Papa
was een beetje een uitvinder, vind ik. In de keuken hadden we een vent.
Hij was echter niet van vlees en bloed. Hoog ingebouwd in de buitenmuur
zoog hij alle keukengeurtjes weg. Enkel een schakelaar indrukken en de
dampen verdwenen naar buiten. Dit systeem werkte jaren feilloos tot op
zekere dag met een luide knal de brokken door de keuken vlogen.
Sedertdien was het met ingetrokken schouders en verkrampt gelaat dat we
het knopje indrukten
. We
hadden nog een andere vent in huis. Telkens de radio een goed uit de
kluiten gewassen meubelstuk met bovenaan een 78-toerenspeler een
mannelijke commentator ten gehore bracht, vluchtte mijn zusje het huis
uit. Ze was er rotsvast van overtuigd dat er zich een meneer in het
toestel bevond. Pogingen haar van haar vrees te verlossen werden
schromelijk teniet gedaan door veelvuldige plagerijtjes. Behalve
een boiler voor de vaat onder de gootsteen (de pompsteen) hadden we
er ook een voor de koffie, een avant-garde koffiezetter dus. We dienden
slechts de reusachtige we hadden een 8-koppig huishouden aluminium
koffiepot getooid met een filter gevuld met koffie en cichorei onder het lopend kraantje te houden, en klaar was kees! Hij
vond ook de handtekeninghulp voor blinden uit. Met zes schoolgaande
kinderen was dit echt wel een must. Uit een kartonnetje knipte hij een
uitsparing. Hierdoor kon hij heel precies signeren. Voor vaderdag
fabriceerde ik een hele waaier van dergelijke hulpjes: cirkelvormig,
ovaal, stervormig enzovoort. Ik vond het best wel kunstzinnig. Maar
papa duidelijk niet! Hij
deed ook niets liever dan ons foppen. Onze boterhammen beleggen met het
boterpapier bijvoorbeeld. Of een bananenschil vullen met krantenpapier,
niet van echt te onderscheiden! Tja papa was een fratsenmaker! De
verhalen die zijn broers nu nog vertellen doen ons kreukelen van het
lachen!
|