Hoogingenomen beklimt de haan de mesthoop op het dorpse plein. Broedkuikentjes, van schrik ontdaan, maken zich bang en need'rig klein.
De hennen kakelen, uitgelaten : "Zie toch die knapperd! Zie zijn kam !" "Ssst ! Onze lieverd gaat nu praten" klokt bazig de kloek : "Silence, mesdames !"
Hij schraapt zich luid zijn schorre pijp en spuit zijn dogma's gutturaal. Geen kip die zijn woordenbrij begrijpt maar hij hanteert vast Godse Taal !
Geen haan duldt hij meer op het erf, dat hoort de hele kroost te weten ! En wie zijn regeltjes bederft moet maar het rotte graan gaan eten !
Parmantig stapt hij van zijn troon en blinkt de kloek zijn aaltige bot. Heel waardig wisselt hij zijn kroon, op naar het buurhok... want hij is God !
www.gedichtegedachten.be
|