Foto
Foto
Inhoud blog
  • Fragment kwartierstaat met aansluitend (N)ACHTERGAEL
  • de MUNCK : een brouwersgeslacht uit mijn kwartierstaat
  • Haasdonk vroeger
  • Bieboeren in '˜t Waasland
  • Weerbare Mannen in Haasdonk
  • Lijkschouwingen in Haasdonk
  • Inboedel van een Haasdonkse bakker Anno 1729
  • (de) MEERSMAN of (de) MEIRSMAN in Temse
  • Kruibeke vroeger
  • Vlamingen zijn Germanen
  • Dubbele moord te Bazel rond 1430
  • Een voorbeeldig burger uit 1622 ?
  • Over 'œBrigants en Baenstropers'
  • DE MAEIJER (Haasdonk-Bazel) in mijn kwartierstaat
  • Uit Haasdonkse conscriptielijsten
  • Nieuwkerken vroeger
  • Bazelse weerbare mannen in 1480 en 1552
  • Huisraad van een 18de eeuwse wever te Nieuwkerken
  • Moeders gedicht
  • Haasdonkse armen in 1580 en hun weldoeners
  • STEENSSENS (Nieuwkerken-Haasdonk) in mijn kwartierstaat
  • Tielrode vroeger
  • Stamreeks VAN ACKER uit Temse
  • Een Haasdonks Jaargetijdenboek van 1439
  • ROOMAN in m'n kwartierstaat
  • Spotnamen van Wase Dorpen
  • Anno 1699: Have en goed van een landman in Temse
  • Temse vroeger
  • DE BURGGRAVE in Haasdonk, Nieuwkerken en Temse
  • Wie deed wat in Haasdonk ?
  • Weerbare mannen te Melsele in 1480
  • Soldaten van Napoleon uit Stekene
  • Haasdonk-dorp rond 1778
  • Burcht vroeger
  • Het gezin VAN ACKER - BRIJS uit Haasdonk
  • Wist u dat ... ?
  • BURSSENS uit Bazel en Temse in m'n kwartierstaat
  • Waaslandlied
  • Een verkeersongeval uit 1720 in Kallo
  • Antwerpenaren uit het Waasland
  • Weerbare mannen te Rupelmonde in 1552
  • Melsele vroeger
  • Stamreeks BRIJS uit Haasdonk
  • LIJSSENS (Bazel) in mijn kwartierstaat
  • Rupelmonde vroeger
  • Waarom trokken eertijds Limburgers naar Waasland ?
  • Van CEULEN in Haasdonk en Temse
  • De Keure van het Land van Waas

    ’t Soete Land van Waas! Dat stukje Vlaanderen onder Zeeland, geprangd tussen Durme en Schelde. Achter de Scheldedijken de broekpolders, bezaaid met vijvers, poelen en weelen. Deze laatste gevoed door twissels een Bazelse benaming voor brede grachten. Op de bolle akkers, afgezoomd met knotwilgen en canada’s, groeit er nu vooral maïs voor het melkvee, maar eertijds was dat vlas, koren, tarwe, haver ... Smalle kasseiwegjes verbonden de stille dorpen gelegen rond een spitse kerktoren. Waar de wegen elkaar kruisten, een Mariabeeldje tegen een linde of eik. In dat Waasland woonde de helft van mijn voorouders, want mijn moeder, een van Acker zag het levenslicht in Haasdonk. Mijn voorzaten waren arbeiders, boerenknechten, keuter- en herenboeren, wevers, chirurgen, brouwers, vlastelers, klompenmakers … Zij bevolkten vooral het Zuiden van het Waasland: Haasdonk met er omheen Nieuwkerken, Beveren, Melsele, Kruibeke, Bazel, Rupelmonde en Temse. In deze prochies leefden mijn Wase Geslachten. Af en toe breng ik wat lokale geschiedenis, een brokje heemkunde of belicht een bepaalde familie uit mijn kwartierstaat.

    Gebruikte afkortingen
    ss = peter en meter
    tt = getuigen bij huwelijk
    dr of fa = dochter van
    zn of fs = zoon van
    RABev = Rijksarchief Beveren
    GOA = Gemeente Oud Archief
    AOKLW = Annalen Oudheidkundige Kring Land van Waas


    FAMILIEKUNDE of sibbenkunde, met een duur woord ook genealogie genoemd, is een hulpwetenschap van de geschiedenis. De beoefenaar ervan doet aan afstammingsonderzoek en gaat op zoek naar zijn voorouders. Vroeger uitsluitend beoefend door adel of burgerij, onderging de familiekunde in het interbellum een democratiseringsproces. Zij het In Vlaanderen iets later, vooral sinds de oprichting in 1964 van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde. De amateur-genealogen zijn nu de voornaamste bezoekers van onze archieven. De resultaten van hun onderzoek worden vastgelegd in kwartierstaten, stambomen of genealogieën, stamreeksen en parenteelstaten.

    Een KWARTIERSTAAT geeft een overzicht van alle voorouders van iemand, zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn. Het aantal personen verdubbelt dus per generatie. De persoon wiens kwartierstaat men maakt noemt men ook wel probant of kwartierdrager. Hij krijgt het cijfer 1. Zijn vader wordt nummer 2 en zijn moeder nummer 3. Grootouders langs vaderszijde 4 en 5, en die langs moederszijde 6 en 7. Zo verder verdubbelen voor de overgrootouders, betovergrootouders, enz… Een even cijfer geeft steeds een mannelijke voorouder. Een oneven een vrouwelijke voorouder, namelijk die van hun man + 1. In een kwartierstaat noemt men de voorouders “kwartieren“. Ondanks de verdubbeling kan men niet oneindig doorgaan. Vroeg of laat stuit men op dezelfde voorouder(s). Bv. bij huwelijk van neef of nicht. Men krijgt dan dezelfde kwartieren. Men spreekt dan van kwartierverlies of kwartierherhaling.

    Een STAMBOOM daarentegen vertrekt van de oudstgekende voorvader of stamvader en schetst een overzicht van al zijn nakomelingen met hun echtgenoten. Soms gebeurt dit in de vorm van een boom. De stamvader staat dan vanonder aan de stam; zijn nazaten in takken, zijtakken, twijgen en vruchten. Een onpraktische vorm die in onbruik is geraakt. Huidige publicatievormen opteren voor een tekst, waarin elke generatie aangeduid wordt met romeinse cijfers of hoofdletters uit het alfabet. Bv. de stamvader is nr. I, zijn zoon II, zijn kleinzoon III, enz… Of A, B, C … Zijn er meerdere zonen met nakomelingschap wordt dit bv. II-a, II-b, II-c … Worden in een stamboom alle takken van de mannelijke nazaten weergegeven, dan spreekt men van een GENEALOGIE.

    In een PARENTEELSTAAT noteert men van een stamvader of ander ouderpaar alle nakomelingen, zowel in de mannelijke als in de vrouwelijke lijn.

    Een STAMREEKS geeft een overzicht van de mannelijke voorouders in rechte lijn, vertrekkend van de stamvader of van één der afstammelingen.

    Met een FAMILIEGESCHIEDENIS poogt de genealoog de saaie opsomming van namen en data te vermijden. Zijn voorouders worden mensen van vlees en bloed. Hij situeert ze in het tijdskader en het milieu waarin ze leefden. Dit bij middel van foto’s, gegevens omtrent hun bezittingen, persoonsbeschrijvingen, beroepen, geschiedkundige feiten, kaarten, dorpsgebeurtenissen, bidprentjes, enz …


    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • bedankt
  • Serveas van Steelandt
  • Servaes van Steelandt
  • Ere professor
  • Ere professor

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Blog als favoriet !
    Mijn favorieten
  • SeniorenNet.be
  • Familie Bellon
  • Land van Beveren
  • Het Noëke
  • Wase dialecten
  • VVF Land van Waas
  • Mijn Kwartierstaat
  • Vlaanderen Onafhankelijk
  • Erfgoedcel Waasland
  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Beveren: Hof ter Welle
    Barbierbeek (Foto Sir Andro)
    Hoeve in Kruibeke
    Kerk van Haasdonk
    Beveren: Hof ter Saksen (Foto Sir Andro)
    Bazel: Polderkapelletje
    Kerk van Bazel
    Haasdonk: Westcademolen
    Kerk van Temse (Foto Sir Andro)

    Foto
    Foto
    Foto
    Kerktoren Tielrode
    In dorpskern Elvcrsele
    Temse: Huis De Klokke

    Welke taak kan grootser en edeler zijn,
    dan het leven van zovele doden,
    de herinnering aan zovele vergetenen,
    en het licht van velerlei wat in het duister verscholen bleef,terug te geven.

    H. de Sosa

    Foto
    WASE GESLACHTEN

    04-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE BURGGRAVE in Haasdonk, Nieuwkerken en Temse

    Mijn kwartier nr. 25 luistert naar de naam Joanna Catharina De Borggrave. Zij werd geboren te Haasdonk in het gehucht “de Bank”, als telg uit een geslacht dat doorgaans als herbergier aan de kost kwam.
    (de) BORCHGRAVE, (de) BURCHGRAVE. Middelnederlands: borchgraveburchgrave: burggraaf. Bijnaam en beroepsnaam. Vroeger in de betekenis van hoofd van de burchtwacht of de ribauden. Onwaarschijnlijk de edelman: de burggraaf (1). I.p.v. vanuit kwartier 25 op te klimmen naar nr. 3200 ga ik omgekeerd te werk met als resultaat een stamreeks de BURGGRAVE.


    3200 en 3201. de BURCHGRAVE Pieter fs Jans. Overl. voor 1624 ? Gehuwd met sMAREN Catharina.Overl. nà 1637 ? Blijkens volgende vermeldingen in schepenakten was Pieter herbergier te Haasdonk.
    - Haasdonk 14.02.1610 : ten huyse van pieter de Burchgrave fs Jans als weert binnen p(roc)hye van
    haesdonck (Hdk. reg. 645);
    - Temse 24.12.1609: xiiijen decemb. 1609 zyn v(er)gaedert gheweest ten huyse pr. de Bureggrave weert binnen der prochie van haesdonck (2);
    - Haasdonk 09.03.1609: pieter de burchgrave c/ guilliaem van perre heest 6 £ 2 s. 4 gr. … van leveringhe van maute … ; Haasdonk 09.05.1609: pieter de burgrave c/ Anthoins van stappen heest 4 £ 10 s. 11 gr. gereckents gelts conforme vrs bouck hanteeck. stande op shrs bouck … ; Haasdonk 04.07.1609: pieter de burcgrave c/ margriette vercauteren heest ontlastinghe van 6 g. 4 d. tsiaers aenden heere van bussele onderen den dooren te beveren ; Haasdonk 20.02.1610: pr. de burgrave c/ margriette vercauteren heest dat de ver sal ontlaesten … huys ende hof van helft van eenne Rente van 8 s.gr. tsiaers die jan de vrie brouwer ter gauwen daer ontheffende is geweest ende de selve Rente nu gecocht by philips meese … (3).
    Hun kinderen geboren te Nieuwkerken:

    1. Anna, geb. 18.02.1601.
    2. Catharina, geb. 25.11.1607.
    3. Pauwels, geb. 01.01.1613 en overl. Haasdonk 09.03.1688. Huwde Sint-Niklaas 13.02.1638 (tt: Martinus Rottier en Joannes Maes) Amelberge MAES (Sint-Niklaas 22.02.1606 - Haasdonk 03.10.1683) fa Jan en Margriete Speelman (nrs. 1600 en 1601).
    4. Cathalyne, geb. 11.07.1615.
    5. Janneken, geb. 01.09.1618. Dezelfde als Janneken Burghgrave gehuwd te Nieuwkerken 18.02.1642 met Michiel VAEL en overl. voor 19.11.1667 te Nieuwkerken (Staat van Goed)? Waarvan een zoon Joannes Vael, geb. Hdk. 12.02.1643 en 15de ged. (ss: Joannes Maes en Catelijn Vaes (Vael?)).

    Hertrouwde Catharina sMAEYERS te Nieuwkerken op 14.11.1623 met Merten ROTTHIER (tt: Jacob Rotthier en Michiel Vercauteren)?


    1600 en 1601. de BURGRAVE Pauwels fs Pieter en Catharina sMAREN, geb. Nieuwkerken 01.01.1613 en overl. Haasdonk 09.03.1688. Gehuwd te Sint-Niklaas 13.02.1638 met MAES Amelberge fa Jan en Margriete SPEELMAN (in de hoofdcijns Sint-Baafs, Temse 16), geb. Sint-Niklaas 22.02.1606, overl. Haasdonk 03 of 30.10.1683. Pauwels was denkelijk herbergier: 14.05.1646 … soo zyn vergad(er)t geweest ten huyse van pauwels de Burghgrave binnen de prochie van haesdonc een(en) melsen (ver)str(aeten) ter eenen syde, ende een(en) Gillis van goethem ter and(ere) zyde … (4).
    Hij was eigenaar van een hofstede nr. 1218, 94 roeden groot, te Haasdonk in het wijcxken achter de bancke. Verder zeker nog 5 stukken land in de gavers ende brandtwyck en een dito stuk in het wijcxken aen het vossekot. In 1670 raamt men zijn onroerend goed op 8 gemeten 65 roeden. In 1684 komen de hofstede en 3 stukken land (nrs. 1022, 1023 en 1200) in handen van zijn zoon Pieter, die in 1686 ook het perceel nr. 1216 verwerft (5).
    Hun kinderen, allen vermeld in de hoofdcijns:

    1. Katelijne, ged. Nieuwkerken 03.03.1638 (ss: Pieter Staes en Cathalyne de Maere). Overl. Haasdonk 09.04.1706 en 11de begraven. Huwde te Haasdonk 16.10.1663 (tt: Petrus Braem en Martinus Braem) Adriaen BRAEM, geb. Tielrode 10.11.1632 en overl. Haasdonk 16.08.1707. Hun kinderen geb. te Haasdonk:
       1. Josijne Braem, geb. 08.02.1665.
       2. Amelberga Braem, geb. 17.09.1667.
       3. Pieter Braem, geb. 14.03.1670.
       4. Gillis Braem, geb. 07.02.1673.
       5. Maria Braem, geb. 02.05.1674.
       6. Egidius Braem, geb. 22.05.1677.

    2. Pieter, geb. Haasdonk 15.12.1641 en 16de ged. (ss: Joannes (?) Maes en Catharina Burgrave). Overl. Haasdonk 13.08.1728. Huwde:
    1° Haasdonk 03.12.1667 (tt: Paulus Borghgraef en Andreas Braem) Amelberga van GENACHTEN fa Jan en Elisabeth Giot (Haasdonk 28.02.1645 - Haasdonk 23.03.1696) (nrs. 800 en 801);
    2° Haasdonk 30.10.1696 (tt: Michael van Geetsom en Franciscus de Burggraef) Eleonora GOEDERICX,geb. ca 1660 en overl. Temse 18.09.1739.
    3. Maria, geb. Haasdonk 04.04.1644 en 6de ged. (ss: Paeschier Tilens en Catharina Bolsens). Huwde Haasdonk 12.09.1679 (tt: Joannes Norrauw, Joannes van Kemseke, Amelberga van Genachte en Egidius Blommart) Andries BLOMMAERT, waarvan Jan en Joanna Catharina Blommaert. Ook een huwelijk met Jan NAUTS, waarvan Pauwel Nauts.
    4. Jan, geb. en ged. Haasdonk 03.04.1647 (ss: Servatius van Roye en Marchareta Speelmans). Overl. Haasdonk 13.12.1652.
    5. Amelberge, geb. en ged. Haasdonk 07.12.1648 of 1649 (ss: Michael Varendonck en Amelberga Burggraef). Als Amelberga Beurghtgrave meter in 1673 bij geboorte van Adriaen de Burghrave? Waarschijnlijk ongehuwd gebleven.


    800 en 801. de BURGHGRAVE Pieter fs Pauwels en Amelberga MAES, geb. Haasdonk 15.12.1641 en overl. Haasdonk 13.08.1728. Huwde: 1° Haasdonk 03.12.1667 van GENACHTEN Amelberga (Haasdonk 28.02.1645 - Haasdonk 23.03.1696) fa Jan en Lijsbet Giot (in de hoofdcijns Melsele, Sint-Baafs-Gent, Appendix 7) 2° Haasdonk 30.10.1696 GOEDERIX Eleonor, geb. ca 1660 en overl. Temse 18.09.1739.
    In 1670 komt het onroerend goed gelegen te Haasdonk in het wijcxken achter de bancke van zijn schoonvader Jan van Genachten op zijn naam. In totaal 4 gemeten 4 roeden, waaronder de hofstede nr. 1219, groot 433 roeden. In 1679 bezit hij in totaal 10 gemeten 208 roeden. In 1681 al 12 gemeten 50 roeden. In 1684 aangegroeid met goed komend van zijn vader bezit hij 16 gemeten 100 roeden, waaronder de hofsteden nr. 1218, 94 roeden (van zijn vader) en voormeld nr. 1219 (5).
    Blijkens de staat van goede van 1696 (6) waren Pieter en Amelberga tijdens hun huwelijk eigenaar geworden van een behuysde hofstede gelegen achter de bancke groot ontrent de ses gemeten, (…) die gepresen is jnt g’heel op 200£.s.gr.; belast met een rente van 800 gulden aenden Eerw: witte susters tot andtwerpen. In de schuur lag taruwe, havere, boeckweije en poldervlas. Op stal stonden 2 koijen, een rent met een calfken, een vercken en een kibben. Hinnen ende kieckens geraamd op 15 schelling. Frans. de burchgrave (vermoedelijk hun zoon) stond bij hen in ‘t krijt over pacht van 1696 van vlasland en van de hofstede. Uit de schulden van ’t sterfhuis blijkt dat er pacht diende betaald voor 9 stukken land en één voor huispacht. Als kleine boer baatte Pieter vermoedelijk nog een herberg uit want enkele schulden wijzen daarop: 1 £ 16 s.gr. voor levering van bier aan Jan Smet jn het vossecot, 4 £ gr. over leveringhe van maut aan Joos Noyrauw en 6 £ gr. aan de pachters van de bieren over de enyngelden. Ook de inventaris van de huisraad wijst in die richting: …13 tonne, 2 tobben, 2 draeghvoeten en 2 bierboomen (…) 2 bierschraegen. Wettelijke staande voogden van de wezen waren Frans. de burchgrave en adr. braem. De 7 minderjarige kinderen zullen bij Pieter blijven wonen die hen zal onderhouden en kleden, en hen sal hebben te laeten leeren lesen ende schrijfven naer staete …
    In het Haasdonkse landboek van 1702 blijkt hij als pieter de Burchgrave alias quadre slechts eigenaaar te zijn van 2 gemeten 84 roeden land. Hij heeft dan waarschijnlijk zijn landbouwactiviteit aanzienlijk verminderd (5).
    Uit eerste huwelijk geboren te Haasdonk:

    1. Frans, geb. 06.03.1668 en 8ste ged. (ss: Franciscus Jansens en Barbara van Ghenachten). Overl. Haasdonk 04.05.1710. Huwde Haasdonk 08.02.1695 (tt: Petrus de Burchgraef en Adrianus Braem) Catharina van ENDE, overl. Temse 17.01.1759 (80 j. ?). Uit deze echt geb. te Haasdonk:
       1. Petrus, geb. 14.03.1696 (ss: Petrus en Maria de Burggraef). Overl. Haasd. 
          07.07.1696.
       2. Catharina, geb. 23.08.1697 (ss: Jan Nauts en Catharina Coppejans).
       3. Franciscus, geb. 29.03.1700 (ss: Franciscus Sterck en Anna Leyssens). Overl.
           Haasd. 16.04.1700.
       4. Elisabeth, geb. 05.04.1702 (ss: Josephus de Beurghgraef en Elisabeth de Cok).
       5. Judoca, geb. 10.02.1705 (ss: Alexander de Burchgraef en Judoca Haegeman).
           Overl. Temse 03.10.1764. Huwde op 01.07.1742 Francis CAELDRIES.

    2. Jan, geb. 17.08.1669 (ss: Adrianus Braem en Maria Borghgraef). In 1696 bij huwelyck sijns selfs bedegen sijnde.
    3. Petrus, geb. 20.11.1671 (ss: Judocus de Rop en Amelberga Maes). Overl. Haasdonk 03.07.1672.
    4. Adriaen, geb. Haasdonk 02.06.1673 en 4de ged. (ss: Adrianus de Maeyer en Amelberga Beurgtgrave). Overl. Haasdonk 08.05.1742 en 9de begraven. Huwde te Haasdonk 13.07.1700 (tt: Franciscus en Joannes de Burchgraef) Anna BATENS fa Gaspaer en Catharina de Puysseler (Haasdonk 04.07.1672 - Haasdonk 22.11.1739) (nrs. 400 en 401).
    5. Pieter, geb. 06.03.1676 en 7de ged. (ss: Joannes Sterck en Maria Talboom).
    6. Josephus, geb. 03.12.1678 en 4de ged. (ss: Joannes Smet en Margarita Verschousel).
    7. Alexander, geb. 18.04.1681 (ss: Joannes de Swerte en Magdalena Segers).
    8. Jacob, geb. 29.02.1684 (ss: Petrus Smet en Judoca Staes).
    9. Lijsbette, geb. 30.05.1687 (ss: Theodorus van Geetsom en Elisabeth Vercauteren).

    Kinderen uit tweede echt geboren te Haasdonk:

    10. Maria, geb. en ged. 11.10.1697 (ss: Lucas Servaes en Maria Cauwers).
    11. Amelberga, geb. 18.10.1699 en 19de ged. (ss: Franciscus Beurghgraef en Amelberga Cauwers).
    12. Josina, geb. 18.01.1703 en 20ste ged. (ss: Adrianus Brame en Josina Betteson). Overl. Haasdonk 27.12.1704 en 29ste begraven.


    400 en 401. de BURGHGRAEF Adriaen fs Pieter en Amelberga van GENACHTEN, geb. Haasdonk 02.06.1673 en overl. Haasdonk 08.05.1742. Huwde Haasdonk 13.07.1700 BATENS Anna (Haasdonk 04.07.1672 - Haasdonk 22.12.1739) fa Gaspaer en Catharina de Puisseler.
    In 1700 verwierf hij op de Keure van Haasdonk van g(illi)s staes muysenhol 3 gemeten 104 roeden bestaande uit de kaartnrs. 1136 en 1141 gelegen in de wijk het pachtgoet. In 1702 in dezelfde wijk de kaartnrs. 1135 (302 roeden komende van zijn vader) en 1090 en 1207 (samen 141 roeden) (7).
    Adriaen bezat een huis gelegen op de keure van Haasdonk dat in 1733 eigendom werd van zijn zoon Pieter: ... een huijs ende de voordere edeficien gestaen ende geleghen op den keure in haesdonck, op den vercseijnsden gront compiterende sijne excellentie den Artogh van Arenbergh ende Arschodt, vercreghen van wijlent Adr. de burghgrave volgens den transport ende quictantie van volle voldoeninghe in daete 14en 8bre 1733 ... (8). In 1747 wordt dit huis als volgt beschreven: ... een seker huys ende stallinghe staende op cheyns gront, groot negen roeden welcken gront is compiterende aen sijne excelentie den Artogh van Arenbergh ende Arschot geleghen op dese keure in haesdonck oost, west ende noordt jan van raemdonck ende suijt d'heirbaene ofte calsije van haesdonck ... (9).
    Na zijn overlijden wordt op 12.06.1742 een Contract van uijtgroothjnghe tussen zijn kinderen gemaakt.
    Volgende kinderen geboren te Haasdonk:

    1. Francies, geb. en ged. 09.04.1702 (ss: Franciscus de Burchgraef en Paschasia de Oogh). Overl. Temse 16.04.1774. Gehuwd met Maria van GOETHEM, overl. Temse 30.09.1750, fa Jacobus en Anna d' Hooghe (nrs. 200 en 201).
    2. Amelberga, geb. en ged. 10.09.1704 (ss: Andreas de Puyselaer en Amelberga Maes). Overl. Haasdonk 19.11.1704 en 20ste begraven.
    3. Pieter, geb. en ged. 05.10.1705 (ss: Petrus Beurghgraeve en Amelberga Maes). Overl. Haasdonk 01.05.1746 en 2de begraven. Meester-schoenmaker te Haasdonk (10). Huwde te Haasdonk 20.10.1732 (tt: Petrus van Goey en Andreas Baert) Isabella Catharina SERVAES fa Jan en Amelberga de Winter. Zij stierf te Haasdonk 09.09.1742. Sterfhuis Isabella Catharina Servaes vermeldt op 15.01.1743 Frans. de Burghgrave en Jan Baptiste Servaes als voogden en o.m. geconquesteert een huijs (…) op den keure in haesdonck, op den vercseijnsden gront compiteren(de) sijne exe den Arthogh van Arenbergh ende Arschodt, vercreghen van wijlent Adr(iaen) de burghgrave volghens den transport ende quictantie van volle vold(oeningh)e in daete 24en 8bre 1733 … (8).
    Hun kinderen geb. te Haasdonk:

        1. Augustinus, geb. 27.08.1733 (ss: Adrianus de Burggrave en Amelberga de
            Winter).
        2. Fredericus Aloysius, geb. 01.08.1735 (ss: Joannes Baptista Servaes en Anna  
            Baetens). Overl. Haasdonk 27.08.1745.
        3. Maria Theresia, geb. 22.11.1737 (ss: Franciscus Burggrave en Maria Theresia
            Servaes).
        4. Joannes Franciscus, geb. 13.06.1740 (ss: Joannes Franciscus Brijs en Joanna
            Servaes). Overl. Haasdonk 26.12.1740.
        5. Anna Isabella, geb. 22.03.1742. Overl. Haasdonk 20.04.1742.

    4. Cornelia, geb. 29.11.1708 en 30ste ged. (ss: Cornelius Baetens en Margarita Ransaerts). Overl. Haasdonk 30.12.1750 en 31ste begraven. Huwde te Haasdonk 27.09.1732 (tt: Joseph Brijs en Judocus van Cothem) Jan Francies BRIJS fs Joseph en Catharina van Royen (Haasdonk 27.04.1678 - Haasdonk 20.03.1743). Sterfhuis Cornelia de Borghgrave fa Adriaan, houder Jan Frans Brijs fs Joseph: voogden zijn Pieter Brijs fs Joseph en Frans de Borghgrave fs Adriaen. Verder: 1/26ste in stuk land binnen Vrasene bij successie van haar oom paterneel Joseph de Borghgrave; zij verkocht 1/4de part in een behuisde hofstede te Haasdonk haar toekomende bij successie van haar ouders aan Josijne de Borghgrave; nog gederft 10 £ 4 s. 2 gr. over de verkochte goederen ten sterfhuyse van wijlent joseph de borghgrave tot Vrachene oom paterneel (11).
    5. Josyne, geb. en ged. 16.04.1711 (ss: Laurentius Heylegier en Josina Durinckx). Overl. Haasdonk 08.10.1769. + Quesula en begr. Haasd. Josyna de Burgghraeve fa Adriaen Geestel(ycke) Dochter. Zij verkoopt op 31.08.1747 aan Gillis van Daele voor 41 £ courant gelt seker huyseken ende grond te haesdonck in den tweeden hamanswyck, 38 roeden, palende o. Jacobus Rotthier, z. den gentschen heirewegh w. en n. Michiel Brijs. Goed haar toegewezen in voormeld Contract van uytgroothjnge (12).
    6. Anna, geb. en ged. 22.03.1714 (ss: Joannes Mersman en Anna Leyssens). Overl. Haasdonk 28.10.1741.


    200 en 201. de BURGGRAVE Franciscus fs Adriaen en Anna BATENS, geb. Haasdonk 09.04.1700 en overl. Temse 16.04.1774. Huwde Haasdonk 30.09.1725 van GOETHEM Maria fa Jacobus en Anna d’Hooghe, geb. ca 1692 en overl. Temse 30.09.1750.
    Franciscus was landbouwer en herbergier vermits op 19.10.1761 vernoemd als De Borghgraeve, Frans fs. Adriaen, 60 j, landman en hostellier te Temse. Dochter is Anna Catarina, 31 j. (13).
    - Juni 1750 door landmeter Van Goethem in Themsche lantmaeten gemeten, ten versoecke van Frans Burghgrave seker partye grond bij hem in cheynse genomen van Joos Peertsman, gelegen binnen de prochie van Themsche ontrent de Banck, palende o. Pieter de Ropsdam n. den Heirwegh, alsnu betimmert met een nieuw huis genaemt “De Nieuw Banck”, welcken gront is deel maeckende van de nrs. 1760 en 1761, ten deele onder Steenbrugge, ende int geheel groot bevonden 177 roeden. (14).
    - kaartnr. 1760: hofstede, 145 roeden en kaartnr. 1761 hofland, 181 roeden. Hofstede en hofland, w. en n. den Ghentschen Heirwegh, samen 326 roeden later nog bebouwd met 2 huizen. In 1754 177 roeden op Jan (?) Frans De Burghgrave, daer zijn huys op staet. Blijft op Joos Peersman 125 roeden, dit is de hofstede. In 1760 ook de hofstede op voornoemde Jan Frans De Burghgrave tot Haesdonck . In 1774 177 roeden op Jozef de Burggraeve, eigenaar, wezende leen onder Steenbrugge, o. Pieter de Ropsdam. De hofstede op Frans de Burggrave. Later op Jozef Meersman? In 1813 (de 177 roeden) op Marie Colete Burggrave (15).
    In 1759 bezit hij te Haasdonk in de wijk het pachtgoet 21 gemeten 10 roeden komende van Pieter Busschaert. In 1766 komende van dheer castro wonende te Sint-Niklaas 365 roeden in het wijcxken achter de bancke. En op 01.06.1768: Michiel Frans. Anné griffier van de keure in Haasdonk verkoopt namens Sr. Laurentius Ignatius van Raemdonck aen francis de burghgraeve 2 stukken land de peylacker aan elkaar gelegen binnen Haasdonk in den wyck genaemt de westackers t’samen groot een alf buynder paelende o. Sr. N. Vereecken, s. jan wielandt w. de weynstraete n. den heer advocaet rotthier ende jan bauwens (…) in pachte by Gillis volkerick fs Gillis tot keirsavont 1773 … Koop gesloten voor 417 gulden courant gelt (16).
    Hun kinderen geboren te Haasdonk:

    1. Jacobus, geb. en ged. 12.08.1726 (ss: Jacobus van Goethem en Anna Baetens). Bleef ongehuwd. Stierf te Temse 16.10.1788.
    2. Anna Catharina, geb. en ged. 04.01.1728 (ss: Adrianus Burghgrave en Catharina van Goethem). Huwde te Temse 09.04.1769 Petrus van ROYEN fs Pieter en Anna van Weirde. Zij woonden te Beveren in de herberg “de drij Lindekens“ (17).
    3. Josephus, geb. en ged. 07.07.1731 (ss: Egidius d'Ooge en Cornelia Burghgraeve). Overleden Temse 12.02.1787. Gehuwd te Haasdonk 13.09.1773 (tt: Petrus Jacobus Buytaert en Jacobus van Gassen) met Joanna Catharina SMET fa Jan en Anna Maria Colleman.
    4. Petrus Franciscus, geb. en ged. 16.09.1734 (ss: Petrus de Burggrave en Anna Catharina van Goethem). Overl. Temse 30 prairial j. XI (19.06.1803). Gehuwd te Haasdonk 25.06.1766 (Petrus Melis en Bernardus Lemmens) met Maria Magdalena BUYTAERT(Haasdonk 23.02.1739 - Temse 21.02.1815), fa Petrus en Catharina Vergauwen (nrs. 100 en 101).
    6. Egidius, geb. 26.04.1738 en volgende dag gedoopt (ss: Egidius Haegeman en Judoca Burghgrave). Stierf te Haasdonk 29.12.1742 en er s'anderdaags begraven.


    100 en 101. DE BURGGRAVE Petrus Franciscus fs Franciscus en Maria van GOETHEM, geb. Haasdonk 16.09.1734 en overl. Temse 30 prairial j. XI (19.06.1803). Gehuwd te Haasdonk 25.06.1766 met BUYTAERT Maria Magdalena (Haasdonk 23.02.1739 - Temse 21.02.1815), fa Petrus en Catharina Vergauwen. Petrus Franciscus wordt nu eens arbeider dan weer landbouwer genoemd. Woonde o.m. te Temse op de wijk de Banck waar zijn vrouw overleed.
    Hun kinderen:

    1. Maria Catharina, geb. en ged. Haasdonk 01.11.1761 (???) (ss: Petrus Buytaert en Judoca Maria Stout). Overl. Haasdonk 16.11.1761 en er volgende dag begraven.
    2. Maria Jacoba, geb. Haasdonk 22.12.1766 en 23ste ged. (ss: Jacobus de Burggraeve en Maria Catharina Buytaert).
    3. Anna Maria Catharina, geb. Temse 07.09.1768 (ss: Petrus Buytaert en Anna Catharina de Borggraeve). Huwde te Temse 14 pluviose j. VII (02.02.1799) Joseph VERBRAECKEN.
    4. Joanna Petronilla, geb. Temse 29.07.1770 (ss: Petrus van Royen en Joanna Catharina Smet).
    5. Josephus, geb. Temse 11.05.1773 (ss: Josephus Buytaert en Amelberga Francisca van Gassen). Huwde te Haasdonk 07.07.1798 (tt: Amelberge Anné en Amelberge Ver….) Maria Judoca SMET (nrs. 50 en 51), fa Petrus Joannes en Joanna Theresia Verberckmoes.
    6. Amelberga, geb. Temse 03.03.1775 (ss: Josephus de Burggraeve en Angela de Munck). Overleden te Temse 25.10.1834. Zij was dagloonster en woonde op de Bank. Twee onwettige kinderen:
        1. Francisca, geb. Temse 28 messidor j. VI (16.07.1798) en er overl. 14
           thermidor j. VIII (02.08.1800).
        2. Francois, geb. Temse 23.08.1809 en er overl. 12.11.1809.

    7. Petrus Franciscus, geb. Temse 09.05.1778 (ss: Petrus Jansens en Joanna Catharina de Rijck).


    50 en 51. BURGGRAVE Josephus fs Petrus Franciscus en Maria Magdalena BUYTAERT, geb. Temse 11.05.1773 en overl. Temse 18.03.1844. Huwde Haasdonk 07.07.1798 SMET Maria Judoca fa Petrus Joannes en Joanna Theresia Verberckmoes (Haasdonk 13.01.1777 - Temse 28.05.1849 of 29.03.1849). Josephus woonde in 1810 te Haasdonk op de Bank en in 1844 te Temse op de Luyseek. Dagloner en ongeletterd.
    Uit dit huwelijk o.m. geboren te Haasdonk:

    1. Joanna Catharina, geb. 07 prairial j. IX (27.05.1801). Overl. Haasdonk 21.07.1862. Gehuwd te Haasdonk 04.08.1832 met Josephus van ACKER (Temse 19.04.1802 - Haasdonk 27.09.1883) fs Andries en Francisca van Kerckhove (nrs. 24 en 25). Zij woonden te Haasdonk in het gehucht De Banck. Hij werd arbeyder en ongeletterd genoemd, zij eerst dienstmeijt later huishoudster.
    2. August, geb. 30 thermidor j. XI (18.08.1803) (ss: Augustinus Smet en Maria Magdalena Buytaert).
    3. Martina, geb. 06.06.1805 (ss: Petrus Franciscus Lissens en Maria A. Verbercken).
    4. Joseph, geb. ca 1807 en overl. Haasdonk 16.10.1810.
    5. Leocadia, geb. en ged. 12.03.1811 (ss: Martinus Smet en Maria Jacoba Burggraef).


    24. Joseph VAN ACKER
        
    Temse 19 germinal j. X (19.04.1802) - Haasdonk 27.09.1883

    25. Joanna Catharina DE BORGGRAVE
         
    Haasdonk 7 prairial j. IX (27.05.1801) - Haasdonk 21.07.1862
     


    Noten: (1) J. SMET, Genealogisch Repertorium 1166-1620 Gemeente Temse, Temse 2003, p. 101). (2). RABev, GOA Temse nr. 402, f° xxvi). (3). RABev, GOA Haasd. nr. 350. (4) id. nr. 645, p. 285r. (5) id. nr. 74, 75,77 (Landboeken). (6) id. nr. 355 f° 127 e.v. Sterfhuis Amelberga van Genachten, houder Pr. de Burchgrave. (7) id. nr. 542. (8) id. nr. 602, f° 91v. Sterfhuis Isabella Catharina Servaes. Houder Pieter de Burghgrave. (9) id. nr. 597. Rekeningbewijs dd. 13.09.1747. (10) en (13) Vlaamse Stam, 1978, p. 488. (11) RABev, GOA Haasd. nr. 604, f° 145v t.m. 151v.Sterfhuis Cornelia de Borghgrave fa Adriaan. Houder Jan Frans Brijs fs. Joseph (29.12.1751). (12) id. nr. 651, 16r e.v. (14) R. COLAES, Landelijk Temse 1670-1815, Temse 1986, p. 169. (15) R. COLAES, op.cit. nr. 213. (16) RABev, GOA Haasd. nr. 652, f° 41r. (17) BLATON, Gen. Repert. Haasdonk, p. 1202. Op deze auteur ook beroep gedaan voor diverse kwartieren.

    04-09-2008 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (19 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    23-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Temse vroeger
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In 821 voor ‘t eerst vermeld als Tamisich, schrijft men later Temsica (940), Tempseca (1050), Thamisia (1331), Themseke (1458), Temsche, Temse. Verschillende naamsverklaringen waaronder als meest waarschijnlijke: van Tamasiacum, d.i. afgeleid van een zekere Tamasius, waarvan men niet weet of het een Kelt of Romein was. Of van een oude riviernaam te vergelijken met Thames in Engeland. Of van het keltisch Taomaisuisge ( woud langs het water).
    Waterlopen die door Temse vloeiden: de Barbierbeek, de Vrouwenhofbeek, de Hollebeek, de Dijksloot, de Vliet en de Gote. Zelfs de Durme liep eertijds door Temse om er in de Schelde uit te monden.
    Temse zou al bewoond geweest zijn in het 4de millennium v.Kr. Deze voorlopers van de Menapiërs waren misschien Friezen die langs de Schelde woonden. Later vestigden er zich wellicht Romeinen, gelet op de restanten van Gallo-Romeinse nederzettingen her en der in Temse blootgelegd.
    Al in 770 werd een kerk gebouwd toegewijd aan O.L. Vrouw. In 1298 waren er verschillende bewoonde plaatsen: Brant, Heygerloo, Briel, Driesch, Cruysacker, Bolsele, Scousele, Hermelghem, Steendonc … De bevolking groeide gestaag aan. In 1408 telde men 1400 communicanten. In 1552 maakt een lijst melding van 303 weerbare mannen om eventueel de Fransen te bestrijden. De pest maaide 431 personen in 1676 weg. Maar dan gaat de bevolkingsaangroei crescendo: 4.959 inwoners in 1774, 7.883 in 1824 en 9.803 in 1880.
    De Heerlijkheid van Koudeburg , een leen van de graaf van Vlaanderen, strekte zich uit tot in Bazel, Tielrode, Elversele, Lokeren, Sinaai en Haasdonk. Baljuws hiervan waren o.m. Gillis Laurens (1647) en Lieven van Hese (1682). De Heerlijkheid van Weert was sinds 1240 bezit van de Gentse Sint-Baafsabdij. De Heerlijkheid van Steenbrugge was een leen gehouden van de Graaf van Vlaanderen met als afhangende lenen: de Heerlijkheid Fijns, de Heerlijkheid van Desteldonk al bekend in 1298, en de Heerlijkheid Kattenbrugge. De Heerlijkheid van de Royere had als onderlenen Tergauwen en Ten Eynde.
    Enkele namen van baljuws te Temse: Peeter van Asbrouc (1370), Jan Bristinc (1394), Baudewijn van Wijngaerde (1413), Peeter van der Straten (1550), Pauwel Hauweel (1512), Daneel uuten Eechaute (1521), Adriaen de Backere (1575), Rijkaerd Moenins (1594) en Audoor Rooman (stadhouder in 1616) … Burgemeester waren o.m. Jan de Malsche (1635), Michiel Vercauteren (1620), Jan van Hove (1651), Jan Seghers (1657 en 1666), Jan de Hondt (1672) …
    Een groot gedeelte van Temse bestond in de 12de en 13de eeuw nog uit heide. Tijdens de 13de eeuw waren de laaggelegen gronden reeds ingedijkt. Al in de 9de eeuw bestond er een “heerlijke landhoeve”, wellicht dezelfde als het latere ’t Vroen - of Vroonhof ? Dit hof besloeg 39 bunder 200 roeden. In 1406 beliep de jaarlijkse pacht hiervan 15 à 17 pond alsmede twee suffisante vette verkens en 24 pond parisis voor sheeren cappe. Onder de andere grote hoeven vermelden we Hof ter Beken, Hof te Coudenberg, Hof ter Hermelgem, ‘t Annemansgoed, den Oostbroek en ‘s Hertogenhove. Een telling van 1408 maakt melding van 326 hofsteden. Einde 15de eeuw waren het er al 466.
    Sinds 1264 had Temse het recht om ‘s woensdags een markt te organiseren. Onder Karel V vond de jaarmarkt een plaatsje langs de Scheldeboorden. Wevers en volders zorgden al in de 14de eeuw voor een zekere welstand. En in 1448 stond er al een steenoven, want de Temsese grond is rijk aan gele potaarde. In de 17de en 18de eeuw kende Temse een bloeiende handel in fruit en vooral krieken. In 1658 houdt men een “Vlasmarkt”. Tijdgenoten schrijven dat er in Temse “veel en zeer schoon vlas” stond. Er komt een nering der schippers (1630) en in de 17de eeuw ook van kaaiwerkers en zakkendragers.
    Rond 1825 verbouwden de Temsenaren tarwe, rogge, gerst, haver, boekweit, aardappelen en lijnzaad. De veestapel omvatte naast 180 landbouwpaarden, 865 stuks hoornvee, 230 schapen en 480 varkens.
    Rond 1860 moet het voor de inwoners niet moeilijk geweest zijn om een job te vinden. Zij hadden keus uit 2 garenspinnerijen, een katoenspinnerij, 3 zeildoekfabrieken, 3 zoutziederijen, 2 zijdefabrieken, 2 zwingelmakerijen, een geweerkolfzagerij, 4 bloempelderijen, 3 cementmolens, 3 hoedenmakerijen, 5 steenbakkerijen, 4 tabaksfabrieken, een sigarenfabriek, 7 bierbrouwerijen, een huidenvellerij, een potbakkerij, een zeepziederij, een lijnkoekmolen, een watermolen, 2 windmolens (de Veldmolen en de Steenen Molen), 5 graanmolens met stoom, een houtzagerij, 3 touwslagerijen, een boekdrukkerij, 5 kantfabrieken, een scheepstimmerwerf, een 50-tal schippers en 70 klompenmakerijen. De Veldmolen was als gekend voor 1450.
    Vanaf 1331 had Temse een hospitaal. Voor 1255 was er al sprake van een begijnhof. De Oratorianen stichtten in 1631 een “Latijnse School” en in 1649 het eerste college van het Land van Waas. Ook hadden er zich in 1507 Dominikanessen gevestigd.
    Biertapperijen en jeneverhuizen in 1779: St. Hubrecht, ‘t Veirhuys, Den Hertog van Beyeren, De Swaene, Den Schilt van Mechelen, Amsterdam, ‘t Schippershuys, Den Ancker, Den Steenhoven, De Vier Heemers, ‘t Bourgoens Cruys, St. Sebastiaen, Ste Amelberga, Den Engel, De Sterre, Den Coninck van Spangnien, St. Pieter, ‘t Lieve Vrouwke, Den Spiegel, De Swaene, De Drie Haringen, De Croone, De Lange Munte, Den Hert, Den Hantboogh, Den Prince-Cardinael, Den Arend, ‘t Schaliënhuys, ‘t Krebbeken, De Koeysteert, ‘t Swaentje, Den Doornboom, In den Doorn, De Velthoeck, De Halve Maene, De Nieuwe Banke, Den Deckpriem, Den Wijngaerdrank, Den Martico en De Dry Coninghen.
    De rederijkserskamer De Wijngaertrancke speelde reeds in 1517 te Rupelmonde. Hoofdmannen hiervan waren o.m. Thomas Smet, Michiel Keppens en Pieter Suys (1707). De Sint-Sebastiaansgilde, een scutterye vanden handboghe, bestond reeds in 1456 met als deken Joannes van der Straeten. In 1835 zag een nieuwe schutterij het licht die luisterde
    naar de naam “Willem Tell”. In 1880 kwam er nog een 3de handboogmaatschappij bij, met name “De Leerlingen”.
    Om Sint-Amelberga te vereren, beschermheilige van Temse, hielden de Temsenaren de Wegom: een bedevaart die vertrok aan de kerk van Temse en langs de oude grenzen van Temse liep. Nu nog vindt men kappelletjes die deze grenzen afbakenden.


    Bron: F. De Potter en J. Broeckaert, Op.cit.

    23-05-2008 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (27 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    20-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anno 1699: Have en goed van een landman in Temse
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

           Mijn voorvader Andries van Acker fs Gillis is een schoolvoorbeeld van de gemiddelde Wase boer uit de 17de eeuw. Hij runde met zijn huisgezin een kleine hoeve, waarschijnlijk zonder vreemde hulp want zijn staat van goed maakt nergens melding van dienstboden of knechten (1). Andries van Acker kwam ter wereld op 04.12.1643 te Temse als zoon van Gillis en Barbara van Polfliet. Gestorven op 55 jaar werd hij begraven op 03.02.1699 op het kerkhof te Temse in een graf “tegenover het Oosten“. Uit zijn eerste huwelijk (Temse 23.12.1666) met Maghdalena van POLFLIET fa Petrus (1645 - 1672) (2) had hij twee dochters: Maria (1667 en overl. voor 1700) en Barbara (1670 - 1737). Uit de tweede echt (Temse 08.04.1673) met Elisabeth VARENDONCK fa Jan (1652 - 1706) acht kinderen: Gillis (1674 - 1706), Joos (1675 - 1741), Amelberga (1678 - 1741), Elisabeth (1680 - 1721), Andries (1683 - 1766), Jan (1686 - 1769), Pieter(1689 en jong gestorven), Matthijs (1691 - ?), Adriaen (1694 - 1760).
           Bij zijn overlijden bewoonde het gezin een hofstede gelegen te Temse in de Bolderickstraete serverende onder de heerlijkheid van Barbara Buijtaert. De hoeve, gekomen van vader, was een vierendeel groot en paalde o. s’ Heerenstraat, z. land van de kerk van Temse, w. Joos de Volder en n. Elisabeth Verstraeten. Daarnaast was het echtpaar eigenaar van:
    - den slabbaert, 400 roeden land in Temse, landende o. de erven Gillis van Putte, z. Guill. Smet w. Anna van Laecke en n. Inghelbert Annens;
    - 2 stukken land te Temse in de Bolderickstraete, groot 2 gemeten, palende o. Joos van de Velde, z. Matthijs van Wijnacker en Barbara van Laecken, w. Pieter van Acker en n. ‘s Heerenstraat. Jaarlijks belast met seven ponden thien schell. gr.tsiaers penninck xvi e ende vier maeten evene t’siaers sijnde verleende erfve onder de heerel.van cattenbrugghe.
           Bovendien pachtte Andries nog 6 stukken land, waarvan we de oppervlakte niet kennen. Waarvoor hij op kerssavondt pacht betaalde aan Juffrouw Leppiepper (?), Jan de Volder, Joos van Mieghem, Joos van Acker en Joos van de Velde. Waarschijnlijk werd nog een 7de stuk land gepacht van de Armenkamer van Temse. Canthout ende willighenrijs omzoomden het bouwland.
           Verder bezat Elisabeth Varendonck een cavel rente van 11 gulden t’siaers penninck xvi e.
           Op stal stonden 2 peerden, 3 coijen 2 renderen met een chalf, alles geprezen op 49 pond gr. Op het neerhof liepen 12 hennen met een haan, geprezen op 17 sch.gr. In het wagenkot: een wagen met mestbarden, 2 karren, een sledde, een ploeg en een eg. In de schuur: een repe met banck, 2 kruiwagens, 2 wannen, boeckhaemers, vlegels, een slecht dorszeil, een graanmaat en tarwezeef, rieken, bijlen, spaden, vorcken ende meshaecken.
           In schuur of stal lag ongezwingeld vlas, tarwe, rogge, koren,gedorste en ongedorste haver, gerst, boekweit, stro, hooi en klaver.
           Een rondeeltafel en acht stoelen vormden het meubilair. In woonkamer of keuken: 3 ijzeren potten, 2 maten, 2 wateremmers, pincthen ende potten, een lepel, tassen, kannen, zoutvat, strijkijzers, wafelijzer, 2 ketels, een sije, een struifpan, een anghyser, een visspaan en een keiren … Als verlichting: eenen candelaer, een lampe, een repse, een lainterne. De haard bestond uit een hanghel, eenen roester, eenen brander, een nusken en een tanghe. Geslapen werd er in een coutse, een beddeken en 3 cafbeddens.
            Onder zijn schuldeisers: de ontvangers van Bazel en Temse voor prochie oncosten, Joos van Mieghem die hem een koe verkocht, Jan van Ercke voor leveren van laken en stoffen, Jan Suij voor waeghemaeckers werck, Cornelis Vermijlen voor smidswerk, Jan Bauaert voor winkelwaren, Frans van Rompaeij voor aankoop meel, Meester Jan Peeters (geneesheer?), Joos Smet voor het maken van kleren …
           De begrafeniskosten beliepen 6 pond 9 sch. gr. waarin 2 pond 4 sch. 8 gr. voor het leveren van bier en hout door Guilliam Smet. Vermits de schulden de baten overtroffen sloot de staat van goede af met een passief van ca 35 pond gr.



    Illustr. Detail "Hoeve langs waterkant" van Frans Hens.
    (1) RABev, GOA Temse nr. 288, f° 367r e.v.: Sterfhuis Andries van Acker fs gs. dd. 05.06.1699. (2) In hoofdcijns Temse, Sint-Bertinus Sint-Omaars, § 8.

    20-01-2008 om 14:56 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (25 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spotnamen van Wase Dorpen

    Spotnamen kunnen zeer oud zijn. Zo waren de Waaslanders al bij het begin van de 15de eeuw gekend als RAEPETERS.

    Lokale spotnamen zijn: BAZELSE BULTEN (Bazel) KLOKKELAPPERS (Belsele) GEITEKOPPEN (Beveren) HOTTENTOTTEN (Daknam) VODDENRAPERS (De Klinge) BLAUWBUIKEN (Eksaarde) BLARERIJVERS (Elversele) ROSTEKOPPEN (Haasdonk) KOUTERMOLLEN (Kieldrecht) RAPENBRADERS (Lokeren) KLETSKOPPEN (Meerdonk) PIJPKENS (Melsele) SMEERKOEKETERS (Moerbeke) SCHAPEN (Nieuwkerken) MUGGENBLUSSERS, POMPKOEKEN ? PAPMANNEN ? SPECULOSE MANNEKENS ? (Rupelmonde) SCHINKELETERS (Sinaai) EIERTRAPPERS (Sint-Gillis) OLIEZEKERS, BLAUWSELMANNEN ? (Sint-Niklaas) VECHTERS (Stekene) AZIJNZEKERS, AZIJNPISSERS (Temse) FILIPPEN (Verrebroek) BULTEN (Vrasene). MACHUTEN (Zwijndrecht).

    Gemeenten zonder spotnaam? Burcht, Kallo, Kruibeke, Sint-Pauwels en Tielrode. Wie er toch kent mag ons altijd e-mailen!

    20-11-2007 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (26 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    18-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROOMAN in m'n kwartierstaat
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ROOMAN is een patronimicum afgeleid van de voornaam Romanus (“Romein“) of van de germaanse naam Rodman (“roem” en “man“). Ook ROOMANS, ROOMS, ROE(Y)MANS, ROUMANS, enz … Misschien afgeleid van VAN RODE, VAN ROY, enz … Dan betreft het een herkomstnaam verwijzend naar “Rode”, t.t.z. een gerooid bos (6).
    Langs mijn kwartier 14 klim ik op naar volgende kwartieren (4):

    28. Josephus BRIJS
    Bazel 04.01.1794 - Bazel 15.06.1849
    29. Maria Amelberga ROOMAN
    Bazel 29.01.1799 - Bazel 07.04.1889

    58 en 59. Jan ROOMAN fs Anthonie en Josijne BURSENS, geb. Bazel 29.09.1745 en overl. Bazel 11.12.1832. Huwde Bazel 08.01.1782 Josijne Joanna LIJSSENS fa Joos en Joanna Maria BRIJS, geb. Bazel 01.09.1757 en overl. Bazel 27.06.1838. Hun kinderen geboren te Bazel:
    1. Regina, ged. 31.10.1784 (ss: Pieter Antoon Lijssens en Maria Josijne Rooman).
    2. Joos, ged. 16.09.1787 (ss: Joos Lijssens en Amelberga Rooman).
    3. Jacoba, ged. 04.02.1790 (ss: Pieter Jacob Rooman en Anna Francisca van Hersbroeck).
    4. Pieter, ged. 08.04.1792 (ss: Jan Kuypers en Brigitta Lijssens).
    5. Isabella Theresia, ged. 28.07.1794 (ss: Paulus Rooman en Anna Catharina Lijssens).
    6. Philip Jacob, ged. 31.03.1797 (ss: Philip Jacob Spiessens en Resina Rooman).
    7. Maria Amelberga, ged. 29.01.1799 (ss: Jan Baptist Reyntjens en Maria Amelberga van Royen). Overl. Bazel 07.04.1889. Huwde te Bazel 07.09.1826 Josephus BRIJS (Bazel 04.01.1794 - Bazel 15.06.1849) zn Pieter en Judoca Theresia SMET (nrs. 28 en 29).



    116 en 117. Anthonie ROOMAN fs Antonius en Joanna VERMEULEN, geb. Temse 19.02.1713 en begr. Bazel 23.04.1768. Huwde Bazel 29.08.1745 Josijne BURSENS fa Jan en Elisabeth SUY, geb. Bazel 24.06.1725.
    … Paulus Rooman tot baesel ende pieter judocus Rooman tot temsche … wettel. voogden der dry alnoch minderjaerige kinderen van wijlent anthony rooman met wijlent judoca bussens tot baesele dat op die drij kinderen benevens hunne twee minderjaerige broeder ende suster by representatie van den selven hunnen vader met de doodt van Sr. jan baptiste de grave fs anthony ex elisabeth rooman … gedevolueert een doorgaende 16de paert ende deel in s’overledens immeubele ende meubelaire naelaetenschap uyt den hoofde van syne moeders vaderlycke zijnde synde de branche van bartholomeus rooman … (1) en … jan bap(tis)te de grave … overleden in het clooster der alexianen tot Lier … (2).
    Hun kinderen geboren te Bazel:
    1. Jan, geb. 29.09.1745 en 30ste ged. (ss: Jan Bursens en Joanna Vermeulen). Overl. Bazel 11.12.1832. Huwde te Bazel 08.01.1782 (tt: Pieter Joos Rooman en Maria Francisca Lijssens) Josijne Joanna LIJSSENS (Bazel 01.09.1757 - Bazel 21.06.1838) fa Joos en Joanna Maria BRIJS (nrs. 58 en 59).
    2. Dorothea, geb. 03.04.1747 (ss: Gillis Rooman en Catharina de Waen).
    3. Joos, geb. 15.11.1748 (ss: Joos Heirmans en Jan Rooman).
    4. Pieter Joos, geb. 25.09.1750 (ss: Pieter Joos Rooman en Margaretha van Bogaert). Woonde in 1785 in Temse.
    5. Jan Baptist, geb. 24.09.1751 (ss: Jan Baptist de Valck en Josijne Maria Vercruyssen).
    6. Antoon, geb. 07.01.1753 (ss: Joos Bursens en Margaretha van Raemdonck).
    7. Anna Catharina, geb. 20.10.1756 (ss: Joos Bursens en Anna Catharina de Waen).
    8. Paulus, geb. 25.01.1759 (ss: Pieter Jan Burssens en Anna Catharina de Rijck). Woonde in 1785 te Bazel.
    9. Maria Josijne, geb. 24.09.1761 (ss: Jozef Rooman en Anna Maria Bursens).
    10. Amelberga, geb. 14.08.1764 (ss: Pieter van Strijdonck en Amelberga van Royen).
    11. Pieter Jacob, geb. 14.08.1764 (ss: Joos Meirsman en Isabella Theresia Bursens).
    12. Paulus, geb. 24.08.1767 (ss: Paulus Rooman en Dorothea Rooman).

    Na overlijden van haar man hertrouwde Josijne Bursens vermoedelijk te Bazel 03.05.1771 met Frans CUYPERS (3).

    232 en 233. Anthonius ROOMAN fs Joos en Maria Volckerick, geb. Beveren 01.05.1671 en overl. Temse 30.06.1754 (83 j.) Huwde 1° te Rupelmonde 17.08.1695 (tt: Andreas Roomen en Karel van Laecken) Margarita van REMOORTEL, weduwe 2° te Temse 24.08.1706 (tt: Joos Rooman en Egidius Engels) Joanna VERMEULEN, geb. Bazel 22.09.1683 en overl. Temse 29.08.1762, fa Joos en Catelijne van Strijdonck.
    Anthoni Rooman doet kennisse dat hij op den 3 mey 1696 heeft gecocht binnen de stadt Antwer(p)en van heindrick Boots een grijs aftants merrie peert weert 14 ponden gr. Den 20 meert 1697 doet Anthon rooman kennisse dat hij op den sel(ven) dagh binnen antwerpen gecocht heeft van laureys van landeghem een veil merie peert … (5).
    Kinderen uit 2de echt geboren te Temse:
    1. Balthazar, geb. 01.10.1707 (ss: Balthazar Brijs en Catharina Vermeulen).
    2. Adrianus, geb. 08.07.1709 (ss: Adrianus de Vijlder en Margarita Vermeulen). Ongehuwd overleden te Temse 14.08.1749.
    3. Paulus, geb. 28.03.1711 (ss: Paulus van Tassen en Anna Vermeulen). Gehuwd met Anna de WILDE uit Temse fa Pieter en Lievijne de Waele ( in hoofdcijns Kruibeke, St. Bertinus St. Omaars § 3) waarvan volgende kinderen: Jan Antoon, Anna Maria, Maria Theresia, Philips Jacob en Bernardina.
    4. Anthonie, geb. 19.02.1713 (ss: Anthonius de Grave en Anna van Strijdonck). Overl. Bazel 23.04.1768. Huwde te Bazel 29.08.1745 (tt: Mathias van Laeghe en Catharina de Waen) Josijne BURSENS (ged. Bazel 24.06.1725) fa Jan en Elisabeth Suy (nrs. 116 en 117).
    5. Anna Maria, geb. 13.04.1715 (ss: Joannes Meirsman en Anna Niels). Gehuwd met Gillis van RAEMDONCK?
    6. Joanna, geb. 11.09.1717 (ss: Jacobus Vermeulen en Anna Maes).
    7. Egidius, geb. 23.10.1719 (ss: Egidius Meirsman en Joanna Maria van Geem).
    8. Petrus Judocus, geb. 23.10.1719 (ss: Petrus de Neve en Joanna van Eycke). Overl. Temse 14.12.1783. Huwde te Temse Joanna Maria VERCRUYCEN (Temse 04.04.1730 - 10.06.1790) fa Joos en Josijne de Westelinck.
    9. Joannes Victor, geb. 25.04.1722 (ss: Joannes Anthonius Rooman en Joanna Maria Smet Cooreman).
    10. Josephus, geb. 11.07.1724 (ss: Baltasar Rooman en Elisabeth Meersman). Overl. Temse 14.08.1725.
    11. Amelberga, geb. 04.07.1726 (ss: Franciscus Brijs en Anna Francisca Verdickt). Overl. Temse 05.01.1732.
    12. Josephus, geb. 18.06.1729 (ss: Adrianus Franciscus Roeyman en Joanna Maria Meirsman). Overl. Temse 23.10.1794. Gehuwd te Temse 28.10.1759 met Dorothea de KEERSMAECKER (geb. Temse 13.03.1731) fa Jan en Amelberga van Wijnacker).


    464 en 465. Joos ROOMAN fs Joos en Joanna van PUYMBROUCK, geb. Nieuwkerken 22.01.1632. Huwde Beveren 19.11.1669 Maria VOLCKERICK. Hun kinderen:
    1. Anthonius, ged. Beveren 01.05.1671 (ss: Anthonius Rooman en Mertina Verbeelen). Overl. Temse 30.06.1754 (83 j.). Huwde 1° Rupelmonde 17.08.1695 (tt: Andreus Rooman en Karel van Laecken)Margarita van REMOORTEL, weduwe; 2° Temse 24.08.1706 Joanna VERMEULEN (Bazel 22.09.1683 - Temse 29.08.1762) fa Joos en Catelijne van Strijdonck (nrs. 232 en 233).
    2. Judocus, geb. Nieuwkerken 13.03.1675 en 14de ged. (ss: Franciscus Vollaert en Anna Verbraecken).


    928 en 929. Joos ROOMAN fs Anthonis en Mergriete VAELS, geb. Temse 03.11.1591. Huwde Nieuwkerken 05.02.1630 Joanna van PUYENBROECK. Joos Rooman al griffierslklerk in 1629 te Temse? Hun kinderen geboren te Nieuwkerken:
    1. Mergriet, geb. 14.11.1630 en 16de ged. (ss: Pieter Segers en Mergriet Vaels).
    2. Joos, ged. 22.01.1632. Huwde Beveren 19.11.1669 (tt: Andreas Rooman en Ioanne Briels) Maria VOLCKERICK.
    3. Paesschier, geb. en ged. 13.10.1633 (ss: Paesschier Nys an Anna van Puymbrouck).
    4. Bertelmeus, geb. en ged. 24.08.1635 (ss: Joos Ingel en Cathalyne
    Saps). Overl. Haasdonk 28.09.1703. Huwde 1° Haasdonk 23.08.1671 (tt: Antonius en Judocus Royman) Martina de PAPE; 2° Haasdonk 30.11.1672 (tt: Judocus Royman, Petrus van Hese en Laurentius de Pape) Elisabeth VERGAUWEN. Uit 2de echt geb. te Haasdonk: Joos (23.08.1673) en Elisabeth (09.06.1696), die Anthony de GRAVE huwde, waarvan Anthony de GRAVE, Alexiaan te Lier.
    5. Anna, geb. 09.06.1638 en 11de ged. (ss: Pieter van Puymbrouck en Anna van Puymbrouck).


    1856 en 1857. Anthonis ROOMAN huwde Temse 01.12.1590 (tt: Joos Rooman en Cristoffel Reyns) Mergriete VAELS fa Jan en Maria van ACKERE (in de hoofdcijns Bazel, Sint-Pieters, § 9). Op 13.03.1611 samen met echtgenote 1/4de bunder in de Doornstraat (te Temse) aan Matheus de Block bij calengiering. Zijn zoon Joos in 1629 1637 griffiers-klerk (J. Smet, p. 714).
    Hun kinderen:
    1. Joos, geb. Temse 03.11.1591. Huwde Nieuwkerken 05.02.1630 (Antonis en Jan Rooman) Joanna van PUYMBROUCK (nrs. 928 en 929).
    2. Jan, geb. Temse 19.12.1594.
    3. Josine, geb. Waasmunster 10.03.1596 (ss: Matheus Rooms en Margaretha Haecx (?)). Begraven Waasmunster 28.08.1661.
    4. Antoon, geb. Waasmunster 01.04.1598 (ss: Jacob de Meester en Maria van Esoe (?)). Niet vermeld in hoofdcijns. Jong gestorven?
    5. Katelijne, geb. Waasmunster 06.03.1600 (ss: Adrian. de Rop en Marg. Verschelden).
    6. Pieter, geb. Waasmunster 23.04.1602 (ss: Petrus Inghels).
    7. Amelberga, geb. Waasmunster 04.07.1604 (ss: Joannes Goebeke en Amelberga Vaels). Niet vermeld in hoofdcijns. Jong gestorven?
    8. Magdalene, geb. Waasmunster 03.09.1606 (ss: Judocus Blommaert en Elisabet ...Geerts).
    9. Maria, geb. Waasmunster 25.01.1609 (ss: Catherina Maes en Cornelis de Cock).
    10. Adriaan, vermeld in de hoofdcijns.


    Noten: (1) RABev, Haasdonk nr. 653, f° 46 (suppliek dd. 03.10.1785). (2) id. f° 32v (20.07.1785). (3) Een Jan Kuypers peter in 1792 bij geb. Pieter fs Jan Rooman en Josijne Joanna Lijssens. (4) Zie fragment kwartierstaat Achtergael in mijn blog van 22.06.2005. (5) RABev, OARupelmonde, nr. 762. (6) Frans DEBRABANDERE, op.cit. p. 1192 en 1198 en Jerome Smet, op.cit. 714 en 715.
    Illustratie: Handtekening van Joos Rooman griffiersklerk 1629 uit Jerome Smet, o.c. p. XLVI.

    18-11-2007 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (16 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Haasdonks Jaargetijdenboek van 1439
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Prudent Janssens c.s.s.r. noteerde uit het Jaargetijdenboek van Haasdonk van 1439 (1) alle familienamen, die volgens hem “van het grootste belang (zijn) voor de genealogie - niet alleen omdat ze dateren van voor het ontstaan van de parochieregisters - maar omdat ze door hun oorspronkelijke filiaties en aangegeven verwantschappen heel wat aanknopingspunten bieden voor de stamboomkunde”. Het boek 20 op 28 cm groot, beslaat 37 folio’s op perkament. Er zijn geen data van overlijden vermeld. Ook weten we niet hoe de jaargetijde betaald werd. Contant of bij middel van een eeuwigdurende rente in geld of rogge? Hierna volgen voor de eerste helft van 1439 de door Janssens opgetekende namen (van welgestelde boeren, grondbezitters, gegoede burgers?) in rangorde “volgens de maanden van de feest- en heiligendagen”. Getoetst aan de Wase Hoofdcijnsboeken kan de familiekundige er heel wat uithalen.

    Januari

    Sigerus van Gheetsam - Walter van Raemdonc - Luuc Weyns Claeyssoens - Walter Hanghebake - Willem der Pape - Lysbeth van der Donc Pauwels - Adelice Tuurs - Michiel van Bolcele - Petrus Loets en vrouw Ghertrudis - Andries de Wolke - Nicholaus van Kerrebeke - Walter Bertens sone - Jacob Thonys soens en Ghertrudis syn wyf en Bastiaen syn wyf - Joes Vyt van Beveren (castelanus) - Walter zoon van Walter Temaene (Temmermans?) - Pieter de Bat en joncvrou Amelbergha syn wyf - Walter de Moest - Walter van Ghetsom en Margriet syn wyf - Eligius van Ghetsem en Margriet en Ingelbert zoon van Inghelbert van Gheetsem.

    Februari

    Gilly de Ysere - Boudewyn Dnerg (?) - Gisela vrouw van Boudewyn Dnerg (?) - Adelise van Donc - Ghertrud Smeeds en haer moeder Clementia, en haer kinderen Johanne en Amelbergha - Pieter Laet en vrouw Ghertrudis - Nicolaus Ronnoldsoon Clompe - Mathias Scoemakers en vrouw Elysabeth - Willem Kemel - Gillis van Boegaerde - Michiel Oedacker - Jan de Streep - Clementia van Perre en zoon Walter - Boudewyn van Brande - Segher Vergouwen en vrouw Beatrys - Mathias Costere - Jan Raes heysoete - J(ud)oca van Ende - Adam van den Berghe en Willem zyn broeder - Jan van Raemdonc - Jan van Roden - Thomas de Splenter - Jan van den Berghe en Anthonis zyn broeder - Nicolaus Temmermans (Carpentarius) - Walter de Wintmolen - Jan zoon van Colinus Kemele - Pieter Gruwel en vrouw Katherine - Beatrys Matthias Vergouwen dochter - Amelberga Hildegeers.

    Maart

    Petrus Joh(anne)s Verlysbettes zone - Symoen Sankel en vrouw Adelise - Liese Hildegheers - Jan zoon van Adelise en zoon Jan - Walter Raeywaerts - Anthonys Adeliseszone en vrouw Kateline en zonen - Anthon en André van Ghetsam - Jan van Ghetsem en Andreas - Gillis van den Berghe (en) Mergriet syn wyf - Willem van Nuenhuus - Jan de Karrenbeke en vrouw Agnes - Elisabeth van Donc - Willem van Scoenbroec - Walter Permentier - Willem de Porio (de Pomario? van Bogaerde?).

    April

    Jan de Hutsere de scoene en zyn vrouw Margaretha - Jan van de Perre zoon van Luux - Amelberga Smeds dochter van Luux - Amelberga van Gheetsom Gillis Meyers wyf - Arnold van Gheetsom en zoon Jan - Amelberga van de Velde - Jan Weyn en vrouw Catherine - Peeter de Laet - Nicolaus van Scoenbroec en Jacop - Willem de Rike - Jan Segherszone en dochter Gher(tr)udis - Jan de Ravens - Willem Steps - Gillis van der Stelt, Katheline zyn wyf - Pieter en Gillis van Ghetsom - Mattheus Coel en Elisa zyn wyf.

    Mei

    Anthon van Mortere - Walter van Mortere - Segher van Mortere - Catheline van Mortere - Walter van Perre en Kateline zyn wyf - Willem van Perre en Elisabeth zyn wyf - Willem de Laet - Boudewyn van Pudenbruke - Willem, Jan, Elisabeth, Adelise: kinderen van Rumoldi du Pré (van de Perre?) - Jan ‘s Rycken Boudens sone - Rumoldus van Perre en Margaretha zyn vrouw en Katheline moeder van zyn vrouw -Willem, vader van voorseide Rumoldus van Perre - Jan de Kever, Gertrud zyn wyf -Elisabeth vrouw van Walter Romels - Willem de Moest en Misoete zyn wyf - Elysabet van Bolsele - Willem van Gheetsaem - Boudewyn Leekelaert - Mabelie van Heynric en zonen Lieven, Jan en dochter Elysabeth - Gillis de Costere (Custos) en zoon? Isabella en vrouw Katherina - Feyliciaen van Ende.

    Juni

    Walter van Nuenhuus en vrouw Judoca - Clementie zyn dochter - Robbert van (der) Borch - Jacob de Peridoe (?) - Pieter van der Gauwen, Julia wyf van der Gouwen Pieterszoon - Jan van Boghaerde en Elysabeth - Nicolaus van Scoenbrouck - Kateline weduwe Jans Stuers - Pieter de Gruwe en Amelberga zyn wyf - Jan de Laet - Thomaes van Eken - Jan van Donc en vrouw Agnes.


    (1) JANSSENS, Pr., Familienamen uit Haasdonkse archivalia. In “Mededelingen Bibliotheca Wasiana” dl. 18 (1956).
    Foto: Detail miniatuur van Rogier van der Weyden.

    07-07-2007 om 10:48 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (32 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stamreeks VAN ACKER uit Temse

    Volgens J. Smet (1) ontwikkelde zich ten noorden van de Akkerstraat in Temse een hofstede genaamd Ten Ackere. Dient hier de oorsprong van de familienaam VAN ACKER uit Temse gezocht?
    Al in 1348 pachtte Clays van den Acker en zijn vrouw Clementine een hoeve te Temse genaamd tfronehof. in 1358 is Francois Ackermans de nieuwe huurder van het Vroonhof. In 1375 betaalde ene Gillis van den Ackere in Temse een rente van 4,5 mudde euenen (haver). Zijn dochter jonkvrouw Beatrijs Ackermans hield in Temse een leen van omtrent een gemet en 50 roeden up den oest coutre.
    De familie VAN ACKER uit volgende stamreeks, mogelijk afstammend van Clays van den Acker, had waarschijnlijk als stamvader Gillis van Acker.

    I. Gillis van ACKER?
    Geb. ca 1540.

    II. Jan van ACKER
    Geb. ca 1565.

    III. Gillis van ACKERE.
    Geb. ca 1590 en overl. Temse 17.05.1654. Woonde in de Bolderickstraat. 2de huwelijk Temse 27.07.1638 Barbara van POLFLIET, geb. Temse 25.03.1615, fa Joos en Barbara Houmans.

    IV. Andries van ACKER.
    Geb. Temse 04.12.1643 en er overl. 31.01.1699. Woonde in de Bolderickstraete. 2de huwelijk Temse 08.04.1673 Elisabeth VARENDONCK, geb. ca 1652 en overl. Temse 04.10.1706, fa Jan en Amelberge Smets (in hoofdcijns Sint-Bertinus, Temse 8).

    V. Andries van ACKER.
    Geb. Temse 17.04.1683 en er overl. 19.01.1766. Huwde Temse 03.02.1711 Joanna Marie van MIGHEM, geb. Temse 05.01.1695 en er overl.10.04.1778, fa Gillis en Maria van Berghe.

    VI. Pieter van ACKER.
    Geb. Temse 13.03.1713 en er overl. 31.10.1778. Woonde in Schauselhoeck Straete. Huwde Temse 18.01.1756 Maria Theresia van de WALLE, geb. Rupelmonde 12.10.1734, fa udocus en Joanna Maria Nauwelaerts.

    VII. Andries van ACKER.
    Geb. Temse 15.03.1758 en er overl. 03.09.1808. Arbeider woonachtig in Schauselhoek. Huwde Temse 08.02.1780 Francisca Petronella van KERCKHOVE, geb. Lokeren 08.09.1758 en overl. Gent 02.02.1813, fa Jan en Petronella van Acker.

    VIII. Josephus van ACKER.
    Geb. Temse 19 germinal j. X (09.04.1802) en overl. Haasdonk 27.09.1883. Woonde als arbeider in het gehucht “de Bank”. 2de huwelijk Haasdonk 04.08.1832 met Joanna Catharina de BORGGRAVE, geb. Haasdonk 7 prairial j. IX (27.05.1801) en er overl. 21.07.1862, dr. Jozef en Maria Judoca Smet.

    IX. Aloysius VAN ACKER.
    Geb. Haasdonk 21.06.1843 en er overl. 29.09.1909. Vlasbewerker. Huwde Haasdonk 23.02.1876 Joanna Coleta VERHULST, geb. Haasdonk 04.01.1853 en overl. ca 1914, dr. Pieter Augustinus en Frederica Steenssens.

    X. Pieter Frans VAN ACKER.
    Geb. Haasdonk 10.02.1879 en er overl. 30.12.1968. Boerenknecht en arbeider. Huwde Haasdonk 06.02.1907 Marie Rosalie BRIJS, geb. Haasdonk 29.09.1884 en er overl. 04.01.1969, dr. Aloïs en Philomena Achtergael.

    XI-a. Albert Louis Aloïs VAN ACKER.
    Geb. Haasdonk 11.12.1922 en overl. Temse 07.10.1991. Huwde Suzanne GEERINCK waarvan 4 kinderen.

    XI-b. Raymondus Alfonsus VAN ACKER.
    Geb. Haasdonk 02.04.1927. Huwde Adrienne DE CONINCK waarvan 6 kinderen.

    16-03-2007 om 23:37 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (42 Stemmen)
    >> Reageer (4)
    01-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tielrode vroeger
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tielrode bestond al in de 2de helft van de 9de eeuw. Als Tilroda hing het toen af van de abdij van Lobbes in Henegouwen. Later gekend als Tyrroda (1151), Thilroden (1240), Thielrode (1299), Tihrode (1331), Tilrode , Tilroode (1610) en Tielroo (1515). Tylo + rode betekent een uitgeroeid bos. Of komt de plaatsnaam van het saksische tilian, bebouwen? Dus bebouwing van bosland, dat men heeft kunnen uitroeien. Of van de persoonsnaam Tijl? Of van telo, hoogte aan een rivier? Tielrode was al vroeg bewoond want men vond er herts- rendier- en mammoetresten. Ook een bronzen bijl en keltische munten. Later werd de nederzetting door een heerweg doorsneden, vermoedelijk aangelegd door de toenmalige keltische bevolking, behorend tot de stam der Menapiërs. Mogelijk waren er ook inwoners van friese afkomst. Wellicht vanaf de 5de eeuw vermengden de autochtonen zich met binnenvallende germaanse stammen, vooral Salische Franken.
    Door Tielrode lopen 3 beken: de Middelschrijnbeek, de Nederschrijnbeek en de Nederkouterbeek.
    Rond 1850 was de gemeente verdeeld in 3 wijken: het Dorp, Hoogenakker en Moortelhoek. Oude plaatsnamen: Spirede, Vijverackere (1359), Appelswoerde (1435), Cloet en Guerartsdal (1516), Noordackere, Pennincdries en Seelkenspore (1528). Hangende Berg, Vette Keuken en Vijverwijk in de 17de eeuw. De Leegen Heirweg werd gekasseid in 1801. Al in 1264 sprak men van het vruchtbare Tielrodebroek. In 1497 was dit broek 260 gemeten groot. In 1682 teisterde een grote overstroming Tielrode: daerbij duizende menschen en beesten jammerlijk verdronken (…) Soo datter vele doode lichamen tot achter in het broek gestroomt waren. Zelfde scenario op 3 maart 1715, toen Tielrodebroek op drie plaatsen werd doorbroken: aan de brouwerij van Pieter Suys, aan de oude sluis, maar het grootste gat ontstond aan de Zeeuwse Polder daer nu de groote krage is; dit gadt was heel quaet om te dycken, want ons broek dat dreef wel vier maenden, soo datter geen hoey dit jaer opgedaen en wiert … Het broek bevatte ook veel turf van een vroeger bestaand woud. Waar de Durme in de Schelde vloeit lag eertijds een klein eiland, gekend als het Luizenbosch, waarop een versterking of kasteel stond en waar tolrecht werd geheven. In 1720 was dit eiland anderhalf gemet groot en betwist tussen ingelanden van Tielrodebroek en het bestuur van Hamme.
    Dichtbij de kerk lag het veer over de Durme waarvan de opbrengst de heren van Appelsvoorde toekwam. In 1786 werd het veerhuis openbaar verkocht.
    Iets meer over de landbouw in Tielrode. Het dorp had de naam de beste tarwe des gehelen Lands van Waas op te leveren. In het begin van de 19de eeuw lag er in Tielrode nog 2 bunder bos, benevens 114 bunder weiland en 561 bunder zaailand. Op de akkers teelde men naast 60 bunder vlas vooral tarwe, rogge, haver, boekweit en aardappelen. In 1825 telde men 55 landbouwpaarden, 500 hoornbeesten, 115 varkens en 75 schapen. In 1834 ook 71 geiten. In 1846 waren er op 99 boerderijen maar 3 groter dan 20 ha. Toen wonnen de boeren tarwe, spelt, masteluin, rogge, gerst, haver, boekweit, vlas, aardappelen en klaver. Tielrode had ook 3 bierbrouwerijen, 1 olieslagerij, 1 pannenmakerij, 1 graanmaalderij werkend met stoom, 3 windmolens en vele klompmakerijen.
    Herbergen in 1779: het Veirhuis, St. Sebastiaen, de Oude Croone, den Doorn, de Caey (3 van die naam) , het Schipken, St. Eloy, het Molleken, de Dry Quackels, het Traweelken, de Capelle, de Rooze en 1 brandewijnhuis zonder benaming.
    Een telling van 1408 gaf 64 hofsteden en 250 communicanten. Het aantal communicanten groeide in 1644 aan tot 552, zodat de bevolking minstens verdubbeld was. Rond 1880 waren er 1682 inwoners. De kermis viel op zondag na Petrus en Paulus. Op derde kermisdag was er een paarden- en veemarkt.
    Als één der keurdorpen van het Land van Waas behoorde de heerlijkheid van Tielrode aan de graaf van Vlaanderen. Het meiersambt in 1373 afgekocht van de graaf werd o.m. bekleed door Hendrik Reyniers, Jan van Steelant, Adriaen Dullaert (1473), Jacob Dullaert, Pieter Zaman (1516) en Jacob Wauman (1683).
    Op Tielrode lagen ook enkele heerlijkheden. Zo Appelsvoorde in de Hofwijk dat o.a. toebehoorde aan Godevaart Braem, later aan Adriaen Dullaert en in de 15de eeuw aan Olivier van Royen, ridder en heer van Paddeschoot. De heerlijkheid ter Megem, soms ook Boodschapsleen genoemd, was in handen van de familie Dullaert. In 1757 bij verkoop beschreven als wesende eene schoone hofstede, haer extenderende met een wel beplante lange dreve, vesiert van groote boomen, visput ende landen daermede gaende … De dingstede of vierschaar van ter Megem lag toentertijd niet ver van de pastorij. Verder wordt nog de heerlijkheid Schuylaerde vernoemd. Er lagen ook enclaves van de heerlijkheden Cauwerburg en ten Boeke, respectievelijk van Temse en Vrasene. Een bekend leen was het Bormtiende tussen Tielrode en Elversele. Wat namen van 19de eeuwse burgervaders: J. De Smet (1801), J.Em. Braeckman (1808), Servaas Roggeman (1851), Pieter Joost Claus(1853) en Nicolaas Vrijdag (1879).
    Een paar historische feiten zijn het vermelden waard. Tijdens de godsdiensttroebelen was ene Petrus Was(ius) leraar van de hervormden (1579). In 1646 vielen Fransen en Hollanders het Land van Waas binnen en plunderden Tielrode: soo schoten sy met canon tot in de kercke, die sy seer beschadigden (…) en by nachte haelden sy de vette verken uyt hun kodt; oock wierden alle de innen en het fruit van dit garnizoen vanden Luysenbos gestolen … In 1694/95 berokkenden troepen der verbondenen voor 5370 gulden schade. Op Sint-Hubertusdag 1708 plunderden een 2000 Fransen van het Gents garnizoen een halve nacht lang. Hun kamp lag op Goethems Roomacker, by het Schuttershof.
    De Sint-Pieterskerk werd vermoedelijk in de 10de eeuw opgericht. In 1643 nieuwe werken aan het hoogkoor en in 1710 met 2 zijkoren dichtgewelfd. Voorschip van 1672 en middenbeuk van 1713. Later bekroond met een torenspits. Er waren 4 altaren. Het hoofdaltaar en de altaren van de H. Geest, van O.L.Vrouw en van Sint-Pieter. Het laatste van hout, de andere van marmer. Op het hoogaltaar een “Kruisiging van Christus”. Blijkens een 17de eeuws inventaris was de kerk rijk aan zilverwerk en priestergewaden. Destijds hingen er 2 klokken. De kleinste werd in 1646 door de Hollanders in de Durme geworpen. De grootste barstte in 1725. In 1707 kreeg de toren een eerste uurwerk. De oudste grafzerk van 1527 is van Pieter van de Voorde en Amelberghe Gheerte sijn huusvrauwe. Onder de stichtingen: in 1358 een kapelanij; in 1775 een Zaterdags Lof door Jan Frans Vercauteren. Twee broederschappen: de ene van de H. Rozenkrans sinds 1650, de andere van het Allerheiligste sedert 1717.
    De Sint-Sebastiaansgilde klimt op tot 1615. Als schutterij vooral vermaard om haar gildemaaltijden die 3 dagen duurden. Een rederijkersgilde werd al in 1721 vermeld. Van oudsher speelden de Tielrodenaars ook kaatsbal. Zo schonk in 1724 de waard uit “De Kroon” een zilveren bal aan de kaatsbalspelers. En last but not least zoals elke Wase parochie had Tielrode ook haar eigen muziekgenootschap, gesticht in 1820 en luisterend naar de weinig originele naam “Sinte-Cecilia”.
    Tenslotte enkele verdienstelijke Tielrodenaars. Jan van Thielrode, kroniekschrijver op het einde der 13de eeuw, schreef Chronicon monasterii Sancti Bavonis in Gandavo. Een andere kroniekschrijver Daneel Braem, geb. Tielrode 1685, schreef Khronologische verhaelen van den beginne des tijts tot heden. Albijn Vereecken “letteroefenaar”, gemeenteonderwijzer te Tielrode en er geboren, is o.m. de auteur van Godevaart Braem (1865), een verhaal dat zich in de 15de eeuw afspeelt.
    Elke Waaslander kent natuurlijk “De Reus van Tielrode”. Deze reus mat zich met de reus van Hamme aan de hoge muren van de kerk van Tielrode, waar zij beiden een steen konden opleggen.


    Bron: zie mijn blog van 14.06.2006.

    01-03-2007 om 23:47 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (21 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.STEENSSENS (Nieuwkerken-Haasdonk) in mijn kwartierstaat

    Vandaag de loep op het geslacht Steenssens. STEENS(S)ENS en STIENSENS is volgens F. De Brabander een patroniem afgeleid van de germaanse voornaam Staina of Stainhard. Staina betekent “steen”. Steinhard komt van “staina-hardu”. Een tweestammige germaanse naam met ongeveer de betekenis “sterk met het stenen wapen of zeer sterk” (Jerome Smet).
    Onderhavig kwartierstaatfragment start met nrs. 26 en 27 (zie ook blog van 1.12.2005 m.b.t. Meersman).

    26. VERHULST Pieter August
          Haasdonk 13.03.1819 - Temse 10.12.1899
    27. STEENSSENS Frederica
          Haasdonk 29.03.1823 - Temse 02.01.1882



    54 en 55. Fredericus Leopoldus STEENSSENS fs Karel Jozef en Amelberga Francisca VERHAEGHEN, geb. Haasdonk 20.05.1787 en er overl. 06.02.1849. Huwde te Haasdonk 15.11.1809 Alexandrina DE MAEIJER fa Dominicus en Isabella Theresia MEERSMAN, geb. Haasdonk 08.02.1785 en er overl. 21.09.1856. Fredericus Leopoldus als conscrit van de klas 1807 vermeld: 1 m 666 en heeft bezwaar als enig kind van een weduwe.
    In bevolkingsregister 1823 nr. 81 wonende in de Sandstraete: frederic leopold 35 arbijder - De Maeyer alexandrina 37 vrouw - steensens joseph 9 zone - Pierre Jan 8 zone - Constantinus 5 zone - Jan franciscus 3 zone - Monika 13 dochter -frederica dochter (geb. 29.03.1823) - felix zone (geb. 07.03.1826). In bev.reg. 1829 in Stuurstraat 106/1 steenssens fredericus 1787 - De Maere Alexandrine 1788 - Pieter Johan 1816 - Constantinus 1817 - franciscus 1820 - frederica 1822 - felix 1826 - joseph domestique 1813 (1). Bij hun huwelijk allebei dagloner. Dagloner (1818), winkelier (1849) en wonende zandstraet. In 1845 arbeyders en Alexandrina ongeletterd.

    Hun kinderen geboren te Haasdonk:

    1. Monica, ged. 23.09.1810 (ss: Dominicus de Maeyer en Amelberga Francisca Verhaegen). Huwde Haasdonk 01.05.1838 Egidius Ferdinandus ROMBAUT, geb. Sint-Niklaas.
    2. Maria Constance, geb. 12.04.1812. Overl. Haasdonk 06.06.1814.
    3. Josephus, geb. 1813/1814. Arbeider. Huwde Sint-Niklaas 29.04.1840 Fidelia VAN HOVE, geb. Vrasene.
    4. Petrus Joannes, geb. 07.11.1815.
    5. Constantinus, geb. 1817. Geh. Francisca DE GROOT, geb. Kruibeke.
    6. Joannes Franciscus, geb. 1820. Geh. Julia WEYN.
    7. Frederica, geb. Haasdonk 29.03.1823 en overl. Temse 02.01.1832. Huwde Haasdonk 19.04.1845 Pieter August VERHULST (Haasdonk 13.03.1819 - Temse 10.12.1899) fs Jan en Emerantiana Windey (nrs. 26 en 27).
    8. Felix, geb. 07.03.1826. Geh. Haasdonk 19.10.1853 Rosalie VAN WALLE
    (geb. Haasdonk 16.06.1824). Rosalie was naaister en tapster …



    nrs. 108 en 109. Carolus Josephus STEENSSENS fs Petrus Egidius en Anna Elisabeth SMET , geb.Haasdonk 01.01.1756 en er overl. Haasdonk 06.06.1790. Gehuwd te Haasdonk 18.01.1785 met Amelberga Francisca VERHAEGHEN fa Petrus Joannes en Anna Catharina van GOETHEM , geb. Haasdonk 28.10.1749 en overl. Haasdonk 20.04.1818. Hij was arbeider, zij arbeidster. In 1796 betaalde de armenkamer van Haasdonk aen amelbergha vehaeghen weduwe van Carel Steensens (...) 30 gulden over een jaer houdenisse ofte alimentatie van haeren sone fredericus
    steensens
    (2).

    Hun kinderen geboren te Haasdonk:

    1. Joannes Franciscus, geb. ca 1786. Overl. Haasdonk 20.05.1794 (8 j.).
    2. Fredericus Leopoldus, geb. Haasdonk 20.05.1787 en ged. 21ste (ss: Joseph Steensens wonende te Sint-Niklaas en Maria Catharina Verhaeghen wonende in Haasdonk). Overl. Haasdonk 06.02.1849. Gehuwd te Haasdonk 15.11.1809 met Alexandrina De MAEIJER (nrs. 54 en 55).
    3. Monica, ged. 18.03.1789 (ss: Joannes Baptiste Verhaeghen wonende te Nieuwkerken en Anna Catharina Steensens). Overl. Haasdonk 28.06.1791.
    4. Carolus Josephus, geb. en ged. 10.12.1790 (ss: Joannes Steensens en Livina Verhaeghen). Overl. Haasdonk 19.09.1791.


    216 en 217. Pieter Gillis STEENSSENS fs Joannes Baptista en Nicola Amelberga van RAEMDONCK, geb. Nieuwkerken 15.07.1728 en overl. Nieuwkerken 19.10.1781. Huwde 1° te Nieuwkerken 23.04.1754 met Anna Isabella SMET fa Jan Francies en Jacquemijne HULSTHAERT, geb. Nieuwkerken 16.08.1722 en overl. Nieuwkerken 28.10.1767; 2° met Maria Anna HUIJBENS fa Jan en Petronella de BRUIJN.
    Pieter Gillis Steenssens betwist begin 1781 samen met Joseph Steenssens en Mathys Meersman (gehuwd met Amelberga Steenssens) de staat van goed dd. ….. voor o.m.: obmissen betreffende de schulden sterfhuis Isabella Steenssens, t.w. over leveringhe van nagelen, over leveringhe van winckel waeren, over arbeidsloon, enz… (3)
    Voogden sterfhuis Anna Isabella Smet in 1770: Carel Albertus Smet en Joseph Steenssens. Wezen: Pieter Steenssens 13 j., Carel Joseph 12 j. Joseph 7 j., Anna Catharina 5 j. en Jan Steenssens 3 j. (4) Voogden sterfhuis Maria Anna Huijbens in 1783: Jan Pieter Steenssens en Carolus Josephus Steenssens (5).
    (zie ook mijn blog van 29.08.2006 “Huisraad van een 18de eeuwse wever te Nieuwkerken“)

    Kinderen uit eerste huwelijk:

    1. Joannes Petrus, geb. en ged. Haasdonk 10.01.1755 (of 10.06?) (ss: Joannes Baptista Steenssens en Jacoba Hulsthaert).
    2. Carolus Josephus, geb. en ged. Haasdonk 01.01.1756 (ss: Carolus Albertus Smet en Maria Amelberga Steenssens). Overl. Haasdonk 06.06.1790. Huwde te Haasdonk 18.01.1785 (tt:Petrus Franciscus Verhagen en Livina Verhagen) Amelberga Francisca VERHAEGHEN (nrs. 108 en 109).
    3. Augustinus, geb. en ged. Haasdonk 24.12.1756 (of 04.12?) (ss: Augustinus Roels en Joanna Catharina Steenssens). Overl. voor 1784.
    4. Maria Catharina, geb. en ged. Nieuwkerken 02.01.1758 (ss: Joseph Steenssens en Maria Catharina Andris). Jong gestorven.
    5. Maria Catharina, geb. en ged. Nieuwkerken 04.07.1759 (ss: Martinus van Gijsel en Anna Carolina Verdickt). Overl. voor 1784.
    6. Joseph, geb. en ged. Nieuwkerken 02.01.1761 (ss: Joseph Wauters en Amelberga van Raemdonck).
    7. Anna Catharina, geb. Nieuwkerken 01.11.1762 en 's anderdaags ged. (ss: Jan Frans Hulstaert en Anna Catharina Buerggrave).
    8. Joannes, geb. en ged. Nieuwkerken 07.02.1764 (ss: Josephus Steenssens en Maria Catharina Smet).
    9. Joannes Franciscus, geb. Nieuwkerken 09.03.1766 en 's anderdaags ged. (ss: Adriaan van Ramdonck en Judoca Hulstaert).
    10. Petrus Augustinus, geb. Nieuwkerken 26.10.1767 en 's anderdaags gedoopt (ss: Thomas Vercauteren en Amelberga Smet).

    Kinderen uit tweede huwelijk (6):

    11. Maria Theresia, geb. Nieuwkerken 08.03.1776.
    12. Gabriel, geb. Nieuwkerken 22.04.1777.
    13. Joannes Franciscus, geb. Nieuwkerken 04.11.1778.
    14. Judoca, geb. ca 1780.
    15. Coleta, geb. ca 1783.


    432 en 433. Joannes Baptista STEENSENS fs Petrus en Magritta MAES, geb. Nieuwkerken 21.03.1702 en overl. Haasdonk 09.11.1759. Huwde Haasdonk 11.05.1727 Nicola Amelberga van RAEMDONCK fa Joanne en Anna SMET, geb. Haasdonk 18.06.1703 en overl. Haasdonk 11.07.1791. Steenssens Jan Baptist fs Pieter, 50 j., was wever te Haasdonk op 15.05.1750.

    Hun kinderen:

    1. Pieter Gillis, geb. Nieuwkerken 15.07.1728 en 16de ged. (ss: Egidius Brijs en Anna Steensens). Overl. Nieuwkerken 19.10.1781. Huwde 1° Nieuwkerken 23.04.1754 (tt: Jan Baptista Steensens en Petrus van Goethem) Joanna Isabella SMET (overl. Nieuwkerken 28.10.1767) fa Jan Francies (en Amelberga van Puyvelde) (nrs. 216 en 217); 2° Maria Anna HUYBENS (overl. Haasdonk 08.01.1799) fa Joannes en Petronella de Bruyne.
    2. Joannes Franciscus, geb. Haasdonk 14.01.1731 en 15de ged. (ss: Petrus de Winter en Anna Smet). Overl. Haasdonk 19.07.1759 en 21ste begraven.
    3. Maria Amelberga, geb. en ged. Haasdonk 16.03.1732 (ss: Adrianus van Ramdonck en Amelberga Steensens). Overl. Haasdonk 16.03.1732 en begraven 08.04.1732 ???
    4. Maria Amelberga, geb. Haasdonk 18.05.1733 en 19de ged. (ss: Adrianus van Raemdonck en Amelberga Steensens).
    5. Joanna Catharina, geb. en ged. Haasdonk 17.09.1734 (ss: Petrus Smet en Catharina van der Mortel). Overl. Haasdonk 15.01.1795. Huwde te Haasdonk 07.01.1759 Petrus Augustinus GOOSSENS.
    6. Anna Theresia, geb. Haasdonk 13.06.1736 en 14de ged. (ss: Petrus Ludovicus Broeckman en Catharina van Gasse). Overl. Haasdonk 22.07.1736.
    7. Josephus, geb. Haadsdonk 30.06.1737 en ged. 01.07.1737 (ss: Adrianus Smet en Maria de Maeyer).
    8. Bernardus Franciscus, geb. en ged. Haasdonk 20.10.1738 (ss: Petrus Ludovicus Berghman en Catharina van Was). Overl. Haasdonk 01.03.1748 en 2de begraven.
    9. Jacobus, geb. en ged. Haasdonk 18.07.1740 (ss: Franciscus Smet en Amelberga Smet).
    10. Joannes Baptist, geb. en ged. Haasdonk 17.05.1743 (ss: Carolus Vergauwen en Maria Theresia Steenssens).
    11. Barbara Theresia, geb. Haasdonk 23.05.1745 en 24ste ged. (ss: Adrianus Audenaert en Amelberga Duerinck). Overl. Haasdonk 05.12.1746 en 7de begraven.
    12. Maria Theresia, geb. Haasdonk 27.04.1747 en 28ste ged. (ss: Petrus Egidius Steenssens en Elisabeth Matthijs).


    864 en 865. Pieter STEENSENS fs Petrus en Margareta STAES, geb. Nieuwkerken 19.08.1667 en overl. Nieuwkerken 29.05.1728. Huwde 1° Nieuwkerken 24.04.1689 Margriet MAES fa Jan en Anna VERSTRAETEN (in de hoofdcijns Melsele, O.L.V.-Antwerpen, § 2), geb. Nieuwkerken 27.01.1660 en overl. Nieuwkerken 27.03.1724; 2° Nieuwkerken 22.08.1724 Catharina TALBOOM fa Franciscus en Elisabeth van BOGAERT, geb. ca 1675 en overl. Nieuwkerken 07.03.1755.
    Voogden mater ende paterneel bij overlijden van Margriet Maes: Andries de Belie en Adriaen Vermeirvelde. Tijdens eerste huwelijk gekocht van Catharine van Lemberghen: een huis te Nieuwkerken in den Caniverwyck, 55 roeden groot, palende o. de straat, z. Joos Verberckmoes, w. Joos Vercauteren en n. Jan Baptiste Brijs, o.m. belast met eene schellinck tsjaers aan de onderpastorij te Vrasene. Pieter was wever. De staat van goed van 1726 vermeldt: 2 weversgetauwen, 2 ekels, 2 spinnewielen, 12 pont garen, dry paer en half laeckens. Brandhout en gereedschap van de weverije geschat op 3 £ 3 sch. 4 gr. Was hij ook vinkenier? Onder de baten: De vinckerye bestaende in netten getuygh ende voghels met de muyten geraamd op 2 £ gr. Een“gevelden olm ende karselai” werden geschat op 1 £ 8 sch., een verckens hesp op 5 sch., 15 hennen waaronder kuikens op 8 sch. 7 gr. en een half maat bonen met een half maat terwe op 4 sch.gr. De weduwnaar mocht zijn beste cleedt behouden omdat (zijn dochter?) Marie Steenssens bij hem nog in het krijt stond. De begrafeniskosten van Margriet Maes beliepen 1 £ 3 sch. 4 gr. Men vond nog contante penninghen t.b.v 3 £ gr. en de baten overtroffen lichtjes de schulden (7).

    Kinderen geboren uit eerste echt te Nieuwkerken:

    1. Anneken, geb. en ged. 19.02.1692 (ss: Joos van Bogaert en Anna Verstraeten).
    2. Marie Magdeleen, geb. 24.09.1695 en 25ste ged. (ss: Petrus Vael en Magdalene Maes).
    3. Amelberghe, geb. 30.08.1697 en 31ste ged. (ss: Petrus Steensens en Amelberga Rotiers).
    4. Jan (Baptist), geb. 21.03.1702 en 22ste ged. (ss: Joannes Steensens
    en Catharina Steensens). Overl. Haasdonk 09.11.1759. Huwde Haasdonk 11.05.1727 (tt: Petrus Steenssens en Petrus de Winter) Nicola Amelberga van RAEMDONCK (Haasdonk 18.06.1703 - Haasdonk 11.07.1791) fs Joannes en Anna Smets (nrs. 432 en 433).
    5. Jacobus, geb. 05.08.1704 en 6de ged. (ss: Jacobus Maes en Catharina Steenssens). Niet vermeld in hoofdcijns. Jong gestorven?


    1728 en 1729. Pieter STEENSENS fs Jan en Amelberga VEREECKEN, geb. Nieuwkerken 22.03.1637. Huwde 1° Sint-Niklaas 19.10.1658 Margriete STAES, geb. ca 1632 en overl. Sint-Niklaas 06.06.1676; 2° Nieuwkerken 13.09.1676 Amelberga MAES, overl. Sint-Niklaas 1709.

    Kinderen geboren uit eerste bed:

    1. Joannes, geb. Sint-Niklaas, 28.08.1659 en 30ste ged. (ss: Egidius Staes en Maria Peertsmans). Overl. Nieuwkerken 28.08.1667 (8 j.).
    2. Judocus, geb. Sint-Niklaas 21.011.1661 en 22ste ged. (ss: Judocus Vereecen (?) en Catharina van Dael).
    3. Catharina, geb. Sint-Niklaas, 19.10.1663 en 21ste ged. (ss: Petrus Staes en Petronilla Vereecken). Overl. Sint-Niklaas 11.12.1710 (47 j.) als vrouw van Adriaen MEIRVELT.
    4. Pieter, geb. Nieuwkerken 19.08.1667 en 21ste ged. (ss: Petrus Steenssens en Maria Buermans (?)). Huwde 1° Nieuwkerken 24.04.1689 (tt: Petrus en Judocus Steenssens) Margriet MAES (Nieuwkerken 27.01.1660 - Nieuwkerken ??.03.1724) fa Jan en Anna Verstraeten (nrs. 864 en 865); 2° Nieuwkerken 22.08.1724 (tt: Jan Steenssens en Joannes Franc. de Loose) Catharina TALBOOM fa Franciscus en Elisabeth van Bogaert.
    5. Amelberga, geb. en ged. Nieuwkerken 18.01.1671 (ss: Aegidius van Kerckhoven en Margareta Maes).
    6. Maria, geb. en ged. Nieuwkerken 18.01.1671 (ss: Judocus Steenssens en Catharina Talbooms). Overl. Nieuwkerken 25.01.1671 (8 dagen): maria steensens fa Petri fs Jo(ann)is.

    Kinderen geboren uit tweede bed te Sint-Niklaas:

    7. Maria, geb. 09.02.1678 en 10de ged. (ss: Judocus Maes en Maria de Maer).
    8. Joannes, geb. 17.11.1679 (ss: Jacobus Puylaert en Maria Steelants). Jong gestorven?
    9. Egidius, geb. 15.07.1681 (ss: Livinus van Essche en Anna de Maer). Jong gestorven?
    10. Anna, geb. 23.05.1684 en 24ste ged. (ss: Jacobus Maes en Anna de Weert).
    11. Egidius, geb. 28.02.1686 en ged. 01.03 (ss: Josephus de Grave en Catharina Soetens).
    12. Joannes, geb. 21.07.1688 en 22ste ged. (ss: Joannes Vercouteren en Anna de Maere). Overl. Sint-Niklaas 11.09.1710 (22 j.).


    3456 en 3457. Jan STEENSSENS fs Pieter en Elisabeth de CALUWE, geb. 21.01.1590 en overl. voor 1642. Huwde Nieuwkerken 22.02.1637 Amelberga VEREECKEN, overl. 09.12.1647. Jan van Voorde, tweede man van Amelberga Vereecken is hauder gebleven ten sterfhuijse van wijlent amelberghe vereecken sijn overledene huijsvrauwe midtsgaders pieter van bogaert ende jan daelman wettelijck staende voochden van de drij audste weesen bij de voornoemde amelberghe vercregen van jan steenssens haeren eersten man (8).

    Kinderen in het gezin Steenssens-Vereecken geb. te Nieuwkerken:

    1. Pieter, geb. 22.03.1637 en 23ste ged. (ss: Franchois Vereecken en Elisabeth de Caluwe). Huwde: 1° Sint-Niklaas 19.10.1658 (tt. Petrus Steensens en Gillis Vereecken (?)) Margriete STAES (geb. ca 1632 - Overl. Sint-Niklaas 06.06.1676); 2° Nieuwkerken 13.09.1676 (tt. Anthonis van Voorde en Jan Debbaut) Amelberga MAES (overl. Sint-Niklaas 1709).
    2. Catherine, geb. 26.09.1638 en 27ste ged. (ss: Pieter Papaerts en Cathalyne Baerts).
    3. Joannes, geb. 11.02.1640 en 14de ged. (ss: Joos Steensens en Anna sCockx).

    Amelberga hertrouwde Nieuwkerken 07.01.1642 (tt: Merten Haegman en Jan de Loose) met Jan van VOORDE.


    6912 en 6913. Pieter STEENSEN geb. ca 1565. Huwde Elisabeth de CALUWE, geb. ca 1570.

    Hun kinderen te Nieuwkerken:

    1. Joannes, geb. 21.01.1590 en overl. voor 1642. Huwde Nieuwkerken 22.02.1637 (tt: Petrus Steenssens en Pieter Papaert) Amelberga VEREECKEN, overl. 09.12.1647.
    2. Pieter, geb. 11.08.1592. Huwde 1° Nieuwkerken 20.05.1617 Maria BLOMMAERTS fa Carolus en Maria Vereecken; 2° Elizabeth sCALUWE fa Bartholomeus (? overl. voor 03.11.1651). Uit eerste echt Jan (geb. Vrasene 1618), Pieter (geb. Nieuwk. 1620), Lysbeth (geb. Nieuwk.1622) en gehuwd met Pieter van BOGHAERT, Josyne (geb. Nieuwk. 1625), Cathelijne (geb. Nieuwkerken 1627), Maria (geb. Nieuwk. 1629 en overl. voor 1633), Carolus (geb. Nieuwk. 27.06.1630 en overl. voor 1633), Joos (geb. Nieuwk. 08.09.1631 en overl. voor 1633) en Carolus (geb. Nieuwk.1632/1633) gehuwd met Margriete MAES.
    3. Mergriet, geb. 01.01.1595. Overl. Nieuwkerken 27.04.1673. Huwde voor 1615 Pieter PAPAERT (Nieuwkerken 21.03.1591 - Nieuwkerken 19.01.1676) fs Joannes en Elisabeth van Grembergen.
    4. Joos, geb. 03.05.1598. Overl. Nieuwkerken 27.03.1671 (72 j.). Huwde 1° Nieuwkerken 22.11.1620 Amelberga van OSSELAER (overl. Nieuwkerken voor 01.10.1640. Staat van Goed met voogden: Mre Charle Gossewijl en Pieter Steenssens); 2° Nieuwkerken 29.07.1642 (tt: Pieter Steensens en Pr Papaert) Amelberghe DAELMANS (Nieuwkerken 04.03.1606 - Nieuwkerken 14.11.1644) fa Pieter en Amelberghe Herman. Staat van Goed met voogden: Pieter van Bogaert en Gillis Daelman. Uit eerste bed: Petrus (geb. Nieuwk. 1621 en overl. Sint-Niklaas 1646), Jan (geb. Vrasene 1623), Gillis (geb. Vrasene 1627 en overl. Nieuwk. 1694), Joos (geb. 1630), Anna (geb. Nieuwk. 1635) en Joos (geb. 1638). Uit 2de bed: Joannes (geb. Nieuwkerken 1644).
    5. Elisabeth, geb. 16.11.1600. Overl. Nieuwkerken 24.05.1668 (65 j.).Huwde Nieuwkerken 23.11.1621 Pieter van BOGAERDE, geb. ca 1596 en overl. Nieuwkerken 02.09.1660.
    6. Cathalijne, geb. 01.04.1603. Huwde Nieuwkerken 26.04.1622 Gillis van KERCHOVE, waarvan Petrus van Kerchove.
    7. Adriaen, geb. 07.08.1605.

    Had Pieter Steenssens een zuster Anna (of een dochter Anna), geb. voor 1590? Er werden te Nieuwkerken inderdaad Staten van Goed opgesteld m.b.t. ene Anna Steenssens, overl. voor 1628 en gehuwd 1° voor 1613 met Adriaen de CALUWE (overl. voor 18.07.1622: deelvoogden Jan Papaert en Joos Weyn Prs.); 2° Nieuwkerken 30.08.1622 (tt: Jan Maes en Paesschier Thuenissens) met Gillis MAES fs Michiel.


    Noten: (1) RABev, Modern Arch. Haasdonk., nrs. 33 (1823) en 34 (1829). (2) RABev, GOA Haasd. nr. 348, Armenrekening 1796. (3) RABev, GOA Haasd., nr. 517, los stuk (1781 - 1787). (4) Stadsarchief St.-Niklaas, Sint-Niklaas nr. 1211. (5) id. (6) Doopakten ontbreken in fotocopies Nieuwkerken in RABev. (7) Stadsarch. St.-Niklaas, nr. 1208, f° 138, S.v.G. dd. 18.09.1726 te Nieuwkerken : Sterfhuis Margariete Maes, houder Pieter Steensens fs Petrus en Margareta Staes. (8) Stadsarch. St.-Niklaas, nr. 1203, f° 316, p. 638-640, S.v.G. dd 09.12.1647.

    02-02-2007 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    17-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Haasdonkse armen in 1580 en hun weldoeners
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Als voorloper van onze O.C.M.W. zorgde tijdens het ancien régime de Armendisch of H. Geesttaefel voor de armen. In de jaarrekeningen van deze instelling kan men zijn arme voorouders terugvinden. Doorgaans weduwen en wezen. Maar ook hun weldoeners. Begoeden die giften gaven. Of gewoon Jan Modaal, ’t zij boer of werkman, die pachten, cijnzen of allerlei al dan niet erfelijke renten aan de armendis verschuldigd was.
    Aan het hoofd stond een Armmeester. We citeren wat namen voor Haasdonk: Jan Claus en Jacob van Bogaert Janszoon (armmeesters in 1570), Jan Dullaert (1573), Pieter van Luegenhaghen (1574), Jacop Perman (1575?), Sebastiaen Giodt (1661), Pieter Thysman (1662), Gillis Volckerick (1700), Philips Govaert (1701), Guilliam Vercauteren (1703), Gillis van Geertsom Adriaenszoon (1704), Michiel Egghe (1705 en 1706) en Michiel Boeye (1707).
    Om een idee te krijgen van de inhoud van zo’n jaarbalans slaan we deze van 1580 open(1). Pieter de Jonghe en Jan Vergouwen waren er besorgers ende administratuers .
    Onder de ontvangsten vinden we quijtrenten verschuldigd door Michiel van Landeghem en Paesschier Verbochoven.
    Pachten, tiendepachten of renten werden betaald door Jan van Gheetsem, Jacob Maesdoncq, Jacob Lysesone, Claeys de Witte, Jan van Perre (pacht een thiendeken), Jan Cappe fs Pieter, Stoffel Abeel, Jan de Rop over Pieter de Rop, Mathys van Vyvere , Symoen van Raemdonck, Digne tsHasen, Andries Vercouteren, Joes Verstraten, Pieter Verstraten over Jacob Bolsen, Jan van Landeghem over Jan Rouwel, Lauwereys van Wolvelaer, Anna Bolsens dwijf Pieter Broecman, Jacob van Broucke aen de plaetse, Jan van Vyvere uit Kruibeke over doors Gillis Verbochaven, Paes Smet over Pieter van Kerbrouck, Jan de Decker, Pieter de Dycke, Jan Seuij, Paes van Goeye de Jonghe, Symoen de Kerf, Niclaes de Maeyer, de weduwe Jacob Bolsen wonende ter Banck, Michiel van Puyenbroeck over Pieter van Puyenbroec, Joeris Vercouteren.
    Korentienden waren verschuldigd door Lauwereys Vergouwen en Joeris Vercouteren, welke ook nog 33 schelling in ‘t krijt stond als saldo over den coep van een huysken.
    Achterstallige koren- en tarwematen werden vereffend door Jacob Bolcene, de hoors Pauwels van Vijvere, Jan Verbeeck, Symoen Wittoek, Joeris Vercouteren, Jan van Mieghem, Jan de Weert over diene synen broeder, Lauwerys Vergauwen, Jacob Stuer, Jan Haessaert, Paesschier van Bogaert, Jan van Puyenbroeck, Jan de Weert, Inghel Bervoets, de wed. Jan Claus, Joos Claus, Jan Claus, Paesschier van Bogaert over Lijsbette Verelst, Josyn Stuers voor Antonius Brijs, de hoors Jan de Rycke, Pieter de Maeyer over de wed. Jan Doeye, Pieter de Cauwer over Mergriete van Roeyen, Paes(schier) Vereecken , Berbel Stoeps, Cleys de Witte, de hoors Joes Weyn, Jan van Landeghem over syn huysvrou Marie van Velde, Adriaen van Kerbroeck, Gillis Kerbeke, de hoors Gillis de Dycker. Dit lijstje eindigt als volgt: Alle dit cooren is gedeelt den armen van de prochie …
    Volgen dan onder de uitgaven de namen van de armen (hier in vetjes) met beschrijving van de leniging hunner noden. De armentafel gaf gewoonlijk opdracht aan een lokale neringdoener of ambachtsman om iets te leveren of uit te voeren. Wat de familiekundige in staat stelt het beroep van sommige voorouders op te sporen.
    Griete Hillegheers kreeg o.m. 2 ellen roet laeken. Ze werd ook dat jaar op kosten van de H. Geesttafel begraven.
    Lyne Hillegeers ontving huishuur en mondkost.
    Jacob van Broucke (bakker?) en Jan Maesdoncq Laureis (brouwer of herbergier?) leverden respectievelijk brood en bier (4) aan Lynken Kerfs toen zij in de gave (2) zat.
    Bette Huijghens kreeg een anderhalf maat rogge.
    De begrafenis van eenen schamelen man gestorven aan de pest kostte de armmeester 5 sch. 11 gr.
    Jan Maesdoncq Mathijs verbleef ook in de gave. Getroffen door pest. Zijn kind werd eveneens van “den armen” ter aarde besteld.
    Meester Gabriel (dokter of chirurg) verzorgde het gezin Griete Huijghens.
    Willem Bolsen en Clays Vercauteren leverden respectievelijk winkelwaren en bier aan de wed. Frans de Bruyne wier kind ook op rekening van de armenkas werd begraven. Men bezorgde haar ook boter en rentvleesch. Mr Gabriels heeft haar en haar zoon ook behandeld. Joeris Vercouteren leverde het gezin levensmiddelen.
    De wed. Joos Hemelrijck werd geholpen nadat haar man in de gave was ghestorven. De H. Geesttafel bekostigde bovendien de begrafenis van haar kind.
    Naast andere hulp werd Joes Brielman’s huishuur ook betaald .
    Het gezin Gillis Maes ontving hout, bier en koren. Gillis ook Diel genoemd stierf aan de pest in de gave en werd op kosten van de armendis begraven, benevens zijn weduwe en een cleyn kint. Voor een kind van Gillis kocht men drie el stof, een paar schoenen en een el voerlaken.
    Bette sMaeyers ontving geld, koren en 2 ½ el stof.
    Piet van Gijsele geld, een maat rogge, een spent erten (3), bier en 2 ½ el laken.
    Het kind van Catelyne Haecx werd voor een jaar uitbesteed bij Willem Bolsene.
    De weduwe en kinderen Andries Couers zaten in de gave.
    De kinderen Heyman werden gekleed en onderhouden, één van hen begraven nadat het aan de pest stierf.
    Het kind van Jan van Laere werd een jaar uitbesteed bij Berbel Rouwels.Kreeg o.m. geld, 2 maten koren, een elle laeckens om een lyfken te laten maken, 2 ½ ellen roeye pije, een paar houten schoenen en een paar kousens.
    Voor de wed. Cleijs Vergouwen in de gave godts, betaalde de armendis hout, een doodskist voor haar aan de pest gestorven man, de grafdelver voor het begraven van drie van clysens kinderen, 3 maten koren en tenslotte bier geleverd door Jan Brys (brouwer of herbergier?).
    De wed. Jan Jansens ontving tweemaal 6 ½ maten koren.
    Betten Saeghers swaere siecke zijnde kreeg bier, 3 maten koren en andere dienste.
    Cleys de Catte ontving toen hij ziek was bier, victualiën (5) en boter.
    Lauwereys Vergouwen leverde ook victualiën bij Gitte Sommeleeren tijdens haere siecte.
    Het kint jans laere verbleef bij Lauwer Rombaut. De armendis zorgde voor een jaar onderhoudskosten,voor een paar schoenen en een lijfken.
    Gillis Eeckelaert verbleef bij Amelken Blaeren. Hij ontving 2 el roeye pije om een rocxken te maken, een lyfken, anderhalve el laken en een paar causens.
    De wed. Adriaen Crouwele ontving geld en 6 maten rogge.
    Tanneken Smedts victualiën, bier, laken om een rocxken te maken en 3 ½ maten koren.
    Joos de Cauwer tijdens zijn siecte 5 maten koren.
    Het kind van Jan Vergouwen Bosken verblijvende bij Jacob Weyn ontving anderhalve maat rogge, 2 maten tarwe.
    Bauwen Vergauwen ontving 3 ½ maten koren. Na zijn dood werd iemand betaald om zijn graf te delven.
    Catelijne Verettinge kreeg een paar schoenen en geld voor een lijfken.
    De wed. Willem Brys o.m. 2 ½ maten koren.
    Maeye sWolfs werd van hout voorzien tijdens haer kinderbedde.
    Mr Willem van Doerinc (de pastoor?) werd betaald voor het maken en copiëren van het testament van Joannes Vegouwen. Het is niet duidelijk of deze laatste echt een arme was.



    (1) RABev, GOA Haasdonk nr. 315, bundel jaar 1580. (2) gave of gave godts: godshuis ? (3) spent of spente: inhoudsmaat voor granen, ca 6,75 liter (4) bier voor dagelijks gebruik was algemeen verbreid omdat het brouwsel was gekookt. Wel was het “fluitjesbier“. Gewoon water was een bron van ziektekiemen. (5) victualiën: levensmiddelen, mondkost.
    Foto: Detail “Brooduitdeling op het Dorp”. Olieverf van F. Van Leemputten (KMSK Antw.).

    17-11-2006 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (17 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moeders gedicht
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Als kind hoorde ik m’n moeder, geboren in 1905, vaak een gedicht voordragen dat zij wellicht in het begin van de eerste wereldoorlog leerde in de meisjesschool van Haasdonk. Enkele verzen zijn me altijd bijgebleven, zoals “dag oudje, smaakt je pijpje goed, wat rookt die kop mooi door?” En “die kop is niet te koop…. ik kreeg hem van mijn kapitein, die viel bij Waterlo …”
    Begin 2002 kreeg ik van een zekere W. Vercraeye uit Groot-Bijgaarden de volledige tekst. Schrijver van het gedicht is Bernard Van Meurs S.J. (1835 - 1915). Volgt hier het onverkorte gedicht dat senioren uit Haasdonk of omgeving misschien nog kennen.

    DE PIJPEKOP

    “Dag oudje ! Smaakt het pijpje goed ?
    Wat rookt die kop mooi door !
    ‘t Is echte zeeschuim naar het schijnt,
    Zeg dan, wat vraagt g’er voor ?”

    “Mijnheer, die kop is niet te koop,
    Ik kreeg hem als cadeau,
    Op ‘t slagveld, van mijn kapitein,
    Die viel bij Waterloo.

    Dat ging er daar geducht op los.
    Van ‘s morgens twalef uur
    Tot ‘s avonds, zonder nat of droog,
    Toujours maar in het vuur.”

    “Vertel mij dat een andere keer.
    Toe, geef me uw pijpekop,
    Ik bied er een goud tientje voor
    Hewel ! stem toe ! … leg op !”

    “’k ben maar een arme man, mijnheer,
    En heb een klein pensioen;
    Toch, deed ge er duizend guldens bij,
    Zou ik het nog niet doen.

    Ik stond, gelijk ik zei, in ‘t vuur
    En naast mijn zij, o God !
    Kreeg onze brave kapitein,
    Vlak in zijn borst, een schot.

    Ik ving hem in mijn armen op,
    En droeg ‘t gedrang hem uit,
    Verbond zijn wond en zag met vreugd
    Zijn stromend bloed gestuit.

    Toen gaf hij mij deez’ pijpekop,
    En ook zijn beurs vol geld;
    Hij drukte mij voor ‘t laatst de hand
    En stierf gelijk een held.

    De beurs gaf ik het arm gezin,
    Wiens huis was afgebrand;
    Maar deez’ , mijnheer, mijn pijpekop
    Komt in geen vreemde hand.

    Sinds jaren reeds bewaar ik hem,
    Gelijk een relikwie;
    Zo dikwijls ik mijn pijpje rook,
    Is ‘t of ik hem nog zie.”

    “Schoon, brave man. Hoe heette hij
    Die goede kapitein ?”
    “Wij noemden hem steeds “beste vaâr”;
    Zijn naam was Van der Klein.

    Ziet gij in ‘t bos die gevelspits?
    Dat slot ? Daar woonde hij.”
    “Het was mijn vader, beste vriend,
    Dat huis behoort aan mij !

    Hebt gij mijn vader bijgestaan
    In de ure van zijn dood ?
    Kom, brave, ga dan meê met mij
    En eet voortaan mijn brood.”

    “Is ‘t mogelijk, heer, zijt gij zijn zoon?
    En woont gij op zijn erf?
    ‘k Ga met u meê; de pijpekop
    Krijgt gij eens als ik sterf !”

    18-10-2006 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (27 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    29-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huisraad van een 18de eeuwse wever te Nieuwkerken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Voor het invoeren van het mechanisch weefgetouw en het ontstaan van de industriële weverij, verdiende menig Vlaming zijn brood als huiswever. Zo ook mijn voorvader Pieter Gillis STEENSSENS fs Jan Baptist en Nicola Amelberga van Raemdonck, geb. te Nieuwkerken-Waas op 15.07.1728 en er op 19.10.1781 overleden. Ingevolge dit overlijden legden de voogden op 30.04.1783 een Staat van Goed voor aan de schepenen van Nieuwkerken (1). Aan de hand hiervan komen we te weten hoe het huis van een 18de eeuwse Wase wever was ingericht. Op 100 roeden grond (kaartnr. 134) gelegen in de Wijk Anthonie de Jonghe, langs sHeerenstraete had de overledene vermoedelijk in 1772 een huis gebouwd, volgens het uithangbord HET PANNENHUYS genoemd.

    IN DE KEUCKEN telde men op de schouwlijst 5 tinne tailloren, 3 geleyerde borden met 2 schotels, 6 biergelaesen, roomers, een theebus, strijckijsers, 3 ijsere potten, een visspaan en een sopberd …
    Ook nog een struwijn, een moor, een koperen lantaarn, wat aardewerk, een schapraai, een emmer, een spoelbak, 4 geleirde schotels, 2 flessen, 8 pinten, een canneken, 10 potten. Opmerkelijk is eene staende orologie, geraamd op 14 gulden. Verder nog 2 geleirde schotels, een lampe, een maelcuypken, een flessche, een tinnen treckpot, een raspe, een spiegelken en een trafter. Aan een lepelbert hingen 12 tinnen lepels.
    Het haardgerei bestond uit een potneus, hangel, tanghe, hangijser, ketinge, smoutcan en een marmiet. Gegeten werd aan een taefelken. Dertien stoelen vervolledigden het meubilair.

    IN DE CAMER stonden 2 tafels en een koffer. Verder een ledikant, een bed, een paar lakens en een sargie. Zes tinne tailloore, een crucifix met de gelaesen en roomers schatte men op 3 gulden.

    IN DEN KELDER noteerde men eene bierschraeve met 2 teilen met melck. Naast een ketel, een botervat, een marmietje, een koekenpan en een saenpot. Een coetsken met de laekens, een caffen bedde, sargie… Een cabas, een ijseren thuijn cuijpken, en een zak met beesteneten.

    IN DEN WEVERSTAL stonden 2 weefgetouwen. Samen met 8 cammen, effenaers, wielen, tuijten, scheirmeulen en verder toebehoren geraamd op 20 gulden.
    Ook nog 2 spaden, 2 rieken, een schup, een bijl en 2 zakken boekweit. Een maet, repe en eenen winde raamde de schatter op 4 gulden. Het timmergerief bestond uit een zaag, een hamer, 2 beitels en boren. Tenslotte nog een spinnewiel, wat bonen, turf, een zeil, 3 zakken, een trog, een vleeskuip, een beddeken met een drolsargie, wat appelen, planken, vaten en een kruiwagen.
    De inventaris vermeldt hier ook een houtmijtje, 15 bijkorven, een caproen (2) en een biecot. Allicht stond dit buiten en niet in de weversstal.

    IN DE SCHUERE lag koren, hout, potetten en 75 wissen vlas. Samen geraamd op 32 gulden 16 schelling. Men hield er ook een koe en een varken, respectievelijk geschat op 30 en 16 gulden.

    IN HET SWINGELCOT lagen 2 steenen geswingelt vlasch, een swingelbert, ladders, een (werk?)bank en een wan.

    De boedelbeschrijving vermeldt eveneens een gouden kruis en ring geraamd op 10 gulden 10 schelling.

    Uit zijn eerste huwelijk met Anna Isabella SMET (Nieuwkerken 16.08.1722 - Nieuwkerken 28.10.1767) werden 10 kinderen geboren. Uit zijn tweede huwelijk met Maria Anna HUIJBENS zagen 5 kinderen het levenslicht. Er was dus werk aan de winkel. Zoals vroeger gebruikelijk was bewerkte onze wever nog diverse gronden. Het betrof pachtgronden. O.m. een stuk van 400 roeden, deels gebruikt als rachtinck deels bezaaid met klaver. Op een ander stuk groeiden wortelen en aardappelen. Een derde stuk werd als spurrelandt beschouwd.
    Dit alles zonder eigen paard, zodat voor peerdewerck en vervoer diende betaald. Onder de transportkosten: het mennen van boonen … van vlasch … van steenen … van boomen … en vervoer van mest.

    De inventaris maakt geen melding van gebruikt garen of vervaardigde stoffen. Misschient had Pieter Gillis Steenssens geruime tijd niet meer gewerkt. Was hij voor zijn dood lange tijd ziek? Onder de schulden: 10 gulden 4 schelling aan de dokter voor gedane visites en 16 schelling aan de chirurgijn.


    (1) Stadsarchief Sint-Niklaas, Register 1211, f° 198 r t.m. 202 v. (2) bijenkap gebruikt als bescherming.

    29-08-2006 om 00:23 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bazelse weerbare mannen in 1480 en 1552
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In 1480

    Martijn BAGHELAERT, Joos van BERCHEM “schepene“, Gheert van BERCHENHOVE, Jan van BERGHE, Colaert, Jacop en Pieter fs Jans BERTRAM, Pieter BERTRAM “schepene“, Pieter, Jan fs Reyns, Jan fs Stevens en Sanders van BOGHAERDE, Joos, Jan fs Jans en Jan fs Pieters van BOSSCHE, Coppijn van der BRAKEN, Franc BRYSINC, Joos BRUYMMAN, Michiel de BUEKEL “meyere”, Jan de BUEKELE, Nychasijs CAPET, Nyclaeus en Jan van CORTEBEKE, Adriaen de COSTERE, Martijn vander COUTEREN, Pieter COUTHALS, Christiaen en Jan van CUELNE, Pieter en Jan van DALE, Jacop DIERICX, Jorijs ENGHELVELT, Jan fs Jans, Jan fs Sanders, Joos, Pieter en Sanders van ESBROUC, Gillis en Jan van GHEERTSEM, Pieter van GHEERTSAM, Jacop HACKE “schepene”, Jan HAGHELSTEEN, Jan en Pieter HASAERT, Jan HERWEYERE, Pieter fs Jan vander HEYEN, Pieter vander HEYEN “schepene”, Gillis, Jan en Thuenijs HOUMAN, Pieter HOUMAN “schepene”, Jan van HOUTE, Pieter JONCMAN, Pieter KEPPÏJNS, Pieter van KERCHOVE, Jan en Thuenijs LEEKELAERT, Gillis en Joos vander LUEGHENHAGHEN, Jan de MAYERE, Jan de MEYERE, Joos van MEYNGHERSVUUT “joncheer”, Michiel “de bastaert”, Gillis MOEN, Gillis MOENS “smeetsknape” en Heynderic MOENS, Gillis MOLENDYC, Adriaen en Jacop van POLFLIET, Boudijn , Gillis fs Pieters, Jan fs Gillis Jan fs Pieters en Pieter van RAEMSDONC, Gillis van RAEMSDONC “schepene” en Jan van RAEMSDONC “Baten sone”, Jan en Meeus RAES, Jan RAYWAERT, Jan van ROODE “schepene”, Pieter van ROODE, Gillis ROOMA N, Cornelis vander SICKELEN, Pieter fs Gillis, Symoen en Thuenys de SMET, Pieter SPECHT, Nyclaeus en Symoen SPRUTE, Heynderic van STEENACKERE, Jan STRAGIERS, Rombout van VELDE, Gillis fs Jans, Gillis fs Symoens, Jan fs Symoens, Joos fs Jans en Pauwels VYD, Heynderic, Pieter en Zanders van VIVERE, Mathijs de VOGHELARE, Gillis VOLKERIC, Jan van VOORDE, Reyn de WALE, Gillis de WITTE, Jacop en Jan ZEGHERS.



    In 1552

    Joos ABBEEL, Joos fs Paesschiers en Paesschier van ACKERE, Govaert van AELST, Clays en Jacop ALLIJCENSONE, Pieter ALLIJCESONE, Joos en Cornelis BATENS, Gooris van BERGHEM, Merten de BOCQ, Jan van BOGAERDE, Jacop, Joos en Pauwels BOLSELE, Jacop en Jan van BOOME, Gommerijn, Jan en Joos van BOSSCHE, Gillis BOUWENS “Vincentssone”, Frans, Gillis en Simoen BRIJS, Lucas van BRUSSELE, Jan en Joos de BRUYNE, Heyndric de BUYSSCHERE, Anthonis en Jan fs Jans CAPPE, Jan CAPPE “smet”, Christiaen en Joos CAUTHALS, Gillis de COCK, Jan en Joos van COLENNE, Jacop Jans COPPE, Clays DAELMAN, Joos DANCKAERT, Thomas DOEYE, Bertel, Jan en Pieter van ESBROUCK, Gillis van GHEETSEM “schepene” en Pauwels van GHEETSEM, Jan GHOOSSINS, Cool GHOVAERTS, Adriaen,Joos en Paesschier GILLIS, Gillis van GRIECKEN, Jacob HAGELSTEEN, Michiel HAGHELSTEEN, Daneel en Jan van HAVEREN, Jan van HEEDE, Jan HILLEGHEER, Jan de HOOGHE “d’oude”, Jan fs Gillis HOUMAN, Jacop de HUTSERE, Adriaen de HUYCKERE, Gillis HUYGHENS, Jan de JONGHE, Pieter de JONGHE “schepene”, Hubrecht van LANDEGHEM, Jan de LANSHEERE, Anthonis, Joos en Joos fs Michiels LEECKELAERT, Cornelis LEECKELAERT “schepene”, Adriaen van LEPPEVELT, Gillis, Jan en Joos van LOGHENHAGHEN, Jan MAES, Adriaen de MAEYERE, Joos MARIEN, Jan de MAYERE, Joos van MOIRTERE, Bartholomeeus de MOLEERE “meyere”, Joos van MYEGHEM, Frans en Joos van OVERLOOP, Dionys PIERINS, Gillis van POLFLIET, Gillis van PUTTE, Pieter van PUYMBROUC, Joos van RAEMDONC “schepene”, Gillis, Jan fs Pieters, Joos fs Jans, Joos fs Joos en Marc van ROYE, Gillis van ROYE “Michielssone”, Jan fs Gillis van ROYE “schepene”, Pieter fs Gillis VAN ROYE “schepene”, Claus, Gillis, Jan fs Bouwens, Mathijs en Pauwels SMET, Jacop SMET “schepene”, Jan SMET “Heyman”, Joos SMET “aen ‘t Haeuwijc”, Jacop SPRUYT, Jan van STEELANDT “baillu, castelijn wis(sekercke)”, Cornelis van STEENACKERE, Cornelis, Jan, Joos van STRIJDONC, Gillis van STRIJDONCK, Jan STUYER, Pieter THIERENS, Jacop VARENDONCK, Daneel en Jan VERGOUWEN, Gillis, Joos en Lauwereys VERHAGHE, Jan VERHEYDEN, Willem VERNIMMEN, Frans VERSTRAETEN, Adriaen fs Ardts, Adriaen fs Joos, Gillis en Jacop VERSTRATEN, Pieter VIJDT, Pieter VINCKE, Gillis van VOIRDE, Gabriel en Gillis VOLCKERIC, Cornelis de VOLDERE, Jacop de VREEDE, Philips de VRIESE, Claus en Jan van WATERSCHOOT, Gillis van WIJNACKERE, Gillis fs Michiels de WITTE,Gillis de WITTE “in d’Elst”, Adriaen, Joos en Pieter van WOUWE, Gillis van WOUWE “de jonghe” en Jan ZEGHERS.


    Bron en info: cfr. mijn blog dd. 05.09.2005.

    08-07-2006 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    14-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwkerken vroeger
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nieuwkerken-Waas dankt haar ontstaan aan de kapel O.L.Vrouw ten Bossche gebouwd op een plaats aangeduid door een miraculeus Mariabeeld. Een oorkonde van 1143 vermeldt deze bidplaats omringd door enkele woningen als de wieg van het latere dorp. In 1294 als zelfstandige parochie afgescheiden van Sint-Niklaas, wordt hetzelfde jaar nog de eerste kerk opgericht. Via Nukercke, Nieukercke, Nieukerken evolueerde de naam tot Nieuwkerken.
    In 1635 richtte men een nieuwe kapel op op den hoek des dorppleins, langs de baan Kieldrecht-St. Niklaas. Men kwam er bidden tegen de roos en het bloeden.
    Wijken in 1626 genaamd naar (er wonende personen?): Gillis van de Perre-, Joos Baes-, Roeland Heyndrickx-, Jan Vergauwen-, Antoon de Jonghe-, Antoon Brijs- en Pieter Segherswyk. Daarnaast Kerkwyk, Schuttershof, Priesterage, Schuilhoek, Klein en Groot Stoklaar, Kauwerwijk en Geerstmolenberg. In 1879 sprak men van het Dorp, Gijzelstraat, Peperstraat, Turkije, Vrouweneekhoek, Zeveneekhoek, Drie Lindenhoek, Portrugeesche straat, Buitenstraat, Vrasenestraat, Groenstraat, Hospitaal, Kriekelaarstraat, Bautenshoek, Breestraat, Kwakkelhoek, Zoetwater, Grote Baan, Heihoek , Meestersstraat en Uil.
    Door de parochie liepen volgende beken: de Gordebeke, Kivietbeek, Speeldenbeek en Uilsbeek.
    In 1497 noteerde men al 207 commmunicanten. Het aantal inwoners liep op van 1.368 in 1725, naar 1.772 in 1794, 2.195 in 1824 tot 2.730 in 1877. Onder de 97 getelde hofsteden in 1797 viel ook de grote hoeve ‘t Goede ten Heeke, welke met haar 14 bunders in 1418 eigendom was van Arend Sersanders en later van Philip van Mullem.
    Nieuwkerken, in 1626 ca 2.090 gemeten groot en in 1877 ca 730 ha, is vooral een landbouwgemeente. Een telling van 1830 maakt gewag van 72 paarden, 8 veulens, 379 runderen, 179 kalveren, 236 varkens, 295 schapen en 30 geiten. Meest geteelde landbouwproducten zijn tarwe, rogge, gerst, haver, bonen, erwten, boekweit, vlas, aardappelen en klaver. Naast 6 bierbrouwerijen, enkele houtzagerijen en een windmolen, nl. de Gijzelmolen, waren er toen ook veel klompenmakerijen. De klompen uit Nieuwkerken vonden zelfs afzet in Hongarije.
    Een vroegere telling, uitgevoerd in 1704, wees al op een sterke concentratie van neringdoeners en ambachtslui: 6 herbergiers, 3 kleermakers, 2 broodbakkers, 2 stoeldraaiers, 2 winkeliers, 1 wagenmaker, 2 hoefsmeden, 1 kuiper, 1 schoenmaker en 1 klompenmaker. Wellicht was er ook een molenaar vermits in 1712 sprake is van de Vossekotmolen.
    Nieuwkerken maakte deel uit van de Keure van het Land van Waas en was eigendom van de Graaf van Vlaanderen. Het had geen afzonderlijke vierschaar. Recht werd gesproken door de vierschaar van Sint Niklaas-Nieuwkerken. Van de 7 schepenen kwamen er 4 uit Sint-Niklaas en 3 uit Nieuwkerken. Wel zetelde in Nieuwkerken een meier, gelast met de uitvoering van het schepencollege. Waren o.m. meier te Nieuwkerken: in 1656 Boudewijn de Jonghe, in 1674 Karel van de Voorde, in 1691 Pieter Staes, in 1745 Jan Frans van Daele en in 1790 F. J. Bourguignon. Burgemeesters tijdens de eerste helft van de 19de eeuw: Jacob Jozef Hinck (1800), Thomas Philip van Rossen (1805), Lodewijk van Landeghem (1815), Karel-Emmanuel Theunissens (1831), Frans Bongaerts (1836) en Karel Lodewijk Bocklandt (1842). De parochie zou geen enkele heerlijkheid of grafelijk leen hebben gekend. Waren er oude hoven? De huidige kaart vermeldt een Schaliënhof en een Wallenhof.
    De tienden behoorden aan de bisschop, ‘t kapittel van Doornik, de abdij van Baudelo en de pastoor van de parochie. In 1767 werd een nieuw gemeentehuis gebouwd, in blauwe hardsteen. Een zekere de Maere uit Sint-Niklaas schilderde voor dit gebouw het schilderij genaamd Gerechtigheid.
    Engelse troepen plunderden in 1436 Nieuwkerken. Op het einde van de 16de eeuw waren de geuzen er baas. Al in 1579 liep er een protestantse minister rond: Gillis Capelleman. Dat jaar namen de hervormingsgezinden al de priestergewaden in beslag om ze in Antwerpen openbaar te laten veilen. De verkoop bracht 19 £ 12 sch. 8 gr. op. In 1646 staken Franse soldaten de kerk in brand, waarbij o.m. drie klokken werden vernield die van oudsher in de toren hingen. Tijdens de jaren 1694-1695 vertrappelden soldaten van de legers der Verbondenen de oogsten en verwoesten huizen en schuren. De schade beliep 13.774 gulden. Onder de Franse Republiek werd de O.L.Vrouw ten Boskapel op bevel van regeringscommissaris De Kever vernield.
    Er bestond al in 1534 een rederijkersgilde luisterend naar de naam De Vlasbloem. Later in 1727 veranderde de naam in De Broederschap der H. Drievuldigheid. Ze brachten o.m. het treurspel Claudius en Portia. In 1777 namen ze te Sint-Niklaas deel aan een wedstrijd met de tragedie Caliste.
    Er was ook een handbooggilde Sint Sebastiaen, waarvan het oude vaandel rond 1870 bewaard werd door de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas. Later waren er zelfs 2 handboogmaatschappijen. Er was ook een fanfare (1866) en de koorzangersgroep De Vereenigde Werklieden (1858).
    De O.L.Vrouw ten Boskerk was steeds mooi versierd. In 1607 stonden er reeds drie altaren, respectievelijk gewijd aan O.L.Vrouw, Sint-Sebastiaan en H. Anna. Enkele fraaie schilderijen versierden de kerk: een kopie van De Kruisafdoening van Rubens, een kopie van De Marteldood van de H. Sebastiaan van Jordaens, De Nederdaling van den H. Geest over de Apostelen van Cornelius de Vos, en De H. Maagd, H. Maria-Magdalena en de H. Catharina uit de kapel van O.L.Vrouw ten Bosse. Twee branden teisterden de kerk, nl. in 1646 en in 1788. Ook wordt verteld dat men in 1630 in de kerk al Vlaamse liedjes zong tijdens de Kerstnacht. Vanaf 1735 hield men in de kerk een Maandags Lof, gesticht door ene Amelberga Peirsman. Daarnaast was er ook een Zaterdags Lof gesticht door Jan Theunissen en vrouw Anna Bolsens. De pastoor van Nieuwkerken had het genot van: een jaarlijkse competentie van de bisschop van Doornik, van de abdij van Baudelo, van het kapittel van Doornik, het genot van diverse partijen land, van de vlees- en graantiende. De koster genoot o.m. het recht van een jaarlijksche omhaling van koorn en eieren.



    Bron:
    F. de Potter en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen - Arrondissement Sint-Niklaas, Gent 1878.

    14-06-2006 om 23:07 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (20 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    23-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit Haasdonkse conscriptielijsten

    Directe aanleiding tot de Boerenkrijg was de conscriptiewet van 5 september 1798. Deze “bloedwet” liet toe mannen van 20 tot 25 jaar als dienstplichtige in het Franse leger in te lijven. Voor het zover kwam legde men aan de hand van bestaande parochieregisters lijsten van conscrits aan per “klas”, t.t.z. personen in hetzelfde jaar geboren. Hieruit werden dan de ongelukkigen gelot die werkelijk onder de wapenen werden geroepen. Sommigen ontrokken zich hieraan en werden dan vermeld als dienstweigeraar (réfractaire).
    Hierna wat namen van “lotelingen” gevonden in inschrijvingslijsten van Haasdonk. Het gaat meestal om verwanten van mijn voorouders. Opmerkelijk is hun kleine gestalte en het feit dat men zelfs millimeters noteerde.

    Klas jaar VIII (23.09.1799-22.09.1800)

    Jan Benedict BRIJS, blokmaker, geb. Haasdonk 09.08.1779, 1 m 652, zn van Theodorus (winkelier) en Isabella Theresia Vijt.

    Klas jaar X (23.09.1801-22.09.1802)

    Jan Petrus BRIJS, wever, geb. Haasdonk 10.11.1780, zn van Jacobus Emanuel en Joanna Theresia Scholastica de Block. Opmerking: “Al drie jaar in dienst van de republiek”.

    Klas jaar XII (24.09.1803-22.09.1804)

    Joseph BRIJS, hoedenmaker, geb. Haasdonk 01.09.1783, zn van Bernardus (coopman in hoeden) en Joanna Catharina van der Borgt. “In de reserve”. Op 01.10.1808 krijgt hij een paspoort (2) om zich naar Mechelen te begeven, met volgende persoonsbeschrijving: 25 jaar, 1 m 663, kastanjekleurig haar en wenkbrauwen, breed voorhoofd, blauwe ogen, goedgevormde neus, gewone mond, bruine baard, ovaal aangezicht, volle (?) teint …
    Antonius Emanuel BRIJS, geb. Haasdonk 01.01.1783, zn van Jacobus Emanuel en Joanna Theresia Scholastica de Block. Effectieve dienst bij het 7de regiment Bereden Artillerie.

    Klas jaar XIII (23.09.1804-22.09.1805)

    Josephus MERTENS, wever, 1 m 704, geb. Haasdonk 27.04.1784, zn van Jan Baptista en Theresia van Wassenbergh.

    Klas 1806

    Jan Jacob MERTENS, wever, 1 m 571, geb. Haasdonk 05.11.1786, zn van Jan Baptista en Theresia van Wassenbergh.
    Petrus Jan de MAEIJER, landbouwer, geb. Haasdonk 18.12.1786, zn van Dominicus en Isabella Marie Meersman. In juni 1807 vermeld als “deserteur en weerspannige”.
    Joannes Franciscus STEENSSENS, geb. Haasdonk ca 1786. Wellicht geb. Haasdonk 14.11.1785 als zn van Jacobus en Isabella Theresia VIJT. In juni 1807 vermeld als “deserteur en weerspannige”.
    Marcel VERHULST, geb. Haasdonk 01.01.1791, zn van Tobias en Anna Catharina Lijssens. Op 22.03.1813 vermeld als deserteur van het 54ste linieregiment en op die datum “niet meer gezien in de gemeente (Haasdonk?)”.

    Klas 1807

    Joos ROOMAN, geb. Bazel 16.09.1787, landbouwer, zn van Joannes en Josijne Joanna Lijssens.
    Fredericus Leopoldus STEENSSENS, geb. Haasdonk 20.05.1787, 1 m 666, zn van Carolus Josephus en Amelberga Verhaegen. “Heeft bezwaar als enig kind van een weduwe”.

    Klas 1809

    Petrus Frans BRIJS, geb. Haasdonk 17.02.1789, zn van Jacobus Emanuel en Joanna Theresia Scholastica de Block. Broer van Antoine Emmanuel Brijs in dienst van het 7de regiment Bereden Artillerie.
    Karel Jozef MERTENS, wever, 1 m 463, geb. Haasdonk 30.08.1789, zn van Jan Baptista en Theresia van Wassenbergh.

    Klas 1812

    Egidius MERTENS, wever, geb. 16.09.1792, zn van Jan Baptista en Theresia van Wassenberg. Zijn beschrijving: “1 m 583, blond haar, blauwe ogen, voorhoofd bedekt, wipneus, normale mond, ronde kin, rond aangezicht, volle (?) teint. Vader en moeder overleden. Heeft al een broer bij het leger.

    Toemaatje

    Voor het kanton Temse, bestaande uit Bazel, Haasdonk, Kruibeke, Rupelmonde, Temse en Tielrode, waren voor het jaar 11 voor de actieve dienst 18 conscrits nodig en 19 voor de reserve. Voor het jaar 12: 19 voor de actieve dienst en 18 voor de reserve.


    Noten: (1). RABev, Modern Archief Haasdonk, nr. 53, losse stukken. (2) id. nr. 44, losse stukken.

    23-05-2006 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (23 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE MAEIJER (Haasdonk-Bazel) in mijn kwartierstaat

    Terug naar kwartieren nr. 54 en 55 in mijn bericht van 11.12.2005 over MEERSMAN . Om ons te verdiepen in de voorouders van Alexandrina DE MAEIJER luisterend naar dezelfde naam.
    De achternaam DE MAEIJER is een beroepsnaam, nl. van maaier, in het middelnederlands maeyere. De naam komt in het Waasland voor als MADER(S), de MAEYERE, MAERE, MAERS, de MAERE, de MARE, sMAREN (10).


    54. STEENSSENS Fredericus
          Haasdonk 20.05.1787 - id. 06.02.1849
    55. DE MAEIJER Alexandrina
          Haasdonk 08.02.1785 - id. 21.09.1856


    110 en 111. Dominicus DE MAEIJER fs Jan Baptiste en Emerantiana DE BLICK, geb. Haasdonk 19.06.1755 en overl. Temse 11.01.1838. Huwde Haasdonk 11.02.1783 Isabella Marie MEERSMAN fa Daniël en Joanna Maria van DAELE, geb. Melsele 31.01.1760 en overl. Temse 13.06.1845.
    In 1794 bezat het gezin twee koeien, een kalf en een varken (1). Nu eens landbouwer (1796) genoemd, dan weer arbijder of dagloner (1809, 1815, 1823). In 1815 vermeld als propriétaire wonende te Haasdonk op het hoogeynd. Voor 1829 vertrokken naar Temse, waar Dominicus in de Schoenstraet overleed. De weduwe stierf in de woning van haar schoonzoon Dominicus van Lent, in de Brandstraet.

    Hun kinderen geboren te Haasdonk volgens parochieregisters:

    1. Maria Elisabeth, geb. en ged. 23.06.1783 (ss: Joannes Baptista de Maeyer en Joanna Maria van Daele).
    2. Alexandrina, geb. en ged.08.02.1785 (ss: Joannes Meersman en Emerantiana de Blick). Overl. Haasdonk 21.09.1856. Huwde te Haasdonk 15.11.1809 Fredericus Leopoldus STEENSSENS (Haasdonk 20.05.1787 - Haasdonk 06.02.1849) fs Carolus Josephus en Amelberga Francisca Verhaeghen (nrs. 54 en 55).
    3. Petrus Joannes, geb. en ged. 18.12.1786 (ss: Jan Baptiste de Maeyer en Amelberga Meirsman). Onder Frans bewind Jean genoemd?
    4. Regina Agatha, geb. en ged.08.12.1788 (ss: Pieter Jan de Maeyer en Joanna Maria Meirsman).
    5. Pieter Jozef, geb. en ged. 28.11.1790 (ss: Gillis Meirsman en Anna Elisabeth de Maeyer).
    6. Carolus, geboren 03.10.1792 en 04de gedoopt (ss: Daniël Librecht en Maria Josepha Meirsman). Overleden te Haasdonk 24.10.1794.

    Vermoedelijk nog kinderen geboren nà 1794 vermits er in 1815 (2) bij de ouders alleszins verbleven: Jean (27 j.), Marchellus (19 j.) en Lucia De Maeijer (17 j.). In 1823 woonde er bij hen een onwettig kind in, nl. Christine De Maeijer (12 j.).


    220 en 221. Jan Baptiste de MAEYER fs Gillis en Josijne van STRIJDONCK, geb. Bazel 09.11.1714 en overl. Haasdonk 20.04.1788. Huwde 1° Maria Francisca BUYTHAERT 2° Haasdonk 20.02.1748 Emerantiana de BLICK fa Bartholomeus en Maria van LANDEGHEM, geb. Haasdonk 11.01.1724 en overl. Haasdonk 24.12.1798.
    In 1771 kochten Jan Baptiste en Emerantiana voor 1500 gulden eene behuysde hofstede ende gronden … binnen de prochie van haesdonck inden wijck tusschen de per ende berchstraete (nrs. 522 en 523), groot 231 en 242 roeden, wesende een volghleen onder het hooftleen van judocus Bastelier. Verder kochten zij in 1778 de helft van een stuk land voor 730 gulden en in 1784 de andere helft voor 752 gulden, het geheel gelegen in dezelfde wijk te Haasdonk (nr. 525) en 611 roeden groot, eveneens een volgleen onder het hoofdleen van Judocus Bastelier te wetthe onder het hof ende heerelyckhede van weyns. Verder pachtte het gezin den acker voor den hof van Sr. Geerard Vaerewyck. Als landbouwers wonnen zij boekweit, aardappelen (60 roeden), koren, gerst, lijnzaad en wellicht vlas, vermits de inventaris melding maakt van 51 wissen vlasch soo geboekt als ongeboekt. Inden lochtink groeiden legummen en er stonden 2 koeyen op den hof met 4 hinnen. Andere noemenswaardige bezittingen: het branthout en torf in den stal …2 myten brandthout …190 pont vercken vleesch …en 22 pont smeyr …12 biese stoelen …2 spinnewielen …1 fusieck. Naast de kosten van waschlicht …lyckers en doodt kieste betaalde men 1 gulden 7 stuiver aen den organist blaeser graefmaecker en vaendraeger en nog over leveringe van bier aen vrienden ende gebueren. En vermits Jan Baptiste geen vrijgewijde was, betaalde men 40 gulden over het beste hooft (3).

    Kkinderen geboren uit tweede huwelijk te Haasdonk:

    1. Pieter Joannes, geb. en ged. 06.12.1748 (ss: Gillis de Maeyer en Judoca Rottier). Huwde Haasdonk 22.07.1794 (tt: Egidius de Maeyer en Carolus Noorts) Joanna Catharina de COCK fa Petrus en Anna Maria Velleman. In 1788 samen met Gillis Brys uit Kruibeke wettelijk staande voogd van zijn broers en zussen (3).
    2. Marie Amelberga, geb. en ged. 04.06.1750 (ss: Anthony de Greyt en Judoca Maria de Blick). Huwde Haasdonk 15.09.1776 (tt: Jan Martinus Liberecht en de koster) Daniel LIBRECHT fs Philippus. Hadden 600 gulden schuld aan sterfhuis vader m.b.t. geleend en voorgeschoten geld (3).
    3. Jan Francies, geb. en ged. 25.06.1753 (ss: Anthony van Landeghem en Maria Felix).
    4. Dominicus, geb. en ged. 19.06.1755 (ss: Dominicus de Mayer en Anna Catharina Thielens). Overl. Temse 11.01.1838. Huwde te Haasdonk 11.02.1783 (tt: Petrus Joannes de Maeyer en Joannes Martijn) Isabella Marie MEERSMAN (Melsele 31.01.1760 - Temse 13.06.1845) fa Daniël en Joanna Maria van Daele (nrs. 110 en 111).
    5. Anna Elisabeth, geb. en ged. 29.04.1757 (ss: Gillis Brijs en Elisabeth de Mayer).
    6. Joanna Catharina, geb. en ged. 28.02.1760 (ss: Judocus de Maeyer en Maria Felix). Overl. Haasdonk 15.04.1760.
    7. Joanna Catharina, geb. en ged. 10.05.1761 en 11de ged. (ss: Pieter Smet en Catharina Blommaert). Overl. Haasdonk 06.08.1765.
    8. Regina Agatha, geb. en ged. 28.09.1764 (ss: Francies De Munck en Maria Amelberga de Maere).


    440 en 441. Gillis de MAEIJER fs Gillis en Josine de RIJCKE, geb. Bazel 12.09.1671 en begr. Bazel 18.12.1725. Huwde Bazel 23.08.1707 Josijne van STRIJDONCK geb. ca 1682 en begr. Bazel 22.06.1752.
    In 1726 vermeldt het sterfhuis Gillis de Maeyer volgend onroerende goed (4):
    - 1/4de in 2 stukken land gelegen binnen Temse;
    - de helft van een stuk land de trijtacker in dierickxdam, ca 800 roeden;
    - de helft van een stuk land wesende een leen onder de hove ende heerel(ijckheid) van ter Elst toekomend aan de oudste wees Joos de Maeijer als hoor feodaal, de andere helft aan Gillis de Rijck fs Jan;
    - een stuk land binnen Haasdonk, zijnde een hoofdleen onder voornoemd hof, ook toekomende aen de hoor feodael.
    Als roerend goed: een bezette rente van 200 gulden en een obligatie van 150 gulden tot last van Frans de Greef; een obligatie van 100 gulden à 5 pct tot last van Michiel de Rijcke en een obligatie van 100 gulden à 6 pct tot last van Matthijs de Rijcke.
    Aan Jan van Broucke verpachtte Gillis een vierendeel op Temse. Zelf bewerkte hij zeker volgende gronden: den berrevoets, den beeckacker, den halven acker neffens gillis de rijcke, de twee gemeten, den bogaert binnen de wallen, het bunder, het meersken, den halven op haesdonck, den grooten meersch, inde dreve, het half bunder, een stuck lants in pachte van Cornelis Cooreman, en den trijtacker. Hiervoor gebruikte hij een ploegh, sledde en heeghde, 2 sturtekerren en een wagen. Op stal sonden een bruijn ruijnpeert , 3 koeyen, een rent en een vercken. Verder hield hij nog 50 schapen met 11 lammeren, een haen, hinnen en hendien. In de kelder lag 30 pond boter en er was vleesch in de cuype. Niet-courante bezittingen: 2 roers en een silver hoorijser. Zijn hofstede (Hof ter Elst???) huurde hij van de heere Grave van humbeke. Voor verrekening van 47 gulden 10 stuiver begrafeniskosten, sloot de staat van goed af met een batig saldo van ca 585 gulden.
    Voogden waren: Matthijs de Maeyere en Joos van Strijdonck.

    Kinderen geboren te Bazel:

    1. Anna Maria, geb. en ged. 04.11.1707 (ss: Jan de Maeyere en Maria Brabanders). Begr. Bazel 12.05.1722 (15 j.).
    2. Joos, geb. 23.11.1708 en 24ste ged. (ss: Joos van Acker en Maria Smet). Begr. Bazel 18.04.1775 (67 j.). Huwde Bazel 05.02.1743 (tt: Antonius de Greijt en Anna Catharina Felicx) Marie FELIX.
    3. Andries, geb. 20.05.1710 (ss: Andries Smedts en Amelberga de
    Maeyer). Begr. Bazel 21.01.1726 (15 j.).
    4. Gillis, geb. 31.01.1713 (ss: Gillis van Mighem en Barbara van Strijdonck). Overl. Haasdonk 24.12.1757. Huwde Haasdonk 12.05.1742 (tt: Petrus Anné en Petrus de Munck) Catharina STAES (overl. Haasdonk 31.12.1785) fa Joos.
    5. Jan Baptista, geb. 09.11.1714 en 10de ged. (ss: Gaspart van Strijdonck en Amelberga de Mayer). Overl. Haasdonk 20.04.1788. Huwde Haasdonk 20.02.1748 (tt: Gillis de Maeijer en Josephus Middernacht) Emerantiana de BLICK (Haasdonk 11.01.1724 - Haasdonk 24.12.1798) fa Bartholomeus en Maria van Landeghem (nrs. 220 en 221).
    6. Mathias, ged. 04.06.1716 (ss: Mathias de Maer en Joanna Maria Wittoeck). Begr. Bazel 10.06.1717 (2 j.).
    7. Peeter, geb. 18.04.1718 (ss: Mathias de Maeyer en Maria van Strijdonck).
    8. Michiel, geb. 18.04.1718 (ss: Michiel de Rijck en Maria Wittock).
    9. Mattijs, geb. 10.12.1719 (ss: Mathias de Rijck en Anna van Strijdonck).
    10. Dominicus, ged. 18.11.1721 (ss: Joos van Strijdonck en Josyne de Maeyer). Ongehuwd? Begr. Bazel 14.05.1783 (65 j.).
    11. Alexander, geb. 04.01.1725 (ss: Pieter Buytaert en Maria Magdalena van Haveren echtg. Mathias de Maeyer).

    Josijne van Strijdonck hertrouwde met Anthoine de GREYT.


    880 en 881. Gillis de MAEYERE a. de MAERE fs Christiaen en Laurijne van ACKER, geb. Bazel 04.11.1643 en overl. Bazel 14.10.1704. Huwde 1° Bazel 16.07.1669 Josine de RIJCKE fa Gillis en Livijne van BOGAERDE (in hoofdcijns Sint-Amelberga, Temse 14), geb. Bazel 1646 - overl. Bazel 11.02.1681; huwde 2° Temse 29.06.1684 Maria SMET fa Pieter en Katelijne van Meirvenne (in hoofdcijns Temse, St. Bertinus, St. Omaars, §1) overl. Temse 29.11.1715.
    Te Bazel pachtte Gillis de Maeyere Christiaens omstreeks 1670 een hofstede van 348 roeden, nr. 55 in de Eerste Oude Meulenberch (5).
    In 1704 boerde hij op ca 10 bunders land waarop vooral tarwe, koren en klaver werd verbouwd; wellicht ook vlas, haver, boekweit en bonen. Op stal stonden toen 2 paarden, 3 koeien, 3 runderen en een varken. Daarnaast bezat hij 29 schaepen soo groote als cleyne en 4 hinnen met eenen haen. Onder de schulden: 81 pond gr. aan Gillis, Adriaen en Jan de Maeyere, kinderen uit zijn eerste huwelijk (6). Voogden van de wees Matthys waren Adriaen Wittock en Adriaen Smet.

    Uit eerste huwelijk te Bazel geboren:

    1. Petrus, geb. 28.04.1670 en 29ste ged. (ss: Petrus van Gavere en Josina Smets). Jong gestorven?
    2. Gillis, geb. 12.09.1671 en 13de ged. (ss: Judocus van Acker en Josina van Raemdonck). Begr. Bazel 18.12.1725 (55 j.). Gehuwd Bazel 23.08.1707 (tt: Jan de Maeyere en Mro. Jan vander…..) met Josijne van STRIJDONCK, begr. Bazel 22.06.1752 (70 j.) (nr. 440 en 441).
    3. Christianus, geb. 27.11.1673 en 28ste ged. “sub conditione“ (ss: Petrus van Acker en Maria de Rijcke). Niet in hoofdcijns.
    4. Adriaen, ged. 29.04.1676 (ss: Adrianus de Maeijer en Livijne de Roeck (cfr. III/379).
    5. Jan, geb. 17.09.1678 en 18de ged. (ss: Egidius van Miegem en Anna de Maeyer) (cfr. III/379).

    Uit tweede huwelijk geboren te Bazel:

    6. Joanna, ged. 29.12.1686 (ss: Petrus de Ryck en Joanna Smet). Begr. Bazel 24.09.1693 (7 j.).
    7. Petrus, ged. 18.07.1688 “sub conditione“ (ss: Petrus van Mieghem en Catharina de Gent). Gestorven voor 1705.
    8. Marianne, ged. 18.11.1692 (ss: Michael Goddaert en Marianna Verhagen). Begr. Bazel 19.11.1692 (3 d.).
    9. Matthijs, ged. 15.02.1694 “sub conditione“ (ss: Matthias de Rijcke en Elisabethe Verhelst). Vermeld in de hoofdcijns.
    10. Amelberga, geb. 06.07.1699 (ss: Adrianus Smet en Amelberga Verschooten). Begr. Bazel 07.07.1699 (1 d.).


    1760 en 1761. Christiaen de MAERE a. de MAEYERE fs Adriaen en Maria van LIPPEVELDE, geb. Bazel ca 1603/1609 en begr. Bazel 12.12.1675. Trouwde te Temse 01.02.1643 Laurijne van ACKER fa Gillis en Amelberge van MYEGHEEM (in de hoofdcijns Sint-Baafs, Temse app.9), geb. Temse 07.04.1619 en begr. Bazel 04.10.1694 .
    In 1647 bewoonde Cristiaen de Maeyer te Bazel een hofstede in de Blauhofwyck nr. 35, groot 431 roeden. Na zijn dood bewoond door zijn weduwe en Adriaen de Maeyer. In 1702 eigendom van J.B. van Royen te Rupelmonde (7).

    Te Bazel zagen volgende kinderen het levenslicht:

    1. Gillis, geb. en ged. 04.11.1643 (ss: Joannes van Mieghem en Barbara van Polfliet). Overl. Bazel 14.10.1704. Gehuwd 1° te Bazel 01.07.1669 (tt: bij ondertrouw Christianus en Adrianus de Maier; bij huwel. Christianus de Majer en Egidius van Wauwe) met Josine de RIJCKE (geb. Bazel 1646 - overl. Bazel 11.02.1681) fa Gillis en Livijne van Bogaerde (nrs. 880 en 881); huwde 2° te Temse 29.06.1684 met Maria SMET, overl. Temse 29.11.1715, fa Pieter en Katelijne van Meirvenne.
    2. Maria, geb. 20.03.1647 en 23ste ged. (ss: Egidius van Megem en Josina Smet). ? Begr. Bazel 01.05.1650 (niet vermeld in hoofdcijns).
    3. Jan, geb. en ged. 09.02.1650 (ss: Joannes Lijssens en Josina sMayers). Jong gestorven (niet vermeld in hoofdcijns).
    4. Adriaen, geb. 03.11.1652 en 05de ged. (ss: Adrianus van Lippevelde en Magdalena Verelst).
    5. Anna, geb. 14.02.1656 en 16de ged. (ss: Judocus van Acker en Anna Truyman). Begr. Bazel 31.03.1692 (36 j.). Huwde Bazel 06.02.1683 (tt: Jacobus de Munck en Egidius de Ryck; bij ondertrouw: Laurentius en Egidius de Ryck) Joos de RIJCKE. Voogden in 1692: Gillis de Ryck en Gillis de Maeyer.
    6. Amelberga, geb. en ged. 07.10.1660 (ss: Petrus van Wauwe en Susanna Smet).
    7. Josijne, geb. 08.04.1664 en 09ste ged. (ss: Petrus van Mieghem en Josina van Acker). Overl. Temse 04.02.1728. Gehuwd te Bazel 16.06.1686 (tt: Thomas en Adrianus van Acker) met Joos van ACKER, geb.Temse 08.01.1660, fs Gillis en Amelberga van Raemdonck. Uit dit huwelijk: Gillis, Laurine, Joos, Amelberge, Anna Maria, Jozijn, Jan Baptista, Adrianus, Jan en Pieter van Acker. Het gezin woonde te Temse in Schauselhoeck.


    3520 en 3521. Adriaen de MAEYERE a. de MAERE, geb. ca 1570 en overl. Bazel 13.03.1621. Huwde ca 1595 Marie van LIPPEVELDE fa Willem en Josine van MIJEGHEM (in de hoofdcijns Sint-Pieters-Gent, Belsele 10), geb. ca 1573 en overl. Bazel 04.04.1648 (75 j.).
    Op 30.05.1607 is Adriaen voogd van wezen Mathijs de Maere en Maria van Branden ingezetenen van Temse. Zijn broer?
    Sterfhuis Adriaen de Maeyere: wettelijke staande voogden zijn de Eersame persooinen Jacob de maeyere ende Gheerard van Gheertsem... Verder: hebben de voors. moeder vuijtcoop laten doen van dees voors. kinders vaderlicke have zoo buiten als binne thuys.... Moeder moet de kinderen wel onderhouden van ate ende dranck, zieck zuchtig ende gesondt, vrij van bruyloftgelden …(.) …oock kleeden. Bij een eventueel huwelijk of bij hun meerderjarigheid (ofte voljaert te 24 jaer) zullen de kinderen 25 gulden ontvangen (8).

    Kinderen geboren te Bazel:

    1. Katelijne, geb. 13.04.1597 (ss: Joannes van Velde en Elisabeth van Raemdonck). Begr. Bazel 15.02.1635 (40 j.). Huwde Bazel 25.07.1615 (tt: Petrus de Vreede en de koster) Pieter van AELST, waarvan Marie, Merten, Pieter, Jan, Adriaan, Johanna en Joos van Aelst. Staande voogden in 1636: Pieter de Maijere Adriaens en Christiaen Vernimmen. Deelvoogden: Adriaen de Mayere Adriaens en Jan Verhaghen.
    2. Judoca, ged. 08.01.1600 (ss: Willem van Lippevelde en Elisabeth s'Vreeden). Jong gestorven? Niet in hoofdcijns.
    3. Johanna, ged. 07.12.1600 (ss: Ambrosius van Mieghem en Elisabeth
    van Putte). Overl. Temse 30.12.1646. Huwde in 1625 Bertelemeus SMET (overl. Temse 03.04.1648), weduwnaar Amelberga Beirtaut, fs Jan fs Niklaas en Amelberga Smets. Bertelemeus was eigenaar van een hofstede de Walbogaert over zijn moeder. In 1623 gezworene van Sint-Sebastiaan. In 1636 tavenier op de Eeckhoutdries. In 1632 geschil met Augustien Broeckaert over leveren van bier (9). Kinderen uit dit huwelijk volgens de hoofdcijns: Cornelia, Josine, Susanne, Amelberga en Adriaan Smets.
    4. Adriaen, geb. 18.02.1603 (ss: Petrus van Lippevelde en Elisabeth van Raemdonck).
    5. Petrus, ged. 09.05.1604 (ss: Petrus van Lippevelt en Josijne van Miegem).
    6. Maria, ged. 15.10.1606 (ss: Guillielmus de Backere en Josijna vidua Adriani Vijdt). Jong gestorven? Niet in hoofdcijns.
    7. N.N., ged. 12.01.1609 (geen doopverheffers vermeld).
    8. N.N., geb. 27.12.1610 (ss: Joannes Vermeulen etc:).
    9. Christiaen. Vermeld in de hoofdcijns. Begr. Bazel 12.12.1675. Volgens begrafenisregister dan 72 j. en geb. ca 1603? In 1621 out in januarie t xij jaer, dus geb. in januari 1609 of dezelfde als nr. 7. Trouwde te Temse 01.02.1643 (Egidius van Mieghem en Adrianus de Maere) Laurijne van ACKER (Temse 07.04.1619 - Bazel 04.10.1694) fa Gillis en Amelberge van Myegheem (nrs. 1760 en 1761). In 1630 is Cristiaen de Maeyer peter bij geboorte te Temse van Cornelis de Maere, zoon van Franciscus en Bette Meirsman, kleinzoon van Mathijs de Maere en Maeyken van Branden.
    10. Adriaen, geb. ca 1612. In 1621 out in decembre neghen jaer. Wellicht dezelfde als nr. 8. Vermeld in de hoofdcijns.
    11. Jozijne, ged. 27.01.1615 (ss: Judocus de Witte en Maria Huijs "uxor petri de rouck"). Huwde Bazel 06.08.1634 Gillis van MYEGHEM, geb. ca 1614 en overl. 21.04.1675 (61 j.) fs Gabriel gezegd Schauselhoek - steenepael.

    Na de dood van Adriaen hertrouwde zijn weduwe met Gillis van VELDE te Bazel OP 19.01.1622 (tt: Judocus van Velde en Joannes Weyn).


    Noten:

    (1) RABev, Haasdonk mod. arch. nr. 177, bundel nr. 29. (2) RABev, Volkstellingen Haasdonk, microfilm nr. B 27-1. (3) RABev, GOA Haasdonk, nr. 360, f° 134r t.m. 148v: Sterfhuis Jan Baptiste de Maeyer (07.06.1788). (4) RABev, GOA Bazel, nr. 218, f° 196v-203v: Sterfhuis Gillis de Maeyer, houderigge Josijne van Strijdonck (SvG dd. 01.03.1726). (5) AOKLW, deel 75 (1 en 2), p. 93, nr. 12. (6) RABev, GOA Bazel nr. 214, f° 180 v t.m. 189v. Sterfhuis Gillis de MAEYERE fs Christiaen: houderigge is Maria SMET fa Pieter. Een wees Matthijs 11 j. (7) AOKLW, deel 75 (1 en 2) pm. 107, nr. 11. De hofstede was in 1632 bewoond door Gillis van de Velde Pieters, eigenaar cauxa uxoris. (8) RAB, Bazel nr. 207, 47r - 48r. (9) Jerome Smet, Gen.Rep.1160-1620 Temse, p. 761. (10) o.m. J. Smet, id. p. 523.

    08-05-2006 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over 'œBrigants en Baenstropers'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In het RABev vindt men in het Moderne Archief van Haasdonk onder nr. 48 een bundel verslagen, meestal uitgaande van de agent municipael (soort burgemeester onder de Franse bezetting) van de gemeenten van het “kanton Haasdonk”, en gericht aan Jan Benedikt de Kever, commissaris van dit kanton. Deze verslagen, uiteraard het resultaat van verklikkingen, bevatten soms lijsten van brigands of van hun sympathisanten. De fransgezinden noemden hen brigants, brigans, vagebonden … soms ook baenstroopers.
    De namen der verdachten zijn wellicht interessant voor Wase amateur-genealogen om hun familiegeschiedenis wat bij te kleuren. Alhoewel vermeld in deze rapporten, wil dit nog niet zeggen dat de betrokkene volledig achter het gedachtegoed der brigands stond. Net als in WO 2 kon een burenruzie, of gewoon afgunst, aanleiding geven tot verklikking.


    De Boerenkrijg in ‘t kort

    Met de conscriptiewet van 5 september 1798, gebaseerd op loting, konden mannen van 20 tot 25 jaar als dienstplichtige in het Franse leger worden opgeroepen. Deze wet, ook wel “bloedwet” genoemd, stuitte op hevig verzet in onze contreien. Het werd de rechtstreekse aanleiding tot de Boerenkrijg. Plakbrieven die de conscriptie aankondigden werden afgerukt. Op 20 oktober 1798 braken de eerste onlusten los in Overmere bij Dendermonde. Stormklokken werden geluid, vrijheidsbomen omgehakt. Via het Waasland breidde de opstand zich uit naar Klein-Brabant, het Hageland en de Kempen. Om te eindigen op 5 december1798 te Hasselt, waar een duizendtal boeren sneuvelden.


    Haasdonk

    Eerst wat in Haasdonk algemeen bekend is. Volgens pastoor Stepman (3) kwamen op 18.10.1798 uit de omliggende dorpen brigands en hun symathisanten naar Haasdonk, waar ‘s morgens de Fransen de gendarmerie hadden versterkt met Groene Jagers en paardenvolk, tot ongeveer 70 man. De opstandelingen losten enkele schoten op de wacht opgesteld in het begin van de Perstraat en het kerkhof, en sloegen dan op de vlucht. Gendarmes en Groene Jagers zetten de achtervolging in. De Groene Jagers hebben dan (uit wraak?) een slachting begaan in de wijk tussen de Perstraat. Rond 1 uur ‘s middags werden volgende personen gedood:

    1. Franciscus van Broeck (80 j.) weduwnaar.
    2. Ludovicus Brys (45 j.) geb. Haasdonk, fs Petrus Jacobus en Elizabeth Rinck.
    3. Petrus Joannes Anné (54 j.) geb. Haasdonk, fs Petrus en Petronilla Vercauteren.
    4. Tobias Verhulst (54 j.) geb. Temse, fs Joseph en Maria Govaert, man van Anna Catharina Lyssens (1).
    5. Paulus Rotthier(35 j.) fs Petrus en Anna Catharina de Clerck.
    6. Joannes Lyssens, geb. Temse.
    7. Petrus Joannes de Laet (46 j.) geb. Kruibeke, fs Franciscus en Anna Catharina van Raemdonck.
    8. Jacobus Saeys (33 j.), geb. Nieuwkerken, fs Joannes Antonius en Theresia Vernimmen.
    9. N.N. Een onbekende (ca 60 j.)

    Hun namen staan vereeuwigd op een gedenksteen aan de kerk van Haasdonk.

    Een rapport van 07.10.1798 maakt melding van troebelen in Kruibeke door o.m. personen uit Melsele en Haasdonk. De Haasdonkenaars waren twee zonen van Judocus van Dael woonagtig in de Botermelckstraet (2). Zij zouden met geweld beslag hebben gelegd op de sleutels van de kerktoren en daarna de klokken hebben geluid. Dit viel niet in goede aarde bij de Kruibeekse schipper Joannes B(aptist) Verbeeck den welcke die vremde Baanstroopers heeft stof gegeven.
    Een andere ongedateerde lijst uit Haasdonk bevat volgende namen van verdachten: Van Esbrouck, Heynderix, Hemelaer, Antoine de Boeije, de bakker Maes (?), Jean de Munck, Berckmoes en (Ver?)tenten.


    Kruibeke

    Joannes Baptiste Verbeeck, “agent municipael” in Kruibeke noteerde als verdachten in een rapport dat als volgt begon: Lijste Der Baenstroopers ende Cloeke Cleppers …
    Vernoemd als baenstrooper: Jacobus en Enocentius Geldmeyer, Jan Baptiste Verstraeten, Mathys Smet, Fredericus Geleijn en Davit De Jonge. Deze Davit De Jonge, ongeveer 6 voet groot, struis en vol van wezen, gekleed in een blouwen hemtrock en eene lange broek, zou op 08.11.1798 met een pistool de ruiten van borgeresse van Laere hebben uitgeslagen.


    Bazel

    Voor Bazel zijn er twee ongedateerde lijsten.
    In de eerste worden als Brigans van basel bestempeld: Joannes Quartier paardeknegt woonende by den landsman mathijs stuer, den zoon van de metser van Herck, de gebroeders Carel en Ferdinand …….. herbergiers in het huys ten haeven op de steengelegen, Pieter van Mieghem, wever corespondent met den expresident van t canton van haesdonck. Pieter van Mieghem zou gezegd hebben : “Binnen de 4 à 5 dagen zal er iets uitbarsten, men zal de agenten komen te vermoorden”. Hij zou ook de zwartzusters te Rupelmonde in hun klooster hebben doen weerkeren.
    En de tweede lijst lijst : Jan Baptiste Lijssens, beenhouwer heeft in de herberg Den Hert te Rupelmonde gezegd “De agent en de burger Goetgebuer (…) te Antwerpen 15.000 pond hebben getrokken om alle schippers aan te zetten naar zee te varen”. Zijn beide zonen waren bij de bende die het huys van den agent hebben bestormt.
    Nog een lijst uit Bazel van 04.11.1798:
    Matthys en Joannes Janssens, vader en zoon, wonende in de Kerckstraet op de hofstede van Pieter Vermeulen. Verdacht van deelname oproer in Haasdonk.
    Petrus Josephus Scharlaeken, knecht bij Frans Colson, smid in Bazel-dorp. Gewezen tamboer van Ichel ? Verdacht van deelname oproer in Haasdonk, Waasmunster en Brabant.
    Joannes Cortiet, paardeknecht bij Mattys Stuer in de Rupelmontstraet. Verdacht naar Brabant te zijn getrokken met 8 à 9 man.
    Frans Pauwels en Frans de Kerf, handwerkers in de steengelagen. Verdacht van deelname oproer in Haasdonk, Waasmunster en Brabant.
    Verdacht van deelname aan oproer in Haasdonk en Brabant: Augustinus de Bauw fs Frans, gewond en weggejaagd door Joannes de Keersmaeker. Judocus Versmissen, knecht bij David de Lamper.
    N.N., geboren in Brabant en knecht bij Thomas van
    Hoyweghen. Joannes Stevens, geboren in Hingene en knecht bij Joannes Stuer.
    In een naschrift over Ichel: den gewonden capiteyn Ichel is hier over 2 dagen in den Polders daer men zegt dat hy zig ophoud gezien door den champetre en nog 2 borgers en is suspect van (…) te schieten op de schepen. In een ander verslag wordt Ichel ook den brigan Eichel genoemd. Wie was die mysterieuze kapitein, nu eens Ichel dan weer Eichel genoemd?


    Burcht

    Een ongedateerde lijst met mannen uit Burcht die deel hebben genomen bij de brigandts op 27 en 28ste vendémiaire j. 7 (29 en 30 oktober 1798): de schippers Pierre Drijvers, Henri van Assche en Jean Lippevelt; de wever Pierre Duijm; de werkmannen Jean Claessens, Jean de Roock en Josse Vercauteren; de blokmaker Augustien de Maijer; de scheepstimmerman Francois Lambrecht.


    Vrasene

    Petronella van Steenkiste, vroedvrouw. Pieter de Maere, schoenmaker, Depotter (dienstknecht bij Gillis Maes).
    Uit de smesstraete: Pieter Voet, wever. Antonius Voet zoon.
    Uit de mosselbanck: Pieter van Puymbrouck, Bernard van der Aa, Bryssinck en zoon, Bernard Talboom, Goeman, Jan Tepels (vader en zoon), Francis Blommaert.
    Uit het dorp: Leonard de Belie, Charles van Beul glazenmaker, Joseph Linglant schoenmaker. Uit brand: Gillis Somers en de zoon van ene Verberckmoes.
    Andre Puymbroek werd verdacht van plundering van de woning van de agent van Nieuwkerken. Deze vagabond zou begeleid zijn door zijn vader. Ook wilde hij de agent van Vrasene vermoorden.
    Egide Somers, een met pistolen en geweren gewapende plunderaar, verdacht van allerlei misdaden en van het met de dood bedreigen van de vrederechter van het kanton Sint-Gillis. Pierre de Rycke: “plunderaar en dief van beroep”, aanwezig bij alle plunderingen en rellen, en gewapenderhand te vinden in alle gemeenten.
    Franchois van Daele, koerier van de brigands.


    Beveren

    Uit de Nerenhoek: 2 zonen van Michiel de Cauwere, de zoon van Pieter de Bock, Heyndrickx en zoon, Jan Vergauwen met 2 zonen, de zoon van Jan Luyckx, Francis De Rop Dienstknegt bij Van Acker.
    Uit Zillebeke: de zoon van een zekere Thoen.
    Uit Vliegenstal:Jacobus Vonck.
    Verder nog Joannes Degreyt zoon van de garde champêtre, in Melsele verblijvende.
    Joseph Lambrechts, voortvluchtig.
    Tenslotte nog Jaques Robis en eenen Van Cleemput gebortig van beveren, blokmakers. Dien cleemput heeft gewerckt op temsche op de vier straete by van ceulen synde beijde gebortig van beveren.


    Melsele

    Een ongedateerde lijst (wellicht geschreven voor 04.11.1798) van Melsele:
    Jean François Bakeland (21 jaar), Gillis Smet (40 j.), de gebroeders Joseph en Victor Penneman (17 en 16 j.), Jean Laureys, herbergier (49 j.), François Weijn (22 j.), verdacht van moord op een vrijwilliger, Pierre Jean van de Putte (26 j.), Jean van Hesbeke (40 j.), Pierre François Broeckaert (25 j.), Fransis Maertens (24 j.), Pierre Francois De Smet, chirurgijn (70 j.), Pierre Augustin De Smet (27 j). en Ferdinand de Weert.
    Een andere ongedateerde lijst vermeldt als spilfiguren en aanstichters van de diverse opstanden te Melsele: Francois Weyn, die op 28.10.1798 op het kerkhof van Melsele een militair zou hebben doodgeschoten. En Gilles Smet, die een kuil heeft gegraven om de vermoorde militair te begraven.
    Jean van Hersbeke en Pieter Frans Broeckaert, voornaamste aanstokers in Melsele die gewapend commissaris de Kever hebben achtervolgd van Melsele tot aan zijn woning in Beveren.
    Joseph en Victor Penneman achtervolgden op 28.10.1798 gewapenderhand een detachement op weg van Antwerpen naar Sint-Niklaas.
    Modeste Baekland, 20 j. verdacht van diefstal en plundering.
    Jacques Pottelsberg (20 j.) en Joseph Hoefman (40 j.), allebei aanstichters van oproer in verschillende gemeenten.


    Een toemaatje

    Op 18.11.1798 verwittigde luitenant Foureau, commandant van de militaire macht in Haasdonk dat alle inwoners dezer gemeente die nog voorzien zijn van eenig schietgeweir, degens, sabers ofte andere diergelijke wapenen deze binnen de 24 uren moeten binnenleveren.
    Smet, agent municipael (te Bazel ?) kreeg op 08.12.1798 een reçu van de commandant te Sint-Niklaas voor inlevering van volgende wapens: 27 geweren, 3 pistolen, 4 sabels, 2 bajonnetten en 5 geweerlopen.

    --------------------------

    (1) Tobias Verhulst, geb. Temse 28.01.1756, komt in mijn kwartierstaat voor onder nr. 104.
    (2) Dezelfden als “jean en gille van dael” vermeld in een rapport van de “agent municipael” te Haasdonk, die aan de Kever meldt hen niet te kunnen vinden?
    (3) In fotocopies parochieregisters Haasdonk RABev.

    13-04-2006 om 23:50 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (30 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    12-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een voorbeeldig burger uit 1622 ?

    Vroeger werden belastingen veelal berekend op basis van eigendom en gebruik van land.
    Blijkbaar moest de brave burger dan een opgave verstrekken van de onroerende goederen die hij in eigendom had of huurde. Dit deed ook mijn voorvader Gillis van ACKERE Janszoon, geb. ca 1590 en overl. Temse 17.05.1654. Zijn huis stond te Temse in de Bolderickstraete, kaartnr. 2606. Hierna zijn aangifte voor het jaar 1622.



    Oost eynde

    dit naervolghende is het overgheven van Gillis van ackere van zijn properteijt ende hueringhe van den jaere 1622

    properteijt

    In den eersten een hofstedeken groot een hondert roeden ghestaen ende ghelegen in den schouselhoeck
    noch een half bunder gheleghen voor den hof van pauwels broeckaert
    noch een half ghemet gheleghen achter den voors(eyden) hof
    noch een ghemet gheleghen in en nieuwen dam wesende helstlandt

    hueringhe

    Inden eersten vierhondert Roeden ghelegen in den schouselhoeck
    noch vierhondert roeden gheleghen by de … catten brugghe
    noch een ghemet geleghen bij den lauwerschoeij hoeck
    noch een half ghemet geleghen in den schouselhoeck
    noch twee hondert roeden gheleghen bij mynen hof

    (w.g.) Gillis van ackeren




    Bron: RABev, GOA Temse, doos 42 t.m. 44, los blad 42r.

    12-03-2006 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dubbele moord te Bazel rond 1430

    In mijn kwartierstaat komt onder het nr. 53874 ene Symon SPRUTE voor. Voorwaar geen heilige als we wijlen Pater A. Maris mogen geloven, die in Vlaamse Stam van 1978, p. 413 minder fraaie dingen over deze voorvader komt te vertellen.

    “Symon SPRUYTE zou de hoofdschuldige zijn van een dubbele moord gepleegd te Bazel-Waas einde 1429 of begin 1430. Slachtoffers waren Pieter HERWEYERE en zijn zoon Thomas. Om wraak te voorkomen besloten de twee betrokken families een verzoeningssprocedure of soending te aanvaarden. De bijzonderste voorwaarde van deze verzoening werd opgenomen in een akte van 8 februari 1430. De familie Spruyt moest in de kerk van Bazel ten eeuwighen daghe een dienst van vier missen per week stichten voor de zielerust van de vermoorden, nl. ter eeren van Pieters ende Maes magen ende vrienden. Voor die missen dienden jaarlijks 25 schilden Vlaamse munt betaald. Gillis Spruyt, broer van Symon, werd aangewezen om een aantal gronden van de familie aan te duiden waarvan de jaarlijkse opbrengst de 25 schilden zou verzekeren. Een schild (of écu) was een gouden munt en 25 dergelijke munten waren toentertijd een pak geld, zodat verondersteld wordt dat de familie Spruyt in goede doening verkeerde.

    Symon Spruyt, dader van de dubbele manslag, heeft waarschijnlijk Bazel verlaten zoals het bij de soending gebruikelijk was. Wel staat hij in 1435 nog bekend als houder van een gravenleen te Bazel van 228 roeden“. Pater Maris vermeldt ook nog twee kinderen van de dader, nl.:

    1. Symoen SPRUYTE, weerbaar man te Bazel in 1480, gehuwd met Katelijne BUEKELS fa Jan en Lijsbette Conijncs (in de hoofdcijns Sint-Amelberga, Melsele 2). Volgens de hoofdcijns drie kinderen uit dit huwelijk: Joos SPRUYTE, Katelijn SPRUYTE gehuwd met Pieter Verheyden, schepen van Bazel in 1480 en Margriet SPRUYTE gehuwd met Gillis van Strydonck wonende in de hofstede die later Het Hemelrijk werd genoemd.

    2. Lijsbette SPRUYTE, gehuwd met Pieter COPPENS, waarvan Margriet Coppens

    15-02-2006 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlamingen zijn Germanen

    Vele historici waren van mening dat de Vlamingen afstammelingen waren van Galliërs, een Keltisch volk, en niet van Germanen die onze streken binnenvielen tussen 300-500 na Chr. De Germaanse stammen zouden enkel taal en cultuur van de autochtone bevolking hebben beïnvloed.
    Volgens wetenschappelijk onderzoek blijkt nu overduidelijk dat de Vlamingen afstammen van de binnenvallende Germanen. Het bewijs werd geleverd door Gerd Mertens (Universiteit Antwerpen) in zijn doctoraatsonderzoek. Volgens het vaktijdschrift De Artsenkrant gebruikte Mertens hiervoor technieken van de vaderschapstest. Hij vergeleek bloedgroep, weefseltype en DNA van een representatieve groep Vlamingen met dit van Duitsers, Engelsen, Fransen en Nederlanders. Hieruit bleek dat de Vlamingen veel erfelijk materiaal gemeen hebben met Nederlanders en Duitsers en dat ze genetisch ver afstaan van de Fransen.

    Bron: ADP, Taalunieversum, De Standaard, Berliner Morgenpost



    31-01-2006 om 00:00 geschreven door Frans Bellon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (18 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!