Kinderen uit het huwelijk van Dhrtarastra's en Gandhari
Twee jaar na hun huwelijk bracht Dhrtarastra's vrouw Gandhari een grote vleesklomp ter wereld. Toen ze water over het gedrocht heen goot, viel het uiteen in honderd en één stukjes. Nog eens twee jaar later ontstonden uit die stukjes op wonderbaarlijke wijze honderd zonen en één dochter.
De zoons staan gezamenlijk bekend als de Kauravas. Hun dochter Dushala trouwde met Jayadratha. De twee bekendste zoons in het epos zijn Duryodhan en Dushasan. Alle zonen zijn omgekomen in de oorlog, met uitzondering van Yuyutsu, zijn zoon met Gandhari’s hofdame Sughada, die aan de kant van de Pandava’s vochten.
Kinderen uit het huwelijk van Pandu met Kunti
Ze kreeg drie zoons: Yudhishtira bij de god Dharma, Bhima bij de god Vayu en Arjuna bij de god Indra.
Ze had reeds een zoon van de Zonnegod Surya : Karna
Kinderen uit het huwelijk van Pandu en Madri
Madri gebruikte de mantra ook eenmaal: ze kreeg de tweeling Nakula en Sahadeva bij de tweelinggoden de Ashvins. Deze vijf broers staan samen bekend onder de naam de Pandava's
De zonen van Dhrtarastra , de Karuva’s en de zonen van Pandu , de Panadva’s groeiden te samen op onder het oog van de grootoom Bhisma;
Toch verliep het alles behalve vredig. Er was vooral veel strijd tussen Bhima en Duryodhana.
Ruzie tussen familie gaan ook hier op uit het ego geboren verwachtingen;
Dhritarashtra. betekend “goede koning". Hij is de koning van Hastinapur ten tijde van de oorlog van Kurukshetra, Hij werd geboren als de zoon van Vichitravirya en zijn eerste vrouw Ambika, en werd verwekt door Vyasa. Hij was blind vanaf de geboorte, en werd vader van een honderd en één zonen (en één dochter) met zijn vrouw Gandhari.
Deze kinderen, met inbegrip van de oudste zoon Duryodhana, kwamen bekend te staan als de Kaurava's.
Dhritarashtra halfbroers waren Pandu en Vidura, en oom van de vijf Pandava's, met wie zijn zonen de oorlog van Kurukshetra uitvochten. Gedurende zijn regeerperiode als koning van Hastinapur, was Dhritarashtra verscheurd tussen de beginselen van dharma en zijn liefde voor zijn zoon Duryodhana, en vaak eindigde het onderschrijven van zijn zoons acties alleen uit vaderlijke liefde. Zo zat Dhritarashtra in wezen mede aan de val van het Hastinapur Koninkrijk. Aan de ene kant wordt hij een goede koning met als enige minpunt zijn blinde liefde voor zijn zoon, anderzijds noemt hem een wrede en koning die, alleen Duryodhana steunt omdat hij te zwak is om hem te verwerpen. Dhritarashtra ook wordt genoemd als een huichelaar die zegt dat hij wil dat zijn neven (de pandavas) verdienen te winnen, maar in hart, wil dat zijn kinderen (kauruvas)winnen.
Ghandari
Gandhari is een koningin en de dochter van Subala, koning van Gandhara (het huidige Kandahar). Omdat haar echtgenoot blind geboren is en haar dat pas voor hun huwelijk ter ore kwam, blinddoekte ze zichzelf. Ze bleef geblinddoekt zolang hun huwelijk duurde.
Shakuni
Shakuni betekent (vogel) was de Prins van Gandhara. en een van de belangrijkste schurken uit de Mahabharata. Hij was de broer van Gandhari. Wordt afgebeeld als een uiterst intelligente maar slinkse man, en zou het brein achter de Mahabharata oorlog zijn. Shakuni had twee zonen genaamd Uluka en Vrikaasur.
Men gelooft dat Shakuni de personificatie van Dwapara Yuga was.(zie de Yuga’s)
Kunti
Kunti is een koningin en de dochter van Pritha en de zuster van Vasudeva, die Krishna's vader was. Ze werd ter adoptie afgestaan aan de kinderloze koning Kuntibhoja, waarna zij Kunti genoemd werd. Na haar komst werd de koning met kinderen gezegend, waardoor zij als geluk brengster werd beschouwd. Ze bleef bij hem tot haar huwelijk met Pandu. Als kind vertelde de wijze Durvasa haar een geheime mantra waarmee zij een god kon oproepen en zwanger van hem kon raken. Zij probeerde uit of hij echt werkte en de zonnegod Surya verscheen. Zij kreeg een zoon Karna en liet hem in een mandje de rivier afdrijven. Hij werd gevonden door een wagenmenner en zijn vrouw en door hen opgevoed. Deze zoon, werd later in de Mahabharata een heel belangrijk personage.
Kunti trouwde met prins Pandu, koning van Hastinapur. Zijn tweede vrouw heette Madri.
Pandu
Pandu was een uitstekende boogschutter en koning van Hastinapur. Hij veroverde vele Koninkrijk Sindhu, Kashi, Anga, Trigarta Koninkrijk, Kalinga, Magadha, Yadava.
Tijdens de jacht in een bos hield Pandu de wijze Kindama en zijn vrouw voor herten en schoot zijn pijlen af en dode het echtpaar. De stervende wijze sprak een vloek uit over Pandu, omdat hij geen berouw toonde voor zijn actie. De vloek hield in dat wanneer hij zijn vrouwen zou benaderen met de bedoeling om liefde te bedrijven, hij zou sterven. Door die vloek kon Pandu geen kinderen verwekken. Kunti gebruikte daarom driemaal haar geheime mantra.
Pandu deed afstand van zijn Koninkrijk en leefde als een asceet met zijn vrouwen. Zijn broer Dhritharastra werd uiteindelijk koning.
Kunti kreeg drie zoons: Yudhishtira bij de god Dharma, Bhima bij de god Vayu en Arjuna bij de god Indra.
Madri
Madri was Pandu’s tweede vrouw. Tijdens de oorlog vond Pandu dat de wagenmenner van koning Shalya snel en behendig kon rijden. Shalya onthuld dat de wagenmenner niemand minder dan zijn eigen zus, Madri was. Hij stelde dat de twee koninkrijken de oorlog door een huwelijk konden vermijden. Dus, Pandu trouwde met Madri.
Omdat hij ook bij haar geen kinderen kon verwekken gebruikte ze ook die mantra. Zij ontving teen tweeling van de Ashwins. Nakula en Sahadeva
Toen hij tevreden over de zonen die had ontvangen van zijn vrouw Madri omhelsde hij haar van geluk stierf onmiddellijk. Madri volgde hem uit verdriet op de brandstapel. Na de dood van koning Pandu en Madri zorgde Kunti alleen voor de vijf zoons.
Na de grote oorlog om Kurukshetra trok zij zich met haar zwager Dhritarashtra en zijn vrouw Gandhari terug in de Himalaya, waar zij omkwamen bij een bosbrand.
Nadat Devantra de eed had gezworen en de naam Bhisma had gekregen zei zijn vader uit dankbaarheid dat hij de dag van zijn dood mocht kiezen en dat hij tot die dag altijd gespaard zou blijven.
Santanu stierf op vrij jonge leeftijd. Totdat de oudste zoon Chitrangada volwassen werd, moest Bhisma de regering van het rijk op zich nemen. Maar de oudste zoon sneuvelde tijdens een van oorlogen. Zodoende kwam de tweede zoon uiteindelijk op de troon van zijn vader terecht..
Toen het tijd werd voor de jonge koning om te trouwen kreeg Bishma de opdracht een vrouw te gaan zoeken. Uiteindelijk kwam hij met drie koningsdochters Amba, Ambika en Ambalika naar huis. Het was niet zonder slag of stoot gegaan want er waren nog kapers op de kust maar Bishma was sterk en sluw en hij bezat geheime wapens waarmee hij de concurrenten versloeg.
Het bleek dat Amba al enige tijd stiekem verloofd was met koning Salva, en Bhisma liet haar om die reden weer vertrekken De twee overgebleven meisjes trouwden met Vichitravirya.
Toen Amba terug bij haar geliefde Salva kwam weigerde hij haar met de mededeling dat Bishma haar had gewonnen en dat ze nu van hem was. Teleur gesteld en vernederd trok Amba naar Bhisma en eiste dat hij haar als zijn vrouw zou aannemen. Bishma kon dit niet om wille van zijn eed en Amba vervloekte hem door te zweren dat zij de oorzaak zou zijn van zijn dood. Boos verliet zij het paleis.
De jonge vorst die met Ambika en Ambalika was getrouwd genoot van zijn vrouwen en leefde van spelen en de liefde. Het gebeurde dat hij tijdens een van die spelen plots stierf. Hij was vrij jong en bovendien kinderloos.
De Kuru’s zaten nu met een groot probleem. Hoe moest de troon opvolging nu gebeuren. Men kon van Bhisma niet verwachten dat hij ondanks zijn eed voor nakomelingen zou zorgen maar Satyavati kwam met een oplossing zodat alles toch binnen de familie bleef en de troon van Histinapura kon worden hersteld.
Satyavati had een zoon van voor haar huwelijk Vyasa. Het resultaat van de liefde tussen haar en heilige Parasara. Ze stuurde Bishma naar hem met de vraag beide weduwen te bevruchten. Vyasa bleek bereid te zijn om bij de weduwen nakomelingen voor hen te verwekken omdat hij de vraag van zijn moeder niet kon weigeren..
In tegenstelling tot Satyavati die een zoete geur verspreidde was Vyasa lelijk en verspreidde een afschuwelijke stank. Maar hoewel Satyavati zelf na die vereniging met Parasara een zoete, verfijnde geur had gekregen bleef Vyasa onaangenaam ruiken.
Die Vyasa is trouwens de samensteller van de Mahabaratha.
Toen Vyasa het bed deelde met Ambika, deed ze uit afschuw haar ogen dicht en de zoon die ze van hem kreeg, Dhritarastra, bleek blind te zijn.
Satyavati riep Ambalika bij haar en vertelde over de handicap van haar broer en het euvel dat Ambika overkwam toen ze haar ogen sloot. Hoewel Ambalika haar ogen open hield schrok ze zo erg dat alle kleur uit haar gezicht weg trok toen Vyasa haar aanraakte, haar zoon Pandu, had een zeer bleke huidskleur.
Bij een dienstmaagd verwekte Vyasa nog een derde zoon, Vidura.
Een tijd lang nam Bhisma de regering van het land weer op zich, totdat de drie jonge prinsen volwassen zouden zijn.
Bharata betekend in het Sanskriet "de geliefde” Hij is een legendarische keizer en de stichter van de Bhārata dynastie, en dus een voorouder van de Pandava's en de Kaurava's in het Sanskriete epos, de Mahabharata. Hij is de zoon van Dushyanta en Shakuntala eerder verteld. Bhārat is de officiële naam van de Republiek India.
Op een bepaalde dag wordt hij er aan herinnert een erfgenaam aan te duiden maar hij vind onder zijn zoons niemand geschikt. Hij stelt een van de andere koningen aan om zijn plaats in te nemen.
De personages
Shantanu
In de epische Mahabharata was Shantanu een Kuru koning van Hastinapura. Hij was een afstammeling van de Bharata, van de maan-dynastie en de overgrootvader van de Pandava's en de Kaurava's. Hij was de jongste zoon van koning Pratipa van Hastinapura en was geboren in diens oude dag. Omdat de twee oudste zonen het koningschap verzaakten erfde de jongste het Koninkrijk. Shantanu werd de koning van Hastinapura. Shantanu was in zijn vorige geboorte, reeds een machtige koning geweest en bezat vele heilzame kwaliteiten. Na zijn dood kreeg hij eenmalig de toelating voor een bezoek aan het Hof van Brahma waar alle heersers en ook zijn dochter Gangha aanwezig waren. Een wind blies Gangha haar kleren weg onthulde haar lichaam. Iedereen boog het hoofd behalve de koning die naar haar lichaam bleef staren. Gangha was daardoor gevleid. Brahma daarentegen verloor zijn geduld en vervloekt hem en Gangha om samen geboren te worden als stervelingen en dat Ganga hem veel emotionele pijn zou veroorzaken. Hij zei ook dat beiden bevrijd zouden worden van deze vloek zodra hij boos zou worden op Gangha’s daden.
Beiden werden geboren. Hij als Shantanu zoon van Kuru koning Pratipa . Zij Gangha zou geboren worden in een lichaam als sterveling in die hoedanigheid moest ze de zonen die ze van haar echtgenoot kreeg doden. Gangha kwam overeen op voorwaarde dat ten minste één kind zou blijven Ze aanvaard ook het karma dat kind voor zijn hele leven kinderloos zou blijven
Op dat moment nam zij de vorm van een mooie vrouw. Tijdens zijn dagelijkse wandeling zag de koning Pratipa haar. Dit gebeurde elke dag tot ze hem benaderde op zijn rechter dij ging zitten. Toen hij haar vroeg wat ze wilde, verzocht Gangha hem haar tot zijn vrouw te nemen. Pratipa echter weigerde en stelde haar voor zijn zoon te nemen. Die zoon was Shantanu.
Gangha
Shantanu zag op zijn buurt ook die mooie vrouw aan de oevers van de rivier de Ganges (Ganga) en vroeg haar met hem te trouwen. Ze kwamen overeen op voorwaarde: dat Shantanu geen vragen zou stellen over haar handelingen want dat ze anders hem anders zou verlaten. Ze trouwden en beviel van een zoon. Maar ze verdronk het kind en Shantanu durvde niet vragen naar de reden, vanwege zijn belofte. Één voor één werden zeven zonen na elkaar geboren en verdronken door Gangha. Toen ze het zelfde wou doen met de achtste zoon werd Shantanu, verwoest.
Toen vertelde Gangha hem over de vloek en vertelde dat zij zouden worden bevrijd van deze vloek binnen een jaar na de geboorte een zoon die bleef leven. Zo bracht ze de zeven van hen van dit leven door verdrinking om. Ze moest dit doen om de nieuw geborenen de miserie van het menselijke leven te onthouden.
De achtste zoon was door haar zelf ook vervloekt. Hij zou een lang leven hebben naar nooit een vrouw noch kinderen. Hij zou een deugdzame en gehoorzame zoon zijn, vertrouwd met alle kennis die er in de kosmos bestond. Zo als voorzien verliet ze hem en nam de zoon mee naar de hemelen terwijl Shantanu werd overladen met verdriet en nadacht over de rest van zijn leven zonder haar. Ze zou hem pas later terug brengen.
Devantra
Op een dag tijdens een hertenjacht langs de oevers van de Ganges, zag Shantanu dat de rivier ondiep was geworden. Tijdens het zoeken naar de oorzaak van dit fenomenen, kwam oog in oog te staan met een jongen die stroom van de rivier met zijn hemelse wapens had bedwongen. Die jongen was zijn zoon, maar herkende hem niet omdat hij hem slechts kort had gekend na zijn geboorte. In twijfel riep hij op Gangha op die het bevestigde dat dit zijn zoon Devantra was.. Hij nam de jongen mee naar zijn paleis en stelde hem aan zijn onderdanen voor als de kroonprins.
Satyavati
Vier jaar later, rook Shantanu onderweg in de buurt van de oevers van de Yamuna een zoete geur. Tijdens het zoeken naar de oorzaak van de geur, ontmoete hij Satyavati van wie de geur afkomstig was.
Satyavati was een aangenomen dochter van Dasha de leider van de vissers van haar dorp. Shantanu werd opslag verliefd en verlangde naar haar. Ze zegt hem dat haar vader daarvoor zijn toestemming moet geven. Hij gaat naar hem toe maar hij geeft zijn toestemming niet. Hij heeft de horoscoop van zijn dochter laten maken en daarin stond dat haar zoon koning zou worden. Hij eiste dat hun zoon dat ook zou worden. Dit was een groot probleem voor Shantanu omdat zijn eigen zoon Devantra troonopvolger was.
Terneer geslagen vertrok hij weer en hij werd onhandelbaar en verwaarloosde zijn koninkrijk. Toen Devantra op de hoogte kwam van het feit trok hij naar de visser. Hij beloofde hem plechtig dat hij afstand zou doen van de troon ter wille van de nieuwe zoon. Dit was voor de visser niet voldoende. Hij voorzag moeilijkheden met de andere nakomelingen.
Uiteindelijk zwoor Devantra levenslang celibaat om ervoor te zorgen dat toekomstige generaties ten laste van Satyavati zou ook niet worden aangevochten door zijn nakomelingen Nu was Dasha tevreden en Devantra nam Satyavati mee naar zijn vader.
Toen Shantanu hoorde wat zijn zoon had gezworen kwam hij zeer onder de indruk en gaf hem een zegen dat hij alleen sterven zal als hij dat zelf koos.
Devavrata werd van dan af genoemd als Bhisma (wie heeft genomen een verschrikkelijke gelofte). Shantanu en Satyavati kregen twee zonen, Chitrāngada en Vichitravirya. Na Shantanu van dood werd Chitrangada de koning van Hastinapura
Parashara (zie deel 1)
Satyavati had reeds een zoon, Vyasadeva, uiteindelijk Vyasa genoemd.
Om het verhaal in zijn totaliteit vorm te geven vertel ik eerst het ontstaan van de vader van het geslacht Baratha. De machtige vorst Dusyanta trok met een groot gevolg op jacht. Het hele gezelschap bestond uit ruiters, voetvolk, strijdwagens en olifanten. De jacht was zeer succesvol en men doodde vele dieren en deed zich te goed aan het vlees. Na de maaltijd trokken ze verder door een prachtig woud. De koning hield een stop en wilde een bezoek brengen aan de wijze en machtige asceet Kanva. Hij gaf zijn gevolg het bevel te wachten tot hij zou terug keren. Enkel zijn minister en huispriester mochten mee. Zij ontdeden zich van al hun waardevolle tekens en trokken het woud in. Verder op hun tocht gaf hij bevel aan zijn twee begeleiders te stoppen en ging verder alleen het verblijf van de meester binnen. Op zijn roep ”Is hier iemand “ verscheen er een meisje. Ze was zo mooi als een godin maar sober gekleed. Ze verwelkomde de koning en gaf hem eten en drinken en waste zijn voeten. Ze vroeg hem wat hij kwam doen. Hij antwoorde haar dat hij de heilige Kanva kwam opzoeken om zijn eer te bewijzen. Ze vertelde hem dat hij even weg was maar dra zou terug keren. De koning bleef het meisje bekijken en zag opnieuw haar schoonheid en vroeg haar “Wie is uw vader”” Hoe komt U in dit woud terecht”” Vertel mij alles over u en wie u bent” Glimlachtent antwoorde ze hem “Ik ben de dochter van Kanva” De koning sprak “ dat kan niet, Kanva is zo’n groot heilige, ik kan mij niet voorstellen dat hij ontrouw is geweest aan zijn belofte van kuisheid.”” Hoe kan u dan zijn dochter zijn”. Ze verteld hem toen het verhaal dat ze zelf had horen vertellen. Visvamitra had zichzelf onderworpen aan een zeer zware ascese en de God Indra begon zich zorgen te maken en eiste dat hij onmiddellijk zou stoppen met die ascese. Hij vroeg aan Menaka om hem te verleiden zodat hij zou stoppen. Hoewel ze bang was durfde ze het bevel van Indra niet te weerstaan en vroeg hem of ze de God van Wind en de Liefde mocht meenemen. Het gebeurde en Menaka deed alsof ze speelde en benaderde op die manier Visvamitra. Op dat ogenblik blies de God van de wind haar kleed weg en naakt als ze was holde ze achter haar kleed aan. Pal voor de voeten van Visvamitra bleef het liggen. Bij het zien van haar lichaam welde begeerte in hem op en kon zich niet meer bedwingen. Lange tijd omhelsden ze elkaar en bedreven innig de liefde. Menaka raakte zwanger en trok zich terug aan de voet van de Hymalaya en beviel er van een dochter en liet haar achter aan de oever van de rivier Malin. Het krioelde er van wilde dieren en het kind werd opgemerkt door een vlucht wilde gieren. Ze nestelden zich rond het kind om haar te beschermen. Het was daar dat Kanva haar vond en haar mee nam. Hij beschouwde mij,want dat kind was ik, als zijn eigen dochter en gaf mij de naam Sakuntala wat wil zeggen : zij die door de gieren (sakunta’s) wordt beschermd. Gedreven door een groot verlangen vroeg de vorst haar plots “Wilt U mijn vrouw worden” ”Ik heb er alles voor over, maar dan ook alles.” “ Sluit met mij een Gandharva huwelijk”. Een Gandharva huwelijk is een huwelijk gesloten uit liefde en wederzijdse toestemmig tussen man en vrouw zonder enige formaliteit. Ze vroeg aan de koning geduld te hebben tot haar vader Kanva terug zou zijn. De koning sprak “Ik heb mijn hart aan U verloren en smeek U trouw met mij, ik verlang ontzettend veel naar U”. Ze antwoordde hem dat als het een wettig huwelijk was door de godsdienst erkend met hem zou trouwen onder één voorwaarde. “De zoon die ik van U zal ontvangen moet uw troonopvolger zijn.” De koning gaf onmiddellijk toe en zij dat hij haar ook zou meenemen naar zijn paleis na de geboorte. Na het wederzijdse ja woorden vertrok de koning. Kanva was ondertussen terug gekomen maar in tegenstelling dan anders kwam ze hem niet te ge moet. Ze schaamde zich, maar de heilige had door zijn derde oog gezien en wist wat er gebeurt was. Toen sprak hij haar toe en zei “De zoon die ge zult baren zal machtig zijn en aanzien hebben. Hij zal heersen over heel de wereld.” Negen maanden later werd er een gezonde jongen geboren en na drie jaar groeide hij op tot een krachtig ventje. Op zijn zesde kon hij alle wilde dieren bedwingen: tijgers, buffels en olifanten bond hij vast aan de bomen. Hij kreeg de naam Sarvadamana de alles bedwinger. Toen de tijd rijp was om de jongen als troonopvolger te laten erkennen stuurde Kanva zijn dochter en haar zoon naar de koning. Ze zie hem “dit goddelijk mooie kind heb ik voor U gebaard, ik kom U herinneren aan uw belofte die U gaf de dag dat U met mij trouwde. Hoewel hij heel goed wist waar het over ging hield hij zich van de domme en antwoordde “Ik ken u niet, wie bent U, ik heb niets met u te maken.” Ze werd als verlamd door verdriet en in woede sprak ze ” U verlaagd uzelf door deze leugen te vertellen zonder dat u beseft dat u niet de enige bent die die uw daden kent.” “De alwetende woont in uw hart en weet elke daad die u hebt gedaan.” ”Ik ben U trouw gebleven maar U wijst mij af”. De koning antwoordde haar ”Hoe kan ik weten of u de waarheid spreekt er wordt zoveel gelogen en het kind lijkt helemaal niet op mij” Ze sprak opnieuw tot hem “ ik hoef van U niets te verwachten maar ik zeg U na Uw dood zal mijn zoon regeren” en met opgeheven hoofd liep ze het paleis uit. Ze was amper vertrokken of een stem uit de hemel riep “SAKUNTALA HEEFT NIET GELOGEN. U BENT INDERDAAD DE VADER. BELEDIG HAAR DUS NIET LANGER. U ZAL HEM AANNEMEN EN HEM BARATHA NOEMEN.” De koning liet haar onmiddellijk terug halen, verschoonde zich, kuste het kind en werd onmiddellijk vervult van vaderlijke plichten. Het kind werd Baratha genoemd en werd voorvader van een groot geslacht.
Praktische hulp hoef je van theoretische kennis nooit te verwachten, en voor je meditatie helpt een anatomische voorstelling van de kundalini niets. Als ik zeg, bedoel ik niet dat er niet zoiets zou bestaan als kundalini of chakras. Kundalini bestaat, chakras bestaan maar geen kennis kan hoe je dan ook behulpzaam zijn. Die kan eerder een sta-in-de-weg zijn. En dat om allerlei redenen. Een van de redenen is, dat alle kennis van de kundalini of van de esoterische banen van de bio-energie - de innerlijke banen van het zijn - op generalisering berust. In feite is het bij elke mens anders, elke mens gaat weer van iets anders uit. Bij de een is het zus, bij de ander is het zo en bij de derde is het weer anders. Je innerlijke leven is iets individueels. Theoretische kennis helpt je dus geen sikkepit verder - het tegendeel kan zelf waar zijn - en wel omdat ze niet over jou gaat. Ze kan niet over jou gaan. Je kunt alleen iets over jezelf te weten komen als je naar binnen gaat. Er bestaan chakras, maar hun aantal verschilt van persoon tot persoon. De een kan er zeven hebben, de ander negen. De een heeft er misschien meer, de ander misschien minder.
Dit verklaart waarom er zoveel verschillende tradities naast elkaar bestaan. De boedhisten noemen er negen, de hindoes noemen er zeven, de Tibetanen noemen er vier - en ze hebben allemaal gelijk! De oorsprong van de kundalini en het kanaal waardoor de kundalini opstijgt verschillen van mens tot mens tot mens. Hoe meer je naar binnen gaat, hoe individueler je blijkt te zijn. Je gezicht is bijvoorbeeld het meest individuele deel van je lichaam en in het gezicht zijn je ogen die nog meer individueel zijn. In je gezicht speelt je leven zich intenser af dan in welk ander lichaamsdeel ook, vandaar de grote eigenheid ervan. Misschien is het je niet opgevallen dat je gezicht op een bepaalde leeftijd - als je seksueel volwassen bent geworden - een vorm aanneemt die het min of meer je hele leven behoudt. Voordat je geslachtsrijp wordt, verandert er nog heel wat aan je gezicht maar als je eenmaal geslachtsrijp bent, komt je individualiteit vast te staan en neemt je gezicht een min of meer blijvende vorm aan, waaraan feitelijk niet veel meer verandert. Je ogen zijn nog levendiger dan je gezicht. Ze zijn zo individueel dat ze elk moment veranderen. Voordat je verlicht bent, nemen je ogen nooit een vaste uitdrukking aan. Verlichting is een soort volwassenheid. Als je eenmaal seksueel volwassen bent, neemt je gezicht een blijvende vorm aan, maar er is nog een andere volwassenheid die aan je ogen een vaste uitdrukking geeft.
In de ogen van Boeddha zie je nooit iets veranderen. Zijn lichaam wordt oud, hij zal sterven, maar zijn ogen blijven onveranderd. Dat is altijd een indicatie geweest. Als iemand het nirvana bereikt, zijn zn ogen het enige waaraan buitenstaanders kunnen zien dat die mens inderdaad het nirvana heeft bereikt. Nu veranderen de ogen nooit. Alles verandert maar de ogen blijven hetzelfde. De ogen laten zien wat er binnen leeft. Maar de kundalini gaat nog dieper. Aan theoretische kennis heb je niets. Zodra je over enige theoretische kennis beschikt, wil je die op jou van toepassing laten zijn. Je gaat je de dingen voorstellen zoals ze je zijn bijgebracht maar misschien past dat helemaal niet bij jou. Dat zorgt dan voor veel verwarring. Chakras moet je zelf voelen in plaats van er kennis over te vergaren. Je moet voelen, je moet je voelhorens naar binnen richten. Pas als je je chakras voelt en de kundalini en de baan die hij neemt voelt, heb je er iets aan, anders niet.
Het is zelfs zo, dat kennis veel kapot kan maken in de binnenwereld van mensen. Hoe meer kennis je verzamelt, des te geringer wordt de kans dat je de dingen voelt zoals ze echt, authentiek, zijn. Je kunt jezelf van alles wijsmaken door wat je weet. Als iemand zegt: Hier zit een chakra, hier heb je zon energiecentrum, dan ga je je al een chakra op die plaats voorstellen. En misschien heb je daar helemaal niet zoiets. Zo creëer je imaginaire chakras. Dat kun je, je denken is daartoe in staat. Je kunt jezelf een of meer chakras aanpraten, waarna je verbeeldingskracht dan voor een energiestroom zorgt die niets met de kundalini te maken heeft maar die puur op verbeelding berust - een volledig illusoir droomfenimeen. Als je eenmaal chakras in je fantasie kunt laten verschijnen en een denkbeeldige kundalini te voorschijn kunt roepen, kun je alles creëren. Dan laten ook denkbeeldige ervaringen niet lang op zich wachten, met als gevolg dat je een compleet onechte wereld in je ontwikkelt. De wereld buiten je is al behoorlijk illusoir maar nog lang niet zo illusoir als de wereld die jij binnen in je schept.
Niet alles wat binnen in je leeft, is noodzakelijk echt of waar. Ook de fantasie en de droom hebben daar hun plek. Je denken heeft het vermogen - en een heel krachtig vermogen ook - om te dromen, om illusies te creëren en te projecteren. Daarom is het goed om met meditatie verder te gaan zonder iets van kundalini of chakras af te weten. Als je er vanzelf op stuit, dan is dat prima. Je wordt misschien uit jezelf iets gewaar. Alleen dan kun je er vragen over stellen. Het kan zijn dat je begint te voelen hoe een chakra werkt maar geef dat gevoel eerst maar een kans. Het kan zijn dat je energie voelt stijgen maar laat dat gevoel eerst maar komen. Maak je er geen voorstelling van, denk er niet over na en probeer het niet vooraf al verstandelijk te begrijpen. Voorkennis is echt niet nodig. Ze is niet alleen onnodig maar zelfs ronduit schadelijk. En nog iets Kundalini en chakras maken niet deel uit van je anatomie, van je fysiologie. Ze behoren bij je fijnstoffelijke lichaam, je Sukshma sharira, en niet bij je gewone grofstoffelijke lichaam. Natuurlijk zijn er wel corresponderende punten. De chakras maken deel uit van je sukshma sharira maar in je
fysiologie en anatomie kun je punten aanwijzen die ermee corresponderen. Alleen als je binnen in je een chakra ervaart, kun je voelen waar zich het corresponderende punt bevindt. Zo niett, dan kun je je hele lichaam ontleden zonder zoiets als een chakra te vinden.
En dan nog iets. Het is niet nodig bewust door de chakras heen te gaan. Dat is echt niet nodig, je kunt ze desnoods gewoon links laten liggen. Je kunt best verlicht worden zonder de kundalini gevoeld te hebben. Het is iets heel anders dan je misschien denkt. Het komt niet doordat de kundalini stijgt dat je hem voelt. Je merkt de kundalini alleen op als de doorgang niet vrij is. Als de passage volkomen rechttoe-rechtaan verloopt, stroomt de energie wel maar zonder dat je er iets van merkt. Je voelt haar pas als iets de stroom tegenhoudt. Als de energie stijgt en de doorgang is geblokkeerd, alleen dan voel je iets. Wie dus veel kundalini-energie voelt, is flink geblokkeerd. De doorgang wordt zo geblokkeerd dat de kundalini niet kan stromen. Er moet een weerstand zijn, wil je de kundalini kunnen voelen. Energie is iets dat je niet direct kunt voelen, behalve als er weerstand is. Als ik mijn hand beweeg en niets houdt de hand tegen, voel ik de beweging niet. De luchtweerstand kan je een beweging al doen gewaarworden maar in veel mindere mate dan als er een steen moet worden weggeduwd. Dan voel ik de beweging heel sterk. In een luchtledig voel ik de beweging helemaal niet. Het is dus iets relatiefs.
Boeddha sprak nooit over de kundalini. En dat niet omdat er geen kundalini door zijn lichaam stroomde maar de doorgang kon zo ongehinderd plaatsvinden dat er nergens weerstand gevoeld werd. Daarom voelde hij hem nooit. Ook Mahavir heeft nooit over de kundalini gesproken. Daaruit is een volkomen verkeerde conclusie getrokken, namelijk door de jainas, de volgelingen van Mahavir, die meenden dat de kundalini dus wel pure nonsens moest zijn en dat er helemaal niet zoiets bestond. Enkel omdat Mahavir zelf de kundalini niet had gevoeld, is de jainatraditie vijfentwintig eeuwen lang het bestaan van de kundalini blijven ontkennen. Maar Mahavir heeft er om een heel andere reden niet over gesproken. Doordat er geen blokkades in zijn lichaam waren, voelde hij de kundalini niet.
Het is dus niet noodzakelijk dat je de kundalini voelt. Misschien zul je er nooit iets van merken. En als dat zo is, dan laat je de chakras maar verder voor wat ze zijn want je hebt ze alleen maar nodig om de blokkades ongedaan te maken. Ze dienen verder nergens toe. Als er een blokkering is en de kundalini tegengehouden wordt, begint het meest nabije chakra vanwege die stagnatie in de kundalini zo snel te bewegen dat er een energie gecreëerd wordt die in staat is de blokkering te verbreken. Maar als de stroom vrij zijn gang kan gaan, is er geen chakra nodig en zul je er nooit iets van voelen. De chakras dienen alleen maar om je te helpen. Als de kundalini geblokkeerd wordt, is de hulp nabij.
Een van de chakras ontfermt zich over de energie die niet kan doorstromen. Energie heeft de neiging terug te vallen als ze niet verder kan stromen. Voor ze terug valt, neemt het chakra de versperde energie volledig in zich op. De energie beweegt zich nu binnen het chakra. Door de beweging krijgt de energie meer pit, wordt ze levendiger, en als ze dan opnieuw op de blokkering stuit, kan ze die doorbreken. Meer dan een noodhulp is het dus niet. Als de kundalini zonder blokkades kan stromen, ben je je van geen chakra bewust. Dat kan verklaren waarom de een er negen kan voelen, de ander tien, en weer iemand anders maar drie of vier of geen. Het hangt ervan af. Het aantal chakras is in feite niet te tellen, zodat er altijd wel een chakra in de buurt kan zijn om de kundalini bij zijn doorstroming te helpen. Wordt er om hulp gevraagd, dan is die in de buurt.
De redenering van het ego kent geen grenzen. Het wil
altijd antwoorden en als het die antwoorden niet krijgt voelt het zich
onbegrepen gaat men twijfelen.
Mensen zoeken naar een leraar een goeroe omdat ze
hopen daar een antwoord te vinden maar er bestaat geen antwoord; Wat bestaat is
ervaring en die is voor elkeen anders.
Toen Alexander de grote onderweg was naar India
ontmoete hij Diognes die naakt in een ton woonde. Er gingen allerlei verhalen
over de wijsheid van de man en aangezien Alexander een heel groot ego had zocht
hij de meester op om een cruciale vraagt te stellen. Alexander was er van
overtuigd dat hij een rechtstreekse zoon was van God.
Hij ging dus op bezoek van Diognes en vroeg hem kunt u
mij iets vertellen over God kunt u mij zeggen wie hij is. Diognes zie geef mij
een dag bedenktijd.
De volgende dag kwam Alexander terug en vroeg het
opnieuw. Diognes zei geef mij twee dagen. Het ging zo verder en telkens vroeg
Diognes opnieuw om uitstel maar telkens langer.
Uiteindelijk zei Alexander u bent geen wijze u weet
het antwoord niet waarop Diognes zei : Toen u het vroeg dacht ik dat ik het
wist maar hoe meer ik er over nadacht hoe moeilijker het is antwoord te geven.
Zo redeneert het ego en dan gaat het zich afvragen
maar wie is die wijze nu eigenlijk?
En het kan twee kanten uit. Ofwel gaat men opzoek naar
de achtergrond van de man. Men gaat uitpluizen wie hij is waar hij vandaan
komt, waar hij heeft gestudeerd. Men ontdekt dat hij de zoon is van Jef en
Marie uit het dorp. Jef werkt in een fabriek en Marie is huisvrouw en zo
redeneert het ego hoe kan die zoon dan zo wijs zijn hij is vals. Een weet je
waar het eindigt? Aan het kruis. Een andere redenering van het ego is hij doet
alles gratis dus het zal wel niet echt zijn. Het is een charlatan. Veel mensen
kennen alleen de taal van geld. Als het veel kost dan moet het wel goed zijn.
Laat het ons zo stellen als je niets bent, geen grote
sommen geld vraagt ben je niet interessant voor het ego.
Je moet maar durven, als zoon van een fabrieksarbeider
stellen dat je de zoon van God bent.
Het is zo geweest en het zal altijd zo zijn dat
diegenen die het dichts bij zo iemand in de buurt zijn nooit begrip kunnen op
brengen.
Het is voor het ego heel moeilijk om aan te nemen dat
iemand verder zou staan dan jij. Jij die duizenden boeken hebt gelezen,
honderden voordrachten en cursussen hebt gevolg minder zou zijn dan hem.
Het ego is gekwetst en een gekwetst ego is tot alles
in staat. Duizenden mensen vereren Boeddha en Jezus waarom is dat zo denk je?
Omdat Jezus en Boeddha er niet meer zijn. Ze vormen geen rechtstreekse
bedreiging meer voor het ego.
En dan is er nog iets, iemand die de waarheid zegt
daar moet het ego mee afrekenen. Zo iemand is gevaarlijk. Want het ego weet dat
waarheid het zal vernietigen.
Daarom dat het ego altijd in strijd is het kan niet
stil zitten want als je stil zit dan dreigt er gevaar.
Kijk maar eens naar mensen die voortdurend praten, zij
willen bevestiging van hun ego meer niet. Kijk eens naar jezelf je bent zoals
een grammofoonplaat voortdurend aan te afdraaien.
Je bent bang van de stilte, bang van het alleen zijn
maar dat alleen zijn is geen eenzaamheid dat alleen zijn is een piekervaring.
Het is niet gemakkelijk, het ego zal altijd wel met
iets voor de dag komen. Ik moet dat nog doen, ik daar nog naar toe uitvluchten
om niet alleen in stilte te moeten zijn.
Is het je nog niet opgevallen dat politiekers altijd
maar aan t babbelen zijn je zou soms denken dat ze zichzelf graag bezig horen
en dat is ook zo, dan wordt hun ego gestreeld.
Wanneer je allen bent dan kan je bidden en bidden dat
wil zeggen niets zeggen, zwijgen maar een zijn met het geheel. Bereid zijn,
overgave daar gaat het om en dan komt God. Hij is er altijd alleen jij bet er
nooit je bent altijd onderweg.
Maar alleen zijn is niet simpel, niet gemakkelijk want
je ben de hele dag omringt met je dagelijkse beslommeringen.
Ik vertelde het eerder het is zinloos een meester te
gaan zoeken als je nog altijd vast hangt aan materiële dingen. Als je denk dat
alle zegen van daar komt is er geen hulp mogelijk je verspeelt je tijd. Stop er
mee.
Zolang je voor alles en nog wat een bewijs nodig hebt
zal het nooit lukken omdat je ego zich ongelukkig voelt. Maar hoe meer men je
zegt hoe meer vragen er zullen op komen, hoe meer bewijzen je wil. Het is een
cirkel zonder einde.
Je moet vertrouwen hebben, zonder voorwaarden, zonder
commentaren en dan kan de goddelijke boom beginnen groeien.
Wanneer je een inwijding hebt ontvangen praat dan nooit over de methode waarin je bent ingewijd. Het moet een geheim
blijven want het is iets persoonlijks. Als je het aan iemand anders vertelt dan
is de ander daar misschien niet bij gebaat, het kan zelfs schadelijk voor hem
zijn.
Het moet geheim
blijven. Tenzij je het volbrengt en je Meester je zegt dat je nu anderen kunt
inwijden, mag er absoluut niet over gesproken worden, je mag er geen woord
over zeggen, zelfs niet tegen je man, je vrouw of je vrienden. Het is absoluut
geheim want het is gevaarlijk. Het is zeer krachtig.
Je zult ze door elkaar
halen en in de war raken. Je weet niet meer hoe of wat.
De Meester moet het
juiste moment kiezen waarop je onbewust open staat en dan geeft hij je de methode.
Dan kan ze diep in je onbewuste doordringen. Dikwijls wordt de inwijding
gegeven als je slaapt, niet als je wakker bent. Daarom is overgave voor
inwijding zo noodzakelijk. Tenzij je je overgeeft kan de inwijding niet worden
gegeven omdat je bewuste geest anders altijd waakzaam en op z'n hoede is. Bij
overgave wordt je bewuste geest van zijn plicht ontheven en kan je onbewuste
geest rechtstreeks met de Meester in contact komen. Het juiste moment moet dus
worden afgewacht en dan moet je ook nog op de inwijding voorbereid worden.
Zoiets kan maanden duren: je moet het juiste voedsel eten, de juiste
hoeveelheid slaap hebben, alles moet tot rust komen. Dan pas kun je ingewijd
worden. Inwijding is dus een langdurig, individueel proces en pas mogelijk als
iemand bereid is zich totaal over te geven.
Bedenk goed dat alles
wat je bewust, waakzaam, met volledig bewustzijn doet meditatie is.
Het innerlijk wezen is
eeuwig, onsterfelijk. Je weet dus dat niemand sterf, alleen de uiterlijke
verschijningsvormen kan je vernietigen maat niet wat er achter schuil gaat. Dat
is wat Krisna tegen Arjuna zegt in de Bhagvat Gita.
Wat je ook doet doe
het bewust en het wordt meditatie. Onbewustheid is zonde.
Uitdrukking en
onderdrukking zijn twee aspecten van een en hetzelfde. Ze lijken tegenstrijdig
maar er is in feite geen verschil.
Of je nu iets
uitdrukt of iets onderdrukt, de ander is het centrum.
Ik ben kwaad, ik
onderdruk m'n woede. Ik had mijn woede op jou willen gooien, maar ik onderdruk
't. De woede blijft echter op jou gericht, of ze nu geuit of onderdrukt wordt.
.Wanneer je iets
onderdrukt ga je niet naar je centrum maar voer je strijd met de
uitdrukkingsvorm.
Er komt woede in me
op. Normaal kan ik twee dingen doen: ik kan de woede op iemand richten of ik
kan de woede verdringen. In beide gevallen maak ik me druk om de ander en om de
woede-energie die aan de oppervlakte is gekomen, niet om de bron.
Begrijp het goed. Energie
moet zich ontladen. Je uit je woede dan misschien niet op A, maar op B
of op C. Zodra je iemand vindt die zwakker is dan jij, richt je de energie op
hem.
Je bent kwaad op je
baas. Je kunt je woede niet uiten want dat is niet 'voordelig'. Je zult je
besluit moeten wegdrukken en dus wacht je tot je je op je vrouw, je kind of je
bediende kunt afreageren. Zodra je thuiskomt uit je je woede. Er is altijd wel
een stok te vinden om een hond te slaan. De mens is nu eenmaal een
rationaliserend beest. Hij zal een verstandelijke verklaring zoeken; hij zal er
iets op vinden - iets heel onbeduidends dat opeens heel veel betekenis krijgt
omdat je je woede kwijt moet. Onderdrukken is niets anders dan uitstel.
Elke energie komt uit
de bron en op dat moment is het ijzer nog heet en kun je er gebruik van maken
om de weg terug te gaan. En zodra je de oorspronkelijke bron hebt bereikt, zal
de energie erin tot rust komen. Dat is geen onderdrukking: de energie is naar
de bron van oorsprong teruggekeerd. En wanneer je in staat bent om je energie
te herenigen met je bron van oorsprong, ben je meester geworden over je
lichaam, over je geest, over je energie. Jij bent dan de meester! Van af dat moment verspil je je energie niet meer.
Vergeet niet dat
energie woede noch liefde noch haat is. Energie is gewoon energie - neutraal.
Dezelfde energie wordt woede, dezelfde energie wordt seks, dezelfde energie
wordt liefde, dezelfde energie wordt haat. Het zijn allemaal vormen van een en
dezelfde energie. Jij geeft er vorm aan, je geest geeft er vorm aan en energie
stroomt de vorm binnen.
Als je dus intens lief
hebt dan heb je niet veel energie om kwaad te worden. Onthoud dat. Als je
helemaal niet lief hebt, dan is er veel energie beschikbaar om kwaad te worden
en vind je altijd wel een gelegenheid om kwaad te worden.
Als je energie zich
uit in seks, dan ben je minder agressief. Als je energie zich niet uit in seks,
dan ben je agressiever. Daarom is seks in het leger verboden. Als soldaten zich
met seks mochten inlaten dan zouden ze absoluut onmachtig zijn om te vechten.
Je kunt alleen vechten
als je seksuele behoeften niet zijn bevredigd. Wil je dus een vreedzame wereld,
dan moet er meer seksuele vrijheid zijn. Wil je een oorlogvoerende wereld, een
vechtende wereld, dan moet je seks onderdrukken, ontkennen.
Daarom zijn de
zogenaamde 'sannyasins' die seks onderdrukken altijd agressief, altijd kwaad,
om niets, domweg kwaad, domweg agressief, ze staan op scherp. Al hun energie
stroomt zonder zich uit te drukken rond. Tenzij de energie terugvalt in de
bron, is echt celibaat uitgesloten. Onderdrukte seks slaat om in geweld. Als je
seksenergie naar het centrum stroomt word je als een kind. Als je energie
uitdrukt, stroomt zij naar buiten. En als je dat doet, maakt je energie er een
gewoonte van om naar buiten te stromen, uit te lekken. Als je energie
onderdrukt, dan is ze niet naar de bron gegaan en evenmin naar buiten: ze is
dan buiten werking gesteld. En onderbroken energie is een last.
Als energie terugkeert
naar de bron wordt ze vormloos.
Woede is een
mechanisme, seks is een mechanisme, liefde is een mechanisme, haat is een
mechanisme. Wanneer energie door het kanaal van de haat wordt geleid, slaat ze
om in haat. Wanneer dezelfde energie op liefde gericht wordt, wordt ze liefde.
En wanneer de energie zich naar de bron begeeft, wordt ze vormloos zuivere
energie.
Druk je energie niet
uit want je verspilt haar en je helpt de ander ook zijn energie te verspillen.
Onderdruk geen energie want dan wek je ontlading op. Gebruik je stemmingen voor
meditatie. Het resultaat is wonderbaarlijk, ongelooflijk. En zodra je de
sleutel hebt gevonden om energie naar de bron terug te laten stromen verandert
de kwaliteit van je persoonlijkheid. Dan verspil je je energie niet meer omdat
je dan inziet hoe dom dat is.
Boeddha heeft gezegd:
'Als je kwaad bent op iemand, straf je jezelf dankzij de slechte daad van de
ander'. Iemand heeft je beledigd: dat is zijn daad. En je straft jezelf
door boos te worden; je verspilt jouw energie.
Psychologen menen dat
het beter is om je uit te drukken dan om te onderdrukken, maar religie kan
zoiets niet zeggen. Volgens religie is het alle twee dom. Door je uit te
drukken doe je jezelf en de ander schade. Door te onderdrukken doe je vandaag
jezelf schade en morgen iemand anders. Ga naar de bron zodat de energie erin
terugvalt en vormloos wordt. Dan voel je je sterk zonder kwaad te zijn. Dan
voel je energie, vitale energie, je voelt dat je leeft. Je zult een intens
leven leiden zonder vormen. Iedereen zal alleen al door je aanwezigheid onder
de indruk zijn. Je hoeft niemand te overheersen je aanwezigheid is
voldoende, ze voelen dat er een of andere sterke energiebron is binnengekomen.
Wanneer je energie in de oorspronkelijke bron terugvalt, wordt je een
magnetisch centrum
Over
het algemeen verdelen we alles in goed en slecht. Dat kan om allerlei redenen,
maar om welke reden dan ook, we verdelen het leven in tweeën - in goed en
slecht.
Wanneer
men spreekt over zuiverheid bedoelen we meestal het goede. Het slechte is niet
toegestaan. Tantra hecht geen enkele waarde aan een indeling in goed en slecht.
Tantra ziet het leven van uit twee gezichtspunten, ze kent geen dualiteit, geen
indelingen.
Vraag
je het aan een geestelijke, dan krijg je ten antwoord dat woede, seks en
hebzucht slechte eigenschappen zijn. Vraag je het aan boeddhisten, hindoes.
christenen of mohammedanen, dan zullen ze allemaal een andere omschrijving van
goed en slecht geven, maar ze houden er omschrijvingen op na. Sommige
eigenschappen zijn in hun ogen goed, andere slecht. Het kost ze geen moeite om
te omschrijven wat goed en wat slecht is. Wat ze goed noemen is zuiver, wat ze
slecht noemen is onzuiver.
Maar
tantra gaat veel verder het maakt geen oppervlakkig onderscheid tussen goed en
slecht.
Volgens
tantra is elke verdeling onzuiver en is onverdeeld leven zuiver. Voor tantra betekent
zuiverheid onschuld, onbeschreven zuiverheid.
Je
noemt een kind zuiver. Wat is die zuiverheid in een kind? Onschuld! Een kind
denkt niet in termen van onderscheid. Hij is zich niet bewust van goed en
slecht. Die onbewustheid is onschuld. Zelfs als hij kwaad is denkt hij er niet
over na. De daad is zuiver en eenvoudig. Er is een uitbarsting van woede en als
de woede is weggeebd, dan is er niets meer. Er blijft niets achter. Hij is weer
dezelfde, alsof de woede-uitbarsting nooit heeft plaats gehad.
Een
kind is dus zuiver omdat zijn geest nog niet gevormd is.
Hoe
meer de geest belast wordt, des te onzuiverder wordt het kind. Zo ontstaat
woede met voorbedachte rade, niet als spontane uiting.
Volgens
tantra ben je zuiver als je weer net zo wordt als een kind.De overeenkomst is de herwonnen onschuld, Je
bent weer als een kind. Als een kind naakt rondloopt dan beschouwt niemand dat
als naaktheid omdat een kind zich nog niet bewust is van zijn lichaam. Zijn
naaktheid is anders dan die van jouw. Jij bent je bewust van je lichaam.
De
wijze moet zijn onschuld herwinnen.
Een
kind zal zich op zekere dag bewust worden van zijn lichaam en zich naakt
voelen. Dan zal hij z'n naaktheid proberen te verbergen, hij zal schuld en
schaamte ervaren.
Die
bewustheid komt gegarandeerd. Zijn onschuld is dus onschuld door onwetendheid.
Kennis
zal die onschuld vernietigen. Dat is de
achtergrond van het Scheppingsverhaal waarin Adam en Eva uit het Paradijs
worden verdreven. een zonde uitgegooid, gestraft, omdat ze wisten.
Doordat
ze bewust werden van hun lichaam, werden ze zich van allerlei dingen bewust -
woede. begeerte, hebzucht.Ze
werden volwassen, daarom werden ze uit de Hof van Eden verdreven.
Volgens
de bijbel is kennis dus een zonde. Pas als ze weer als kinderen worden.
onschuldig. onbelast door kennis, kunnen ze de Hof weer binnengaan.
Het
verhaal is het verhaal van de mensheid. leder kind wordt uit het paradijs
gestoten, niet alleen Adam en Eva. leder kind doorleeft zijn jeugd in onschuld,
zonder ook maar iets te weten. Als kind ben je zuiver, maar die zuiverheid komt
door onwetendheid. Die zuiverheid is niet blijvend. Tenzij het zuiverheid wordt
uit wijsheid kun je er niet op bouwen. Die zuiverheid zal moeten verdwijnen.
leder
kind moet z'n onschuld afleggen, verliezen. De wereld heeft behoefte aan
kennis; om te bestaan heb je kennis nodig. Zonder kennis kun je niet leven. En
zodra die kennis komt, ga je ook onderscheid maken. Tussen wat goed en wat
slecht is.
Maar
kennis is een noodzakelijk kwaad. Je kunt er niet omheen. Je moet er doorheen.
Kennis hoort bij het leven. Je hoeft er echter niet altijd in te blijven, je
kunt kennis transcenderen. Transcendentie maakt je weer zuiver en onschuldig.
Als alle onderscheid tussen goed en kwaad in rook is opgegaan, als de kennis
verdwijnt die verschil aanbrengt tussen goed en kwaad, dan zal de wereld er
opnieuw onschuldig uitzien omdat jouw houding dan onschuldig is.
Jezus
zegt: 'Als je niet wordt als een kind kun je het Koninkrijk van mijn God niet
binnengaan.' Dat is de zuiverheid van tantra.
Lao
Tze zegt: 'Een centimeter onderscheid en je hebt hemel en hel van elkaar
gescheiden.'
De
geest van de wijze is onverdeeld. Hij maakt geen onderscheid! Een wijze weet
niet wat goed is en wat slecht is. Hij is als een kind en toch ook weer niet,
omdat hij het onderscheid heeft gekend. Hij is er doorheen gegaan, hij is er
voorbij, hij heeft het getranscendeerd. Hij weet wat licht en donker is, maar
die fase is hij voorbij. Duisternis ziet hij nu als deel van licht en licht als
deel van duisternis.
Maar onschuld kan voortkomen uit
onwetendheid en dan is het waardeloos. Je moet je onschuld verliezen, je moet
uit het Paradijs verdreven worden, anders kun je niet groeien. Het opgeven van
kennis en de transcendentie ervan gebeuren op weg naar volwassenheid, je kunt
er niet omheen. Ga er dus doorheen, maar blijf er niet in steken. Ga door! Ga
verder! Er komt een dag dat je erboven verheven bent.
Tantra houdt zich bezig met de transcendentie van de geest en
moet daarom de geest wel vernietigen. De geest kan niet zonder definities,
wetten, leefregels. De geest is een 'orde', maar tantra is geen wanorde,
vergeet dat niet en begrijp. Als je probeert orde te scheppen, dan schep je
wanorde.' Voor tantra is onschuld spontaniteit, sahajata - jezelf zijn
zonder dat je iets wordt opgelegd gewoon jezelf zijn, groeien als een boom:
niet zoals een boom in je tuin, maar zoals een boom in een bos groeit:
spontaan, zonder leiding, (want leiding is volgens tantra misleiding),
De innerlijke wet is genoeg, elke andere wet is overbodig. En
als je een wet nodig hebt, toont dat alleen dat de innerlijke wet je niet
bekend is, dat je alle contact daarmee verloren hebt. Het ware is niet datgene
wat je wordt opgelegd.
Je moet weer op weg naar je centrum, naar huis terug om je de
echte innerlijke wet eigen te maken.
Burgerlijk moralisme, godsdiensten zogenaamde religies
gaan ervan uit dat orde van bovenaf, van buitenaf moet worden opgelegd.
Religies, fatsoensnonnen, priesters, pausen, dominees
beschouwen je allemaal als slecht van binnen, vergeet dat niet. Ze geloven niet
in de goedheid van de mens tenzij je dat is aangeleerd want van binnenuit kan
het onmogelijk komen.
Ze komen al eeuwenlang met hun ordemaatregelen, ze komen al
eeuwenlang met hun fatsoensnonnen. Ze hebben zoveel aan anderen opgelegd dat
alle slachtoffers krankzinnig zijn geworden.
Tantra gelooft in je innerlijke goedheid: Volgens tantra wordt
iedereen goed geboren, die goedheid is je natuur. Het is nu eenmaal zo! Je
bent al goed. Je hoeft alleen maar natuurlijkerwijze op te groeien. Er hoeft
niets aan je te worden toegevoegd. Woede, seks, hebzucht tantra vindt 't
prima. Het enige wat in je ontbreekt is dat je niet gecenterd bent, daarom weet
je niet hoe je die gevoelens gebruiken kunt!
Maar omdat je kan waarmaken wat ze je willen laten doen of
geloven ga je huichelen
Met andere worden alle huichelarij komt van de godsdiensten.
Je gaat belijden met je mond in plaats van met je hart. Je accepteert jezelf
niet en dat schept grote problemen. Of je accepteert jezelf helemaal of je
verwerpt jezelf. Je kan moeilijk een deel van je zelf aanvaarden en het andere
deel.
Als je van iemand houdt dan voel je je aangetrokken tot hem.
Als je haat wordt je afgeweerd mar aantrekking en afwijzingen zijn twee golven
van dezelfde beweging.
Je kan ze onmogelijk splitsen het is zoals je zou zeggen je
ademen maar niet uitademen.
Tantra zegt: We accepteren je zoals
je bent. Dat wil niet zeggen dat je niet hoeft te veranderen; het wil niet
zeggen dat je je groei moet stoppen. Integendeel, het betekent dat we het
fundament van je groei accepteren, Nu kun je groeien, maar die groei is geen
keuze. Die groei is keuzeloos.
Einstein heeft ooit gezegd dat onze vrede niets anders is
dan een voorbereiding op een nieuwe oorlog.
Een Boeddha is iemand die in
een totaal andere zijnstoestand leeft, jij kunt je daar geen voorstelling van
maken. Jij kent alleen maar de verdeling in tweeën. Je kunt je niet voorstellen
wat een Boeddha is of wat er met hem gebeurd is.
Tantra aanvaardt dus alle energieën in jou. Tantra is niet
voor afwijzing maar voor transformatie. En tantra beschouwt acceptatie als de
eerste stap. Die eerste stap is bijzonder moeilijk acceptatie is heel
moeilijk. Je wordt misschien wel tientallen keren per dag kwaad, maar het is
moeilijk om je woede te accepteren.
lederen denkt van zichzelf dat hij een goed mens is en dat die
boosheid alleen maar iets tijdelijks is, iets dat komt en gaat. Slimmeriken
tonen onmiddellijk berouw. Ze worden kwaad en hebben dan spijt. Ze vragen om
vergeving. Dat zijn de sluwe vossen. Omdat door hun woede het beeld dat ze van
zichzelf hebben begint te wankelen. Ze voelen zich niet op hun gemak.
Zo kun je nog levens doorgaan
met kwaad zijn, seksueel zijn, bezitterig zijn, dit of dat zijn, zonder het
ooit te accepteren. Het is een foefje van de geest.
Woede kan niet oplaaien als
ze niet altijd aanwezig is. Je kunt dit licht aan- en uitdoen, maar er moet wel
voortdurend stroom zijn. Als er geen stroom is, dan kun je het licht niet aan-
en uitdoen.
Door dat zonder meer te
accepteren gooi je het beeld dat je van jezelf hebt aan gruzels. En we hebben
allemaal zo'n mooi beeld van onszelf. Iedereen heeft een prachtig imago opgebouwd. En dat imago wordt nooit aangetast, wat je
ook doet. Je blijft het koesteren. Je houdt het zorgvuldig in stand zodat je je
goed kunt blijven voelen. Daarom kun je kwaad worden, je seksueel voelen,
zonder je daardoor te laten storen. Maar zodra je die gevoelens zonder meer
accepteert en zegt: 'Ik ben seks, ik ben woede, ik ben hebzucht,' dan valt je imago onmiddellijk in duigen. Tantra
zegt dat die acceptatie van alles wat in je zit de eerste stap is en de
zwaarste. Het is het aller-moeilijkste om te accepteren wat je bent, wat dan ook.Je denkt altijd
naar het ideaalbeeld toe: een beeld waarin je zachtmoedig, vol liefde, vol
deernis bent. Omdat je gericht bent op het ideaalbeeld hoefje de werkelijkheid
niet te accepteren. Je ideaalbeelden zijn uitsluitend droombeelden, foefjes van
de geest om de zaken uit te stellen, om je gedachten ergens anders op te
richten.
Als je agressief bent, dan
ben je agressief, accepteer het! En probeer niet geweldloos te zijn. Een
gewelddadige geest kan niet geweldloos.
Karma houdt in dat je alles
ook misdragingen die je in een vroeger leven in vorm van geweld hebt begaan, op
een later tijdstip in een ander leven in vorm van geweld zult mee maken.
Actie veroorzaakt reactie.
Wat je zaait zal je oogsten.
In onze tijdsdimensie zin er
net als in andere anderen mensen van verschillende zielenleeftijden.
De zielenleeftijd verandert
echter niet mee met het verouderingsproces op aarde maar is verbonden met het
aantal incarnaties. Zo zal het zijn dat jonge mensen ondanks hun leeftijd wijs
kunnen zijn en ouderen zich gedragen zoals pubers.
De ziel heeft zoiets als
speel en leer fasen.
Al naar gelang het aantal
incarnaties toeneemt lukt het steeds beter om de testen, de proeven op te
lossen. Dan komt er een fase waarin de ziel wil testen hoe goed ze is, hoe ver
ze al gevorderd is en hoever ze de medemens kan manipuleren.
Dan gebeurt het dat ze zich
verrijken door het uitoefenen van macht en raakt ze verstrikt in een val van
leugen en intriges. Zo erg dat ze in het nauw komt en uit angst of haat ene
moord doet.
Er is in de zielensfeer een
afspraak gemaakt tussen dader en slachtoffer. Meestal is het zo dat
slachtoffers in hun ontwikkeling iets verder zijn dan de daders. Ze hebben op
hun beurt in een vorig leven een moord begaan en willen nu de rol van
slachtoffer ervaren.
Wanneer de ziel door haar
wilde heen is gegroeid zal ze minder gewelddadig worden en verandert het karma.
Zo is het dat er nu vele zielen deze ervaring van vereffening niet meer nodig
hebben.
Kleine vergrijpen worden
direct vereffend, dat wil zeggen er is bijna onmiddellijk reactie. Voorbeeld:
Wanneer je in dit leven iemand zou bestelen hoef je geen levens meer te wachten
maar wordt er meteen afgerekend.
Wanneer je iemand wil kwetsen
of belachelijk maken zal je in dit leven nog hetzelfde overkomen.
Eens dat je het principe van
oorzaak en gevolg hebt begrepen kom je in een andere fase waarbij je gedrag
wordt verfijnd.
Het slachtofferspel zal dan
op het fysieke vlak verdwijnen.
Bij de meeste mensen wordt
karma dus niet meer overgedragen naar een volgend leven. Ze ervaren de
uitwerking meteen.
Sommige mensen maken echter
gebruik van de lessen van karma om hun gedrag te kunnen permitteren. Het gaat
er uiteindelijk om zich aan hun verantwoordelijkheid te onttrekken.
Elke ziel heeft ooit eens
iemand vermoord. Herinner nog even de ziele afspraken daaromtrent.
Bij massa moorden neemt
diegene die voor zon leven kiest het schulden programma van de hele familie op
zich. Zodoende zijn alle broers en zusters van deze daden bevrijdt. Het zelfde
geld voor zelfmoord.
De aardse zienswijze is daar
omtrent beperkt. We zien alleen wat er gebeurt is, niet het waarom.
Besef wel dat zij die voor
zon leven kiezen geen gemakkelijk leven zullen hebben en graag de tijd zouden
terug draaien om hun daad ongedaan te maken.
Daarom een goeie raad kijkt
eens naar je eigen karma.
Kijk naar wat je in je vorig
leven hebt aangedaan en wat men jou nu aandoet.
Meestal helpt dit bij het
veroordelen van anderen.
Iedereen kan begrijpen dat woede en aanvallen met elkaar in verband
zijn. Minder begrijpelijk is het verband tussen woede en angst.
Woede kan zich alleen voordoen als je aangevallen wordt of aangevallen
voelt.
Besef dat je niet kan aangevallen worden.
Probeer te ontdekken dat hoe erg je je ook aan verantwoordelijkheid wil
onttrekken je de verantwoordelijkheid niet kan ontlopen.
Jaren lang heb op dezelfde manier gereageerd en altijd geweigerd van te
zien dat je het jezelf hebt aangedaan.
Woede die je overviel lokte geweld uit.
Gewelddadigheid kan alleen plaats vinden tegen het lichaam. Het ene
lichaam kan het andere vernietigen. Probeer te begrijpen dat wanneer
vernietiging niet bestaat de gene die wordt aan gevallen niet echt kan zijn.
Jou woede stelt dat je gelijk bent aan het vernietigbare. Wees dus
overtuigd van je eigen onschendbaarheid.
Probeer te herontwaken en ontdekt dat wat het ego je lat zien niet echt
is en niets te betekenen heeft.
Luister naar de stem van je hoger zelf. Stop er mee met jezelf te rechtvaardigen.
Beweeg je enkel in liefde want dat is de essentie van je wezen. Laat dan
ook de angst achterwege want daar waar liefde is kan geen angst zijn.
Niemand wordt gestraft voor zijn fouten of zonden want als dat zo zou
zijn betekent dat dat er schuld is.
Onthoudt dat elke afwijzing inhoud dat er een splitsing is van het
denken.
Wat je projecteert verstoot je, het is ene cirkel zonder einde.
Door onbewust te zijn probeer je alles buiten jezelf te houden.
Wat gebeurt er : je verstikt het geloof in je eigen gespleten denkgeest.
En het ego is zeer geslepen want het stelt dat jij beter bent dan je broeders.
Elke gedachte begint in de denkgeest van de denker. Probeer de denkgeest
terug te doen keren naar God. Dat is natuurlijk heel moeilijkvoor het ego om dat te aanvaarden. Het ego is
en blijft nu eenmaal de grote misleider.
De enige manier om vrede te kennen is vrede te onderwijzen, liefde en
dat is eigenlijk het gemakkelijkste want je bent liefde.
Het ego is wisselvallig en wispelturig en in feite afgesneden van het
hoger zelf. Het ego vindt dat aanval de beste verdediging is en maakt daarom
van het lichaam gebruik om zijn gelijk te halen.
Eerder zagen we dat het ego altijd gekoppeld is aan angst. Het sust ons
in slaap en die slaap verwekt dromen, dromen die enkel onwaarheid bevatten.
Wanneer je contact hebt met het goddelijke komt blijft er van je droom
niets meer over.
Door niet te geloven in je eigen volmaaktheid leer je jezelf steeds het
verkeerde.
Vreugde is je wezen, vreugde is eeuwig en niet gekoppeld aan tijd.
Gedaan met de nachtmerries. Dat is het verschil tussen slapen en bewust
zijn; de droom is weg gevallen.
Het is dus heel belangrijk dat je vreugde leert kennen.
Het is helemaal onbelangrijk om te leren wat je moet doen om gelukkig te
zijn. Belangrijker is dat je leert vreugde te kennen.
Stop er mee een lijstje te maken van je vergissingen.
Het is heel raar maar als je dromen verdwijnen is het ego ook verdwenen.
Denk niet dat dood de oplossing is. Dit is slechts uitstel. Enkel leven
kan je laten overwinnen.
Wanneer denkgeest instaat is om te genezen betekend dat, dat hij sterker
is dan het lichaam. Dus wanneer jij je identificeert met dat lichaam is er een
groot probleem.
Kan je zien hoe het ego het lichaam misbruikt.
Om aan te vallen, voor je genot, voor je trots. Onthoudt dat het ego
altijd een tijdelijke verbinding maakt met andere egos met oog dingen te
verkrijgen. Dit in tegenstelling met het hoger zelf dat enkel wil delen.
De Amerikaanse zanger John
Mellencamp gaf een zijn albums de titel Nothin Matters and what if it did
wat zoveel wil zeggen als niets doet er toe en wat als het wel zo was.
De Griekse wijsgeer Epictates
zei de mens wordt niet gekweld door gebeurtenissen maar door de betekenis die
hij er aan geeft.
Henry Miller de schrijver
zei: Het doel van het leven is te leven. Leven betekend bewust zijn, goddelijk
bewust.
In al deze gezegden zit veel
waarheid in mar waarschijnlijk zal de vraag nooit volledig kunnen worden
beantwoord omdat het voor iedereen verschillend is al naar gelang het niveau
waar tot men is opgegroeid. Voor sommigen is dat hun werk, hun loopbaan, hun
rijkdom. Voor anderen is dat hun gezin, hun kinderen. Voor weer anderen is het
dienenvan mensen of God. Weer anderen
beweren dat het leven geen zin heeft. Je ziet dat er verschillende meningen
zijn.
Misschien is niet zo zeer wat
wij van het leven verwachten maar wat het leven van ons verwacht.
De zin van het leven kan
alleen maar ontdekt worden door te leven en dat zal voor iedereen verschillend
zijn.
Het is in de eerste plaats
belangrijk stil te staan bij de vraag Wat is voor mij het zinvolste.
Men zegt dat vrijheid het
belangrijkste is maar is het jullie opgevallen hij weinig mensen echt vrij
zijn.
Om echt vrij te zijn moet men
constant bewust zijn zonder af te dwalen en dat bewust zijn moet het leven
voortdurend in evenwicht houden.
We zijn voortdurend gedwongen
te leven alsof het leven enige zin heeft maar er is geen enkele garantie dat het
inderdaad ook zo is.
Het kan zijn dat er jaren
lang niets opmerkelijks gebeurt en dan plots staat met voor een plotse
verandering. Op dat ogenblik rijzen er vragen.
Het hele leven lang probeert
men ons in een bepaalde richting aan te praten. Elke gedachte lek woord elke
daaddraagt bij aan de belangrijkheid
van die richting.
Het is uitermate belangrijk want
de richting die je gekozen hebt op het einde van je leven, zal bepalen hoe je
volgend leven zal zijn. Denk dus heel goed na!!!!
We zijn voortdurend gebonden
aan de wet van oorzaak en gevolg. Er zijn drie zaken die er voor zorgen dat het
leven de verkeerde kant opgaat namelijk hebzucht, woede en onwetendheid.
Wat gebeurt er werkelijk?
Deze consumptiemaatschappij laat ons ten onrechteen valse zintuiglijke bevrediging zien, een
gelukzaligheid die van buitenaf komt.
Vroeg of laat komen we tot de
vaststelling dat dit niet de zin van het leven benadert.
We weten waarom we hier zijn,
enkele en alleen om verlichting te bereiken om een te worden met onze goddelijk
oorsprong waaruit we zijn ontsproten. Het leven geeft de enige mogelijkheid om
alle ervaringen op te doen die moeten opgedaan worden om te kunnen terug keren.
Er is geen andere reden of
het is ene drogreden. Kijk naar je leven naar wat je er van gebakken hebt en
wat de resultaten zijn van het volgen van je ego.
Is dat de bevrediging die je
nodig hebt, maakt dat je echt gelukkig? Je bent immers nooit tevreden!
NEEN ! Al deze overdreven
gehechtheden en verlangens leiden tot jaloezie en angst die het leven verzieken
en het ons als maar moeilijker maken.
Confusius heeft ooit gezegd
als iemand niet tegen zichzelf zegtwat
moet ik doen, dan weet ik niet wat zo iemand moet doen.
Ga dus bij jezelf ten rade en
probeer inzicht te krijgen in de zin van je leven door van het ene moment naar
het andere te leven en verkeer zo vaak als je kan in gezelschap van gelijk
gestemde mensen.
Kijk niet naar de toekomst
want die komt nooit en laat het verleden achter je want dan kan je niet meer
veranderen.
Leer vertrouwen hebben en
laat je verlangen los.Verlangen
betekent dat je geest nooit tevreden is en een ontevreden geest maakt een
ongelukkige mens.
Wie van ons
kan zeggen dat hij zichzelf werkelijk kent? We zien van onszelf altijd het
spiegelbeeld en dan noch durven we niet in die spiegel te kijken.
Iemand die
zichzelf kent kan nooit meer dezelfde zijn.
Carl Gustav
Jung zei ooit dat iemand die naar buiten kijkt droomt en iemand die naar binnen
kijkt ontwaakt.
Veel van wat
we doen de eerste twintig jaar van ons leven is er opgericht ons los te maken
van onze ouderfiguren en een zelfbeeld op te bouwen
Soms hebben
we ons daarbij zo sterk aan ene bepaalde rol die we spelen vast gehecht dat we
gaan geloven dat we dat werkelijk zijn en wie of wat we echt zijn vergeten.
We gaan als
het ware de vraag wie ben ik uit de weg door een bepaalde identiteit te
creëren.
We willen in
ons leven van alles doen, van alles zijn, van alles doen behalve onszelf zijn.
Bewust of onbewust zijn we met van alles bezig zodat we zeker niet
geconfronteerd worden met wat we werkelijk zijn.
Elk van ons
weerspiegelt het hele universum in zich want we komen er uit voort en toch
houden we ons met onbenullige zaken uit de materiële wereld bezig goed weten
dat we dat allemaal zullen moeten achter laten.
Zelf het
meest tastbare deel van onszelf, ons lichaam verandert voortdurend en ook daar
hechten een overdreven belang aan.
Elke
ervaring, elke nieuwe dag geeft een verandering zodat nooit iets hetzelfde kan
zijn.
Waarom
vechten we tegen de stroom van het leven? Waarom voelen we ons nooit op ons
gemak. Waarom zinken sommigen van ons weg in een zware identiteitscrisis?
Het is
belangrijk om jezelf regelmatig eens door te lichten.
Als je
geestelijk, gezond, creatief en gelukkig wil leven en de oneindige rijkdommen
wil hebben en deze delen met anderen ga dan van af vandaag opzoek naar wie je
werkelijk bent.
Toen men aan de dalai lama
voeg wat de zin was van het leven antwoordde hij anderen gelukkig maken.
Wat mij betreft is geluk een
diep besef van vreugde dat open bloeit wanneer het hart en de geest evenwichtig
zijn en stabiel.
Men is tevreden, accepteert.
Het is zinloos om geluk buiten jou te gaan zoeken.
Boeddha sprak over vijf
soorten van geluk. In omgekeerde volgorde van belangrijkheid hier volgend:
geluk van het besef
van plezier
geluk van geven en
delen, inclusief zowel uiterlijke deugdzame handelingen als innerlijke
mentale toestanden en houdingen
geluk, de
innerlijke vrede en gelukzaligheid die voortkomen uit een intensief
geconcentreerde staat van meditatief bewustzijn die samengaat met
zuiverheid van geest
geluk en de
vervulling die voortkomen uit inzichtelijke wijsheid en een diepgaand
begrip
Nirwana het eeuwig
durende geluk.
Geluk
maakt deel uit van onze natuurlijke staat, die alleen verduistert wordt door
gehechtheden en verlangens die onze stralende aangeboren aard versluieren en
ons potentieel begrenzen.
Misschien beseffen we het zelf niet maar wij hebben
een aangeboren vermogen om gelukkig te zijn los van wat er ons overkomt. Jij en
alleen jij beslist of je gelukkig wil zijn of niet. Elke dag heeft een nieuw
begin. Probeer je geest te doen ontwaken voor het nu dat elk moment anders is.
Je voelt je goed wanneer de zaken blijken mee te gaan
zoals je wil maar dit soort geluk is oppervlakkig en uiteindelijk
onbevredigend. Steeds opnieuw duiken er andereverlangens je hebzucht kent geen grenzen. Die hebzucht komt voort uit
eigenwaan en egoïsme.
Er zijn mensen dienaar hun bezittingen kijken als bron van bezit. Het gaat hem niet enkel
om materiële zaken maar ook hun rol, hun status en hun uiterlijk zelfbeeld.
Men is steeds met zichzelf bezig en heeft totaal geen
aandachtvoor iets anders.De consumptiemaatschappij teert op dit misplaatste
waardesysteem. We worden gemanipuleerd om naar nog meer rijkdom en populariteit
te verlangen. De overal aanwezige reclame verschaft ons zelfs een model voor
gelukkig gedrag: acteurs die de blije maniertjes demonstreren die we geacht
worden te vertonen wanneer we een bepaald product gebruiken of een specifieke
status bereiken. Wat men niet laat zien is alle ongeluk waartoe ze zo
gemakkelijk kunnen leiden wanneer we die fantasiebeelden als serieuze doelen
gaan nastreven en ze niet aan onze verwachtingen beantwoorden.
Waarom kan je niet blij zijn met deze dingen? Als
deze dingen geen geluk brengen, wat dan wel?
Men zegt dat geluk is niet te koop, maar volgens de
statistieken is favoriete vrijetijdsbesteding winkelen.
Wees eerlijk je lijkt in het duister te tasten,
waarbij je onvermijdelijk dezelfde oude tegenstellingen steeds opnieuw beleeft:
genot en pijn, verlies en winst, roem en schande, lot en kritiek. De
boeddhisten noemen dit de acht wereldlijke valkuilen.
Denk nu niet dat je niet van dingen kan of mag
genieten. De kwestie is dat hoe meer je gehecht geraakt aan de vergankelijke,
onbetrouwbare en droomachtige verschijnselen van de wereld des te groter is de
kans dat ze je vroeg of laat ongelukkig maken.
De media probeert je wijs te maken dat de meeste
mensen het grootste deel van de tijd gelukkig zijn, maar de verkoop van
antidepressiva neemt jaarlijks toe.
Men trapt in de val van de extreme verslavingen:
zoals eten, drinken, drugs, gokken (lotto), gedachteloos televisiekijken,
roekeloos gedrag of een verkeerde geliefde omdat men daarin ooit precies vind
wat men wilde.
Tenslotte treedt er gewenning op en blijft de
bevrediging uit, maar men kan het idee maar niet loslaten dat het de volgende
keer misschien wel lukt. Helaas keert het lot zich altijd op rampzalige wijze
tegen hun.
De Boeddha waarschuwde tegen buitensporige
gehechtheid aan vergankelijke dingen of aan mensen, wat eerder een bron van
lijden dan van geluk zal zijn. In het bijzonder waarschuwde hij ervoor je te
hechten aan het idee van een afgescheiden, onafhankelijk zelf dat 'zijn eigen'
geluk verdient.
Hoe gemakkelijk brengen we geluk niet in verband met
ons persoonlijke eigenbelang, waarbij we het feit ontkennen dat we allemaal ten
diepste onderling met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk zijn.
De Boeddha zegt in de Dhamma-pada: 'Als je spreekt of
handelt met een rustig, stralend hart, dan volgt het geluk je als een schaduw
op de voet om nooit van je te wijken.'
De hele kwestie van geluk komt er op neer of je al
dan niet in het nu bent, met de stroom meegaat en één ben met wat er ook
gebeurt en wat je doet.
Ik wil nog even herhalen dat je op elk moment in je
leven kan kiezen voor geluk en tevredenheid.
Heel vaak sluit je jezelf af in eenzaamheid of gaat
verschillende dingen doen om de realiteit te ontvluchten, om jezelf te
verliezen in afleiding. Het geeft je het gevoel bezig te zijn maar je blijft
zitten metknagende gevoelens zoals
ontevredenheid, twijfel, eenzaamheid, verveling of angst.
Dat ongelukkig voelen, komt dat vaak voort uit een
onstabiel hart er onstabiele geest, uit onbewuste drijfveren en verlanger omdat
je in gedachten in het verleden of in de toekomst leeft.
Zolang je in beslag wordt genomen door oude trauma's
en triomfen, door angsten en verlangens over wat er in de toekomst zou kunnen
of moeten beuren of wie wat tegen wie heeft gezegd, is het heel moeilijk om de
vreugdevolle geschenken van je leven in het hier en nu te waarderen.
Weet dat geluk je spirituele geboorte recht is, het
is de tegenhanger van lijden.
In de esoterie spreekt men van evolutie om het universele
proces aan te duiden waardoor alles ontstaat en zich ontwikkeld. Ik wil mij
beperken tot de evolutie van de mens omdat het ons anders te ver zou leiden.
In het groeiproces ontwikkeld
zich alles. Neem nu bijvoorbeeld een zaadje. Het doorloopt alle stadia tot het
zich uiteindelijk ontwikkeld tot een boom. We kunnen van het zelfde procedé
uitgaan voor wat de mens betreft.
In het zaadje is het idee
reeds aanwezig zodat men kan zeggen dat de evolutie eigenlijk de
verwezenlijking is van het idee. Het zichtbaar maken van het onzichtbare. Met
andere woorden er kan niets geschapen worden dat te voren als gedachte niet
bestond.
Hoewel we weten dat de groeiende kiem, elementen van de
aarde tot zich neemt om te groeien en daarmee haar stoffelijke structuur
opbouwt, hij dat onmogelijk kan doen zonder de intelligentie die daar achter
staat. Er zijn verschillende strekkingen waarvan sommigen dat God alles in een
keer schiep maar als je rond je heen kijkt gaat de schepping steeds verder, ze
stopt niet. Het is dan ook door de Godsdienst die een belangrijke rol heeft
gespeeld is de vijandigheid die ontstond tussen de verschillende theorieën
hierover.
Maar dat terzijde kunnen we
stellen dat de evolutie zich voltrekt in verschillende stappen, zowel bij mens
als dier.Hogere soorten hebben
zich steeds ontwikkeld uit lagere waarbij de evolutie steeds in hogere lijn
verder gaat.
In de evolutie leer van Darwin zit een duidelijke leegte
die alleen kan worden ingevuld door te putten uit het akasha geheugen.
We weten dat de natuurlijke
evolutie begint via de elementale rijken, dan als mineraal, plant, dier en ten
slotte mens. De evolutie stopt hier niet laat dat duidelijk zijn. Er is een
zaak die men over het hoofd heeft gezien namelijk de bouwers van het plan.
Het probleem met mensen zoals Darwin is dat ze geen
rekening met andere vormen dan deze van de stof. Men moet weten dat de vorm
reeds bestond in zijn astrale vorm. Nu lijkt het er op dat de stoffelijke
vormen een lange tijd onveranderd bleven. In feite zijn deze vormen niets meer
dan zeg maar huizen waarin de monade woont.
Zonder dit is het onmogelijk
om de evolutie te verklaren.
Wat betekend het woord mens? Het is duidelijk meer dan
een lichaam. Er is ook een intelligentie en een ziel. Dit laatste is iets dat
de wetenschap nog altijd niet erkent. In de esoterie is de mens het resultaat
van twee samenvloeiende evoluties. Die van de geest en die van de stof. Dit is
wat eigenlijk in de kosmos gebeurt. Het bewustzijn bouwt een verlangen op als
middel tot zelfexpressie. Het is de
geest die de ontplooiing van de organismen veroorzaakt; de vorm verandert en
zich aanpast bij de toenemende vermogens van de inwonende monade. Hij is dus
niet het eindproduct van een reeks plant- en diervormen. Hij heeft de
mogelijkheid om zijn eigen bewustzijn te bestuderen en heeft de macht zich te
veranderen door gebruik te maken van zijn eigen wil, iets wat dieren niet
kunnen. We kunnen dus stellen dat de mens het resultaat is van drie lijnen van
evolutie zoals eerder vernoemd: geest, stof en de derde, zelf bewust denken.
De feiten leren ons dat intelligentie
in de ene mens wordt opgewekt door de andere mens. Een kind dat aan zichzelf
wordt overgelaten is niet in staat zijn intelligentie te ontwikkelen, maar zou
een soort instinctief levend wezen worden, waarvan gevallen bekend zijn. Het
kind leert van zijn ouders en andere opvoeders door onderricht en door te
imiteren, en later door wat hij op school leert. Belangrijke veranderingen in het denken van de mens zijn altijd op
gang gebracht door grote geesten, originele denkers van formaat, die leerlingen
aantrokken, en vandaar stroomde de golf uit in het denken van de massa. Het
licht wordt altijd doorgegeven. In ieder mens is intelligentie inderdaad latent
aanwezig, maar het zou latent blijven als het niet tot leven werd gewekt. De
hoogst ontwikkelde dieren blijven wat zij zijn en vertonen geen neiging
intelligentie te ontwikkelen
Dit
is de reden dat het zoeken naar fossiele overblijfselen van wezens tussen mens
en mensaap is zonder succes is gebleven. De overeenkomst tussen de bouw van de
mensaap en die van de mens werkt naar twee kanten en kan daarom evengoed dienen
als bewijs dat de aap van de mens afstamt wat door sommige biologen wordt
bevestigd.
Het is dit zelfbewuste denken dat de
mens zo duidelijk onderscheidt van de hogere diersoorten en, zoals gezegd, kan
dit niet het gevolg zijn van directe evolutie van het niet-zelfbewuste dier.
Het is een verworvenheid van de mens in een bepaald stadium van zijn evolutie.
Er was een tijd dat hij het niet bezat, en er kwam een tijd dat hij het
verwierf. Dit verklaart het verschil tussen de vroegere 'verstandeloze'
mensenrassen en de latere 'ontwaakte' rassen. We spreken hier over het eerste
en tweede en gedeeltelijk het derde wortel ras.
Het waren goddelijke wezens die eens
zelf mens waren, maar die, daar zij tot een vorige ronde van de evolutiecyclus
behoren, zich hadden ontwikkeld tot voorbij het stadium van het menszijn.. Het
zijn deze wezens waaraan de mens zijn speciale intelligentie ontleende. Men dient wel te verstaan dat zij hem
denkvermogen niet schonken. Daar het
reeds als latent zaad aanwezig was moesten ze het enkel opwekken Het is immers zo dat in elk wezen in het
heelal, hoe laag ook, de hoogste mogelijkheden in latente toestand aanwezig is.
Men
kan het zo stellen dat Geestelijke Wezens niet kunnen incarneren in dierlijke
organismen omdat de kloof te groot is want die worden voortgebracht door de
lagere evolutie.
Op de vraag of de tegenwoordige
dieren ooit mensen zullen worden, luidt het antwoord, ja en nee. Het is niet
juist te stellen dat dierlijke lichamen kunnen evolueren tot menselijke
lichamen, of dat dieren mensen worden langs de weg van geleidelijke
transformatie. Maar het is wel waar dat de monaden die nu in dierlijke lichamen
huizen, eens naar het mensenrijk zullen overstappen en verlicht zullen worden
door het vuur van het denken. Dat zal echter niet in het huidige
evolutietijdperk gebeuren; de deur naar het mensenrijk is voor dit tijdperk
gesloten en de dieren van nu wachten hun beurt af in een toekomstige
evolutieronde. (dit laatste werd door Meester Lanto eveneens bevestigd.)
Volgens de theosofische evolutieleer
was de mens de oorspronkelijke stamvader van de zoogdieren, en zijn ook de
andere soorten ontsproten aan deze menselijke stam. De voorouders van de mens waren de mensen zelf; wellicht
pre-menselijk, maar toch mens. De mens begon zijn bestaan op het geestelijke
gebied als een niet-zelfbewuste goddelijke vonk, die bestemd was om na
cyclussen van evolutie weer te worden verenigd met de goddelijke essentie
waaruit hij voortkwam.
De
eerste stoffelijke mens bestond
op deze aarde al 18.000.000 jaar geleden; maar daarvoor was hij er al in
astrale of etherische vorm. Dit is een punt dat door de wetenschap lange tijd
over het hoofd werd gezien, nl. dat de stof zelf evolueert en dat deze aarde
niet altijd stoffelijk was zoals nu.
In de huidige penode of ronde van
kosmische evolutie zijn er zeven wortelrassen, en wij; zijn nu in het vijfde.
Het eerste wortelras begon ca. 130
a 150 miljoen jaar geleden. Elk van deze rassen had zijn
eigen vorm en zijn eigen speciale manier van voortplanting. Het eerste plantte
zich voort door middel van deling. Het tweede door knopvorming en het derde was
tweeslachtig en legde eieren. Bij sommige diersoorten komen deze
voortplantingsmethoden nog steeds voor. De geslachtelijke voortplanting zoals
wij die nu kennen, is van voorbijgaande aard. De eerste stoffelijke mensen en
de astraal-etherische mensen die daaraan voorafgingen, waren de stamvaders van
het geslacht van zoogdieren. In die tijd was de mens 'verstandeloos' dat wil
zeggen hij handelde instinctief, want het licht van zelfbewustzijn was nog niet
in hem ontstoken. In die tijd kon hij de evolutie op gang brengen van de
verschillende typen zoogdieren door middel van het afwerpen van cellen of zaden
die voortkwamen uit zijn eigen lichaam. Deze volgden daarna hun eigen speciale
evolutielijn en brachten in de daaropvolgende eeuwen de zo ver uiteenlopende
soorten voort die we nu kennen.
Tot nu toe hebben we gesproken over
de zoogdieren, maar er zijn ook nog lagere diersoorten zoals de reptielen,
vogels, vissen, enzovoort. Deze kwamen niet uit de menselijke stam voort in deze
ronde van de grote evolutionaire cyclus, maar in een voorafgaande periode van het
leven op deze bol.
Een speciaal geval moet hier aan de
orde worden gesteld en dat betreft de twee families van de aapachtigen, de
antropoïden of mensapen en de gewone apen. Sommige wetenschappers vermoeden dat
deze afstammen van de mens en niet op weg zijn naar de mens. Zo zegt
bijvoorbeeld de Finse antropoloog Bjorn Kurten, dat uit fossielen van primaten
onmiskenbaar blijkt dat de mens niet van de apen afstamt maar dat het juister
is te zeggen dat de apen en mensapen van de vroege voorouders van de mens
afstammen. Maar de apen en mensapen verschillen van de andere zoogdieren in de
wijze waarop zij uit de menselijke stam voortkwamen. Het jonge menselijke ras,
waarover we eerder spraken als 'verstandeloos', verenigde zich in die tijd met
bepaalde dieren, en uit deze verbintenis kwam een bastaardras voort dat de
stamvader werd van de tegenwoordige apen(niet te verwarren met de mensapen).
Het is niet juist deze
rassenvermenging een misdaad te noemen Ze
hadden veel meer overeenkomst met elkaar; de afstand tussen mens en dier was
niet zo groot. Vandaar dat een vruchtbare vereniging mogelijk was, en ook een
vruchtbaar nakomelingschap dat in staat was zich voort te planten. De
menselijke wezens waren bovendien verstandeloos en daardoor niet tot zonde in
staat en hun handelingen waren instinctief.
De geschiedenis van de mensapen stamt
uit een latere periode, toen het vierde grote mensenras over zijn hoogtepunt
heen was. Bepaalde gedegenereerde overblijvers gingen zich met 'verstandelozen'
te verenigen en daaruit kwamen de mensapen voort. Maar dit was een bestiale
handeling, een zonde, want deze menselijke wezens waren niet verstandeloos,
maar begiftigd met zelfbewustzijn.
De mens is niet zijn lichaam, dit
wordt vooral door oosterse religies duidelijk gesteld. De waarheid is dat het
monaden zijn, vonken uit het universele leven. Als de geest zich voor het eerst
begint in te wikkelen in de stof, gaat de evolutie erg langzaam, zodat lange
tijdperken worden doorgebracht in de lagere natuurrijken het delfstoffenrijk,
voorafgegaan door de drie elementale rijken, en gevolgd door het plantenrijk en
zo verder.
Het
individualiseringsproces begint in de planten, ontwikkelt zich verder in de
dieren, en wordt voltooid in de mens. Hierbij valt wel te bedenken dat het niet
de organische vormen zijn die in elkaar overgaan, maar dat het de inwonende
monaden zijn die de ene vorm na de andere als woning gebruiken, naar gelang hun
evolutie dit vereist.
Het
is opmerkelijk dat soms nieuwe varianten van plant en dier plotseling
verschijnen.
De
geest gaat aan de stof vooraf zodoende kunnen we niet anders dan de heest
aannemen.
De menselijke stam is de hoofdstam,
waaruit andere organische vormen in een of andere tijd te voorschijn kwamen.
Naast de primitieven waren er zowel in het verleden als nu machtige
beschavingen. De mensheid is verdeeld in rassen en eindeloos onderverdeeld in
kleinere groeperingen, en elk daarvan is in een speciale fase van zijn eigen
raciale evolutie. Sommige zijn in opkomst, andere in verval en zo vinden we nu
op aarde rassen die opkomen, en andere die over hun hoogtepunt heen zip, terwijl
weer andere bezig zijn uit te sterven.
Nog maar dertig of veertig jaar
geleden beweerde men dat de rechtstreekse voorouders van de mens van nu, een
ouderdom toegedacht van ten hoogste 500.000 jaar. Nieuwe vondsten van fossiele
overblijfselen in Oost-Afrika sinds 1959 brachten de vinders ertoe die ouderdom
op circa 1,6 en later zelfs 2,6 miljoen jaar te stellen. Daarbij bleef het
niet. Begin jaren zeventig werden er vondsten gedaan, waarvan de betreffende
onderzoekers de ouderdom bepaalden op ongeveer 3,75 miljoen jaar. Het beeld van
de agressieve wilde dat men zich meestal van deze verre voorouders vormde, werd
vervangen door dat van een samenwerkende gemeenschap, waarvan de leden
getuigden van intelligentie en onderlinge solidariteit.
Mogelijk
gaat de ouderdom nog verder tot 15 miljoen of 20 miljoen jaar.
We
weten dat elke manvantara verdeeld worden in zeven grote tijdperken. We
bevinden ons momenteel in het vierde ronde (tijdperk) van onze manvantara. Elke
globe-ronde bestaat uit zeven wortelrassen en wij zijn nu in het vijfde, dat
ongeveer 5 miljoen jaar geleden begon. Het eerste wortelras ontstond ongeveer 132 a 150 miljoen jaar geleden.
De mens verscheen 18 miljoen jaar geleden voor het eerst op aarde in een
stoffelijke vorm; maar daarvoor bestond hij op aarde in fijnere vormen van
stof, die wel astraal of etherisch worden genoemd.
Deze
wortelrassen zijn onderverdeeld in kleinere delen, en deze in weer kleinere,
zodat de beschavingen van de verschillende rassen die nu op aarde bestaan, heel
kleine uitlopers vertegenwoordigen. Als verder elke onderverdeling zich splitst
en nieuwe zijtakken doet ontstaan, die ieder hun eigen afzonderlijke
geschiedenis vervolgen, dan is het duidelijk dat wat we nu op aarde vinden, een
zeer gemengde verzameling is. Er zijn verre afstammelingen van het vierde
wortelras en enkele zelfs van het derde. De bonte mengeling van overblijfselen
van oude rassen in Afrika is zeer opmerkelijk.
We
kunnen ons de vraag stellen of de mens nu de kroon is op het evolutie gebeuren.
Het
is inderdaad waar dat het geestelijk Wezen, dat zich nu manifesteert in het
voertuig dat we kennen, hogere stadia van evolutie wacht. Achtereenvolgens
wordt hij Adept, Meester van Wijsheid, Ingewijde, God, Planeetgeest. Het zijn
maar namen die op zich geen betekenis hebben omdat onze taal er niet op is afgestemd.
Wanneer
wij ons eigen bewustzijn bestuderen, beseffen we dat er nog veel meer in ons is
dan tot nu toe tot ontwikkeling is gebracht. Er is geen reden om grenzen te
stellen aan de mogelijkheden van wat we in deze richting kunnen bereiken.
We
zullen door de poorten van inwijding gaan, en het 'Koninkrijk der Hemelen' binnentreden.
Die krachten in onze natuur waaraan wij nu zijn onderworpen, zullen ons niet
langer overheersen. We zullen dan in het bezit zijn van wat we nu noemen
occulte krachten. Aangezien de mens een vrije wil heeft meegekregen ligt het aan
hem of hij mee gaat in de evolutie van deze ronde of niet. Ik wil heeft
terloops herinneren aan de woorden van Jezus Men kan geen twee meesters
dienen waarmee hij bedoelde of je gaat mee in evolutie of je blijft verankert
in het materiële.
Uiteindelijk
zal elke monade overgaan maar dat zal dan in een latere manvantara zijn.
Als een monade alle mogelijke ervaringen heeft
opgedaan die bij bepaalde omstandigheden en lichamen passen, en daardoor zijn
innerlijke krachten heeft ontplooid, voor zover dat in die omstandigheden
mogelijk is, is voor de monade de tijd aangebroken voor nieuwe ervaringen in
lichamen van andere aard die en verdere ontwikkeling mogelijk maken op een andere
planeet of zelf sterrenstelsel.
Je mag dan proberen om aan je leven niet diepte gang te
geven, het zal je opvallen dat je voortdurend door allerlei materiële zaken
wordt afgeleid. Het is normaal maar je mag toch niet vergeten dat al deze
dingen in feite vergankelijk zijn.
Het is nodig zelfs
noodzakelijk dat je je tijdens je leven over sommige zaken vragen zal stellen.
Vragen waarop je misschien nooit het antwoord vind maar dat is niet belangrijk.
Belangrijk is het feit dat je vragen stelt.
Het leven is een reis doorheen het onbekende, keer op
keer moeten we verwarrende dingen meemaken en het hoofd bieden.
Soms rijzen er de grote
vragen; Wat is het doel van mijn leven? Wat gebeurt re als ik dood ga? Waarom
zijn we hier, waar komen we vandaan en waar gaan we naar toe? Hoe moet ik mijn
leven leiden?
Hoe je ook draait of keert
vroeg of laat kom je in contact met het ondoordringbare mysterie van leven en
dood, waarheid en werkelijkheid.
Er zijn allerlei kwesties
gaande van zoals daar zijn; de zorg voor onze naasten, het milieu, ontwikkelen
van geneeskunde, persoonlijke waarden, karakter, familie, kinderen, job maar
ook diepgaandere problemen over tijd, ruimte en het mysterie van het leven.
Reeds in de oudheid waren die
vragen aan de orde van de dag. Zo was het Socrates, de vader van de westerse
filosofie, die het volk als volgt de les las: 'Burgers van Athene, schamen jullie je niet om
je zo bezig te houden met zo veel mogelijk geld verdienen en je reputatie en
prestige te bevorderen, terwijl jullie je helemaal niet bekommeren om waarheid,
inzicht en het verbeteren van je ziel?'
Terwijl
je dit leest ben je net het zelfde aan het doen in je leven als de oude Grieken.
Plato
stelde enkele van de oorspronkelijke grote vragen, iets wat hij van zijn
meester Socrates had geleerd, die, zoals we allemaal weten, zijn leerlingen
aanspoorde tot: 'Ken uzelve.'
Maar
zijn we allemaal niet meer bezig met de andere te kennen en te beoordelen?
Jean Jacques Rousseau vroeg: 'Waarom is iedereen
ongelukkig?'
Franse filosoof Blaise Pascal zei: 'Wij verlangen
naar waarheid, maar vinden onszelf alleen in onzekerheid.'
Samuel Johnson zei: 'Bij grote en edelmoedige geesten
is nieuwsgierigheid de eerste en de laatste passie.'
Het was eveneens Socrates die de uitspraak deed dat
het niet onderzochte leven niet de moeite waard is geleefd te worden.
Maar wat stellen we vast, we kunnen al te gemakkelijk
afgeleid, bang en teleurgesteld, goedgelovig, cynisch of gewoon onoplettend
worden. Wij onderdrukken onze natuurlijke, vragende geest. We ploegen voort
zonder echt goed te kijken naar waar we mee bezig zijn en waarom. En of we het
beseffen of niet, we slikken kant-en-klare denksystemen, gewoonten en overtuigingen,
ons aangesmeerd worden door onze cultuuur, familie enz.
We stellen vertrouwen in deze systemen en in deze
inzichten, gezien door hun bril?
In plaats van ons eigen denkwijze te ontwikkelen.
Hoe behulpzaam zijn ze in de huidige wereld, waarin
sociale, economische, politieke en religieuze structuren constant in beweging
zijn en zo vaak los lijken te staan van ons leven? Hoe kunnen we de
gepassioneerde nieuwsgierigheid van onze vragende geest weer zo aanwakkeren dat
we ons dynamischer kunnen inlaten met het grote avontuur van het leven? Zijn we
opgewassen tegen deze uitdaging?
De grote vraag is of je oprecht JA kan zeggen tegen het avontuur.
De Zwitserse psycholoog Carl Jungzei ooit: Denkende mensen verwelkomen twijfel,
het is voor hen een waardevolle opstap naar meer kennis.
Je beseft het misschien niet maar twijfel brengt het
ego van zijn stuk. Op die manier ga je beginnen nadenken en een eigen visie
ontwikkelen. Mensen die zich aangetrokken tot bepaalde ideologieën die
zekerheid geven in plaats van twijfel zullen nooit groeien.
Stel je de vraag waarom ben ik nooit tevreden of
vervuld als is het maar een korte tijd. Misschien zit je wel in een
identiteitscrisis en zeg je waarom begrijpt men mij niet, waarom moet mij dat
allemaal overkomen.
Ga eens op zelf onderzoek. Probeer het eens gewoon
kijken niet oordelen. Daar is veel moed en durf voor nodig.
Onze moeder aarde, de planeet waarmee we fysiek verbonden zijn is in beroering. Dagelijks worden we geconfronteerd met rampen, klimaatsveranderingen en agressie.
De aarde zoekt naar haar evenwicht, ze is op weg naar een nieuwe dimensie, een hoger bewustzijn samen met haar bewoners.
Continenten zullen oprijzen en ander verzinken.
Dit is het gevolg van 25.000 jaar energie die wij (de mensheid) de aarde hebben toe bedacht. Om te kunnen evolueren moeten deze negatieve energieën worden afgeschud, verwijderd.
Het is een publiek geheim dat de energie velden van de polen aan het veranderen zijn. We kunnen stellen dat de polariteitverandering niet zonder gevolg zijn. Men kan stellen dat van huidige wereldbevolking slechts 1/3 zal overblijven. 1/3 zal onmiddellijk verdwijnen en een tweede derde aan calamiteiten tengevolge er van.
Men kan begrijpen dat men hierdoor genoodzaakt zal zijn nieuwe levensvormen te gaan scheppen.
De mens wordt transparanter en intuïtiever. De communicatie zal gebeuren door gedachtekracht omdat de bestaande moderne technologie zal verdwijnen.
Dit evenwicht zal pas ontstaan wanneer alle tegenstellingen zullen zijn op geheven.
De aarde heeft reeds vele evolutieprocessen achter de rug en is noch lang niet aan het laatste proces toe.
Volgens de esoterische leer zou de eerste inwijdingvan de mensheid gebeurt zijn in het Lemurisch tijdperk en wat er nu gebeurt is gewoon de voortzetting. Deze keer verloopt de inwijding meer geestelijker. Ze gebeurt geleidelijk maar zal wel in dit waterman tijdperk zijn hoogtepunt hebben. Mensen die geboren zijn in dit tijdperk zullen dit nog meemaken want het beurt in de nabije toekomst.
Laat het ons zo stellen dat er eerst destructie komt en daarna constructie.
Het is vanzelfsprekend dat de veranderingen hun weerslag zullen vinden in de leefgewoonten. Dit zal in sommige gevallen noodgedwongen gebeuren omdat bepaalde energieën zullen wegvallen, of doordat land onbewoonbaar zal zijn. Ook de kosmische begeleiding zal veranderen.
De mens zal dus veranderen door het omkeren van de polarisatie en sommigen worden daar nu al op voorbereid. (Zo geven engelen en meesters onderrichtingen in verband met voeding.)
We weten ondertussen dat het de resterende energieën van Atlantis zijn die nu nog dienen weggewerkt worden.
Het is de bedoeling van de transformatie is dat zowel de aarde als zijn bewoners te laten incarneren naar een hoger bewustzijn. Het ook de mens die door zijn verticale houding in staat is de aarde te manipuleren. Gebeurt dat op de juiste manier gebeurt is er geen probleem maar wanneer het op de verkeerde manier gebeurt, zoals we nu bezig zijn, zal de aarde die negatieve energieën van zich afschudden door het verschuiven van de aardas.
Telkens wanneer er een storing komt in die energielijnen gaan er zich andere mogelijkheden vormen.
Dit verplaatsen of verschuiven gebeurt naar onze normen zeer traag maar kosmisch gezien gaat te ontzettend snel.
Toch krijgt de mens voldoende tijd om zich aan te passen maar er zullen er zeer, zeer veel zijn die hun stoffelijke vorm zullen moeten achterlaten.
Wat belangrijk is dat men in staat moet zijn de materie los te laten en vertrouwen hebben. Onthoud echter dat er geen uitverkorenen zullen zijn. Het gaat trouwens niet om het lichaam maar om de geest.
Men kan zich de vraag stellen waarom er meer rampen voorkomen in Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Dit heeft te maken met de relatief jonge ouderdom van die continenten die te lijden hebben onder de naweeën van het Atlantis gebeuren. De keuze om daar te gaan wonen heeft te maken met karmische elementen.
Wat ook een belangrijk gegeven is, is de door ons genoemde planeet Cheiron die de aarde maar ook de andere planeten in hun bewegingen beïnvloeden. Deze is nodig om de aarde in haar nieuwe evolutie te krijgen om het juiste evenwicht te kunnen bereiken. Het is trouwens niet alleen Cheiron maar ook de oudere planeten Uranus, Neptunus en Pluto die eigenlijk niet tot ons stelsel behoren maar ook zijn aangetrokken om de aarde in zijn evolutie te ondersteunen.
De aankomst van de planeet werd reeds duizenden jaren geleden voorspelt.
Uiteindelijk zal de aarde zichzelf oplossen wanneer alle vormen van evolutie hebben plaats gevonden.
Vergeet niet dat de huidige kosmos nog steeds constant aan het groeien is en dat elke ster, elke planeet zich in evolutie zal verheffen.
De uiteindelijke reden waarom we hier op aarde incarneren kennen we ondertussen al of worden we veronderstelt te kennen.
Yoga en tantra zijn twee wegen om dat te bereiken de keuze is aan ons.
Er is en fundamenteel verschil tussen tantra en yoga. Het doel dat ze willen bereiken is hetzelfde maar de wegen om er te geraken zijn anders. Ik zou zelf meer durven zeggen ze zijn tegengesteld.
Yoga vraagt om te vechten, het is het pad van de strijder. Bij tantra hoef je helemaal niet te vechten in tegendeel je moet je te buiten gaan naar heel belangrijk : bewust.
Yoga is bewust onderdrukken, tantra is bewust uitleven.
Tantra zegt wat je ook bent, je bent niet in tegenspraak met het uiteindelijke. Tantra aanvaard jezelf zoals je bent.
Ik weet dat hier in het westen tantra een rare bijsmaak heeft gekregen maar niets is minder waar. Het niet omdat een paar excentriekelingen misbruik maken van sommige regels dat het systeem niet deugt.
Een van die struikelblokken is seks.
Seks bestaat, het is de basis energie je bent er door geboren en je bent er mee geboren. Elke cel van je lichaam, je hele wezen zijn seksueel.
Yoga wil dat je der mee vecht met die energie, hoe sterker je vecht hoe sterker je wordt. Er ontstaat dan een nieuw zijnscentrum.
Tantra wil dat je seks energie gebruikt, vecht er niet tegen maar spring er vriendelijk mee om.
Ik heb het misschien al eerder gezegd en herhaal het nog eens energie op zich is niet slecht of niet goed ze is neutraal. Je kan haar zien als een hindernis of als en hulp. De keuze is geheel aan jou. Juist toegepast wordt die energie een vriend, verkeerd toegepast wordt ze een vijand.
Laat ons eerlijk zijn, zoals de moderne mens seks gebruikt wordt men een slaaf van daarom zegt yoga stop met het verlangen, wordt verlangenloos. Maar als je met seks kan omgaan zoals met je handen of ogen wordt het iets heel natuurlijk. Er is immers niets verkeerd aan je ogen of je handen.
De wetenschap en dan vooral de westerse psychologie heeft reeds lang ontdekt dat de enige ziekte van de mens zijn houding is tegenover seks. Niet alleen over seks maar ook over de dood. En het orgasme of het sterven op zich zijn eigenlijk een beetje aan elkaar verwant. Het is niet voor niets dat men in Frankrijk het orgasme le petite mort noemt.
Verander je kijk op seks en alles zal er anders uit zien. Accepteer het.
Op die manier kan tantra voor jou een hulp zijn een opstapje naar het goddelijke.
WEES JE BEWUST VAN HET VERLANGEN, en roep GEEN strijd op. Ken uzelf en wees bewust wat je jezelf allemaal kan wijs maken. Besef dt het gevaar niet bij seks ligt maar bij jezelf.
kennen ons zelf, we weten hoe we ons zelf van alles kunnen wijsmaken. Maar het
Laat ons even stil staan bij het verschijnsel seks. Laat ons eerlijk zijn alles wat we der over weten werd ons door anderen bijgebracht. We zien het als iets dat gedaan moet worden om ons van een last te ontdoen. Aan de ene kan voel je, je met seks niet op je gemak en anderzijds kan je het niet laten.
Uit seks moet uiteindelijk liefde groeien en niet anders om. Je kan niet anders dan alle facetten er van ervaren tot je er een intense gevoeligheid voor kan opbrengen. Daarom is het belangrijk dat je jezelf aanvaard zoals je bent. Je kan niet lopen voor je kan kruipen.
Accepteer de wereld zoals hij is. Accepteer je lichaam zoals het is, accepteer alles zoals het is.
Probeer niet te luisteren naar het ego want telkens als je tegen iets vecht is er ego. Wanneer je vecht versterk je het ego en het enige wat er over blijft is het grootste ego dat er bestaat. Laat vooroordelen uit je opvoeding links liggen en beleef en ervaar.
MAAR als je toegeeft aan het verlangen, doe het dan BEWUST.
Je zal ontdekken dat je er anders tegenover zal staan en dan is het, het moment om de energie te transformeren.
Tantra heeft dan ook geen standpunt omdat het nergens tegen is.
Er zijn twee mensen typen. Yoga is geschikt voor wie fundamenteel mannelijk is. Tantra is geschikt voor wie fundamenteel vrouwelijk is en dit heeft niks met geslacht te maken, maar de mensen zijn zo in de war dat alles storend werkt. Zowel yoga als tantra.
Wanneer men zich openstelt voor het licht, vol vertrouwen en zonder argwaan, zal men de krachten van inspiratie ten volle ontvangen. Ieder op zijn of haar niveau en naar zijn of haar kunnen.
Sommige mensen zullen steeds meer de aandrang voelen om te gaan schrijven, anderen om te schilderen, weer anderen om genezend werk te gaan doen en weer anderen om gesprekken te gaan voeren.
De inspiratie wordt gevoeld als een aandrang om iets te gaan doen, ieder naar gelang zijn eigen mogelijkheden.
In die opdracht en in dat kunnen is heel vaak een karmische les besloten. Een karmische les kan ook zijn om in bescheidenheid te leven, in terugtrekking, soms in eenzaamheid om zo, door eigen inzicht en zelfkennis sterk te worden.
Wat het voor u ook mag zijn probeer het altijd in overeenstemming te doen met uw gevoel van eigen kunnen en mogelijkheden en aap en ander niet na.
Het wereldkarma, met de grote veranderingen op aarde, de grote veranderingen tussen mensen, soms in families en onder vrienden, heeft te maken met inlossingen, met veranderingen die nodig zijn. Soms als u middenin zo'n situatie bent, doorziet u niet waarom het zo gebeurt. Misschien denkt u dat er een vloek op u rust, waarom u dit gebeurt en waarom het allemaal zo moeilijk is. Doch het tegendeel is vaak waar. Meestal als u terugkijkt naar de moeilijke tijden, dan ziet u dat juist deze moeilijke tijden tot iets hebben geleid, tot een bepaald inzicht.
Misschien was u anders nooit op het spiritueel pad gekomen, tot bewustwording. U ziet dat u juist door de moeilijke tijden mensen hebt ontmoet die u anders nooit had ontmoet, een nieuwe partner hebt gevonden of spirituele diepgang hebt bereikt. Zo is het ook als u op dit moment in een moeilijke fase van uw leven bent, dan zult u zien dat juist deze moeilijke fase weer naar iets goeds leidt.
Soms zijn de beperkingen of juist dat wat lijkt tegen te zitten, opgenomen in een karmisch plan, niet als straf, maar als leerschool, om inzicht te verkrijgen.
Meestal heeft men voordat men is geïncarneerd, deze keuze al gemaakt en heeft men met de Engelen van karma bewust gekozen voor een weg waarin geestelijke aspecten zullen opduiken om tot leerschool te dienen.
Indien men accepteert dat sommige moeilijkheden ook een leerschool kunnen zijn, dan kijkt men anders naar de moeilijkheden en worden ze een uitdaging, een uitdaging om zuiver mee om te gaan.
Vanzelfsprekend zal ieder mens voor de inspanningen die hij doet ergens een beloning verwachten. Zeer zeker is die beloning er ook, doch op een ander niveau dan men soms verwacht.
Niet een beloning om in eeuwige rust of eeuwige vrede te zijn, omdat dat uiteindelijk stilstand zal betekenen.
Indien men net pad van incarnatie en reïncarnatie heeft voltooid en men alle lessen heeft geleerd die men op aarde kan leren, indien men een totaal lichtwezen is geworden, gaat men verder en men creëert vanuit het licht, vanuit de Albron, begeleiding, begeleiding van andere levensvormen.
Soms blijft men aan de aarde verbonden, om de mensheid te begeleiden, om mensen te inspireren, om mediums te zoeken en te vinden, zodat boodschappen doorgegeven kunnen worden. Soms zal zo'n lichtwezen scheppend werken, meewerken met de engelen om ook elders in het universum licht te scheppen, om kracht te geven en evolutieprocessen te begeleiden, ook van biologisch leven.
De aarde is niet de enige planeet waar biologisch leven is in het universum. Er zijn zo veel. Er zijn werelden die de aarde reeds zijn voorgegaan. Er zijn planeten die reeds getransformeerd waar ook in een vijf dimensionaal lichtperfectie heerst. Er zijn andere planeten waar ook leven tot ontwikkeling is gekomen op een heel andere wijze dan de aarde.
Ook de aarde wordt bezocht door deze wezens. Doch alles wat leeft in het universum is gecreëerd door de engelen, de engelen die als krachten, als handen en voeten van God als je het zo wilt noemen, functioneren en evolutieprocessen begeleiden en evolutieprocessen sturen.
Van alle planeten waar leven is in het universum, is Karma het sterkst aanwezig op planeet aarde. De leerschool op aarde is het sterkst. Als een Godsvonk incarneert op aarde en daar het evolutieproces ondergaat, groeit zij het snelst van alle planeten van het universum. De leerschool op aarde is diep en sterk en de lichtwezens die voortkomen uit de aardse incarnatielijn zijn vaak zeer sterk en krachtig, de leerschool is diep en intens.
Velen die deelnemen aan de evolutieprocessen op aarde en tot het licht komen, verlicht raken zogezegd, begeleiden andere scheppingskrachten in het universum of worden begeleiders van andere mensen die ook op pad zijn.
Incarnatie- en reïncarnatielijnen worden begeleid. De engelen van karma die het grote plan kennen zullen zoveel mogelijk samenwerken met lichtwezens die dit inzicht hebben. De lichtwezens die u allen ooit zult worden, zullen samenwerken met de engelen en scheppende krachten in het universum.
De bedoeling van alles wat leeft, ooit eens het universum in zijn totaliteit verlicht raakt en de grote inademing kan plaatsvinden.
Als de grote inademing een feit is, zal er een grote uitademing plaatsvinden en weer een nieuw universum zal ontstaan, maar op een veel hoger niveau, waar allesanders zal zijn en nooit meer zo grof stoffelijk en zo vol tegenstelling als u dat nu op aarde kent.