Boodschap van 29 oktober 1992
Jezus tot Marguerite
Keer terug naar het evangelie, gij allen die deze regels leest.
Reeds liggen vele akkers gereed om zijn zaad te ontvangen.
Met één gebaar kan ik kleine liefdebloemen laten bloeien. Wilt gij dat?
Zeg “ja” en dan zult ge de Glorie en de macht van mijn Heilige Naam zien.
Ik zeg het u, als gij het werkelijk wilt, zal Ik van de aarde der mensen,
van de zonde gereinigd, een Ark des Verbonds maken
waar het goed is om te leven en te beminnen.
Maar uw God is steeds onmachtig in zijn Almacht, door uw weigering
om Mij te erkennen als Meester en Heer en om Mij vrije doortocht
naar uw harten te verlenen.
Er zijn weliswaar overal liefde-harten ( geestelijke, caritatieve
en andere werken ), maar de opening is niet groot genoeg;
de liefde-geest is vaak beknot door kleinzieligheid ( jaloersheid en dergelijke )
om het voor Mij mogelijk te maken naar binnen te komen en in allen mijn Werk te doen.
Ik ben het Hart van de heilige Kerk,
maar waar zijn de ranken in de gehoorzaamheid aan haar wetten?
Velen van haar leden doen Mij walgen.
Daarom wil Ik de kleinsten met mijn Kracht bekleden om als kleine David
op te komen tegen de anarchie die de Kerk onderdrukt en Haar belet
de ware heiligheid door te geven die bij Haar past.
Ik wil haar van het kwaad bevrijden,
Ik wil haar vervullen met mijn Liefde voor allen.
Ik wil het Verbond der zielen, van alle zielen, van alle rassen.
Moge uw gebed zijn : Kom, Heer Jezus , Kom!
Kom, Maria, goede Moeder van de harten !
Bid voor ons arme zondaars.
uit de Boodschap van de Barmhartige Liefde aan de kleine zielen.
|