Boodschap van 1 juni 1970
Jezus tot Marguerite
De hel slaat toe en verzwelgt.
De hemel ontsluit zich en mijn barmhartigheid gaat aan mijn heilige gerechtigheid vooraf.
Zal de Liefde wijken voor de kastijding?
Ik weet het. Maar gij, arme kinderen, gij bekommert u er nauwelijks om.
De meesten onder u zijn van hun gevoel en hun verstand beroofd.
Wie zijt ge dat ge het waagt uw Heer en Meester te tarten?
Uw bijtende spot treft slechts u zelf, meer dan hij uw God bedroeft.
Bidt, want voorwaar, Ik zeg u: weldra zult ge wenen. Mijn armen, die naar u uitgestrekt zijn, omhelzen enkel leegte.
Ze zullen zich om de leegte sluiten, want ze weigeren uw ijdelheid en uw angstzweet te omhelzen.
In de angst voor uw kwelling zult ge tot Mij komen.
En ik zal weigeren u te ontvangen, omdat uw hart alleen vrees zal koesteren en geen liefde.
Berouw wist de fout uit.
Zijt ge nog in staat berouw te hebben en nederig en onderworpen naar Mij te komen?
bron: blog Willibrordus
|