Inhoud blog
  • Pokhara en Kathmandu.
  • Terug naar Chitwan
  • Terug in Lumbini.
  • Trek naar het westen
  • Kathmandu
    Zoeken in blog

    Ze doen het weer
    2016. Reis naar Indonesiƫ en Nepal
    20-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trek naar het westen

    De trek naar het westen.


    Nepal heeft ruwweg de vorm van een rechthoek. De plaats die wij willen bezoeken, Sukla Phanta, ligt in de linker-benedenhoek van die rechthoek. Zoals vorige keer werd gezegd, is het niet zo gemakkelijk te bereiken en gaan wij de afstand afleggen in stukjes. We organiseren onze trek zo, dat we als het ware van natuurreservaat naar natuurreservaat reizen.

    Eerste halte: Chitwan national park.


    Om vijf uur opstaan, te voet naar de bus. Heel Kathmandu slaapt nog, zodat we een kwartier te vroeg bij de bushalte zijn. Om half zeven vertrek. Onderweg het gewone beeld: ondanks het vroege uur is het al razend druk op de ring rond Kathmandu. Het kost ons anderhalf uur om uit de vallei te geraken. Overal files, aanschuiven voor benzine, wegenwerken ....
    Die wegenwerken houden trouwens niet op buiten de vallei: Chitwan ligt op de 'highway' van Kathmandu naar Mahendranagar en op die weg zijn er over heel de lengte wegenwerken bezig: de weg herstellen, verbreden, bruggen aanleggen ... Gevolg: uren vertraging.
    Enfin, uiteindelijk belanden we in Sauraha. Dit stadje ligt in de bufferzone van het natuurreservaat. We laten ons afzetten op de plek waar alle toeristen gedropt worden (een open plek midden tussen de weiden) en worden onmiddellijk bestormd door op zijn minst twintig figuren die ons naar een lodge, hotel of ressort willen brengen, of, nog beter, die ons in hun lodge, hotel of resort willen onderbrengen. We geven niet toe en laten ons afzetten in de 'Holy lodge', een rustig onderkomen aan de oever van de rivier. Hier zijn we twee jaar geleden nog eens geweest en we worden dan ook herkend door het personeel.
    Hier doen we elke morgen onze ochtendwandeling (vogels spotten!) en een keer doen we een geleide wandeling met onze gids van twee jaar geleden: Surrendra.
    Het speciale dit keer is dat er een grote actie bezig is, met spandoeken op de straathoeken. Het snode plan van de beheerders van de nationale parken bestaat er in om een aantal neushoorns te vangen en over te brengen naar Bardia National Park. Op zich een goed plan, want hier zijn te veel neushoorns. We zien ze lopen vanuit ons raam en ze steken de rivier over om in de bufferzone te komen grazen en slapen. Het probleen is dat men dat al eens gedaan heeft en van de vijftig neushoorns die men toen heeft overgebracht is nu, twee jaar later, ongeveer de helft gedood of verdwenen. De hoorn is nog altijd een zeer gewild medicijn in de traditionele Chinese geneeskunde om onder andere impotentie mee te bestrijden. Bardia ligt bovendien dicht tegen de grens met India, waar de stropers heel actief zijn. Hier beleven we ook een plechtig moment: we doen het pakje open dat Ingrid en Leen hebben meegegeven 'voor op de trekking'. Het is wel geen echte trekking waar we mee bezig zijn, maar toch een lange trek naar het westen, dus dat telt ook. We zijn gelukking nog eens echte chocolade te kunnen eten!


    Tweede halte: Lumbini.


    Lunbini heeft niet echt een natuurpark, maar wel het 'Crane conservation Center'. Een plek waar veel kraanvogels (Saruskraanvogel - een heel zeldzame) samenkomen. Dus onze opdracht hier wordt de (foto)jacht op de 'Saruscrane'.

    De eerste dag ontmoeten we een Duitser (die ook in Antwerpen gewerkt heeft bij Bayer) en die ook birdwatcher is (klinkt beter dan vogelaar). We hebben gelezen dat er een plaats is, vijfendertig kilomeer ten noorden van Lumbini, waar veel watervogels zitten. We delen een taxi en laten ons heel luxueus ter plaatse brengen. De wagen zal drie uur wachten en ons dan terugbrengen naar Lumbini.


    Het Jagadishpur Reservoir is een enorm meer, gegraven om tijdens het droog seizoen de omgeving van water te voorzien. Je kan helemaal rond het reservoir wandelen, op een soort dijk. De waterstand is hier heel laag (in Nepal is het nog droog seizoen tot eind mei) waardoor de watervogels heel geconcentreerd zijn in het weinige water dat er nog is. Het nadeel is dat het water relatief ver van de dijk ligt. Hier zien we onze eerste Saruskraanvogel, naast een hele hoop migranten (vogels dus) die we kennen vanuit de Uitkerkse Polder in Vlaanderen.


    We doen nog een vogelwandeling in het tempelgebied, door de 'countryside' en zien elke keer weer een aantal interessante vogels.


    De laatste dag gaan we naar het kraanvogelgebied, achter de 'Peacepagode'. Een heel lange wandeling, maar geen kraanvogels. Al vertrokken? We wandelen terug langs de verschillende tempels. Elk land met iets of wat boeddhistische gemeenschap (zoals Oostenrijk, blijkbaar) heeft hier een tempel en/of klooster op het terrein van de geboorteplaats van Boeddha. Plots horen we een bekend geluid: het onwelluidende gekrijs van een kraanvogel. Wij op zoek en ja hoor, naast een of andere tempel zitten twee prachtexemplaren! Vlug een paar foto's en nu kunnen we met een gerust gemoed verder trekken.


    Volgende halte: Bardi National Park.


    Van Lumbini naar Bardia is er geen rechtstreekse busverbinding. Je moet eerst naar Butwal en daar kan je een bus nemen naar Ambassa. Dit is de plaats die het dichtst bij het Park ligt. Van daaruit moet je nog vijftien kilometer afleggen met een Jeep, langs lokale wegen, door riviertjes ....

    We laten ons met een taxi van het hotel naar Butwal brengen, waar we op tijd zijn om de eerste bus te nemen. Onze plaatsen hebben we vanuit het hotel gereserveerd, dus geen problemen met zoeken, volle bus of wat dan ook. We hebben redelijke plaatsen en de bus heeft niet te veel vertraging, dus we bereiken vrij vlot onze afstapplaats. Daar zou normaal een auto van het hotel ons moeten opwachten, maar geen jeep te bespeuren. Gelukkig zijn er een paar jonge kerels die voor ons naar het hotel willen bellen en het blijkt dat we op de verkeerde plaats zijn afgezet. Geen probleem, de jeep staat zes kilometer terug op ons te wachten en na een paar minuten zijn we weer op weg.


    Vanuit Kathmandu hebben we ons verblijf georganiseerd: twee nachten in een resort, alles erop en eraan. Het begint er al mee dat de kok komt vragen of we nog een late lunch willen en zo ja, wat we willen eten. Dan een beetje bekomen van de reis, een douche en onze eerste avondwandeling. Dan weer een warme douche en avondmaal. Ook nu komt de kok onze bestelling opnemen en maakt hij klaar wat we maar willen. Voor het eerst in weken eten we dus terug een volledige maaltijd: soep, hoofdgerecht en nagerecht.


    De volgende dag is er een volle dag jeep-safari voorzien. We rijden het park in en op interessante plaatsen stoppen we om een wandeling te maken. Dan terug de jeep in, een paar kilometer rijden en weer wandelen. Dat houden we heel de dag ( tien uur) vol.


    's Avonds terug eten op bestelling, douchen, slapen en afspreken voor de reis naar en het verblijf in Sukla Phanta. Na het eten komt namelijk de vogelgelgids (Sitaram) die onze volgende etappe gaat begeleiden kennismaken en afspreken wat we gaan doen. Hij brengt ons naar Sukla Phanta en gaat mee vogels spotten. Op het einde zal hij ons terugbrengen en afzetten in de buurt van Bardia. Als we vertrekken zien we dat heel het dorp uitgelopen is en samenschoolt aan de bushalte. Deze nacht is er een moord gepleegd. De politie heeft de dader gevat, maar die is, met handboeien en al, kunnen vluchten en zou op weg zijn naar India. Voor de rest verloopt de busreis feilloos.


    Eindbestemming: Sukla Phanta.


    Dit is het meest westelijke natuurpark van Nepal. Phanta betekent grasvlakte en het specifieke deel van het reservaat bestaat dan ook uit een enorme grasvlakte. Dat is trouwens de reden dat we zo snel naar hier gekomen zijn: het gras staat nu nog heel laag, maar het begint al te groeien en na het regenseizoen bereikt het een hoogte van drie meter.
    Onze gids heeft voor een nacht gereserveerd in een lodge dicht bij de ingang van het park.


    We arriveren met de bus in Mahendranagar en gaan daar voor alle veiligheid eerst een paar hotels bekijken: als onze lodge niet meevalt, verplaatsen we ons morgen naar een van de hotels in de stad, op zo'n zeven kilometer van het reservaat.


    Met een auto naar ons verblijf. Ziet er goed uit en na wat (veel) afdingen valt ook de prijs mee: duizend roepies per nacht (ongeveer acht euro). We hebben vanuit Kathmandu al toegangstiketten voor het park en een plaatselijke gids gereserveerd. We hebben nu dus de geweldige luxe om begeleid te worden door twee gidsen: een plaatselijke gids om de weg te tonen en onze eigen gids om de vogels te zien en te determineren. Je moet trouwens begeleid worden door twee gidsen, anders mag je het park niet in.

    Eerste dag: een volledige dag jeepsafari. Zelfde systeem als in Bardia: rijden, wandelen, rijden, wandelen ... Het speciale hier is dat we onze lunch genieten in een militair kamp. Na het eten worden we uitgenodigd om met de patrouille die de wachtposten gaat kontroleren mee te gaan in een deel van het reservaat dat normaal gezien niet toeganklijk is voor het publiek. We gaan dus op weg: eerst een sergeant (denken we: het is de grootste en de dikste en hij spreekt het meest) dan een gewapende soldaat, dan onze gids, dan wij, dan weer een gids, gevolgd door twee gewapende soldaten. We wandelen (marcheren) door het bos tot aan de rivier, waar we de kans krijgen uit te kijken naar watervogels. Onderweg zien we op regelmatige afstanden gewapende soldaten verscholen zitten in de struiken. De bedoeling hervan is om de stropers tegen te houden die de rivier oversteken.

    Op het einde zien we op de grasvlakte een enorme kudde herten: het zijn 'swampdeer' of Barashinga, en het zou hier gaan om de grootste kudde in de vrije natuur van dit zeer zeldzame hert.

     
    De tweede dag doen we een wandeling in het park, terug naar de lodge en 's avonds een 'kulturele wandeling'. We gaan met onze plaatselijke gids naar zijn huis en onderweg vertelt hij over de zeden en gewoonten in dit deel van de Terrai. Het blijkt dat in dit gebied het kastensysteem nog heel actief werkt: onze gids is zelf van een hoge kaste en onze vogelgids (ook een Taru) is van de kaste eronder. Ze mogen wel samen eten, maar nooit met een lid van de andere kaste trouwen. Onze gids zelf is nog maar een jaar getrouwd en het huwelijk is volledig door de ouders geregeld. Gelukkig is hij heel blij met de vrouw die zijn ouders voor hem hebben uitgekozen.


    De derde dag hebben we weeer een jeepsafari gepland naar het uiterste zuiden van het park. Daar is een groot meer en komen, naast veel waadvogels, ook regelmatig verschillende soorten kraanvogels op visite. We vertrekken om zeven uur en rond acht uur, ergens midden in de weiden, valt onze Jeep in panne. In geen velden of wegen een mens te bekennen.

    Gelukkig bestaan er GSM's. Naar het hotel gebeld en die zullen een reserve Jeep sturen. Wachten dus. Na twee uur komt de reserve-auto er aan met aan boord een mechanieker, in het bezit van een Engelse sleutel. Gelukkig kan hij het probleem detecteren, er wordt een onderdeel verwijderd (de startmotor) en we kunnen terug rijden. Het enige nadeel is dat we de Jeep telkens terug in gang moeten duwen en deze wagens zijn moeilijker in gang te krijgen dan een gewone personenwagen!

    Het is ondertussen middag geworden en de beste tijd om vogels te spotten is voorbij. We besluiten om terug naar het kamp te rijden (eerst uiteraard Jeep in gang duwen) en na de middag een wandeling in het park te maken in de buurt van ons logement.


    Om half vier vertrekken we. We gaan speciaal zoeken naar een vogel die we al heel de tijd willen zien, die hier al gesignaleerd is, die we al gehoord hebben maar zelf nog niet waargenomen: de great slaty woodpecker (in het Nederlands: de poederspecht). We wandelen door het park, spotten veel andere vogels en plots horen onze gidsen de roep van de vogel in kwestie. Wij door het bos er op af en ja, daar zit ons eerste exemplaar. Tegen licht (slecht voor de foto's) en ver weg, maar onmiskenbaar. Terwijl we kijken komt er een tweede bij zitten, dan nog een ... tot er zes exemplaren rondom ons in de bomen zitten. Het zijn prachtge vogels, de grootste specht ter wereld: eenenvijftig centimeter lang! Helemaal vaalgrijs met een gele keel en een rood vlekje op de wang. Onze dag kan niet meer stuk. Gelukkig dat onze Jeep problemen had, anders hadden we deze waarneming nooit gedaan!


    Vroeg gaan slapen want morgen om kwart voor zes opstaan.
    Je leest binnen een paar dagen het vervolg.

    Foto's : zie hieronder.
    Dierenfoto's: http://observado.org/user/photos/50424



































    20-03-2016 om 07:49 geschreven door Jos




    Archief per week
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 23/11-29/11 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • reis (Willy)
        op Een nieuw jaar, een nieuwe reis.
  • Reis (Ingrid)
        op Een nieuw jaar, een nieuwe reis.
  • Reis (Lieven)
        op Een nieuw jaar, een nieuwe reis.

  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!