Een opmerkelijk verhaal van hoe de Coloradokever vanuit Amerika zich over heel de wereld verspreide.
In 1824 ontdekte de insectenkundige Thomas Say tijdens een wetenschappelijke expeditie in opdracht van de Amerikaanse overheid de coloradokever in de Rocky Mountains. Oorspronkelijk kwam de kever voor op stekelnachtschade (Solanum sp.), die net als de aardappel ook tot de nachtschadefamilie behoort. Door Europese immigranten die de spoorwegen aanlegden en de aardappel in het verspreidingsgebied van de kever meebrachten is de kever overgegaan op de aardappelplant. Vijftien jaar later rond 1874 had de kever een afstand van 2500 km overbrugd en verscheen deze aan de Atlantische Oceaan. In 1877 werd de kever voor het eerst vanuit de Amerikaanse staat Colorado naar Europa gebracht. Beginnende haarden in Engeland en Duitsland in de omgeving van havens werden steeds uitgeroeid. In 1922 kwam de coloradokever in de omgeving van Bordeaux zeer veel voor. In 1935 werd de kever in België voor het eerst gezien en werd getracht met inschakeling van schoolkinderen en soldaten de kevers te verzamelen en te vernietigen. In 1938 kwam in België ernstige schade voor. De kever is rond 1950 vanuit Amerika in Rusland gekomen door schepen met voedselhulp en komt nu over de hele wereld voor
Een uniek stukje Limburg is Voeren wel omring door Waalse dorpen en een prachtige natuur geven dit stukje Limburg wel iets speciaal. De 6 Voerense dorpen, Moelingen, sGravenvoeren, St Pieters-voeren, St Martens-Voeren en Remaersdaal met hun heuvels en dalen. Hun boerderijen en vakwerkhuizen maar ook met de Commanderij in St Pieters-Voeren. Vandaag bezoeken we de Commanderij van St Pieters-Voeren.
Het kleinste Voerdorp is vooral bekend om zijn Commanderij. Dit kasteel behoorde tot de Franse Revolutie toe aan de Duitse Ridderorde. Het is in het begin van de 17de eeuw gebouwd in 'Maaslandse Renaissance', een stijl die wij ook in Luik en Maastricht veelvuldig aantreffen. Het dorpskerkje werd omstreeks 1660 gebouwd in opdracht van Commandeur Willem Quaedt van Beeck, wiens grafsteen zich bij de toegangspoort van het kerkhof bevindt. In de commanderij van Sint-Pieters-Voeren wordt Voerense Perestroop in grote koperen ketels boven een houtvuur bereid volgens een oeroud recept. De stroop bevat voor 70 % peren en voor 30 % appelen: zij is een puur natuurproduct en warm aanbevolen voor wie wil gaan lijnen.
Wij geven vandaag de voorkeur aan een stukje verse vis, wij kunnen bij de visvijvers van de Commanderij terecht. Regenboogforel: jaarlijks worden er door middel van afstrijking en kunstmatige bevruchting, een methode die al uit 1775 dateert, meer dan 100.000 forellen gekweekt. In de vijvers is er ook rivierforel, steur en paling. Kasteel Commanderij St Pieters Voeren Sint Pietersvoeren was een erfgoed dat vrijgesteld was van alle cijnzen en bijdragen. Daniel de Fouron, ridder en heer van die plaats, schonk het kasteel met al zijn aanhorigheden aan het commandeurschap van de Vieux-Joncs les Bilzen toen bij toetrad tot de Teutoonse Orde. Men weet niet op welke datum exact de commanderij van Sint Pietersvoeren is opgericht. Zij werd begunstigd met de bezittingen die afkomstig waren van Daniel de Fouron. Deze schenking werd goedgekeurd door hertog Henri I de Brabant en door Waleran de Limbourg. Tegelijkertijd zagen deze vorsten af van hun rechten over dat bezit.
Vanaf dat moment wordt Sint Pieters-Voeren een Heerlijkheid van de Teutoonse Orde, waarvan de hoogste persoon de soevereine vorst was, terwijl de heer van die, plaats opperste commandeur van de Vieux Joncs was en dat tot aan het begin van de revolutie. Het betrof hier dus een onafhankelijke Heerlijkheid, direct leengoed van het keizerrijk. De opperste commandeur, die zich heer baron, vrijheer of soeverein heer, vrij baron van St. Pietersvoeren mocht noemen oefende de justitiële macht uit, benoemde burgemeesters, schepen en griffiers, deurwaarder,. liet politieveranderingen en gemeentelijke beschikkingen uitvaardigen, en verkreeg ten slotte de Status (= eed van trouw (hommage et serment de fidélité" over de vrije en keizerlijke Heerlijkheid. De commandeur van St. Pietersvoeren was dus eigenlijk geen heer, maar hij handelde als vertegenwoordiger en afgevaardigde van de opperste commandeur.
Het oorspronkelijke burchtgebouw werd in het begin van de zeventiende eeuw vervangen door uitgestrekte gebouwen. waarvan de diverse stadia van bouw zijn aangegeven door jaartallen, wapenstenen, inscripties en initialen, die we op diverse plaatsen aantreffen. De nieuwbouw is hoofdzakelijk het werk van commandeur Guillaume Quadt op de Beek en zijn opvolger baron Ferdinand de Rolshausen. Het bordes word rond 1760 gebouwd onder toezicht van baron Wennemar de Hövel, wiens initialen het wachthuis versieren. gedomineerd door drie prachtige torens. De dorpskerk word tussen 1631 en 1661 gebouwd ter ere van commandeur Quadt Van Beeck, wiens standbeeld nog steeds te zien is op het dorpskerkhof. Wat betreft de stijl van het bouwwerk, hoeven we slechts op te merken dat het in Luikse barokstijl gebouwd is (evenals zoveel andere bouwwerken in de streek rond Luik en Maastricht).
In 1242 schenkt Ridder Daniel de Fouron zijn bezittingen aan de Teutoonse ridderorde (een oorspronkelijk Germaanse orde, gesticht tijdens de kruistochten). Een afsplitsing onder leiding van een commandeur kwam tot stand. In 1633 werden de zeer onregelmatige bronnen van Fouron met elkaar verbonden door middel van onderaardse leidingen in het park, om de grachten van water te kunnen voorzien. De grachten van het kasteel van de commanderij en de bron van Fouron in dat zelfde park, vormen samen de ideale omstandigheden voor het kweken van zalm. De eerste keer dat er rivierforel werd gekweekt, was in het begin van deze eeuw. De beperkte productie was toereikend om de omgeving van vis te voorzien en aan de bestaande vraag te voldoen. Diverse generaties hielden zich bezig met het ontwikkelen van deze productie. Momenteel zijn pogingen ondernomen om de viskweek op te schroeven tot 4000 jonge zalmen, hetgeen het grootste aantal is in deze regio.
Deze experimenten zijn te bezichtigen bij de grachten die het kasteel omringen tevens de commanderij, het mooiste kasteel van de voorstreek, alsmede de kabbelende bron in het park. Vandaag hebben we het geluk om samen met Etienne en Rosette met hun twee dochters en hun kinderen, Yvon en Marissa en de kinderen een bezoek te brengen aan de Commanderij, te proeven van het lekkere Ricks stroopbier en de verse Forel uit de vijver. Wij brengen een prachtige dag door in de Voeren in gezelschap van vrienden.
Het is al een geluk als je er eentje zie, het zijn prachtige vlinders op een zonnige dag komen ze op bezoek en kunnen we genieten van al hun pracht.
Het is een grote vlinder. Hij is geel met zwarte vlekken en onderaan zijn vleugels zie je een blauwe rand en twee staartjes. De vlinder leeft vooral in akkers en tuinen in het zuiden van het land. Hij is daar vaak op zoek naar nectar. De koninginnenpage is een zeldzame vlinder. Als je deze vlinder hebt gezien is dat dus best bijzonder! Hij vliegt van eind april tot midden juni en van begin juli tot begin september.
Van de oorspronkelijke gebouwen blijven nog over de "gasthuiskapel"(gele gebouw) en de nieuwe kapel. Al de rest van het Begijnhof is verdwenen. Maar de plaats heeft zijn oorspronkelijke bestemming behouden, van gasthof van de Hospitaal ridders en begijnhof waar zieken en late reizigers konden overnachten tot vandaag de dag "OCMW Rustoord".
De Gasthuiskapel te Borgloon Deze kapel maakte in de middeleeuwen deel uit van het uitgebreid netwerk van zogenaamde 'gasthuizen' der hospitaalridders, ook wel Johannieters genoemd. De kapel van Helshoven behoorde eveneens toe aan deze orde. De Romaans-gotische Graethemkapel is o.m. de begraafplaats van de Loonse graaf Lodewijk I ( 1171) en zijn echtgenote Agnes ( 1175). In 1258 bouwde men naast de kapel een begijnhof waar de zieken verpleegd werden en waar reizigers, die wegens het late uur de stad niet meer binnen mochten, konden overnachten. De kapel is trouwens het enige restant van dit religieuze gebouwencomplex. De Graethem-poort impliceert bovendien dat het middeleeuwse Architekturaal bestaat de kapel uit een Romaans-gothische beuk (12-14de eeuw) en een laat-middeleeuws koor uit 1654. De kapel vertoont talrijke sporen van verbouwingenBorgloon ommuurd was en de toegang slechts door enkele goed bewaakte poorten verzekerd was. De Romaanse kern (12de eeuw) van het gebouw bevindt zich in het midden en heeft betrekking op de 3 oostelijke traveeën van het schip. In de zuidgevel van de silex-onderbouw tekenen zich drie rondbogen af met bovenaan kleine rondboog-ramen; de bovenbouw bestaat uit baksteen. In de noordgevel bevinden zich slechts twee, weliswaar bredere rondbogen.
De Romaanse gasthuiskapel werd omstreeks 1400 naar het westen toe met twee traveeën, uitgevoerd in baksteen en mergelzandsteen, vergroot. Het spitsboogvormig profiel van de bogen en de ramen is typisch voor de gotiek. De toegangsdeur is in een kalkstenen omlijsting gevat. Het koortje tenslotte dateert uit 1654. Tijdens deze bouwfase werden de zijbeuken en de halfronde absis afgebroken en de bogen tussen de onderscheiden ruimten dichtgemetseld.
GLASRAMEN NIEUWE KAPEL
Het interieur toont enkele restanten van oude muurschilderingen en een aantal grafstenen van vooraanstaande Loonse edelen. Tussen koor en schip bevindt zich 18de-eeuws stucwerk. De Gasthuiskapel word nu gebruikt als tentoonstellingsruimte.
MARCHE DES MYRTILES / ALTITUDE 505 GEDINNE 22/07/2007
MARCHE DES MYRTILES
ALTITUDE 505 GEDINNE.
GEDINNE.
Gedinne in de vallei van de Houille is een prachtige groene streek. La Croix Scaille op 504 meter is het hoogste punt van het dorp gelegen in het natuurreservaat de Fange de lAbime.
De streek rond Gedinne, met zijn valleien van de Semois en de Houille, een bosrijke streek met diepe dalen waar wilde rivieren en schilderachtige wegen die cerdoor heen slingeren. Plateaus met wijdse zichten, wildrijke bossen, de bosrijkste en mooiste plekken. We vertrekken in het dorpje en klimmen het bos in eerst verlaten we het dorp op de berm ligt een jonge vos die doodgereden is, hier komt nog veel wild voor en de vos is er een van. We komen aan een weiland waar de hooirollen liggen, mooi zicht.
Wat verder zitten we al in de bossen. Prachtige omgeving om te wandelen, we komen aan een klein dorpje met een kasteel in blauwe steen. Het is een aangenaam dorpje en dan weer terug de natuur in, we komen zo terug aan in het dorpje Gedinne een rare gebouw met twee ronde torens passeren we en dan de Houille over en we zijn terug aan ons vertrekpunt.
Een mooie en aangename wandeling in de provincie Namen.
Wat verder ligt het dorpje Sohier.
SOHIER Les plus beaux villages de Wallonie
De V.Z.W. "Les Plus Beaux Villages de Wallonie" werd in 1994 naar Frans voorbeeld opgericht en bekroont de mooiste landelijke plekjes in Wallonië met haar kwaliteitsmerk.
Onder monumentenzorg geplaatste gebouwen en uitzonderlijk erfgoed (in een ongerepte omgeving) harmoniëren er met de wil van de inwoners hun geluk daar te leven met u te willen delen. Met zijn goed onderhouden of gerenoveerde traditionele huizen waaronder dertien hoeves straalt Sohies kwaliteit en eenheid uit. Het straatbeeld is uitnodigend door de speelse inplanting van de woonvolumes met hun bijgebouwen, de voortuinen die uitgeven op de straat en de perfect onderhouden open ruimte.
Het kasteel, de school en de pastorie verrijken en onderstrepen het straatbeeld. Het merendeel van de huizen stamt uit de 19de eeuw en is opgetrokken in kalksteen. De inplanting ervan versterkt het homogene straatbeeld. Maar de bebloeming van het dorp is wel uitzonderlijk mooi.
Bij de kerk ligt ook achter de muur het kasteel van Sohier met zijn prachtige tuin, je kun er wel even naar kijken over de muur het is prachtig, langs de wegen staan oude landbouwwerktuigen beplant met bloemen, aan de oude school staat een paard met kar ook met bloemen versierd telkens weer prachtige plaatjes.
We wandelen door de straten met bloemen en taferelen uit het leven van het dorp.
Er word ook voorstelling gegeven van het harde werk van de houthakker die zorgt dat de er hout is voor in de kachels en haarden van de inwoners. Overal liggen stapels hout bij de huizen. Een prachtig dorp we hebben het al in het verleden bezocht maar elk jaar is het toch weer is anders. Zo eindigt een prachtige dag in de provincie Namen.
Bij ons bezoek aan het kasteel van Groot Bijgaarden deze lente kochten we enkele knollen van de Gloriosa Rothschildiana. Op de foto's stond de bloem afgebeeld nu hebben we zelf enkele prachtige exemplaren op ons balkon staan
Gloriosa is bijzonder. Niet alleen is de bloem fraai om te zien, botanisch gezien is het een zeldzaamheid, dat een knolgewas en bovendien een lelieachtige klimt. De plant hecht zich met bladranken aan een klimoppervlak. De bladranken hebben de vorm van kurkentrekkerachtige, slanke stengels. Met behulp van de bladranken kan Gloriosa een hoogte van anderhalve tot twee meter bereiken. Van oorsprong komt de plant uit gematigde zones van Afrika en West-Azië. Gloriosa moet geplant en gehouden worden in een goed doorlatende, licht humeuze grond. Leg onder in de pot een flinke hoeveelheid potscherven als drainage. Waar de plant absoluut aan kapot gaat, is gietwater dat te lang blijft staan. Door te lang vasthouden van water verrot de knol. Tijdens het groeiseizoen van de late lente tot het begin van de herfst: geef de plant wekelijks een beetje vloeibare mest met het gietwater mee. Gloriosa stelt geen eisen aan een bepaalde luchtvochtigheid, maar wel aan de temperatuur. Een minimumtemperatuur van 16 °C is nodig om een gezonde plant te houden.
Te lage buiten- en grondtemperatuur veroorzaken bladluis. In de herfst begint Gloriosa af te sterven. Dit is normaal. In de gebieden waar de plant van nature groeit, gebeurt dit ook. Daarom is het noodzakelijk om vanaf het begin tot halverwege de herfst het water geven geleidelijk aan te verminderen en aan het einde van de herfst helemaal geen water meer te gegeven. De knol overwintert dus in vrijwel droge grond. De plant moet binnen overwinteren bij een temperatuur die niet lager is dan 13 °C. Plant de knol aan het begin van de lente in een pot van vijftien centimeter in doorsnede. Breng een gronddekking van tweeëneenhalve centimeter boven de knol aan. Zodra de stengels lengtegroei vertonen, mag er weer vloeibare kamerplantenmest en gietwater worden gegeven. Gloriosa 'Rothschildiana' is de bekendste en het minst moeilijk te houden. Kroonbladen van deze variëteit hebben grote, rozig rode bloemen met langs de rand een diepgele kleur. De kroonbladen zijn sterk gegolfd
Wanneer we deze morgen opstaan en even buiten kijken twijfelen we eraan om naar Zeeland te gaan, regen en harde wind. Toch maar opstap met de familie. Wij rijden richting Antwerpen en dan naar Zeeland. Gelukkig is het opgehouden met regenen. Als we in Goes aankomen kunnen we toch buiten gaan zonder nat te worden. We bezoeken eerst het stadje.
GOES STADHUIS.
GOES
Is een stad en gemeente op het schiereiland Zuid-Beveland in de Nederlandse provincie Zeeland. Goes is in de tiende eeuw ontstaan aan de rand van een kreek. Goes bezit verschillend prachtige monumenten. Het stadhuis aan de markt, daterend uit de 15de eeuw, gebouwd in gotische stijl. Hotel 'de Korenbeurs', gehuisvest in het voormalige burgemeesterhuis, gebouwd in 1753. De Grote of Maria Magdalenakerk in laat-gotische stijl, daterend uit 1423 interessant zijn het koor, het orgel en een grafmonument. Een getijwaterkorenmolen 't Soepuus aan de Kleine Kade, die tot ongeveer 1800 in werking is geweest, met koepeltorentje uit 1624. Verschillende oude poortjes, o.a. in de Zusterstraat, daterend uit 1655. Het is een gezellig stadje met op het plein een wekelijkse markt.
STATION GOES
STOOMTREIN GOES HOEDEKENSKERKE
Op het museumterrein in Goes komt het spoorwegbedrijf van de jaren `30 weer tot leven! We zien niet alleen het historische spoorwegmaterieel, maar ook de bijpassende gebouwen. Sommige van die gebouwen, zoals de grote Goederenloods, zijn speciaal naar Goes verhuisd om daar onderdeel te worden van het openluchtmuseum.
GOES
Aan veel van het materieel wordt nog gewerkt, op het terrein staan nog veel interessante historische rijtuigen en wagens, die in de toekomst volledig gerestaureerd zullen gaan worden. Er is een gezellige loods omgebouwd tot ontvangstruimte.
Aan het station van de stoomtrein staat de stoomtrein al puffend op ons te wachten. De rit brengt ons naar Hoedekenskerke door het Zeeuwse landschap.
HOEDEKENSKERKE
Hoedekenskerke is het eindpunt van de rit.
HOEDEKENSKERKE
Hier wordt de locomotief naar de andere kant van de trein gereden, zodat de trein weer gereed is voor de terugrit. Maar voordat de locomotief weer aankoppelt, moet er eerst water worden bijgevuld in de watertenders. Zo`n stoomloc verbruikt zo`n 6000 liter water per dag. Een dorstig type dus!
In park De Pluimweide treft u ook gebouw De Buffer aan. Op rijdagen van de stoomtrein demonstreert de klompenmaker hier zijn ambacht. Hoedekenskerke ligt aan de Westerschelde Het station van Hoedekenskerke ligt aan de voet van de Westerscheldedijk.
Vanaf de dijk en het havenplateau hebben we zicht op Zeeuws-Vlaanderen en natuurlijk op het drukke scheepvaartverkeer van en naar Antwerpen. Een wandeling door het dorpje en dan terug met de stoomtrein naar Goes.
DISHOEK.
We rijden nog even naar Dishoek, met zijn prachtige strand en duinen. Het weer is intussen opgeklaard en we genieten van de zon. Een van de meest karakteristieke plekjes van Zeeland is de kuststrook van Dishoek.
Met spierwit geschilderde, houten strandhuisjes. Ze lijken zo van de Amerikaanse kust bij Long Island te zijn geplukt. Via een trapje kom je op de veranda. Daar kun je heerlijk zitten met uitzicht op de zee en het geluid van de branding. Vanaf een duintop kun je bij helder weer de felrode vuurtoren van Westkapelle zien, 12 kilometer noordelijker.
De kuststrook van Walcheren met het witte strandt en de hoge duinen is hier prachtig. We wandelen een heel eind langs de zee en genieten van de zon al is de wind vrij hard. We lopen tot aan strandpaviljoen Kaapduin waar we ons even op het terrasje zetten lekker uit de wind maar heerlijk in de zon. We keren terug langs de duinen die hier prachtig zijn. Natuur op zijn best.
Na onze prachtige wandeling begint onze inwendige mens te klagen. We rijden naar
MIDDELBURG.
Middelburg is de hoofdstad van de Nederlandse provincie Zeeland en ligt op het schiereiland Walcheren in de regio Midden-Zeeland.
Is een prachtige stad met veel historische gebouwen, het stadhuis in Vlaamse Laat Gotiek en de Abdij toren Lange Jan met zijn 89 meter hoogte zijn prachtige gebouwen in de stad. Ook de vele huizen zijn de moeite om te bekijken. Een gezellige winkelstad met vele mooie gebouwen.
We komen aan de Kuiperspoort uit 1586 het zijn pakhuizen van de Oost Indische Compagnie die gerestaureerd zijn, het begin al avond te worden en we zoeken ons een gezellig restaurantje Café Brooklyn hier worden Zeeuwse mosselen aangeboden voor 11,95 euro.
In het harte van Zeeland moet je toch de Zeeuwse mosselen proeven, aan deze prijs kun je het niet laten. Na een gezellige maaltijd wordt het stilaan tijd om terug richting België te gaan. Een fijne en gezellige dag met de familie in Zeeland.
De wandeling vertrekt aan de skihutte, hier op de Tomberg. Na de wandeling zullen we even het biermuseum bezoeken. Maar eerst de wandeling.
In het prachtige bos langs de wegen, maar ook langs bospaden met prachtige bomen. Maar ook komen we langs plekken waar vroeger naar ertsen gezocht werd, het landschap vertoond nog steeds de sporen van het zoeken ernaar. Langs een bosweg dalen we af naar de schieferstollen van Recht
Lange tijd werd blauwsteen in steengroeven gewonnen. Toen de diepte ervan te groot werd, beslisten ze in 1886 uit economische redenen, zijdelings een gang in de berg te slaan, om de Rechterse steen te winnen. In 1890 werd zon 50 meter dieper een tweede mijn aangelegd. Deze is de huidige bezoekersmijn. De ondergrondse ontginning had men in 1908 stopgezet. Maar tot in de jaren 20 leverden de Rechterse steenhouwers producten van bijzondere natuursteen. Vandaag kunnen we de Rechtersemijn bezoeken.
Overal op onze wandeling komen we getuigen uit deze prachtige blauwe steen tegen, in de bossen vinden we kruizen in blauwsteen, maar ook de huizen en de boerderijen in lokale steen. Gewoon prachtig.
We wandelen wat verder en genieten van het prachtige landschap, wat verder komen aan een andere steenmijn uit 1886, nu is het een vleermuizen reservaat. De natuur is hier gewoon prachtige vlinders, vogels komen hier veel voor, op een takje zit een geelgors te fluiten, toch mooi.
Wat verder komen we an den goldgruben op 520m. hier kunnen we ook nog de sporen zien van het zoeken naar het goud. Op vele plaatsen in het bos komen we plekken tegen waar naar ertsen gezocht is. We komen terug aan de skihutte.
Tegenover ligt het biermuseum aan de Tomberg. Dit museum bevat ongeveer 4000 flessen van verschillende biersoorten van de daarbij horende glazen en uiteenlopende werktuigen, evenals enkele antiquiteiten. De flessen zijn afkomstig uit 140 verschillende landen en maken de bezoeker vertrouwd met het brouwerijleven van 5 continenten. We hebben niet alleen de mogelijkheid bierflessen te bewonderen, maar kunnen ook hier het bier proeven, zoals bijvoorbeeld het speciale bier van het huis Biermuseum, dat een blond of donker bier is. Zo kan een dagje Rodt een zeer gevulde dag worden in een van de mooiste streken van België.
De hortensia is één van de meest favoriete heesters voor de tuin. Geen wonder: het is een makkelijk te kweken struik met grote, opvallende bloemschermen in prachtige kleuren en een lange bloeiperiode. Hortensia's zijn klassieke tuinplanten die oorspronkelijk in boerderijtuinen of bij romantische landhuizen stonden. Maar ook in een kleinere tuin zorgen ze voor een landelijk sfeereffect. Een aantal hortensia's bij elkaar geeft een enorme kleurexplosie.
LACECAP
U kunt ze ook boerenbont groeperen in met buxus afgezette perken, of langs het pad naar de voordeur. In ruime potten of kuipen brengen ze sfeer op elk terras. Omdat de bloemen aan de struik langzaam drogen en mooie herfsttinten krijgen, blijft de hortensia tot de eerste nachtvorst decoratief.
MOPHEAD / BOLHERTENSIA
De bloemkleur van hortensia's hangt af van de samenstelling van de bodem. Op ijzerhoudende grond kleuren roze bloemen bijvoorbeeld blauw. Door de grond met aluin te mengen of een zakje speciaal 'hortensiablauw' kunt u ervoor zorgen dat de bloemen blauw blijven.
BOLHORTENSIA
U kunt niet alleen variëren met kleuren, maar ook met vormen. Een mophead (bolhortensia) heeft dikke bollen vol onvruchtbare bloempjes; en een lacecap bestaat uit een plat scherm van kleine vruchtbare bloempjes omringd door een krans grotere bloemen. De mophead geeft meer kleureffect, de lacecap is door de luchtige bloeiwijze meer verfijnd, oosters bijna.
MARCHE DES VACANCES / LA RICHELLOISE / RICHELLE 08/07/2007.
MARCHE DES VACANCES
LA RICHELLOISE.
RICHELLE.- VISE.
Het kasteel van Richelle is een gebouw gelegen in het centrum van het dorp. Hij heeft de traditionele uitzicht van een kasteel niet, maar eerder van een grote bouw. Zijn ouderdom is niet duidelijk te bepalen. De verschillende aanpassingen en de brand hebben het uitzicht van het gebouw gewijzigd, gans het dorpscentrum is een historisch geheel.
KASTEEL RICHELLE
Het Hof van Justitie en Het hof van Aix zijn twee historische gebouwen dicht bij de kerk. We wandelen uit het centrum door de prachtige omgeving over de brug van de Maas met een prachtig zicht op Vise. We wandelen een heel eind langs de Maas met mooie zichten op de beide oevers. Met zijn prachtige huizen.
Wat verder komen we in Hermalle sous Argenteau. Hier aan de oever van de Maas staat een van de mooiste industriële gebouwen in baksteen met een mooi oud woonhuis.
We klimmen terug door het bos en komen aan het grote kasteel van Richelle. Dit prachtige kasteel met zijn ommuurde tuinen zijn een streling voor het oog met een uitzicht op de Maas.
We klimmen terug naar Richelle centrum. De prachtige gebouwen en huizen in natuursteen zijn zeer mooi en prachtig om te bekijken. Een prachtige wandeling in een prachtig dorpje aan de Maas.
4 peren boter kervel 4 soeplepels water peper en zout 2 soeplepels Sherryazijn 4 worsten van land 2 soeplepels Loonse stroop
Bereiding:
Bak de worsten 10 minuten op een zacht vuurtje in wat boter. Kruid met peper en zout. Snijd de peren in blokjes van 1,5 cm x 1,5 cm. Laat ze stoven in een klontje boter. Voeg er de stroop en azijn bij. Serveer de worst met de perenbereiding. Bestrooi met peterselie en versier met enkele plukjes kervel.
Er zijn heel wat misverstanden over stroop. Dat je er ook siroop tegen mag zeggen. Neen dus: siroop is een geneesmiddel. Dat het stijf staat van de suiker. Ja, van de vruchtensuikers. Aan echte stroop wordt geen gram suiker toegevoegd. Dat het arme-mensen-kost is. Tijdens de eerste helft van de vorige eeuw was dat zeker en vast zo. Toen sloeg men ettelijke kilo's op om tijdens de wintermaanden voldoende calorieën te hebben. Een gemiddeld gezin zette 400 kilogram (!) opzij. Stroop maken was eertijds een oplossing voor een praktisch probleem. Fruit werd tot stroop verwerkt om het te kunnen bewaren. De overvloedige oogst werd na de pluk in grote koperen stookketels gekookt en in industriële persen uitgeperst tot sap. Dat sap werd opnieuw langdurig gekookt en dikte zo in tot stroop: voedzaam en vooral goedkoop broodbeleg. De geschiedenisboeken melden dat in de 17de eeuw al stroop werd gemaakt. Landbouwers verwerkten de appels en peren uit hun boomgaard tot koopwaar. De eerste industrialisering duikt op aan het einde van de 19de eeuw. Dankzij de stoommachine en hydraulische persen konden grote hoeveelheden worden geproduceerd. Zo ontstaan de eerste industriële stroperijen. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw gaat de activiteit sterk achteruit. Koelsystemen verlengen de bewaartijd van fruit en zorgen ervoor dat het niet langer seizoensgebonden is. Bovendien komt er ook concurrentie van tal van nieuwe producten. Vandaag is stroop (uit het Arabische sarab via het Latijnse siropus) goed op weg om een delicatesse te worden. Ambachtelijk gemaakte stroop wordt een rariteit in onze contreien. In het Land van Herve zijn er nog 4 ambachtelijke en 2 industriële stroopfabrieken. In de Voerstreek wordt op een aantal plaatsen nog perenstroop gestookt. Ook in Haspengouw was de activiteit zo goed als uitgestorven. In het aangrenzende Nederlands Limburg zijn er trouwens maar 2 stroopkokers over. Maar er is goed nieuws. Bijna 20 jaar nadat de laatste Loonse stroopstoker het vuur doofde, nemen vier telgen van een Wellens stropersgeslacht hun intrek in de oude stroopfabriek Wijnants-Groenendaels in Borgloon. Chauffeur Raf, koeltechnieker Tom, informaticus Gert en psycholoog Kim Bleus - ook wel bekend als de Bleus Brothers - zijn de zesde generatie van een vermaard geslacht van stroopstokers. Vader Johny Bleus maakte tot voor kort de - dankzij Armand Schreurs wereldberoemd in Vlaanderen geworden - stroop van Vrolingen. Omdat er daar geen plek was om uit te breiden, kwamen zijn nijvere zoons in Borgloon terecht. Geen betere plek voor een stroopstokerij dan een stroopstokerij natuurlijk... Loonse stroop is beschikbaar als Loonse Peerstroop, Gemengde Stroop (peer, appel en suikerbiet), stroop van aardbeien en stroop van rode bessen. Voorlopig wordt er met mondjesmaat geproduceerd. Vanaf 2008 staat er een volwaardige fabriek die de Bleus Brothers onmetelijk rijk moet maken. Geheel in de rijke traditie van Loonse humor zegt hun website dat er "van elk potje 1 euro gaat naar de actie 'Help de Bleuskes aan een dikke BMW'." Ambachtelijk stroopkoken is een kunst die tijd vergt en veel handenarbeid vraagt. De erkenning voor dat geduld en dat werk groeit. De bekende internationale beweging Slow Food ijvert voor regionale voedselproducten die dreigen te verdwijnen als gevolg van onbekendheid, namaak of overdreven hygiënewetgeving. Om het uitsterven te voorkomen werd in 1996 het project 'Ark van de Smaak' opgestart. Stroop heeft ondertussen een - fel gegeerde - plek bemachtigd in die boot. Het gaat wel om stroop uit Nederlands Limburg maar die is erg verwant aan de Belgische variant. Die aandacht zorgt voor de herwaardering van échte stroop. Een stuk cultureel erfgoed waarbij 1 kilogram fruit wordt ingekookt tot 100 gram stroop. Een biologisch en gezond product waarvan de prijs eigenlijk belachelijk laag is. Eten is bezwijken.
Het boomblauwtje is een klein blauw vlindertje. Het mannetje is helemaal blauw. Het vrouwtje heeft zwarte randen langs haar blauwe vleugels. Je kunt het boomblauwtje makkelijk herkennen als je naar de onderkant van zijn vleugels kijkt. Deze zijn zilverwit met kleine zwarte stippen. Meestal zit dit vlindertje dicht en kun je de onderkant dus goed zien.
Wanneer vliegt hij?
Het boomblauwtje vliegt van half april tot begin juni en weer in juli en augustus. Hij leeft in de winter als pop. Waar kun je hem vinden? Het boomblauwtje houdt van plaatsen waar bomen en struiken staan, bijvoorbeeld langs bosranden. Hij vliegt soms best hoog (wel een paar meter boven de grond) en het is een echte fladderaar.
Waar leven de rupsen?
De rupsen leven van de knoppen van verschillende planten zoals hulst, klimop en de vlinderstruik. Deze planten staan ook vaak bij mensen in de tuin, dus daar kun je het boomblauwtje ook tegenkomen.
LANDKAARTJE, Araschnia levana
Hoe ziet hij eruit?
Er is iets heel geks aan de hand met het landkaartje: in het voorjaar ziet de vlinder er anders uit dan in de zomer! De vlinders die in april en mei vliegen zijn oranje-bruin met zwarte vlekken en de vlinders die je in juli en augustus ziet, zijn zwart met een witte en oranje band over de vleugels. Aan de onderkant van zijn vleugels staat een ingewikkeld patroon van gekleurde vlekken en strepen. Dit is net een landkaart, daarom heet de vlinder zo.
Waar kun je hem vinden?
Nu kun je het landkaartje in het hele land tegenkomen. Het landkaartje leeft in de buurt van bosranden, het liefst met inhammen. De vlinders hebben, als enige dagvlinder, een voorkeur voor witte bloemen om nectar uit te drinken.
Waar leven de rupsen?
Het vrouwtje legt haar eitjes onderaan het blad van de brandnetel. Ze legt steeds een nieuw eitje op het vorige eitje, net zo lang tot ze een ketting van eitjes heeft gemaakt. De rupsen van het landkaartje leven vaak in groepen. Ze eten vaak netjes op een rij van een brandnetelblad.
Verspreid op de Graef, de oude stadsomwalling van Borgloon wacht de grafelijke familie om hun verhaal te vertellen, de zoon van de graaf op de Burchtheuvel, de Gravin aan de Mot en de dochter in het klooster.
Vertrek van de verhalenwandeling op Speelhof.
BURCHTHEUVEL
Op de Burchtheuvel, waar het kasteel van de Graven van Loon stond verteld de oudste zoon zijn verhaal , een heldhaftig verhaal maar eigenlijk is hij een bange wezel. Hij moet de Stad beschermen terwijl zijn vader vecht in buitenland.
WEIDE AAN DE MOT.
Hier verteld de Gravin hoe haar man vecht voor de Hertog en haar zoon in wie ze veel vertrouwen heeft de stad verdedigd en bewaakt maar het verhaal van haar dochter is niet zo gunstig en omdat ze alleen naar haar vader luisterd word ze in het klooster onder gebracht, de moeder ziet het als een straf maar wat zegt de dochter?
KLOOSTERTUIN
De dochter door haar moeder ondergebracht in het klooster en non geworden verteld het verhaal van haar leven en hoe ze door de moeder verplicht werd toe te treden in het klooster maar zij ziet het niet als straf maar als een verlossing van allerlei verplichtingen, en een ontsnapen aan een huwelijk wat ze niet wil, zijn is gelukkig in het klooster en zal er de rest van haar leven blijven, ze hoop dat ze het tot heilige zal brengen.
Het boterbloempje (Pseudopanthera macularia) is een vlinder uit de familie van de spanners en komt voor in het oosten en zuiden van het land langs zonnige bosranden en droge gebieden. De vlinder vliegt overdag. De vlinder verschijnt vanaf half april en is tot begin juli te zien. Er is één generatie per jaar. De vleugels zijn geel met deels in banden geordende, bruine tot violetachtige vlekken. De spanwijdte van de vleugels is 23 tot 28 mm. De rupsen zijn er van begin juli tot half september.
GEELSPRIETDIKKOPJE Thymelicus Sylvestris.
Het geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris) is een dagvlinder uit de familie van de dikkopjes. De vleugel varieert in lengte tussen de 12 en 15 millimeter. Het geelsprietdikkopje heet naar één van de kenmerkende verschillen met het zwartsprietdikkopje, dat de onderkant van de sprietknop bij het geelsprietdikkopje geel of geelbruin is, en bij het zwartsprietdikkopje zwart. De kleur kan soms echter toch behoorlijk zwartbruin zijn Andere van het zwartsprietdikkopje onderscheidende kenmerken zijn de tweekleurige onderkant van de voorvleugels, en bij de mannetjes het niet parallel aan de aderen lopen van de geurstreep Het leefgebied van het geelsprietdikkopje beslaat heel Europa en vliegt van zeeniveau tot 1900 meter in berggebied. De vlinder geeft de voorkeur aan bloemrijke plaatsen met hoge grassen als leefgebied. De vliegtijd is van mei tot en met augustus. De waardplanten worden gevormd door diverse grassoorten
Toerisme Vlaanderen, VRT, Het Nieuwsblad en Lannoo stuurden afgelopen maanden hun regionale experten op pad, op zoek naar dé 50 mooiste dorpen van Vlaanderen.
Twee van de 50 mooiste dorpjes zijn deelgemeenten van Borgloon. Kuttekoven en Gors opleeuw
OUDE PASTORIJ
KUTTEKOVEN
In de middeleeuwen was Kuttekoven een Loonse heerlijkheid die ressorteerde onder de rechtsbevoegdheid van de schepenbank van Graethem. In beroep gaan tegen het vonnis van deze Loonse buitenbank kon bij het oppergerechtshof van Vliermaal. Het begevingsrecht en de tienden van de kerk wisselden nogal vaak van eigenaar. Aanvankelijk behoorden Voort en een deel van Gotem tot de parochie Kuttekoven.
Via de graven van Loon en de Heer van Kortessem gingen ze in het midden van de 13de eeuw definitief over naar de abdij van Herckenrode. Deze abdij had tot aan de Franse Revolutie veel invloed op de gemeente. Naast het patronaatsrecht en een deel van de tienden had ze hier een grote hoeve en bezat ze meer dan de helft van het grondgebied. De boerderij is verdwenen, maar in de voorgevel van de huidige kwadraathoeve de Clee zijn drie wapenschilden van de voormalige abdijhoeve ingemetseld.
KASTEEL DE CLEE EN KASTEEL HOEVE
Een wandeling door Kuttekoven geeft 3 prachtige kastelen, het kasteel van Rullingen met zijn park. Het kasteel van de Clee met de kasteelhoeve. En een derde kasteel kun je vanaf Kuttekoven bewonderen dit van de Hulsberg.
KASTEEL VAN RULLINGEN
De spoorweg de fruitlijn tussen Tongeren en St Truiden paseerd Kuttekoven, ondanks het kleine dorpje waren en toch twee spoorbruggen, waarvan een afgebroken is, deze aan de oude pastorij is bewaard gebleven. Kuttekoven bezit ook een natuurreservaat.Het gebied in Kuttekoven werd samengevoegd met de aangekochte gronden van het OCMW, om alzo een mooi natuurreservaat te kunnen ontwikkelen.Het reservaat in de vallei bestaat uit hoogstamboomgaard (op de hellingen) en nat hooiland (in de bron- en kwelgebieden). De vallei van Kuttekoven is het brongebied van de Rullingenbeek die later uitmondt in de Herk.
OUDE SPOORWEGZATE EN KAPEL
Een wandeling vanuit het Het Provinciaal Domein Rullingen dat gelegen is in een typisch Vochtig Haspengouws landschap, op de zijvallei van de Herk, tussen hooi- en weilanden en fruitaanplantingen. De huidige provinciale eigendom in Rullingen, ongeveer 13 ha, bestaat uit het kasteel met de daarbij horende tuin, het aansluitende parkbos en de boomgaard. De idee om bij het kasteel een fructuarium of museumboomgaard aan te leggen, kwam er na de verdwijning van vele hoogstamboomgaarden in de streek. De boomgaard bevat voornamelijk zeldzame variëteiten van pruimen en kersen. Het parkbos werd aangelegd, maar wilde planten kleden het verder aan.
LENTE IN KUTTEKOVEN
De Landschapswandeling Rullingen brengt ons door het prachtige dorpje Kuttekoven.
Hoe kun je stemmen voor Kuttekoven.
Nu is het aan jou! Klik op jouw favoriet dorp en stem!
De vijftien dorpen met de meeste stemmen gaan door naar de finale. Zij worden in 2008 voorgesteld op tv, radio en in de krant. Stemmen kan nog tot en met 4 augustus.
Tijdens de middeleeuwen waren in de parochie Leeuw, twee Loonse heerlijkheden. Gorsleeuw en Opleeuw. Gorsleeuw was in handen van volgende families, de familie van Leeuw(13de eeuw), van Gelinden(14-15de eeuw) van de Bosch (1436-17de eeuw) van Bodbergen (17de eeuw) en de Copis (1701) Opleeuw was aanvankelijk in de handen van een plaatselijk ridder geslacht van Opleeuw, maar werd in 1469 door de Luikse prinsbisschop aan de familie van Mettecoven geschonken. Dit geslacht zwaaide er de scepter tot het eind van het Ancien Régime. Gors-Opleeuw heeft zijn dubbele entiteit uit zijn middeleeuwse verleden goed bewaart. Enerzijds is er de dorpskom (vroeger Gorsleeuw) met zijn kastelen. het is eentypische kasteeldorp, anderzijds is Opleeuw een straat gehucht. We bevinden ons in het overgangsgebied tussen Droog en Vochtig Haspengouw. Het golvend landschap is het decor van niet minder dan 4 kastelen.Ook hier bevind zicht het grootste bos van Borgloon, het Bellevuebos.
GORS
KASTEEL GORS
Op het kerkplein, een van de mooiste uit de fusie staat de gietijzeren pomp en de Sint-Martinuskerk deze beheerst de westkant van het driezijdige dorpspleintje met lindebomen. De 14/15de eeuwse toren is een eerder zeldzaam voorbeeld van Haspengouwse plattelandsgotiek. Het classicistisch schip dateert van ca. 1775. Op het kerkhof bevinden zich een dozijn grafkruisen uit de 17de, 18de en 19de eeuw met referenties naar o.m. oud-pastoors, dorpsnotabelen en kasteelheren.
SINT - MATINUSKERK
Het kasteel en de kasteelhoeve, hier is ook de Bakkerij bewaard geleven. De grote Schuur is de voormalige rijschool voor boerenpaarden. Het geheel is bijzonder prachtig Het kasteel van Gors was in de middeleeuwen het centrum van de Loonse heerlijkheid Gorsleeuw. De naam Gors is afgeleid van "Godfried van Leeuw die er in het begin van de 13de eeuw woonde. Het huidige kasteel rust op de grondvesten van een 17de eeuws renesaissancistisch waterslot, het gebouw verwierf zijn Classicitische uitzicht in 1820. In het park bevind zich een ijskelder.
KASTEELHOEVE PAARDENSCHOOL EN BAKOVEN
OPLEEUW
KASTEEL OPLEEUW
Het kasteel van Opleeuw. Het neorococo-stijl(1874) is slechts één derde van het oorspronkelijk kasteel.Enkele jaren geleden is de 600 jaren oude ceder, uit de tijd van de kruistochten door de bliksem geveld.
KASTEEL OPLEEUW
KASTEEL BELLEVUE
Kasteel Bellevue gebouwd als jachthuis van het kasteel Opleeuw. Hier ook het grootste bos van Haspengouw. Het Bellevuebos een totaal van 128ha. Het classicistische kasteeltje opgetrokken in wiite geschilderde baksteen.Het kasteel en de omliggende tuin zijn ommuurd wat in Gors-Opleeuw als een algemeen gegeven beschouwd word.
KASTEEL BELLE VUE
GALLO-ROMEINSE SITE
In 1967 ontdekte men de Gallo-Romeinse site niet ver van het kasteel Belle-Vue. Er werde 12 graven met grafvondsten ontdekt uit de 1-2de eeuw na Christius. Er werden olielampjes, glas- en aardewerk en brons gevonden. De plek is aangegeven door een info bord.
HAAGSMEER
KASTEEL HAAGSMEER EN KASTEELHOEVE
Het landbouwgehucht Haagsmeer met een kasteel en hoeve. Kasteel Haagsmeer werd ca 1890 gebouwd als jachtpaviljoen van het kasteel van Opleeuw. De Oude Winning is een kwadraathoeve die in aanleg uit de 18de eeuw dateert welke nog prachtig vakwerk bezit en nog steeds in bedrijf is.
OUDE WINNING
Hoe kun je stemmen voor GORS-OP¨LEEUW
Nu is het aan jou! Klik op jouw favoriet dorp en stem!
De vijftien dorpen met de meeste stemmen gaan door naar de finale. Zij worden in 2008 voorgesteld op tv, radio en in de krant. Stemmen kan nog tot en met 4 augustus.
Merlin Spie creëerde in de stroopfabriek van Borgloon een nieuwe installatie/performance. Als basis voor dezae installatie gebruikte de kunstenares peerstroop, een duurzaam en voedzaam voedingsmiddel. De ambachtelijkeheid ervan is belangrijk. Het product wordt vervaardigd volgens een generatielange familietraditie.
MERLIN SPIE aan het werk.
Het werk impliceert de idee van de "cultuur der zintuigen" en hun intuïtieve oorspronkelijkheid. Er is een landschap in peerstroop"Capital of Grossly" geheten, de hoofdstad van overvloed. In de ruimte werd met stroop een oneindig soms rustig, dan weer dreigend wolkenlandschap gecreëerd. Horizontaal daarboven hangt een gigantische kruis. Dit refereert naar religie en verbondenheid.
Tijdens het werk
De hangende sculptuur is een kleine jongen. Hij zit zoals het voor een kind past met zijn hoofd in de wolken, maar tegelijkertijd is zijn gezicht ook verborgen achter het kruis. De vrouwelijke figuur die voor hem neernielt biedt steun en bescherming. De schaduw die het kind afwerpt tegen de oneindigheid is verbonden met artificiële zuurtsof die via de navelstreng het kind binnendringt. De zuurstof staat voor zuiverheid.
De bron wordt gebruikt als beeld voor de oorspronkelijkheid en duurzaamheid van d ebasis. Het water van de bron wordt weggetrokken uit de oorsprong en wordt aangezogen door de leden van de gemeenschap. Hun gezichten zijn bedekt met perenstroop, waardoor ze als het ware een tweede of een omgekeerde huid krijgen. De gezichten worden on,herkenbaar waardoor ze representatief worden cvoor elk ander gezicht.
Bijna Af.
De kunstenares maakt als performer zelf deel uit van het werk. Dit geeft bezieling, waardoor de idee achter het werk anders inwerkt en de gedachten worden opgetrokken.
Jantje zag eens pruimen hangen, O! als eijeren zo groot. 't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken, Schoon zijn vader 't hem verbood. Hier is, zei hij, noch mijn vader, Noch de tuinman, die het ziet: Aan een boom, zo vol geladen, mist men vijf zes pruimen niet. Maar ik wil gehoorzaam wezen, En niet plukken: ik loop heen. Zou ik, om een hand vol pruimen, Ongehoorzaam wezen? Neen. Voord ging Jantje: maar zijn vader, Die hem stil beluisterd had, Kwam hem in het loopen tegen, Voor aan op het middelpad. Kom mijn Jantje! zei de vader, Kom mijn kleine hartedief! Nu zal ik u pruimen plukken; Nu heeft vader Jantje lief. Daarop ging Papa aan 't schudden Jantje raapte schielijk op; Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen, En liep heen op een galop.
Oud Nederlands verhaal door Hiëronymus van Alphen (1746 - 1803)
Zaterdag voormiddag liep het voetbalplein van FC De Jeugd in Borgloon langzaam aan vol. Mensen in het rood, in het wit, met hartjes op hun gezicht of vleugeltjes op hun rug. Ze waren er allemaal. Toen de meisjes van K3 aankwamen, hoorde je enkel de "sst" uit duizenden monden. Na het aftellen, barste het publiek los in luid gejuich: ze waren er helemaal klaar voor.
Vorm het grootste levende hart ooit met 3000 mensen in het rood
Een doodnerveuze Mario stapte het podium op. De kledij was er, het hart was er, maar had hij genoeg mensen kunnen verzamelen? Na een prachtige demonstratie van het bonken van het immense hart, kreeg Geena op een papiertje het aantal deelnemers binnen. Er werden er heel wat afgekeurd en verklede honden telden niet mee, maar Mario slaagde er toch in om meer dan 3300 mensen te verzamelen. De eerste ster van Borgloon was binnen!
Laat het hele publiek de kusjesdans doen met een vurig live orkest
Marie-Claire vond haar opdracht best moeilijk: hoe kon je duizenden mensen allemaal tegelijk een kusjesdans laten doen? Verschillende mensen wilden haar daar gelukkig mee helpen en na wat chaos stonden een twintigtal kringen op het voetbalveld. Op de tonen van de vurige live versie van de kusjesdans, kwamen de kringen in beweging en werd er heftig gezoend. K3 vond het schitterend en gaf Borgloon de tweede ster.
Verzamel 1000 Cupido's
An kwam stralend, maar zonder stem het podium op. Ook voor deze sleutelpersoon was het een zware, maar mooie week geweest. Na haar startsein kwamen de Cupido's met pijl en boog langs het podium 'gefladderd'. Steph, Geena en de meisjes van K3 telden en bleven tellen. An verzamelde meer dan duizend Cupido's en haalde zo de derde ster binnen.
Speel de balkonscène van Romeo en Juliet met minstens 500 liefdesparen
Greet en haar kompanen waren tot op het laatste moment in de weer met het verzamelen en aankleden van de liefdesparen. Een prachtig versierd balkon stond vol met Juliets en de Romeo's stonden klaar om naar boven te klimmen. De romantiek werd nog heviger toen honderden rozen in de lucht werden gegooid. In het totaal werden 512 Juliets en 501 Romeo's geteld. Een vierde ster voor Borgloon!
Zorg dat er minstens 10.000 originele liefdesbrieven vertrekken vanuit Borgloon
Hoewel het nooit Mick zijn bedoeling was mee te werken aan Fata Morgana, heeft hij plezier beleefd aan de opdracht. Enkele postbodes brachten zakken vol brieven naar het podium en de postmeester kon met vreugde vertellen dat er geen 10.000, maar meer dan 20.000 brieven waren geschreven. Heel wat mensen zullen dus de komende dagen een liefdesbrief in hun bus vinden en Borgloon kreeg zijn vijfde ster.
En zo werd Borgloon op deze eerste stralende dag sinds weken, een vijfsterrenstad. Proficiat en bedankt voor de aangename en warme sfeer!