’t Soete Land van Waas! Dat stukje Vlaanderen onder Zeeland, geprangd tussen Durme en Schelde. Achter de Scheldedijken de broekpolders, bezaaid met vijvers, poelen en weelen. Deze laatste gevoed door twissels een Bazelse benaming voor brede grachten. Op de bolle akkers, afgezoomd met knotwilgen en canada’s, groeit er nu vooral maïs voor het melkvee, maar eertijds was dat vlas, koren, tarwe, haver ... Smalle kasseiwegjes verbonden de stille dorpen gelegen rond een spitse kerktoren. Waar de wegen elkaar kruisten, een Mariabeeldje tegen een linde of eik. In dat Waasland woonde de helft van mijn voorouders, want mijn moeder, een van Acker zag het levenslicht in Haasdonk. Mijn voorzaten waren arbeiders, boerenknechten, keuter- en herenboeren, wevers, chirurgen, brouwers, vlastelers, klompenmakers … Zij bevolkten vooral het Zuiden van het Waasland: Haasdonk met er omheen Nieuwkerken, Beveren, Melsele, Kruibeke, Bazel, Rupelmonde en Temse. In deze prochies leefden mijn Wase Geslachten. Af en toe breng ik wat lokale geschiedenis, een brokje heemkunde of belicht een bepaalde familie uit mijn kwartierstaat.
Gebruikte afkortingen ss = peter en meter tt = getuigen bij huwelijk dr of fa = dochter van zn of fs = zoon van RABev = Rijksarchief Beveren GOA = Gemeente Oud Archief AOKLW = Annalen Oudheidkundige Kring Land van Waas
FAMILIEKUNDE of sibbenkunde, met een duur woord ook genealogie genoemd, is een hulpwetenschap van de geschiedenis. De beoefenaar ervan doet aan afstammingsonderzoek en gaat op zoek naar zijn voorouders. Vroeger uitsluitend beoefend door adel of burgerij, onderging de familiekunde in het interbellum een democratiseringsproces. Zij het In Vlaanderen iets later, vooral sinds de oprichting in 1964 van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde. De amateur-genealogen zijn nu de voornaamste bezoekers van onze archieven. De resultaten van hun onderzoek worden vastgelegd in kwartierstaten, stambomen of genealogieën, stamreeksen en parenteelstaten.
Een KWARTIERSTAAT geeft een overzicht van alle voorouders van iemand, zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn. Het aantal personen verdubbelt dus per generatie. De persoon wiens kwartierstaat men maakt noemt men ook wel probant of kwartierdrager. Hij krijgt het cijfer 1. Zijn vader wordt nummer 2 en zijn moeder nummer 3. Grootouders langs vaderszijde 4 en 5, en die langs moederszijde 6 en 7. Zo verder verdubbelen voor de overgrootouders, betovergrootouders, enz… Een even cijfer geeft steeds een mannelijke voorouder. Een oneven een vrouwelijke voorouder, namelijk die van hun man + 1. In een kwartierstaat noemt men de voorouders “kwartieren“. Ondanks de verdubbeling kan men niet oneindig doorgaan. Vroeg of laat stuit men op dezelfde voorouder(s). Bv. bij huwelijk van neef of nicht. Men krijgt dan dezelfde kwartieren. Men spreekt dan van kwartierverlies of kwartierherhaling.
Een STAMBOOM daarentegen vertrekt van de oudstgekende voorvader of stamvader en schetst een overzicht van al zijn nakomelingen met hun echtgenoten. Soms gebeurt dit in de vorm van een boom. De stamvader staat dan vanonder aan de stam; zijn nazaten in takken, zijtakken, twijgen en vruchten. Een onpraktische vorm die in onbruik is geraakt. Huidige publicatievormen opteren voor een tekst, waarin elke generatie aangeduid wordt met romeinse cijfers of hoofdletters uit het alfabet. Bv. de stamvader is nr. I, zijn zoon II, zijn kleinzoon III, enz… Of A, B, C … Zijn er meerdere zonen met nakomelingschap wordt dit bv. II-a, II-b, II-c … Worden in een stamboom alle takken van de mannelijke nazaten weergegeven, dan spreekt men van een GENEALOGIE.
In een PARENTEELSTAAT noteert men van een stamvader of ander ouderpaar alle nakomelingen, zowel in de mannelijke als in de vrouwelijke lijn.
Een STAMREEKS geeft een overzicht van de mannelijke voorouders in rechte lijn, vertrekkend van de stamvader of van één der afstammelingen.
Met een FAMILIEGESCHIEDENIS poogt de genealoog de saaie opsomming van namen en data te vermijden. Zijn voorouders worden mensen van vlees en bloed. Hij situeert ze in het tijdskader en het milieu waarin ze leefden. Dit bij middel van foto’s, gegevens omtrent hun bezittingen, persoonsbeschrijvingen, beroepen, geschiedkundige feiten, kaarten, dorpsgebeurtenissen, bidprentjes, enz …
Beveren: Hof ter Welle Barbierbeek (Foto Sir Andro) Hoeve in Kruibeke Kerk van Haasdonk Beveren: Hof ter Saksen (Foto Sir Andro) Bazel: Polderkapelletje Kerk van Bazel Haasdonk: Westcademolen Kerk van Temse (Foto Sir Andro)
Kerktoren Tielrode In dorpskern Elvcrsele Temse: Huis De Klokke
Welke taak kan grootser en edeler zijn, dan het leven van zovele doden, de herinnering aan zovele vergetenen, en het licht van velerlei wat in het duister verscholen bleef,terug te geven.
H. de Sosa
WASE GESLACHTEN
07-02-2009
Burcht vroeger
In 1187 sprak men van Burchta, later meestal van Burcht. Afwijkingen zijn : Borechte (1299) en Borchte (1391). Aanvankelijk dacht men dat de oorsprong van de naam was afgeleid van burcht (een versterking of kasteel), van berg of bergen of van byrgia, het Latijn voor sluiten, vgl. slot i.p.v. burcht. Nu denkt men aan het Germaanse Burgipja, wat berk betekent, en vermoedelijk verwijst naar de vegetatie die op de droge zandgrond groeide (1).
Onder de oude plaatsnamen in 1566: de Ameye, de Borchwal, Boschkoutere, Burgherweer, Bystier, Costerman, Evelmoetspolder, Eeckhouijt, Gaewech, Hofcoutere, Hobeecxbroeck,Hobochbroeck, Kerckcoutere, Kerckenbosch, Langhe en Corte Molendyck , Nederbroeck, Papaerts, Pleytenere, Cleen Pleytenere, den Schelt, het Schaghe en Vlietcoutere. In 1650 nog vermeld: een Wolfberchen een Broeckhoek. In 1670 tenslotte een Burchtcoutere, Rietput, Vlackemeersch. Later als wijken en gehuchten: het Dorp, Kerkendam, Krabbenhoek, Kraaienhof, Reinaartshoek, Slijkhoek, Huis ter Lucht, Sleutelhof, Steengelagen en Klein Fort.
Wellicht hing Burcht oorspronkelijk af van Melsele. Mogelijk stond er een klooster dat afhing van de Sint-Fredegandusabdij in Deurne en dat einde 9de eeuw. werd verwoest. Samen met Zwijndrecht zou Burcht gekerstend zijn door Sint-Elooi. Al in de 12de eeuw stond er een burcht langs de Schelde. Later wordt dit een kasteel, het Kraaienhof, dat in 1564 door de hertog van Parma wordt versterkt met muren met torens tot voor Antwerpen.
Burcht dat slechts 444 ha groot is was eertijds weinig bevolkt. Einde 15de eeuw telt men 200 communicanten en een 50-tal hofsteden. Later stijgt het aantal zielen gestadig: 570 in 1774 en 657 in 1801. In 1792 stonden er slechts 5 huizen van aan de kaai tot aan de kerk langs de zijde van de pastorij. Vanaf het begin der 19de eeuw groeit de bevolking snel aan. Van 865 inwoners in 1824 tot 2085 in 1877. Vroeger vertoonde Burcht een landelijk uitzicht. De Burchtenaars leefden van wat het land opbracht. Pachtgoederen waren o.m.: het Neerhof van het kasteel, het goed Scagers, het Sleutelhof en het Huis ter Lucht. Naast 286 bunders bouwland, lagen er 27 bunders weiland en slechts 4 bunders bos. Tussen 1700 en 1850 teelden de boeren vooral rogge, haver, boekweit, aardappelen en wat lijnzaad. Op stal stonden ongeveer 50 paarden, 280 stuks hoornvee, 150 schapen en 70 varkens. Een telling van 1846 maakt gewag van 134 landbouwbedrijven, waaronder slechts 3 boerderijen met een areaal van 20 tot 25 ha. Naast tarwe, rogge, gerst, haver en boekweit, worden de akkers nu ook ingezaaid met bonen, koolzaad, vlas, klaver. Ook worden er aardappelen gepoot. De veestapel telt 45 paarden en veulens, 263 stuks hoornvee, 17 kalveren, 120 woldieren, 110 varkens en 28 geiten. Het dagloon (exclusief voeding) van een man bedraagt 1,18 fr. Dat van een vrouw 0,72 fr.
Naast boeren waren er uiteraard ook ambachtslui. Zo waren er in 1704 al 6 schippers, 2 scheepsmakers, 3 winkeliers, 2 bloempelders en 3 graanhandelaars. In 1785 noteert men 7 vaartuigen ... die de dienst van de kaai deden waarvan er 4 aan de dorpsheer toebehoorden, 1 aan Joost van Goethem en 1 aan David Blyweert. Deze schepen noemde men de zeven vrije veiren buyten dewelke niemant in de kaeie eenige goederen, effecten, graenen etc mocht komen doen eenige laedinge of lossingen ...Tussen de schippers van Antwerpen en Burcht was regelmatig heisa. In 1458 kwamen stad en dorp overeen dat hun schippers i.v.m. het goederenverkeer dezelfde rechten zouden hebben. In 1672 vroeg men voor het oversteken der Schelde 1 oordje per persoon, 1 stuiver voor een paard of koe, een halve stuiver voor een kalf of varken en een negenmanneken voor een schaap of lam. In 1452 staken Gentenaars of Bourgondiërs het Vlaamsche veirhuis in brand.
Rond 1825 zijn er in Burcht al verschillende bierbrouwerijen en oliemolens, ook een koornwindmolen, een zoutziederij en een scheepstimmerwerf. Maar een halve eeuw later in 1876 vertoont Burcht een minder agrarisch karakter. Samen met de bevolking groeien ook nering en industrie. Nog maar 1 bierbrouwerij en de voormelde korenwindmolen, doch daarnaast 2 scheepstimmerwerven, een fabriek van scheikunde voortbrengselen, een stapelplaats van steenolie en naphte, een fabriek van Peruviaanse guano, een droogdok alwaer de zeeschepen hersteld worden en 3 steenbakkerijen. De steengelagen dagtekenen van 1855.
Er waren twee kermissen. De Grote Kermis viel op Zondag nà 4 juli, de Kleine Kermis op de feestdag van de H. Wivina (17 december?). De Maandag na de 1ste Zondag van mei hielden de Burchtenaars hun jaarmarkt. Het jaar door floreerde de handel in granen, zaden, steenkolen en witte bieren. Dat er graag werd gedronken bewijst het aantal cafés. Vond de dorstige er in 1704 maar 5 herbergen dan had hij in 1740 meer keus. Toen droegen de 9 herbergen namen als den Inghel, t Vosken, t Meuleken, St. Pieter, de Sterre, t Hoefijzer, St. Merten, de Drij Coninghen en den Ancker. In 1779 had één van de herbergen als uithangbord Hier tapt men goet allerleyen bier. De bewoner en tavernier was Philip de Borggraef, die in de gelagzaal ook vioolspel hield. Wat niet naar de zin van pastoor en schepenen was. Het kwam tot een proces dat resulteerde in de sluiting van de herberg en 10 gulden boete. Het vonnis werd o.m. als volgt gemotiveerd: ...dat het absolutelijk een inconvenient was te permitteren eene herberge, alias geneverkot, gelijk Philip de Borggraef faitelijk bestaet te houden, dewyl dat in diergelycke herberghe de jonckheyt wordt aengelockt door het spel op de viole ...
Burcht was één der zes apanagedorpen van het Land van Waas. Alexander de Vilain van Gent verwierf de heerlijkheid in 1262. Doch rond 1280 gaf graaf Gwijde van Dampierre Burcht en Zwijndrecht als heerlijkheid aan Nikolaas van Kets. Vandaar dat Burcht en Zwijndrecht historisch nauw met mekaar verbonden zijn. Wolfaart van Kets fs. Nikolaas zal in 1404 hoofdschepen van het Land van Waas worden. Als heren van Zwijndrecht en Burcht kennen we verder nog: Jan en Godevaart Vilain, Jan van Montmorency en Cornelis de Bergues, die in 1553 de heerlijkheid kocht voor 52.473 pond Tournois. Ridder Jacomo-Antonio Carena betaalde er in 1665 al 161.500 gulden voor. Na zijn overlijden wordt de heerlijkheid gesplitst: Ignaas Carenna krijgt Burcht en Jan Carenna Zwijndrecht. Nog later komt Burcht in handen van de familie de Neuf. De heer van Zwijndrecht en Burcht moest de graaf in de oorlog met 3 paarden volgen. Het heerlijk kasteel van Burcht, in 1583 door Spanjaarden ingenomen, deed vanaf 1590 dienst als gevangenis. In 1638 verkocht aan de Jezuieten, wordt het in 1674 herbouwd. Het was toen omringd met water.
De vierschaar hield in Burcht om de twee weken zitting. In Burcht lagen twee vermeldenswaardige lenen, met name het Sleutelhof en het Huis ter Lucht. Enkele namen van baljuws van Burcht-Zwijndrecht: Bavel Rauwel (1446), Christiaan Hauweel (1583), Lodewijk Thierins (1583), Lucas van Steelant (1586), Jan van Steelant (1597), Thomas de Brabandere (1645), Gillis Zeghers (1690), Pieter Varendonck (176?), Jan-Baptist Tassyns (1785) en Hendrik Varendonck (1789). Meiers van Burcht waren onder meer Adriaan de Grave (1617) en Pieter Varendonck (1726). Als burgemeesters van Burcht citeren we Jozef van de Vijver (1553), Pieter de Bot (1617), Joost van den Bossche (1656), F. Verstraeten (1677), Jan-Antoon Schelfhout (1794), Jacob-El. de Grave (1801), Philip-Jan van Goethem (1802) en Jozef-Maria-Alexander Annez (1823).
Gelegen nabij Antwerpen deelde Burcht geregeld in het oorlogsgeweld. Het begon al in 1315 toen Willem van Avesnes, graaf van Holland, de Franse koning hielp in diens oorlog tegen Vlaanderen. Met een grote scheepsmacht voer hij de Schelde op en plunderde o.m. Burcht, Zwijndrecht en Kieldrecht. In 1452 wordt het dorp van Burcht vernietigd door Hendrik, heer van Borsele en Vere, zijnde één der bevelhebbers van de hertog van Bourgondië. Tijdens de godsdienstberoerten in 1572 vielen soldaten de huizen binnen om te roven en plunderen. Vier jaar later is het weer zo ver. Spanjaarden onder Mondragon staken in Burcht de meeste huizen des dorps in brand. De geuzen lieten ook van zich horen. Ze gebruikten de deels afgebrande kerk als een soort kazerne. Goede Vrijdag 1578 worden de klokken naar Gent afgevoerd. Vijf jaar later opnieuw brandstichting door de geuzen. In 1694-95 en 1703 kunnen de Burchtenaars opdraaien voor kosten van inkwartiering van vreemde troepen en voor door hen veroorzaakte schade. Onder de Fransen weigerde Jan van de Vyvere, municipael agent, de eed van haat aen het koningdom te zweren. Uiteraard werden toen ook de klokken uit de toren gehaald. Een eerste kapel of kerk zou ca 650 gesticht zijn door Sint-Elooi. Eind 15de begin 16de eeuw wordt de bestaande kerk vooral herbouwd op kosten van Jan Vilain en zijn zoon Christoffel Vilain. Vernield in 1576 beginnen in 1627 de eerste herstellingswerken, later voortgezet in 1695, 1721 en 1826. Na de geuzentijd had de kerk 4 altaren, een 6-tal schilderijen en 7 houten beelden, voorstellend Sint-Maarten, Sint-Ambrosius, H. Wivina, Sint-Elooi, Sint-Jozef, Sint-Sebastiaan en Sint-Jan-Nepomecenus. De laatste vereerd als patroonheilige der schippers. Een kerkrekening van 1568 maakt melding van een uurwerk op den toren ingekocht door kerkmeesters Arnout Sturm en Matthys Zmedt. Tot 1826 lagen er in de kerk prachtige graftomben van de familie Vilain. Een bedewekkertje dat sinds 1607 in de toren hing werd in 1655 door drie nieuwe klokken vervangen. Reeds genoemde Christoffel Vilain schonk 10 pond groten en eenen eikenboom tot het bouwen eener kapel up tveer. Van oudsher waren er nog 2 kapellen. De ene ter ere van O.L.Vrouw in een straat leidende naar de heirbaan. De andere in het fort bediend door een kapelaan. De oudst gekende pastoors zijn Nicolaas (1236), Hendrik (1271) en Pieter Volckerick (1475).
Al in 1629 was er een Sint-Sebastiaansgilde. In 1825 een toonkundige maatschappij en in 1864 sticht men zangvereniging de Eendracht. In de 19de eeuw telde Burcht vijf verenigingen voor doelschieting, waaronder de Zouave en Willem Tell. De laatste opgericht in 1862. Het jaar 1860 zag ook de stichting van een bond voor Steenbakkersgezellen. Tenslotte stichtten de Burchtenaars in 1872 een VlaamscheBond met een leesgezelschap dat over een 225 boeken beschikte.
Bron: F. De Potter en J. Broeckaert, Op.cit.
(1) zie www.zwijndrecht.be. Er bestaat ook een vrij recente geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht in 3 delen van Dirk Verelst en Gerda Raeymaekers.
Dit kaartje van het dorp van Haasdonk rond 1778 is een detail van de Ferrariskaart, getekend in opdracht van Keizerin Maria-Theresia. De straat onderaan die het dorp van West naar Oost doorsnijdt is de Heirwegh, de latere Dorpstraat en nu links Willem van Doornyckstraat en rechts de Keizerstraat. De Perstraete komt onderaan in de Heirwegh uit.Links naar boven loopt de Sandstraete, de wegnaar Beveren. Het straatje dat vanuit de Sandstraete naar het Westen loopt is de Ropstraete. Rechts naar boven de Melselestraete. Rechts onder de huidige Blokmakerstraat. Is dit ook de oude naam? De Plaetsinck, het dorpsplein is duidelijk te herkennen, evenals de kerk. In 1778 telde het dorp maar weinig huizen.
Op internet plaatste Luc De Brant een lijst van soldaten gestorven in dienst van Napoleon en die op enkelen na geboren waren in Stekene. De lijst verscheen onder dezelfde benaming, nl. Soldaten van Napoleon 1 in Heemkring dEuzie, nr. 39 p. 91 t.m. 96, tijdschrift v.d. heemkundige kring van Stekene. Van de auteur is onder www.deuzie.be nog een lijst te vinden van weerspannige dienstplichtigen uit Kemzeke en Stekene. Hier de namen van hen die er het leven bij inschoten.
ABAR Jan Jacobus: geb. Stekene. Fuselier 2e bat. 14e reg. Opgenomen in het hospitaal 14.09.1808. Overl. 05.11.1808, door een kogel te Pauplune bij Sedan, Spanje. BAERT Paul: geb. 26.05.1788, Stekene, zn van Phillipus & Catharina HERMAN. Lengte 1,73 m. Chasseur 4e comp. 3e bat. 12e reg. Opgenomen in het hospitaal 14.10.1808. Overl. 21.11.1808 te La Rochelle. BOON Jacobus: geb. 10.06.1788 Moerzeke, zn van Jacobus en Elisabeth de RYCK. Lengte 1,6 m. Opgenomen in het hospitaal 13.11.1807. Overl. 01.12.1807, door koorts te Rennes, Frankrijk. BOUDEWIJNS Adriaan: geb. Stekene, zn van Albert & Brigitte DESMET. Fuselier 4e comp. 2e bat. 70e reg. Opgenomen in het hospitaal met koorts 20.12.1812. Overl. 28.12.1812 te Valladolid, Spanje. (21 jaar). BRIJS Jozef: geb. Stekene, zn van Fillipus & Paula PUYLAERT. Fuselier 2e comp. 1e bat. 102e reg. Overl. 03.10.1812 te Alvereete, Spanje. Door koorts. DE DOBBELAERE Domenique: geb. Kemzeke. Fuselier 3de comp 66ste regiment. Opgenomen in het hospitaal 05.O3.1816. Overl. 18.03.1816 door koorts in Poitiers, Frankrijk. DE MEYER Jozef: geb. Kemzeke, zn van Jan Batist & Annie van DAELE. Deserteur 01.04.1806. Fuselier 6de compagnie 2de bat. 53ste infanterie regiment. Gewond op 23.09.1806. Overl. 23.12.1806 te Verona. DE PRAETERE Emmanuel: geb. 11.09.1788 Stekene. Fuselier 6de comp. 3e bat. 14e reg. Lengte 1,58 m. Opgenomen 02.10.1807 in het hospitaal. Overl. 16.11.1807 in Sedan. (19 jaar). DE RUYDT Amar: geb. Stekene, zn van Jan Batist & BarbeleBAERT. Fuselier 85e reg. Overl. 05.04.1812 te Leuven. (21 jaar). DE SUTTER Jan Batist: geb. Kemzeke, zn van Jan Pieter & Anne Francisca GERAERT. Fuselier 3de comp 1ste bat 70ste regiment. Opgenomen met dysenterie in hospitaal van Vallodolid 31.10.1812 en overl. 25.11.1812 te Vallodolid (22 jaar). DE WOLF Domenique: geb. 27.12.1785 Stekene, zn van August & Anne Therese STEALARUM. Korporaal 4e comp. 1e bat. 3e reg. Opgenomen in het hospitaal 27.07.1812. Overl. 16.10.1812 te Trieste. EVERAERT Pieter Daniel: geb. Kemzeke. Opgenomen in het hospitaal van Oudenburg op 19.06.1809 door verwondingen in de slag van Raad. Overl. 06.07.1809. HULSTAERT Jozef: geb. 02.03.1788, Stekene, zn van Antoon. Lengte 1,55 m. Fuselier 7e comp. 3e bat. 4e reg. Opgenomen in het hospitaal met koorts 04.06.1810. Overl. 08.06.1810 te Puerto S.Maria, Spanje. IVENS Jan Frans: geb. Stekene, zn van Ferdinand & Petronella van REMOORTEL. Grenadier 85e reg. Soldaat sinds 15.05.1807. Overl. 23.01.1813 te Borisow, Rusland (26 jaar). LARDUWEL Pieter: geb. Stekene, zn van Pieter en Elisabeth van de VELDE. Fuselier 8ste comp. 2e bat. 95 reg. 1e corps 3e devisie. Opgenomen 05.10.1807 in het hospitaal. Overl. 19.11.1807 van magerte in Frankrijk. (29 jaar). LAUREYS Jan Frans: geb. Stekene. Fuselier 5e comp. 1e bat. 106e reg. Opgenomen in het hospitaal 03.03.1809. Overl. 09.03.1809 te Vudine wegens ziekte. LINDHOUT Pieter Frans: geb. Stekene. Fuselier 5e comp. 6e bat. 131e reg. Overl. 08.07.1813 te Veere (Nl). (22 jaar). MICHIELSEN Jan: geb. Stekene, zn van Pieter & Marie Louise STEEPUT. Grenadier 5e bat. 14e reg. Overl. 15.12.1808 te Paupline, Spanje. Gesneuveld. PELLEMAN Jan Batist: geb. Stekene. Dragonder 27ste reg. Overl. 1806 in het hospitaal van Haguenau. (23 jaar). SAMAN Docus: geb. 30.03.1788 te Stekene, zn van Jan & Petronilla van BOXELAERE. Lengte 1,73 m. Grenadier 100e reg. Opgenomen in het hospitaal 03.07.1809. Overl. 21.02.1810, door een kogel te Augsburg. SMET Antoon: geb. Stekene. Fuselier 6e bat. 131e reg. Opgenomen in het hospitaal met dysenterie 26.09.1812. Overl. 23.10.1812, te Veere (Nl). (19 jaar). TEMMERMANS Frans: geb. 02.05.1786 Stekene, zn van Jan & Catharina van CLAPDORP. Lengte 1,67 m. Fuselier 2e comp. 5e bat. 112e reg. Opgenomen in het hospitaal met koorts 02.09.1813. Overl. 27.09.1813 te Florence. van DAELE Jan Batist: geb. Stekene. Fuselier 1e comp. 31e bat. Nederlands leger. Overl. 10.10.1815 te sHertogenbosch (Nl). (31 jaar). van HOYE Renaat:geb. Stekene, zn van Jozef & Josepha FORSTIANE. Fuselier 1e comp. 4e bat. 106e reg. Opgenomen in het hospitaal 08.09.1811. Overl. 02.11.1811 te Bologna. Venerische ziekte. (27 jaar). van REMOORTERE Bruno: geb. Kemzeke, zn van Gilles & Cecile van HAEVER. Fuselier 1ste comp. 4de bat. 33ste regiment. Opgenomen in het hospitaal 07.12.1813. Overl. 07.01. 1814 aan dysenterie te Marienburg, Pruisen. van VOSSEL Alex: geb. Stekene. Fuselier 23e reg. V 20 augustus 1809 te Knin. (26 jaar). VERBIESEN August:geb. Kemzeke, fuselier 1ste comp. 1ste bat. 46ste reg. Opgenomen in het hospitaal van Mechelen op 13.01.1810 en overl. 14.02.1810. VERCAUTEREN Modeste: geb. Kemzeke. Fuselier 2de comp. 2e bat. 70ste regiment. Gewond 22.06.1811. Overl. 24.06.1811 in Tarragona te Tortose, Catalonië, Spanje. VERDICKT Pieter: geb. Kemzeke, zn van Josephus & Isabella VERCRUYSEN. Fuselier in het 100ste regiment. Overl. 03.03.1807 in het hospitaal van Straatsburg. (22 jaar.). VERMEIRE Jan Batist: geb. Stekene. Fuselier 8e comp. 3e bat. 13e reg. Opgenomen in het hospitaal 22.01.1807. Overl. 10.02.1807 te Coughano. Door de pest. VINCK Jacobus Franciscus: geb. Stekene, zn van Gillis en Maria de RECHTER. Deserteur 03.10.1805. Fuselier 2e comp. 1e bat. 106e reg. Opgenomen in het hospitaal 16 februari 1809. Overl. 27.02.1809 te Vudine aan waterzucht. WUYTACK Judocus: geb. Stekene. Fuselier 6e comp. 6e bat. 131e reg. Overl. 19 juli 1812 te Veere (Nl). (23 jaar).
Foto: Grenadier van het 3de regiment Gardegrenadiers te voet, illustr. van de Franse kunstenaar Hippolyte Bellangé (1800-1866).
Jan AERTSONE, Jan BAERT, Jan BAES Joessone, Jan BAES, Joos BAES, Jacop BASELIS, Michiel BASELISSONE, Adriaen van BAVEN, Jan van BAVEN, Jan BETTENSONE, Willem de BLARE, Jacop BLOMMAERT, Daem BOEYAERT, Michiel BOEYAERT fs Jans, Pieter BOEYE, Claeus van BOGHARDE, Joos BOGHAERT,Jan van BORBUER fs Jan, Aernout BOSSELE, Thuenijs de BOT, Jan BOYAERT fs Joos, Michiel BOYAERT Jordaenssone, Martijn BOYE, Willem BORECKAERT, Jacop vander BRUGGHEN, Pieter CAES, Adriaen CALUWAERT, Lauwer CALVAERT, Jan CLAESSONE, Thijs CLAESSONE, Zegher de CLEENE of Cleene de ZEGHER ?, Jan COLE, Jan de CONINC, Karel de CONINC (schepene), Pieter de CONINC, Jan de CONINC, Heyn de COOMAN, Aert vander COUTEREN, Gheeraerd vander COUTEREN (schepene), Gheeraert vander COUTEREN fs Boudijn, Gillis vander COUTEREN, Heyne vander COUTEREN, Jacop vander COUTEREN, Jan vander COUTEREN fs Gillis, Jan vander COUTEREN fs Jans, Jan vander COUTEREN fs Michiels, Joos vander COUTEREN, Michiel vander COUTEREN, Nychasijn vander COUTEREN, Willem vander COUTEREN fs Michiels, Pieter van CRUBEKE (schepene), Heyne DANKAERT, Pieter DANSAERT, Gills DERTE, Dieric DIERICXSONE, Symoen DIERICXSONE, Jan de DIJKERE, Cornelis DOYE, Michiel vander EEKEN, Jan vander ELST, Jan van ENDE, Jan EVERMOET, Pieter EYVAERT, Joos GAWECH, Willem GAWECH, Jan van GHEERTSEM, Pieter van GOESELAER, Symoen GOORIJS, Jan van GOYE, Daem vander HAGHEN, Jan vander HAGHEN, Lauwer vander HAGHEN, Michiel vander HAGHEN, Sanders vander HAGHEN, Gilis HANNEMAN, Jacop HANNEMAN, Jan HASAERT, Adriaen HELLEGHEER, Gillis HELLEGHEER, Jan HELLEGHEER fs Barthels, Jan HELLEGHEER, Lauwer HELLEGHEER fs Thuenijns, Michiel HELLEGHEER, Pauwels HELLEGHEER, Pieter HELLEGHEER, Thuenijs HELLEGHEER, Willem HELLEGHEER, Jan HEYNSSONE fs Mathijs, Jan HEYNSSONE, Jan van HOEWEGHE, Lauwer HOUMAN, Philips de JONCKERE, Luuc de KERF, Adriaen de KEUER, Christiaen van LARE, Jan van LARE, Ghelnijn LIJBROUC fs Jans, Jan LIJSBROUC fs Gheerts, Jan LIJBROUC fs Jacops, Adriaen LONISSONE, Jacop de MAYERE fs Jans, Jacop de MAYERE, Jan de MAYERE fs Wouters, Jan de MAYERE, Loonijs MOENSSONE, Joorijs MOENSSONE, Martijn MOENSSONE, Michiel MOENSSONE fs Michiels, Michiel MOENSSONE, Symoen MOENSSONE, Joorijs MOERDIJC, Joos van MOORTERE, Zeger de MUELNARE, Gheert de NACHT, Joos de NACHT, Pieter PERNENTIER ende sijn sone, Jan PIERSONE, Lauwer PIERSONE, Jan PIERSSONE fs Cornelis, Jan van PUDEMBROUC fs Pieters, Martijn van PUTTE, Pieter van PUTTE, Joos van QUAETHUEKE, Bernard van RAEMDONC, Jacop van RAEMDONC, Symoen van RAEMDONC, Michiel van RAEMSDONC, Jan RAYWAERT, Olivier RAYWAERT, Jan REYNOUD, Pieter REYNS, Pieter ROELOF, Claeus ROES, Jacop ROTTIER, Adriaen de ROUC (meyere),Gheeraert de RUTERE, Jacop de RUTERE fs Gheerts, Symoen SAMAN, Claus van SCAVERBEKE, Jan van SCAVERBEKE (schepene), Gillis de SCOEMAKERE (schepene), Raes SERGHEERTS, Willem SEYSONE, Thijs SEYSONE, Gillis de SMET, Jan de SMET fs Gillis, Jan de SMET fs Meeus, Jan SMET, Jan SOYSSONE, Adriaen de SPOELDERE, Thijs STAES, Sanders STOUTE, Willem SWANAERT, Olivier SYMOENS, Gillis TAYBAERT, Cornelis de TAYE, Jan de TAYE, Sent de TAYE, Willem de TAYE, Philips TRIELANT, Jan TUCLANT, Pauwels TUCLANT, Claus de TUTELARE, Jan van VELDE, Wouter van VELDE, Michiel van VERNE, Philips VEYKE (schepen), Zegher VIJD, Nyclasijn van VIVERE, Jan vanden VIVERE fs Pieters, Pieter de VLIEGHERE, Willem VOET, Jan VOLKERIC, Pieter VOLKERIC, Wouter VOOLMAN, Lauwer VRANKE, Jan van WALE, Michiel van WALE, Pieter van WALE (schepene), Joos van Werve, Gillis WEYN, Jan WEYNS, Willem de WITTE, Jacop WOLBRAND fs Jans, Jan WOLBRANT, Pieter WOLBRANT, Joos WOUTERS fs Luucx, Jan WOUTERSSONE, Pieter ZEGHERS.
Bron en info: cfr. mijn blog dd. 05.09.2005. Voor Melsele bestaat er ook nog een lijst van weerbare mannen in 1552. Foto: Landsknecht met vrouw, ets van Daniël Hopfer (ca 1470-1536).
Wie voorouders zoekt in Haasdonk en wil weten hoe zij aan de kost kwamen, vindt misschien zijn voorvader in volgend lijstje. Bij de opmaak baseerde ik mij eensdeels op mijn notas uit Haasdonkse archivalia en anderdeels op bestaande lijsten eertijds opgesteld door Médard Caluwé en verschenen in Vlaamse Stam (jaar 1978, p. 487 e.v.; jaar 1979, p. 295 e.v. en 462 e.v.). Bij de in VS gepubliceerde namen zet ik een sterretje achter de familienaam. De datum tussen haakjes verwijst naar het jaar van het archiefstuk. Veel zoekgenot!
Michiel Frans Anné * geb. ca 1713 griffier der keure en procureur van het Beverse in Haasdonk (1774) Anthoine Batens kleermaker ? (1705) Jan Baptist Bernard * geb. ca 1754 onderpastoor (1792) Francies Boel smid (1741) Gillis Boel * fs Jan, geb. ca 1720 meester-smid (1748) Jan Francies Boel * fs Gillis, geb. ca 1745 geh. Joanna van Reet, meester-smid (1785) Pauwels Bolcen ontvanger van de prochie (1594) Andries Bollaert * fs Joseph, geb. ca 1739 mulder (1769) Joseph Bollaert * geb. ca 1714 meeste molenaar (1741 en 1746) Bernard Brijs geb. ca 1750 hoedenmaker (1809)Frans Brijs kleermaker (1767) Gillis Brijs * fs Gillis, geb. ca 1693 saetsichter en arbeider (1747) Jan Anthonij Brijs winkelier (1769) Jan Francies Brijs in dienst bij Francies Boel Jan Frans Brijs stoeldraeijer (1764) Joseph Brys geb.1783 conscrit in de reserve van het jaar 12, hoedenmaker (1808) Joseph Brijs leverde winckelwaere Ludovicus Brijs * fs Pieter, baertscheirder wonende inde soo genaemde forten (1792)Niclaes Brijs bakker (1707) Adriaen Broeckaert kleermaker (1662) Hans Brouckman ontvanger van de prochie (1589/1590) Jacobus Busschaert * geh. Peeternelle Heirman, tavernier in St Sebastiaen (1785) Joseph Busschaert * fs Jan Baptist, geb. ca 1738 blockschoenmaecker(1791) Joos Buytaert metser (1724) Lucas Cappe (ca 1603 - Haasd. 1658) geh. Elisabeth Alens, brouwer en landman Anthony Claus * geb. ca 1656 stadhouder van de keure in Haasdonk (1692) .N.N. Claus leverde steen ende calck (1725)Pieter Claus geb. ca 1605 greffier der prochie van haesdoncq (1641 en 1658)Jaecques Cole over peerdewerck (landman ?)(1719) Jan Cole kleermaker (1662)Petrus Cole over peerdewerck (landman ?) (1680) Pieter Cruypelant * fs Marcus, geb. ca (1722) kleermaker (1781) Adriaen de Backere * geb. ca 1625 landman (1665)B.D. de Backere vice-pastor (1751) Merten Debbaut over peerdewerck (landman ?) ook pachter van het beste hooft (1772) Bartholomeus de Blick (ca 1691 - Haasd. 1741) geh. Maria van Landeghem, landman en vlaskoopman (1739) Francies de Block beenhouwer (1796) Pieter de Block leverde winckelwaere, ook bakker ? (1707 en 1725) Andries de Dijcker * geb. ca 1714 schaapherder (1769) Martinus de Douw in dienst bij familie de Grim (1719) Jan de Hertoghe * geb. ca 1602 brouwer en landman (1635) Franciscus Ludovicus de Laet * fs Jan, geb. ca 1735 blokschoenmaker en bakker (1768) Jan Frans de Laet * geb. ca 1720 meester bakker, blokschoenmaker, landman en gewezen kerkmeester (1791) Joseph de Laet * fs Jan, geb. ca 1725 blockschoenmaecker (1768) Pieter Joannes de Laet * fs Frans, geb. ca 1757 beenhaudere ende coopman in beesten,geh. Maria Amelberga Lissens (1791) Jan de Loos * geb. ca 1680 hovenier geh. Cornelia Livina de Cock (1739) Adriaen de Maeyer pachter van het beste hooft (1772) Andries de Maeyer temmerman (1719) Marie de Maeijer leverde winckelwaere (1725) Laureijns de Maeyer barbier (1705) Lauwereys de Maeyer klompenmaker (1707) Cleomedus Donatus de Munck *fs Frans, geb. ca 1724 schepen (1773) Francis de Munck fs Merten (Beveren 1661 - Haasd. 1731) geh. Livina de Aer a. DAeyers, brouwer inde drij coninghen (1731 ?) Geeraerd Alexander de Munck *brouwer en hostellier in de sterre (1771 en 1792) Pieter de Munck * geb. ca 1695 officier en schepenbode (1739) Pieter de Munck blokmaeker (1796) Gillis de Nau, brouwer (1758) Gillis de Puysselaere herbergier of brouwer (1613) Pieter Jacob de Puysseleir * fs Gillis, geb. ca 1752 geh. Amelberga van Mieghem, landman wonende in t kwartier de heirbaene (1792) Adriaen de Ridder fs Joannes en Maria Wouters (Haasd. 1620 - id. 1668) brouwer en landman (1654 en1662) Carel de Rijcke * fs Gillis, geb ca 1729 landman (1771) Gillis de Rijcke * fs Joos, geb. ca 1689 landman (1766) Jaecques de Rijcke over peerdewerck (landman? ) (1719) Joos de Rop hovenier of boomkweker (1662) Frans de Schepper herbergier of brouwer (1770) Jacobus de Schepper * fs Jan, geb. ca 1685 landman en schepen (1753) Cornelis de Swerte * geb. ca 1649 gezworen meester chirurgijn wonende te Beveren bij Gillis de Teye (1692) Jan de Swerte de jonghecherurgijn (1662) Jan de Swerte meester chirurgijn? (1772) Anna de Waele dienstmaerte in 1715 bij Cornelis de Grim (1716) Jan de Wilde * geh. Joanna Staes (geb. ca 1715) winkelierster en verkoopster van bier en brandewijn (1770)Jan de Winter geb. ca 1662 mulder te Haasdonk (in melendino). In 1689-1691 pachter van de Pismeulen te Bazel (1698) Pieter Josephus de Witte * fs Jacob, geb.ca 1761, nachtwaker ofte hanneken uijt (1795) Andries dHaens geb. ca 1649 graankoopan en (mulder?) (1692 en 1725) Dominicus dHaens mulder (1796) Jan Baptist dHaens * fs Judocus, geb. ca 1749 mulder wonende bij vader (1769) Joos dHaens geb. ca 1662 molenaar pachter van den wint ende rosmeulen van den hertog van Arrenberch ende van Aerschot (1707, 1709 en 1720) Judocus dHaens * fs Andries, geb. ca 1722 mulder (1767) Carolus Josephus dHondt * geb. ca 1725 meier en stadhouder van Haasdonk (1769) Joos dHooghe molenaar (1719) Judocus dHutser * geb. ca 1695 winkelier en landbouwer (1766) Jan Baptiste Dierickx doctor (1758) Emanuel Josephus d0ignies * geb. ca 1739 licentiaet in de medicijnen (1764, 1767 en 1769) Jan Duerinck * fs Pieter, geb. ca 1679 woonde inden keyser en geh. Barbara Vercruyssen, geb. ca 1689 weirdinne inden keyser (1723) Jan Dullaerdt geb. ca 1586 griffier te Haasdonk en sgravemanne van hove van Waes (1653) Nicolaes Dupont *geb. ca 1670 meester organist (1698) Pieter Duymelinck bakker (1796) Josephus Egghe, winkelier: leverde o.m. coussens, socken ende lynwaet (1787 en 1796) Michiel Egge ontvanger van Haasdonk (1707) Jacobus Engels fs Joos: bakker, weduwnaar van Anna Maria van der Roost (1729) Joos Engels fs Joos, bakker (1700) Antoni Fieer * fs Gerard, geb. ca 1750 lijnwaadwever en koopman (1795) Franchois Franssens * geb. ca 1688 schepenbode en knecht van de meier (1732 en 1766) Jan Franssens baardscheerder (1725) Lucas Franssens * geb. ca 1622 landman (1656) Adriaen Geeraerts wagenmaker (1741) Jacobus Geldtmeyer * geb. ca 1734 muldersknecht (bij Joseph Bollaert?) (1767) Jacobus Frans Gijs * geb. ca 1747,meester timmermansknecht (1770) Sebastiaen Giodt,schepen der prochie van haesdoncq (1641) Pieter Hemeleyr * fs Michiel, geb. ca 1723 meester wever (1767 en 1769) Pieter Jan Hens * geb. ca 1725 meester blockmaecker (...) ende houdende cruijnierswinckel (1788) Frans Heyman * geb. ca 1701 brouwer, hostelier en landsman (1750) Joseph Heyman * fs Frans, geb. ca 1741 koopman en meester blokmaker (1780) Daniel Heyndricx * geb. ca 1590 stadhouder en meier (1654) Michiel Hoornicx * geb. ca 1599 officier en assistent van stadhouder en meier (1659) Dhoirs Adriaen Hillegeer over peerdewerck (landman ?) (1719) Guiliam Huyberecht * fs Guiliam, geb. ca 1694 meester metser (1721) Guilliam Huybrechts klompenmaker (1707) Guilliam Lambrecht * geb. ca 1726 meester gelaesemaecker en vlaskoopman (1758) Guilliaem Lemmens koster (1662) Jan Lemmens koster (ca 1707) De weduwe Vincent Lems winkelierster (1719) Gillis Lijssens * geb. ca 1660 geh. Elisabeth van Hoyweghen, weert in het cruijs (1690) Jan Lyssens ontvanger van de Keure deser prochie (1772) Joannes Laurentius Lijssens schoolmeester (1796) Pieter Lijssens timmerman (voor het maecken van de doodtkieste) Huybrecht Lombaert * geb. ca 1595, landman en brouwer (1655) Lambertus Loyaerts geb. ca 1651 pastoor (1692 en1707) Jan Maesstroosnydere (1600) Jan Maes geb. ca 1616 geh. Amelberghe de Burchgraeve, brouwer, tavernier en landman (1644 en 1659) Jan Frans Martijn * fs Frans, geb. ca 1738 koster (1792) Anna Meert * fa Jan, geb. ca 1668 geh. Adriaen Duymelinck, wonende te Haasdonk maar dienstmaerte te Beveren (1699) Jacobus Melis * geb. ca 1693 landman (1768) Judocus Melis * fs Jan Baptist, geb. ca 1743 winkelier en hovenier geh. Cornelia Polfliet (1795) Philippus Jacobus Melis * fs Jacobus, brouwersknecht (bij Pieter de Munck ?) (1768) Ingelbert Michiels leverde winckelwaere (1662) Anna Nots, voor afleggen overledene (1751) Jan Noyrouw leverde winckelwaere (1662) Joos Noyrauw leverde mout (1696) Ambrosius Anthonius Josephus N(e)ijts geb. ca 1747 licentiaat in de medicijnen (1772 en1796) Pieter Noorts * geb. ca 1713 landman en burgemeester (1773) Pieter Judocus Noorts * fs Pieter, geb. ca 1764 landmeter en blompelder (1791) Daniel Peerens * geb. ca 1689 stoeldraaier (1721) Joseph Peirsman * griffier (1770) Joos Perssemiers * weert inde swaene (1701) Ludovicus Emanuel Poppe * geb. ca 1749 meester chirurgijn (1780) de weduwe van Frans. Ferdinandus Reynaerts postmeester te Sint-Niklaas (1770) Jacobus Reynaerts * fs Nicolaes, geb. ca 1667 meier van Haasdonk en procureur van de halle van Beveren (1691) Bruno Ridders * fs Frans, geb. ca 1718 meester blokschoenmaker (1768) Frans Ridders * fs Frans, geb. ca 1731 meester blokschoenmaker (1768) Joanna Ronsmans * geb. ca 1712 geeede vroedevrouwe (1767) Bartholomeus Rooman leverde meel (molenaar of molenaarsknecht ?) (1772) Joannes Jacobus Schoofs * geb. ca 1760 wagenmaker (1792) Jan Baptist Servaes * fs Jan, geb. ca 1704 meester kleermaker (1743 en 1746) Pieter Servaes kleermaker (1728) Jan Smetin het vossecot herbergier of brouwer (1696) Jacobus Snouck over peerdewerck (landman) (1680) Petrus Jan Spiessens * fs Cornelis, geb. ca 1729 hostelier in de Drij Coningen (1767) Frans Staes * fs Adriaen, geb. ca 1690 landman (1747) Joanna Staes * geb. ca 1713 herbergierster inde boere laeffenisse en geh. Jan Baptist de Wilde (1787) Thomaes Staes * fs Judocus, geb. ca 1729 meester kuipersbaas (1788) Weduwe Jacobus Stuer leverde winckelwaere (1725) Albertus Suy * fs Michiels, geb. ca 1631 smid (1658) Baudewijn Suy, leverde doodskisten (timmerman ?) (1662) Jan Suy, idem (timmerman ?) (1662) Jaecques Suye * geb. ca 1628 chirugin (1656) J.B. Temmerman herbergier of brouwer (1751) Anna Thijs ontvangt bodeloon van familie de Grimme (1719) Judocus Tuttens * geb. ca 1733 schoenmaker (1789) Pieter Vaerewijck leverde brood en winkelwaren (1707) Joos van Bercmoes chirurgijn ? (1605) Thomas van Ceulen fs Pieter (1685 - 1759) winkelier en imker, geh. met Elisabeth Varenberch (1751) Jan van Cleemputte * geb. ca 1628 landman en ontvanger (1654) Carel vanden Bergheschalidecker (1653) Franchois vanden Berghe leverde schalien (1660) Frans van den Hest apotheker, dokter of chirurgijn (leverde droguen) (1758) Jan vande Perre * geb. ca 1610 burgemeester en schepen (1658) Jan vande Perre ontvanger van de Keure deser prochie (1772) Pieter van der Borght kleermaker (1719) Jan Baptiste van der Guchte schoolmeester ? (1741) Jan Baptist vander Meulen * fs Martinus, geb. ca 1745 soldaet (...) provoost (...) van dese prochie van haesdonck (1785) Michiel vande Vijver * fs Matthijs, geb. ca 1702 wever (1747) Judocus van Dycke ontvanger van de Keure van haesdoncq (1707)Pieter van Dijcke herbergier of brouwer, misschien dezelfde als Pieter van Eijcke (1719) Pieter van Eijcke fs Jan, geb. ca 1628 tavernier en wijnverkoper (1690) zijn weduwe (1717) Pieter van Eijcke herbergier of brouwer (1725) Gillis van Geertsom over peirdewerck (landman ?) (1729) Theodoor van Geersom over peirdenwerck (landman) (1725) Jacobs van Giots ontvanger van de prochie (1597) Philippus van Goethem te Beveren leverde turf (1787) Joseph van Goeye * fs Jan, geb. ca 1728 vlaskoopman (1761) Pieter van Goeye * fs Jan, geb. ca 1706 griffier van de burggravije in Haasdonk (1761) Jan van Goye ontvanger van de prochie (1600 en 1605) Adriaen van Havenberghen tavernier of brouwer (1604) Gillis van Haveren * geb. ca 1748 schoenmaker (1789) Hendrick van Herwegen * geb. ca 1710 blokmaker en geh. Joanna Staes naaister en wasvrouw (1750) Jacob van Hulle meester chirurgijn ? (1599) Maria Catharina van Landeghem * geb. ca 1729 wed. van Pieter Noorts hebbende eenen blompelmeulen werckende met een peirt (1792) Pieter van Landeghem * fs Anthony, geb. ca 1674 landman (1747) Joannes van Larecleermaeker (1796) Jan van Leuvenhaghemeester chierurisijne te Beveren geb. ca 1684 en geh. met Maria Theresia Cant (1720) (1742) Elisabeth van Mieghem in dienst bij Cornelis van Doorhof (1772) Pieter van Oste * geb. ca 1607 landman (1658) Jan van Raemdonck * herbergier in het bourgons Cruijs (1772) Jan van Roije kleermaker (1707) Anna van Roijen dienstmaerte bij familie de Grim (1719) Jozef van Royen * fs Jan, geb. ca 1754 landman geh. Amelberga Beerthaerdt (1792) Frans van Strijdonck leverancier van steen (1787) Jacobus van Tenten * fs Gillis, geb. ca 1690 timmerman (1721) Joannes van Tentenleire schoenmaeker (1796) Jan van Vivreweert (1584 en 1586) Geeraert van Wassenberghmeester chierursijn (1735) Jan Varenwyck wagenmaker (172O) Judocus Verberckmoes schepenen deser prochie (1750) Judocus Verberckmoes kleermaker, verkocht ook snuif (1751, 1754 en 1758) Guill. Vercauteren ontvanger van de prochie (1772) Jan Vercruijssentemmerman ende stroydecker (1724) Joseph Vercruyssen * fs Joseph, geb. ca 1748 fabrique wever (1769) Jan Verhelst, ontvanger van de prochie (1590/1591) Anthonius Verelst ontvanger van de prochie (1598 en 1602) Lucas Verelst ontvanger van de prochie (1598, 1599 en 1600) Jan Vergauwenweert in den vijfhouck (1596) De wed. van Jan Vergauwen, over peerdewerck (landman ?) (1772) Adriaen Verlee schoenmaker (1662) Pieternelle Verstappen dienstmaerte bij Cornelis de Grim (1716) Adriaen Verstraetenwaegenmacker (1705 en 1716) Joseph Verstraeten timmerman ? (voor t maken van dootkiste) (1751) Jacob Vijlain ontvanger van de prochie (1592) Gillis Volckerick * fs Gillis, geb. ca 1696 landman (1777) Alouysius Waumangreffier van haesdonck (1724) Peeter Weemaes smet (1705) Jacobus Weemaes smit (1716,1719 en1770) Jan Francies Weyn (geb. ca 1714) winkelier en vlaskoper, geh. met Joanna Catharina van Ceulen (1751 en 1753)
Mijn kwartier nr. 25 luistert naar de naam Joanna Catharina De Borggrave. Zij werd geboren te Haasdonk in het gehucht de Bank, als telg uit een geslacht dat doorgaans als herbergier aan de kost kwam. (de) BORCHGRAVE, (de) BURCHGRAVE. Middelnederlands: borchgrave, burchgrave: burggraaf. Bijnaam en beroepsnaam. Vroeger in de betekenis van hoofd van de burchtwacht of de ribauden. Onwaarschijnlijk de edelman: de burggraaf (1). I.p.v. vanuit kwartier 25 op te klimmen naar nr. 3200 ga ik omgekeerd te werk met als resultaat een stamreeks de BURGGRAVE.
3200 en 3201. de BURCHGRAVE Pieter fs Jans.Overl. voor 1624 ? Gehuwd met sMAREN Catharina.Overl. nà 1637 ? Blijkens volgende vermeldingen in schepenakten was Pieter herbergier te Haasdonk. - Haasdonk 14.02.1610 : ten huyse van pieter de Burchgrave fs Jans als weert binnen p(roc)hye van haesdonck (Hdk. reg. 645); - Temse 24.12.1609: xiiijen decemb. 1609 zyn v(er)gaedert gheweest ten huyse pr. de Bureggrave weert binnen der prochie van haesdonck (2); - Haasdonk 09.03.1609: pieter de burchgrave c/ guilliaem van perre heest 6 £ 2 s. 4 gr. van leveringhe van maute ; Haasdonk 09.05.1609: pieter de burgrave c/ Anthoins van stappen heest 4 £ 10 s. 11 gr. gereckents gelts conforme vrs bouck hanteeck. stande op shrs bouck ; Haasdonk 04.07.1609: pieter de burcgrave c/ margriette vercauteren heest ontlastinghe van 6 g. 4 d. tsiaers aenden heere van bussele onderen den dooren te beveren ; Haasdonk 20.02.1610: pr. de burgrave c/ margriette vercauteren heest dat de ver sal ontlaesten huys ende hof van helft van eenne Rente van 8 s.gr. tsiaers die jan de vrie brouwer ter gauwen daer ontheffende is geweest ende de selve Rente nu gecocht by philips meese (3). Hun kinderen geboren te Nieuwkerken:
1. Anna, geb. 18.02.1601. 2. Catharina, geb. 25.11.1607. 3. Pauwels, geb. 01.01.1613 en overl. Haasdonk 09.03.1688. Huwde Sint-Niklaas 13.02.1638 (tt: Martinus Rottier en Joannes Maes) Amelberge MAES (Sint-Niklaas 22.02.1606 - Haasdonk 03.10.1683) fa Jan en Margriete Speelman (nrs. 1600 en 1601). 4. Cathalyne, geb. 11.07.1615. 5. Janneken, geb. 01.09.1618. Dezelfde als Janneken Burghgrave gehuwd te Nieuwkerken 18.02.1642 met Michiel VAEL en overl. voor 19.11.1667 te Nieuwkerken (Staat van Goed)? Waarvan een zoon Joannes Vael, geb. Hdk. 12.02.1643 en 15de ged. (ss: Joannes Maes en Catelijn Vaes (Vael?)).
Hertrouwde Catharina sMAEYERS te Nieuwkerken op 14.11.1623 met Merten ROTTHIER (tt: Jacob Rotthier en Michiel Vercauteren)?
1600 en 1601. de BURGRAVEPauwels fs Pieter en Catharina sMAREN, geb. Nieuwkerken 01.01.1613 en overl. Haasdonk 09.03.1688. Gehuwd te Sint-Niklaas 13.02.1638 met MAESAmelberge fa Jan en Margriete SPEELMAN (in de hoofdcijns Sint-Baafs, Temse 16), geb. Sint-Niklaas 22.02.1606, overl. Haasdonk 03 of 30.10.1683. Pauwels was denkelijk herbergier: 14.05.1646 soo zyn vergad(er)t geweest ten huyse van pauwels de Burghgrave binnen de prochie van haesdonc een(en) melsen (ver)str(aeten) ter eenen syde, ende een(en) Gillis van goethem ter and(ere) zyde (4). Hij was eigenaar van een hofstede nr. 1218, 94 roeden groot, te Haasdonk in het wijcxken achter de bancke. Verder zeker nog 5 stukken land in de gavers ende brandtwyck en een dito stuk in het wijcxken aen het vossekot. In 1670 raamt men zijn onroerend goed op 8 gemeten 65 roeden. In 1684 komen de hofstede en 3 stukken land (nrs. 1022, 1023 en 1200) in handen van zijn zoon Pieter, die in 1686 ook het perceel nr. 1216 verwerft (5). Hun kinderen, allen vermeld in de hoofdcijns:
1. Katelijne, ged. Nieuwkerken 03.03.1638 (ss: Pieter Staes en Cathalyne de Maere). Overl. Haasdonk 09.04.1706 en 11de begraven. Huwde te Haasdonk 16.10.1663 (tt: Petrus Braem en Martinus Braem) Adriaen BRAEM, geb. Tielrode 10.11.1632 en overl. Haasdonk 16.08.1707. Hun kinderen geb. te Haasdonk: 1. Josijne Braem, geb. 08.02.1665. 2. Amelberga Braem, geb. 17.09.1667. 3. Pieter Braem, geb. 14.03.1670. 4. Gillis Braem, geb. 07.02.1673. 5. Maria Braem, geb. 02.05.1674. 6. Egidius Braem, geb. 22.05.1677.
2. Pieter, geb. Haasdonk 15.12.1641 en 16de ged. (ss: Joannes (?) Maes en Catharina Burgrave). Overl. Haasdonk 13.08.1728. Huwde: 1° Haasdonk 03.12.1667 (tt: Paulus Borghgraef en Andreas Braem) Amelberga van GENACHTEN fa Jan en Elisabeth Giot (Haasdonk 28.02.1645 - Haasdonk 23.03.1696) (nrs. 800 en 801); 2° Haasdonk 30.10.1696 (tt: Michael van Geetsom en Franciscus de Burggraef) Eleonora GOEDERICX,geb. ca 1660 en overl. Temse 18.09.1739. 3. Maria, geb. Haasdonk 04.04.1644 en 6de ged. (ss: Paeschier Tilens en Catharina Bolsens). Huwde Haasdonk 12.09.1679 (tt: Joannes Norrauw, Joannes van Kemseke, Amelberga van Genachte en Egidius Blommart) Andries BLOMMAERT, waarvan Jan en Joanna Catharina Blommaert. Ook een huwelijk met Jan NAUTS, waarvan Pauwel Nauts. 4. Jan, geb. en ged. Haasdonk 03.04.1647 (ss: Servatius van Roye en Marchareta Speelmans). Overl. Haasdonk 13.12.1652. 5. Amelberge, geb. en ged. Haasdonk 07.12.1648 of 1649 (ss: Michael Varendonck en Amelberga Burggraef). Als Amelberga Beurghtgrave meter in 1673 bij geboorte van Adriaen de Burghrave? Waarschijnlijk ongehuwd gebleven.
800 en 801. de BURGHGRAVEPieter fs Pauwels en Amelberga MAES, geb. Haasdonk 15.12.1641 en overl. Haasdonk 13.08.1728. Huwde: 1° Haasdonk 03.12.1667 van GENACHTENAmelberga (Haasdonk 28.02.1645 - Haasdonk 23.03.1696) fa Jan en Lijsbet Giot (in de hoofdcijns Melsele, Sint-Baafs-Gent, Appendix 7) 2° Haasdonk 30.10.1696 GOEDERIX Eleonor, geb. ca 1660 en overl. Temse 18.09.1739. In 1670 komt het onroerend goed gelegen te Haasdonk in het wijcxken achter de bancke van zijn schoonvader Jan van Genachten op zijn naam. In totaal 4 gemeten 4 roeden, waaronder de hofstede nr. 1219, groot 433 roeden. In 1679 bezit hij in totaal 10 gemeten 208 roeden. In 1681 al 12 gemeten 50 roeden. In 1684 aangegroeid met goed komend van zijn vader bezit hij 16 gemeten 100 roeden, waaronder de hofsteden nr. 1218, 94 roeden (van zijn vader) en voormeld nr. 1219 (5). Blijkens de staat van goede van 1696 (6) waren Pieter en Amelberga tijdens hun huwelijk eigenaar geworden van een behuysde hofstede gelegen achter de bancke groot ontrent de ses gemeten, ( ) die gepresen is jnt gheel op 200£.s.gr.; belast met een rente van 800 gulden aenden Eerw: witte susters tot andtwerpen. In de schuur lag taruwe, havere, boeckweije en poldervlas. Op stal stonden 2 koijen, een rent met een calfken, een vercken en een kibben. Hinnen ende kieckens geraamd op 15 schelling. Frans. de burchgrave (vermoedelijk hun zoon) stond bij hen in t krijt over pacht van 1696 van vlasland en van de hofstede. Uit de schulden van t sterfhuis blijkt dat er pacht diende betaald voor 9 stukken land en één voor huispacht. Als kleine boer baatte Pieter vermoedelijk nog een herberg uit want enkele schulden wijzen daarop: 1 £ 16 s.gr. voor levering van bier aan Jan Smet jn het vossecot, 4 £ gr. over leveringhe van maut aan Joos Noyrauw en 6 £ gr. aan de pachters van de bieren over de enyngelden. Ook de inventaris van de huisraad wijst in die richting: 13 tonne, 2 tobben, 2 draeghvoeten en 2 bierboomen ( ) 2 bierschraegen. Wettelijke staande voogden van de wezen waren Frans. de burchgrave en adr. braem. De 7 minderjarige kinderen zullen bij Pieter blijven wonen die hen zal onderhouden en kleden, en hen sal hebben te laeten leeren lesen ende schrijfven naer staete In het Haasdonkse landboek van 1702 blijkt hij als pieter de Burchgrave alias quadre slechts eigenaaar te zijn van 2 gemeten 84 roeden land. Hij heeft dan waarschijnlijk zijn landbouwactiviteit aanzienlijk verminderd (5). Uit eerste huwelijk geboren te Haasdonk:
1. Frans, geb. 06.03.1668 en 8ste ged. (ss: Franciscus Jansens en Barbara van Ghenachten). Overl. Haasdonk 04.05.1710. Huwde Haasdonk 08.02.1695 (tt: Petrus de Burchgraef en Adrianus Braem) Catharina van ENDE, overl. Temse 17.01.1759 (80 j. ?). Uit deze echt geb. te Haasdonk: 1. Petrus, geb. 14.03.1696 (ss: Petrus en Maria de Burggraef). Overl. Haasd. 07.07.1696. 2. Catharina, geb. 23.08.1697 (ss: Jan Nauts en Catharina Coppejans). 3. Franciscus, geb. 29.03.1700 (ss: Franciscus Sterck en Anna Leyssens). Overl. Haasd. 16.04.1700. 4. Elisabeth, geb. 05.04.1702 (ss: Josephus de Beurghgraef en Elisabeth de Cok). 5. Judoca, geb. 10.02.1705 (ss: Alexander de Burchgraef en Judoca Haegeman). Overl. Temse 03.10.1764. Huwde op 01.07.1742 Francis CAELDRIES.
2. Jan, geb. 17.08.1669 (ss: Adrianus Braem en Maria Borghgraef). In 1696 bij huwelyck sijns selfs bedegen sijnde. 3. Petrus, geb. 20.11.1671 (ss: Judocus de Rop en Amelberga Maes). Overl. Haasdonk 03.07.1672. 4. Adriaen, geb. Haasdonk 02.06.1673 en 4de ged. (ss: Adrianus de Maeyer en Amelberga Beurgtgrave). Overl. Haasdonk 08.05.1742 en 9de begraven. Huwde te Haasdonk 13.07.1700 (tt: Franciscus en Joannes de Burchgraef) Anna BATENS fa Gaspaer en Catharina de Puysseler (Haasdonk 04.07.1672 - Haasdonk 22.11.1739) (nrs. 400 en 401). 5. Pieter, geb. 06.03.1676 en 7de ged. (ss: Joannes Sterck en Maria Talboom). 6. Josephus, geb. 03.12.1678 en 4de ged. (ss: Joannes Smet en Margarita Verschousel). 7. Alexander, geb. 18.04.1681 (ss: Joannes de Swerte en Magdalena Segers). 8. Jacob, geb. 29.02.1684 (ss: Petrus Smet en Judoca Staes). 9. Lijsbette, geb. 30.05.1687 (ss: Theodorus van Geetsom en Elisabeth Vercauteren).
Kinderen uit tweede echt geboren te Haasdonk:
10. Maria, geb. en ged. 11.10.1697 (ss: Lucas Servaes en Maria Cauwers). 11. Amelberga, geb. 18.10.1699 en 19de ged. (ss: Franciscus Beurghgraef en Amelberga Cauwers). 12. Josina, geb. 18.01.1703 en 20ste ged. (ss: Adrianus Brame en Josina Betteson). Overl. Haasdonk 27.12.1704 en 29ste begraven.
400 en 401. de BURGHGRAEFAdriaen fs Pieter en Amelberga van GENACHTEN, geb. Haasdonk 02.06.1673 en overl. Haasdonk 08.05.1742. Huwde Haasdonk 13.07.1700 BATENSAnna (Haasdonk 04.07.1672 - Haasdonk 22.12.1739) fa Gaspaer en Catharina de Puisseler. In 1700 verwierf hij op de Keure van Haasdonk van g(illi)s staes muysenhol 3 gemeten 104 roeden bestaande uit de kaartnrs. 1136 en 1141 gelegen in de wijk het pachtgoet. In 1702 in dezelfde wijk de kaartnrs. 1135 (302 roeden komende van zijn vader) en 1090 en 1207 (samen 141 roeden) (7). Adriaen bezat een huis gelegen op de keure van Haasdonk dat in 1733 eigendom werd van zijn zoon Pieter: ... een huijs ende de voordere edeficien gestaen ende geleghen op den keure in haesdonck, op den vercseijnsden gront compiterende sijne excellentie den Artogh van Arenbergh ende Arschodt, vercreghen van wijlent Adr. de burghgrave volgens den transport ende quictantie van volle voldoeninghe in daete 14en 8bre 1733 ... (8). In 1747 wordt dit huis als volgt beschreven: ... een seker huys ende stallinghe staende op cheyns gront, groot negen roeden welcken gront is compiterende aen sijne excelentie den Artogh van Arenbergh ende Arschot geleghen op dese keure in haesdonck oost, west ende noordt jan van raemdonck ende suijt d'heirbaene ofte calsije van haesdonck ... (9). Na zijn overlijden wordt op 12.06.1742 een Contract van uijtgroothjnghe tussen zijn kinderen gemaakt. Volgende kinderen geboren te Haasdonk:
1. Francies, geb. en ged. 09.04.1702 (ss: Franciscus de Burchgraef en Paschasia de Oogh). Overl. Temse 16.04.1774. Gehuwd met Maria van GOETHEM, overl. Temse 30.09.1750, fa Jacobus en Anna d' Hooghe (nrs. 200 en 201). 2. Amelberga, geb. en ged. 10.09.1704 (ss: Andreas de Puyselaer en Amelberga Maes). Overl. Haasdonk 19.11.1704 en 20ste begraven. 3. Pieter, geb. en ged. 05.10.1705 (ss: Petrus Beurghgraeve en Amelberga Maes). Overl. Haasdonk 01.05.1746 en 2de begraven. Meester-schoenmaker te Haasdonk (10). Huwde te Haasdonk 20.10.1732 (tt: Petrus van Goey en Andreas Baert) Isabella Catharina SERVAES fa Jan en Amelberga de Winter. Zij stierf te Haasdonk 09.09.1742. Sterfhuis Isabella Catharina Servaes vermeldt op 15.01.1743 Frans. de Burghgrave en Jan Baptiste Servaes als voogden en o.m. geconquesteert een huijs ( ) op den keure in haesdonck, op den vercseijnsden gront compiteren(de) sijne exe den Arthogh van Arenbergh ende Arschodt, vercreghen van wijlent Adr(iaen) de burghgrave volghens den transport ende quictantie van volle vold(oeningh)e in daete 24en 8bre 1733 (8). Hun kinderen geb. te Haasdonk:
1. Augustinus, geb. 27.08.1733 (ss: Adrianus de Burggrave en Amelberga de Winter). 2. Fredericus Aloysius, geb. 01.08.1735 (ss: Joannes Baptista Servaes en Anna Baetens). Overl. Haasdonk 27.08.1745. 3. Maria Theresia, geb. 22.11.1737 (ss: Franciscus Burggrave en Maria Theresia Servaes). 4. Joannes Franciscus, geb. 13.06.1740 (ss: Joannes Franciscus Brijs en Joanna Servaes). Overl. Haasdonk 26.12.1740. 5. Anna Isabella, geb. 22.03.1742. Overl. Haasdonk 20.04.1742.
4. Cornelia, geb. 29.11.1708 en 30ste ged. (ss: Cornelius Baetens en Margarita Ransaerts). Overl. Haasdonk 30.12.1750 en 31ste begraven. Huwde te Haasdonk 27.09.1732 (tt: Joseph Brijs en Judocus van Cothem) Jan Francies BRIJS fs Joseph en Catharina van Royen (Haasdonk 27.04.1678 - Haasdonk 20.03.1743). Sterfhuis Cornelia de Borghgrave fa Adriaan, houder Jan Frans Brijs fs Joseph: voogden zijn Pieter Brijs fs Joseph en Frans de Borghgrave fs Adriaen. Verder: 1/26ste in stuk land binnen Vrasene bij successie van haar oom paterneel Joseph de Borghgrave; zij verkocht 1/4de part in een behuisde hofstede te Haasdonk haar toekomende bij successie van haar ouders aan Josijne de Borghgrave; nog gederft 10 £ 4 s. 2 gr. over de verkochte goederen ten sterfhuyse van wijlent joseph de borghgrave tot Vrachene oom paterneel (11). 5. Josyne, geb. en ged. 16.04.1711 (ss: Laurentius Heylegier en Josina Durinckx). Overl. Haasdonk 08.10.1769. + Quesula en begr. Haasd. Josyna de Burgghraeve fa Adriaen Geestel(ycke) Dochter. Zij verkoopt op 31.08.1747 aan Gillis van Daele voor 41 £ courant gelt seker huyseken ende grond te haesdonck in den tweeden hamanswyck, 38 roeden, palende o. Jacobus Rotthier, z. den gentschen heirewegh w. en n. Michiel Brijs. Goed haar toegewezen in voormeld Contract van uytgroothjnge (12). 6. Anna, geb. en ged. 22.03.1714 (ss: Joannes Mersman en Anna Leyssens). Overl. Haasdonk 28.10.1741.
200 en 201. de BURGGRAVE Franciscus fs Adriaen en Anna BATENS, geb. Haasdonk 09.04.1700 en overl. Temse 16.04.1774. Huwde Haasdonk 30.09.1725 van GOETHEMMaria fa Jacobus en Anna dHooghe, geb. ca 1692 en overl. Temse 30.09.1750. Franciscus was landbouwer en herbergier vermits op 19.10.1761 vernoemd als De Borghgraeve, Frans fs. Adriaen, 60 j, landman en hostellier te Temse. Dochter is Anna Catarina, 31 j. (13). - Juni 1750 door landmeter Van Goethem in Themsche lantmaeten gemeten, ten versoecke van Frans Burghgrave seker partye grond bij hem in cheynse genomen van Joos Peertsman, gelegen binnen de prochie van Themsche ontrent de Banck, palende o. Pieter de Ropsdam n. den Heirwegh, alsnu betimmert met een nieuw huis genaemt De Nieuw Banck, welcken gront is deel maeckende van de nrs. 1760 en 1761, ten deele onder Steenbrugge, ende int geheel groot bevonden 177 roeden. (14). - kaartnr. 1760: hofstede, 145 roeden en kaartnr. 1761 hofland, 181 roeden. Hofstede en hofland, w. en n. den Ghentschen Heirwegh, samen 326 roeden later nog bebouwd met 2 huizen. In 1754 177 roeden op Jan (?) Frans De Burghgrave, daer zijn huys op staet. Blijft op Joos Peersman 125 roeden, dit is de hofstede. In 1760 ook de hofstede op voornoemde Jan Frans De Burghgrave tot Haesdonck . In 1774 177 roeden op Jozef de Burggraeve, eigenaar, wezende leen onder Steenbrugge, o. Pieter de Ropsdam. De hofstede op Frans de Burggrave. Later op Jozef Meersman? In 1813 (de 177 roeden) op Marie Colete Burggrave (15). In 1759 bezit hij te Haasdonk in de wijk het pachtgoet 21 gemeten 10 roeden komende van Pieter Busschaert. In 1766 komende van dheer castro wonende te Sint-Niklaas 365 roeden in het wijcxken achter de bancke. En op 01.06.1768: Michiel Frans. Anné griffier van de keure in Haasdonk verkoopt namens Sr. Laurentius Ignatius van Raemdonck aen francis de burghgraeve 2 stukken land de peylacker aan elkaar gelegen binnen Haasdonk in den wyck genaemt de westackers tsamen groot een alf buynder paelende o. Sr. N. Vereecken, s. jan wielandt w. de weynstraete n. den heer advocaet rotthier ende jan bauwens ( ) in pachte by Gillis volkerick fs Gillis tot keirsavont 1773 Koop gesloten voor 417 gulden courant gelt (16). Hun kinderen geboren te Haasdonk:
1. Jacobus, geb. en ged. 12.08.1726 (ss: Jacobus van Goethem en Anna Baetens). Bleef ongehuwd. Stierf te Temse 16.10.1788. 2. Anna Catharina, geb. en ged. 04.01.1728 (ss: Adrianus Burghgrave en Catharina van Goethem). Huwde te Temse 09.04.1769 Petrus van ROYEN fs Pieter en Anna van Weirde. Zij woonden te Beveren in de herberg de drij Lindekens (17). 3. Josephus, geb. en ged. 07.07.1731 (ss: Egidius d'Ooge en Cornelia Burghgraeve). Overleden Temse 12.02.1787. Gehuwd te Haasdonk 13.09.1773 (tt: Petrus Jacobus Buytaert en Jacobus van Gassen) met Joanna Catharina SMET fa Jan en Anna Maria Colleman. 4. Petrus Franciscus, geb. en ged. 16.09.1734 (ss: Petrus de Burggrave en Anna Catharina van Goethem). Overl. Temse 30 prairial j. XI (19.06.1803). Gehuwd te Haasdonk 25.06.1766 (Petrus Melis en Bernardus Lemmens) met Maria Magdalena BUYTAERT(Haasdonk 23.02.1739 - Temse 21.02.1815), fa Petrus en Catharina Vergauwen (nrs. 100 en 101). 6. Egidius, geb. 26.04.1738 en volgende dag gedoopt (ss: Egidius Haegeman en Judoca Burghgrave). Stierf te Haasdonk 29.12.1742 en er s'anderdaags begraven.
100 en 101. DE BURGGRAVE Petrus Franciscus fs Franciscus en Maria van GOETHEM, geb. Haasdonk 16.09.1734 en overl. Temse 30 prairial j. XI (19.06.1803). Gehuwd te Haasdonk 25.06.1766 met BUYTAERT Maria Magdalena (Haasdonk 23.02.1739 - Temse 21.02.1815), fa Petrus en Catharina Vergauwen. Petrus Franciscus wordt nu eens arbeider dan weer landbouwer genoemd. Woonde o.m. te Temse op de wijk de Banck waar zijn vrouw overleed. Hun kinderen:
1. Maria Catharina, geb. en ged. Haasdonk 01.11.1761 (???) (ss: Petrus Buytaert en Judoca Maria Stout). Overl. Haasdonk 16.11.1761 en er volgende dag begraven. 2. Maria Jacoba, geb. Haasdonk 22.12.1766 en 23ste ged. (ss: Jacobus de Burggraeve en Maria Catharina Buytaert). 3. Anna Maria Catharina, geb. Temse 07.09.1768 (ss: Petrus Buytaert en Anna Catharina de Borggraeve). Huwde te Temse 14 pluviose j. VII (02.02.1799) Joseph VERBRAECKEN. 4. Joanna Petronilla, geb. Temse 29.07.1770 (ss: Petrus van Royen en Joanna Catharina Smet). 5. Josephus, geb. Temse 11.05.1773 (ss: Josephus Buytaert en Amelberga Francisca van Gassen). Huwde te Haasdonk 07.07.1798 (tt: Amelberge Anné en Amelberge Ver .) Maria Judoca SMET (nrs. 50 en 51), fa Petrus Joannes en Joanna Theresia Verberckmoes. 6. Amelberga, geb. Temse 03.03.1775 (ss: Josephus de Burggraeve en Angela de Munck). Overleden te Temse 25.10.1834. Zij was dagloonster en woonde op de Bank. Twee onwettige kinderen: 1. Francisca, geb. Temse 28 messidor j. VI (16.07.1798) en er overl. 14 thermidor j. VIII (02.08.1800). 2. Francois, geb. Temse 23.08.1809 en er overl. 12.11.1809.
7. Petrus Franciscus, geb. Temse 09.05.1778 (ss: Petrus Jansens en Joanna Catharina de Rijck).
50 en 51. BURGGRAVEJosephus fs Petrus Franciscus en Maria Magdalena BUYTAERT, geb. Temse 11.05.1773 en overl. Temse 18.03.1844. Huwde Haasdonk 07.07.1798 SMET Maria Judoca fa Petrus Joannes en Joanna Theresia Verberckmoes (Haasdonk 13.01.1777 - Temse 28.05.1849 of 29.03.1849). Josephus woonde in 1810 te Haasdonk op de Bank en in 1844 te Temse op de Luyseek.Dagloner en ongeletterd. Uit dit huwelijk o.m. geboren te Haasdonk:
1. Joanna Catharina, geb. 07 prairial j. IX (27.05.1801). Overl. Haasdonk 21.07.1862. Gehuwd te Haasdonk 04.08.1832 met Josephus van ACKER (Temse 19.04.1802 - Haasdonk 27.09.1883) fs Andries en Francisca van Kerckhove (nrs. 24 en 25). Zij woonden te Haasdonk in het gehucht De Banck. Hij werd arbeyder en ongeletterd genoemd, zij eerst dienstmeijt later huishoudster. 2. August, geb. 30 thermidor j. XI (18.08.1803) (ss: Augustinus Smet en Maria Magdalena Buytaert). 3. Martina, geb. 06.06.1805 (ss: Petrus Franciscus Lissens en Maria A. Verbercken). 4. Joseph, geb. ca 1807 en overl. Haasdonk 16.10.1810. 5. Leocadia, geb. en ged. 12.03.1811 (ss: Martinus Smet en Maria Jacoba Burggraef).
24. Joseph VAN ACKER Temse 19 germinal j. X (19.04.1802) - Haasdonk 27.09.1883
25. Joanna Catharina DE BORGGRAVE Haasdonk 7 prairial j. IX (27.05.1801) - Haasdonk 21.07.1862
Noten: (1) J. SMET, Genealogisch Repertorium 1166-1620 Gemeente Temse, Temse 2003, p. 101). (2). RABev, GOA Temse nr. 402, f° xxvi). (3). RABev, GOA Haasd. nr. 350. (4) id. nr. 645, p. 285r. (5) id. nr. 74, 75,77 (Landboeken). (6) id. nr. 355 f° 127 e.v. Sterfhuis Amelberga van Genachten, houder Pr. de Burchgrave. (7) id. nr. 542. (8) id. nr. 602, f° 91v. Sterfhuis Isabella Catharina Servaes. Houder Pieter de Burghgrave. (9) id. nr. 597. Rekeningbewijs dd. 13.09.1747. (10) en (13) Vlaamse Stam, 1978, p. 488. (11) RABev, GOA Haasd. nr. 604, f° 145v t.m. 151v.Sterfhuis Cornelia de Borghgrave fa Adriaan. Houder Jan Frans Brijs fs. Joseph (29.12.1751). (12) id. nr. 651, 16r e.v. (14) R. COLAES, Landelijk Temse 1670-1815, Temse 1986, p. 169. (15) R. COLAES, op.cit. nr. 213. (16) RABev, GOA Haasd. nr. 652, f° 41r. (17) BLATON, Gen. Repert. Haasdonk, p. 1202. Op deze auteur ook beroep gedaan voor diverse kwartieren.
In 821 voor t eerst vermeld als Tamisich, schrijft men later Temsica (940), Tempseca (1050), Thamisia (1331), Themseke (1458), Temsche, Temse. Verschillende naamsverklaringen waaronder als meest waarschijnlijke: van Tamasiacum, d.i. afgeleid van een zekere Tamasius, waarvan men niet weet of het een Kelt of Romein was. Of van een oude riviernaam te vergelijken met Thames in Engeland. Of van het keltisch Taomaisuisge ( woud langs het water). Waterlopen die door Temse vloeiden: de Barbierbeek, de Vrouwenhofbeek, de Hollebeek, de Dijksloot, de Vliet en de Gote. Zelfs de Durme liep eertijds door Temse om er in de Schelde uit te monden. Temse zou al bewoond geweest zijn in het 4de millennium v.Kr. Deze voorlopers van de Menapiërs waren misschien Friezen die langs de Schelde woonden. Later vestigden er zich wellicht Romeinen, gelet op de restanten van Gallo-Romeinse nederzettingen her en der in Temse blootgelegd. Al in 770 werd een kerk gebouwd toegewijd aan O.L. Vrouw. In 1298 waren er verschillende bewoonde plaatsen: Brant, Heygerloo, Briel, Driesch, Cruysacker, Bolsele, Scousele, Hermelghem, Steendonc De bevolking groeide gestaag aan. In 1408 telde men 1400 communicanten. In 1552 maakt een lijst melding van 303 weerbare mannen om eventueel de Fransen te bestrijden. De pest maaide 431 personen in 1676 weg. Maar dan gaat de bevolkingsaangroei crescendo: 4.959 inwoners in 1774, 7.883 in 1824 en 9.803 in 1880. De Heerlijkheid van Koudeburg , een leen van de graaf van Vlaanderen, strekte zich uit tot in Bazel, Tielrode, Elversele, Lokeren, Sinaai en Haasdonk. Baljuws hiervan waren o.m. Gillis Laurens (1647) en Lieven van Hese (1682). De Heerlijkheid van Weert was sinds 1240 bezit van de Gentse Sint-Baafsabdij. De Heerlijkheid van Steenbruggewas een leen gehouden van de Graaf van Vlaanderen met als afhangende lenen: de Heerlijkheid Fijns, de Heerlijkheid van Desteldonk al bekend in 1298, en de Heerlijkheid Kattenbrugge. De Heerlijkheid van de Royere had als onderlenen Tergauwen en Ten Eynde. Enkele namen van baljuws te Temse: Peeter van Asbrouc (1370), Jan Bristinc (1394), Baudewijn van Wijngaerde (1413), Peeter van der Straten (1550), Pauwel Hauweel (1512), Daneel uuten Eechaute (1521), Adriaen de Backere (1575), Rijkaerd Moenins (1594) en Audoor Rooman (stadhouder in 1616) Burgemeester waren o.m. Jan de Malsche (1635), Michiel Vercauteren (1620), Jan van Hove (1651), Jan Seghers (1657 en 1666), Jan de Hondt (1672) Een groot gedeelte van Temse bestond in de 12de en 13de eeuw nog uit heide. Tijdens de 13de eeuw waren de laaggelegen gronden reeds ingedijkt. Al in de 9de eeuw bestond er een heerlijke landhoeve, wellicht dezelfde als het latere t Vroen - of Vroonhof ? Dit hof besloeg 39 bunder 200 roeden. In 1406 beliep de jaarlijkse pacht hiervan 15 à 17 pond alsmede twee suffisante vette verkens en 24 pond parisis voor sheeren cappe. Onder de andere grote hoeven vermelden we Hof ter Beken, Hof te Coudenberg, Hof ter Hermelgem, t Annemansgoed, den Oostbroek en s Hertogenhove. Een telling van 1408 maakt melding van 326 hofsteden. Einde 15de eeuw waren het er al 466. Sinds 1264 had Temse het recht om s woensdags een markt te organiseren. Onder Karel V vond de jaarmarkt een plaatsje langs de Scheldeboorden. Wevers en volders zorgden al in de 14de eeuw voor een zekere welstand. En in 1448 stond er al een steenoven, want de Temsese grond is rijk aan gele potaarde. In de 17de en 18de eeuw kende Temse een bloeiende handel in fruit en vooral krieken. In 1658 houdt men een Vlasmarkt. Tijdgenoten schrijven dat er in Temse veel en zeer schoon vlas stond. Er komt een nering der schippers (1630) en in de 17de eeuw ook van kaaiwerkers en zakkendragers. Rond 1825 verbouwden de Temsenaren tarwe, rogge, gerst, haver, boekweit, aardappelen en lijnzaad. De veestapel omvatte naast 180 landbouwpaarden, 865 stuks hoornvee, 230 schapen en 480 varkens. Rond 1860 moet het voor de inwoners niet moeilijk geweest zijn om een job te vinden. Zij hadden keus uit 2 garenspinnerijen, een katoenspinnerij, 3 zeildoekfabrieken, 3 zoutziederijen, 2 zijdefabrieken, 2 zwingelmakerijen, een geweerkolfzagerij, 4 bloempelderijen, 3 cementmolens, 3 hoedenmakerijen, 5 steenbakkerijen, 4 tabaksfabrieken, een sigarenfabriek, 7 bierbrouwerijen, een huidenvellerij, een potbakkerij, een zeepziederij, een lijnkoekmolen, een watermolen, 2 windmolens (de Veldmolen en de Steenen Molen), 5 graanmolens met stoom, een houtzagerij, 3 touwslagerijen, een boekdrukkerij, 5 kantfabrieken, een scheepstimmerwerf, een 50-tal schippers en 70 klompenmakerijen. De Veldmolen was als gekend voor 1450. Vanaf 1331 had Temse een hospitaal. Voor 1255 was er al sprake van een begijnhof. De Oratorianen stichtten in 1631 een Latijnse School en in 1649 het eerste college van het Land van Waas. Ook hadden er zich in 1507 Dominikanessen gevestigd. Biertapperijen en jeneverhuizen in 1779: St. Hubrecht, t Veirhuys, Den Hertog van Beyeren, De Swaene, Den Schilt van Mechelen, Amsterdam, t Schippershuys, Den Ancker, Den Steenhoven, De Vier Heemers, t Bourgoens Cruys, St. Sebastiaen, Ste Amelberga, Den Engel, De Sterre, Den Coninck van Spangnien, St. Pieter, t Lieve Vrouwke, Den Spiegel, De Swaene, De Drie Haringen, De Croone, De Lange Munte, Den Hert, Den Hantboogh, Den Prince-Cardinael, Den Arend, t Schaliënhuys, t Krebbeken, De Koeysteert, t Swaentje, Den Doornboom, In den Doorn, De Velthoeck, De Halve Maene, De Nieuwe Banke, Den Deckpriem, Den Wijngaerdrank, Den Martico en De Dry Coninghen. De rederijkserskamer De Wijngaertrancke speelde reeds in 1517 te Rupelmonde. Hoofdmannen hiervan waren o.m. Thomas Smet, Michiel Keppens en Pieter Suys (1707). De Sint-Sebastiaansgilde, een scutterye vanden handboghe, bestond reeds in 1456 met als deken Joannes van der Straeten. In 1835 zag een nieuwe schutterij het licht die luisterde naar de naam Willem Tell. In 1880 kwam er nog een 3de handboogmaatschappij bij, met name De Leerlingen. Om Sint-Amelberga te vereren, beschermheilige van Temse, hielden de Temsenaren de Wegom: een bedevaart die vertrok aan de kerk van Temse en langs de oude grenzen van Temse liep. Nu nog vindt men kappelletjes die deze grenzen afbakenden.
Mijn voorvader Andries van Acker fs Gillis is een schoolvoorbeeld van de gemiddelde Wase boer uit de 17de eeuw. Hij runde met zijn huisgezin een kleine hoeve, waarschijnlijk zonder vreemde hulp want zijn staat van goed maakt nergens melding van dienstboden of knechten (1). Andries van Acker kwam ter wereld op 04.12.1643 te Temse als zoon van Gillis en Barbara van Polfliet. Gestorven op 55 jaar werd hij begraven op 03.02.1699 op het kerkhof te Temse in een graf tegenover het Oosten. Uit zijn eerste huwelijk (Temse 23.12.1666) met Maghdalena van POLFLIET fa Petrus (1645 - 1672) (2) had hij twee dochters: Maria (1667 en overl. voor 1700) en Barbara (1670 - 1737). Uit de tweede echt (Temse 08.04.1673) met Elisabeth VARENDONCK fa Jan (1652 - 1706) acht kinderen: Gillis (1674 - 1706), Joos (1675 - 1741), Amelberga (1678 - 1741), Elisabeth (1680 - 1721), Andries (1683 - 1766), Jan (1686 - 1769), Pieter(1689 en jong gestorven), Matthijs (1691 - ?), Adriaen (1694 - 1760). Bij zijn overlijden bewoonde het gezin een hofstede gelegen te Temse in de Bolderickstraete serverende onder de heerlijkheid van Barbara Buijtaert. De hoeve, gekomen van vader, was een vierendeel groot en paalde o. s Heerenstraat, z. land van de kerk van Temse, w. Joos de Volder en n. Elisabeth Verstraeten. Daarnaast was het echtpaar eigenaar van: - den slabbaert, 400 roeden land in Temse, landende o. de erven Gillis van Putte, z. Guill. Smet w. Anna van Laecke en n. Inghelbert Annens; - 2 stukken land te Temse in de Bolderickstraete, groot 2 gemeten, palende o. Joos van de Velde, z. Matthijs van Wijnacker en Barbara van Laecken, w. Pieter van Acker en n. s Heerenstraat. Jaarlijks belast met seven ponden thien schell. gr.tsiaers penninck xvi eende vier maeten evene tsiaers sijnde verleende erfve onder de heerel.van cattenbrugghe. Bovendien pachtte Andries nog 6 stukken land, waarvan we de oppervlakte niet kennen. Waarvoor hij op kerssavondt pacht betaalde aan Juffrouw Leppiepper (?), Jan de Volder, Joos van Mieghem, Joos van Acker en Joos van de Velde. Waarschijnlijk werd nog een 7de stuk land gepacht van de Armenkamer van Temse. Canthout ende willighenrijs omzoomden het bouwland. Verder bezat Elisabeth Varendonck een cavel rente van 11 gulden tsiaers penninck xvi e. Op stal stonden 2 peerden, 3 coijen 2 renderen met een chalf, alles geprezen op 49 pond gr. Op het neerhof liepen 12 hennen met een haan, geprezen op 17 sch.gr. In het wagenkot: een wagen met mestbarden, 2 karren, een sledde, een ploeg en een eg. In de schuur: een repe met banck, 2 kruiwagens, 2 wannen, boeckhaemers, vlegels, een slecht dorszeil, een graanmaat en tarwezeef, rieken, bijlen, spaden, vorcken ende meshaecken. In schuur of stal lag ongezwingeld vlas, tarwe, rogge, koren,gedorste en ongedorste haver, gerst, boekweit, stro, hooi en klaver. Een rondeeltafel en acht stoelen vormden het meubilair. In woonkamer of keuken: 3 ijzeren potten, 2 maten, 2 wateremmers, pincthen ende potten, een lepel, tassen, kannen, zoutvat, strijkijzers, wafelijzer, 2 ketels, een sije, een struifpan, een anghyser, een visspaan en een keiren Als verlichting: eenen candelaer, een lampe, een repse, een lainterne. De haard bestond uit een hanghel, eenen roester, eenen brander, een nusken en een tanghe.Geslapen werd er in een coutse, een beddeken en 3 cafbeddens. Onder zijn schuldeisers: de ontvangers van Bazel en Temse voor prochie oncosten, Joos van Mieghem die hem een koe verkocht, Jan van Ercke voor leveren van laken en stoffen, Jan Suij voor waeghemaeckers werck, Cornelis Vermijlen voor smidswerk, Jan Bauaert voor winkelwaren, Frans van Rompaeij voor aankoop meel, Meester Jan Peeters (geneesheer?), Joos Smet voor het maken van kleren De begrafeniskosten beliepen 6 pond 9 sch. gr. waarin 2 pond 4 sch. 8 gr. voor het leveren van bier en hout door Guilliam Smet. Vermits de schulden de baten overtroffen sloot de staat van goede af met een passief van ca 35 pond gr.
Illustr. Detail "Hoeve langs waterkant" van Frans Hens. (1) RABev, GOA Temse nr. 288, f° 367r e.v.: Sterfhuis Andries van Acker fs gs. dd. 05.06.1699. (2) In hoofdcijns Temse, Sint-Bertinus Sint-Omaars, § 8.
ROOMAN is een patronimicum afgeleid van de voornaam Romanus (Romein) of van de germaanse naam Rodman (roem en man). Ook ROOMANS, ROOMS, ROE(Y)MANS, ROUMANS, enz Misschien afgeleid van VAN RODE, VAN ROY, enz Dan betreft het een herkomstnaam verwijzend naar Rode, t.t.z. een gerooid bos (6). Langs mijn kwartier 14 klim ik op naar volgende kwartieren (4):
28. Josephus BRIJS Bazel 04.01.1794 - Bazel 15.06.1849 29. Maria Amelberga ROOMAN Bazel 29.01.1799 - Bazel 07.04.1889
58 en 59. Jan ROOMAN fs Anthonie en Josijne BURSENS, geb. Bazel 29.09.1745 en overl. Bazel 11.12.1832. Huwde Bazel 08.01.1782 Josijne Joanna LIJSSENS fa Joos en Joanna Maria BRIJS, geb. Bazel 01.09.1757 en overl. Bazel 27.06.1838. Hun kinderen geboren te Bazel: 1. Regina, ged. 31.10.1784 (ss: Pieter Antoon Lijssens en Maria Josijne Rooman). 2. Joos, ged. 16.09.1787 (ss: Joos Lijssens en Amelberga Rooman). 3. Jacoba, ged. 04.02.1790 (ss: Pieter Jacob Rooman en Anna Francisca van Hersbroeck). 4. Pieter, ged. 08.04.1792 (ss: Jan Kuypers en Brigitta Lijssens). 5. Isabella Theresia, ged. 28.07.1794 (ss: Paulus Rooman en Anna Catharina Lijssens). 6. Philip Jacob, ged. 31.03.1797 (ss: Philip Jacob Spiessens en Resina Rooman). 7. Maria Amelberga, ged. 29.01.1799 (ss: Jan Baptist Reyntjens en Maria Amelberga van Royen). Overl. Bazel 07.04.1889. Huwde te Bazel 07.09.1826 Josephus BRIJS (Bazel 04.01.1794 - Bazel 15.06.1849) zn Pieter en Judoca Theresia SMET (nrs. 28 en 29).
116 en 117. Anthonie ROOMAN fs Antonius en Joanna VERMEULEN, geb. Temse 19.02.1713 en begr. Bazel 23.04.1768. Huwde Bazel 29.08.1745 Josijne BURSENS fa Jan en Elisabeth SUY, geb. Bazel 24.06.1725. Paulus Rooman tot baesel ende pieter judocus Rooman tot temsche wettel. voogden der dry alnoch minderjaerige kinderen van wijlent anthony rooman met wijlent judoca bussens tot baesele dat op die drij kinderen benevens hunne twee minderjaerige broeder ende suster by representatie van den selven hunnen vader met de doodt van Sr. jan baptiste de grave fs anthony ex elisabeth rooman gedevolueert een doorgaende 16de paert ende deel in soverledens immeubele ende meubelaire naelaetenschap uyt den hoofde van syne moeders vaderlycke zijnde synde de branche van bartholomeus rooman (1) en jan bap(tis)te de grave overleden in het clooster der alexianen tot Lier (2). Hun kinderen geboren te Bazel: 1. Jan, geb. 29.09.1745 en 30ste ged. (ss: Jan Bursens en Joanna Vermeulen). Overl. Bazel 11.12.1832. Huwde te Bazel 08.01.1782 (tt: Pieter Joos Rooman en Maria Francisca Lijssens) Josijne Joanna LIJSSENS (Bazel 01.09.1757 - Bazel 21.06.1838) fa Joos en Joanna Maria BRIJS (nrs. 58 en 59). 2. Dorothea, geb. 03.04.1747 (ss: Gillis Rooman en Catharina de Waen). 3. Joos, geb. 15.11.1748 (ss: Joos Heirmans en Jan Rooman). 4. Pieter Joos, geb. 25.09.1750 (ss: Pieter Joos Rooman en Margaretha van Bogaert). Woonde in 1785 in Temse. 5. Jan Baptist, geb. 24.09.1751 (ss: Jan Baptist de Valck en Josijne Maria Vercruyssen). 6. Antoon, geb. 07.01.1753 (ss: Joos Bursens en Margaretha van Raemdonck). 7. Anna Catharina, geb. 20.10.1756 (ss: Joos Bursens en Anna Catharina de Waen). 8. Paulus, geb. 25.01.1759 (ss: Pieter Jan Burssens en Anna Catharina de Rijck). Woonde in 1785 te Bazel. 9. Maria Josijne, geb. 24.09.1761 (ss: Jozef Rooman en Anna Maria Bursens). 10. Amelberga, geb. 14.08.1764 (ss: Pieter van Strijdonck en Amelberga van Royen). 11. Pieter Jacob, geb. 14.08.1764 (ss: Joos Meirsman en Isabella Theresia Bursens). 12. Paulus, geb. 24.08.1767 (ss: Paulus Rooman en Dorothea Rooman).
Na overlijden van haar man hertrouwde Josijne Bursens vermoedelijk te Bazel 03.05.1771 met Frans CUYPERS (3).
232 en 233. Anthonius ROOMAN fs Joos en Maria Volckerick, geb. Beveren 01.05.1671 en overl. Temse 30.06.1754 (83 j.) Huwde 1° te Rupelmonde 17.08.1695 (tt: Andreas Roomen en Karel van Laecken) Margarita van REMOORTEL, weduwe 2° te Temse 24.08.1706 (tt: Joos Rooman en Egidius Engels) Joanna VERMEULEN, geb. Bazel 22.09.1683 en overl. Temse 29.08.1762, fa Joos en Catelijne van Strijdonck. Anthoni Rooman doet kennisse dat hij op den 3 mey 1696 heeft gecocht binnen de stadt Antwer(p)en van heindrick Boots een grijs aftants merrie peert weert 14 ponden gr. Den 20 meert 1697 doet Anthon rooman kennisse dat hij op den sel(ven) dagh binnen antwerpen gecocht heeft van laureys van landeghem een veil merie peert (5). Kinderen uit 2de echt geboren te Temse: 1. Balthazar, geb. 01.10.1707 (ss: Balthazar Brijs en Catharina Vermeulen). 2. Adrianus, geb. 08.07.1709 (ss: Adrianus de Vijlder en Margarita Vermeulen). Ongehuwd overleden te Temse 14.08.1749. 3. Paulus, geb. 28.03.1711 (ss: Paulus van Tassen en Anna Vermeulen). Gehuwd met Anna de WILDE uit Temse fa Pieter en Lievijne de Waele ( in hoofdcijns Kruibeke, St. Bertinus St. Omaars § 3) waarvan volgende kinderen: Jan Antoon, Anna Maria, Maria Theresia, Philips Jacob en Bernardina. 4. Anthonie, geb. 19.02.1713 (ss: Anthonius de Grave en Anna van Strijdonck). Overl. Bazel 23.04.1768. Huwde te Bazel 29.08.1745 (tt: Mathias van Laeghe en Catharina de Waen) Josijne BURSENS (ged. Bazel 24.06.1725) fa Jan en Elisabeth Suy (nrs. 116 en 117). 5. Anna Maria, geb. 13.04.1715 (ss: Joannes Meirsman en Anna Niels). Gehuwd met Gillis van RAEMDONCK? 6. Joanna, geb. 11.09.1717 (ss: Jacobus Vermeulen en Anna Maes). 7. Egidius, geb. 23.10.1719 (ss: Egidius Meirsman en Joanna Maria van Geem). 8. Petrus Judocus, geb. 23.10.1719 (ss: Petrus de Neve en Joanna van Eycke). Overl. Temse 14.12.1783. Huwde te Temse Joanna Maria VERCRUYCEN (Temse 04.04.1730 - 10.06.1790) fa Joos en Josijne de Westelinck. 9. Joannes Victor, geb. 25.04.1722 (ss: Joannes Anthonius Rooman en Joanna Maria Smet Cooreman). 10. Josephus, geb. 11.07.1724 (ss: Baltasar Rooman en Elisabeth Meersman). Overl. Temse 14.08.1725. 11. Amelberga, geb. 04.07.1726 (ss: Franciscus Brijs en Anna Francisca Verdickt). Overl. Temse 05.01.1732. 12. Josephus, geb. 18.06.1729 (ss: Adrianus Franciscus Roeyman en Joanna Maria Meirsman). Overl. Temse 23.10.1794. Gehuwd te Temse 28.10.1759 met Dorothea de KEERSMAECKER (geb. Temse 13.03.1731) fa Jan en Amelberga van Wijnacker).
464 en 465. Joos ROOMAN fs Joos en Joanna van PUYMBROUCK, geb. Nieuwkerken 22.01.1632. Huwde Beveren 19.11.1669 Maria VOLCKERICK. Hun kinderen: 1. Anthonius, ged. Beveren 01.05.1671 (ss: Anthonius Rooman en Mertina Verbeelen). Overl. Temse 30.06.1754 (83 j.). Huwde 1° Rupelmonde 17.08.1695 (tt: Andreus Rooman en Karel van Laecken)Margarita van REMOORTEL, weduwe; 2° Temse 24.08.1706 Joanna VERMEULEN (Bazel 22.09.1683 - Temse 29.08.1762) fa Joos en Catelijne van Strijdonck (nrs. 232 en 233). 2. Judocus, geb. Nieuwkerken 13.03.1675 en 14de ged. (ss: Franciscus Vollaert en Anna Verbraecken).
928 en 929. Joos ROOMAN fs Anthonis en Mergriete VAELS, geb. Temse 03.11.1591. Huwde Nieuwkerken 05.02.1630 Joanna van PUYENBROECK. Joos Rooman al griffierslklerk in 1629 te Temse? Hun kinderen geboren te Nieuwkerken: 1. Mergriet, geb. 14.11.1630 en 16de ged. (ss: Pieter Segers en Mergriet Vaels). 2. Joos, ged. 22.01.1632. Huwde Beveren 19.11.1669 (tt: Andreas Rooman en Ioanne Briels) Maria VOLCKERICK. 3. Paesschier, geb. en ged. 13.10.1633 (ss: Paesschier Nys an Anna van Puymbrouck). 4. Bertelmeus, geb. en ged. 24.08.1635 (ss: Joos Ingel en Cathalyne Saps). Overl. Haasdonk 28.09.1703. Huwde 1° Haasdonk 23.08.1671 (tt: Antonius en Judocus Royman) Martina de PAPE; 2° Haasdonk 30.11.1672 (tt: Judocus Royman, Petrus van Hese en Laurentius de Pape) Elisabeth VERGAUWEN. Uit 2de echt geb. te Haasdonk: Joos (23.08.1673) en Elisabeth (09.06.1696), die Anthony de GRAVE huwde, waarvan Anthony de GRAVE, Alexiaan te Lier. 5. Anna, geb. 09.06.1638 en 11de ged. (ss: Pieter van Puymbrouck en Anna van Puymbrouck).
1856 en 1857. Anthonis ROOMAN huwde Temse 01.12.1590 (tt: Joos Rooman en Cristoffel Reyns) Mergriete VAELS fa Jan en Maria van ACKERE (in de hoofdcijns Bazel, Sint-Pieters, § 9). Op 13.03.1611 samen met echtgenote 1/4de bunder in de Doornstraat (te Temse) aan Matheus de Block bij calengiering. Zijn zoon Joos in 1629 1637 griffiers-klerk (J. Smet, p. 714). Hun kinderen: 1. Joos, geb. Temse 03.11.1591. Huwde Nieuwkerken 05.02.1630 (Antonis en Jan Rooman) Joanna van PUYMBROUCK (nrs. 928 en 929). 2. Jan, geb. Temse 19.12.1594. 3. Josine, geb. Waasmunster 10.03.1596 (ss: Matheus Rooms en Margaretha Haecx (?)). Begraven Waasmunster 28.08.1661. 4. Antoon, geb. Waasmunster 01.04.1598 (ss: Jacob de Meester en Maria van Esoe (?)). Niet vermeld in hoofdcijns. Jong gestorven? 5. Katelijne, geb. Waasmunster 06.03.1600 (ss: Adrian. de Rop en Marg. Verschelden). 6. Pieter, geb. Waasmunster 23.04.1602 (ss: Petrus Inghels). 7. Amelberga, geb. Waasmunster 04.07.1604 (ss: Joannes Goebeke en Amelberga Vaels). Niet vermeld in hoofdcijns. Jong gestorven? 8. Magdalene, geb. Waasmunster 03.09.1606 (ss: Judocus Blommaert en Elisabet ...Geerts). 9. Maria, geb. Waasmunster 25.01.1609 (ss: Catherina Maes en Cornelis de Cock). 10. Adriaan, vermeld in de hoofdcijns.
Noten: (1) RABev, Haasdonk nr. 653, f° 46 (suppliek dd. 03.10.1785). (2) id. f° 32v (20.07.1785). (3) Een Jan Kuypers peter in 1792 bij geb. Pieter fs Jan Rooman en Josijne Joanna Lijssens. (4) Zie fragment kwartierstaat Achtergael in mijn blog van 22.06.2005. (5) RABev, OARupelmonde, nr. 762. (6) Frans DEBRABANDERE, op.cit. p. 1192 en 1198 en Jerome Smet, op.cit. 714 en 715. Illustratie: Handtekening van Joos Rooman griffiersklerk 1629 uit Jerome Smet, o.c. p. XLVI.
Prudent Janssens c.s.s.r. noteerde uit het Jaargetijdenboek van Haasdonk van 1439 (1) alle familienamen, die volgens hem van het grootste belang (zijn) voor de genealogie - niet alleen omdat ze dateren van voor het ontstaan van de parochieregisters - maar omdat ze door hun oorspronkelijke filiaties en aangegeven verwantschappen heel wat aanknopingspunten bieden voor de stamboomkunde. Het boek 20 op 28 cm groot, beslaat 37 folios op perkament. Er zijn geen data van overlijden vermeld. Ook weten we niet hoe de jaargetijde betaald werd. Contant of bij middel van een eeuwigdurende rente in geld of rogge? Hierna volgen voor de eerste helft van 1439 de door Janssens opgetekende namen (van welgestelde boeren, grondbezitters, gegoede burgers?) in rangorde volgens de maanden van de feest- en heiligendagen. Getoetst aan de Wase Hoofdcijnsboeken kan de familiekundige er heel wat uithalen.
Januari
Sigerus van Gheetsam - Walter van Raemdonc - Luuc Weyns Claeyssoens - Walter Hanghebake - Willem der Pape - Lysbeth van der Donc Pauwels - Adelice Tuurs - Michiel van Bolcele - Petrus Loets en vrouw Ghertrudis - Andries de Wolke - Nicholaus van Kerrebeke - Walter Bertens sone - Jacob Thonys soens en Ghertrudis syn wyf en Bastiaen syn wyf - Joes Vyt van Beveren (castelanus) - Walter zoon van Walter Temaene (Temmermans?) - Pieter de Bat en joncvrou Amelbergha syn wyf - Walter de Moest - Walter van Ghetsom en Margriet syn wyf - Eligius van Ghetsem en Margriet en Ingelbert zoon van Inghelbert van Gheetsem.
Februari
Gilly de Ysere - Boudewyn Dnerg (?) - Gisela vrouw van Boudewyn Dnerg (?) - Adelise van Donc - Ghertrud Smeeds en haer moeder Clementia, en haer kinderen Johanne en Amelbergha - Pieter Laet en vrouw Ghertrudis - Nicolaus Ronnoldsoon Clompe - Mathias Scoemakers en vrouw Elysabeth - Willem Kemel - Gillis van Boegaerde - Michiel Oedacker - Jan de Streep - Clementia van Perre en zoon Walter - Boudewyn van Brande - Segher Vergouwen en vrouw Beatrys - Mathias Costere - Jan Raes heysoete - J(ud)oca van Ende - Adam van den Berghe en Willem zyn broeder - Jan van Raemdonc - Jan van Roden - Thomas de Splenter - Jan van den Berghe en Anthonis zyn broeder - Nicolaus Temmermans (Carpentarius) - Walter de Wintmolen - Jan zoon van Colinus Kemele - Pieter Gruwel en vrouw Katherine - Beatrys Matthias Vergouwen dochter - Amelberga Hildegeers.
Maart
Petrus Joh(anne)s Verlysbettes zone - Symoen Sankel en vrouw Adelise - Liese Hildegheers - Jan zoon van Adelise en zoon Jan - Walter Raeywaerts - Anthonys Adeliseszone en vrouw Kateline en zonen - Anthon en André van Ghetsam - Jan van Ghetsem en Andreas - Gillis van den Berghe (en) Mergriet syn wyf - Willem van Nuenhuus - Jan de Karrenbeke en vrouw Agnes - Elisabeth van Donc - Willem van Scoenbroec - Walter Permentier - Willem de Porio (de Pomario? van Bogaerde?).
April
Jan de Hutsere de scoene en zyn vrouw Margaretha - Jan van de Perre zoon van Luux - Amelberga Smeds dochter van Luux - Amelberga van Gheetsom Gillis Meyers wyf - Arnold van Gheetsom en zoon Jan - Amelberga van de Velde - Jan Weyn en vrouw Catherine - Peeter de Laet - Nicolaus van Scoenbroec en Jacop - Willem de Rike - Jan Segherszone en dochter Gher(tr)udis - Jan de Ravens - Willem Steps - Gillis van der Stelt, Katheline zyn wyf - Pieter en Gillis van Ghetsom - Mattheus Coel en Elisa zyn wyf.
Mei
Anthon van Mortere - Walter van Mortere - Segher van Mortere - Catheline van Mortere - Walter van Perre en Kateline zyn wyf - Willem van Perre en Elisabeth zyn wyf - Willem de Laet - Boudewyn van Pudenbruke - Willem, Jan, Elisabeth, Adelise: kinderen van Rumoldi du Pré (van de Perre?) - Jan s Rycken Boudens sone - Rumoldus van Perre en Margaretha zyn vrouw en Katheline moeder van zyn vrouw -Willem, vader van voorseide Rumoldus van Perre - Jan de Kever, Gertrud zyn wyf -Elisabeth vrouw van Walter Romels - Willem de Moest en Misoete zyn wyf - Elysabet van Bolsele - Willem van Gheetsaem - Boudewyn Leekelaert - Mabelie van Heynric en zonen Lieven, Jan en dochter Elysabeth - Gillis de Costere (Custos) en zoon? Isabella en vrouw Katherina - Feyliciaen van Ende.
Juni
Walter van Nuenhuus en vrouw Judoca - Clementie zyn dochter - Robbert van (der) Borch - Jacob de Peridoe (?) - Pieter van der Gauwen, Julia wyf van der Gouwen Pieterszoon - Jan van Boghaerde en Elysabeth - Nicolaus van Scoenbrouck - Kateline weduwe Jans Stuers - Pieter de Gruwe en Amelberga zyn wyf - Jan de Laet - Thomaes van Eken - Jan van Donc en vrouw Agnes.
(1) JANSSENS, Pr., Familienamen uit Haasdonkse archivalia. In Mededelingen Bibliotheca Wasiana dl. 18 (1956). Foto: Detail miniatuur van Rogier van der Weyden.
Volgens J. Smet (1) ontwikkelde zich ten noorden van de Akkerstraat in Temse een hofstede genaamd Ten Ackere. Dient hier de oorsprong van de familienaam VAN ACKER uit Temse gezocht? Al in 1348 pachtte Clays van den Acker en zijn vrouw Clementine een hoeve te Temse genaamd tfronehof. in 1358 is Francois Ackermans de nieuwe huurder van het Vroonhof. In 1375 betaalde ene Gillis van den Ackere in Temse een rente van 4,5 mudde euenen (haver). Zijn dochter jonkvrouw BeatrijsAckermans hield in Temse een leen van omtrent een gemet en 50 roeden up den oest coutre. De familie VAN ACKER uit volgende stamreeks, mogelijk afstammend van Clays van den Acker, had waarschijnlijk als stamvader Gillis van Acker.
I. Gillis van ACKER? Geb. ca 1540.
II. Jan van ACKER. Geb. ca 1565.
III. Gillis van ACKERE. Geb. ca 1590 en overl. Temse 17.05.1654. Woonde in de Bolderickstraat. 2de huwelijk Temse 27.07.1638 Barbara van POLFLIET, geb. Temse 25.03.1615, fa Joos en Barbara Houmans.
IV. Andries van ACKER. Geb. Temse 04.12.1643 en er overl. 31.01.1699. Woonde in de Bolderickstraete. 2de huwelijk Temse 08.04.1673 Elisabeth VARENDONCK, geb. ca 1652 en overl. Temse 04.10.1706, fa Jan en Amelberge Smets (in hoofdcijns Sint-Bertinus, Temse 8).
V. Andries van ACKER. Geb. Temse 17.04.1683 en er overl. 19.01.1766. Huwde Temse 03.02.1711 Joanna Marie van MIGHEM, geb. Temse 05.01.1695 en er overl.10.04.1778, fa Gillis en Maria van Berghe.
VI. Pieter van ACKER. Geb. Temse 13.03.1713 en er overl. 31.10.1778. Woonde in Schauselhoeck Straete. Huwde Temse 18.01.1756 Maria Theresia van de WALLE, geb. Rupelmonde 12.10.1734, fa udocus en Joanna Maria Nauwelaerts.
VII. Andries van ACKER. Geb. Temse 15.03.1758 en er overl. 03.09.1808. Arbeider woonachtig in Schauselhoek. Huwde Temse 08.02.1780 Francisca Petronella van KERCKHOVE, geb. Lokeren 08.09.1758 en overl. Gent 02.02.1813, fa Jan en Petronella van Acker.
VIII. Josephus van ACKER. Geb. Temse 19 germinal j. X (09.04.1802) en overl. Haasdonk 27.09.1883. Woonde als arbeider in het gehucht de Bank. 2de huwelijk Haasdonk 04.08.1832 met Joanna Catharina de BORGGRAVE, geb. Haasdonk 7 prairial j. IX (27.05.1801) en er overl. 21.07.1862, dr. Jozef en Maria Judoca Smet.
IX. Aloysius VAN ACKER. Geb. Haasdonk 21.06.1843 en er overl. 29.09.1909. Vlasbewerker. Huwde Haasdonk 23.02.1876 Joanna Coleta VERHULST, geb. Haasdonk 04.01.1853 en overl. ca 1914, dr. Pieter Augustinus en Frederica Steenssens.
X. Pieter Frans VAN ACKER. Geb. Haasdonk 10.02.1879 en er overl. 30.12.1968. Boerenknecht en arbeider. Huwde Haasdonk 06.02.1907 Marie Rosalie BRIJS, geb. Haasdonk 29.09.1884 en er overl. 04.01.1969, dr. Aloïs en Philomena Achtergael.
XI-a. Albert Louis Aloïs VAN ACKER. Geb. Haasdonk 11.12.1922 en overl. Temse 07.10.1991. Huwde Suzanne GEERINCK waarvan 4 kinderen.
XI-b. Raymondus Alfonsus VAN ACKER. Geb. Haasdonk 02.04.1927. Huwde Adrienne DE CONINCK waarvan 6 kinderen.
Tielrode bestond al in de 2de helft van de 9de eeuw. Als Tilroda hing het toen af van de abdij van Lobbes in Henegouwen. Later gekend als Tyrroda (1151), Thilroden (1240), Thielrode (1299), Tihrode (1331), Tilrode , Tilroode (1610) en Tielroo (1515). Tylo + rode betekent een uitgeroeid bos. Of komt de plaatsnaam van het saksische tilian, bebouwen? Dus bebouwing van bosland, dat men heeft kunnen uitroeien. Of van de persoonsnaam Tijl? Of van telo, hoogte aan een rivier? Tielrode was al vroeg bewoond want men vond er herts- rendier- en mammoetresten. Ook een bronzen bijl en keltische munten. Later werd de nederzetting door een heerweg doorsneden, vermoedelijk aangelegd door de toenmalige keltische bevolking, behorend tot de stam der Menapiërs. Mogelijk waren er ook inwoners van friese afkomst. Wellicht vanaf de 5de eeuw vermengden de autochtonen zich met binnenvallende germaanse stammen, vooral Salische Franken. Door Tielrode lopen 3 beken: de Middelschrijnbeek, de Nederschrijnbeek en de Nederkouterbeek. Rond 1850 was de gemeente verdeeld in 3 wijken: het Dorp, Hoogenakker en Moortelhoek. Oude plaatsnamen: Spirede, Vijverackere (1359), Appelswoerde (1435), Cloet en Guerartsdal (1516), Noordackere, Pennincdries en Seelkenspore (1528). Hangende Berg, Vette Keuken en Vijverwijk in de 17de eeuw. De Leegen Heirweg werd gekasseid in 1801. Al in 1264 sprak men van het vruchtbare Tielrodebroek. In 1497 was dit broek 260 gemeten groot. In 1682 teisterde een grote overstroming Tielrode: daerbij duizende menschen en beesten jammerlijk verdronken ( ) Soo datter vele doode lichamen tot achter in het broek gestroomt waren. Zelfde scenario op 3 maart 1715, toen Tielrodebroek op drie plaatsen werd doorbroken: aan de brouwerij van Pieter Suys, aan de oude sluis, maar het grootste gat ontstond aan de Zeeuwse Polder daer nu de groote krage is; dit gadt was heel quaet om te dycken, want ons broek dat dreef wel vier maenden, soo datter geen hoey dit jaer opgedaen en wiert Het broek bevatte ook veel turf van een vroeger bestaand woud. Waar de Durme in de Schelde vloeit lag eertijds een klein eiland, gekend als het Luizenbosch, waarop een versterking of kasteel stond en waar tolrecht werd geheven. In 1720 was dit eiland anderhalf gemet groot en betwist tussen ingelanden van Tielrodebroek en het bestuur van Hamme. Dichtbij de kerk lag het veer over de Durme waarvan de opbrengst de heren van Appelsvoorde toekwam. In 1786 werd het veerhuis openbaar verkocht. Iets meer over de landbouw in Tielrode. Het dorp had de naam de beste tarwe des gehelen Lands van Waas op te leveren. In het begin van de 19de eeuw lag er in Tielrode nog 2 bunder bos, benevens 114 bunder weiland en 561 bunder zaailand. Op de akkers teelde men naast 60 bunder vlas vooral tarwe, rogge, haver, boekweit en aardappelen. In 1825 telde men 55 landbouwpaarden, 500 hoornbeesten, 115 varkens en 75 schapen. In 1834 ook 71 geiten. In 1846 waren er op 99 boerderijen maar 3 groter dan 20 ha. Toen wonnen de boeren tarwe, spelt, masteluin, rogge, gerst, haver, boekweit, vlas, aardappelen en klaver. Tielrode had ook 3 bierbrouwerijen, 1 olieslagerij, 1 pannenmakerij, 1 graanmaalderij werkend met stoom, 3 windmolens en vele klompmakerijen. Herbergen in 1779: het Veirhuis, St. Sebastiaen, de Oude Croone, den Doorn, de Caey (3 van die naam) , het Schipken, St. Eloy, het Molleken, de Dry Quackels, het Traweelken, de Capelle, de Rooze en 1 brandewijnhuis zonder benaming. Een telling van 1408 gaf 64 hofsteden en 250 communicanten. Het aantal communicanten groeide in 1644 aan tot 552, zodat de bevolking minstens verdubbeld was. Rond 1880 waren er 1682 inwoners. De kermis viel op zondag na Petrus en Paulus. Op derde kermisdag was er een paarden- en veemarkt. Als één der keurdorpen van het Land van Waas behoorde de heerlijkheid van Tielrode aan de graaf van Vlaanderen. Het meiersambt in 1373 afgekocht van de graaf werd o.m. bekleed door Hendrik Reyniers, Jan van Steelant, Adriaen Dullaert (1473), Jacob Dullaert, Pieter Zaman (1516) en Jacob Wauman (1683). Op Tielrode lagen ook enkele heerlijkheden. Zo Appelsvoorde in de Hofwijk dat o.a. toebehoorde aan Godevaart Braem, later aan Adriaen Dullaert en in de 15de eeuw aan Olivier van Royen, ridder en heer van Paddeschoot. De heerlijkheid ter Megem, soms ook Boodschapsleen genoemd, was in handen van de familie Dullaert. In 1757 bij verkoop beschreven als wesende eene schoone hofstede, haer extenderende met een wel beplante lange dreve, vesiert van groote boomen, visput ende landen daermede gaende De dingstede of vierschaar van ter Megem lag toentertijd niet ver van de pastorij. Verder wordt nog de heerlijkheid Schuylaerde vernoemd. Er lagen ook enclaves van de heerlijkheden Cauwerburg en ten Boeke, respectievelijk van Temse en Vrasene. Een bekend leen was het Bormtiende tussen Tielrode en Elversele. Wat namen van 19de eeuwse burgervaders: J. De Smet (1801), J.Em. Braeckman (1808), Servaas Roggeman (1851), Pieter Joost Claus(1853) en Nicolaas Vrijdag (1879). Een paar historische feiten zijn het vermelden waard. Tijdens de godsdiensttroebelen was ene Petrus Was(ius) leraar van de hervormden (1579). In 1646 vielen Fransen en Hollanders het Land van Waas binnen en plunderden Tielrode: soo schoten sy met canon tot in de kercke, die sy seer beschadigden ( ) en by nachte haelden sy de vette verken uyt hun kodt; oock wierden alle de innen en het fruit van dit garnizoen vanden Luysenbos gestolen In 1694/95 berokkenden troepen der verbondenen voor 5370 gulden schade. Op Sint-Hubertusdag 1708 plunderden een 2000 Fransen van het Gents garnizoen een halve nacht lang. Hun kamp lag op Goethems Roomacker, by het Schuttershof. De Sint-Pieterskerk werd vermoedelijk in de 10de eeuw opgericht. In 1643 nieuwe werken aan het hoogkoor en in 1710 met 2 zijkoren dichtgewelfd. Voorschip van 1672 en middenbeuk van 1713. Later bekroond met een torenspits. Er waren 4 altaren. Het hoofdaltaar en de altaren van de H. Geest, van O.L.Vrouw en van Sint-Pieter. Het laatste van hout, de andere van marmer. Op het hoogaltaar een Kruisiging van Christus. Blijkens een 17de eeuws inventaris was de kerk rijk aan zilverwerk en priestergewaden. Destijds hingen er 2 klokken. De kleinste werd in 1646 door de Hollanders in de Durme geworpen. De grootste barstte in 1725. In 1707 kreeg de toren een eerste uurwerk. De oudste grafzerk van 1527 is van Pieter van de Voorde en Amelberghe Gheerte sijn huusvrauwe. Onder de stichtingen: in 1358 een kapelanij; in 1775 een Zaterdags Lof door Jan Frans Vercauteren. Twee broederschappen: de ene van de H. Rozenkrans sinds 1650, de andere van het Allerheiligste sedert 1717. De Sint-Sebastiaansgilde klimt op tot 1615. Als schutterij vooral vermaard om haar gildemaaltijden die 3 dagen duurden. Een rederijkersgilde werd al in 1721 vermeld. Van oudsher speelden de Tielrodenaars ook kaatsbal. Zo schonk in 1724 de waard uit De Kroon een zilveren bal aan de kaatsbalspelers. En last but not least zoals elke Wase parochie had Tielrode ook haar eigen muziekgenootschap, gesticht in 1820 en luisterend naar de weinig originele naam Sinte-Cecilia. Tenslotte enkele verdienstelijke Tielrodenaars. Jan van Thielrode, kroniekschrijver op het einde der 13de eeuw, schreef Chronicon monasterii Sancti Bavonis in Gandavo. Een andere kroniekschrijver Daneel Braem, geb. Tielrode 1685, schreef Khronologische verhaelen van den beginne des tijts tot heden. Albijn Vereecken letteroefenaar, gemeenteonderwijzer te Tielrode en er geboren, is o.m. de auteur van Godevaart Braem (1865), een verhaal dat zich in de 15de eeuw afspeelt. Elke Waaslander kent natuurlijk De Reus van Tielrode. Deze reus mat zich met de reus van Hamme aan de hoge muren van de kerk van Tielrode, waar zij beiden een steen konden opleggen.
STEENSSENS (Nieuwkerken-Haasdonk) in mijn kwartierstaat
Vandaag de loep op het geslacht Steenssens. STEENS(S)ENS en STIENSENS is volgens F. De Brabander een patroniem afgeleid van de germaanse voornaam Staina of Stainhard. Staina betekent steen. Steinhard komt van staina-hardu. Een tweestammige germaanse naam met ongeveer de betekenis sterk met het stenen wapen of zeer sterk (Jerome Smet). Onderhavig kwartierstaatfragment start met nrs. 26 en 27 (zie ook blog van 1.12.2005 m.b.t. Meersman).
54 en 55. Fredericus Leopoldus STEENSSENS fs Karel Jozef en Amelberga Francisca VERHAEGHEN, geb. Haasdonk 20.05.1787 en er overl. 06.02.1849. Huwde te Haasdonk 15.11.1809 Alexandrina DE MAEIJER fa Dominicus en Isabella Theresia MEERSMAN, geb. Haasdonk 08.02.1785 en er overl. 21.09.1856. Fredericus Leopoldus als conscrit van de klas 1807 vermeld: 1 m 666 en heeft bezwaar als enig kind van een weduwe. In bevolkingsregister 1823 nr. 81 wonende in de Sandstraete: frederic leopold 35 arbijder - De Maeyer alexandrina 37 vrouw - steensens joseph 9 zone - Pierre Jan 8 zone - Constantinus 5 zone - Jan franciscus 3 zone - Monika 13 dochter -frederica dochter (geb. 29.03.1823) - felix zone (geb. 07.03.1826). In bev.reg. 1829 in Stuurstraat 106/1 steenssens fredericus 1787 - De Maere Alexandrine 1788 - Pieter Johan 1816 - Constantinus 1817 - franciscus 1820 - frederica 1822 - felix 1826 - joseph domestique 1813 (1). Bij hun huwelijk allebei dagloner. Dagloner (1818), winkelier (1849) en wonende zandstraet. In 1845 arbeyders en Alexandrina ongeletterd.
Hun kinderen geboren te Haasdonk:
1. Monica, ged. 23.09.1810 (ss: Dominicus de Maeyer en Amelberga Francisca Verhaegen). Huwde Haasdonk 01.05.1838 Egidius Ferdinandus ROMBAUT, geb. Sint-Niklaas. 2. Maria Constance, geb. 12.04.1812. Overl. Haasdonk 06.06.1814. 3. Josephus, geb. 1813/1814. Arbeider. Huwde Sint-Niklaas 29.04.1840 Fidelia VAN HOVE, geb. Vrasene. 4. Petrus Joannes, geb. 07.11.1815. 5. Constantinus, geb. 1817. Geh. Francisca DE GROOT, geb. Kruibeke. 6. Joannes Franciscus, geb. 1820. Geh. Julia WEYN. 7. Frederica, geb. Haasdonk 29.03.1823 en overl. Temse 02.01.1832. Huwde Haasdonk 19.04.1845 Pieter August VERHULST (Haasdonk 13.03.1819 - Temse 10.12.1899) fs Jan en Emerantiana Windey (nrs. 26 en 27). 8. Felix, geb. 07.03.1826. Geh. Haasdonk 19.10.1853 Rosalie VAN WALLE (geb. Haasdonk 16.06.1824). Rosalie was naaister en tapster
nrs. 108 en 109. Carolus Josephus STEENSSENS fs Petrus Egidius en Anna Elisabeth SMET , geb.Haasdonk 01.01.1756 en er overl. Haasdonk 06.06.1790. Gehuwd te Haasdonk 18.01.1785 met Amelberga Francisca VERHAEGHEN fa Petrus Joannes en Anna Catharina van GOETHEM , geb. Haasdonk 28.10.1749 en overl. Haasdonk 20.04.1818. Hij was arbeider, zij arbeidster. In 1796 betaalde de armenkamer van Haasdonk aenamelbergha vehaeghen weduwe van Carel Steensens (...) 30 gulden over een jaer houdenisse ofte alimentatie van haeren sone fredericus steensens (2).
Hun kinderen geboren te Haasdonk:
1. Joannes Franciscus, geb. ca 1786. Overl. Haasdonk 20.05.1794 (8 j.). 2. Fredericus Leopoldus, geb. Haasdonk 20.05.1787 en ged. 21ste (ss: Joseph Steensens wonende te Sint-Niklaas en Maria Catharina Verhaeghen wonende in Haasdonk). Overl. Haasdonk 06.02.1849. Gehuwd te Haasdonk 15.11.1809 met Alexandrina De MAEIJER (nrs. 54 en 55). 3. Monica, ged. 18.03.1789 (ss: Joannes Baptiste Verhaeghen wonende te Nieuwkerken en Anna Catharina Steensens). Overl. Haasdonk 28.06.1791. 4. Carolus Josephus, geb. en ged. 10.12.1790 (ss: Joannes Steensens en Livina Verhaeghen). Overl. Haasdonk 19.09.1791.
216 en 217. Pieter Gillis STEENSSENS fs Joannes Baptista en Nicola Amelberga van RAEMDONCK, geb. Nieuwkerken 15.07.1728 en overl. Nieuwkerken 19.10.1781. Huwde 1° te Nieuwkerken 23.04.1754 met Anna Isabella SMET fa Jan Francies en Jacquemijne HULSTHAERT, geb. Nieuwkerken 16.08.1722 en overl. Nieuwkerken 28.10.1767; 2° met Maria Anna HUIJBENS fa Jan en Petronella de BRUIJN. Pieter Gillis Steenssens betwist begin 1781 samen met Joseph Steenssens en Mathys Meersman (gehuwd met Amelberga Steenssens) de staat van goed dd. .. voor o.m.: obmissen betreffende de schulden sterfhuis Isabella Steenssens, t.w. over leveringhe van nagelen, over leveringhe van winckel waeren, over arbeidsloon, enz (3) Voogden sterfhuis Anna Isabella Smet in 1770: Carel Albertus Smet en Joseph Steenssens. Wezen: Pieter Steenssens 13 j., Carel Joseph 12 j. Joseph 7 j., Anna Catharina 5 j. en Jan Steenssens 3 j. (4) Voogden sterfhuis Maria Anna Huijbens in 1783: Jan Pieter Steenssens en Carolus Josephus Steenssens (5).
(zie ook mijn blog van 29.08.2006 Huisraad van een 18de eeuwse wever te Nieuwkerken)
Kinderen uit eerste huwelijk:
1.Joannes Petrus, geb. en ged. Haasdonk 10.01.1755 (of 10.06?) (ss: Joannes Baptista Steenssens en Jacoba Hulsthaert). 2. Carolus Josephus, geb. en ged. Haasdonk 01.01.1756 (ss: Carolus Albertus Smet en Maria Amelberga Steenssens). Overl. Haasdonk 06.06.1790. Huwde te Haasdonk 18.01.1785 (tt:Petrus Franciscus Verhagen en Livina Verhagen) Amelberga Francisca VERHAEGHEN (nrs. 108 en 109). 3. Augustinus, geb. en ged. Haasdonk 24.12.1756 (of 04.12?) (ss: Augustinus Roels en Joanna Catharina Steenssens). Overl. voor 1784. 4. Maria Catharina, geb. en ged. Nieuwkerken 02.01.1758 (ss: Joseph Steenssens en Maria Catharina Andris). Jong gestorven. 5. Maria Catharina, geb. en ged. Nieuwkerken 04.07.1759 (ss: Martinus van Gijsel en Anna Carolina Verdickt). Overl. voor 1784. 6. Joseph, geb. en ged. Nieuwkerken 02.01.1761 (ss: Joseph Wauters en Amelberga van Raemdonck). 7. Anna Catharina, geb. Nieuwkerken 01.11.1762 en 's anderdaags ged. (ss: Jan Frans Hulstaert en Anna Catharina Buerggrave). 8. Joannes, geb. en ged. Nieuwkerken 07.02.1764 (ss: Josephus Steenssens en Maria Catharina Smet). 9. Joannes Franciscus, geb. Nieuwkerken 09.03.1766 en 's anderdaags ged. (ss: Adriaan van Ramdonck en Judoca Hulstaert). 10. Petrus Augustinus, geb. Nieuwkerken 26.10.1767 en 's anderdaags gedoopt (ss: Thomas Vercauteren en Amelberga Smet).
Kinderen uit tweede huwelijk (6):
11. Maria Theresia, geb. Nieuwkerken 08.03.1776. 12. Gabriel, geb. Nieuwkerken 22.04.1777. 13. Joannes Franciscus, geb. Nieuwkerken 04.11.1778. 14. Judoca, geb. ca 1780. 15. Coleta, geb. ca 1783.
432 en 433. Joannes Baptista STEENSENS fs Petrus en Magritta MAES, geb. Nieuwkerken 21.03.1702 en overl. Haasdonk 09.11.1759. Huwde Haasdonk 11.05.1727 Nicola Amelberga van RAEMDONCK fa Joanne en Anna SMET, geb. Haasdonk 18.06.1703 en overl. Haasdonk 11.07.1791. Steenssens Jan Baptist fs Pieter, 50 j., was wever te Haasdonk op 15.05.1750.
Hun kinderen:
1. Pieter Gillis, geb. Nieuwkerken 15.07.1728 en 16de ged. (ss: Egidius Brijs en Anna Steensens). Overl. Nieuwkerken 19.10.1781. Huwde 1° Nieuwkerken 23.04.1754 (tt: Jan Baptista Steensens en Petrus van Goethem) Joanna Isabella SMET (overl. Nieuwkerken 28.10.1767) fa Jan Francies (en Amelberga van Puyvelde) (nrs. 216 en 217); 2° Maria Anna HUYBENS (overl. Haasdonk 08.01.1799) fa Joannes en Petronella de Bruyne. 2. Joannes Franciscus, geb. Haasdonk 14.01.1731 en 15de ged. (ss: Petrus de Winter en Anna Smet). Overl. Haasdonk 19.07.1759 en 21ste begraven. 3. Maria Amelberga, geb. en ged. Haasdonk 16.03.1732 (ss: Adrianus van Ramdonck en Amelberga Steensens). Overl. Haasdonk 16.03.1732 en begraven 08.04.1732 ??? 4. Maria Amelberga, geb. Haasdonk 18.05.1733 en 19de ged. (ss: Adrianus van Raemdonck en Amelberga Steensens). 5. Joanna Catharina, geb. en ged. Haasdonk 17.09.1734 (ss: Petrus Smet en Catharina van der Mortel). Overl. Haasdonk 15.01.1795. Huwde te Haasdonk 07.01.1759 Petrus Augustinus GOOSSENS. 6. Anna Theresia, geb. Haasdonk 13.06.1736 en 14de ged. (ss: Petrus Ludovicus Broeckman en Catharina van Gasse). Overl. Haasdonk 22.07.1736. 7. Josephus, geb. Haadsdonk 30.06.1737 en ged. 01.07.1737 (ss: Adrianus Smet en Maria de Maeyer). 8. Bernardus Franciscus, geb. en ged. Haasdonk 20.10.1738 (ss: Petrus Ludovicus Berghman en Catharina van Was). Overl. Haasdonk 01.03.1748 en 2de begraven. 9. Jacobus, geb. en ged. Haasdonk 18.07.1740 (ss: Franciscus Smet en Amelberga Smet). 10. Joannes Baptist, geb. en ged. Haasdonk 17.05.1743 (ss: Carolus Vergauwen en Maria Theresia Steenssens). 11. Barbara Theresia, geb. Haasdonk 23.05.1745 en 24ste ged. (ss: Adrianus Audenaert en Amelberga Duerinck). Overl. Haasdonk 05.12.1746 en 7de begraven. 12. Maria Theresia, geb. Haasdonk 27.04.1747 en 28ste ged. (ss: Petrus Egidius Steenssens en Elisabeth Matthijs).
864 en 865. Pieter STEENSENS fs Petrus en Margareta STAES, geb. Nieuwkerken 19.08.1667 en overl. Nieuwkerken 29.05.1728. Huwde 1° Nieuwkerken 24.04.1689 Margriet MAES fa Jan en Anna VERSTRAETEN (in de hoofdcijns Melsele, O.L.V.-Antwerpen, § 2), geb. Nieuwkerken 27.01.1660 en overl. Nieuwkerken 27.03.1724; 2° Nieuwkerken 22.08.1724 Catharina TALBOOM fa Franciscus en Elisabeth van BOGAERT, geb. ca 1675 en overl. Nieuwkerken 07.03.1755. Voogden mater ende paterneel bij overlijden van Margriet Maes: Andries de Belie en Adriaen Vermeirvelde. Tijdens eerste huwelijk gekocht van Catharine van Lemberghen: een huis te Nieuwkerken in den Caniverwyck, 55 roeden groot, palende o. de straat, z. Joos Verberckmoes, w. Joos Vercauteren en n. Jan Baptiste Brijs, o.m. belast met eene schellinck tsjaers aan de onderpastorij te Vrasene. Pieter was wever. De staat van goed van 1726 vermeldt: 2weversgetauwen, 2 ekels, 2 spinnewielen, 12 pont garen, dry paer en half laeckens. Brandhout en gereedschap van de weverije geschat op 3 £ 3 sch. 4 gr. Was hij ook vinkenier? Onder de baten: De vinckerye bestaende in netten getuygh ende voghels met de muyten geraamd op 2 £ gr. Eengevelden olm ende karselai werden geschat op 1 £ 8 sch., een verckens hesp op 5 sch., 15 hennen waaronder kuikens op 8 sch. 7 gr. en een half maat bonen met een half maat terwe op 4 sch.gr. De weduwnaar mocht zijn beste cleedt behouden omdat (zijn dochter?) Marie Steenssens bij hem nog in het krijt stond. De begrafeniskosten van Margriet Maes beliepen 1 £ 3 sch. 4 gr. Men vond nog contante penninghen t.b.v 3 £ gr. en de baten overtroffen lichtjes de schulden (7).
Kinderen geboren uit eerste echt te Nieuwkerken:
1. Anneken, geb. en ged. 19.02.1692 (ss: Joos van Bogaert en Anna Verstraeten). 2. Marie Magdeleen, geb. 24.09.1695 en 25ste ged. (ss: Petrus Vael en Magdalene Maes). 3. Amelberghe, geb. 30.08.1697 en 31ste ged. (ss: Petrus Steensens en Amelberga Rotiers). 4. Jan (Baptist), geb. 21.03.1702 en 22ste ged. (ss: Joannes Steensens en Catharina Steensens). Overl. Haasdonk 09.11.1759. Huwde Haasdonk 11.05.1727 (tt: Petrus Steenssens en Petrus de Winter) Nicola Amelberga van RAEMDONCK (Haasdonk 18.06.1703 - Haasdonk 11.07.1791) fs Joannes en Anna Smets (nrs. 432 en 433). 5. Jacobus, geb. 05.08.1704 en 6de ged. (ss: Jacobus Maes en Catharina Steenssens). Niet vermeld in hoofdcijns. Jong gestorven?
1728 en 1729. Pieter STEENSENS fs Jan en Amelberga VEREECKEN, geb. Nieuwkerken 22.03.1637. Huwde 1° Sint-Niklaas 19.10.1658 Margriete STAES, geb. ca 1632 en overl. Sint-Niklaas 06.06.1676; 2° Nieuwkerken 13.09.1676 Amelberga MAES, overl. Sint-Niklaas 1709.
Kinderen geboren uit eerste bed:
1. Joannes, geb. Sint-Niklaas, 28.08.1659 en 30ste ged. (ss: Egidius Staes en Maria Peertsmans). Overl. Nieuwkerken 28.08.1667 (8 j.). 2. Judocus, geb. Sint-Niklaas 21.011.1661 en 22ste ged. (ss: Judocus Vereecen (?) en Catharina van Dael). 3. Catharina, geb. Sint-Niklaas, 19.10.1663 en 21ste ged. (ss: Petrus Staes en Petronilla Vereecken). Overl. Sint-Niklaas 11.12.1710 (47 j.) als vrouw van Adriaen MEIRVELT. 4. Pieter, geb. Nieuwkerken 19.08.1667 en 21ste ged. (ss: Petrus Steenssens en Maria Buermans (?)). Huwde 1° Nieuwkerken 24.04.1689 (tt: Petrus en Judocus Steenssens) Margriet MAES (Nieuwkerken 27.01.1660 - Nieuwkerken ??.03.1724) fa Jan en Anna Verstraeten (nrs. 864 en 865); 2° Nieuwkerken 22.08.1724 (tt: Jan Steenssens en Joannes Franc. de Loose) Catharina TALBOOM fa Franciscus en Elisabeth van Bogaert. 5. Amelberga, geb. en ged. Nieuwkerken 18.01.1671 (ss: Aegidius van Kerckhoven en Margareta Maes). 6. Maria, geb. en ged. Nieuwkerken 18.01.1671 (ss: Judocus Steenssens en Catharina Talbooms). Overl. Nieuwkerken 25.01.1671 (8 dagen): maria steensens fa Petri fs Jo(ann)is.
Kinderen geboren uit tweede bed te Sint-Niklaas:
7. Maria, geb. 09.02.1678 en 10de ged. (ss: Judocus Maes en Maria de Maer). 8. Joannes, geb. 17.11.1679 (ss: Jacobus Puylaert en Maria Steelants). Jong gestorven? 9. Egidius, geb. 15.07.1681 (ss: Livinus van Essche en Anna de Maer). Jong gestorven? 10. Anna, geb. 23.05.1684 en 24ste ged. (ss: Jacobus Maes en Anna de Weert). 11. Egidius, geb. 28.02.1686 en ged. 01.03 (ss: Josephus de Grave en Catharina Soetens). 12. Joannes, geb. 21.07.1688 en 22ste ged. (ss: Joannes Vercouteren en Anna de Maere). Overl. Sint-Niklaas 11.09.1710 (22 j.).
3456 en 3457. Jan STEENSSENS fs Pieter en Elisabeth de CALUWE, geb. 21.01.1590 en overl. voor 1642. Huwde Nieuwkerken 22.02.1637 Amelberga VEREECKEN, overl. 09.12.1647. Jan van Voorde, tweede man van Amelberga Vereecken is hauder gebleven ten sterfhuijse van wijlent amelberghe vereecken sijn overledene huijsvrauwe midtsgaders pieter van bogaert ende jan daelman wettelijck staende voochden van de drij audste weesen bij de voornoemde amelberghe vercregen van jan steenssens haeren eersten man (8).
Kinderen in het gezin Steenssens-Vereecken geb. te Nieuwkerken:
1. Pieter, geb. 22.03.1637 en 23ste ged. (ss: Franchois Vereecken en Elisabeth de Caluwe). Huwde: 1° Sint-Niklaas 19.10.1658 (tt. Petrus Steensens en Gillis Vereecken (?)) Margriete STAES (geb. ca 1632 - Overl. Sint-Niklaas 06.06.1676); 2° Nieuwkerken 13.09.1676 (tt. Anthonis van Voorde en Jan Debbaut) Amelberga MAES (overl. Sint-Niklaas 1709). 2. Catherine, geb. 26.09.1638 en 27ste ged. (ss: Pieter Papaerts en Cathalyne Baerts). 3. Joannes, geb. 11.02.1640 en 14de ged. (ss: Joos Steensens en Anna sCockx).
Amelberga hertrouwde Nieuwkerken 07.01.1642 (tt: Merten Haegman en Jan de Loose) met Jan van VOORDE.
6912 en 6913. Pieter STEENSEN geb. ca 1565. Huwde Elisabeth de CALUWE, geb. ca 1570.
Hun kinderen te Nieuwkerken:
1. Joannes, geb. 21.01.1590 en overl. voor 1642. Huwde Nieuwkerken 22.02.1637 (tt: Petrus Steenssens en Pieter Papaert) Amelberga VEREECKEN, overl. 09.12.1647. 2. Pieter, geb. 11.08.1592. Huwde 1° Nieuwkerken 20.05.1617 Maria BLOMMAERTS fa Carolus en Maria Vereecken; 2° Elizabeth sCALUWE fa Bartholomeus (? overl. voor 03.11.1651). Uit eerste echt Jan (geb. Vrasene 1618), Pieter (geb. Nieuwk. 1620), Lysbeth (geb. Nieuwk.1622) en gehuwd met Pieter van BOGHAERT, Josyne (geb. Nieuwk. 1625), Cathelijne (geb. Nieuwkerken 1627), Maria (geb. Nieuwk. 1629 en overl. voor 1633), Carolus (geb. Nieuwk. 27.06.1630 en overl. voor 1633), Joos (geb. Nieuwk. 08.09.1631 en overl. voor 1633) en Carolus (geb. Nieuwk.1632/1633) gehuwd met Margriete MAES. 3. Mergriet, geb. 01.01.1595. Overl. Nieuwkerken 27.04.1673. Huwde voor 1615 Pieter PAPAERT (Nieuwkerken 21.03.1591 - Nieuwkerken 19.01.1676) fs Joannes en Elisabeth van Grembergen. 4. Joos, geb. 03.05.1598. Overl. Nieuwkerken 27.03.1671 (72 j.). Huwde 1° Nieuwkerken 22.11.1620 Amelberga van OSSELAER (overl. Nieuwkerken voor 01.10.1640. Staat van Goed met voogden: MreCharle Gossewijl en Pieter Steenssens); 2° Nieuwkerken 29.07.1642 (tt: Pieter Steensens en Pr Papaert) Amelberghe DAELMANS (Nieuwkerken 04.03.1606 - Nieuwkerken 14.11.1644) fa Pieter en Amelberghe Herman. Staat van Goed met voogden: Pieter van Bogaert en Gillis Daelman. Uit eerste bed: Petrus (geb. Nieuwk. 1621 en overl. Sint-Niklaas 1646), Jan (geb. Vrasene 1623), Gillis (geb. Vrasene 1627 en overl. Nieuwk. 1694), Joos (geb. 1630), Anna (geb. Nieuwk. 1635) en Joos (geb. 1638). Uit 2de bed: Joannes (geb. Nieuwkerken 1644). 5. Elisabeth, geb. 16.11.1600. Overl. Nieuwkerken 24.05.1668 (65 j.).Huwde Nieuwkerken 23.11.1621 Pieter van BOGAERDE, geb. ca 1596 en overl. Nieuwkerken 02.09.1660. 6. Cathalijne, geb. 01.04.1603. Huwde Nieuwkerken 26.04.1622 Gillis van KERCHOVE, waarvan Petrus van Kerchove. 7. Adriaen, geb. 07.08.1605.
Had Pieter Steenssens een zuster Anna (of een dochter Anna), geb. voor 1590? Er werden te Nieuwkerken inderdaad Staten van Goed opgesteld m.b.t. ene Anna Steenssens, overl. voor 1628 en gehuwd 1° voor 1613 met Adriaen de CALUWE (overl. voor 18.07.1622: deelvoogden Jan Papaert en Joos Weyn Prs.); 2° Nieuwkerken 30.08.1622 (tt: Jan Maes en Paesschier Thuenissens) met Gillis MAES fs Michiel.
Noten: (1) RABev, Modern Arch. Haasdonk., nrs. 33 (1823) en 34 (1829). (2) RABev, GOA Haasd. nr. 348, Armenrekening 1796.
(3) RABev, GOA Haasd., nr. 517, los stuk (1781 - 1787). (4) Stadsarchief St.-Niklaas, Sint-Niklaas nr. 1211. (5) id. (6) Doopakten ontbreken in fotocopies Nieuwkerken in RABev. (7) Stadsarch. St.-Niklaas, nr. 1208, f° 138, S.v.G. dd. 18.09.1726 te Nieuwkerken : Sterfhuis Margariete Maes, houder Pieter Steensens fs Petrus en Margareta Staes. (8) Stadsarch. St.-Niklaas, nr. 1203, f° 316, p. 638-640, S.v.G. dd 09.12.1647.
Als voorloper van onze O.C.M.W. zorgde tijdens het ancien régime de Armendisch of H. Geesttaefel voor de armen. In de jaarrekeningen van deze instelling kan men zijn arme voorouders terugvinden. Doorgaans weduwen en wezen. Maar ook hun weldoeners. Begoeden die giften gaven. Of gewoon Jan Modaal, t zij boer of werkman, die pachten, cijnzen of allerlei al dan niet erfelijke renten aan de armendis verschuldigd was. Aan het hoofd stond een Armmeester. We citeren wat namen voor Haasdonk: Jan Claus en Jacob van Bogaert Janszoon (armmeesters in 1570), Jan Dullaert (1573), Pieter van Luegenhaghen (1574), Jacop Perman (1575?), Sebastiaen Giodt (1661), Pieter Thysman (1662), Gillis Volckerick (1700), Philips Govaert (1701), Guilliam Vercauteren (1703), Gillis van Geertsom Adriaenszoon (1704), Michiel Egghe (1705 en 1706) en Michiel Boeye (1707). Om een idee te krijgen van de inhoud van zon jaarbalans slaan we deze van 1580 open(1). Pieter de Jonghe en Jan Vergouwen waren er besorgers ende administratuers . Onder de ontvangsten vinden we quijtrenten verschuldigd door Michiel van Landeghem en Paesschier Verbochoven. Pachten, tiendepachten of renten werden betaald door Jan van Gheetsem, Jacob Maesdoncq, Jacob Lysesone, Claeys de Witte, Jan van Perre (pacht een thiendeken), Jan Cappe fs Pieter, Stoffel Abeel, Jan de Rop over Pieter de Rop, Mathys van Vyvere , Symoen van Raemdonck, Digne tsHasen, Andries Vercouteren, Joes Verstraten, Pieter Verstraten over Jacob Bolsen, Jan van Landeghem over Jan Rouwel, Lauwereys van Wolvelaer, Anna Bolsens dwijf Pieter Broecman, Jacob van Broucke aen de plaetse, Jan van Vyvere uit Kruibeke over doors Gillis Verbochaven, Paes Smet over Pieter van Kerbrouck, Jan de Decker, Pieter de Dycke, Jan Seuij, Paes van Goeye de Jonghe, Symoen de Kerf, Niclaes de Maeyer, de weduwe Jacob Bolsen wonende ter Banck, Michiel van Puyenbroeck over Pieter van Puyenbroec, Joeris Vercouteren. Korentienden waren verschuldigd door Lauwereys Vergouwen en Joeris Vercouteren, welke ook nog 33 schelling in t krijt stond als saldo over den coep van een huysken. Achterstallige koren- en tarwematen werden vereffend door Jacob Bolcene, de hoors Pauwels van Vijvere, Jan Verbeeck, Symoen Wittoek, Joeris Vercouteren, Jan van Mieghem, Jan de Weert over diene synen broeder, Lauwerys Vergauwen, Jacob Stuer, Jan Haessaert, Paesschier van Bogaert, Jan van Puyenbroeck, Jan de Weert, Inghel Bervoets, de wed. Jan Claus, Joos Claus, Jan Claus, Paesschier van Bogaert over Lijsbette Verelst, Josyn Stuers voor Antonius Brijs, de hoors Jan de Rycke, Pieter de Maeyer over de wed. Jan Doeye, Pieter de Cauwer over Mergriete van Roeyen, Paes(schier) Vereecken , Berbel Stoeps, Cleys de Witte, de hoors Joes Weyn, Jan van Landeghem over syn huysvrou Marie van Velde, Adriaen van Kerbroeck, Gillis Kerbeke, de hoors Gillis de Dycker. Dit lijstje eindigt als volgt: Alle dit cooren is gedeelt den armen van de prochie Volgen dan onder de uitgaven de namen van de armen (hier in vetjes) met beschrijving van de leniging hunner noden. De armentafel gaf gewoonlijk opdracht aan een lokale neringdoener of ambachtsman om iets te leveren of uit te voeren. Wat de familiekundige in staat stelt het beroep van sommige voorouders op te sporen. Griete Hillegheers kreeg o.m. 2 ellen roet laeken. Ze werd ook dat jaar op kosten van de H. Geesttafel begraven. Lyne Hillegeers ontving huishuur en mondkost. Jacob van Broucke (bakker?) en Jan Maesdoncq Laureis (brouwer of herbergier?) leverden respectievelijk brood en bier (4) aan Lynken Kerfs toen zij in de gave (2) zat. Bette Huijghens kreeg een anderhalf maat rogge. De begrafenis van eenen schamelen mangestorven aan de pest kostte de armmeester 5 sch. 11 gr. Jan Maesdoncq Mathijs verbleef ook in de gave. Getroffen door pest. Zijn kind werd eveneens van den armen ter aarde besteld. Meester Gabriel (dokter of chirurg) verzorgde het gezin Griete Huijghens. Willem Bolsen en Clays Vercauteren leverden respectievelijk winkelwaren en bier aan de wed. Frans de Bruyne wier kind ook op rekening van de armenkas werd begraven. Men bezorgde haar ook boter en rentvleesch. Mr Gabriels heeft haar en haar zoon ook behandeld. Joeris Vercouteren leverde het gezin levensmiddelen. De wed. Joos Hemelrijck werd geholpen nadat haar man in de gave was ghestorven. De H. Geesttafel bekostigde bovendien de begrafenis van haar kind. Naast andere hulp werd Joes Brielmanshuishuur ook betaald . Het gezin Gillis Maes ontving hout, bier en koren. Gillis ook Diel genoemd stierf aan de pest in de gave en werd op kosten van de armendis begraven, benevens zijn weduwe en een cleyn kint. Voor een kind van Gillis kocht men drie el stof, een paar schoenen en een el voerlaken. Bette sMaeyers ontving geld, koren en 2 ½ el stof. Piet van Gijsele geld, een maat rogge, een spent erten (3), bier en 2 ½ el laken. Het kind van Catelyne Haecx werd voor een jaar uitbesteed bij Willem Bolsene. De weduwe en kinderen Andries Couers zaten in de gave. De kinderen Heyman werden gekleed en onderhouden, één van hen begraven nadat het aan de pest stierf. Het kind van Jan van Laere werd een jaar uitbesteed bij Berbel Rouwels.Kreeg o.m. geld, 2 maten koren, een elle laeckens om een lyfken te laten maken, 2 ½ ellenroeye pije, een paar houten schoenen en een paar kousens. Voor de wed. Cleijs Vergouwen in de gave godts, betaalde de armendis hout, een doodskist voor haar aan de pest gestorven man, de grafdelver voor het begraven van drie van clysens kinderen, 3 maten koren en tenslotte bier geleverd door Jan Brys (brouwer of herbergier?). De wed. Jan Jansens ontving tweemaal 6 ½ maten koren. Betten Saeghers swaere siecke zijnde kreeg bier, 3 maten koren en andere dienste. Cleys de Catte ontving toen hij ziek was bier, victualiën (5) en boter. Lauwereys Vergouwen leverde ook victualiën bij Gitte Sommeleeren tijdens haeresiecte. Het kint jans laere verbleef bij Lauwer Rombaut. De armendis zorgde voor een jaar onderhoudskosten,voor een paar schoenen en een lijfken. Gillis Eeckelaert verbleef bij Amelken Blaeren. Hij ontving 2 el roeye pije om een rocxken te maken, een lyfken, anderhalve el laken en een paar causens. De wed. Adriaen Crouwele ontving geld en 6 maten rogge. Tanneken Smedts victualiën, bier, laken om een rocxken te maken en 3 ½ maten koren. Joos de Cauwer tijdens zijn siecte 5 maten koren. Het kind van Jan Vergouwen Bosken verblijvende bij Jacob Weyn ontving anderhalve maat rogge, 2 maten tarwe. Bauwen Vergauwen ontving 3 ½ maten koren. Na zijn dood werd iemand betaald om zijn graf te delven. Catelijne Verettinge kreeg een paar schoenen en geld voor een lijfken. De wed. Willem Brys o.m. 2 ½ maten koren. Maeye sWolfs werd van hout voorzien tijdens haer kinderbedde. Mr Willem van Doerinc (de pastoor?) werd betaald voor het maken en copiëren van het testament van Joannes Vegouwen. Het is niet duidelijk of deze laatste echt een arme was.
(1) RABev, GOA Haasdonk nr. 315, bundel jaar 1580. (2) gave of gave godts: godshuis ? (3) spent of spente: inhoudsmaat voor granen, ca 6,75 liter (4) bier voor dagelijks gebruik was algemeen verbreid omdat het brouwsel was gekookt. Wel was het fluitjesbier. Gewoon water was een bron van ziektekiemen. (5) victualiën: levensmiddelen, mondkost. Foto: Detail Brooduitdeling op het Dorp. Olieverf van F. Van Leemputten (KMSK Antw.).
Als kind hoorde ik mn moeder, geboren in 1905, vaak een gedicht voordragen dat zij wellicht in het begin van de eerste wereldoorlog leerde in de meisjesschool van Haasdonk. Enkele verzen zijn me altijd bijgebleven, zoals dag oudje, smaakt je pijpje goed, wat rookt die kop mooi door? En die kop is niet te koop . ik kreeg hem van mijn kapitein, die viel bij Waterlo Begin 2002 kreeg ik van een zekere W. Vercraeye uit Groot-Bijgaarden de volledige tekst. Schrijver van het gedicht is Bernard Van Meurs S.J. (1835 - 1915). Volgt hier het onverkorte gedicht dat senioren uit Haasdonk of omgeving misschien nog kennen.
DE PIJPEKOP
Dag oudje ! Smaakt het pijpje goed ? Wat rookt die kop mooi door ! t Is echte zeeschuim naar het schijnt, Zeg dan, wat vraagt ger voor ?
Mijnheer, die kop is niet te koop, Ik kreeg hem als cadeau, Op t slagveld, van mijn kapitein, Die viel bij Waterloo.
Dat ging er daar geducht op los. Van s morgens twalef uur Tot s avonds, zonder nat of droog, Toujours maar in het vuur.
Vertel mij dat een andere keer. Toe, geef me uw pijpekop, Ik bied er een goud tientje voor Hewel ! stem toe ! leg op !
k ben maar een arme man, mijnheer, En heb een klein pensioen; Toch, deed ge er duizend guldens bij, Zou ik het nog niet doen.
Ik stond, gelijk ik zei, in t vuur En naast mijn zij, o God ! Kreeg onze brave kapitein, Vlak in zijn borst, een schot.
Ik ving hem in mijn armen op, En droeg t gedrang hem uit, Verbond zijn wond en zag met vreugd Zijn stromend bloed gestuit.
Toen gaf hij mij deez pijpekop, En ook zijn beurs vol geld; Hij drukte mij voor t laatst de hand En stierf gelijk een held.
De beurs gaf ik het arm gezin, Wiens huis was afgebrand; Maar deez , mijnheer, mijn pijpekop Komt in geen vreemde hand.
Sinds jaren reeds bewaar ik hem, Gelijk een relikwie; Zo dikwijls ik mijn pijpje rook, Is t of ik hem nog zie.
Schoon, brave man. Hoe heette hij Die goede kapitein ? Wij noemden hem steeds beste vaâr; Zijn naam was Van der Klein.
Ziet gij in t bos die gevelspits? Dat slot ? Daar woonde hij. Het was mijn vader, beste vriend, Dat huis behoort aan mij !
Hebt gij mijn vader bijgestaan In de ure van zijn dood ? Kom, brave, ga dan meê met mij En eet voortaan mijn brood.
Is t mogelijk, heer, zijt gij zijn zoon? En woont gij op zijn erf? k Ga met u meê; de pijpekop Krijgt gij eens als ik sterf !
Voor het invoeren van het mechanisch weefgetouw en het ontstaan van de industriële weverij, verdiende menig Vlaming zijn brood als huiswever. Zo ook mijn voorvader Pieter Gillis STEENSSENS fs Jan Baptist en Nicola Amelberga van Raemdonck, geb. te Nieuwkerken-Waas op 15.07.1728 en er op 19.10.1781 overleden. Ingevolge dit overlijden legden de voogden op 30.04.1783 een Staat van Goed voor aan de schepenen van Nieuwkerken (1). Aan de hand hiervan komen we te weten hoe het huis van een 18de eeuwse Wase wever was ingericht. Op 100 roeden grond (kaartnr. 134) gelegen in de Wijk Anthonie de Jonghe, langs sHeerenstraete had de overledene vermoedelijk in 1772 een huis gebouwd, volgens het uithangbord HET PANNENHUYS genoemd.
IN DE KEUCKEN telde men op de schouwlijst 5 tinne tailloren, 3 geleyerde borden met 2 schotels, 6 biergelaesen, roomers, een theebus, strijckijsers, 3 ijsere potten, een visspaan en een sopberd Ook nog een struwijn, een moor, een koperen lantaarn, wat aardewerk, een schapraai, een emmer, een spoelbak, 4 geleirde schotels, 2 flessen, 8 pinten, een canneken, 10 potten. Opmerkelijk is eene staende orologie, geraamd op 14 gulden. Verder nog 2 geleirde schotels, een lampe, een maelcuypken, een flessche, een tinnen treckpot, een raspe, een spiegelken en een trafter. Aan een lepelbert hingen 12 tinnen lepels. Het haardgerei bestond uit een potneus, hangel, tanghe, hangijser, ketinge, smoutcan en een marmiet. Gegeten werd aan een taefelken. Dertien stoelen vervolledigden het meubilair.
IN DE CAMER stonden 2 tafels en een koffer. Verder een ledikant, een bed, een paar lakens en een sargie. Zes tinne tailloore, een crucifix met de gelaesen en roomers schatte men op 3 gulden.
IN DEN KELDER noteerde men eene bierschraeve met 2 teilen met melck. Naast een ketel, een botervat, een marmietje, een koekenpan en een saenpot. Een coetsken met de laekens, een caffenbedde, sargie Een cabas, een ijseren thuijn cuijpken, en een zak met beesteneten.
IN DEN WEVERSTAL stonden 2 weefgetouwen. Samen met 8 cammen, effenaers, wielen, tuijten, scheirmeulen en verder toebehoren geraamd op 20 gulden. Ook nog 2 spaden, 2 rieken, een schup, een bijl en 2 zakken boekweit. Een maet, repe en eenenwinde raamde de schatter op 4 gulden. Het timmergerief bestond uit een zaag, een hamer, 2 beitels en boren. Tenslotte nog een spinnewiel, wat bonen, turf, een zeil, 3 zakken, een trog, een vleeskuip, een beddeken met een drolsargie, wat appelen, planken, vaten en een kruiwagen. De inventaris vermeldt hier ook een houtmijtje, 15 bijkorven, een caproen (2) en een biecot. Allicht stond dit buiten en niet in de weversstal.
IN DE SCHUERE lag koren, hout, potetten en 75 wissen vlas. Samen geraamd op 32 gulden 16 schelling. Men hield er ook een koe en een varken, respectievelijk geschat op 30 en 16 gulden.
IN HET SWINGELCOT lagen 2 steenen geswingelt vlasch, een swingelbert, ladders, een (werk?)bank en een wan.
De boedelbeschrijving vermeldt eveneens een gouden kruis en ring geraamd op 10 gulden 10 schelling.
Uit zijn eerste huwelijk met Anna Isabella SMET (Nieuwkerken 16.08.1722 - Nieuwkerken 28.10.1767) werden 10 kinderen geboren. Uit zijn tweede huwelijk met Maria Anna HUIJBENS zagen 5 kinderen het levenslicht. Er was dus werk aan de winkel. Zoals vroeger gebruikelijk was bewerkte onze wever nog diverse gronden. Het betrof pachtgronden. O.m. een stuk van 400 roeden, deels gebruikt als rachtinck deels bezaaid met klaver. Op een ander stuk groeiden wortelen en aardappelen. Een derde stuk werd als spurrelandt beschouwd. Dit alles zonder eigen paard, zodat voor peerdewerck en vervoer diende betaald. Onder de transportkosten: het mennen van boonen van vlasch van steenen van boomen en vervoer van mest.
De inventaris maakt geen melding van gebruikt garen of vervaardigde stoffen. Misschient had Pieter Gillis Steenssens geruime tijd niet meer gewerkt. Was hij voor zijn dood lange tijd ziek? Onder de schulden: 10 gulden 4 schelling aan de dokter voor gedane visites en 16 schelling aan de chirurgijn.
(1) Stadsarchief Sint-Niklaas, Register 1211, f° 198 r t.m. 202 v. (2) bijenkap gebruikt als bescherming.
Martijn BAGHELAERT, Joos van BERCHEM schepene, Gheert van BERCHENHOVE, Jan van BERGHE, Colaert, Jacop en Pieter fs Jans BERTRAM, Pieter BERTRAM schepene, Pieter, Jan fs Reyns, Jan fs Stevens en Sanders van BOGHAERDE, Joos, Jan fs Jans en Jan fs Pieters van BOSSCHE, Coppijn van der BRAKEN, Franc BRYSINC, Joos BRUYMMAN, Michiel de BUEKEL meyere, Jan de BUEKELE, Nychasijs CAPET, Nyclaeus en Jan van CORTEBEKE, Adriaen de COSTERE, Martijn vander COUTEREN, Pieter COUTHALS, Christiaen en Jan van CUELNE, Pieter en Jan van DALE, Jacop DIERICX, Jorijs ENGHELVELT, Jan fs Jans, Jan fs Sanders, Joos, Pieter en Sanders van ESBROUC, Gillis en Jan van GHEERTSEM, Pieter van GHEERTSAM, Jacop HACKE schepene, Jan HAGHELSTEEN, Jan en Pieter HASAERT, Jan HERWEYERE, Pieter fs Jan vander HEYEN, Pieter vander HEYEN schepene, Gillis, Jan en Thuenijs HOUMAN, Pieter HOUMAN schepene, Jan van HOUTE, Pieter JONCMAN, Pieter KEPPÏJNS, Pieter van KERCHOVE, Jan en Thuenijs LEEKELAERT, Gillis en Joos vander LUEGHENHAGHEN, Jan de MAYERE, Jan de MEYERE, Joos van MEYNGHERSVUUT joncheer, Michiel de bastaert, Gillis MOEN, Gillis MOENS smeetsknape en Heynderic MOENS, Gillis MOLENDYC, Adriaen en Jacop van POLFLIET, Boudijn , Gillis fs Pieters, Jan fs Gillis Jan fs Pieters en Pieter van RAEMSDONC, Gillis van RAEMSDONC schepene en Jan van RAEMSDONC Baten sone, Jan en Meeus RAES, Jan RAYWAERT, Jan van ROODE schepene, Pieter van ROODE, Gillis ROOMA N, Cornelis vander SICKELEN, Pieter fs Gillis, Symoen en Thuenys de SMET, Pieter SPECHT, Nyclaeus en Symoen SPRUTE, Heynderic van STEENACKERE, Jan STRAGIERS, Rombout van VELDE, Gillis fs Jans, Gillis fs Symoens, Jan fs Symoens, Joos fs Jans en Pauwels VYD, Heynderic, Pieter en Zanders van VIVERE, Mathijs de VOGHELARE, Gillis VOLKERIC, Jan van VOORDE, Reyn de WALE, Gillis de WITTE, Jacop en Jan ZEGHERS. In 1552
Joos ABBEEL, Joos fs Paesschiers en Paesschier van ACKERE, Govaert van AELST, Clays en Jacop ALLIJCENSONE, Pieter ALLIJCESONE, Joos en Cornelis BATENS, Gooris van BERGHEM, Merten de BOCQ, Jan van BOGAERDE, Jacop, Joos en Pauwels BOLSELE, Jacop en Jan van BOOME, Gommerijn, Jan en Joos van BOSSCHE, Gillis BOUWENS Vincentssone, Frans, Gillis en Simoen BRIJS, Lucas van BRUSSELE, Jan en Joos de BRUYNE, Heyndric de BUYSSCHERE, Anthonis en Jan fs Jans CAPPE, Jan CAPPE smet, Christiaen en Joos CAUTHALS, Gillis de COCK, Jan en Joos van COLENNE, Jacop Jans COPPE, Clays DAELMAN, Joos DANCKAERT, Thomas DOEYE, Bertel, Jan en Pieter van ESBROUCK, Gillis van GHEETSEM schepene en Pauwels van GHEETSEM, Jan GHOOSSINS, Cool GHOVAERTS, Adriaen,Joos en Paesschier GILLIS, Gillis van GRIECKEN, Jacob HAGELSTEEN, Michiel HAGHELSTEEN, Daneel en Jan van HAVEREN, Jan van HEEDE, Jan HILLEGHEER, Jan de HOOGHE doude, Jan fs Gillis HOUMAN, Jacop de HUTSERE, Adriaen de HUYCKERE, Gillis HUYGHENS, Jan de JONGHE, Pieter de JONGHE schepene, Hubrecht van LANDEGHEM, Jan de LANSHEERE, Anthonis, Joos en Joos fs Michiels LEECKELAERT, Cornelis LEECKELAERT schepene, Adriaen van LEPPEVELT, Gillis, Jan en Joos van LOGHENHAGHEN, Jan MAES, Adriaen de MAEYERE, Joos MARIEN, Jan de MAYERE, Joos van MOIRTERE, Bartholomeeus de MOLEERE meyere, Joos van MYEGHEM, Frans en Joos van OVERLOOP, Dionys PIERINS, Gillis van POLFLIET, Gillis van PUTTE, Pieter van PUYMBROUC, Joos van RAEMDONC schepene, Gillis, Jan fs Pieters, Joos fs Jans, Joos fs Joos en Marc van ROYE, Gillis van ROYE Michielssone, Jan fs Gillis van ROYE schepene, Pieter fs Gillis VAN ROYE schepene, Claus, Gillis, Jan fs Bouwens, Mathijs en Pauwels SMET, Jacop SMET schepene, Jan SMET Heyman, Joos SMET aen t Haeuwijc, Jacop SPRUYT, Jan van STEELANDT baillu, castelijn wis(sekercke), Cornelis van STEENACKERE, Cornelis, Jan, Joos van STRIJDONC, Gillis van STRIJDONCK, Jan STUYER, Pieter THIERENS, Jacop VARENDONCK, Daneel en Jan VERGOUWEN, Gillis, Joos en Lauwereys VERHAGHE, Jan VERHEYDEN, Willem VERNIMMEN, Frans VERSTRAETEN, Adriaen fs Ardts, Adriaen fs Joos, Gillis en Jacop VERSTRATEN, Pieter VIJDT, Pieter VINCKE, Gillis van VOIRDE, Gabriel en Gillis VOLCKERIC, Cornelis de VOLDERE, Jacop de VREEDE, Philips de VRIESE, Claus en Jan van WATERSCHOOT, Gillis van WIJNACKERE, Gillis fs Michiels de WITTE,Gillis de WITTE in dElst, Adriaen, Joos en Pieter van WOUWE, Gillis van WOUWE de jonghe en Jan ZEGHERS.
Nieuwkerken-Waas dankt haar ontstaan aan de kapel O.L.Vrouw ten Bossche gebouwd op een plaats aangeduid door een miraculeus Mariabeeld. Een oorkonde van 1143 vermeldt deze bidplaats omringd door enkele woningen als de wieg van het latere dorp. In 1294 als zelfstandige parochie afgescheiden van Sint-Niklaas, wordt hetzelfde jaar nog de eerste kerk opgericht. Via Nukercke, Nieukercke, Nieukerken evolueerde de naam tot Nieuwkerken. In 1635 richtte men een nieuwe kapel op op den hoek des dorppleins, langs de baan Kieldrecht-St. Niklaas. Men kwam er bidden tegen de roos en het bloeden. Wijken in 1626 genaamd naar (er wonende personen?): Gillis van de Perre-, Joos Baes-, Roeland Heyndrickx-, Jan Vergauwen-, Antoon de Jonghe-, Antoon Brijs- en Pieter Segherswyk. Daarnaast Kerkwyk, Schuttershof, Priesterage, Schuilhoek, Klein en Groot Stoklaar, Kauwerwijk en Geerstmolenberg. In 1879 sprak men van het Dorp, Gijzelstraat, Peperstraat, Turkije, Vrouweneekhoek, Zeveneekhoek, Drie Lindenhoek, Portrugeesche straat, Buitenstraat, Vrasenestraat, Groenstraat, Hospitaal, Kriekelaarstraat, Bautenshoek, Breestraat, Kwakkelhoek, Zoetwater, Grote Baan, Heihoek , Meestersstraat en Uil. Door de parochie liepen volgende beken: de Gordebeke, Kivietbeek, Speeldenbeek en Uilsbeek. In 1497 noteerde men al 207 commmunicanten. Het aantal inwoners liep op van 1.368 in 1725, naar 1.772 in 1794, 2.195 in 1824 tot 2.730 in 1877. Onder de 97 getelde hofsteden in 1797 viel ook de grote hoeve t Goede ten Heeke, welke met haar 14 bunders in 1418 eigendom was van Arend Sersanders en later van Philip van Mullem. Nieuwkerken, in 1626 ca 2.090 gemeten groot en in 1877 ca 730 ha, is vooral een landbouwgemeente. Een telling van 1830 maakt gewag van 72 paarden, 8 veulens, 379 runderen, 179 kalveren, 236 varkens, 295 schapen en 30 geiten. Meest geteelde landbouwproducten zijn tarwe, rogge, gerst, haver, bonen, erwten, boekweit, vlas, aardappelen en klaver. Naast 6 bierbrouwerijen, enkele houtzagerijen en een windmolen, nl. de Gijzelmolen, waren er toen ook veel klompenmakerijen. De klompen uit Nieuwkerken vonden zelfs afzet in Hongarije. Een vroegere telling, uitgevoerd in 1704, wees al op een sterke concentratie van neringdoeners en ambachtslui: 6 herbergiers, 3 kleermakers, 2 broodbakkers, 2 stoeldraaiers, 2 winkeliers, 1 wagenmaker, 2 hoefsmeden, 1 kuiper, 1 schoenmaker en 1 klompenmaker. Wellicht was er ook een molenaar vermits in 1712 sprake is van de Vossekotmolen. Nieuwkerken maakte deel uit van de Keure van het Land van Waas en was eigendom van de Graaf van Vlaanderen. Het had geen afzonderlijke vierschaar. Recht werd gesproken door de vierschaar van Sint Niklaas-Nieuwkerken. Van de 7 schepenen kwamen er 4 uit Sint-Niklaas en 3 uit Nieuwkerken. Wel zetelde in Nieuwkerken een meier, gelast met de uitvoering van het schepencollege. Waren o.m. meier te Nieuwkerken: in 1656 Boudewijn de Jonghe, in 1674 Karel van de Voorde, in 1691 Pieter Staes, in 1745 Jan Frans van Daele en in 1790 F. J. Bourguignon. Burgemeesters tijdens de eerste helft van de 19de eeuw: Jacob Jozef Hinck (1800), Thomas Philip van Rossen (1805), Lodewijk van Landeghem (1815), Karel-Emmanuel Theunissens (1831), Frans Bongaerts (1836) en Karel Lodewijk Bocklandt (1842). De parochie zou geen enkele heerlijkheid of grafelijk leen hebben gekend. Waren er oude hoven? De huidige kaart vermeldt een Schaliënhof en een Wallenhof. De tienden behoorden aan de bisschop, t kapittel van Doornik, de abdij van Baudelo en de pastoor van de parochie. In 1767 werd een nieuw gemeentehuis gebouwd, in blauwe hardsteen. Een zekere de Maere uit Sint-Niklaas schilderde voor dit gebouw het schilderij genaamd Gerechtigheid. Engelse troepen plunderden in 1436 Nieuwkerken. Op het einde van de 16de eeuw waren de geuzen er baas. Al in 1579 liep er een protestantse minister rond: Gillis Capelleman. Dat jaar namen de hervormingsgezinden al de priestergewaden in beslag om ze in Antwerpen openbaar te laten veilen. De verkoop bracht 19 £ 12 sch. 8 gr. op. In 1646 staken Franse soldaten de kerk in brand, waarbij o.m. drie klokken werden vernield die van oudsher in de toren hingen. Tijdens de jaren 1694-1695 vertrappelden soldaten van de legers der Verbondenen de oogsten en verwoesten huizen en schuren. De schade beliep 13.774 gulden. Onder de Franse Republiek werd de O.L.Vrouw ten Boskapel op bevel van regeringscommissaris De Kever vernield. Er bestond al in 1534 een rederijkersgilde luisterend naar de naam De Vlasbloem. Later in 1727 veranderde de naam in De Broederschap der H. Drievuldigheid. Ze brachten o.m. het treurspel Claudius en Portia. In 1777 namen ze te Sint-Niklaas deel aan een wedstrijd met de tragedie Caliste. Er was ook een handbooggilde Sint Sebastiaen, waarvan het oude vaandel rond 1870 bewaard werd door de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas. Later waren er zelfs 2 handboogmaatschappijen. Er was ook een fanfare (1866) en de koorzangersgroep De Vereenigde Werklieden (1858). De O.L.Vrouw ten Boskerk was steeds mooi versierd. In 1607 stonden er reeds drie altaren, respectievelijk gewijd aan O.L.Vrouw, Sint-Sebastiaan en H. Anna. Enkele fraaie schilderijen versierden de kerk: een kopie van De Kruisafdoening van Rubens, een kopie van De Marteldoodvan de H. Sebastiaan van Jordaens, De Nederdaling van den H. Geest over de Apostelen van Cornelius de Vos, en De H. Maagd, H. Maria-Magdalena en de H. Catharina uit de kapel van O.L.Vrouw ten Bosse. Twee branden teisterden de kerk, nl. in 1646 en in 1788. Ook wordt verteld dat men in 1630 in de kerk al Vlaamse liedjes zong tijdens de Kerstnacht. Vanaf 1735 hield men in de kerk een Maandags Lof, gesticht door ene Amelberga Peirsman. Daarnaast was er ook een Zaterdags Lof gesticht door Jan Theunissen en vrouw Anna Bolsens. De pastoor van Nieuwkerken had het genot van: een jaarlijkse competentie van de bisschop van Doornik, van de abdij van Baudelo, van het kapittel van Doornik, het genot van diverse partijen land, van de vlees- en graantiende. De koster genoot o.m. het recht van een jaarlijksche omhaling van koorn en eieren.
Bron:F. de Potter en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen - Arrondissement Sint-Niklaas, Gent 1878.
Directe aanleiding tot de Boerenkrijg was de conscriptiewet van 5 september 1798. Deze bloedwet liet toe mannen van 20 tot 25 jaar als dienstplichtige in het Franse leger in te lijven. Voor het zover kwam legde men aan de hand van bestaande parochieregisters lijsten van conscrits aan per klas, t.t.z. personen in hetzelfde jaar geboren. Hieruit werden dan de ongelukkigen gelot die werkelijk onder de wapenen werden geroepen. Sommigen ontrokken zich hieraan en werden dan vermeld als dienstweigeraar (réfractaire). Hierna wat namen van lotelingen gevonden in inschrijvingslijsten van Haasdonk. Het gaat meestal om verwanten van mijn voorouders. Opmerkelijk is hun kleine gestalte en het feit dat men zelfs millimeters noteerde.
Klas jaar VIII (23.09.1799-22.09.1800)
Jan Benedict BRIJS, blokmaker, geb. Haasdonk 09.08.1779, 1 m 652, zn van Theodorus (winkelier) en Isabella Theresia Vijt.
Klas jaar X (23.09.1801-22.09.1802)
Jan Petrus BRIJS, wever, geb. Haasdonk 10.11.1780, zn van Jacobus Emanuel en Joanna Theresia Scholastica de Block. Opmerking: Al drie jaar in dienst van de republiek.
Klas jaar XII (24.09.1803-22.09.1804)
Joseph BRIJS, hoedenmaker, geb. Haasdonk 01.09.1783, zn van Bernardus (coopmaninhoeden) en Joanna Catharina van der Borgt. In de reserve. Op 01.10.1808 krijgt hij een paspoort (2) om zich naar Mechelen te begeven, met volgende persoonsbeschrijving: 25 jaar, 1 m 663, kastanjekleurig haar en wenkbrauwen, breed voorhoofd, blauwe ogen, goedgevormde neus, gewone mond, bruine baard, ovaal aangezicht, volle (?) teint Antonius Emanuel BRIJS, geb. Haasdonk 01.01.1783, zn van Jacobus Emanuel en Joanna Theresia Scholastica de Block. Effectieve dienst bij het 7de regiment Bereden Artillerie.
Klas jaar XIII (23.09.1804-22.09.1805)
Josephus MERTENS, wever, 1 m 704, geb. Haasdonk 27.04.1784, zn van Jan Baptista en Theresia van Wassenbergh.
Klas 1806
Jan Jacob MERTENS, wever, 1 m 571, geb. Haasdonk 05.11.1786, zn van Jan Baptista en Theresia van Wassenbergh. Petrus Jan de MAEIJER, landbouwer, geb. Haasdonk 18.12.1786, zn van Dominicus en Isabella Marie Meersman. In juni 1807 vermeld als deserteur en weerspannige. Joannes Franciscus STEENSSENS, geb. Haasdonk ca 1786. Wellicht geb. Haasdonk 14.11.1785 als zn van Jacobus en Isabella Theresia VIJT. In juni 1807 vermeld als deserteur en weerspannige. Marcel VERHULST, geb. Haasdonk 01.01.1791, zn van Tobias en Anna Catharina Lijssens. Op 22.03.1813 vermeld als deserteur van het 54ste linieregiment en op die datum niet meer gezien in de gemeente (Haasdonk?).
Klas 1807
Joos ROOMAN, geb. Bazel 16.09.1787, landbouwer, zn van Joannes en Josijne Joanna Lijssens. Fredericus Leopoldus STEENSSENS, geb. Haasdonk 20.05.1787, 1 m 666, zn van Carolus Josephus en Amelberga Verhaegen. Heeft bezwaar als enig kind van een weduwe.
Klas 1809
Petrus Frans BRIJS, geb. Haasdonk 17.02.1789, zn van Jacobus Emanuel en Joanna Theresia Scholastica de Block. Broer van Antoine Emmanuel Brijs in dienst van het 7de regiment Bereden Artillerie. Karel Jozef MERTENS, wever, 1 m 463, geb. Haasdonk 30.08.1789, zn van Jan Baptista en Theresia van Wassenbergh.
Klas 1812
Egidius MERTENS, wever, geb. 16.09.1792, zn van Jan Baptista en Theresia van Wassenberg. Zijn beschrijving: 1 m 583, blond haar, blauwe ogen, voorhoofd bedekt, wipneus, normale mond, ronde kin, rond aangezicht, volle (?) teint. Vader en moeder overleden. Heeft al een broer bij het leger.
Toemaatje
Voor het kanton Temse, bestaande uit Bazel, Haasdonk, Kruibeke, Rupelmonde, Temse en Tielrode, waren voor het jaar 11 voor de actieve dienst 18 conscrits nodig en 19 voor de reserve. Voor het jaar 12: 19 voor de actieve dienst en 18 voor de reserve.
Noten: (1). RABev, Modern Archief Haasdonk, nr. 53, losse stukken. (2) id. nr. 44, losse stukken.