Voor het vertrek eerst nog water ingedaan en te 09:40 uur waren we weg. Het is ongeveer 3 km tot aan het Souterain de Bray-en-Laonais. Toen we arriveerden stond het licht (verkeer is beurtelings en geregeld met lichten) op rood maar nog voor we aan de wachtplaats waren sprong het op groen zodat we onmiddellijk verder konden. Deze tunnel is ongeveer 2,3 km lang, verlicht en aan de linkerzijde een gangpad. Wanneer je door de tunnel kijkt zie je in de verte de uitgang als een witte vlek. Toen we nog een 500 m van de uitgang waren zagen we een jacht arriveren dat zich aan de wachtkade vast maakte. We waren ongeveer 25 minuten na het begin aan het eind.
Voor, in en door het Souterain de Braye-en-Laonais.
Vervolgens volgden 4 sluizen: S10-Moulin-Brûlée, S11-Metz, S12-Moussy-Soupir en S13-Verneuil die met hun vier een ketting vormen waarbij de ene sluis de andere activeert, dus als je er geen tegenligger onderweg is heb je altijd groen. Na de laatste sluis is het nog 3 km varen tot aan Bour-et-Comin. Daar is een steiger voor de pleziervaart waar normaal een viertal boten kunnen aanmeren. Daar lag natuurlijk ook weer een half wrak en twee grotere boten (20-25 meter) zodat er geen plaats was. De hoek om voor, sluis 13 op het Canal latéral à l’Aisne, lagen ook al één 25 meter en een kleinere. Wij hebben ons daarachter gelegd in de hoop dat er vanavond geen vrachtschip komt dat hier wil aanmeren.
Dag 62 – Donderdag – 06.07.2023 – Kade km 25 Anizy-le-Château - Steiger Pargny-Filain
Na de ochtendwandeling naar de bakker en het ontbijt vertrokken we te 08:45 uur als eerste. Na 10 minuten volgde S6-Pinon. Vervolgens 5 km verder S7-Chaillevois. Toen we daar boven kwamen en buiten wilden varen kwam er net een spits uit de andere richting aan de sluis aan. Dat past goed vandaag, wij buiten en hij binnen. Later met telkens enkele km ertussen volgden S8-Chavignon en S9-Parny-Filain. Na deze sluis legden we aan de steiger van Pargny-Filain net boven de sluis aan. Hier moet je liggeld (7,00 €) betalen en het water en elektriciteit zijn inbegrepen. Er ligt aan de steiger een wrak dat er al drie jaar zou liggen vernamen we later.
Kerk van Pargny. Duits militaire begraafplaats langs de Chemin des Dames.
Toen we net vast lagen arriveerde er uit de andere richting net een groot Nederlands jacht maar die voeren verder naar de sluis. Rond 12:30 uur kwamen de twee Nederlandse jachten die deze nacht bij ons lagen ook door de sluis en die voeren ook verder naar de tunnel. Een kwartier later een Frans jacht dat achter ons aan meerde maar die terug vertrok nadat hij water ingedaan had.
Aangezien het weer zo warm was had Annie niet veel goesting om te gaan fietsten. Ik ben dan maar alleen een tochtje gaan maken. Van de ligplaats door het dorp naar boven tot aan het mooie kerkje op de heuvel, langd de Rue de la Croisette de berg op tot aan de Chemin des Dames war ik een zeer groot Duitse miliaire begraafplaats vond. Ik denk dat het zo groot is als het Duits kerkhof bij ons in Lommel. Het kerkhof ligt naast de ruïne van het Fort de Malpassant. Dit fort is enkele te bezoeken met gids. Over de Chemin des Dames reed ik richting oost. De weg loopt helemaal bovenop de heuvelrug en je hebt op een paar plaatsen een groots panorama over 360°. Ik schat dat je hier toch wel 30-40 km ver kan zien. Hier is in WOI een grote veldslag uitgevochten.
Aan La Royère is een parkje met zo een panorama ingericht. Err staan foto’s van hoe het er na de oorlog uitzag. Je kan het vergelijken met de foto’s van de Westhoek, alles plat, geen enkele boom stond nog recht en er zijn verschillende dorpen helemaal verdwenen. Ik reed terug langs de Fossée de Wormé, langs een 3 km lange grindweg die soms zo steil bergaf was (Goed dat Annie niet mee was!) dat ik die stukken te voet heb gedaan.
Uitzicht vanop La Royère richting Filain. Lac de Monampteuil.
Vervolgens kwam ik door Filain (heel mooie kerkje) en zo terug naar het kanaal.
Na het avondeten ben ik met de fiets nog langs het Lac de Monampteuil gereden tot aan de tunnelingang en terug.
Dag 61 – Woensdag – 05.07.2023 – Kade km 25 Anizy-le-Château
De Ti Koyo en de Yester zijn deze morgen verder gevaren. Zij varen vandaag door de tunnel en tot Bourg-et-Comin tot aan het Canal latéral à l’Aine. Wij blijven hier nog een nacht liggen omdat we vandaag nog willen fietsen in de buurt. In de Aldi een verse baguette opgehaald en we konden ontbijten.
Elk dorp heeft hier wel zijn eigen Château (hier dat van Lizy). Kerk en mairie van Chavignon.
Na het middageten zijn we vertrokken via het centrum van naar Lizy, Chaillevois, Royaucourt-et-Chalivet, de spoorweg Laon-Soisson over richting Urcel . Ondertussen waren we het zijriviertje l’Ardon van de Ailette overgestoken. Van Urcel ging het richting Chavignon waar we aan S8-Chavignon over het jaagpad terug naar Anzy-le-Château wilden rijden maar het jaagpad was, ondanks dat het op onze fiets-app als MTB-pad aangeduid was, onberijdbaar. (Geen pad te zien en het gras 1 meter hoog).
We zijn dan maar verder tot in het dorp gereden en van daaruit naar Pinon dat net ten zuiden van het kanaal ter hoogte van Anizy ligt. De weg tussen Chavignon en Pinon was 3 km kaarsrecht over de heuvels golvend. Te teller wees bij aankomst weer 23 km aan.
Toen we terug aan de boot arriveerden waren er net 2 jachten (NL) gearriveerd en vijf minuten later arriveerde er nog eentje die van de andere zijde kwam. Vandaag is het dus Holland-dag. Rond 18:15 uur passeerde de spits l’Atout (Fr) in de richting Aisne.
Dag 60 – Dinsdag – 04.07.2023 – Kade km 11 Guny – Kde km 25 Anizy-le-Château.
De Ti Koyo en de Yester zijn deze morgen verder gevaren. Ik heb een baguette gehaald aan de automaat die aan de kerk hier staat. De bakker die nog op het stadsplan staat heeft het blijkbaar opgegeven. Na het ontbijt reden we naar Coucy-le-Chäteau-Affrique naar de Carrefour omdat deze de dichts mogelijke is.
Toen we terug waren zijn wij ook vertrokken.
Onderweg lagen er veel dikke takken en enkel kleine bomen waardoor je wat moest maneuvreren. Op de twee oevers groeien de bomen soms zo ver over het kanaal dat er maar een zestal meters tussen blijft. Hier wil ik geen spits tegen komen. Sommige stukken zijn ook zo smal dat het daar moeilijk zou zijn zo een spits te kruisen zonder het gebladerte in te varen.
Tussen twee sluizen kruisten we drie zeilboten, twee Duitsers en een Fin. Deze kwam net uit de sluis toen we de sluis in zicht kregen maar voor we aan de sluis waren was deze al terug dicht en terug vol gelopen. We deden vandaag de sluizen S2-Guny, S3-Crécy, S4-Leuily en legden te 14:15 aan te Anzy-le-Château. Hier lagen de T Koyo en de Yester ook al aangemeerd. Wij vonden een plaatsje achter hun, vooraan aan een dikke ring en achteraan aan een dikke bolder.
Mairie, kerk en kade in Anizy-le-Château. Gedenkteken voor een verongelukte vliegenier.
De motor heeft vandaag zijn 4000e draaiuur in de boot gedraaid. Aan een gemiddelde snelheid van minimum 6 km/uur zou dat komen op 24 000 km varen.
Namiddag zijn we een wandeling door Anizy-le-Château gaan maken en we gingen tot de Intermarchée (die volgens Google Maps open was) maar toen we daar arriveerden bleek deze evenals de Carrefour hier waar we liggen ook afgebroken te zijn. Enkel de stompjes van de afgebrande kolommen steken nog boven de vloer uit. Dan zijn we maar terug naar de boot gegaan en nadien naar de Aldi die hier eigenlijk ook maar 200 meter (binnendoor) vandaan ligt.
S’avonds hebben we Jef en Eartha en Jo & Hilde uitgenodigd om bij ons te komen ‘verbroederen’. Het werd een plezant avond en door grote en kleine verhalen ging de tijd om zodat het donker was voor we er erg in hadden. Ondertussen was het stilletjes beginnen regenen maar rond 22:45 uur begon het harder maar ondertussen was het toch tijd om de kooi op te zoeken.
Dag 59 – Maandag – 03.07.2023 – YH Chauny – Kade km 11 Guny
Deze morgen hebben we afscheid genomen van onze buren uit Nieuw-Zeeland. Zij blijven hier nog een dag liggen en varen morgen verder het Canal latéral à l’Oise af richting Pont l’Eveque en dan via de Oise naar Compiègne waar ze op de scheepswerf een nieuwe waterpomp voor hun toilet gaan zoeken. Later gaan zij dan de Aisne opvaren en dan gaan we hun nog wel eens tegen komen.
Wij vertrokken te 09:05 uur in die richting maar na 3 km sloegen wij linksaf naar S1-Abbecourt waar het Canal de l’Oise à l’Aisne begint. We arriveerden te 09:30 uur aan die sluis. We hebben eens om assistentie moeten bellen aangezien de dommerik die de afstandsbediening gebruikte (ik dus) het verkeerde knopke had ingedrukt. We zijn al een hele tijd aan het afdalen en uit gewoonte drukte ik op de knop ‘Avalant’ in plaats van de knop ‘Montant’ waardoor de sluis aan de andere kant open ging. Aangezien daar echter geen boot gedetecteerd tussen de fotocellen aan de sluisdeuren bleven die open en konden wij niet verder.
We hadden geluk dat er net iemand van het VNF met een bosmaaier bezig was die voor ons gebeld heeft, en even later werd de sluiscyclus gereset en liep de sluis leeg voor ons.
De kerk van Guny zonder ‘echte’ toren. Soms stopte de weg en gingen we off-road. Kapelletje anno 1839 in de velden van Champ. Het oude station van Coucy-le-Château-Auffrique.
Toen we een tiental minuten later boven waren en achteruit keken zagen we dat er een vrachtschip voor de sluis lag. Die hadden we beneden tijdens het wachten niet zien aankomen.
Na de sluis volgt het pont canal over de Oise en enkele km verder deze over de Ailette.
Het kanaal volgt vanaf hier het dal van de Ailette (zijrivier van de Oise) tot op het hoogste pand voor de tunnel van Braye-en-Laonnois. De rivier loopt van daar naar het Lac de l’Ailette en voedt zo de waterhuishouding van dit kanaal aan kant van de Oise.
Na 11 km legden we te 11:35 uur aan de kade (met picknickbanken) te Guny aan.
Toen we bijna een uur vast lagen arriveerde het vrachtschip dat na ons de sluis genomen had. Het is geladen en je ziet duidelijk het ‘spoor’ van opgewoeld slijk dat het in het water trekt. Het mag hier, geladen, ook maar 6 km/uur varen.
En toen vonden we in het bos de fundering waar in WOI het Canon de Coucy heeft gestaan.
De fietstocht van vandaag voerde ons van Guny langs de zuidkant van het kanaal eerst door de rijpende graanvelden tot aan de D561 waar die het kanaal en de Ailette oversteekt richting Champs. We reden door Champs, Courbesseaux, Le Marais tot in Les Michettes. Hier staken we de D1 over richting Coucy-le-Château-Auffrique. Waar vroeger een oude treinbedding was vonden we het mooie oude stationnetje en iets ervoor een wegwijzer naar een plaats in het bos waar in WOI een groot zwaar kanon gestaan heeft, het Cannon de Coucy. De fundering staat er nog. Het kanon woog 210 ton en schoot 38 cm obussen af!
Het opbouwen duurde 6 maand en het heeft nadien maar 90 maal gevuurd op 6 maanden tijd. Het echte kanon werd goed gecamoufleerd en om de standplaats geheim te houden werd verderop een houten replica gebouwd (inclusief rook en veel lawaai).
Boven op de heuvel de stad Coucy-le-Château-Auffrique met de ruïne. De kerk van Pont-Saintt-Médard. De Belgische ‘delegatie’ in Guny.
In de bovenstad Coucy-le-Château-Auffrique staat boven op de heuvel de ruine van een zeer grote oude burcht. Die torent hoog boven het omringende landschap uit en ze moeten van daar een uitstekend zicht op de omgeving gehad hebben.
Wij volgden verder het traject over de oude spoorbedding tot aan de Avenue d’Altenkessel die we volgden tot aan de D1 en zo verder tot over de Ailette en het kanaal in La Grenouillère waar we de Rue de la Vallée insloegen om terug te rijden. Die voerde ons via La Vallée, La Gorge du Rossignol en Saint-Médard (zeer mooi uitzicht over de vallei van de Ailette met aan de overkant in de verte de ruïne van het chateau van Coucy-le-Château-Auffrique ) en dan terug richting naar Les Michettes waar we via S2-Guny het kanaal terug over staken en zo terug in Guny arriveerden.
Er zijn nog twee Belgische jachten: de Ti Koyo en de Yester, beiden van VNF-club Wachtebeke aangekomen, dus België is hier vandaag goed vertegenwoordigd.
Gisteren avond zijn we gaan eten in La Syracuse in de Rue de la Chaussée. Mooie zaak, lekker eten en vriendelijk personeel. In het interieur staan allemaal oude koperen koffieapparaten, de muren hangen vol met Venetiaanse maskers en op één muur staat een mooie schilderij van Venetië.
Het interieur vanLa Syracuse. Enkele van de oude koffieapparaten.
Wij waren vroeg en waren de eerste klanten (ging pas open om 19:00 uur). Rond 19:15 uur begon de zaak op een mum van tijd vol te lopen en weldra moesten ze enkele groepjes klanten doorsturen. Ondertussen kwamen ook onze Nieuw-Zeelandse buren van de Zeehond er binnen. Zij kwamen de 70e verjaardag van een van de vrouwen vieren.
Vandaag houden we rustdag. Terwijl Annie een postbus ging zoeken de water voorraad terug aangevuld.
Deze nacht heeft het goed geregend maar toen we deze morgen opstonden was het gedaan. Toen we na het vertrek door de sluizen S32-Ternier, S33-Viry, S34-Senicourt voeren was er met tussenpozen wat motregen maar net na de laatste sluis voor vandaag, S35-Chauny, begon er een plensbui die gelukkig bijna voorbij was toen we aan de YH Chauny gingen aanleggen. Er waren nog een vijftal lege plaatsen in de boxen met de lange vingersteigers dus konden we kiezen welke we zouden nemen. Het makkelijkst was natuurlijk eentje te nemen waar nog geen boot aan de overkant lag.
Na het bezoek aan de capitainerie hebben we de boot binnenkant nog eens een beurt gegeven en toen we daarmee klaar waren arriveerden er plots twee jachten, de Zeehond (Nieuw Zeeland) en de Capuette (F) uit de richting van waar wij kwamen en nog een derde uit de andere richting.
Zo druk was het hier in 1910 ! Stadhuis Chauny. Achter gelaten ? Rare boom in het park.
Het was alle hens aan dek om die boten in de boxen te krijgen omdat er een stevige wind dwars op de ligrichting maar met aan alle kanten een paar stevige armen lukte dat wel.
Namiddag zijn we een kleine rit door de stad gaan maken en aansluitend zijn we via Ognes naar Abbecourt gereden waar het Canal de l’Oise à l’Aisne, het Canal latéral a l’Oise en het Canal de Saint-Quentin bijeen komen en waar wij maandag linksaf richting Aisne gaan varen. We hebben namelijk besloten nog een ommetje via het Canal de l’Oise à l’Aisne, het Canal latéral à l’Aisne en Aisne tot aan de Oise en zo naar het Canal du Nord en de Somme te varen.
Toen we terug aan de haven arriveerden lag aan de overkant aan de lange betonnen kade de Vrijheid (NL) aangemeerd. Die hebben we onderweg ergens op de Samber gezien.
Dag 56 – Vrijdag – 30.06.2023 – Kade S32-Tergnier.
Weer een goede ligplaats. Toen we wakker werden scheen de zon weer volle bak en dus dat belooft weer een mooie dag te worden. We hebben besloten om vandaag met de fiets naar Chauny te rijden om naar de markt te gaan. We hadden de voorbije dagen horen vertellen dat dat een grote markt was dus vertrokken we dadelijk na het ontbijt. Hier ligt een mooi fietspad over het jaagpad, wel ligt het een stuk op de rechteroever, verderop op linkeroever en dan weer terug zodat we enkele bruggen dienden te doen. Er liggen hier nogal wat buiten gebruik gestelde bruggen op het stuk, maar goed dat die wel met de fiets mogen gebruikt worden. Op een stuk tussen zo twee bruggen wordt op rechteroever een grindgroeve aangelegd zodat het jaagpad daar onderbroken is. Op een werfbord staat te lezen dat de grind voor een periode van 15 jaar gaat uitgebaat worden en dat de grind met vrachtschepen zal weg gevoerd worden. Dan komt er hier toch weer terug wat meer vrachtvervoer.
Oude sluis tussen kanaal en Oise. Oogsttijd. Zicht op YH Chauny. Kerk van Chauny.
Toen we aan S34-Senigcourt voorbij reden zagen we de eerste spits in de sluis varen. Aan het uitzicht en de gesloten laadluiken te zien gaat die vermoedelijk naar een van de graansilo’s hogerop varen.
De markt in Chaugny was niet overdreven groot en opgesteld op het pleintje rond de overdekte markt zoals je die hier in elke grotere plaats vindt. Zoals gebruikelijk staat er een kraam met gebakken kippen en daar hebben we er eentje voor vandaag mee genomen. In de koele overdekte markt kon je vlees, vis en wat specialiteiten uit de streek vinden.
Gezien Annie al een paar dagen naar de kapper wou gaan en er hier net aan de markt eentje was die zonder afspraak werkte en waar ze maar 10 minuten moest wachten heeft ze haar haren laten knippen zodat ze nu weer een fris kopke heeft. Ondertussen heb ik een plaats gezocht op een terrasje en hebben we dat nog iets gedronken voor we de terugweg aanvatten.
We reden terug van Chauny richting Autreville en namen de afslag naar Sinceny. Van hieruit terug naar het jaagpad en zo terug naar de ligplaats.
Binnenkoer en voorgevel van het museum. Hotel de ville.
In de loop van de namiddag nog een plaatselijke toer gemaakt door Tergnier en Fragniers. Hier zijn blijkbaar verschillende fabrieken geweest doch velen daarvan zijn afgebroken. De stille getuigen: de sité’s staan er nog. In Fargniers bevindt zich het museum van La Résistance en La Déportation. Aan de toestand van de inkom is dit gesloten. Buiten op het terrein staan enkele kanonnen, een vliegtuig en een oude locomotief met veewagen. Door de ramen kan je niet binnen zien dus of daar nog iets in staat weet ik niet. Op het plein waar het museum staat, staan ook nog het postgebouw, de Mairie, en een Dispensarium.
Tussen Tergnier en Fargniers, langs het Canal de Saint-Quentin bevindt zich een heel groot rangeerterrein en er passeren hier wel passagierstreinen maar ik heb het stationsgebouw niet gevonden. (wel op de kaart gevonden nu).
Dag 55 – Donderdag – 29.06.2023 – Kade km 57 Hamégicourt – Kade S32-Tergnier.
Goede ligplaats hier, stil, donker, geen verkeer in de buurt. We hebben goed geslapen.
Vertrokken te 09:25 uur richting S33-Brissy dan S34-Travecy-Montigne en daarna een brug die al goed op tijd bediend werd om vervolgens aan de laatste sluis S35-Travecy te arriveren te 10:50 uur. Na deze sluis vonden we een lange kade met bolders en waar ooit water en elektriciteit geweest is, maar de bolders stonden heel ver uit mekaar en we besloten iets verder te varen. Verderop kwamen we langs een grote kom met allemaal bolders kort bij mekaar maar hier geraakten we nog niet tot in de helft. De kom was helemaal verzand en we zaten vast! Met veel moeite en gas geven in achteruit geraakten we toch vlot en konden we verder.
Het is hier en daar ook goed aan het dicht groeien. Vanaf hier kunnen we de spitsen weer tegen komen.
Enkele km verder kwamen bij de kruising met het Canal de Saint-Quentin ter hoogte van km 85 waar het Canal de la Sambre à l’Oise hier aansluit. De kades zijn hier allemaal voorzien van bolders maar de houten balken die er ooit tegen gezet zijn, zijn allemaal verrot en veel verdwenen en de stalen bouten steken elke meter 20 cm naar buiten zodat hier je fenders zouden sneuvelen. Dan maar weer verder en voeren we tot net voor sluis S32-Tergnier waar we aan BB zijde een plaatsje vonden tussen een tot woonboot omgevormde spits en een werkboot van het VNF.
We besloten vandaag niet te gaan fietsen en zijn te voet naar Tergnier gegaan om daar eens rond te wandelen. Langs de D338 die dwars door Tergnier en aansluitend door Fragnier loopt vindt je allerlei winkels twee supermarkten en enkele horecazaken. Wij besloten nog naar de Lidl te wandelen en daarna terug naar de boot te gaan. Toen we terug aan de boot arriveerden hadden we 8 km gedaan.
Dag 54 – Woensdag – 28.06.2023 – Halte Nautique Ribemont – Kade km 57 Hamégicourt.
Gisteren in de late namiddag hoorden we een constant geraas van aan de overzijde dat lange tijd bleef duren. Aangezien we dat eergisteren avond niet gehoord hadden ben ik met de fiets gaan kijken en het bleek dat ze op de zuidelijke flank van de heuvel al begonnen waren met de oogst van graan. Gelukkig stopte het lawaai iets nadat we gaan slapen waren.
Deze morgen weer wakker geworden met het zonnetje dat door de wolken trachtte te breken. De mensen van de Wikel hebben hun boot gedraaid. Die hebben aan SB zijde van hun boot een leuk kraantje om hun elektrische fietsen af te zetten. (Eens goed bekeken om een idee te hebben wanneer wij zo’n fietsten aanschaffen.) Wij zijn te 09:15 uur vertrokken en we zien wel hoe ver we gaan varen vandaag.
Brug van de autobaan over het dal van de Oise. Links en rechts van het kanaal vijvers en oude meanders van de Oise. Mooie gebouwen in Moy-de-l’Aisne. Aan elke brug over het kanaal of over de Oise staat wel een oorlogsmonument.
Eerst kwam S28–Sissy aan de beurt. Hier staan grote graansilo’s en ik vermoed dat we, nu ze aan de graanoogst begonnen zijn, vanaf hier wel eens enkele spitsen zullen tegen kunnen komen de volgende dagen. Met de afstandsbediening kunnen we hier weer op eigen tempo varen dus de sluizen S29-Chatillon, S30-Mézieres, S31-Berthénicourt en S32-Hamégicourt volgenden mekaar in vlot tempo op en we hebben na amper 9 km aangelegd aan een mooie betonnen kade voorbij de laatste sluis. Hier staan ook twee picknick banken en vuilbakken. (die nu eens niet propvol zitten).
Suzanne Deutsch de Meurthe met haar verwezenlijking en de oude ingang van de fabriek.
Namiddag een fietstocht gemaakt van de ligplaats naar en door Brissy-Hamégicourt richting Séry-lès-Mézières en vervolgens naar Ribemont. Vervolgens naar Sissy en via het jaagpad terug naar Moy-de-l’Aisne. Het was vandaag drukkend warm en we waren blij dat we na 21 km terug aan de boot waren.
Na het avondeten ben ik nog alleen met de fiets naar het dorp Moy-de-l’Aisne gereden om te kijken wat er allemaal te zien is. Mooi verzorgd dorpje met veel bloemen langs de straten. Aan de Mairie sdtaat een gedenkteken met aan de ene zijde het gedenkteken van WOI en aan de andere zijde dit van Suzanne Deutsch de la Meurthe (1892-1937) wiens familie voorvechters waren van het ontwikkelen van de luchtvaart. Er is hier ook een door haar opgerichte fabriek geweest (La Société Industrielle de Moÿ met 800 werknemers in 1935 – gesloten in 2007 ) waar allerlei onderdelen voor industrie vervaardigd werden. De ingangspoort van het fabrieksterrein staat er nog.
Dag 53 – Dinsdag – 27.06.2023 – Halte Nautique Ribemont
Het was hier rustig vannacht en we hebben goed geslapen. De twee jachten die gisteren na ons hier toe kwamen zijn deze morgen vertrokken terwijl wij aan het ontbijt zaten.
Wij vertrokken rond 10:15 uur voor onze dagelijkse fietstocht. We vertrokken aan de andere zijde over het jaagpad tot aan de sluis van Thenelles waar we het jaagpad verlieten en door het dorp tot aan de brug op de weg naar Origny Ste Benoït waar we eerst naar de bakker gingen. Aan het einde van de spoorweg die stopt aan het oude station van het dorp ter hoogte van de fabriek Sucrerie de Origny, vertrok een mooie fietspad, de ‘Voie Verte’, over de oude spoorbedding richting Guise. Die zijn we op gereden en die voerde ons langs de oever van de Oise tot zo’n 12 km verder in Macquigny.
Thenelles. Voie Verte. Elk dorp heeft hier zijn oud station. Oise in Noyales. En ieder dorp zijn pomp.
Hier draaide het fietspad af richting Proix en Guise maar wij reden iets verder over de bedding tot aan brug van sluis Noyales. Hier staken we de Oise en het Canal de la Sambre à l’Oise terug over naar de overzijde en reden via Noyales, Hauteville, Bernot, en Neuvillette naar Mont-d’Origny en terug tot Origny-Ste-Beniôte.
Na elke helling een mooi uitzicht. En hier en daar een vergeten monument. Watermolen van Lucy.
Gezien het ondertussen al middag geworden was en we nog een 10 km voor de boeg hadden, zijn we op het markplein iets gaan eten. Vervolgens volgden we de Voie Verte in de richting zuid tot aan de molen van Lucy en van daaruit verder terug naar Ribemont. Onderweg passeerden we enkele oorlogsmonumenten die we ergens onderweg op een ‘vergeten’ plek vonden. Het is blijkbaar niet alleen aan de Somme waar er in 14-18 hard gevochten is maar overal waar een rivier in de frontlinie lag.
Voor we de afdaling naar de Oise terug aanvatten reden we nog langs de Intermarché en door het dorp en zo terug naar de ligplaats. Op het einde van de rit stonden er 33 km bij op de teller.
Toen we net terug aan boord waren hoorden we het geluidsignaal van de deuren van de sluis, er was nog een boot onderweg. Toen die even later uit de sluis kwam legde die achter ons aan. Het was de Wikel (B) met thuishaven Antwerpen Kempisch Dok die via de Samber terug naar huis voeren.
We hadden gisteren gemeld dat we te 09:30 uur wilden vertrekken maar om 09:00 uur arriveerde het personeel van VNF met twee aan de sluis en aangezien we al klaar waren hebben we gezegd dat we dan maar zouden vertrekken. We dachten dat het goed vooruit zou gaan omdat ze met twee waren maar dat was een misrekening. Een van de twee was in opleiding en vermoedelijk de eerste dag want aan elke sluis en aan de hef- en draaibruggen tussen die sluizen op het traject dat die twee met ons mee reden duurde het zo lang dat het na 2 km, vier sluizen en de twee bruggen al bijna 12:00 uur was!
Over het traject van S19 Vadencourt tot S25 Origny St Benoite (7 sluizen, twee draaibruggen en 13 Km) deden we maar goed 2 uur. Hier was het telkens het getraind personeel.
Golvend landschap. Dit sluiswachtershuisje is nog bewoond. Halte nautique Ribemont.
Te 14:20 uur arriveerden we aan S27 Ribemont en wilden we aanvankelijk aanleggen boven de sluis maat toen Annie over de brug ging kijken zag ze een kade aan de overkant waar het beter liggen zou zijn. We hebben dan de sluis ook maar gedaan en zijn daar gaan liggen.
Toen we een kwartiertje vast lagen arriveerden nog 2 jachten van Tielt die op terugweg waren naar Belgie. Nu liggen we met een Belgische delegatie van 3 jachten hier in Ribemont.
Gezien er weer iets te eten moest gezorgd worden ben ik alleen naar Ribemont gereden om naar de Intermarché te zijden. Toen ik op Google Maps de weg zocht kwam er bij staan dat er een zeer steile helling op het traject zat en hiervoor heeft Annie nog een gepast. De helling bleek inderdaad niet zo lang maar heel steil.
Op de terugweg heb ik nog een verkenning van het dorp dat zoals de naam (Ribemont) doet vermoeden iets hoger ligt dan het kanaal hier.
Dag 51 – Zondag – 25.06.2023 – Halte Nautique Tupigny.
Goede plaats om te overnachten. Eerst dachten we dat we last gingen hebben van het water dat aan de sluis achter ons constant over de sluisdeuren naar beneden dondert maar dat viel reuze mee. We waren ook moe dus dat zal er wel iets mee te maken gehad hebben ook.
Gezien er hier in de buurt geen bakker of geen enkele winkel in de buurt is reden we na het ontbijt naar het 10 km verder gelegen stadje Guise. We vertrokken langs het jaagpad tot een de draaibrug in Tupigny. Daarna via de Rue des Fontaines naar een aardeweg die door het dalletje langs de weilanden liep en vervolgens bergop tot aan een grindweg die boven over de heuvelrug liep. Dan volgde een afdaling tot in Lesquielles-Saint-Germain waar we uiteindelijk op een mooi fietspad (weeral een oude spoorlijn) terecht kwamen die Axe Vert de Thiérache noemde die ons door het dal van de Oise tot aan het oude station van het stadje Guise leidde.
De Oise en de winkelstraat in Guise. Appartement waar André Godin de oprichter en sponsor van de Familistère de Guise woonde.
In Lesquielles-Saint-Germain vonden we naast het fietspad een bord met de verwijzing naar het vroegere verblijf van de Franse schilder Henri Matisse die hier een aantal jaren zou gewoond en geschilderd hebben. Het vroegere stationsgebouw en de gebouwen die er vroeger mee te maken hadden zijn allemaal gerestaureerd en dienen nu als woningen.
Het fietspad eindigde op de Rue André Godin. Dat was een industrieël die het zeer goed voor had met zijn personeel en hun families. Zoals er vroeger bij ons bij de kolenmijnen en sommige fabrieken sités met woningen voor de arbeiders gebouwd werden, zo liet hij hier in Guise meerdere grote (vroege) appartementsblokken bouwen en op de site liet hij ook een cinema en allerlei socio-culturele voorzieningen voorzien. Momenteel wordt de laatste blok gerestaureerd, de rest is klaar en is een juweeltje.
Guise is een mooi stadje aan de Oise met heel veel opgeknapte woningen, er is een straat met allemaal kleine winkeltjes en enkele horecazaken. Verder zijn er vier winkelketens die hier een vestiging hebben. In het oude centrum loopt het Canal du Moulin en het pleintje waar vroeger de oude molen stond is mooi aangelegd. De kerk staat op het begin van de helling van de heuvel waarop het oude fort Guise lag (nu ruïne met toren).
Na Guise reden we (weeral een heuvel over natuurlijk) naar Vadencourt aan het Canal de la Sambre à l’Oise, tot aan de plaats het kanaal met een aquaduct over de Oise gaat. Ergens in de jaren 2005 – 2010 is dat oude aquaduct door een vrachtboot aan diggelen gevaren waardoor het pand tussen die twee sluizen leeg liep. Het heeft tot 2021 geduurd voor dat hersteld was en tot dan was het niet mogelijk om van België via de Samber naar Frankrijk te varen. Nu ligt er een modern breed aquaduct uitgevoerd in beton/baksteen maar nu komt er geen beroepsvaart meer door.
Het nieuwe aquaduct over de Oise in Vadencourt.
De Samber en het kanaal zijn op sommige plaatsen maar 1,4 meter diep meer dus die beroepsvaart zal er waarschijnlijk nooit meer door komen. Er konden hier ook alleen maat Spitsen (39m x 5m) door de sluizen hier en de sluizen zullen hier waarschijnlijk ook nooit meer aangepast worden.
Van hieruit fietsten we dan langs het kanaal terug naar Tupigny. Onderweg zagen we nog het jacht Animo (NL – Meppel) dat richting Etreux voer.
We hadden afgesproken met de mensen van het VNF dat wij te 09:30 uur gingen vertrekken. We waren al klaar te 08:50 uur maar afspraken zijn afspraken en te 09:25 uur arriveerde het autootje van de VNF om de sluiswerking in gang te zetten. Het duurde toch nog tot 09:45 uur voor we de sluis in waren. Vandaag beginnen we aan de “sluizentrap” van Etreux zijnde 7 geautomatiseerde sluizen waarvan de volgende in gang gezet wordt wanneer je de vorige verlaat. Dat gaat dus voorruit. Wanneer je in de sluis bent moet je de groene hendel naar boven duwen en gaat de sluis achteraan dicht en begin je te zakken (of stijgen als je in de andere richting vaart). Per sluis gaan we ongeveer 4 meter naar onder dus na de trap zijn we een kleine 30 meter gezakt. Na de automatische sluizentrap rijdt er iemand van VNF mee om de volgende sluis te bedienen.
In S1-Gard en dan nog meer. In Etreux kruist de Oise het kanaal: Oise links, kanaal rechts. Overloop naar de Oise aan de andere kant.
Die zijn niet meer manueel zoals in onze oude atlas staat maar gemechaniseerd zodat de bediening vanuit een bedieningslokaaltje gebeurt. (Een aantal jaren geleden werden de sluizen op het kanaal in Dijon nog wel met de hand gedraaid) Te 12:25 uur hadden we 14 sluizen gedaan en legden we in Tupigny aan de halte nautique aan. Er is het geen water en/of elektricieit.
Gezien het vandaag weeral zo heet geworden was hebben we niet veel meer gedaan.
Dag 49 – Vrijdag – 23.06.2023 – Halte Nautique Etreux.
Deze morgen vroeg de fiets afgezet en naar de bakker in Boue gereden. Na het ontbijt vertrokken de Patricia richting Landrecies en even later wou de Agneta vertrekken door de sluizentrap. Die moest eerst nog bellen om het personeel aan de sluis te krijgen. Het lukte niet met zijn gsm en dan hebben wij maar gebeld. Er werd gezegd dat er iemand zou komen maar dat er een opvarende boot in de eerste sluis onderaan lag en dat die sluiswachter zou komen zodra die uit de sluis was. Gezien het toch nog te vroeg was om te fietsten ben ik met de fiets naar die sluis gaan kijken waar hij bleek en het bleek dat die boot eerst ook nog water moest indoen. Toen ik terug naar boven (7 sluizen op 4 km) reed en net voor de laatste was kwam het autootje van het VNF mij voorbij.
Wij hebben dan maar onmiddellijk gemeld dat wij morgen te 09:30 uur willen vertrekken, dan moeten we morgen vroeg niet meer bellen.
De halte nautique bij valavond. Het kasteel van Le Nouvion-en-Thiérache. Kerk van Esquéhéries.
Rond 10:00 uur vertrokken we met de fiets richting Boue waar we gisteren een mooie weg hadden gezien die over een oud spoortraject liep. De weg vertrok aan het oude stationnetje van Boue en liep door het bos op de linkeroever van Le Morteau richting Le Nouvion-en-Thiérache tot aan dat dorp. Onderweg zagen we langs de weg veel verse woelsporen van een meute everzwijnen. Het traject liep tot aan het oud station van Nouvion-en-Thiérache aan het Lac de Condé. Aan het stationsgebouw en rond het water ligt een recreatieterrein à la Zilvermeer maar dan zonder zand maar met gras langs het meer. Er is een speeltuin, sportvelden, tennisplaats en een camping met plaatsen voor campers.
Toen we aan de weg naar Esquéhéries kwamen arriveerden we aan het Château du Novion. Op de rechter kolom van de poort van het domein stond een wapenschild van witte kleur met drie gouden lelies en op de rechter kolom een blauw wapenschild met 3 gouden lelies. Eigendom van een ‘belangrijk’ persoon vermoedelijk.
De watermolen op La Noirrieu in Dorengt. Links het Canal de la Sambre à l’Oise en rechts La Noirrieu die hier het kanaal kruist, op de kruising Etreux.
Een eind op de weg draaiden we rechts af via La Petite Rue naar het gelijknamig gehuchtje en we volgden het dal van Le Norrieu. Verderop werd dat het gehucht La Planchette en nog verder kwamen we in het dorp Esquéhéries. Dat is een pittoresk dorpje op de plaats waar de La Calvaire uitmondt in de La Noirrieu.
Ze hebben hier een mooi gerestaureerd monumentale versterkte kerk met vier ronde torens op de hoeken van het gebouw. Het lijkt wel een kasteel. Hier hebben we onze picknick genuttigd en zagen op de kaart dat er hier in de straat een cafeetje moest zijn. We vonden Chez Eveline maar raar maar waar, ik denk dat Eveline de geest gegeven heeft gezien het zo te zien al een tijdje dicht was. Wij dan maar verder via de Rue des Juifs, nog steeds door het dal van de Noirreu tot in Dorengt. Op de bank aan de oude watermolen nog eens een stop gehouden en dan verder tot in Etreux. Hier vonden we eindelijk een terrasje (drie ronde tafeltjes en zes stoelen) voor een krantenwinkel – PMU kantoortje.
Na de dorst gelest te hebben moesten we nog een kleine bergop richting Oisy met dan de afslag via de Rue du Gard richting Boue tot aan de halte nautique. Na afloop hadden we 25 km. Het was een mooi ritje, niet te steil en op rustige wegen.
In de loop van de late namiddag kwam er plos een ziekenwagen en een Mug met sirene voorbij gereden en enkele minuten later kwam er een gele ziekenhuis helikopter aangevlogen die landde op het nabij gelegen voetbalveld. De helikopter heeft er bijna een uur gestaan voor hij vertrok, ik denk dat dat geen goed teken was voor degene die in de ziekenwagen lag.
Vandaag gaan we weer verder, we hebben het hier gezien. We vertrokken te 09:00 uur en een klein half uur later waren we aan sluis Bois de l’Abbaye. Ondertussen was het geginnen ‘zeveren’. Toen we de afstandsbediening gebruikten kregen we de melding dat we geen toegang hadden tot de sluis: de batterij van het toestel was te leeg! Toen we het toestel in ontvangst namen aan sluis Marpent waren er nog 2 van de 5 blokjes van de batterij-indicator zichtbaar en toen vroeg ik mij al af of dat voldoende zou zijn voor het traject. In de doos zat GEEN lader dus konden wij het toestel niet bijladen. Toen ik toch probeerde sprong het sein op dubbel rood. Toen we net voor de sluis probeerden aan te leggen om naar de parlefoon te gaan, hoorden wij dat er aan de deur iets in gang gezet werd. Het waren de rinketten die gesloten werden en even later gingen de deuren toch open zodat we binnen konden varen. De schutting werd toch in gang gezet en toen we boven waren heb ik de doos met de afstandsbediening in de voorziene “brievenbus” gedropt. Ik denk dat alles werd opgevolgd vanuit de centrale in Berlaimont want even later gingen de bovendeuren open en konden we vertrekken.
Van miezeren tot een stevige bui. Halte Nautique de Etreux. Wie weet welke boom dit is. Serieuze dennenappels hebben ze hier.
We zitten nu op het hoogste pand van het Canal de la Sambre à l’Oise en enkele km verder namen we ‘afscheid’ van de Samber die hier naar het oosten buigt richting Barzy-enThiérache waar iets verder de bron ligt. Ondertussen was het heviger gaan regenen en moesten we de regenjassen boven halen. Iets voorbij Oisy wordt het kanaal gevoed door het riviertje Le Morteau. Van hieruit gaat het terug bergaf en gaan we de loop van Le Morteau volgen in de richting van de rivier de l’Oise.
Net voor sluis 1 Gard arriveerden we te 10:50 uur aan de Halte nautique d’Etreux. Hier is een vlottende steiger met boxen met plaats voor 20 boten. Er is gratis elektriciteit en water en het centrum is een tweetal km hier vandaan. Weer een mooi plaatse om enkele dagen te liggen!
De fabriek van Materne. Het gemeentehuis en de stevige kerk van Boue (met de scheve toren)
Toen het rond 16:00 uur stopte met regenen hebben we wandeling naar en door Boue gemaakt. Het is twee kilometer hiervandaan. Hier staat een grote vestiging van Materne (die van de confituur) en dat ruik je soms wel als de wind goed staat. Hier worden potten confituur gevuld en worden van die knijpzakjes met vruchten gemaakt. Naar het aantal auto’s die hier op de parking staan te zien wekt hier wel wat volk. De fabriek hebben ze hier te danken aan de Belg Eduard Materne die daar hier mee gestart is. Volgens informatie op het internet maken ze hier per jaar een zeer groot aantal van de knijpzakjes. Boue is aan de kerk te zien ook al een heel oud dorp. In verschillende straten staan er rijen huizen die volgens ons gewezen fabriekshuisjes geweest zijn.
Wij hebben vandaag het gezelschap gekregen van de boot Patricia (NL) die de Samber gaan afvaren en de Tristan (DK) die vandaag in Hautmont vertrokken was en te 16:00 uur nog aan de sluizentrap wou beginnen en de openstaande sluis was ingevaren maar zich toch bedacht en hier ook heeft aangemeerd.
Dag 47 – Woensdag – 21.06.2023 – Kade Catillon-sur-Sambre.
Goede plek om te liggen. We hebben goed geslapen, alleen begon rond 05:30 uur het verkeer op te komen en telkens er een vrachtwagen over de brug rijdt, dendert die een beetje zodat we wel vroeg wakker waren. Van de gewone auto’s hebben we geen last. We gaan hier vandaag toch nog blijven liggen en rijden voormiddag ons dagelijks ritje nu het nog niet te warm is.
Mooie vergezichten. Oude sloep die gebruikt werd voor een steekspel op het water.
We vertrokken over de Avenue de la Groise richting La Groise en namen de eerste weg links, de Rue Verte die we enkele honderden meters volgden toe aan de Route de Beaurevoir die ons over de heuveltop richting Landrecies leidde. Links en recht mooie uitzichten op het coulissen-landschap. Eenmaal boven werd het een mooie afdaling tot aan de Rue de la Follie die ons tot in Landrecies bracht. Hier hebben we dan gewinkeld en hebben de terugweg aangevat over de Rue de Landrecies richting Ors. In Ors eerst een stukje naar beneden richting Samber en dadelijk linksaf langs de Rue Verte terug naar ons vertrekpunt. Om eens naar de bakker en de winkel te rijden hadden we weeral 18 km bij.
Namiddag was het weer te warm om iets te doen. Ik ben namiddag alleen nog een klein toertje in de buurt gaan doen. Op verkenning over het jaagpad naar de volgende sluis en langs de andere oever terug naar het dorp.
Deze morgen te 06:15 uur wakker geworden van de vuilkar die de huiscontainers in de straat kwam ophalen. Het voor gisteren avond aangekondigde onweer hebben we niet gehad. Het is hier goed liggen maar we gaan vandaag verder varen naar Cantillion-sur-Sambre.
We vertrokken te 09:15 uur en hadden dadelijk sluis Landrecies. Die stond leeg en werd onmiddellijk bediend. Toch wel een fijn systeem met die afstandsbediening, je moet bijna nergens wachten en alles werkt hier dan nog ook. (Is op de Maas met de afstandsbediening daar wel eens anders!). Voorbij deze sluis varen we op het Canal de l’Oise à la Sambre, de nu onbevaarbare Samber loopt aan onze SB zijde langs het kanaal. Aan beide zijden van kanaal en Samber liggen mooie grote plassen waarop eendenhuisjes gebouwd zijn. Verderop het kanaal varen we door een weidegebied waarvan de weides omzoomd zijn met hagen en houtwallen. Een ooievaar was ook van de partij.
Voorlopig is er nog water. Werken = wachten. Plots stonden we voor de poort. Tunneltje onder de spoorweg in Bazuel.
Na sluis Landrecies was het 6 km tot sluis Ors. Aan sluis Ors zijn moderniseringswerken in uitvoering, namelijk nieuwe verlichting en seinbakken worden geplaatst. Aan BB zijde wordt de oever gemaaid en iets verderop dienden we een kwartier te wachten, daar lag een kleine duwbak met een duwbootje dwars over het kanaal. De bak werd daar achter gelaten en het duwbootje voer voor ons uit. Toen we aan de ophaalbrug van Cantillion-sur-Sambre arriveerde lag het bootje klaar achter een ponton met een kraan. Toen de ophaalbrug open ging mochten wij eerst door en hebben wij ons aan BB zijde aan de kade (met elektriciteit en watertappunt) net voorbij de brug aangelegd.
Brits oorlogskerkhof WO I verloren tussen de velden in Ors. Dreigende wolken van het onweer.
Namiddag een fietstocht gemaakt (23 km) van Catillon-sur-Sambre naar Ors. Verder naar het Bois du Fontaine-au-Bois waar we doorheen fietsten en terecht kwamen aan de afsluiting van een militair domein en niet verder konden. We hebben dan een pad (ook gemerkt als een van de Grote Routepaden) gevolgd door het bos dat de afsluiting kilometers ver volgde tot we op de weg van Pommereuil naat Bazuel uitkwamen. Die hebben we dan gevolgd, onder de spoorlijn door; tot in het dorp. Vanaf hier volgden we de Rue National richting Catillon-sur-Sambre. Afsluitend zijn we nog door het dorp gereden om te kijken of er hier een bakker is maar dat was niet het geval. Een kleine superette langs de Rue National was gesloten tot 01.07.23 dus daar konden we ook niet terecht.
In de loop van de avond kregen we een goede onweersbui over ons heen en hebben we wat TV gekeken.
Dag 45 – Maandag – 19.06-2023 – Steiger Landrecies.
Gisteren avond is er een serieus onweer geweest met veel regen. Ze voorspellen voor vanavond terug onweer dus zullen we op tijd vertrekken om te fietsen.
Voormiddag zijn we eerst gaan winkelen en nog een was gaan draaien (Container met wasmachines en droogkast op de parking van de Carrefour).
Namiddag een mooie fietstocht van 24 km gemaakt. Van de kade via de D959 tot aan de D964 en daar via de Rue de la Bouflette omhoog de heuvel op. Bovenaan via de Chemin des Fayts naar Grand-Fayt, door het dorp door de Rue de la Berthière tot op de Rue de Maroilles. Via deze weg en de Rue des Vignies en de Rue de la Basse tot aan de mooie watermolen op de L’Helpe Mineure (zijriviertje van de Samber) in Maroilles. In het centrum linksaf via de Rue du Lietenant tot aan de oude watermolen op de L’Helpe Mineure en vervolgens via de Chemin de Bruneau en de Chemin de Préseau terug naar de D959 en Landrecies.
De site van de watermolen van Maroilles. Nog een zichtje van op de vissteiger naar de steiger.
Het zijn hier wel geen hele steile hellingen meer maar wel heel lange om telkens van de ene beek naar de andere te fietsen. Terrasjes vindt je hier niet, er zijn dan ook weinig fietsers te bekennen. Het is wel een mooie streek om met een motorfiets rond te toeren en we zijn vandaag ook weer twee groepen tegen gekomen. Rond 18:00 uur hebben de vissers die hier vanmorgen aan de overkant zaten alles opgebroken en het wordt meer en meer bewolkt en ik denk dat het niet zo lang meer gaat duren voor het begint te regenen.
De bakker van de boulangerie die we gisteren avond gezien hadden en waarvan we dachten dat die vandaag wel zou open zijn is blijkbaar een corona-slachtoffer die het niet overleefd heeft. Gezien de bakkerij niet open was ben ik in de krantenwinkel er vlakbij gaan vragen of er ergens brood te vinden was en die man vertelde mij dat. De dichts bij zijnde bakker is vandaag ook niet open maar gelukkig was er hier een kleine supermarkt die zondag voormiddag open is. Ze hebben er lekkere baguettes.
We vertrokken te 09:50 uur. We verwachten vandaag wel wat tegenliggers te krijgen gezien het feest in Landrecies gisteren namiddag was en de boten die eergisteren in Hautmont vertrokken waren vandaag zullen terugkeren. Hzet bleek inderdaad het geval te zijn. Aan sluis S3 – Sassegnies kwamen we de eerste 2 tegen. Onderweg naar sluis S2 – Hachette de 2 volgende, net aan die sluis weer 2, net voor sluis S1 - Etoquies weer 2 en na de sluis de laatste.
Hier wordt het landschap terug opener. Nieuwe steiger in Landrecies.
Aan sluis S1 – Etoquies stond de linkerdeur geblokkeerd en niet helemaal open. De afstandsbediening werkte niet en er verscheen “Handbediende sluis” op het scherm. De deur ging enkele malen terug dicht en open en toen kwam er iemand bovenaan die teken deed dat we binnen mochten varen. Er dreef ook een ca 20 cm dikke en 6 meter lange boom voor de ingang van de sluis en die dreef mee naar binnen. Toen die eruit getrokken was en het stuk hout dat tussen deur en muur zat verwijderd was konden we geschut worden.
Te 12:40 uur legden we aan de spiksplinter nieuwe drijvende aanlegsteiger in Landrecies aan. De steiger werd gisteren ingehuldigd en daar kwam het hierboven genoemde feest van. Op deze steiger is elektriciteit en water voorzien die bediend gaat worden met de app I-Marine maar tot de poort afgesloten kan worden is het liggen en de dienst gratis. Hebben wij hier weer geluk zeg.
Hier hebben ze verschillende oude kazernes. Van de ene hebben ze appartementen en van de andere culturele gebouwen gemaakt.
Namiddag hebben we een wandeling door het dorp gemaakt en zijn aan de (ook) nieuwe steiger boven de sluis gedag gaan zeggen tegen Rob en Elly van de Eleonore (NL) die hier al enkele dagen liggen.