|
1. Stem van de Vader:
Was het niet Zijn wens geweest bij u te blijven in de Eucharistie,
dan had deze ondankbare wereld al lang opgehouden te bestaan.
De Liefde is bij u. Het is tijd, dat gij u dat herinnert
en dat de plaatsen waar Hij werkelijk tegenwoordig is
meer bezocht en geëerbiedigd worden.
Boodschap van 20 mei 1968
Als een eenvoudige en spontane dialoog tussen Jezus en zijn Kleine Boodschapster gaat in de Boodschap van de Barmhartige Liefde aan de Kleine Zielen een waarachtige mystieke theologie schuil. De diepe inhoud en de grote waarde kan bij een eerste en oppervlakkige lezing heel gemakkelijk aan de aandacht ontsnappen. Dit is trouwens ook het geval bij de geschriften van de heilige Theresia van het Kind Jezus. En toch is zij door Paus Johannes Paulus uitgeroepen tot "kerklerares".
2. Jezus spreekt tot Marquerite:
Ik spreek nooit zonder reden, en mijn redenen moeten begrepen worden.
Ik spreek voor deze tijd en voor de toekomst. Ik spoor aan en Ik waarschuw.
Men moet soms lastig zijn als een hinderlijke vlieg, of het bevalt of niet.
Vlijtig als bijtjes moet ge de honing van mijn woorden inzamelen, tot verzadiging toe.
Hoe meer gij van het manna zult eten, hoe meer honger gij zult krijgen.
Het doel van het Werk ligt in deze woorden van leven en waarheid besloten.
Zoals het evangelie is het een volledig voedsel voor het geestelijk leven.
Alles wat Ik zeg wordt een belangrijke samenvatting van een ongewone theologische mystiek.
Aan u, mijn kinderen, komt het toe, bij het lezen van deze vurige uitingen van mijn Barmhartige liefde, mijn geheimen te ontdekken.
Neemt en herneemt deze bladzijden ter hand zonder ooit moe te worden.
Boodschap 26 juli 1978
3. Zacht! als de dageraad.
Schitterend! als de middagzon.
Teder! als een mooie lenteavond.
Maria!
Maria! gij waakzame.
Maria! gij die daar staat om ons te hulp te snellen.
Maria! gij machtige
Gij moederlijke.
Gij, verdedigster van de verdrukten over de hele wereld.
Maria! gij liefdelerares.
O mijn Moeder,
wie zou u niet liefhebben?
Gij zijt de weg die rechtstreeks naar de hemel leidt,
het lieflijke licht dat onze weg vol valstrikken verlicht.
Boodschap. 29 september 1966
4. Ik denk aan het tekort aan liefde waarmee men de Oneindige Liefde ontvangt, want ik vraag mij toch af:
Als God daar stond, vóór mij, goed zichtbaar voor mijn ogen ...
zou Ik Hem dan durven benaderen, Hem vastnemen, Hem aanraken?
Oh, nee! Ik zou knielen met het gezicht tegen de grond.
Tederheid, Nederigheid, Geloof, Liefde: dat is Jezus in de Eucharistie, de Heilige Eucharistie!
In deze kleine Hostie is het God die zich vóór ons bevindt!
Het is God … die tot ons komt!
Het is God in de Majesteit van een Liefde die enkel kan beminnen.
Marguerite, 31 juli 1981
Bron: webpagina Boodschap aan de kleine zielen
|