Inhoud blog
  • financiële veiligheid: gouden regels
  • PRIJS GOUD
  • Zilver
  • Wat als de euro faalt of de beurs en de economie opnieuw instorten
  • Overheidsschulden lopen uit de hand

    Aangepast zoeken

    101 motiverende verhalen
    http://beursbeleg.blogspot.com/
    voor slapend rijk worden!
    De beleggingstrends die er in de wereld toe doen
    Leer nu een Online Inkomen op te zetten!
    The Trend is Your Friend
    Mijn favorieten
  • beursbeleg
  • prijsgoud.blogspot.com
  • beursnieuws: beursbeeld
  • """"AANDELEN EN BEURSWEETJES""""
    Allerhande bespiegelingen over de beurs
    04-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de kredietcrisis (3): Het ontstaan van de CDO

    In deel 1 van de kredietcrisis is duidelijk geworden dat Greenspan de oorzaak was van de huidige economische problemen door begin deze eeuw de rente te verlagen naar 1%. Hierdoor is er een vastgoedzeepbel kunnen ontstaan die, toen ze uiteenspatte, de financiële en economische crisis in gang heeft gezet. De zeepbel kon groeien dankzij een financieel product:  Collateralized debt obligation.

    U merkt het al: Collateralized debt obligation is een moeilijke naam voor een moeilijk product en dit is nu kenmerkend voor de financiële sector. Waar in de wetenschappen alles helder en éénduidig moet zijn, is dit in de financiële wereld allerminst.

    Zo had je ooit verschillende reclamecampagne’s van banken voor rente op een spaarrekening: 2%+2%. Een eenvoudig rekensommetje, waarbij je ervan uitgaat dat de oplossing van de som 4% is. Niet zo voor een bank, want daar is 2+2=3. De uitleg is eenvoudig. De eerste 2% staat voor de basisrente en de tweede 2% voor de aangroeipremie. Daar deze laatste slechts geldt voor de eerste 6 maanden, betekent dit op jaarbasis 1%, waardoor je slechts aan 3% komt. Pas op: indien u tijdelijk (al was het maar 1 dag) uw geld afhaalde dan kreeg je slechts 2% (dan is 2+2=2). Kortom de financiële sector moet het dikwijls hebben van bedrog (kleine lettertjes).

    Daarom ook het gebruik van moeilijke woorden en gigantische ingewikkelde constructies tot … ze er zelf geen wijs meer uitraakten. Daarom zullen we verder de “Collateralized debt obligation” bespreken als CDO, kwestie van niet in dezelfde val te trappen.

    De CDO is 1 van de 101 financiële producten die gegroeid zijn uit wat men kan omschrijven als covered bonds en securisatie. Aanvankelijk waren dit uitstekende financiële producten die decennialang een enorme meerwaarde hadden voor de economie. Zowel de covered bond als het systeem van securisatie waren de smeermiddelen voor de economie. Maar zoals het altijd gaat, worden goede producten misbruikt door mensen voor wie genoeg nooit genoeg is.

    Securisatie is een techniek waarbij activa (bvb. hypothecaire vorderingen) worden samengevoegd en verkocht als verhandelbare effecten (bvb. obligaties, covered bonds: zie verder).

    Als voorwaarde wordt gesteld dat de activa homogeen is: de activa mag geen allegaartje zijn, maar bvb. uitsluitend uit particuliere hypotheekleningen bestaan, tevens moeten ze een constante stroom inkomsten genereren. De maandelijkse hypotheekafbetalingen zijn perfect hiervoor. Securisatie heeft veel voordelen:

    Door de activa NU te verkopen, hoeft men niet te wachten tot alle leningen afbetaald zijn om het uitgeleende geld terug te hebben.

    1. Hierdoor verkleint men het risico op wanbetaling (men schuift het risico door naar de koper van de obligaties).
    2. Het geld van de verkoop kan men gebruiken om nieuwe, meer rendabele projecten op te starten of
    3. om zijn eventuele liquiditeitsproblemen op te lossen. (onmiddellijk beschikbaar cash geld).
    4. Een laatste voordeel voor een bank is het verbeteren van zijn Tier 1 ratio (zie kredietcrisis deel 2). Door uitstaande schulden te verkopen, verkort de bank zijn balans: vreemd vermogen daalt ten opzichte van zijn eigen vermogen en verhoogt daardoor de Tier 1 ratio.

    De bekendste soort securisatie is de Residential Mortgage Backed Security (RMBS). Vertaald wordt dit: Financieel instrument waarbij particuliere hypotheken dienen als onderpand om een kasstroom te genereren. Ook het toverproduct CDO is een securisatie.

    Een covered bond (= letterlijk: een gedekte obligatie) heeft als meerwaarde dat de houders van deze obligatie een extra zekerheid krijgen. dit gebeurt door een juridische en organisatorische versterking voor de obligatiehouders. Bij een gewone bedrijfsobligatie is de kans groot dat bij een faling van het bedrijf de obligaties waardeloos worden en uw geld verloren is.

    Een eerste zekerheid is het oprichten van een Trustee. Deze laatste is de overkoepelende verantwoordelijke  van alle obligatiehouders. Dit heeft als voordeel dat bij een faling van de uitgever (bvb. een bank) van de obligaties, deze trustee in de plaats ervan komt waardoor de uitbetalingen gewoon verder kunnen gaan. Stel dat de obligaties als onderpand hypotheekleningen hebben, dan worden bij faling van de bank de aflossingen van deze hypotheken aan de Trustee betaald. Voor de afbetalers(debiteuren) van de leningen verandert er dan juridisch niets. Zo ontstaat  Bankrupty remoteness (onafhankelijk van faling).

    Een tweede zekerheid kan zijn dat de houders van covered bonds een voordeel in rangorde krijgen. Bij problemen komen zij op de eerste plaats voor uitbetaling. De nadelen van covered bonds zijn:

    1. De nogal ingewikkelde juridische leningscondities
    2. Een lager rendement (de wet van minder risico = minder rendement).

    Het voordeel is dan logischerwijze een hogere kredietrating en dus een betere verkoopbaarheid.

    Men kan ook nog een stap verdergaan. Er wordt een nieuwe entiteit opgericht die de obligaties uitgeeft. Het is dan niet meer de bank (originator) maar een “special purpose vehicle” of SPV (=issuer) die de uitgever wordt. De bank blijft hypotheken verstrekken maar verkoopt die dan door aan de SPV.

    De bank zorgt dan voor de administratie en meestal een achtergestelde! lening voor de SPV, zodat deze middelen heeft om te werken en eventuele vertragingen in afbetalingen van de hyptheekleningen kan opvangen. De SPV betaalt dan de hypotheekleningen aan de bank door het uitgeven van covered bonds. De trustee  (verantwoordelijke van alle obligatiehouders)  heeft dan vooral als taak deze SPV te controleren op alle administratieve en juridische bepalingen waaronder deze SPV opgericht is.

    Het grote voordeel is dat men een perfecte “bankrupty remoteness” heeft en dat de bank deze leningen buiten hun balans kunnen houden. Ze hoeven dan geen kapitaal aan te houden om deze activa af te dekken. Daarmee zijn ze echter niet volledig buiten schot. Het feit dat ze een achtergestelde lening hebben toegekend aan de SPV, staan ze wel op de laatste plaats voor geld te krijgen bij betalingsproblemen van de debiteuren. De Fortisholding is eveneens de “trotse” bezitter van een SVP.

    Een CDO is een obligatie securisatie, die zich onderscheid van de gewone covered bond, doordat er een rangorde wordt bepaald voor de terugbetaling van de schuld aan de obligatiehouders. Deze rangorde is van zeer groot belang en is HET typische kenmerk van een CDO.  Het product CDO is misbruikt om de subprime leningen te kunnen laten plaatsvinden. Dit maakt het toverproduct CDO tot een hoofdverantwoordlijke van de kredietcrisis. Zie hiervoor deel 4 van “de kredietcrisis”

    >> Reageer (0)
    14-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kredietcrisis (2) : De tier-1 ratio

    Sinds de kredietcrisis valt met de regelmaat van de klok het begrip Tier 1-ratio, dit is vakjargon voor het kernvermogen van een onderneming uitgedrukt als percentage van het vreemd vermogen. Het kernvermogen is het aandelenkapitaal plus de reserves van een onderneming. Het vreemd vermogen is het totaal van schulden die een onderneming heeft. Maar voor alle duidelijkheid: deze term is voornamelijk in het nieuws als het over banken gaat.

    De tier 1 ratio van een bank is dan de verhouding tussen enerzijds het kapitaal (gestort door de aandeelhouders) plus langlopende achtergestelde leningen en anderzijds de risicogewogen activa (=uitstaande kredieten).

    De toezichthouders eisen een Tier-1-ratio van minstens 4%, maar banken streven vaak zelf naar een (veel) hoger percentage. De tier 1-ratio is met name voor banken onderling een belangrijke maatstaf voor het vertrouwen dat ze in elkaar hebben om elkaar geld uit te lenen.

    Vooral in onzekere tijden zoals nu is de Tier 1 ratio van groot belang. Een hoge Tier 1 ratio geeft aan dat een bank een relatief groot eigen vermogen achter de hand heeft en dit beschermt hen tegen verliezen. Hierdoor zullen andere banken makkelijker geld uitlenen aan een bank met een hoge Tier 1-ratio, waardoor deze bank dan weer gemakkelijker hypotheken en andere kredieten kan verstrekken.

    Vandaar ook dat een bank met een dalende ratio een prooi wordt van hedgefunds. Door het shorten leggen ze het er vingerdik op dat een bank mogelijks problemen zal kennen. Hierdoor verliest zo'n bank het broodnodige vertrouwen, bevriest het interbancaire uitlenen, halen klanten massaal geld weg en komt de bank in liquiditeitsproblemen. Zo zorgen de hedgefunds voor hun eigen gelijk.

    De meeste landen hebben het shorten van bankaandelen verboden. Het enige resultaat dat hiermee bereikt is, is een marktverstoring want de meeste bankaandelen staan, ondanks het shortverbod, op hun allerlaagste punt ooit.

    Op een bijeenkomst in Basel heeft de bancaire sector afgesproken dat een bank minimaal een Tier 1-ratio dient te hebben van 9,1%. Wanneer een bank hieronder komt dan dient het actie te ondernemen. Feitelijk zijn er dan twee mogelijkheden:

    1.Hun eigen vermogen verhogen door:

    • onderdelen te verkopen
    • nieuw kapitaal aantrekken door bijvoorbeeld een emissie (nieuwe aandelen uitgeven)
    • het uitschrijven van een (achtergestelde) obligatielening.

    2. Het afstoten van uitstaande kredieten of ander risicodragende activa.

    Dit laatste wordt ten stelligste ontkend door bankiers. Logisch want dat is eigenlijk hetzelfde als een bakker die zegt dat hij minder brood wil verkopen. Dat trekt geen klanten aan natuurlijk. De praktijk wijst uit dat banken hierover liegen. Het lenen van geld is sedert de kredietproblemen veel moeilijker geworden doordat de banken veel meer eisen stellen.

    Ook de renteverlagingen door de centrale banken worden nauwelijks doorgerekend. Op zich is hier niets mis mee, maar dit kan wel een economische ramp worden voor zelfs goeddraaiende bedrijven die om geld verlegen zitten (onder andere door vertraagde betalingen van hun klanten). Op korte termijn wordt verwacht dat in een volgende bijeenkomst in Basel wordt besloten om de ratio nog verder op te trekken tot 11,5 procent.

    Voorbeeld van het verhogen van de tier 1 ratio:

    Stel dat een bank beschikt over een eigen vermogen van € 10 miljard en voor € 100 miljard aan risico gewogen activa uitstaan heeft. Op basis van deze gegevens heeft de bank een Tier-1-ratio van 10%.

    Stel dat slechte leningen het eigen vermogen met € 5 miljard heeft aangetast naar € 5 miljard. Dan daalt de Tier-1-ratio naar 5%.

    Om deze ratio te herstellen naar 10% kan de bank voor € 5 miljard aan nieuwe aandelen of kapitaalobligaties uitgeven ( de meeste banken hebben hiervoor een beroep gedaan op de overheid) of voor € 50 miljard naar risico gewogen activa afstoten (Tier 1 ratio is dan eveneens 10%: € 5 miljard van € 50 miljard).

    Dit voorbeeld maakt ook duidelijk dat als deze bank 11% slechte kredieten heeft die het moet afschrijven, ze meteen failliet zijn (negatief eigen vermogen). Een bank is dan ook een reus op lemen voeten. Daarom ook dat de Basel akkoorden meer en meer de richting uitgaan van fors hogere ratio's want 4% is echt een lachtertje. Sommigen opperen zelfs een dekking van 100% (full reserve).

    In Amerika zijn dit jaar (2009) opnieuw reeds 16 banken over kop gegaan. Dit brengt het totaal sinds de crisis op 41 banken. Het is duidelijk dat alle overheidsmaatregelen nog altijd niet voldoende zijn om de crisis te stoppen. Het is wachten op een volgend rondje kapitaalinjecties.


    >> Reageer (0)
    13-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kredietcrisis

    De Kredietcrisis: Een verhaal over sub-prime hypoteken, cdo's ( schuldobligaties met een rangorde), bevroren kredietmarkten en credit default swaps (overeenkomsten tussen 2 partijen waarbij het kredietrisico van een derde partij wordt overgedragen).

    Vele jaren geleden zaten investeerders (pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen,...) op een grote hoop geld die ze wilden investeren om de hoop nog groter te maken. Tot aan de internetbubble kochten ze vooral T-bonds omdat deze een stabiele en zekere inkomst gaven. Toen Greenspan met het lumineus idee kwam om de rente te laten zakken tot 1%, trokken de investeerders hiervoor hun neus op. Dit was wel zeer weinig "return on investment".

    Bankiers daarentegen sprongen een gat in de lucht. Ze leenden dan ook gigantische bedragen tegen 1%. Door de hefboomwerking konden ze enorme winsten maken. Wie een deal maakt van 10 000€ met een marge erop van 10%, wint 1000€.

    Wie 10 000€ heeft en 990 000€ daarbovenop leent à 1% en hierop een marge heeft van 10%, wint 90 000€ (na aftrek van zijn rentelast). Geef toe, een winst van 90 000€ op een investering van 10 000€, wie zou dat laten liggen. Op deze manier maakten de banken enorme winsten. De investeerders echter zaten daar met hun vele geld en konden er niets mee doen. Dit bracht de banken op een idee. Ze zouden de investeerders in contact brengen met de kopers van huizen via de hypotheekleningen.

    Er was een grote vraag naar huizen. Via makelaars werd veel geld geleend door hypotheekbanken aan huiseigenaren met hypotheekleningen. Makelaars verdienden veel geld door de verkoop en huiseigenaars zagen de waarde van hun huis continue stijgen. Iedereen blij. Bijna iedereen, want de investeerders konden nog steeds weinig geld verdienen. Maar nu kwam er een fantastisch product op de markt: CDO of collateralized debt obligation. Het geniale was dat een CDO bestond uit een heleboel hypotheekleningen die in drie klassen werd verdeeld. Een superveilig, een gewoon en een riskant gedeelte. Toevallig bestond voor elk deel een markt:

    Het superveilige werd gekocht door de investeerders (rendement 4%, is meer dan de 1% van de Fed), de gewone aan banken en bedrijven (7%) en de riskante aan vooral hedgefunds en speculanten (10% rendement). Daar er niets mis was met deze hypotheken en daar huizen alsmaar in waarde stegen, was er geen vuiltje aan de lucht. Zo kregen de superveilige een AAA rating, de gewone een BBB rating en enkel met de riskante kon het fout gaan, maar de hoge rente maakte veel goed. Door de goede ratings konden deze CDO's gemakkelijk worden doorverkocht zodat steeds meer banken en investeerders winsten erop maakten.

    Maar zoals het altijd gaat is veel nooit genoeg. De investeerders hadden nog altijd geld op overschot en vonden de CDO's zo aantrekkelijk dat er een enorme vraag naar was. Om aan die vraag te voldoen, moesten er meer hypotheekleningen worden afgesloten. Maar zowel de hypotheekbanken als de makelaars vonden nog nauwelijks waardige kopers. De enige oplossing was het versoepelen van de voorwaarden: de nieuwe eigenaars moesten niet langer kredietwaardig zijn. De makelaars bleven hun winsten opstrijken en de hypotheekbanken konden zonder veel problemen hun minderwaardige leningen doorverkopen aan banken en investeerders.

    Zo werden de subprime leningen geboren. Iedereen winst: de nieuwe eigenaars die het zelf niet konden geloven dat ze zomaar geld kregen voor een huis. De makelaars die gouden zaken deden. De hypotheekbanken die massa's leningen konden geven en deze konden doorverkopen aan investeerders, die ze op hun beurt met winst verder verkochten. Zo werd de hete aardappel van de ene naar de andere doorgegeven. Pas op, tijdens de eerste jaren waren er ook wel eigenaars die hun hypotheek niet konden terugbetalen, dit zonder erg. Het huis ging terug naar de bank, die kon het met winst opnieuw verkopen daar de huizenprijzen bleven stijgen.

    Uiteindelijk gebeurde het onvermijdelijke. Meer en meer huiseigenaren konden de afbetaling niet meer aan. Ze gaven hun huis terug aan de bank waardoor er teveel huizen op de markt beschikbaar kwamen. Dit deed niet alleen de "te koop" staande huizen in prijs zakken, maar ook de huizen van de eigenaars die niet te koop stonden (eerst 1 huis, dan de ganse straat, wijk en tenslotte gans Amerika). Want waarom zou je nog bvb. 250 000$ afbetalen voor een huis die slechts de helft ervan waard is en zo kwamen er teveel huizen te koop te staan.

    Het uiteindelijke resultaat is dat de CDO's niet meer de winstgevende toverdoos was, maar een bom met waardeloze hypotheken. De markt van CDO's droogde volledig op want niemand hoefde ze nog. Nu is het grote probleem dat deze slechte CDO's overal zitten en door velen gekocht werden met geleend geld. Nog erger is het feit dat deze CDO's volledig in waarde dalen. Niet alleen het riskant gedeelte maar ook het BBB gedeelte en zelfde het superveilige AAA gedeelte blijkt nu riskant te zijn. Maar ook de hypotheekbanken konden hun slechte leningen niet meer kwijt. Het hele financiële systeem kwam vast te zitten en het licht ging uit.

    Het resultaat is: De huiseigenaren zijn hun huis kwijt, banken en investeerders gaan failliet en het geld van de investeerders is weg. Jammer want dat geld van de investeerders zou wel eens ...uw pensioen of uw levensverzekering kunnen zijn.


    >> Reageer (0)
    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoeveel geld is er in omloop: deel 3

    Bij het oprichten van het Europees Systeem (zie deel 2) werden er een aantal richtlijnen opgesteld in het Verdrag van Maastricht. De belangrijkste taak van de ECB is de prijsstabiliteit. De ECB heeft zichzelf opgelegd om de inflatie onder de 2% te houden. Hiertoe hielden ze 2 belangrijke parameters in het oog: de consumenteninflatie en de geldhoeveelheid (M3-inflatieindicator op langere termijn). Dit hadden ze geleerd van de Duitse bundesbank. Verder hadden ze uitgerekend dat een maximale geldgroei van 4,5% goed is om de inflatie onder de 2% te houden.

    Je mag je al de vraag stellen of dit klopt? Kan het niet zijn dat er een evenredig verband is tussen de geldgroei en de inflatie? Laten we eerst de cijfers van de laatste jaren bekijken:

    De geldhoeveelheid op 31/12/2008: (de drie opeenvolgende cijfers zijn de veranderingen in 2006,2007 en 2008)

    chartaal geld= 711 miljard euro (+11%,+8,1%,+13,4%): oktober 2008 alleen was goed voor een stijging van 5%.

    M3=9372 miljard euro (+10%,+11,5%,+7,3%)

    Conclusies van deze cijfers:

    1. Chartaal geld (munten en biljetten) maakt minder dan 10% uit van de totale liquiditeitenmassa (M3).
    2. De stijging van de M3 is veel forser dan de gepubliceerde inflatie (zijn deze juist?)

    Je mag meteen concluderen dat de ECB zich niet aan de afspraak van maximale groei van 4,5% gehouden heeft (de eerste jaren zaten ze gemiddeld aan 7%). Terwijl dit voor de Duitse bundesbank pijler nr.1 was, heeft de ECB blijkbaar (en zeker de laatste jaren) de andere kant opgekeken. De ECB heeft zich vooral gefocust op de consumenteninflatie, die laag is door vooral de goedkope import uit Azië. Je mag er echter vanuit gaan dat de hoge groei van de geldhoeveelheid zich ooit zal vertalen in inflatie. Het is nu éénmaal bewezen dat geldgroei leidt tot kredietgroei en inflatie.

    De dollar:

    Bovenstaande grafiek toont de groei van de geldhoeveelheid gepubliceerd van dollars. U ziet dat het blauw gebied eindigt in 2006. Dit betekent enkel dat de Fed gestopt is met het publiceren van de M3, wegens niet meer relevant. Zo los je natuurlijk ook een probleem op (geleerd van de struisvogels). Het is duidelijk dat het probleem in Amerika vele malen groter is dan in Europa. Het is juist de M3 die aantoont hoeveel krediet er verleend is en is dat nu niet het grote probleem in Amerika? Van zodra ook de ECB stopt met publicatie weet je hoe laat het is. (grafiek van de euro vindt u terug in deel 1)


    >> Reageer (0)
    08-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoeveel geld is er in omloop (2)

    In deel 1 werden 2 groepen voorgesteld: het publiek en de groep van de scheppers, deze laatste zijn best eens nader te onderzoeken. Zij bepalen immers hoeveel geld er in omloop is. Vooral omdat ze geld uit het niets kunnen scheppen, maakt hen verantwoordelijk voor de m3 (totale liquiditeitenmassa) of de hoeveelheid geld.

    12 Hoeveel geld is er in omloop? (2) De scheppers ECB Tower in Frankfurt

    In het eerste deel kon u lezen dat men spreekt over primaire en secundaire banken.

    De secundaire banken (veel spaar- en hypotheekbanken) kunnen nooit meer geld uitlenen dan dat zij zelf hebben gekregen van ander publiek via ingelegd spaargeld (spaarbanken) of via verkochte pandbrieven* (hypotheekbanken). Deze banken doen enkel aan kredietbemiddeling.

    De primaire banken (b.v. KBC, DEXIA, ABN/AMRO, RABO, ING, SNS) zijn de geldscheppende banken, dat wil zeggen dat zij met een zekere kas een grotere girale geldhoeveelheid dan deze kas kunnen maken, via girale kredietverlening. Zij weten namelijk uit ervaring dat de rekeninghouders slechts een klein deel van hun geld in chartale (biljetten of munten) vorm komen opeisen en hebben dus geld ‘over’, waarmee ze een girale “zeepbel” kunnen opblazen, die echter ook niet te groot mag worden in verband met de vereiste liquiditeit ( een bank kan failliet gaan omdat zij niet aan de opvragingen van het publiek kan voldoen).

    De primaire banken willen natuurlijk zoveel mogelijk giraal krediet verlenen om zoveel mogelijk rentewinst te maken. De Centrale Banken houden hen wel in de gaten (blijkbaar zitten er wel veel gaten in die gaten) dat ze niet teveel geld scheppen, in verband met inflatiegevaar. Dit systeem leidt tot fractioneel bankieren: door keer op keer verder uit te lenen op nieuw gecreëerd geld, kan men tot 9X meer geld scheppen dan er oorspronkelijk bestond. Dit geeft te denken hoe de m3 kan aangroeien en hoe onstabiel dit systeem is.

    Een tweede schepper zijn de overheden. In de euro landen is overeengekomen dat elk land zelf zijn munten mag slaan (niet de centrale banken!). De hoeveelheid hangt af van de grootte van het land. Men mag dan ook verwachten dat in België en Nederland na verloop van tijd meer franse en duitse munten te vinden zullen zijn, gewoonweg omdat er van die laatste landen veel meer munten zijn. De totale waarde van deze munten schommelt rond de 20 miljard euro (2008). Munten maken slechts een heel klein gedeelte uit van de M3 en zijn te verwaarlozen.

    De derde schepper zijn dan de centrale banken. De centrale banken drukken de bankbiljetten. De centrale banken beschikken ook over een strategische voorraad van biljetten die nog niet in omloop zijn, maar gebruikt kunnen worden in tijden van nood. Eind 2008 is er ongeveer 763 miljard euro aan biljetten in omloop. Dit lijkt veel maar is slechts een fractie van de M3.

    Eigenlijk moeten we hier spreken over het Euro systeem. Die bestaat uit de ECB en alle centrale banken van de landen die de euro voeren. Die nationale centrale banken zijn niet onbelangrijk. Het zijn deze banken (en niet de ECB) die de bankbiljetten drukken, het geld transporteren, de voorraden beheren en de banken van hun land controleren. Zo is de de NBB (nationale bank van België) verantwoordelijk voor de belgische banken Dexia en Fortis. De NBB heeft Fortis van het faillissement gered door meer dan 100 miljard aan Fortis te lenen, toen in oktober 2008 alle andere banken hun geld uit Fortis terugtrokken. De DNB (de Nederlandse Bank) heeft dezelfde functie voor alle Nederlandse banken. De ECB geeft wel de richtlijnen voor de centrale banken en neemt de eindbeslissing bij de uitgifte van de biljetten. De voornaamste taak van het Euro Systeem is prijsstabiliteit.

    Om u al een idee te geven van de hoeveelheid geld (M3) in de eurozone: het benadert de 10.000 miljard euro. Dat deze stijgend is, is een open deur intrappen. Wat dat voor gevolgen heeft ziet u in deel 3.

    *Een pandbrief is een obligatie die door een hypotheekbank is uitgegeven. De door de hypotheekbank verstrekte hypotheken vormen het on derpandvan de obligatie. En die hypotheken zijn weer gedekt door hypothecair onderpand; vandaar de naam pandbrief.


    >> Reageer (0)




    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief per week
  • 26/08-01/09 2013
  • 13/02-19/02 2012
  • 20/06-26/06 2011
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 07/12-13/12 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 12/01-18/01 2009

    Laatste commentaren
  • Hallo (valerieke)
        op financiële veiligheid: gouden regels
  • Succes (katrien)
        op Speculanten: een vloek of een zegen?
  • welkom (miekemuis en maatje)
        op Speculanten: een vloek of een zegen?
  • Hallo (steffi)
        op Speculanten: een vloek of een zegen?
  • Mijn favorieten
  • meer artikels

  • Archief per maand
  • 09-2013
  • 02-2012
  • 06-2011
  • 04-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!