Soms als het donker is en leeg in jou. Ontsteek dan een vlammetje van hoop in je binnenste binnen. Hou het brandend tot Gods vuur je hart weer verwarmt en je handen opnieuw vult om dan - als nieuw en vol van Gods vuur - een vlam van liefde te zijn waaraan anderen zich mogen warmen. (Marlies Lecocq).
Goede God, soms zijn er twijfels of U wel bestaat. Mensen zeggen: God is dood. Of: Geloof is van vroeger, van de oude generatie. En als we de vele kritiek horen op uw kerk, beseffen we eens te meer hoe kwetsbaar het werk van mensen is. Goede God, geef ons vertrouwen. Doe ons uw vrede ondervinden: de harmonie van alle schepselen met elkaar, het evenwicht van onze samenleving. Dan weten wij dat U bestaat, voelen wij uw eindeloze goedheid, hier, nu, en alle dagen. Amen.
GEMAAKT NAAR UW BEELD God, wij zijn mensen naar Uw beeld; zo heeft U ons gemaakt met handen en voeten, ogen, oren en een mond, maar we zijn allemaal anders. Dit past bij de één en dat weer beter bij de ander. Help ons om dat te doen wat het beste bij ons past, dan komen we tot ons recht, dan kunnen we worden wie we eigenlijk ook zijn. Geef ons de moed om nee te zeggen als we vinden dat dat moet; geef ons de kracht om er dwars tegen in te gaan als dat goed is; geef ons de rust om na te denken wie we willen zijn. God, wij zijn mensen naar Uw beeld; ieder met een eigen kleur. Help ons om al die kleuren te gebruiken voor een vrolijke, betere wereld.
Goede God, gezegend bent U, oorsprong van alles, schepper van iedereen. Wij danken U hier. Dank U voor de wonderen om ons heen voor de sterren aan de hemel, de wolken in de lucht, voor de mensen en de dieren. Dank U voor geluk, vriendschap en plezier, voor het goede dat we willen en het goede dat we doen. Dank U voor alles wat mooi is, teder en waar. Goede God, wij danken U.
In een nacht, stikdonker, nergens een lichtpuntje te zien en ik verlangde zo naar een warm vuur, ben ik gegaan, alleen, met mijn ziel onder mijn armen, die ik koesterde als een klein lichtje, amper te zien.
In het donker, ongezien, niemand die mij aansprak, toch voelde ik mij veilig, ging ik met mijn ziel onder mijn armen, die ik koesterde als een klein lichtje, amper te zien.
Die pikdonkere nacht bood mij de kans, daar, diep verborgen - ik kon mezelf niet eens meer zien: geen ander licht wees mij de weg dan mijn ziel, het lichtje dat gloeide in mijn hart.
Dat schijnsel leidde mij, betrouwbaarder dan het volle licht van de zon, midden op de dag, naar de plek waar op mij wachtte van Wie ik zeker kon zijn en waar niemand ooit zou komen.
God kent het hart van de mens, hoe het warm wordt van vreugde als er applaus komt, hoe het krimpt van pijn als er kritiek komt. Laten wij niet ijdel worden en verwaand als we applaus krijgen. Laten we niet bitter en ongenietbaar worden als we kritiek krijgen. Maar nemen we een palmtak in de hand om te juichen bij al wat goed is in uw schepping en in uw mensen. Om te juichen en U God te danken. Een palmtak ook om bij het kruis te steken om wanneer we verdriet en zorgen hebben te blijven vasthouden aan ons geloof en te belijden: van U is de tijd, aan U is alle leven.
Arm en rijk
.
Vol van God wereld-in-delen landen in wanhoop landen badend in luxe mensen in verwarring mensen denkend in gewin mensen roepend om gerechtigheid mens die mij aankijkt mens die mijn stilte breekt mens die mijn spiegel is God die mij aankijkt God die mijn stilte breekt God naar wie ik geschapen ben Stem die mij aanspreekt Stem die mij aanraakt stem die mij roept wereld die op mij wacht mens worden van vrede mens van God, Jezus gelijk dat ik het zal kunnen God horen antwoorden leven in Jezus naam zijn een rechtvaardige (Franck Ploum)
Maria, onze toevlucht Liefdevolle Maagd Maria, nog nooit is gehoord dat iemand voor niets zijn toevlucht tot U zocht.
Aangemoedigd door dit vertrouwen, kom ik tot U met mijn zorgen.
Wijs mijn gebeden niet af, maar neem ze goedgunstig aan en wil mij verhoren, o lieve Maagd Maria. .
Goede God, een vonk zijn we maar, een vonk tóch van het Licht dat nimmer wijkt. Een zuchtje zijn we slechts, een zucht tóch van de Levensadem die niet stokt. Een moment zijn we enkel, een moment tóch van de Eeuwige die U bent. Goede God, ga met ons mee in tijd en eeuwigheid. Amen..
Eeuwige God, in deze veertig dagen roept U ons op, op te staan uit de sleur van de dagen en ons los te maken van alles wat ons te veel bindt aan deze wereld. Help ons bij onze tocht in de woestijn, en neem ons mee de berg op, op dat wij een glimp opvangen van wat U met ons mensen voor hebt. Eeuwige God, in de stilte van dit moment bidden wij tot U: open onze ogen om echt te zien, open onze oren om echt te horen, open ons hart om oprecht lief te hebben. Laat ons hier leven in het besef dat Uw Rijk komen zal. Amen.
BIJ HET BEGIN VAN DE VASTEN.....STILTE
Haast, lawaai en onrust, zijn de kenmerken van een tijd dat stilte uitgebannen wordt. We luisteren niet meer van binnenuit: vanwaar en wie we zijn en waarnaar onderweg. Hoe ver moet je gaan om tot rust te komen? Of kan het ook dichtbij? Luister naar de stilte, wacht tot een ander spreekt met woorden die de jouwe niet zijn. Luister naar de stilte, wacht op de stem van je hart naar wat je beweegt, naar wat je bent. Luister naar de stilte, hoor wat God tegen je zegt, voel de Liefde die ons draagt.
Eeuwige God, in deze veertig dagen roept U ons op, op te staan uit de sleur van de dagen en ons los te maken van alles wat ons te veel bindt aan deze wereld. Help ons bij onze tocht in de woestijn, en neem ons mee de berg op, op dat wij een glimp opvangen van wat U met ons mensen voor hebt.
Eeuwige God, in de stilte van dit moment bidden wij tot U: open onze ogen om echt tezien, open onze oren om echt te horen, open ons hart om oprecht lief te hebben. Laat ons hier leven in het besef dat Uw Rijk komen zal. Amen
Eeuwige en liefdevolle God, wij vragen U : help ons moed te putten uit de dood van die ene mens: Jezus van Nazareth, die liet zien dat de dood geen eindpunt is, maar een nieuw begin. Geef dat wij beseffen dat er tussen hemel en aarde meer is dan wij kunnen zien. Dat onze grenzen niet Uw grenzen zijn. Dat wij in leven en sterven geborgen zijn in Uw hand. Amen.
God, leer ons samen door het leven gaan vriend te zijn voor wie naast ons leven. Help ons, om iedere dag opnieuw het beste van onszelf te geven. Leer ons vóór elkaar te leven en mét elkaar. Laat ons een mens zijn voor al onze medemensen. Leer ons geloven dat Gij Uw liefde toont aan de mensen, door ons: in een glimlach, een goeie dag, een goeie avond, een begrijpend woord, door te luisteren en door blij te zijn. Amen
Heer, onzeGod, hoe prachtig is Uw naam over heel de aarde. De hemel en de sterren laten zien hoe groot U bent. Voor U is de stem van kinderen, zelfs van de allerkleinsten, het wapen waarmee U aan alle kwaad een einde maakt. Als ik naar de Hemel kijk, het werk van Uw handen, naar de maan en de sterren die U daar hebt vastgezet. Dan denk ik: wat is toch de mens dat U om hem geeft ? Wat betekent hij dat U voor hem zorgt ? Hij is bijna een god, zoveel macht hebt U hem gegeven. U hebt hem aangesteld over alles wat U gemaakt hebt. Alles hebt U aan zijn voeten gelegd: de schapen en de koeien, de wilde dieren op het land, de vogels in de lucht en de vissen in de zee, alles wat in het water zijn weg zoekt. Heer, onze God, hoe prachtig is Uw Naam over heel de aarde.
Mijn God, mijn God, hebt U mij verlaten? Ver weg bent U, ver van mijn roepen om steun en hulp. "O mijn God" roep ik overdag en er komt geen antwoord. Vooral in het donker van de nacht vind ik geen rust.
God in de hemel, mijn voorouders hebben op U vertrouwd en U hebt hen bemoedigd. Zij hebben tot U gebeden en U hebt hen bijgestaan. Maar ik heb maar een simpel geloof en soms vraag ik me af: nemen ze mij wel serieus? Lachen ze niet om mijn geloof?
Als een vroedvrouw hebt U mij uit de moederschoot getrokken en veilig aan de borsten van mijn moeder gelegd. Bij mijn geboorte vingen Uw handen mij op, sinds mijn begin bent U mijn God.
God, blijf mij nabij, want ik voel me zo benauwd nu er geen mens is die mij helpt.
God is het hart. Wij zijn zonen en dochters van God, die Vader en Moeder is. God is het hart van de Hemel, het hart van de aarde. Aan God behoren de dag en de nacht, de bergen en de dalen, alle dieren en ook wijzelf. God is onze oorsprong, de eigenaar van alles wat dichtbij en veraf is. God is een heilige Vader en een heilige Moeder, het middelpunt van de gemeenschap en van de vier hoeken van de wereld. God leeft; en waakt zonder ophouden over ons God is de bron van alle leven.