Marcel
Kocken, Mechelaar in hart en nieren, werd door Heemkunde Gouw Antwerpenonderscheiden met het Eremerk deken Jozef Van Herck . Dit gebeurde
in het C.C. Zwaneberg te Heist-op-den-Berg,
op de Gouwdag van zaterdag 24 maart ll.
Dit
ereteken is in het leven geroepen door Heemkunde
Gouw Antwerpen om deken Van Herck
(1888-1984) te blijven gedenken. Hij was doctor in de klassieke filologie,
licentiaat kunstgeschiedenis, priester en deken van Kontich en zeer begaan met
de studie van de heemkunde.
Ieder
jaar wordt het eremerk gegeven aan iemand die zich verdienstelijk heeft gemaakt
op gebied van heemkunde. Marcel heeft dit eremerk zeker verdiend voor zijn
boeken over Mechelen ( een dertigtal vanaf 1961 tot nu ), zijn publicaties in
het tijdschrift Volkskunde, in het Jaarboek van de Provinciale Commissie voor Geschiedenis
en Volkskunde en in de Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde,
Letteren & Kunst van Mechelen.
Het
eremerk werd hem overhandigd door Karel Van den Bossche, voorzitter van
Heemkunde Gouw Antwerpen.
Nog
een speciale vermelding: Marcel heeft ook een hart voor kant, zijn steun en
sympathie voor onze kantclub is groot. Profiat en bedankt Marcel!
Marcel Kocken en Karel Van den Bossche Foto: H. Vermeir
Van 28 maart tot 28 mei 2012 houdt de Erfgoedmobiel (Lamotsite) haar
armen open voor erfgoedzorgers uit de Mechelse regio. Met 'Helden' als thema
voor Erfgoeddag dit jaar, willen zij vijf erfgoedverenigingen voorstellen
waarvan de werking wordt gedragen door enthousiaste vrijwilligers. Kantclub Etterjefke, 8 Mei Comité Regio Mechelen,
Vlaamse Kunstkring voor Marqueteurs, Volkskunstgroep De Krekels en Familiekunde
Vlaanderen Regio Mechelen, werden hiervoor uitgekozen.
Dinsdag, 27 maart was de opening en stelde Liesbeth De Ridder,
erfgoedcoördinator, deze erfgoedverenigingen
voor. Wij zijn heel fier dat onze kantclub erbij is en dat wij samen met de 4
andere uitgekozen verenigingen een kleine tentoonstelling in de inkomhal mochten
opbouwen.
Vanaf woensdag 21 maart tot 12 augustus 2012 loopt deze
tentoonstelling in het Modemuseum te Antwerpen. Je kan er zien hoe de mode een
rol speelde in het dagelijkse leven van vrouwen uit de middenklasse in die
periode.
De stukken die getoond worden zijn afkomstig uit de
verzameling van de Nederlandse verzamelaarster Jacoba de Jonge. Zij worden nu
opgenomen in de collectie van het MoMu.
In de tentoonstelling zie je kleding voor alle
omstandigheden: ochtend en avond, huishouden
en uitgaan, reizen en sport, zomer en winter, en zwangerschap! Maar ook
accessoires zoals kousen, huismuiltjes en laarzen; ondergoed: crinolines, keurslijven
en queues ;strikdassen en hoeden;
kousenbeurzen en nog zoveel meer.
Maak tijd en ga genieten!...
Affiche van de tentoonstelling
Jacobina de Jonge
Japon in changeantzijde, sjaal in geborduurde tule, ca 1850
Huismuts in geborduurde tule en kloskant, ca 1820
Mantel in zijdefluweel, boord en mof in bont
Jak in bedrukt katoen, rok in gequilt zijdesatijn, 1750-1800
Aan het einde van de 19e
eeuw hadden vele kantwerksters hun kantkussen in de steek gelaten om te gaan
werken in de fabrieken, waar ze beter betaald werden.
Om dekantnijverheid weer te doen herleven werden vele
verenigingen, raden,comités en
kantwerkscholen opgericht. De bedoeling was een professionele opleidinggeven aan de kantwerksters, financieel
voordeelbrengen en de kunstnijverheid
aanmoedigen door het ontwerpen van nieuwe tekeningen.
In Mechelen hebben we
enkele markante figuren die hiertoe bijgedragen hebben. In verband met het
thema van de Erfgoeddag 2012,dragen wij
als Helden voor:
-KannunikGuillaume Van Caster (1836 - 1918). Hijwas belast met het godsdienstonderricht
in de kantschool van het begijnhof. In 1909 verscheen in het Bulletin du
Cercle Archéologique, Littéraire et Artistique de Malines zijn studie La Dentelle de Malines », een
standaardtekstover de « kanten koningin » oorspronkelijk in
t Frans, nadien vertaald.
-Juffrouw Maria Serafina van
Costenoble (1850 - 1918) . Zij was leeraerster van kantwerk. Ze richtte in
1902 een kosteloze kantschool op in haar woning in de XII Apostelenstraat nr.
4. Kinderen vanaf 12 jaar konden erleren klossen.
-Herman Baccaert (1883 - 1921). Van hem verscheen in 1911:
Aan den Waterkant, een verhaal uit
het leven der speldenwerksters. (Nederlandse Boekhandel, Antwerpen)In 1912 publiceerde hij
zijn Handleiding tot de Kantkennis
(Verbeke-Loys & Co, Brugge); deze werd bekroond door de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-
enLetterkunde. Het was het eerste
boek over kant in het Nederlands.
-Liesje Matheus (1924 - 1983) begon in 1972 met haar
kantschool Tierlantijne". In de lessen door Liesje gegeven werd veel
aandacht besteed aan kantontleding en technisch tekenen. Etterjefkes werden aan de lopende meter gemaakt, maar ook de
moeilijke typische ijsgrond werd uitgeprobeerd.
Wie meer over hen wil
weten wordt op 22 april 2012 verwacht in de Lamotsite tussen 10.00u en 18.00u
Bij
toeval ontdekte ik tussen een hoop papieren
een tekening van een kantwerkster. Ze kwam mij direct bekend voor. Ze
zit voor een open raam waardoor de St. Romboutstoren te zien is . Ze deed mij
denken aan het schilderij van A. Struys: De beroemde Mechelse kantwerkster.
Rechts
onder staat de handtekening:Adriaenssens Jan. Wie kon dat zijn?
Figuratief schilder, tekenaar, decorateur, dichter.
Signeert zijn werken met het pseudoniem Adri. Opleiding aan de Academies te
Mechelen en Leuven. Realiseerde o.m. landschappen, figuren, dieren (paarden),
composities met af en toe surrealistische elementen. Hij beoefent schilderkunst
zonder dorre symboliek, maar met figuratief meesterschap met accenten naar het
surrealisme toe. Uit de pers: «Hij komt uit de sierkunst, het abstracte
reclameschilderen, en heeft daarvan de zuivere lijn en suggestieve kracht
overgehouden,» en «Adri is een rasecht schilder en tekenaar die de storm van de
abstractie over zich heen liet gaan om met figuratief meesterschap de
verloedering als gevolg van wilde inspiratie van antwoord te dienen.» Vermeld
in BAS I en «Twee eeuwen Signaturen van Belgische kunstenaars».
De copie van "De
kantwerkster" van Jan Adriaenssens ( 1935 -) hangt nu naast een reproductie van het schilderij van
A.Struys ( 1852 1941) bij ons aan de muur.
Een origineel gedicht over Mechelen en haar kantwerksters:
LA DENTELLIERE DE MALINES.
Au ciel dazur le soleil brille
Et sur le seuil de sa maison
Une charmante jeune fille
Exhale sa pure chanson
Allons mes gentilles voisines
Répétez mon refrain en chur
Le beau carillon de Malines
Va symêler avec
douceur
Refrain : Dentellières à votre ouvrage
En piquantdans ce
joli dessin
Une merveille je le gage
Va paraître sous votre main
Cette nuit j ai fait un beau rêve
La Vierge en voyant mes tissus
Disait tout bas à Geneviève
Ils pareront l enfant Jésus
Sois toujours sage chère enfant
Et j écouterai ta prière
Oh ! que ce rêve était touchant
Le travail ennoblit la vie
Et cest la fleur de la santé
De nous il écarte l envie
Il entretient la piété
Vieille se fait ma bonne mère
Combien il mest doux de l aider
Ma tache me paraît si légère
Quand son front peut se dérider.
Paroles de Mr.
Aug.Daufresne
Musique deMm. Sophie Boeyé
A Madame Thalie
Deleccroix
Graag zou ik meer weten over de dichter, de componist en de "gefêteerde". De partituur bevindt zich in het Stedelijk Archief van
Mechelen. Op de voorpagina werd genoteerd: "R. Van Aerde 1923". Raymond Van Aerde (1876- 1943), was vanaf 1934 stadsarchivaris.
Dit
jaar, op 3 december 2012, zal het 200 jaar geleden zijn dat Hendrik Conscience
(1812-1883) geboren werd. Het "Conscience-jaar" werd op 14 januari reeds op gepaste wijze geopend te Schilde ( zie http://sint-katelijne-waver-blogt.blogspot.com/).
Consciencehad een
Franse vader en een Vlaamse moeder . Hij leerde zijn volk lezen!,zo leerden wij vroeger op school. Zijn
boeken:De Leeuw van Vlaanderen(1838)
en De Loteling(1850), waren verplichte lectuur.
Hij
was een zeer ontwikkelden zeer sociaal
voelendman.Heel dikwijls zijn het de minder begoeden die
in zijn verhalen de hoofdrol spelen.
In:
Hoe men schilder wordt(1843) en Het geluk van rijk te zijn(1855) is het duidelijk
dat kantwerksters lange dagen moesten
werken voor een karig loon.
Op
6 januari, feest van Driekoningen, kwamen we met onze kantclub Etterjefke
weer samen. Het nieuwe jaar werd op gepaste wijze ingezet:een glaasje en een stuk vande Driekoningentaart hoorden er bij. De
bonenwerdengevonden en er waren 2 koninginnen!
Er
werd niet hard gewerkt, want we kregen ook nog bezoek van een kantwerkster uit
Australië en van een dame uit Nederland. Maar het was, spijtig voor de
afwezigen, weer een gezellige namiddag die eigenlijk veel te vlug voorbij was.
En de kroon werd op het werk gezet!
Over onze nieuwe
locatie:
Het Hof van Leliëndael in de
Bruul is de voormalige Norbertinessenpriorij Onze-Lieve-Vrouw-van-Leliëndaal. Ze werd in 1965 gerestaureerd. Dit beschermdemonument kende in de loop der
tijden vele bestemmingen. In Mechelen is het vooral gekend als het vroegere OCMW-gebouw. Het bood
jarenlang onderdak aan de ontvangerij, een deel van de administratie en de
kabinetten van de voorzitter en de secretaris van het OCMW. Rond 2003 verhuisde de OCMW-administratie naar de Lange Schipstraat aan de andere kant van het binnenplein. Het Proostenhuis aan de Bruul en Schaalstraat kreeg diverse nieuwe
gebruikers, o.a. een horecavestiging, de vzw Mechelse Feesten en de dienst
cultuurcommunicatie en de cultuurbeleidscoördinator ( meer uitleg op de
regionale beeldbank).
Sinds november 2010 is de bovenverdieping
ingenomen door de Beiaardschool en zijn wij er ook te gast.
Op het nieuwe jaar!
De kroon op het werk!
Het Hof van Leliëndaal in 1780, zoals J.B. De Noter het zag.
Aan iedereen in 2012 een goede
gezondheid, veel liefde en genegenheid, de kunst om van kleine dingen te
genieten en stil te staan bij het gewone geluk.
Dat
we samen mooie momenten mogen beleven en dat we er mogen zijn voor elkaar als
het minder goed gaat Ontwerp kant:Ida Guilherme, uitvoering: M. Graciete
25
jaar na het ongeluk met de kernreactor is Chernobyl (Ukraine) synoniem voor
vernieling. Grote oppervlakten werden onbewoonbaar, maar hoe zag die zone er
uit voor de ramp? Verschillende nationaliteiten en religies leefden er vreedzaam
samen. In het Augustinermuseum vanFreiburg ( D.) loopt een tentoonstelling (nog tot 18-3-2012) die focust op de
landbouwers- gemeenschapen de Joodse
minderheidsgroep. Met een uitgebreide collectie voorwerpen en tekeningen wordt
de cultuur van Polesia, het gebied rond Chernobil, aan de bezoekers getoond .
Tot
mijn verbazing stond er ook een kantkussen , en waren er prachtige stukken
goudkant te zien die SHPANYER ARBET genoemd werden. Dit is de joodse naam
voor een metaalkant: punto di Espagna.
Over
de geschiedenis is weinig bekend. MordechaiLeib Margulies uit Berdychiv zou rond 1830
gevlucht zijn om aan de militaire dienst voor de Tsaar te ontsnappen. Hij nam
in t geheimverschillende rollen
zilverdraad mee envestigde zich in
Sasiv in Galicia. De onderneming breidde zich uit tussen 1860 en 1890 en had
180 mensen in dienst. De werkwijze werd geheimgehouden.De kant werd uitgevoerd naar Oost Europa en
de U.S.A. Er werden feestelijke haartooien, borst- en schouderstukken
gemaakt.Rosetten, ogen en harten
verwezen naar sociale of religieuze groepen.
Er
worden 4 klossen met draad als steun gebruikt. Met 3 spoelen waarop goud-
ofzilverdraden rond een katoenen draad
gedraaid zijn, worden deze verwerkt tot een soortvlecht. Deze vlecht wordt vastgelegd volgens
een patroon dat op een rol, gevuld met paardenhaar, vastgemaakt is.
Op 18 september ll. organiseerde de Mechelse
stadsdiensten UIT in Mechelen, Mobiliteit en Diversiteit samen een groots
evenement rond mobiliteit en cultuur. Die dag was het ook autovrije zondag en
startdag van het nieuwe cultuurseizoen. Alle verenigingen werden uitgenodigd om
hieraan deel te nemen. Dus waren er ook enkele leden van onze kantclub aanwezig
om te demonstreren.
Op zondag, 11 september, vierde de Mechelse Kolverniersgilde haar 4de
Gildejuweel.
Het oudste gekende document waarin de Mechelse Kolveniers worden vermeld, dateert van 1453. Militaire dienstbaarheid aan de Heer behoorde tot de taken waartoe de Gildebroeder zich verbond wanneer hij toetrad tot een gewapende gilde. Dan verbied de Franse bezetter de gilden. Hun bezittingen worden verbeurd verklaard en in 1798 openbaar verkocht. Na 345 jaar hield de Kolveniersgilde op te bestaan. In 1983 ontstond het idee om de Kolveniersgilde nieuw leven in te blazen. Op 9 februari 1984 werden de statuten in het Belgische Staatsblad gepubliceerd en was de heroprichting van de Mechelse Kolveniersgilde een feit ( uit de programmabrochure van zondag 11 september 2011). Wij zijn fier, dat wij met enkelen van onze kantclub, mochten
deelnemen aan de festiviteiten. Die zelfde dag was het ook Open Monumentendag.
Vele activiteiten waren gepland, vele monumenten konden bezocht worden. In het
Stadhuis aan de stand van onze kantclub Etterjefke, mochten we vele bezoekers
ontvangen. Tussen 10.00 en 18.00u konden zij kennismaken met de kloskant in het
algemeen en de Mechelse kant in het bijzonder.
Deze retabelkasten, ook
beloken hofjes genoemd, waren tot begin van dit jaar te bewonderen in het
Schepenhuis. Nu zijn ze tentoongesteld in de Zalm. Ze werden in de eerste helft
van de 16de eeuw gemaakt door de Gasthuiszusters-Augustinessen van Mechelen en zijn uniek in hun soort.
Nergens ter wereld vindt men nog zo een omvangrijke verzameling. De houten of
albasten beeldjes die we in de kasten zien, en de panelen die beschilderd
werden met afbeeldingen van heiligen of schenkers van deze Besloten Hofjes
werden gemaakt door professionele kunstenaars.
Terwijl de Gasthuiszusters de
versieringen rond de beelden en relieken maakten: de zijden bloemetjes,
kettingen van parels, edelstenen, goud en zilvervlechtwerk, stukjes perkament
met tekeningen of tekst, hadden zij tijd om in gedachten bij God te zijn en te
mediteren.
(In het Hooglied bezingt
koning Salomo zijn bruid. Hij noemt haar een 'besloten hof',hortus conclusus, een liefelijke afgesloten
plaats waar hij graag verblijft.)
Een van de heiligen die veel voorkomt in de tentoongestelde kasten is
St.Anna. Op 26 juli wordt zij op vele plaatsen als patrones door de
kantwerksters vereerd. Ook in Mechelen? In de St.Romboutskathedraalis er een St.Anna altaar en op de Zoutwerf
stond heel lang geleden een St.Anna - kapel
Elke vrijdagnamiddag, in juli en tot eind augustus, waren leden
van onze kantclub Etterjefkeaanwezig
bijUitinMechelen aan de
Hallestraat. Iedereen was daar hartelijk welkom en kon er kennismaking met de
Queen of Lace zoals de Mechelse kant door de engelse dichter Edward Young (1683-1765)genoemd
werd.
Ambachtendag in Het Molenijzer. Op zondag 14 augustus waren er, ondanks dreigende
wolken vele bezoekers in Het Molenijzer te Putte. Op de jaarlijkse
Ambachtendag was er voor de kantwerksters, zeeldraaier, klompenmaker, smid, glasgraveerder, broodbakker, het heemmuseum en het lingeriemuseum veel belangstelling.
Naar jaarlijkse gewoonte gingen dit weekend van 15
augustus de Brugse kantdagen door. Kantwerksters van overal kwamennaar Brugge om kennissen te ontmoeten, ideeën
uit te wisselen en nieuwe uitdagingen te ontdekken. Ons Belgisch weer was
natuurlijk de spelbreker, maar dappere kantwerksters die zich niet door de
regen lieten afschrikken, vonden eenplaats onder de tentjes. Bij de Brugse brouwerij De Halve Maan aan het
Walplein werd de tweede verdieping vrij gemaakt voor verschillende kantclubs.
Een extraatje voor de dappere en soms kletsnatte
bezoekers, was de tentoonstelling in het archief van Brugge: Kant in Brugge
1911, een technische en sociale omwenteling. De tentoonstelling loopt nog tot 28 augustus
en werd ingericht door het Comité voor Initiatief Brugge vzw, Kantcentrum en
Stadsarchief Brugge. Waarachtig de moeite waard, niet voor wie alleen maar
klost of naar patronen uitkijkt, wel voor wie zich afvraagt hoe sommige
kantwerksters vroeger hun kost konden verdienen. Zowat honderd jaar geleden
kreeg de Brugse kant een moderne invulling: een kantnormaalschool voor het
onderwijs, de Brugse kleurencode in de technische tekeningen als standaard voor
de productie en een kantwerkstervakbond als sociaal vangnet. Voor meer uitleg
kan iedere geïnteresseerde de catalogus raadplegen. Een aanrader!
Op de tweede verdieping: een sfeerbeeld
Vlaanderse kant M. Dom Kantschool Artofil
Moderne kant M. De Craemer, Kantclub Mentebolletje
Nog tot 4 september
loopt in het M-Museum te Leuven de tentoonstelling: De Rademakers collectie - Een romantische kijk. De werken uit de privé
verzameling van Fons Rademakers, schrijver, voormalig televisiemaker en groot
kunstliefhebber, geven een idee van de romantische schilderkunst uit de lage
landen in de eerste helft van de 19e eeuw.
Er zijn o.a. enkele werken vanBasile De Loose ( Zele 1809
- Brussel 1860) te bewonderen, meestal familietaferelen.
Het werk: Bezoek aan het naaiatelier(?) toont een groep jonge, mooi verzorgde kantwerksters. Hun werk wordt aangeprezen
door de kantvrouw en gekeurd door een modieus geklede dame.
Dit schilderij werd gekozen voor de M-kids: een folder
met opdrachten voor jonge museumbezoekers. Naast andere opdrachten moeten zij de
7 verschillen zoeken tussen de afbeelding en het origineel. Gemakkelijk denk
je?
In het Belle Epoque Centrum te Blankenberge kan je, zoals de naam het al zegt, kennis maken met de
belle époque. Dit is de periode van ongeveer 1870 tot aan de eerste
wereldoorlog. Toen kende de Europese burgerij een redelijke welvaart. De stad
Blankenberge groeide uit tot een belangrijke badplaats met grote realisaties
als het Casino, de Pier, villas en hotels. Drie aan elkaar palende belle-epoque villas werden
recent tot een ontmoetingscentrum omgebouwd. Je kan er mee genieten van de
feestelijke en zorgeloze sfeer die er toen in Blankenberge heerste. Er is ook een
tijdelijke tentoonstelling over vrouwelijke handwerken uit die periode, nog te bezichtigen tot einde augustus. De tentoongestelde
kledingstukken zijn rijkelijk met kant
versierd. Waar kwam die vandaan? Dat
weten we niet ..maar er waren toen zeker kantwerksters in Blankenberge, en de kantclub t Mentebolletjezorgt er voor dat dit ook
vandaag niet vergeten wordt!
de reclamefolder
met kant versierd....
kantwerkster bij het vissershuisje in Blankenberge
In 1959 werd de reeks Flandria
Nostra uitgegeven door de Standaardboekhandel. Op blz 95 van deel III staat het titelblad afgebeeld van het boek:De
seven hooft-sonde speels-ghewys vermakelyck
ende leersaem voor-gestelt geschreven door G. Ogier . De afbeelding werd gemaakt doorGaspar Bouttats (Antwerpen 1620 - 1703), hij graveerde voor boekhandelaars en maakte platen
naar verschillende meesters. Voor Guillaume
of Willem Ogier (Antwerpen 1618 - 1689),humoristisch
toneelschrijver en lid van de Antwerpse Rederijkerskamer De Violiere, beeldde hij de
zeven hoofdzonden uit: Hooverdigheyt, gierigheydt, onkuysheydt, haedt en nydt,
gulsigheydt, gramschap en tragheydt.Het werd uitgegeven: TAmsterdam voor Michiel de Groot,
Boeck vercooper op den Nieuwen dyck, A 1682, Gasp Bouttats inventi et fecit.
De zevende hoofdzonde: de TRAGHEYDT wordt door Gaspar
Bouttats verpersoonlijktdoor een kantwerkster die mijmerend haar hoofd
ondersteund en een hand op haar hart legt .
Ooit gehoord van kanten doekjes om in zakuurwerken te
leggen?
Deze afbeelding vondik in het boek: Een eeuw vrijmetselarij in onze gewesten 1740-1840.
Het werduitgegevendoor de . A.S.L.K.naar aanleiding van een tentoonstelling van
27 mei tot 31 juli 1983.
Op pagina 227, onder nr.378 staat vermeld:Kanten
rondjes voor zakuurwerken (Mechelen / Antwerpen ca 1750-1770).
Valenciennes-kant.
Verz.
Afdeling Textiel van de Koninkljke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel.
Volgens mevrouw Marguerite Coppens, textieldeskundige, werden deze rondjes in
de horlogekasten van zakuurwerken gelegd. Opmerkelijke is de versiering met
maçonnieke (= vrijmetselarij) symbolen.