'Ik hoop dat er nog veel mooie rollen zijn voor dames die een beetje
beginnen uit te zakken', lacht Vera Mann als we haar bezweren om vooral
nog lang door te gaan met musical. Mann viert op 28 september haar
43ste verjaardag, maar kreeg de mooiste geschenken afgelopen maandag in
Antwerpen: daar kreeg ze twee musicalawards en deelde ze in de andere
vier prijzen voor Mamma Mia!. Wie geeft haar ongelijk als ze zegt 'een verwend mens te zijn'?
Vera Mann woont
en werkt al jaren in Nederland, waar ze tot de absolute top van de
musicalscene behoort. Ze heeft zich de Hollandse assertiviteit eigen
gemaakt, maar eens die barrière voorbij zie je een innemende, geestige
en vlotte vrouw met een zin voor professionaliteit om u tegen te
zeggen. Haar palmares is navenant!
Derde prijs in Vlaanderen in één jaar tijd Dit is waanzinnig! Zoveel prijzen voor Mamma Mia!
is de ultieme droom. Natúúrlijk is Vera Mann in de wolken met zoveel
erkenning in Vlaanderen. Toch heeft Vera lang moeten wachten op
erkenning in eigen land. Dat stak ze vorig jaar door in haar dankwoord
toen ze ook al onderscheiden werd voor de beste vrouwelijke hoofdrol:
De eerste prijs in Vlaanderen sinds twintig jaar!
Maar zie:
het tij kan snel keren. Een jaar later heet het: Mijn derde prijs in
België in één jaar tijd uiteindelijk.' Maar daar bedoelde ik
werkelijk niets mee, hoor, lacht Vera. Ik moet er zelf om lachen. Dat
ik vorig jaar mijn eerste prijs sinds twintig jaar in Vlaanderen kreeg,
was gewoon een vaststelling. Het is natuurlijk prettig om in je eigen
land erkenning te krijgen. Maar die uiteindelijk was een slip of the
tongue.
Hééél veel slagroom Enige vorm van
misnoegdheid is Vera volkomen vreemd. Ik ben een verwend mens. Ik doe
precies waar ik als kind altijd van gedroomd heb, zegt ze. Zon prijs
is de slagroom op de taart, maar het is niet de reden waarom ik dit
doe. Een taart met heel veel slagroom blijkbaar! Inderdaad, héééél
veel slagroom, lacht Vera.
Björn & Benny van ABBA hebben
Vera en de Vlaamse cast aan het werk gezien in Antwerpen. Naar verluidt
waren ze heel erg opgetogen over het resultaat? Vera bevestigt: Ik
probeerde die complimentjes op de avond zelf met een stevige korrel
zout te nemen. Maar één van mijn beste vrienden was toevallig hun
chauffeur de volgende dag in Antwerpen. Hij heeft hen in de wagen
gevraagd of ze de show werkelijk goed vonden. Ze hebben hem bevestigd
dat het één van de meest fantastische én vooral één van de meest
emotionele shows was die ze ooit hadden gezien. Dat vind ik een
geweldig compliment!
"Ik vond ABBA een beetje flauw" ABBA
houdt van Vera, maar houdt Vera ook van ABBA? Nu natuurlijk wel, maar
vroeger was ik niet echt een enorm grote fan, bekent ze. Ik vond ABBA
een beetje flauw, maar naar aanleiding van Mamma Mia! heb ik me
ontzettend verdiept in de muziek en ik moet toegeven dat het allemaal
erg meesterlijk geschreven is. The winner takes it all is een
subliem nummer om te zingen en te interpreteren. Veel hangt af van de
vertolking. Het feit dat Vera er een Musicalaward voor gekregen heeft
spreekt boekdelen.
Nelson en zijn zus Bobbie Lee werden, nadat hun vader overleden en
hun moeder weggelopen was, door hun grootouders opgevoed. Nelson kreeg
vanaf zijn zesde jaar muziekles via een schriftelijke cursus. Hij
leerde gitaarspelen, zijn zus speelde piano. Tijdens hun
middelbareschooltijd leerde Bobbie Bud Fletcher kennen, een violist, en
zowel Willie als Bobbie gingen deel uit maken van Fletchers
muziekgezelschap "The Bohemian Fiddlers".
Na zijn eindexamen moest Nelson in dienst, en hij ging bij de luchtmacht.
Hij verliet de luchtmacht echter al snel in verband met rugklachten. Na
zijn korte diensttijd ging Nelson een jaar naar de universiteit maar
hield ook dat voor gezien. Uiteindelijk werd hij diskjockey bij een
country radiozender in Fort Worth, Texas. Ook zong hij af en toe
country liedjes in de plaatselijke cafés. In 1956 verhuisde hij naar Vancouver, Washington en begon zijn muzikale carrière vorm te krijgen. Hij nam een nummer van Leon Payne
op ("Lumberjack"). De single verkocht redelijk maar brak niet echt
door. Nelson bleef dj-werk doen en zong regelmatig in clubs en cafés.
Hij schreef een liedje ("Family Bible") en verkocht dat voor vijftig
dollar, en dat nummer werd een hit voor Claude Grey in 1960. Het werd naderhand ook door veel artiesten gecoverd en word door velen beschouwd als een gospel klassieker.
Nelson verhuisde naar Nashville (Tennessee) in een poging een platencontract te krijgen. Dat lukte aanvankelijk echter niet. Hij tekende wel een contract met Pamper Music die zijn liedjes wel zagen zitten, maar zijn performance niet. Zo schreef hij onder andere het nummer Night Life voor zanger Ray Price,
een nummer dat als meest-gecoverde countrysong ooit te boek staat.
Nelson ging mee op tournee met Price, als bassist van de toerband.
Gedurende deze periode werden veel van Nelson's nummers hits voor
andere artiesten. Zo zong Billy Walker het nummer "Funny How Time Slips
Away", Faron Young zong "Hello Walls", Roy Orbison zong "Pretty Paper", en (wellicht de bekendste van allemaal) Patsy Cline zong "Crazy". Uiteindelijk sloot Nelson in 1961 een platendeal met Liberty Records
en bracht hij vanaf datzelfde jaar diverse singles uit, waaronder
"Willingly" en "Touch Me" (beiden met zijn vrouw Shirley Collie). Hij
wist deze lijn echter niet voort te zetten en zijn carrière kwam tot
stilstand. Zijn privéleven was destijds ook nogal kleurrijk: hij was alcoholist, verloor baan na baan en werd verschillende keren betrapt op verboden wapenbezit.
In 1965 kwam Nelson onder contract bij RCA Records,
en scoorde hij een paar kleine hits. Hij raakte echter gefrustreerd
door de platenindustrie die hem in een keurslijf probeerde te dwingen,
verbrak zijn contract, keerde de muziekwereld de rug toe en verhuisde
naar Austin, Texas.
Daar aangekomen besloot Nelson, geïnspireerd door de muziekscene
aldaar, weer muziek te gaan maken. Zijn populariteit in Austin groeide
razendsnel, en Nelson kon zijn eigen muziek maken, beïnvloed door rock and roll, jazz, swing en folk. Ook Nelson's levenslange passie voor hardlopen begon in deze periode in Austin.
In Austin tekende Nelson een contract met Atlantic Records. Hij bracht in 1973
een single uit ("Shotgun Willie") die uitstekende kritieken kreeg maar
slechts matig verkocht. Het album "Phases and Stages" uit 1974
(geïnspireerd door zijn echtscheiding) bevatte de single "Bloody Mary
Morning". Na dit album verhuisde Nelson weer van platenlabel en ging
naar Columbia Records. Hier kreeg hij complete creatieve vrijheid over zijn werk. Het resultaat was het immens populaire album Red Headed Stranger (1975).
Hoewel Columbia Records het in eerste instantie niet zag zitten om een
album uit te brengen met slechts piano en gitaar, zette Nelson
(ondersteund door Waylon Jennings) door, en het album werd een enorme hit, deels vanwege de populaire coverversie van het nummer "Blue Eyes Crying In The Rain".
Tegelijk met Nelson behaalde ook Waylon Jennings grote successen aan het begin van de jaren zeventig.
De twee werden al snel in één adem genoemd in een genre dat bekend werd
als "Outlaw country" ("outlaw" vanwege het feit dat het zich niet hield
aan de Nashville-standaard). Nelson's imago van "outlaw" (letterlijk: vogelvrij verklaarde) kreeg nog meer gestalte toen in 1976
hij samen met Waylon Jennings, Jessie Colter en Tompall Glaser het
album "Wanted: The Outlaws" uitbracht. Dit album werd een groot succes
en werd met platina bekroond. Hierna bracht Nelson nog twee albums uit
die beiden de platina status behaalden: "Waylon and Willie" (met Waylon
Jennings), en "Stardust", een album vol met ongebruikelijke, op
strijkinstrumenten gebaseerde popnummers die geproduceerd waren door Booker T. Jones.
Veel critici voorspelden dat "Stardust" Nelsons carrière zou ruïneren,
maar uiteindelijk bleek het één van zijn meest succesvolle albums te
zijn.
Nelson begon in 1979
met acteren. Hij had rollen in "The Electric Horseman", "Honeysuckle
Rose", "Barbarossa", "Red-Headed Stranger", "Wag the Dog" en "Gone
Fishin". In 1986 acteerde hij in de film "Stagecoach", naast Johnny Cash, Kris Kristofferson en Waylon Jennings, waarmee hij later ook de country-supergroep The Highwaymen
vormde. Nelson acteert nog steeds, maar treedt tegenwoordig meestal aan
in kleine rollen. Ook gastoptredens zoals bijvoorbeeld in Miami Vice en The Simpsons gaat Nelson niet uit de weg. Zijn meest recente filmoptreden is zijn rol van Uncle JesseThe Dukes of Hazzard. Ook in de voor 2007 geplande opvolger "The Dukes of Hazzard: Return of General Lee" speelt Nelson mee. in de bioscoop-remake van
In de jaren tachtig had Nelson diverse hits. Hij zong "Always On My
Mind" de hitparades in, en ook het duet "To All The Girls I've Loved
Before" (met Julio Iglesias) haalde wereldwijd hoge hitnoteringen. Ook zijn albums uit deze periode verkochten goed.
Medio jaren tachtig
vormde Nelson samen met Kris Kristofferson, Waylon Jennings en Johnny
Cash de supergroep "The Highwaymen". Ondanks hun enorme succes (platina
albums, wereldtoernees) taande Nelson's populariteit en moest hij het
al snel hebben van liefdadigheidswerk zoals het op poten zetten van de
"Farm Aid" concerten in 1985.
Hij werd ook berucht vanwege zijn excessieve uitgaven: hij bezat een
privé-vliegtuig, een eigen (kleine) stad, een enorm landgoed en een
eigen golfbaan.
In 1990
kreeg Nelson van de IRS (de Amerikaanse inkomstenbelastingen) echter
een aanslag voor achterstallige belastingen en moest hij $16.7 miljoen
ophoesten. Hij kon dit slechts betalen door zijn bezittingen van de
hand te doen. Hij bracht een dubbelalbum uit ("The IRS Tapes: Who'll
Buy My Memories?"), waarvan de opbrengsten rechtstreeks naar de IRS
gingen. Veel van zijn bezittingen werden geveild en verkocht aan
vrienden die het hem vervolgens weer teruggaven of voor een symbolisch
bedrag aan hem verhuurden. In 1993 had hij al zijn schulden afbetaald.
In september 2006 werd Nelson in Louisiana aangehouden voor het bezit van drugs. In de tourbus van zijn band vond de politie 100 gram 'magic mushrooms' en 700 gram marihuana.[1] Nelson werd snel weer vrijgelaten, maar zal zich voor de rechtbank moeten verantwoorden.
In 2005 vormde Nelson samen met twee zakenpartners het bedrijf Willie Nelson's Biodiesel (ook bekend als "BioWillie"). Dit bedrijf verkoopt biologische brandstof aan tankstations. De brandstof wordt gemaakt van soja-olie
en kan in dieselmotoren worden gebruikt zonder dat die daarvoor
aangepast dienen te worden. Nelson maakt ook deel uit van een
adviescommissie die poogt het gebruik van Cannabis
te normaliseren. In 2005 organiseerde Nelson samen met zijn familie een
benefiet-golftoernooi om de problematiek veroorzaakt door illegale
verkoop van softdrugs onder de aandacht te brengen. Nelson lijkt zelf
niet helemaal onbekend met het fenomeen: het gerucht gaat dat hij
tijdens een bezoek aan president Jimmy Carter op het dak van het Witte Huis een blowtje heeft gerookt.
In januari 2005 trad Nelson als slotact op tijdens een benefietconcert waarvan de opbrengsten ($120.000.-) naar de door de tsunami getroffen gebieden in Zuid-Oost Azië gingen.
Nelson is vier keer getrouwd geweest en heeft zeven kinderen. Uit zijn
eerste huwelijk met Martha Matthews heeft hij drie kinderen - Lana,
Susie en Billy (overleden in 1991. Nelson scheidde van Matthews in 1962. Van 1963 tot 1971
was hij getrouwd met Shirley Collie. Dit huwelijk bleef kinderloos. In
1971 trouwde hij met Connie Koepke. Zij kreeg twee dochters, Paula
Carlene en Amy. Het paar scheidde in 1988. Sinds 1991 is Nelson getrouwd met Annie D'Angelo. Ze hebben twee zoons, Lukas Autry en Jacob Micah.
Paul McCartney werd geboren in het Walton ziekenhuis waar zijn
moeder werkte als vroedvrouw, niet ver van zijn ouderlijk huis in Liverpool.
Toen zijn moeder Mary Mohin McCartney in 1956 stierf aan borstkanker,
stortte Paul zich op de Rock 'n' Roll. In 1957 leerde hij via een
gemeenschappelijke vriend John Lennon kennen, werd lid van diens band The Quarrymen en schreef samen met hem, George Harrison en Ringo Starr geschiedenis als lid van The Beatles. Hij schreef veel van het materiaal van de Beatles samen met John Lennon,
alhoewel ze maar af en toe samen een lied schreven - meestal schreef de
een het grootste stuk, en maakte de ander het af. Hun relatie was meer
een wedstrijd dan een samenwerking, maar door een afspraak die ze al
vroeg maakten kregen alle songs voor de Beatles Lennon-McCartney als credit.
Paul werd over het algemeen gezien als de knapste van de vier
Beatles, en had de grootste vrouwelijke aanhang. Er hing echter ook een
gerucht om hem heen, dat hij al in 1966 is overleden. Hij trouwde als laatste van de vier. Hij had een lange relatie met de actrice Jane Asher voordat hij Linda Eastman, een fotografe, ontmoette. Hij trouwde met Linda in 1969. Samen kregen ze drie kinderen: Mary, Stella en James. Linda had al een dochter, Heather, uit een eerder huwelijk.
Een van McCartney's bekendste composities, Yesterday is opgenomen door een recordaantal artiesten, en staat hiervoor genoteerd in het Guinness Book of Records. Andere ballades die ook een universele aantrekkingskracht hebben zijn onder andere Hey Jude, Let it be en The long and winding road.
Nadat de Beatles in 1970 officieel uit elkaar gingen begon Paul onmiddellijk aan een solocarrière en bracht het album McCartney uit met daarop het bekende Maybe I'm Amazed. Daarna volgde het album Ram
dat slecht werd ontvangen. Feitelijk was dit album door zijn low-fi
aanpak zijn tijd ver vooruit en tegenwoordig wordt Ram beschouwd als
één van zijn beste albums. In 1971 richt Paul McCartney een nieuwe band
op: Wings.
Ondanks de vele personele wisselingen was Wings erg succesvol in de
jaren 70. De enige drie constante leden van Wings waren Paul McCartney,
Linda McCartney en Denny Laine. Wings maakte een aantal succesvolle albums zoals bijvoorbeeld Band on the Run en Venus and Mars. Ook werd een aantal grote hits gescoord met onder andere My Love, Live and Let Die, Band on the Run, Listen To What The Man Said, Silly Love Songs en With a Little Luck. Het nummer Mull of Kintyre,
opgenomen als ode aan het gelijknamige schiereiland in Argyll,
Schotland, waar Paul McCartney een huis heeft, werd de grootste hit.
Deze single was de meest verkochte single ooit tot hij in 1984 voorbij
werd gestreefd door Do They Know It's Christmas van Band Aid. Tot op de dag van vandaag blijft Mull of Kintyre één van de meest verkocht platen die niet voor liefdadigheid werd gemaakt. In 1981 hield Wings op te bestaan.
Ook schreef hij nummers met Michael Jackson. Uit deze samenwerking ontstond het nummer The Girl Is Mine. Het nummer belandde op Jacksons album Thriller, en het werd als single meteen een nummer 1 hit. Later maakten de twee nog het nummer Say, say, say waarvan nu verschillende remixes gemaakt zijn.
Paul en zijn vrouw waren uitgesproken vegetariërs en dierenrechtenactivisten. In 1991 introduceerde Linda haar eigen serie vegetarische gerechten op de Britse markt.
Nadat Linda in 1998 was overleden aan borstkanker, trouwde hij Heather Mills,
een ex-model en anti-landmijnactivist in juni 2002. Samen kregen ze op
28 oktober 2003 een dochter genaamd Beatrice Milly. In mei 2006 werd
bekend dat de twee besloten hebben te gaan scheiden.
In 2008 gaat McCartney vermoedelijk weer op wereldtournee - het was
eigenlijk voor vorig jaar gepland maar eerst wilde hij zijn
echtscheiding van Heather Mills afronden. Op 17 maart2008
besloot de rechtbank dat McCartney 24,3 miljoen pond (30,9 miljoen
euro) aan Heather Mills moet betalen. Ook moet hij ten behoeve van de
opvoeding van hun kind 35.000 pond per jaar betalen.
Door de jaren heen heeft McCartney ook werk onder pseudoniemen
uitgegeven. In de meeste gevallen ging het om experimenteel of minder
commercieel werk. In 1968 produceerde hij "I'm the Urban Spaceman" van
de Bonzo Dog Doo-Dah Band. Op het album staat McCartney echter vermeld als "Apollo C. Vermouth".
In 1977 bracht McCartney een orkestuitvoering uit van het album Ram onder de naam Percy "Thrills" Thrillington.
Als Bernard Webb schreef hij in 1966 het nummer "Woman" voor Peter
& Gordon, omdat hij benieuwd was of het publiek een liedje van hem
ook zou waarderen als niet bekend was dat het een McCartney-nummer
betrof. Het nummer werd geen hit.
Onder de naam Paul Ramon (een naam die hij ook af en toe gebruikte
voordat hij met The Beatles doorbrak, en die de inspiratie vormde voor
de naam van de groep The Ramones) speelde hij in 1969 mee op het nummer
"My Dark Hour" van de Steve Miller Band.
In de jaren '90 bracht hij twee experimentele albums uit als The
Fireman, in samenwerking met Youth van (oa) Killing Joke. Met name het
tweede album "Rushes" is zeer geslaagd. Of The Fireman wel echt Paul
McCartney was, was aanvankelijk vrij schimmig: Bandnaam en plaattitel
verwijzen in combinatie met elkander naar het Beatlenummer "Penny Lane"
(`...the fireman rushes in..') Het label, Juggler Records, verwijst
naar het vignet van McCartney Productions Ltd (mpl), waarop een
jongleur staat afgebeeld. Verder staan er enkele vervormde geluiden op
die aan McCartney's stem doen denken en een foto op de binnenhoes van
een naakte dame die erg lijkt op McCartney's dochter Mary. Tijdens de
wereldtournee van 2002-2003 werd muziek van The Fireman gebruikt als
voorprogramma. Tot dat moment was zelfs bij de fans nauwelijks bekend
dat het hier om werk van Paul McCartney gaat.
Bij latere tournees stond de DJ Freelance Hellraiser in het
voorprogramma, die diverse nummers uit de solocarrière van McCartney
Mixte. McCartney en hij brachten in 2005 een dubbel-LP uit vol met dit
soort mixen. Zowel de LP als de artiesten kreeg de naam "Twin Freaks"
mee.
De legendarische rockband Led Zeppelin, die vorig jaar in december één
enkel reünieconcert gaf, gaat dan toch op wereldtournee. Zanger Robert
Plant, die al die tijd de boot afhield, heeft uiteindelijk toch
ingestemd nadat de band had gerepeteerd met een andere zanger.
Repetities met andere zanger Gitarist
Jimmy Page (64), bassist John Paul Jones (62) en drummer Jason Bonham
(42) waren van plan zonder Plant te toeren. Ze hadden zelfs al een
Amerikaanse zanger op het oog, maar uiteindelijk hebben ze Plant toch
kunnen overtuigen. Die was het voorbije jaar op tournee met de
Amerikaanse bluegrasszangeres Alison Krauss, met wie hij het
succesvolle album 'Raising Sand' opnam.
Zomer 2009 "Toen
het tot Robert doordrong dat de band ernstige plannen had om op tournee
te gaan zonder hem, heeft hij de zaak opnieuw overwogen. Hij besefte
dat hij niet zou kunnen leven met de idee niet betrokken te zijn bij de
reünietournee. De band was in de wolken toen hij zei dat hij toch wilde
meedoen", aldus een bron uit de directe omgeving van de band in The
Sun. "Ze zijn nu volop bezig met de toerplannen en willen zo snel
mogelijk van start gaan". De tournee is gepland voor de komende zomer. Led
Zeppelin heeft wereldwijd meer dan 300 miljoen albums verkocht. De band
die eigenhandig de hardrock op de kaart zette, werd in 1968 opgericht.
Toen Stonesgitarist Brian Jones hen hoorde repeteren, merkte hij op dat
hun geluid hem deed denken aan een loden zeppelin, waarmee de groep
meteen een naam had. In 1980 splitte Led Zeppelin na het overlijden van
drummer John Bonham, de vader van huidige drummer Jason. John overleed
aan een overdosis op zijn 32ste.
Petra De Steur (Gent, 20 juni1972) is een Vlaamse zangeres. Zij is sinds 2006 bekend als La Sakhra
Nadat zij in 1988 werd ontdekt, scoorde ze in de jaren negentig als Petra & Co. een reeks hits: Laat je gaan (1989), Jij daar! (1990), Het loze vissertje (1991) en In een klein stationnetje (1992). Petra valt op door haar extravagante kapsels en ingewikkelde dans-routines.
In 1993 en 1999 deed ze mee aan Eurosong maar brak er geen potten. Ze krijgt een flinke dosis kritiek over haar heen. Vooral haar kapsel - het leek alsof er tandpasta in was verwerkt - moest het ontgelden. Na een inzinking kwam zij als enkel Petra in 1996 terug met een gedurfde uptempo versie van Ik leef voor jou, de laatste hit van Ann Christy. Andere hits uit deze periode waren 'k Beloof jou en Vrij (1996), Jij en ik (1997) en Geen denken aan (1998). Daarna deemsterde haar platensuccessen.
In 2000 was ze backing-vocal de Waalse voorronde voor het Eurovisiesongfestival bij zanger Gerlando, maar ook dit was geen succes. In 2006 deed ze opnieuw een gooi naar een eurovisieticket onder de naam La Sakhra, ditmaal met meer succes. In de eerste voorronde werd ze 3de, normaal gezien stopt het avontuur dan maar dit jaar werd er voor het eerst met halve finales gewerkt en mocht Petra toch aantreden in de tweede halve finale die kwalitatief gezien beter was dan de eerste. De vakjury bekroonde haar met de zegepalm en dat deden ook de volgende 3 jury's. De één-kijker gaf haar slechts de 4de plaats maar haar voorsprong was te groot en ze won de tweede halve finale. In de finale moest ze het helaas afleggen tegen Kate Ryan, de euro-jury deed haar een beetje de das om, Duitsland en Israël gaven nog hoge punten maar van Polen kreeg ze slechts 2 schamele puntjes.
Oh lieveling, oh lieveling, dit is een liedje dat ik voor jou zing, het gaat over een verhaal dat is geschreven in de meest universele taal, ja, jawel, in de liefdestaal.
Oh lieveling, oh lieveling, je weet toch wat er in mij omging toen ik je voor de eerste keer zag, ik was verloren door jouw beminnelijke glimlach.
Jouw ogen glinsterden van geluk, jij bracht mij van mijn stuk, ik hunkerde naar jou en jij naar mij, twee verliefde mensen, zij aan zij.
Jij was bereid om met mij verder te gaan in het leven, ik bereid om mijn verleden op te geven, nu heb ik wat ik altijd hebben wou, jij, waar ik ontzettend veel van hou.
Oh lieveling, oh lieveling, dit is een liedje dat ik voor je zing, het is eentje dat zingt wat ik voor je voel, jij bent mijn levensdoel, dit is een oneindig lang mooi verhaal, eentje geschreven in de universele liefdestaal..
Captain & Tennille is een Amerikaans popduo, dat voor in de jaren '70 en begin jaren '80 populair was. Captain & Tennille bestaat uit het echtpaar Daryl Dragon (Captain, geboren 27 augustus1942) en Toni Tennille (Tennille, geboren 8 mei1943)
Dragon werkte als pianist bij de Beach Boys en Tennille trad op met een zelfgeschreven musical, toen ze elkaar ontmoetten in 1971. Ze gingen samenwonen en tekenden een platencontract. Hun eerste single Love will keep us together, een cover van Neil Sedaka, stond wekenlang op de nummer 1 positie in de Verenigde Staten. Voor dit nummer ontvingen ze ook een Grammy Award in 1975. Later dat jaar trouwde het stel.
De volgende jaren bracht het duo verschillende platen uit. In Nederland werd alleen Do That To Me One More Time een hit: deze plaat bereikte de nummer 1-positie in de Nationale Hitparade (in de Top 40 kwam het nummer niet verder dan nummer 2).
Tennille heeft later nog als achtergrondzangeres gezongen op de plaat Don't let the sun go down on me van Elton John. Ook speelde ze mee op het album The Wall van Pink Floyd.
Wie zegt dat pijn ooit weer zal verdwijnen, dat ooit de zon weer zal gaan schijnen, die weet niet,wat echte liefde is, die weet niet,wat ik nu zo mis. Ze is schitterend als een ster. Haar ogen lichten op van ver. Ze is zo zuiver als kristal, haar haren als een waterval. De Mona Lisa verbleekt erbij. De wereld,mijn geluk,was zij. Haar lach die me betoverde, haar hart dat me veroverde. Met haar voelde ik me verbonden. Wat ik zocht,bij haar gevonden. Neen,de zon zal niet meer schijnen, de pijn nooit meer verdwijnen. Ik verga van puur verdriet, haar vergeten kan ik niet.
Pretenders Om Back On The Chain Gang te bekijken druk op de foto.
The Pretenders is een Britserockgroep rond de Amerikaanse zangeres, gitarist en songwriterChrissie Hynde, die met een mix van punk, New Wave en popmuziek
(voornamelijk in de jaren tachtig) een reeks hits scoorde, waaronder
"Brass in Pocket", "Back on the Chain Gang", het kerstnummer "2000
Miles", "Don't Get me Wrong" en "I'll Stand By You".
De band nam een versie op van "Stop Your Sobbing" van Ray Davies, geproduceerd door Nick Lowe. Het nummer werd in Groot-Brittannië een hit, evenals de twee volgende singles, "Kid" en "Brass in Pocket". Begin 1980 kwam het debuutalbum uit, Pretenders, dat zowel in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten een grote hit werd. "Brass in Pocket" groeide uit tot een wereldwijde hit.
In de lente van 1981 bracht de band een EP uit, Extended Play, gevolgd door een tweede album, Pretenders II,
in de zomer van dat jaar. Toentertijd werd het album niet goed
ontvangen door de critici, maar door enkele hitsingles verkocht het
album vrij goed. In juni 1982 werd bassist Peter Farndon door Hynde uit de band gezet, vanwege zijn drugsproblemen. Twee dagen later, op 16 juni1982, stierf gitarist Honeyman-Scott aan een overdosiscocaïne. Farndon stierf in 1983 aan een overdosis, vlak nadat Hynde was bevallen van haar eerste kind met Ray Davies.
Hynde vormde een nieuwe band, bestaande uit haarzelf, Chambers, bassist Malcolm Foster en gitarist Robbie McIntosh (voormalig lid van Manfred Mann's Earth Band). In deze nieuwe samenstelling brachten the Pretenders december 1983 een nieuwe single uit, het melancholische kerstnummer "2000 Miles", gevolgd door een nieuw album, Learning to Crawl, begin 1984.
In 1985 traden the Pretenders op op Live Aid. Hynde zelf was dat jaar te horen op UB40's versie van Sonny & Cher's "I Got You Babe". Op Get Close uit 1986
waren enkel Hynde en McIntosh te horen, de andere bandleden werden
ontslagen en ingeruild voor sessiemuzikanten. De single "Don't Get me
Wrong", afkomstig van Get Close werd een wereldwijde hit.
Packed!, het album uit 1990, werd geen succes. In 1994 kwam de band weer terug met het commercieel succesvolle Last of the Independents, mede door de goed ontvangen ballade "I'll Stand By You", die veelvuldig op de radio te horen was. Na het live-album The Isle of View uit 1995 werd het stil rond de band. In 1999 keerde de band terug met het album Viva el Amor. In 2002 kwam er weer een nieuw album uit, Loose Screw, op Artemis Records. In maart 2006 is de boxset Pirate Radio uitgekomen.
De broers zijn geboren op het eiland Man, maar in 1958 emigreren ze naar Australië. Daar begint hun carrière, en in 1967 keren ze terug naar Engeland, waar ze een groep vormen met Vince Melouney, (gitaar) en Colin Petersen, (drums). In Australië en Nederland hebben ze rond dat moment hun eerste hit met Spicks and specks, in Engeland en elders volgen nummers als New York mining disaster 1941, Massachusetts, Words, World, I've gotta get a message to you en Holiday.
Na het album Odessa (1969) verlaat Robin de groep wegens artistieke meningsverschillen, en scoort een solohit met Saved by the bell. Maurice Gibb trouwt met de Schotse zangeres Lulu. De groep wordt later opgedoekt en opnieuw opgericht. Vanaf het moment dat Jive talkin'
in 1975 verrassend een Amerikaanse Nummer-één hit wordt, wordt de draad
weer opgepakt en met het uitkomen van de soundtrack van Saturday Night Fever in 1977 is de groep plotseling weer immens populair, en één van de belangrijkste proponenten van de disco geworden.
Na 1981 wordt het stil rond de groep, maar in 1987 maken ze hun tweede come-back met het nummer You win again, een Britse nummer-één hit. Een vierde broer, Andy Gibb,
eind jaren '70 van vorige eeuw een populair tieneridool, sterft in
1988, juist toen hij als vierde lid bij de groep zou komen. Op 12 januari2003 sterft Maurice onverwacht aan een darminfarct. Dit is een onderbreking van de bloedtoevoer naar de darmen, een zeldzame medische complicatie
die soms optreed bij een draaing van de darmen waarbij het darmkanaal
(meestal gedeeltelijk) afgekneld wordt. Hiervoor was Maurice in eerste
instantie ook opgenomen in het ziekenhuis. Robin en Barry gaan daarop
hun eigen weg met als meest opvallende resultaat een hernieuwde
samenwerking tussen Barry en Barbra Streisand, Guilty pleasures in 2005. Ook de samenwerking tussen Robin en Alistair Griffin met het nummer My lover's prayer gaat goed en komt binnen op drie in Engeland. Barry en Robin zeiden dat ze nooit meer muziek zouden maken onder de naam Bee Gees, onder de naam "Brothers Gibb" traden Barry en Robin in februari 2006 voor het eerst sinds de dood van hun broer weer samen op.
Het geluid van de Bee Gees is apart te noemen, vooral opvallend is hun zang met hoge falsetstemmen
Guus Meeuwis (Mariahout, 23 maart1972) is een Nederlandszanger, die samen met zijn begeleidingsband Vagant in de jaren negentig van de 20e eeuw en het eerste decennium van de 21ste eeuw enkele grote hits scoorde in Nederland en Vlaanderen. Hij is getrouwd met Valérie Gregoire en samen hebben ze drie kinderen. Meeuwis gaat na de middelbare school (die hij deels in het Zuid-Limburgse Meerssen heeft doorlopen) studeren in Tilburg. Na een romantisch weekend in Brugge met zijn vriendin Valerie schrijft hij het nummer Het Is Een Nacht. Nadat de vriendengroep in 1994 het AHC-Studentensongfestival in Leiden
wint met dit nummer krijgen zij een platencontract aangeboden van
Willem van Schijndel, talentscout en helft van het duo De Deurzakkers.
De groep Guus Meeuwis & Vagant (vernoemd naar het café waar Guus
vaak optrad) ontstaat als resultante. In augustus 1995 verschijnt het nummer Het Is Een Nacht op single. Deze wordt Alarmschijf op Radio 538 en komt binnen enkele weken op de eerste plaats van de Nederlandse Top 40, waar het zeven weken blijft staan. Uiteindelijk worden er meer dan een kwart miljoen exemplaren van verkocht. Opvolger Per Spoor
behaalt ook de eerste plaats van de Nederlandse hitlijsten en staat
drie weken op de ereplaats van de Top 40. Wanneer in mei 1996 het
debuutalbum Verbazing uitgebracht wordt komt dit direct binnen
op de eerste plaats van de Album Top 100 en behaalt uiteindelijk een
dubbelplatina plaat, wat inhoudt dat er minstens 140.000 exemplaren van
verkocht zijn. Schilderij is het tweede album van Guus Meeuwis & Vagant. Mede dankzij het succes van de eerste single van het album, Ik Tel Tot 3, is de CD al goud bij uitkomen. Tegelijkertijd scoort Antonie Kamerling als Hero, een karakter uit de film All Stars, een nummer 1-hit met het nummer Toen Ik Je Zag, dat geschreven is door Meeuwis. De single 'T Dondert En 'T Bliksemt
is eigenlijk het lustrumlied van de studentenvereniging waar de
bandleden van Vagant tot dan toe lid van zijn, maar wordt een
veelgedraaid feestnummer. Schilderij wordt bekroond met een platina
plaat, wat inhoudt dat er minstens 70.000 exemplaren van verkocht zijn. 1 Voor Allen is het derde en tevens laatste album van Guus Meeuwis & Vagant. De eerste single Ze Houdt Gewoon Van Mij verschijnt al in 1999 maar blijft steken in de Tipparade. Toch ontvangt Meeuwis voor de single een Gulden Vedel
van De Nederlandse Vereniging van Dansleraren, omdat het nummer dat
jaar het meest gedraaid wordt door dansscholen. Het album laat wat
langer op zich wachten. Door een cyste op de stembanden bij Meeuwis
worden de opnames van het album met ruim een half jaar vertraagd. In
maart van 2001 verschijnt het uiteindelijk. Het album wordt geen groot
succes en eind 2001
komt er een eind aan het bestaan van de band Guus Meeuwis & Vagant.
Meeuwis gaat alleen verder met een nieuw management en een nieuwe
platenmaatschappij.
Nadat Guus Meeuwis & Vagant ophoudt te bestaan, maakt Meeuwis in
2004 een nieuw album samen met enkele oude bandgenoten als zijn broer
Marc Meeuwis en schrijver/pianist Jan-Willem Rozenboom. Laatstgenoemde schrijft met Meeuwis een geheel nieuw album, simpelweg Guus Meeuwis genaamd. De single Brabant
doet het vooral goed in de gelijknamige provincie. In 2007 ontstaat er
een idee om het nummer om te dopen tot het officiële volkslied van de
provincie Brabant. Er wordt op internet een site geplaatst waar men een
petitie kan tekenen. Deze zal aangeboden worden aan de commissaris van
de koningin in Noord-Brabant, Hanja Maij-Weggen.
In 2004 brengt Meeuwis de single Hé Zon uit, speciaal geschreven voor de Bart Foundation, waar Meeuwis ambassadeur van is. De stichting is opgericht door familie van de overleden televisiepresentator en BNN-voorzitter Bart de Graaff. Ook toert hij dat jaar met cabaretier Bavo Galama door Nederland met zijn eerste theatertour In Concert 2004, die later op DVD uitgebracht wordt.
In 2004 brengt Meeuwis zijn eerste "Best Of"-album, getiteld 10 Jaar Levensecht.
Het album omvat zijn grootste hits, aangevuld met enkele persoonlijke
favorieten en twee nieuwe singles. Het succes van het album heeft
Meeuwis ironisch genoeg te danken aan de dood van volkszanger André Hazes. Al eerder nam hij een cover van het nummer Geef Mij Je Angst van Hazes op ter gelegenheid van het zilveren jubileumconcert van Hazes. Na het overlijden van Hazes vraagt zijn vrouw Rachel of Guus het nummer ten gehore wil brengen tijdens de afscheidsplechtigheid in de Amsterdam ArenA.
Vlak na de begrafenis van Hazes stijgt het nummer al snel naar de
hoogste positie van de Top 40 en daar wordt slim op ingespeeld, 10 Jaar Levensecht volgt spoedig. Het komt Meeuwis op een beschuldiging van lijkenpikkerij te staan, middels een vlijmscherpe persiflage in het satirische TV-programa Kopspijkers.
Het album wordt desalniettemin bekroond met een dubbelplatina plaat,
wat inhoudt dat er minstens 140.000 exemplaren van verkocht zijn.
Het tweede solo-album van Meeuwis verschijnt in 2005. Op 23, 26 en 27 september staat hij drie keer in een uitverkochte Heineken Music Hall in Amsterdam terwijl hij een maand later begint aan zijn tweede theatertour, Levensecht. Tegelijkertijd komt zijn album Wijzer uit. Eerste single De Weg is een vertaling van het nummer van de Duitse zanger en acteur Herbert Grönemeyer. Het wordt een hit en komt tot nummer zeven in de Top 40. Op 6 februari2006 krijgt Meeuwis tijdens het Harpen Gala in Bussum een Gouden Harp uitgereikt. Slechts een maand later, op 15 maart van dat jaar, wint zijn single Geef Mij Je Angst een Edison Award. De drie uitverkochte concerten die Meeuwis dat jaar geeft (op 9 t/m 11 juni), zijn verplaatst van de HMH in Amsterdam naar het Philips Stadion in Eindhoven. Tijdens zijn concerten promoot hij zijn nieuwe single Ik Wil Dat Ons Land Juicht, dat hij samen met voetballer Ruud van Nistelrooij speciaal schreef voor het WK Voetbal in Duitsland. Speciale gasten tijdens zijn optredens zijn de Limburgse band Rowwen Hèze en de dan nog onbekende zangeres Dennis. Slechts één dag na het laatste concert zendt SBS 6 het in zijn geheel uit.
Het album wordt bekroond met een platina plaat, wat inhoudt dat er
minstens 70.000 exemplaren van verkocht zijn. Deze krijgt hij
uitgerekend tegelijkertijd met het nieuws dat zijn DVD In Concert goud is, en zijn CD's Schilderij en 10 Jaar Levensecht platina.
In oktober 2006, vier maanden na zijn concertreeks in het Philips Stadion,
maakt het management van Meeuwis bekend dat er een poliep ontdekt is op
zijn linkerstemband. De laatste maanden van het jaar moet hij rust
houden en worden alle optredens en promotionele activiteiten afgelast.
Dat betekent ook een flinke vertraging voor de voorbereidingen van zijn
nieuwe album. Begin 2007 wordt hij vast panellid van het programma 'Stenders Late Vermaak', een muziekquiz van Rob Stenders op de later dat jaar opgeheven TV-zender Talpa. In april komt zijn single Tranen gelachen
op één binnen in de Top 40, waar het twee weken blijft staan. In juni
2007 volgt opnieuw een reeks van drie concerten in het eerdergenoemde
stadion in Eindhoven, genaamd Groots Met Een Zachte G. Eind augustus lanceert hij zijn single Proosten,
die de derde plaats in de Top 40 bereikt. In februari 2008 start zijn
derde theatertour en in juni 2008 gaf Guus voor de derde maal een
reeks van concerten in het Philips Stadion, ditmaal 4 avonden.
Karoline Kamosi alias Leki (Kinshasa, 28 januari1978) is een hiphop-artieste met Congolese roots die nu in België leeft. Ze is de zus van Manuela 'Ya Kid K' Kamosi. 'Leki' is Lingala en betekent 'kleintje' of 'kleine zus/broer'.
Door haar oudere zus mag Karoline op twaalfjarige leeftijd samen met Technotronic (de groep van Ya Kid K) de studio induiken. Als artiestennaam doopt Manuela haar jongere zusje als Leki K.
De K staat voor Kamosi, maar wordt later weggelaten omdat Karoline het
te moeilijk vindt om uit te spreken. Uiteindelijk wordt het project
niets omdat Karoline eigenlijk nog te jong is voor een internationale
carrière. Karoline gaat dansen in hip hop groepjes, begint haar eigen
groep en schrijft songteksten.
Wanneer ze zestien is krijgt ze een platencontract en neemt ze haar
debuutalbum op. Hoewel ze in heel Europa promo optredens mag geven,
wordt het album nooit uitgebracht.
Begin 2004 tekent Karoline een contract met platenmaatschappij Mostiko. Onder de naam Leki brengt ze haar eerste single Breakin' out uit, een nummer dat gaat over feesten en uitgaan. Het nummer wordt goed ontvangen in België en in Nederland. De videoclip van het nummer wordt in Los Angeles opgenomen door Abdullah Malik, die eerder al samenwerkte met Jay Z, en geproduceerd door Blueyedpictures, die eerder al video's produceerden voor Red Hot Chilli Peppers en Prince. Op 12 juli 2004 wordt de tweede single Crazy gereleased, waarvan de videoclip opnieuw werd opgenomen in LA. Deze keer wordt hij geregisseerd door Michael Rooney die de awardwinnende videoclip Weapon of choice voor Fatboy Slim met Christopher Walken draaide. Op 26 juli komt Leki's debuutalbum Breakin' out uit. Op de TMF Awards 2004, die ze zelf opent en presenteert, krijgt ze twee awards: die voor Meest Belovend Nationaal en die voor Beste R&B/Rap Nationaal.
Op 28 november 2005 komt Leki's tweede album Warrior girl uit. Hierop werkt ze onder meer samen met de Amerikaanse rapper Coolio. Singles Spread my wings, Trouble en Sitting in my car komen uit dit album.
In 2006 is Leki één van de artiesten die optreden tijdens het 0110-concert.
In 2007 brengt Leki in eigen beheer de single U&I uit. Ze heeft ook een nieuwe podiumact klaar voor het festivalseizoen. In oktober staat ze op het podium van de TMF Awards.
In 2008 kwam de nieuwe single Over the rainbow uit. In juni 2008 kwam haar nieuw album Multiplicity uit.
Mike and the Mechanics was in eerste instantie een hobbyband van de (bas-)gitarist van Genesis: Mike Rutherford. Later bleek de populariteit groot genoeg om te toeren etc.
Gedurende de beginjaren 80 kwam de solocarrière van Genesisdrummer Phil Collins onverwacht tot grote bloei. Genesis kwam door die soloaspiraties dikwijls stil te liggen. Ook Anthony Banks
maakte soloplaten. Na eerst twee echte soloplaten afgeleverd te hebben
startte Mike in 1985 een band die bestond uit de volgende muzikanten:
Mike Rutherford: gitaar, basgitaar en achtergrond zang (Genesis);
Opvallend is de goede stemvoering binnen de band. De beide Pauls
hebben vooral ook live heldere stemmen. De band heeft met name in het
buitenland succes alhoewel er ook kleine hits in Nederland worden
gescoord. Door het overlijden van Paul Young in 2000 en de toenemende
solowerkzaamheden van Paul Carrack komen de werkzaamheden op een laag
pitje te staan. Er wordt dan meer gebruik gemaakt van studiomuzikanten
en de toernees zijn ook korter. Ook lijkt het of de puf er een beetje
uit is. Met de nieuwe Genesis-toernee en Paul Carrack soloplaat op
komst (2007), zal het nog wel even duren voordat nieuw materiaal
uitgebracht wordt.
Soul Asylum is een rockband uit Minneapolis, Minnesota. De band werd opgericht in 1983 en scoorde een grote hit met het nummer Runaway Train. Daarnaast ontvingen ze voor deze single ook een Grammy.
Soul Asylum kwam voort uit Loud Fast Rules, een band die in 1981 was opgericht door David Pirner (zanger/gitarist), Dan Murphy (gitarist), Karl Mueller (bassist) en Pat Morley (drummer). De band begon al snel op te treden in Minneapolis-St. Paul en kreeg onmiddellijk een goeie livereputatie dankzij de energieke optredens.
In 1986 bracht de band drie albums uit: Made To Be Broken, Time's Incinerator dat voornamelijk b-sides, demo's en nummers van Loud Fast Rules bevatte en While You Were Out. De band bleef echter tamelijk onbekend bij het grote publiek.
De band in 1988 werd wel getekend door A&M Records. Hier brachten ze twee albums op uit: Hang Time (1988) en And the Horse They Rode In On (1990). Ook deze albums verkopen maar magertjes en door de gehoorproblemen van David wilde de groep er de brui aan geven.
Columbia Records bood hen begin jaren '90 echter een contract aan en de band bracht in 1992 hun succesalbum Grave Dancers Union uit. Hieruit kwam de single "Runaway Train" met bijhorende videoclip die bijzonder veel gespeeld werd op muziekzender MTV.
De video toonde foto's en namen van verdwenen kinderen en aan het eind
van de clip werd een nummer getoond dat gebeld moest worden als de
kijker één van deze kinderen gezien zou hebben. De clip werd aangepast
per regio waarin ze afgespeeld werd.
Hierna volgde een lange stilte, onderbroken door een solo-album van David Pirner in 2002.
In 2004
werd een live-plaat uitgebracht die in 1997 opgenomen was op een
benefiet ten voordele van slachtoffers van een overstroming, getiteld After the Flood: Live from the Grand Forks Prom, June 28, 1997. Ook nog dat jaar speelde de band een benefietoptreden ten voordele van bassist Karl Mueller die keelkanker had. Op het moment van het optreden speelde Mueller nog wel mee maar op 17 juni2005 overleed hij aan de gevolgen van de kanker. Hij had ook nog de baspartijen voor een nieuw album opgenomen.
geef me de kans om het te zeggen geef me de tijd om het uit te leggen voor mij hoeft het niet meer die vernederingen elke keer ik kan het niet meer aan daarom zal ik maar beter gaan