Boodschap van 15 december 1974
Jezus tot Marguerite
In de maagdelijke schoot van mijn Moeder wacht ik op het ogenblik van verschijnen. Het kleine Kind komt u nog eens de schoonste boodschap van alle tijden brengen: "Vrede aan de zielen van goede wil"
Zijt gij echter nog in staat dit te begrijpen op een ogenblik dat een groot aantal zielen toch niet aarzelt in zich de vrucht van de liefden het leven van het Leven te doden?
Zijt ge nog in staat de nederigheid, de kleinheid en de zwakheid te waarderen van het kleine Kind dat gaat geboren worden om u te redden?
En hoewel Hij de Koning der koningen is brengt Hij de zwakheid en de sterkte mede van zijn liefde voor u en de hoedanigheden van de allerkleinsten die Hij u verzoekt te betrachten.
Marguerite tot Jezus
O Heer Jezus, konden wij de diepzinnigheid maar begrijpen en de les die Gij ons geeft met deze twee woorden: zwakheid en sterkte van uw liefde.
Gij die Liefde zijt, Gij zijt dus jegens uw arme schepselen zo zwak, dat Gij niet kunt weerstaan aan hun aantrekkelijkheid voor uw toch zozeer beminnend Hart.
Uw sterkte schuilt dus in de macht van de liefde, die Gij smeekt te aanvaarden; ze schuilt in de aantrekkingskracht die de deugden van de kleine kinderen uitoefenen op de harten die voor hun schoonheid gevoelig zijn.
Jezus tot Marguerite
Helaas kind, de kleinen zijn thans vaak slachtoffer van het zedelijk verval van degenen die hun het voorbeeld moesten geven van onschuld, van godsvrucht, van nederigheid maar die voor de kinderen een ergernis zijn door hun eerloos gedrag.
En toch kom Ik nog! Omdat Ik blijf die is en die bemint.
Denkt ge dat ik nog zou kunnen glimlachen in deze nacht nu zo weinigen zich bewust worden van het licht en zovelen zullen weigeren het Leven van de wereld te aanvaarden, ja zich zelfs schuldig maken aan de ergste heiligschennissen?
Hoevele onschuldigen zullen zelfs tijdens deze nacht van vrede en liefde geslachtofferd worden?
En Ik, de Godmens, Ik zal mijn armoede nog meer aanvoelen wanneer Ik inplaats van goud, wierook en mirre verachting en onverschilligheid krijg en in het gezicht gespuwd word en de wreedheid onderga van de harten die gesloten blijven voor de genade die bij hen aanklopt.
Mijn uitgestrekte armpjes zullen nog meer smeken, mijn ogen vol tranen zullen in de nacht de trouwe zielen en liefhebbende harten zoeken.
Ja, ik ben de Liefdekoning, maar ik ben hongerig en Ik vind het voedsel niet om mijn honger te stillen. Geliefde, neem het op u, u met lichaam en ziel over te geven aan de Liefde. Ik heb honger en Ik heb dorst. Heb Mij lief.
31-08-2011 om 00:00 geschreven door Willy
|