sommige mensen beschrijven een noors spinnewiel als een sprookjeswiel... en ik kan me voorstellen, dat op een winteravond, aan de open haard..... met de nodige decorstukken ( inclusief..oude lange kleding, en kanten mutsje) oude sprookjes toch wel héél mysterieus zullen aanvoelen...
Zo ben ik per ongeluk op een verhaal en uitleg over de mythe's rond doornroosje gestoten, hetgeen ik jullie niet wil onthouden.
Het is ook mijn droom om dit later dus te doen,gezellig rond de open haard... met spinnewiel en een verteller/ster.... gezellige( soms mysterieuse avonden te organiseren...
Hoe oud is het sprookje van Doornroosje?
De Doornroosje-versie van de gebroeders Grimm is in het begin van de 19e eeuw opgetekend, en de versie van Perrault stamt uit het einde van de 17e eeuw. Een jaar later dan Perrault tekende Madame D'Aulnoy het sprookje ook nog eens op onder de titel La biche au bois in haar boek Contes nouveaux ou les Fées à la mode (1698). In haar verhaal zit de aankondiging van de geboorte weer, ditmaal door een kreeft, die eigenlijk een betoverde fee is. Het dochtertje dat geboren wordt, heet Désirée en als de kreeftenfee niet op het geboortefeest wordt uitgenodigd, voorspelt zij dat het meisje op haar vijftiende iets vreselijks zal overkomen...
Ook 17e eeuws, maar wel ouder is de versie van de Italiaanse schrijver Giambattista Basile: hij nam het sprookje op in zijn Pentamerone (1634-1636) onder de titel Sole, Luna e Talia (vijfde sprookje van de vijfde dag). Als het meisje Talia wordt geboren, voorspellen waarzeggers haar vader dat de prik van een vlasnaald groot gevaar zal opleveren. Haar vader laat alle vlas- en hennep-planten uit de omgeving verwijderen, maar als Talia is opgegroeid, treft ze op een dag toch een spinnend vrouwtje aan. Een vlasnaald schiet onder haar nagel en ze valt als dood neer. Haar vader zet haar op een gemakkelijke zetel; het kasteel wordt verlaten en afgesloten. Op een dag komt er een jagende (gehuwde!) koning voorbij. Zijn valk vliegt door een open raam naar binnen. De koning klimt het kasteel in, legt de slapende Talia op bed en bedrijft de liefde met haar. Nog altijd in toverslaap bevalt Talia na negen maanden van een tweeling. Twee feeën leggen de kinderen aan de borst van de slapende moeder. Op een dag zuigt een kind niet aan de borst maar aan de vinger van Talia: de vlasnaald schiet los en het meisje ontwaakt. Later maakt de koning kennis met de ontwaakte Talia en zijn twee kinderen, die hij Zon en Maan noemt. De jaloerse echtgenote van de koning komt achter de affaire, en wil de kinderen laten slachten en als maaltijd aan de koning voorzetten. De kok bereidt echter twee geitjes. Dan laat de wrede koningin Talia zelf ontbieden aan het hof, met de bedoeling om haar in het vuur te werpen. De koning komt echter net op tijd tussenbeide. De boze koningin wordt in het vuur geworpen, de kok wordt beloond en de koning trouwt met Talia, en samen met de twee kinderen leefden ze nog lang en gelukkig.
De oudste tekst die met zekerheid als een literaire versie van het sprookje kan worden aangewezen is de Franse ridderroman Perceforest (1340). Omdat er geen mes voor haar op tafel ligt, wordt de godin Themis - één van de drie aanwezige godinnen op het geboortefeest - boos en spreekt de volgende vloek uit: de jonge Zellandine zal zich aan een vlasnaald prikken en sterven. De godin Venus verzacht deze vloek: ze zal slapen totdat iemand de vlasnaald uit haar vinger zuigt. De held Troylus bereikt het kasteel van de slapende prinses op de rug van een vogel. Hij vrijt met de slapende prinses en ruilt ringen om. De prinses bevalt van een jongetje, en pas als dit kind de naald uit haar vinger zuigt, ontwaakt ze.
Sommige onderzoekers willen het sprookje tot nog ouder tijden terugvoeren, en zien overeenkomsten met een vertelling uit de oudgermaanse Siegfriedsage, onderdeel van de Nibelungensage (het Edda-complex). In dit mythologische verhaal wordt de walkure Sigfrida door de god Odin met een slaapdoorn in slaap gestoken. Zij wordt daarna als de mens Brynhild door Sigurd weer tot leven gewekt. Sigurd moet door een muur van vlammen heen om haar te bereiken; als hij haar pantser opensnijdt, ontwaakt Brynhild. De overeenkomsten zijn tamelijk gering en beperken zich tot de details van de slaapdoorn en de muur van vuur. De associatie tussen slaapdoorn en doornenhaag is snel gemaakt, maar slaat op twee verschillende dingen. Bij Doornroosje is nooit sprake van een doorn die haar in slaap brengt, maar steeds een plantennaald of een (tol van het) spinnewiel. Zowel de naam Doornroosje als de doornenhaag-als-obstakel zijn relatief recent, en zijn in oudere versies niet te vinden. Bij het ontwaken van Brynhild komt het verwijderen van de doorn ook niet ter sprake. Er bloeit in het mythologische verhaal in eerste instantie niets moois op tussen het latere liefdespaar Brynhild en Sigurd: ze slapen met een zwaard tussen zich in om de maagdelijkheid van Brynhild te waarborgen. In het sprookje draait het er nu juist om dat ze elkaar meteen krijgen!
Alhoewel de Grimms er wel wat in zagen, lijkt het terugredeneren van Doornroosje tot de germaanse oudheid niet opportuun. Het sprookje stamt echter in ieder geval wel uit de middeleeuwen, en is derhalve al meer dan zes eeuwen oud. Kern van het verhaal vormt de vervloeking van de ongenode gaste die verzacht wordt: de heldin zal niet sterven maar langdurig slapen, en bij het ontwaken zal zij haar partner gevonden hebben. Pikant is dat ook het volgende bij de oorspronkelijke kern van het sprookje zal hebben behoord: de held bezwangert de heldin in haar slaap, en zij ontwaakt pas lang na de bevalling! De oudere sprookjesversies, die meer op een volwassen publiek zijn gericht, lijken (perverse) mannelijke sexuele wensdromen te weerspiegelen, die ik bij de psychologische interpretaties niet heb teruggevonden. Feit is wel, dat latere auteurs de 'sprookjesachtige verkrachting' kennelijk niet beschaafd hebben gevonden en het verhaal hebben veranderd.
Hoe oud is het sprookje van Doornroosje?
De Doornroosje-versie van de gebroeders Grimm is in het begin van de 19e eeuw opgetekend, en de versie van Perrault stamt uit het einde van de 17e eeuw. Een jaar later dan Perrault tekende Madame D'Aulnoy het sprookje ook nog eens op onder de titel La biche au bois in haar boek Contes nouveaux ou les Fées à la mode (1698). In haar verhaal zit de aankondiging van de geboorte weer, ditmaal door een kreeft, die eigenlijk een betoverde fee is. Het dochtertje dat geboren wordt, heet Désirée en als de kreeftenfee niet op het geboortefeest wordt uitgenodigd, voorspelt zij dat het meisje op haar vijftiende iets vreselijks zal overkomen...
Ook 17e eeuws, maar wel ouder is de versie van de Italiaanse schrijver Giambattista Basile: hij nam het sprookje op in zijn Pentamerone (1634-1636) onder de titel Sole, Luna e Talia (vijfde sprookje van de vijfde dag). Als het meisje Talia wordt geboren, voorspellen waarzeggers haar vader dat de prik van een vlasnaald groot gevaar zal opleveren. Haar vader laat alle vlas- en hennep-planten uit de omgeving verwijderen, maar als Talia is opgegroeid, treft ze op een dag toch een spinnend vrouwtje aan. Een vlasnaald schiet onder haar nagel en ze valt als dood neer. Haar vader zet haar op een gemakkelijke zetel; het kasteel wordt verlaten en afgesloten. Op een dag komt er een jagende (gehuwde!) koning voorbij. Zijn valk vliegt door een open raam naar binnen. De koning klimt het kasteel in, legt de slapende Talia op bed en bedrijft de liefde met haar. Nog altijd in toverslaap bevalt Talia na negen maanden van een tweeling. Twee feeën leggen de kinderen aan de borst van de slapende moeder. Op een dag zuigt een kind niet aan de borst maar aan de vinger van Talia: de vlasnaald schiet los en het meisje ontwaakt. Later maakt de koning kennis met de ontwaakte Talia en zijn twee kinderen, die hij Zon en Maan noemt. De jaloerse echtgenote van de koning komt achter de affaire, en wil de kinderen laten slachten en als maaltijd aan de koning voorzetten. De kok bereidt echter twee geitjes. Dan laat de wrede koningin Talia zelf ontbieden aan het hof, met de bedoeling om haar in het vuur te werpen. De koning komt echter net op tijd tussenbeide. De boze koningin wordt in het vuur geworpen, de kok wordt beloond en de koning trouwt met Talia, en samen met de twee kinderen leefden ze nog lang en gelukkig.
De oudste tekst die met zekerheid als een literaire versie van het sprookje kan worden aangewezen is de Franse ridderroman Perceforest (1340). Omdat er geen mes voor haar op tafel ligt, wordt de godin Themis - één van de drie aanwezige godinnen op het geboortefeest - boos en spreekt de volgende vloek uit: de jonge Zellandine zal zich aan een vlasnaald prikken en sterven. De godin Venus verzacht deze vloek: ze zal slapen totdat iemand de vlasnaald uit haar vinger zuigt. De held Troylus bereikt het kasteel van de slapende prinses op de rug van een vogel. Hij vrijt met de slapende prinses en ruilt ringen om. De prinses bevalt van een jongetje, en pas als dit kind de naald uit haar vinger zuigt, ontwaakt ze.
Sommige onderzoekers willen het sprookje tot nog ouder tijden terugvoeren, en zien overeenkomsten met een vertelling uit de oudgermaanse Siegfriedsage, onderdeel van de Nibelungensage (het Edda-complex). In dit mythologische verhaal wordt de walkure Sigfrida door de god Odin met een slaapdoorn in slaap gestoken. Zij wordt daarna als de mens Brynhild door Sigurd weer tot leven gewekt. Sigurd moet door een muur van vlammen heen om haar te bereiken; als hij haar pantser opensnijdt, ontwaakt Brynhild. De overeenkomsten zijn tamelijk gering en beperken zich tot de details van de slaapdoorn en de muur van vuur. De associatie tussen slaapdoorn en doornenhaag is snel gemaakt, maar slaat op twee verschillende dingen. Bij Doornroosje is nooit sprake van een doorn die haar in slaap brengt, maar steeds een plantennaald of een (tol van het) spinnewiel. Zowel de naam Doornroosje als de doornenhaag-als-obstakel zijn relatief recent, en zijn in oudere versies niet te vinden. Bij het ontwaken van Brynhild komt het verwijderen van de doorn ook niet ter sprake. Er bloeit in het mythologische verhaal in eerste instantie niets moois op tussen het latere liefdespaar Brynhild en Sigurd: ze slapen met een zwaard tussen zich in om de maagdelijkheid van Brynhild te waarborgen. In het sprookje draait het er nu juist om dat ze elkaar meteen krijgen!
Alhoewel de Grimms er wel wat in zagen, lijkt het terugredeneren van Doornroosje tot de germaanse oudheid niet opportuun. Het sprookje stamt echter in ieder geval wel uit de middeleeuwen, en is derhalve al meer dan zes eeuwen oud. Kern van het verhaal vormt de vervloeking van de ongenode gaste die verzacht wordt: de heldin zal niet sterven maar langdurig slapen, en bij het ontwaken zal zij haar partner gevonden hebben. Pikant is dat ook het volgende bij de oorspronkelijke kern van het sprookje zal hebben behoord: de held bezwangert de heldin in haar slaap, en zij ontwaakt pas lang na de bevalling! De oudere sprookjesversies, die meer op een volwassen publiek zijn gericht, lijken (perverse) mannelijke sexuele wensdromen te weerspiegelen, die ik bij de psychologische interpretaties niet heb teruggevonden. Feit is wel, dat latere auteurs de 'sprookjesachtige verkrachting' kennelijk niet beschaafd hebben gevonden en het verhaal hebben veranderd.
|