerick, Gillis de Leeuw (1590), Mark en Joost de Leeuw ( 1618 en 1651), Jan Baptist Ingels (1674) en Gijsbrecht Ingels (1704).

    Andere leengoederen waren ter Vlaken, ter Harent, de Vlakemeersch, de Beekmolen, ‘t Hof ten Damme, de Houtmerre en te Wouwe. In 1651 was er sprake van het lustgoed de Roode Poort. Op den plaats den Poel bouwde de familie Librecht een kapel en een herberg met als uithangteken een steen waarin een es was uitgehouwen. In 1660 bewoonde de edele familie Snouck ‘t Schaliënhuis.

    In de 18de eeuw werd een dorpsschool gehouden in een bovenkamer van de kosterswoning.

    Melsele’s geschiedenis verschilt weinig met deze der omliggende dorpen met uitzondering van de periode van de godsdiensttroebelen in de 16de eeuw. In 1525 kleefde de toenmalige pastoor de leer van Luther aan. Een premie van 100 gouden carolusguldens was uitgeloofd voor die sal aenbrengen sekeren uytgeloopen monik ende apostate van den ordenen van St. Augustijn, en eenen anderen weereldlijken priester, verjaegd zijne cueren tot Melsene, dewelck int veld en op andere onbehoorlijke plaetsen gepredikt hebben diversche erroren en propositien, smaekende de gecondamneerde leeringhe van de Lutheraenschen en de andere hersien tegens God ... Omstreeks 1581 predikte er ook een zekere Joost van Lier.

    In 1583 wordt de dijk doorstoken en overstroomde de Borgerweertpolder. Idem in 1591. Bij de belegering van Antwerpen liet Alexander Farnèse in 1585 alle eikenbomen vellen voor het bouwen van een schipbrug over de Schelde.

    Al in 1055 maakt men gewag van een kerk. Onder de vroegste pastoors van Melsele: Jan van den Pauwe (1357), Geeraert Baert (1460), Raes Coenraert (1493), Willem Hauwijs (1523) en Gillis de Leeu (1558). De O.L.Vrouwekerk zal in het begin der 14de eeuw worden herbouwd. Nog later wordt het interieur rijkelijk versierd. Zoals in 1711 wanneer er houten beelden van apostelen worden geplaatst. Van sommige beelden kennen we de namen van de schenkers. Jacobus geschonken door Jacob van Kemseke. Thomas door Jozijne Snouck, Philippus door Catharina de Dijcker. Een andere Jacobus door Michiel Varenbergh, Simon door Jan van Raemdonck. Het schilderij, De Vinding van Jezus in den Tempel, was een gift van Pieter de Dijcker en Catharina Volckerick (1688). Pauwel Smet fs Gillis schonk in 1684 het doek Christus in den Hof van Olijven.

    Sinds 1511 is Melsele gekend als bedevaartsoord. In de kapel van O.L.Vrouw van Gaverland vereren de gelovigen het miraculeus beeld van Maria. Volgens de legende vond een boer een beeldje van de Moeder Gods onder een lindeboom. Hij nam het mee naar de kerk maar de volgende dag lag het terug onder de linde. Het werd nog tweemaal terug naar de kerk gebracht maar telkens terug onder de linde gevonden. De oorspronkelijke kapel - gesloopt in 1665 - werd in 1681 door een nieuwe vervangen, die een eeuw later door Franse republikeinen werd afgebroken. In 1864 heeft de wijding plaats van de nog bestaande gothische kapel.

    Al in de 15de eeuw was er een schuttersgilde met name de Gilde van Sint-Sebastiaan.

    Een bekende Melsenaar is o.m. Frans Pleke van de orde van Oratorie en pastoor te Laken , die de Geschiedenis der kercke van Laeken schreef. Een andere MelsenaarJan Frans d’ Hollander, doctor in de godgeleerdheid, schopte het tot bestuurder van het Karmelietenklooster te Leuven. Tenslotte verwierf Domien Ducaju faam als kunstschilder.


    Bron: F. De Potter en J. Broeckaert, Op.cit.
    Info over Melsele als polderdorp vind je op
    www.polderblues.be



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!