Vroeger vereerde men op deze dag Franciscus van Assisië. Deze heilige, stichter der orde, genaamd de Minderbroeders stierf in 1226. In ons land zijn er verschillende kloosters van die orde onder verschillende namen gekend : De Conventuele die in grote kloosters of conventen leven, de Observantynen die in de eenzaamheid verblijven, uit deze rank spruiten de Capucienen die een kap droegen. Frans, François en ook Swatje zijn vandaag aan hun naamfeest toe.
Vroeger vereerde men vandaag de heilige Gerardus, hoveling van den graaf van Namen, op jacht zijnde, verliet hij het gezelschap, om in eene kapel te bidden. Hij leerde er zijn roep kennen en verliet het hof om in eenzaamheid te leven. Hij stichtte de abdij van Brogne bij Namen en hervormde talrijke kloosters in Vlaanderen. Hij werd door Graaf Arnould den Oude naar Gent geroepen om de abdijen te Gent te hervormen en verbleef er eenige tijd. Hij wordt gediend tegen het steen, waarvan hij den graaf Arnould verloste. Hij wordt (of werd) ook nog vereerd door vrouwen die zwanger waren of dit wilde worden
Vroeger ging in ons land het zaaien met allerlei gebruiken gepaard. Sommige hadden wel iets van wangeloof en superstitie, doch algemeen erkende men het vroom geloof van den landman die in de algever hoopte om de oogst te laten gedeien. In sommige streken werd het Sint Jans Evangelie gebeden bij het bereiden van het zaaigraan; men voegde er ook processiestrooisel aan toe tegen het zwart, evenals eieren op Witte donderdag of Goede vrijdag gelegd. Het zaaigraan werd gewijd op Sint Denijsdag (9 oktober) en alvorens men dan begon te zaaien, maakte ze een kruisteken en zeiden ze :
"God zijn macht, is boven den duivel zijn kracht."
Het zaaien gebeurde altijd zwijgend of biddend. Hoe hoger men het graan wierp, hoe hoger het zou worden. Dit gelde ook voor het vlas en als grondregel bij het zaaien diende dan volgende spreuk :
" Zaait de rogge dat zij stuift, zij zal dragen dat zij buigt. Zaait de tarwe dat zij plakt, zij zal dragen dat zij zwakt. "
Zaaien deed men best op een dins-, woens-, of zaterdag, nooit op een vrijdag. Men zaaide liefst op de dag waarop kerstdag viel, dan zou men geen zwart hebben. Men mocht ook nooit zaaien bij een nieuwe maan, zij moest ten minste een vrijdag gehad hebben want :
Zaait gij in 't wassen van de maan, dan zal meest het kruid inslaan. Maar wat gij in 't afnemen zaait, de kracht haar in de wortels laait.
Wanneer het land bezaaid was, dan sloeg de boer met zijn spade een kruis op de laatst bezaaide hoek.
Oktober wordt de ZAAIMAAND genoemd. Karel de Grote noemde ze Wijnmaand en de Vlamingen gaven haar de naam van Reuzel; - Aarzel, en ja zelfs Eikelmaand. Reuzel omdat deze maand met het slachten werd begonnen. Aarzel omdat deze maand aarzelt tussen twee seizoenen. In kerkelijke kringen spreekt men van de Rozenkransmaand. Best noemt men ze zaaimaand naar het werk op de akker !
Omdat het op of rond 1 oktober bijna altijd slecht weer is, met wind en regen, is de uitdrukking gegroeid " Het is Bamisweer " Wanneer het Bavodag was dan trok den boer vroeger jaren zijn rood slaaplijf aan om het pas met Pasen weer uit te schieten. De vrouwen trokken op die dag een blauwe rok aan bovenop hun traditionele kledij, ook weer tot Pasen. Mocht het vandaag echter regenen, wees dan volgende spreuk indachtig :
" Als het regent op Bamis, dan komt er een natte Kerstmis. "
Vroeger jaren moesten de boeren hun pachtgeld in twee beurten gaan betalen. Eén van die betaaldagen was 1 oktober, op Bamisdag dus. En wanneer je dan weet dat men rond Pasen zijn zonden moest gaan bichten dan zal je beseffen dat volgende spreuk eigenlijk een heleboel waarheid inhoudt :
D'r Zijn twee kwaai getijden in het jaar, zei de boer : " Pasen, wanneer je moet zeggen en Bamis wanneer je moet leggen."
Morgen zeggen en schrijven we oktober en die maand wordt terecht de eerste van de drie donkere maanden genoemd. De dagen krimpen met maar liefst 1 uur en 51 minuten. Oktober is de 10de maand en nochtans doet die naam niet direct aan "tien" denken, wel aan "octo" wat achtste wil zeggen. inderdaad in de oud-Romeinse kalender was deze maand de 8ste van het jaar en een oud versje zegt dat zo :
" Ik was de achtste maend als meert de eerste was, en dus kwam toen myn naem october my van pas. Ik kom met regen en een groot gedruys van winden, past op uw' dyk en dak eer ik die kom verslinden. "
In oktober krijgen we alvast veel mooie en wijze weerspreuken, mis dit blog dus best geen dag. Morgen beginnen we met Sint Bavo en men heeft deze voormalige graaf van Haspengouw altijd beschouwd als de portier van de herfst. Hij is ook de patroon van de oogst en vroeger zou niemand het hebben nagelaten op zijn feestdag naar de kerk te gaan. Die plechtigheid noemde men de BAVO-MIS, later ingekort tot BAMIS