Als je in de kersttijd door het Ertsgebergte en Vogtland rijd, kan je genieten
van een prachtig schouwspel. Achter bijna ieder raam stralen de lampjes van de
lichtbogen je tegemoet. Deze lichtbogen vertellen ieder hun eigen verhaal uit
de rijke traditie van het Ertsgebergte. De oorsprong van de lichtbogen stamt
uit de mijnbouw. De mijnwerkers hingen vroeger na de laatste ploegendienst voor
kerstavond, hun lampen in een halfronde cirkel bij de ingang van de mijn
waardoor deze helemaal verlicht werd.
De
traditionele motieven zijn meestal twee bergbewoners met het Saksische wapen: 2
gekruiste zwaarden, het mijnwerkerswapen met 2 gekruiste hamers, een
houtsnijder en een kantwerkster. In modernere lichtbogen kan de maker zijn fantasie
volledig uitwerken. Heel dikwijls wordt nu het kersttafereel uitgebeeld.
postkaart
deel van een lichtboog in Chemnitz
lichtboog uitgewerkt naar een model uit het Ertsgebergte foto's H. Vermeir
Voor iedere dag in
het nieuwe jaar:
een goede engel aan je zijde,
een ster die veilige wegen wijst,
en een hart dat blij kan zijn om vele kleine dingen.
Eeva-Lisa Korthelathi: de engel Uriel
Uriël,
een van de 12 aartsengelen.
Hij is de aartsengel van het Noorden, heerser van de planeet Venus en wordt meestal afgebeeld met vlammen in zijn
hand.
Uriël is de engel van het lot en kent de geheimen van onze toekomst en ons
verleden. Hij heerst over: Stier - Maagd Steenbok, heeft magische krachten,
energie en bestrijdt lusteloosheid.
Dit
jaar wilden wij nog eens echte witte Kerstdagen en een Kerstsfeer met nog iets
anders dan eten en drinken. Dresden, het Firenze aan de Elbe genoemd, heeft
onze verwachtingen overtroffen: er lag een prachtig sneeuwtapijt waarop de historische
monumenten stonden te pronken, we bezochten tentoonstellingen
en musea en liepen over de sfeervolle kerstmarkten waar hemelse muziekklonk. Genoeg om de batterijen weer op te laden
Mijn
hobby, kant en handwerk, moest natuurlijk ook zijn deel krijgen. In het museum
voor volkskunde was er een ambachtenmarkt
en waren er ook kantwerksters! We hebben natuurlijk ervaringen uitgewisseld en
werk van vroeger en nu bewonderd. Dresden hoort bij het Ertsgebergte, de
streek is gekend voor het kantwerk .
Toen
we later tijdens een wandeling op de Theaterplatz belandden, bewonderden we er het
ruiterstandbeeld van Koning Johann von Sachsen ( 1801 1873). Het werd gemaakt
in 1889 door Johannes Schilling (1828 - 1910 ) en gegoten in de Dresdner Kunst- en
Klokkengieterij. De hoge sokkel is met mooie reliëfs versierd en ja, tussen al
die figuren vonden we een jonge kantwerkster...
kantkussen uit het Ertsgebergte
stalenboek in het museum voor volkskunde
Dresdner borduurwerk
standbeeld van koning Johann van Saksen
jonge kantwerkster op de sokkel van het ruitersstandbeeld foto's H.Vermeir
Joz.
Beeck zoals hij kortweg genoemd werd, werd geboren in 1912. Honderd jaar
geleden dus en voor François Van der Jeught, secretaris van de Koninklijke
Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, een gelegenheid om
deze veelzijdige kunstenaar weer in de belangstelling te brengen. Dinsdagavond
ll. 4 dec. gaf hij in het Stadsarchief een lezing: Joz. Beeck (1912-1986),
kunstschilder en glazenier, Mechelaar met wereldfaam. Werkelijk heel interessant
wat hij ons leerde en toonde over het werk van Joz. Beeck. Hij was schilder,
restaurateur, ontwerper van glas-in-loodramen, tapijten. Maakte keramiek,
smeedwerk, beeldhouwwerk en muurschilderingen. Tentoonstellingen van hem waren
er in binnen- en buitenland.
Enkele
jaren geleden bewonderde ik van hem de prachtige glasramen in het Huis De
Zalm. Ze zijngeschonken door het E.V.M.
(Economisch Verbond Mechelen), en stellen
Mechelse beroepen voor, o.a. metsers, houtbewerkers, loodgieters, modeontwerpers,
kantwerkster. Tijdens deze lezing leerde ik de man achter de naam kennen: een
gedreven kunstenaar en mens!
Het
huis de Zalm aan de Zoutwerf werd in 1943 van de erven van Willem Geets door de
stad Mechelen aangekocht. In 1959 werd het opengesteld als Museum der Mechelse Kunstambachten. Op
gelijkvloers en eerste verdieping waren onze kunstnijverheden tentoongesteld:
kant, goudleder, tin, ijzer, koper en brons.
Het
museum werd gesloten door een beslissing van het schepencollege op 16 oktober
1991. De collectie is nu in het Hof van Busleyden.
Veel tradities in het huidige sinterklaasfeest gaan terug
tot Nicolaas van Myra. Hij is geboren in Patara te Lycië dat tegenwoordig in Turkije ligt, maar in het jaar 280 bij het toenmalige Byzantijnse Rijk hoorde. Hij werd bisschop van Myra, de hoofdplaats van Lycië. Hij stierf op 6 december 342. Als oosterse kerkheilige werd Nicolaas oorspronkelijk alleen in het oosten van Europa geëerd, in
het bijzonder in Griekenland en Rusland.
In de 13e eeuw werd zijn naamdag vastgesteld op 6 december. Vanaf dat moment verspreidde zich de
Nicolaasverering over heel Europa.
Verschillende legendes vermelden
Sint-Nicolaas als beschermer van armen en zwakken. Zo is er de legende van de drie
scholieren die door een herbergier werden gedood maar door Sint-Nicolaas weer
tot leven werden gewekt, de legende van de drie arme dochters die dankzij
giften van Sint-Nicolaas een bruidschat kregen en konden trouwen, of de legende van het kind dat in het
bad door Sint-Nicolaas werd behoed voor verbranding.
Ik vond in mijn verzameling 2 afbeeldingen vandrie arme (?) zusjes kantwerksters:
Cornelis De Vos (B. 1584-1651) De liefdadigheid van Sinterklaas, ca 1640
Henri II de Vermay (Fr.) Sinterklaas gooit een geldbeurs door het raam van een kamer waar 3 meisjes kantklossen ( Fr. 17e eeuw - Musée des Beaux-Arts, Valenciennes )
Halle in Vlaams Brabant, is sinds eeuwen een bedevaartsoord. O.L.Vrouw wordt er vereerd in de Sint Martinus-kerk. Zij is voorgesteld als moeder die haar kind voedt. In de crypte zijn waardevolle kunstschatten te bewonderen, o.m. kelken, missalen, kronen, een geborduurd kleed en kanten voor het Mariabeeld. Een faliekant (hoofd- en/of schouderdoek) werd geschonken in 1751 door een Broederschap uit Brussel, zoals de ingewerkte tekst bewijst. Een andere falie dateert ook uit de 18e eeuw en vermeld het monogram Maria en B B. Op een kanten mantel werd o.a.de hemelvaart van Maria uitgewerkt. Al deze kanten zijn in delen gemaakt, naald- en kloskant samen verwerkt en verbonden door stroken drochelgrond, siergronden of spijltjes. Het zijn prachtige kanten! Hoeveel uren zijn er aan gewerkt? Wij kunnen het ons niet voorstellen en alleen in bewondering staan!
Snuisteren
op de rommelmarkt vind ik zalig. En regelmatig ontdek ik mooie en interessante
dingen. De laatste keer vond ik weer een kadertje met een kantwerkster getekend door Cesar Horsten (of Korsten?). Ze
kwam mij weer bekend voor. Thuis ging ik direct in mijn verzameling
kijken... en ja, de oude postkaart van een Mechelse kantwerkster op het Klein
Begijnhof, werd nagetekend. Wel goed gedaan! Ik wil
natuurlijk graag weten wie de tekenaar is. Googlen maakte mij nog niets
wijzer. Kan iemand mij helpen?
Op8 en 9 september, tussen 10 en 18 u. kan je
leden van onze kantclub aan het werk zien in het Moreelshuis in het Groot
Begijnhof van Mechelen. Voor meer informatie over deze site kan je terecht op
Museum
voor het Kostuum en de Kant. Pruiken,
korsetten en kniebroeken, mode in de 18e eeuw. Dit is de titel van
de tentoonstelling die nog tot het einde van het jaar loopt in het Museum voor
Kostuum en Kant in Brussel. Echt een aanrader!
De
toelichting op de folder luidt: De mode in de Eeuw van de Verlichting met zijn
zijden weefsels, schitterende damesjaponnen, verfijnd borduursel op
herenkostuums, delicaat kantwerk, waaiers en andere accessoires, spreekt tot de
verbeeldong en blijft een bron van inspiratie voor hedendaagse ontwerpers.
De Belgische Kantorganisatie (B.K.O.) in de Sint-Gorikshallen te Brussel.
De
Belgische Kantorganisatie (B.K.O.) in de Sint-Gorikshallen te Brussel.
Naar
aanleiding van haar 25 jaar bestaan is er een tentoonstelling van de B.K.O. te
Brussel. Van 05/07 tot 12/08/2012 kan je prachtige kanten uit de verzameling
van Jacques Rooryck en werk van de leden bewonderen op de bovenverdieping van
de Sint-Gorikshallen.
Er
zijn zowel traditionele als moderne kanten
te zien. Enkele leden van onze kantclub leverden ook hun bijdrage. Er zijn ook
demonstraties, zodat leken in het vak kunnen zien, hoe kantwerk gemaakt wordt.
Reeds enkele jaren zijn wij met onze kantclub in juli
en augustus bij Uit-in-Mechelen, in de Hallestraat, te gast. Sinds het museum
Hof van Busleyden zijn deuren sloot, is er in Mechelen niet veel kant meer te
bewonderen. Wij zijn dan ook blij dat wij elke vrijdagnamiddag iedereen met kant, en specifiek de Mechelse kant,
kunnen laten kennismaken. Heel dikwijls klinkt
het: wij dachten dat dit alleen nog maar in Brugge gemaakt werd! Wij zijn dan
heel fier dat we dit kunnen tegenspreken! Bij de Toeristische Dienst zijn er
ook enkele oude stukken Mechelse Kant te bewonderen.
Verder zijn we ook aanwezig op:
-de Ambachtendag in Het Molenijzer te Putte
( zo. 12 aug. Van 13.30 tot 18.00 u.)
-de Hoevefeesten aan de Midzeelhoeve te
Sint-Katelijne-Waver
(za. 18 aug. van 18.00 tot 22.00 u. en zo. 19
aug. van 10.00 tot 18.00 u.)
-de Oogstfeesten in het Vrijbroekpark te
Mechelen (zo. 26 aug. van 10.00 tot 18.00 u.)
In
Mechelse kant komen veel bloemmotieven voor, vooral rozen. Het is dus niet
verwonderlijk dat er een rozensoort genoemd is naar de Mechelse kant. De heesterroos:
Dentelle de Malines, dateert van 1986 en is een verwezenlijking vanLouis Lens jr. ( Sint-Katelijne-Waver3 maart 1924- Mechelen 10 mei 2001).
Hijkwam in 1947 in de zaakbijzijn vader Victor enbegonaan zijn levenswerk : rozen veredelen. Zijn
rozen zijn overal ter wereld te bewonderen. Talrijk zijn de erediplomas , en
de gouden, zilveren en bronzen medailles die hem werden toegekend. Ook met de World Rose Award werd hij vereerd. (Ivo
PAUWELS, Louis Lens: de elegantie en de
roos, Lannoo/Terra, Tielt, 2000).
Verleden
jaar kreeg ik een struikje "Dentelle de Malines" als geschenk. In onze tuin groeien en bloeien nu in
alle schoonheid.... de fijne, kleine, tere roze bloempjes....
Het Muziekinstrumentenmuseum,
afgekort MIM, is een departement
van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis van Brussel. Het is ondergebracht in het voormalige warenhuis "Old England", aan de Hofberg in het centrum van Brussel.Van op het terras op de hoogste verdieping heeft men
een prachtig uitzicht over de hele stad.
Toen we er daar rondwandelden tussen al die
muzikale hoogstandjes, ontdekten we een afbeelding van een familieportret
gemaakt door Gilles van Tilborg (Vlaams schilder ca 1625 ca 1678). Een van de
meisjes heeft een kantkussen op haar schoot, een ander speelt clavecimbel.
Blijkbaar hoorden kantklossen en musiceren bij een goede opvoeding in deze
familie.
Op 22 april
waren wij, samen met nog andere erfgoedverenigingen, weer present in de Lamotsite Wij hadden er een
presentatie over onze 4 helden: Liesje Mattheus, Herman Baccaert, Juf. Van
Costnoble en Kan. Van Caster. Met steun van het Stadsarchief, de Dienst Musea en de Erfgoedcel, konden wij over hen een mooie tentoonstelling opbouwen.
Daarnaast
demonstreerden enkele leden van onze kantclub de Mechelse kant en konden
kinderen weer de basisslagen van het kantklossen uiproberen. Het was een
gezellige dag waarop we genoten van de ruime belangstelling. Dit geeft ons weer
moed om te blijven opkomen voor de kant in Mechelen!
Marcel
Kocken, Mechelaar in hart en nieren, werd door Heemkunde Gouw Antwerpenonderscheiden met het Eremerk deken Jozef Van Herck . Dit gebeurde
in het C.C. Zwaneberg te Heist-op-den-Berg,
op de Gouwdag van zaterdag 24 maart ll.
Dit
ereteken is in het leven geroepen door Heemkunde
Gouw Antwerpen om deken Van Herck
(1888-1984) te blijven gedenken. Hij was doctor in de klassieke filologie,
licentiaat kunstgeschiedenis, priester en deken van Kontich en zeer begaan met
de studie van de heemkunde.
Ieder
jaar wordt het eremerk gegeven aan iemand die zich verdienstelijk heeft gemaakt
op gebied van heemkunde. Marcel heeft dit eremerk zeker verdiend voor zijn
boeken over Mechelen ( een dertigtal vanaf 1961 tot nu ), zijn publicaties in
het tijdschrift Volkskunde, in het Jaarboek van de Provinciale Commissie voor Geschiedenis
en Volkskunde en in de Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde,
Letteren & Kunst van Mechelen.
Het
eremerk werd hem overhandigd door Karel Van den Bossche, voorzitter van
Heemkunde Gouw Antwerpen.
Nog
een speciale vermelding: Marcel heeft ook een hart voor kant, zijn steun en
sympathie voor onze kantclub is groot. Profiat en bedankt Marcel!
Marcel Kocken en Karel Van den Bossche Foto: H. Vermeir
Van 28 maart tot 28 mei 2012 houdt de Erfgoedmobiel (Lamotsite) haar
armen open voor erfgoedzorgers uit de Mechelse regio. Met 'Helden' als thema
voor Erfgoeddag dit jaar, willen zij vijf erfgoedverenigingen voorstellen
waarvan de werking wordt gedragen door enthousiaste vrijwilligers. Kantclub Etterjefke, 8 Mei Comité Regio Mechelen,
Vlaamse Kunstkring voor Marqueteurs, Volkskunstgroep De Krekels en Familiekunde
Vlaanderen Regio Mechelen, werden hiervoor uitgekozen.
Dinsdag, 27 maart was de opening en stelde Liesbeth De Ridder,
erfgoedcoördinator, deze erfgoedverenigingen
voor. Wij zijn heel fier dat onze kantclub erbij is en dat wij samen met de 4
andere uitgekozen verenigingen een kleine tentoonstelling in de inkomhal mochten
opbouwen.
Vanaf woensdag 21 maart tot 12 augustus 2012 loopt deze
tentoonstelling in het Modemuseum te Antwerpen. Je kan er zien hoe de mode een
rol speelde in het dagelijkse leven van vrouwen uit de middenklasse in die
periode.
De stukken die getoond worden zijn afkomstig uit de
verzameling van de Nederlandse verzamelaarster Jacoba de Jonge. Zij worden nu
opgenomen in de collectie van het MoMu.
In de tentoonstelling zie je kleding voor alle
omstandigheden: ochtend en avond, huishouden
en uitgaan, reizen en sport, zomer en winter, en zwangerschap! Maar ook
accessoires zoals kousen, huismuiltjes en laarzen; ondergoed: crinolines, keurslijven
en queues ;strikdassen en hoeden;
kousenbeurzen en nog zoveel meer.
Maak tijd en ga genieten!...
Affiche van de tentoonstelling
Jacobina de Jonge
Japon in changeantzijde, sjaal in geborduurde tule, ca 1850
Huismuts in geborduurde tule en kloskant, ca 1820
Mantel in zijdefluweel, boord en mof in bont
Jak in bedrukt katoen, rok in gequilt zijdesatijn, 1750-1800
Aan het einde van de 19e
eeuw hadden vele kantwerksters hun kantkussen in de steek gelaten om te gaan
werken in de fabrieken, waar ze beter betaald werden.
Om dekantnijverheid weer te doen herleven werden vele
verenigingen, raden,comités en
kantwerkscholen opgericht. De bedoeling was een professionele opleidinggeven aan de kantwerksters, financieel
voordeelbrengen en de kunstnijverheid
aanmoedigen door het ontwerpen van nieuwe tekeningen.
In Mechelen hebben we
enkele markante figuren die hiertoe bijgedragen hebben. In verband met het
thema van de Erfgoeddag 2012,dragen wij
als Helden voor:
-KannunikGuillaume Van Caster (1836 - 1918). Hijwas belast met het godsdienstonderricht
in de kantschool van het begijnhof. In 1909 verscheen in het Bulletin du
Cercle Archéologique, Littéraire et Artistique de Malines zijn studie La Dentelle de Malines », een
standaardtekstover de « kanten koningin » oorspronkelijk in
t Frans, nadien vertaald.
-Juffrouw Maria Serafina van
Costenoble (1850 - 1918) . Zij was leeraerster van kantwerk. Ze richtte in
1902 een kosteloze kantschool op in haar woning in de XII Apostelenstraat nr.
4. Kinderen vanaf 12 jaar konden erleren klossen.
-Herman Baccaert (1883 - 1921). Van hem verscheen in 1911:
Aan den Waterkant, een verhaal uit
het leven der speldenwerksters. (Nederlandse Boekhandel, Antwerpen)In 1912 publiceerde hij
zijn Handleiding tot de Kantkennis
(Verbeke-Loys & Co, Brugge); deze werd bekroond door de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-
enLetterkunde. Het was het eerste
boek over kant in het Nederlands.
-Liesje Matheus (1924 - 1983) begon in 1972 met haar
kantschool Tierlantijne". In de lessen door Liesje gegeven werd veel
aandacht besteed aan kantontleding en technisch tekenen. Etterjefkes werden aan de lopende meter gemaakt, maar ook de
moeilijke typische ijsgrond werd uitgeprobeerd.
Wie meer over hen wil
weten wordt op 22 april 2012 verwacht in de Lamotsite tussen 10.00u en 18.00u
Bij
toeval ontdekte ik tussen een hoop papieren
een tekening van een kantwerkster. Ze kwam mij direct bekend voor. Ze
zit voor een open raam waardoor de St. Romboutstoren te zien is . Ze deed mij
denken aan het schilderij van A. Struys: De beroemde Mechelse kantwerkster.
Rechts
onder staat de handtekening:Adriaenssens Jan. Wie kon dat zijn?
Figuratief schilder, tekenaar, decorateur, dichter.
Signeert zijn werken met het pseudoniem Adri. Opleiding aan de Academies te
Mechelen en Leuven. Realiseerde o.m. landschappen, figuren, dieren (paarden),
composities met af en toe surrealistische elementen. Hij beoefent schilderkunst
zonder dorre symboliek, maar met figuratief meesterschap met accenten naar het
surrealisme toe. Uit de pers: «Hij komt uit de sierkunst, het abstracte
reclameschilderen, en heeft daarvan de zuivere lijn en suggestieve kracht
overgehouden,» en «Adri is een rasecht schilder en tekenaar die de storm van de
abstractie over zich heen liet gaan om met figuratief meesterschap de
verloedering als gevolg van wilde inspiratie van antwoord te dienen.» Vermeld
in BAS I en «Twee eeuwen Signaturen van Belgische kunstenaars».
De copie van "De
kantwerkster" van Jan Adriaenssens ( 1935 -) hangt nu naast een reproductie van het schilderij van
A.Struys ( 1852 1941) bij ons aan de muur.
Een origineel gedicht over Mechelen en haar kantwerksters:
LA DENTELLIERE DE MALINES.
Au ciel dazur le soleil brille
Et sur le seuil de sa maison
Une charmante jeune fille
Exhale sa pure chanson
Allons mes gentilles voisines
Répétez mon refrain en chur
Le beau carillon de Malines
Va symêler avec
douceur
Refrain : Dentellières à votre ouvrage
En piquantdans ce
joli dessin
Une merveille je le gage
Va paraître sous votre main
Cette nuit j ai fait un beau rêve
La Vierge en voyant mes tissus
Disait tout bas à Geneviève
Ils pareront l enfant Jésus
Sois toujours sage chère enfant
Et j écouterai ta prière
Oh ! que ce rêve était touchant
Le travail ennoblit la vie
Et cest la fleur de la santé
De nous il écarte l envie
Il entretient la piété
Vieille se fait ma bonne mère
Combien il mest doux de l aider
Ma tache me paraît si légère
Quand son front peut se dérider.
Paroles de Mr.
Aug.Daufresne
Musique deMm. Sophie Boeyé
A Madame Thalie
Deleccroix
Graag zou ik meer weten over de dichter, de componist en de "gefêteerde". De partituur bevindt zich in het Stedelijk Archief van
Mechelen. Op de voorpagina werd genoteerd: "R. Van Aerde 1923". Raymond Van Aerde (1876- 1943), was vanaf 1934 stadsarchivaris.