traag drijft de zon de nevels lang en langzaam uit de kruinen nog kwinkeleert een gaal in zang en tracht zijn nacht te ruilen
bij 't neerhof hoont een haan hooghees de luiheid van het vee swijlst pimpelen speels mus en mees door de vroege matinee
diep in het riet ritselt de gors in de zomp onder de dijk en spijkert spits een specht de schors van een oude zomereik
daar wielt en waalt nu wervelend de tjif tjaf met de sijs en krijst de kauw luid schaterend vaarwel aan 't winterijs
www.gedichtegedachten.be
|