Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
02-02-2007
Afluisterpraktijken
Afluisterpraktijken
Batasuna heeft gisteren, 1 februari 2007
bij monde van Arnaldo Otegi, aan het licht gebracht dat leden van zijn
politieke partij geschaduwd, bespioneerd
en afgeluisterd worden. Meteen hebben zij de belastende bewijsstukken op
tafel gelegd (zie foto: Otegi en Unai Fano).
Een geactiveerd GPS-systeem met telefoonverbinding werd gevonden in de wagen
van één van de medewerkers, Unai Fano. Merkwaardig is het feit
dat toen hij op weg was naar de persconferentie om dit aan te klagen, hij
met veel machtsvertoon werd tegengehouden aan een tankstation op de snelweg
A-8. Hij werd uit de wagen gesleurd, op de grond gegooid en na anderhalf uur doorzoeken van de wagen
en opsporen via databank, moesten de verdes, de groengekleurden van de Guardia
Civil toegeven dat er een persoonverwisseling gebeurd was. De GC spreekt van
een oppervlakkige controle, die 10 minuten duurde.
Dit is niet het enige staaltje van
intimidatie. Er werd onthuld dat in Brussel,
in de woning van een militant, die de partij vertegenwoordigt, ook
afluisterapparatuur gevonden werd, ditmaal veel gesofisticeerder, en verborgen
tussen een kast en een muur.
Een bewijs te meer dat de
abertzalebeweging slachtoffer is van een structurele strategie van politionele
en juridische heksenjacht. Is er een nieuwe Spaanse Joseph McCarthy opgestaan?
Op 30 januari 2007 werd Batasuna gedagvaard, en op 31 januari 2007 werd de Lehendakri Ibarretxe gedagvaard. Deze laatste werd als een held, met de nodige triomfkreten, onthaald.
De magistraat, Roberto Saiz, kan nu na de verhoren twee zaken beslissen:
1. de archivering of seponering van de aanklacht
2. of een rechtszaak ten gronde inleiden
Aangezien er geen limiet gesteld werd, zal de beraadslaging hierover waarschijnlijk twee à drie maanden aanslepen.
Het Foro de Ermua heeft alvast geëist dat er veroordeeld wordt. Dat zal in ieder geval een ongebruikelijke foto opleveren: Ibarretxe (PNV) en Otegi, Barrena en Petrikorena (Batasuna) samen op het beklaagdenbankje.
Het Hof van Beroep te Parijs heeft vandaag, 01 februari 2007, in beroep aanvaard om Filipe Bidart, in de
cel sedert februari 1988, in voorlopige vrijheid te stellen op 14 februari
2007. Driemaal is scheepsrecht. Na 2 afwijzingen is het eindelijk zover. Hij moet
wel tot 2014 aan een aantal strenge voorwaarden voldoen, wat neerkomt op een
regime van halve vrijheid. Hij zal in Béziers wonen, waar hij een job
gevonden heeft. Na 19 jaar cel eindelijk vrij.
Ibarretxe declara ante el juez que
volverá a reunirse con Batasuna Ibarretxe verklaart voor de
rechter dat hij doorgaat met onderhandelen met Batasuna
Juan José Ibarretxe heeft gisteren, 31 januari 2007, het justitiepaleis van
Bilbo verlaten zoals hij er aangekomen is, onder luid applaus.
Voor de onderzoeksrechter, Roberto Saiz, verklaarde Ibarretxe dat hij meermaals
met Batasuna gepraat heeft en dat hij dat nog zal doen omdat er geen andere weg
is. Ibarretxe weigerde te antwoorden op de vragen van het Foro de Ermua.
Fernando García Capelo, advocaat van het Foro de Ermua (PP-strekking) is daar
op gesprongen en heeft verklaard dat hij de aanklacht cooperador necesario de
los delitos de desobediencia (medewerker aan delict van ongehoorzaamheid) zal
uitbreiden naar recidive.
Ibarretxe kwam om 9:20 u aan op
het TSJPV, in gezelschap van zijn vrouw Begoña Arregi, waar alle leden van zijn
kabinet hem stonden op te wachten. Honderden personen gaven hem een warme
ontvangst en een langdurig applaus als steun.
Toen wat later de inquisiteurs van het Foro de Ermua arriveerden, werden zij
ontvangen op gefluit en boegeroep. Zij droegen regenschermen in de Spaanse
kleuren, Spaanse vlaggen en sommigen openden hun jas om provocerend te tonen
wat op hun T-shirt stond: "A por el 18/98 y más", wij gaan die van 18/98 (de beklaagden van het
proces 18/98) pakken en anderen ook nog.
Sólo en un país de locos se puede encausar a
su presidente por hablar con las diferentes sensibilidades políticas Alleen in een land van gekken
kan men een president beschuldigen die praat met verschillende politieke stromingen.
Zo kunt u het wel stellen: het kwadraat van de cirkel. Zelfs voor
iemand die de situatie dag op dag volgt, is het soms nodig om figuurlijk naar
Prozac te grijpen. Wat in Euskadi gaande is, grenst bijwijlen aan het surrealisme.
Iedereen snakt naar vrede, de PP uitgezonderd. De enige oplossing
is, aan de ene kant onderhandelingen tussen de politieke partijen in Euskadi,
en aan de andere kant onderhandelingen tussen de Spaanse regering en ETA.
We houden het bij Euskadi. Alle
democratische partijen moeten dus onderhandelen met Batasuna, maar die partij is bij wet verboden. Die partij mag geen
bijeenkomsten houden, geen manifestaties, enz Er moet dus onderhandeld worden met een partij die bij wet (Ley de
Partidos) niet mag onderhandelen. Wie die wet overtreedt, zondigt tegen
artikel 556 van de Código Penal, strafwet, die dit omschrijft als delict van
ongehoorzaamheid. Surrealistischer kan
niet. Lehendakari Juan José Ibarretxe die onderhandeld heeft met Batasuna,
overtreedt artikel 28, delict van "colaborador necesario",
onherroepelijke medewerker.
Arnaldo Otegi,
Juan Joxe Petrikorena en Pernando Barrena, leiders van Batasuna, werden
gisteren 30 januari 2007, gedagvaard voor het Tribunal Superior de Justicia del
País Vasco (TSJPV). Zij hebben geweigerd te antwoorden op vragen van de
onderzoeksrechter, Roberto Saiz, op vragen van het Openbaar Ministerie
en op vragen van de aanklager, Foro de Ermua. Die weigering baseerden zij op
het feit dat ze niet voor een rechtbank stonden, maar voor een politiek
halsgerecht, een politiekeuitzonderingsrechtbank.
De zitting heeft 40 minuten geduurd en ze hebben enkel in het Euskara verklaard
dat de bijeenkomst bij Ibarretxe kaderde in een serie bijeenkomsten, met als
doel een oplossing te vinden voor het
conflict.
Vandaag is het dan de beurt aan
de Lehendakari, die eergisteren nog een massale partijdige steun in ontvangst
mocht nemen te Bilbo (zie artikel hieronder).
Ook gisteren heeft de Consejo General del Poder Judicial (CGPJ), de
algemene raad van de rechterlijke macht, bij unanimiteit een verklaring laten
verspreiden waarin staat dat zij de onmiddellijke stopzetting eisen van alle
vijandige campagnes, manifestaties en verklaringen die de onafhankelijkheid van
het apparaat in diskrediet brengen. Wie mijn webstek volgt, of de
artikelenreeks in deze weblog zal voor zichzelf kunnen uitmaken hoe
onafhankelijk de rechterlijke macht in Spanje wel is.
Op de foto ziet u de leiders van Batasuna in
gezelschap van de vrouwelijke advocate, Jone Goirizelaia, op weg naar de
rechtzaal.
PNV, EA, EB en Aralar hebben gisteren, 29 januari 2007, om 19:30 u
een manifestatie samengeroepen te Bilbo onder het moto: "En defensa de
nuestras instituciones", ter verdediging van onze instellingen. De Baskische burger worden opgeroepen om
haar/zijn steun te betuigen aan de Lehendakari, Juan José Ibarretxe. De
aanleiding is een bijeenkomst die Ibarretxa gehad heeft met de top van Batasuna
om over het vredesproces te praten (zie ook artikel: Pleiten voor vrede is
strafbaar van 18.01.2007). AVT heeft hiertegen een klacht ingediend en dit
komt nu voor de rechtbank op 31 januari 2007. Hiertegen is een nooit geziene
protestactie op gang gekomen: Rechters
zijn geen heilige koeien. Wij hebben het recht kritiek op hen uit te
oefenen. Een ander PP-aanhangseltje, het Foro de Ermua, heeft geëist dat de
betoging verboden wordt, wat geweigerd werd. De Lehendakari zal zelf niet
aanwezig zijn op de betoging. Ook de PP zal niet aanwezig zijn, wat te
verwachten viel. De secretaris-generaal van de Baskische PP noemde de betoging
een poging om de rechtstaat te destabiliseren. En ook de in verlegenheid
gebrachte PSE (socialisten) zal niet aanwezig zijn, omdat de wet over de Ley
de Partidos die dergelijke aberratie van de wetgeving mogelijk maakt nu net door
hen, samen met de PP, gestemd werd.
Batasuna aan de andere kant
raakt een teer punt als het beweert dat die betoging een uiting is van selectieve verontwaardiging. Het is
een betoging die partijdig is en tegelijk excluyente" (anderen uitsluit).
Ook Batasuna zal niet deelnemen aan de hypocriete manifestatie.
Waarover gaat het?
Arnaldo Otegi, Pernando Barrena
en Juan José Petrikorena, leidende figuren van Batasuna die aan dezelfde
onderhandelingstafel zaten als Ibarretxe, worden ook voor de Sala Civil y
Penal del Tribunal Superior de Justicia del País Vasco (TSJPV) gedagvaard, één
dag vroeger, dus vandaag, 30 januari 2007. Voor
hen wordt geen manifestatie geconvoceerd. Ze worden ook niet betrokken in
de betoging van 29 januari 2007. Hebben zij gelijk als ze de steunbetoging voor
Ibarretxe de betoging van de selectieve verontwaardiging noemen?
De betoging zelf.
De manifestatie werd geopend
met een pancarte waarop het motto te lezen stond: En defensa de nuestras
instituciones en werd gedragen door anonieme burgers. Op de tweede rij
marcheerden de leiders van de organiserende partijen (PNV, EA, EB en Aralar),
samen met de ex-lehendakaris José Antonio Ardanza en Carlos Garaikoetxea. Op
de derde rij hadden alle leden van de Baskische regering postgevat, met
uitzondering van Ibarretxe; de burgermeester van Bilbo, Iñaki Azkuna; de gedeputeerden
van Bizkaia en Guipuzkoa; de voorzitter van het Baskische parlement, Izaskun
Bilbao.
Een paar duizend manifestanten (afhankelijk van de bron 14.000 à 45.000) nam aan de betoging deel.
Aan de journalist Iñaki Gabilondo (zie foto), geboren in 1942 te Donostia,
werd op 26 januari 2007 de titel Doctor Honoris Causa toegekend aan de
Universiteit Rey Juan Carlos van Madrid.
In zijn investituurtoespraak was hij vernietigend voor de Spaanse media:
De informatie is víctima de malos tratos, slachtoffer van "mishandeling" (bedoeld wordt desinformatie), en
wordt in het nauw gedreven door vijanden zoals gebruik maken van leugen, gif
spuien op de radio, info op TV brengen die rotzooi is en manipulatie.
De leider van de Partido Popular, Mariano
Rajoy, heeft er zich ten opzichte van de Palestijnse president, Mahmud Abbas,
toe verbonden om alles in het werk te stellen zodat de vredesonderhandelingen in het Midden-Oosten succes op slagen
zouden hebben. Hij wil de katalysator zijn die dat mogelijk maakt.
De leider van de Partido Popular, Mariano
Rajoy, heeft er zich ten opzichte van Spaanse populisten toe verbonden om alles
in het werk te stellen zodat de
vredesonderhandelingen in Baskenland geen enkele kans op slagen zouden hebben.
Hij wil de katalysator zijn die dat mogelijk maakt.
Ik
vraag mij in geweten af wie de echte verantwoordelijke is.
Het zag er goed uit. Alle voorwaarden waren
aanwezig om tot een duurzame vrede te komen. Zapatero was zelfs zo euforisch
dat hij 2 dagen voor de aanslag op Barajas nog liet weten dat de vooruitzichten
zo positief waren, dat eind 2007 het grootste deel van de problemen opgelost
zou zijn. In ieder geval had hij de bevolking een nooit geziene valse hoop gegeven.
ETA wordt nu door alle democratische
partijen als enige verantwoordelijk gesteld voor de breuk in het proces, omdat
ze niet gewacht hebben tot Sint-juttemis. Maar is dit wel zo?
In de diverse bijeenkomsten tussen de
regering en ETA, die gehouden werden vanaf de afkondiging van het
staakt-het-vuren op 22.03.2006, heeft ETA iedere maal en op een directe manier
aan de regering gevraagd de akkoorden, waarin compromissen en garanties werden
afgesproken, na te leven. ETA moest immers constant vaststellen dat de regering
eerder het proces aan het afremmen was, in plaats van het te stimuleren. Ook de
internationale organisaties, die aanwezig waren, wezen meermaals op het niet naleven van de akkoorden en
waarschuwden voor een eventuele breuk.
Die akkoorden waren nochtans niet
wereldschokkend, integendeel. Als ETA het staakt-het-vuren zou naleven, dan zou
de regering akkoord gaan over drie punten:
vermindering van politionele aanwezigheid en repressie
het stilleggen van aanhoudingen
het de facto aanvaarden van de politieke activiteiten van de
linkse abertzales
ETA heeft meer dan 9 maanden zijn woord
gehouden, de regering heeft geen enkele toezegging gedaan. Integendeel, de
repressie slaat weer ongebreideld en in alle hevigheid toe. Wie is dus de initiële
verantwoordelijke?
LOS TRES JUECES QUE TENÍAN QUE DECIDIR PIDIERON LA EXCARCELACIÓN
De Juana estaría en la calle si el juez Guevara no hubiera implicado a todo el Pleno
(De drie rechters die normaal moesten beslissen, vroegen de invrijheidsstelling. De Juana zou op straat gestaan hebben, als rechter Guevara niet de voltallige Sala de lo Penal had samengeroepen)
Spaanse regering
De minister van Justitie van de Spaanse regering, Juan Fernando López Aguilar, verwerpt het feit dat de uitspraak politieke consequenties zal hebben, en verzekert dat de regering de uitspraak eerbiedigt. Hij roept wel op tot kalmte (zou hij dan toch nattigheid voelen?)
Baskische regering
Batasuna
Batasuna onderstreept dat de uitspraak juridische afval is, en dat de oorlogsstrategie nog altijd aanwezig is in de gerechtelijke beerputten. De uitspraak is de uiting van een meedogenloze wraak, waar heel zwaar moet aan getild worden.
PNV
De woordvoerder van de Baskische regering, Iñigo Urkullu, toont zich bezorgd omwille van de toepassing van een buitensporige politiek repressieregime. De gevangene heeft, ongeacht de zware delicten die hij gepleegd heeft, twee jaar geleden zijn straf al uitgezeten. Zelfs nu zit hij eigenlijk nog altijd in voorlopige hechtenis.
Eusko Alkartasuna
De secretarisgeneraal van EA, Unai Ziarreta, verklaart dat de beslissing van vandaag aantoont dat het vredesproces geconditioneerd wordt, en dat de rechtbank zijn beslissing heeft laten beïnvloeden door politieke argumenten die in de lijn liggen van wat de PP wil.
Joseba Azkarraga (EA) heeft verklaard dat de hongerstaking van een persoon gebruiken als een bedreiging voor de Staat een perversie is.
PSE-EE
Miguel Buen (PSE-EE) Buen zegt dat De Juana "zijn veroordeling volledig heeft uitgezeten" en dat de Spaanse Staat niet wraakzuchtig mag. Als dat wel zo is, en het heeft er alle schijn van, dan is dit geen rechtstaat meer. Hij spreekt van demagogie en manipulatie.
De burgemeester van Donostia-San Sebastián, Odón Elorza, betreurt grondig de beslissing, terwijl om humanitaire redenen het aangewezen was het voorstel tot voorlopige invrijheidstelling van de drie magistraten te aanvaarden.
PP
Mariano Rajoy (PP) verklaart dat de uitspraak voor hem één van de gelukkigste hoogtepunten van de laatste tijd is.
Ezker Batua
Ezker Batua signaleert dat de uitspraak haaks staat op de ethische en wettelijke regels die justitie moet volgen. Een Staat mag niet vervallen in vergelding.
Aralar
Aralar betreurt de beslissing als een akte van wreedheid door de publieke machthebbers. Noch de straf voor het schrijven van 2 artikels, noch de weigering hem vrij te laten, zijn aanvaarbaar in een democratie.
LAB
Rafa Díez (LAB) vraagt zich af of er politieke weddingschappen gemoeid zijn bij beslissingen als deze.
ELA
De verantwoordelijke van ELA, Germán Kortabarria, beschouwt de uitspraak als hardvochtigheid in toga. De beslissing is al veel vroeger genomen, onder druk van bepaalde politieke groepen, van de regimepers en van politiek benoemde magistraten. Dit heeft niets te zien met toepassing van de wet, integendeel, maar alles met wraak
Movimiento pro amnistía
Askatasuna, beschouwt de regering en de PSOE als verantwoordelijk. Zij geven politieke impulsen om te levenslang veroordelen, om langzaam te doden via dagelijks martelen. Niet Iñaki de Juana Chaos moet opgesloten worden, maar wel de Audiencia Nacional, een kooi vol fascisten. Dit is het zoveelste bewijs dat de Spaanse regering geen democratie is.
Zonder de achtergrond te kennen van het verdict dat vandaag gevallen is over de zaak De Juana Chaos, zou men kunnen denken dat ik de uitspraak van de gerechterlijke instantie niet respecteer.
De vraag is wie de uitspraken niet respecteert.
Gisteren waren de drie magistraten, die de "Sala de lo Penal" normaal moeten voorzitten, al tot een unanieme beslissing gekomen: De Juana in voorlopige vrijheid stellen. Toen is het bijna tot een rebellie gekomen in het peloton van alle magistraten die deel uitmaken van die Sala de lo Penal van de Audiencia Nacional, waar dus ook magistraten inzitten die niets met die zaak te maken hadden. Onder inmense druk is dan beslist dat het volledige peloton zou beslissen. Met het desastreuze gevolg van verdere opsluiting en doodrotten in de cel.
Er zijn in Spanje magistraten die recht spreken volgens de onafhankelijke rechtspraak (een minderheid), en er zijn er die recht spreken op basis van wraak (een meerderheid).
Het voltallige peloton van magistraten van
de Sala de lo Penal van de Audiencia Nacional, Alfonso Guevara, Fernando García Nicolás, Ángela Murillo,
Manuela Fernández de Prado, Ángel Hurtado, Carmen Paloma Pastor, Nicolás
Poveda, Julio de Diego, Ricardo Rodríguez, Flor Sánchez, Ángeles Barreiro,
Fermín Echarri, Clara Bayarri, Fernando Bermúdez de la Fuente, Juan F. Martell,
Teresa Palacios en Fernando Grande-Marlaska
heeft beslist:
Iñaki de Juana Chaos
moet in de cel blijven en moet opnieuw gedwongen gevoed worden.
Vier magistraten hebben tegengestemd: Manuela Fernández Prado, Angel Hurtado, Carmen Paloma González
Pastor en Clara Bayarri.
Zaterdagnacht, 21 op 22 januari 2007, was het weer hommeles, ditmaal in de Alde Zaharra (de oude wijk) van Iruñea-Pamplona. Omstreeks 01.45 u
s nachts stopten twee combis van de Navarrese Politie (Policía Foral) in de
Calle del Carmen, ter hoogte van de Herriko Taberna, waar een 50-tal jongeren
aanwezig was. Volgens getuigenis van de jongere Rubén Garde, die zich in
de Herriko bevond, werd met bruut geweld de voordeur geforceerd en viel de
politie het café binnen, tot de tanden gewapend met anti-oproermateriaal.
Iedere aanwezige moest tegen de muur gaan staan, en wie zich niet vlug genoeg
uit de voeten maakte, werd brutaal bewerkt met de matrak. Wie op de grond viel,
werd nog eens extra afgeranseld. Er werd geroepen en geschreeuwd: We zullen jullie de kop inslaan. De
agenten gooiden glazen en tafels op de grond of wierpen ze door het café. Alle
aanplakbiljetten werden van de muur getrokken, fotos van Iñaki de Juana Chaos,
oproepen van de jongerenbeweging SEGI, die zopas
als terroristische organisatie werd bestempeld (zie ook artikel Van kwaad naar
erger, van 20.01.2007). Nadat iedereen geregistreerd werd, moesten ze, onder
de laatste stokslagen en bedreigingen, de zaak verlaten. Een toeschouwer die op
straat stond en riep dat de politie de jongeren met rust moest laten, kreeg de
volle laag: hij werd hardhandig neergeknuppeld en nadien sprongen een paar
agenten met hun zware laarzen op zijn rug.
Wat hadden de jongeren uitgespookt? NIETS!
Lid zijn van de jongerenbeweging SEGI is blijkbaar al voldoende om die inval te
rechtvaardigen. Het is wel merkwaardig dat dit de eerste maal is dat de Policía Foral op zon beestachtige manier optreedt. Worden de
repressieve messen gewet?
Pas morgen, 25 januari 2007, op dag 80 van de hongerstaking zal beslist worden over het lot van Inaki de Juana Chaos, en niet alleen door de drie magistraten die normaal moeten oordelen, maar door de voltallige staf van magistraten verbonden aan de Sala de lo Penal de la Audiencia Nacional. Er is een optie voor voorlopige invrijheidstelling of de toepassing van middelen om de huidige penitentiaire toestand te verzachten (wat dat ook mogen betekenen).
Voordien was reeds beslist om een embargo (nu en voor de toekomst) in te stellen op de auteursrechten die De Juana ontvangt voor zijn boeken, 'Días', 'La senda del abismo' en 'Raíces del roble', en voor om het even welke publicatie of literaire creatie. De Asociación de Víctimas del Terrorismo (AVT) had dit geëist, omdat hij op die manier inkomsten verkreeg van de publicatie van zijn werken bij de uitgeverij Txalaparta.
Vandaag is het dag 79 van de
hongerstaking van Iñaki de Juana Chaos.
Gisteren, 23.01.2007, heeft de advocaat van De Juana, met name Alvaro
Reizabal, een verzoekschrift ingediend om hem de tercer grado toe te kennen,
dat is de voorlopige invrijheidstelling. Hij deed dit op basis van gegevens,
verstrekt door de chef van de Unidad de Nutrición Clínica en van twee geneesheren van de Medicina
Interna. Uit die gegevens blijkt dat De Juana zich in een bijzonder kritische toestand
bevind, met een hoog risico op overlijden. Alvaro Reizabal beroept zich op
humanitaire redenen, de onmogelijkheid om eventueel te ontsnappen en de
delicate gezondheidstoestand van de moeder van De Juana.
De Audiencia Nacional heeft toegezegd het verzoekschrift te bestuderen en
wijst er op dat ze daarvoor minimum 24 uur nodig heeft. Het zou dus kunnen dat
er in de loop van de dag een uitspraak komt. Ik durf geen voorspelling te
wagen, maar de ervaring leert dat de kans klein is dat ze hem, zelfs in die
penibele omstandigheden, zullen vrijlaten.
Immers, de hyenas van de PP en van AVT zijn op de zaak gesprongen, en
gedragen zich als gieren die wachten tot het bloed gestold is, in de cel
uiteraard.
Mariano Rajoy (PP) drukte al zijn bezorgdheid over de vrijlating uit, door te
stellen dat dit een bijzonder ernstig precedent kan zijn.
AVT heeft al een bezwaarschrift naar de Audiencia Nacional gestuurd, waarin ze
zich formeel verzetten tegen om het even welke maatregel die zou wijzen op een
meer humanitaire benadering van de zaak. Francisco José Alcaraz, president van
AVT, beschouwt de ernstige gezondheidstoestand als chantage van het proces (Francisco
José Alcaraz considera que el grave estado de salud del interno es un
"chantaje procesal").
Er is meer protest voor de uitzichtloze situatie van stieren in de arena, dan
voor de uitzichtloze situatie van een stervende persoon in de gevangenis.
Reportage van het programma Dataline van de Australische
Televisie SBS, uitgezonden op 5 april 2006. Over de foltering van Baskische
gevangen; interviews met Theo Van Boven, Antonio Camacho, Martxelo Otamendi, de
moeder van een vrouwelijke gevangene
Zie
ook artikel Hitza eta erabakia, askatasunez van07.01.2007.
Sébastien Bédouret (zie foto), journalist
bij radio Txalaparta in Parijs, was donderdag 5 januari, samen met andere
internationale waarnemers op weg naar de meeting in de velodroom Anoeta in
Donostia, toen hij in Hernani uit de bus werd gehaald door de Guardia Civil.
Nadat allen uitgestapt waren, werden in de rugzak van Sebas enkele cds en een
exemplaar van Zutabe gevonden. Op 09.01.2007 kon hij zijn advocaat spreken en
daarbij verklaarde hij gedurende drie dagen bedreigd, mishandeld en gefolterd
te zijn in de kazerne van Intxaurrondo (Donostia). De mishandeling had geduurd
tot hij een verklaring, waarin hij
zichzelf beschuldigde, van buiten kende. Ze hadden ermee gedreigd ook zijn
vriendin, die acht maanden zwanger is, te arresteren. Gedurende de drie dagen
verbleef hij, half naakt, in een ijskoude cel. Met de handen op de rug en het
hoofd tussen de knieën was hij, tussen vier Guardia Civiles overgebracht naar
Madrid. Daar werd verder tegen hem
geschreeuwd tot hij begreep wat ze bedoelden. Toen hij dan voor rechter Ismaël
Moreno moest verschijnen, verklaarde hij dat zijn bekentenis er was gekomen
onder foltering. Hoewel hij alles ontkende, werd hij toch overgebracht naar
Soto del Real op beschuldiging van collaboratie met ETA. Askatasuna verklaart dat niet enkel Baskische burgers gefolterd worden,
maar ook degenen die solidair zijn met hen.
Ik werd gearresteerd op 6 januari
2007. Ik werd in een wagen (4x4) geplaatst en naar de kazerne van Intxaurrondo
(Donostia) gebracht. Er waren twee Guardia Civiles met me. Een als bestuurder
van de wagen, de andere zat naast me op de achterbank. Aangekomen, wachtten we op de
aankomst van de vergezellende wagens. Een van de wachtende Guardia Civiles
bekeek me met een dreigende blik, tot degene die naast me zat hem teken deed me
met rust te laten. Ik werd uit de wagen gehaald en verplicht de
ogen te sluiten. Een van de begeleiders hield zijn hand voor mijn ogen. In
tweeën geplooid, met het hoofd naar de grond, werd ik naar een cel gebracht. Er
werd me gezegd de ogen pas te openen nadat ik er de toelating voor zou hebben
gekregen. Nadat ze de cel verlaten hadden, mocht ik de ogen openen. Door de
opening in de deur zag ik drie agenten met bivakmuts naar me kijken. Een van
hen was een gebrilde vrouw. Zij is samen met een collega vertrokken terwijl de
derde naar me bleef kijken. Het was diegene die me eerder al bedreigend had
aangekeken. Ik had het koud en beefde. Regelmatig kwamen ze naar me kijken. Zij
vroegen me of ik wist wie me gearresteerd had. Gezien ik niet wist waar ik was,
antwoordde ik: "de politie". Waarop zij mij antwoordden:" Je
bent in Intxaurrondo. Ken je de geschiedenis van Intxaurrondo? Je had de
gelegenheid heel wat getuigenissen te lezen, maar als je hier naar buiten komt,
dan kan je je eigen getuigenis schrijven".
Bij een ander bezoek vroegen ze mij
recht te staan, rug naar de deur, met gebogen hoofd en gesloten ogen. Ik denk
dat drie agenten in de cel kwamen. Ik moest in een hoek van de cel gaan staan.
Er werden me twee dekens over het hoofd gegooid en ze begonnen mij vragen te
stellen over mijn persoonlijk leven. De vragen kwamen snel en onophoudelijk.
Als ik niet vlug genoeg antwoordde, kreeg ik een klap tegen het achterhoofd. Ik
weet niet hoelang dit eerste verhoor duurde. Vijftien of twintig minuten? Na
een korte onderbreking kwamen ze terug en alles begon opnieuw. En dit
verscheidene keren... Zij gingen, kwamen terug... Vragen en antwoorden...
Een van de agenten vertolkte de rol
van "goede agent". Tussendoor kwam hij in mijn cel, zette zich naast
me en stelde me vragen over mijn familie. Hij zei me rustig te blijven en ook
dat ik de volgende dag, zoals voorzien, de trein naar huis zou kunnen nemen. Ik
had een biljet voor de trein van 14u15 naar Parijs. Hij zei me dat ik nog alle
tijd had... Maar weer kwamen de anderen in de cel en alles begon opnieuw. Zij
vroegen of ik het koud had en als ik "ja" antwoordde plaatsten zij de
dekens over mijn hoofd. Wanneer ik het te warm had, haalden zij de dekens weg.
De vragen en slagen gingen maar door. Een van hen zei me: "Goeie nacht, Mr
Txalaparta", doelend op het radioprogramma "Txalaparta Irratia"
waaraan ik deelneem.
Tussendoor werd ik uit de cel
gehaald. Ik werd naar het hospitaal gebracht waar twee vrouwen me onderzochten.
Zij vroegen me welke behandeling ik onderging, maar ik heb niets gezegd over
mishandelingen. Zij gaven me water te drinken, maar ik durfde niet veel te
drinken. Ik had geen vertrouwen...
Opnieuw in Intxaurrondo werd ik
verplicht een verklaring van buiten te leren. Tot zeven maal moest ik deze
verklaring herhalen met alle details die me werden opgelegd. Een advocaat, me
verplicht toegewezen, en een tolk waren aanwezig bij de aflegging van mijn
verklaring, maar ik mocht hen niet spreken. Ik kon de advocaat niet zien, hij
stond achter me. Ik zei niets over de slechte behandeling want ik was bang voor
represailles. Na de aflegging van mijn verklaring werd ik weer naar mijn cel
gebracht. De agenten die me verplichtten de verklaring van buiten te leren,
kwamen me vragen of ik hun bevelen opgevolgd had. "Ja", antwoordde ik
waarna zij mij uit de cel haalden en naar een wagen brachten. Vier Guardia
Civiles begeleidden me. Ik werd op de achterbank geplaatst, tussen twee van
hen. Alhoewel me een masker werd opgezet, kon ik zien dat het donker was.
Toen we uit de wagen stapten, was het dag. Ik wist het niet, maar ik werd naar
Madrid gevoerd. Tijdens de ganse reis was ik gemaskerd, het hoofd tussen de
benen, met de twee agenten leunend op mijn rug. Ik had het verschrikkelijk
warm. De hele reis lang, stelden zij me vragen, hielden niet op te praten. Zij
zwegen enkel wanneer wij stopten om te tanken. Ik had de indruk dat de ene me de
vragen stelde en dat de andere ze noteerde om ze daarna terug te geven aan de
ondervrager met richtlijnen voor de ondervraging. Een van hen zei me: "In
je verklaring zijn heel wat zaken niet duidelijk. Ik heb het voorgevoel dat de
"goede" methode niet gewerkt heeft. Wij gaan dus moeten gebruik maken
van de "slechte" methode. Weet je wat we bedoelen?" Zij
begonnen onder mekaar te praten en opeens leek de auto de baan te verlaten.
Alsof wij op een bosweg waren. De wagen hobbelde over de weg. De weg leek me
erg lang. Toen zij me uit de wagen lieten, had ik de indruk in een verlaten oord
te zijn. Het was erg koud en het rook er vreselijk! Zij brachten me naar een
vertrek dat niet leek op een cel, terwijl het toch die functie had. Zij zeiden
me dat wij in de "speciale zone" waren. Ik voelde alleen en
afgezonderd van de wereld.
Telkens zij die ruimte binnen
kwamen, moest ik rechtstaan, rug naar de deur, hoofd gebogen en ogen gesloten.
Toen brachten zij me naar een ander vertrek. Ik moest hen volgen, het hoofd
tussen de benen. Zij brachten me naar een vertrek, met witte
tegels betegeld. Het deed denken aan een laboratorium. Ik was moe. Ik had nog
niet geslapen. Zij duwden me in een hoek, gooiden dekens over
mijn hoofd en vroegen me of ik begreep wat er aan het gebeuren was. Zij
hernamen de vragen en slagen. Tijdens de ondervraging werd ik verplicht
kniebuigingen te doen. Vragen, kniebuigingen, slagen... Uiteindelijk viel ik in
zwijm, maar zij verplichtten mij op te staan en door te gaan. Maar ik kon niet
meer! Telkens weer moest ik opstaan... Een van hen, legde zijn hand op mijn
geslachtsdelen en vroeg me hoe men "homoseksueel" vertaalde in het Frans.
Ik antwoordde hem. Iedereen lachte. Ik had de indruk dat er heel wat agenten
aanwezig waren en een van hen had een heel speciale lach. Nadien werd ik
meermaals "homoseksueel" genoemd. Een van hen legde zijn hand op mijn
hoofd en vroeg of ik zijn stem herkende. Ik herkende zijn stem als een van de
ondervragers in Intxaurrondo maar zei "Neen". Hij gaf me een klap
tegen het achterhoofd en vroeg: " En nu? Herken je me nu?"
Ondertussen werd ik verplicht kniebuigingen te doen en ik kreeg klappen zonder
ophouden. Zij herhaalden hun bedreigingen en hadden het over mijn vrouw. Zij
vroegen me of ik wist welke dag we waren en ik realiseerde me dat ik geen benul
van tijd meer had. Ik werd naar de cel gebracht, maar even later
kwamen zij me weer halen. Om een dokter te zien. Toen begreep ik dat wij niet
in een afgelegen oord waren. Zij brachten me eerst in een ruimte waar ik mijn
gezicht en handen wat mocht wassen. Daarna was het trappen op, een lange gang
met op het einde, het vertrek waar de dokter me ontving. In de gang,
zag ik het gezicht van degene die me ondervroeg in Donostia.
De dokter was een koude vrouw die
klaarblijkelijk afstand hield. Zij stelde vragen over de behandeling. Ik
vertelde haar over de klappen en de kniebuigingen. Zei vroeg: "Niets dat
te zien is?" Ik antwoordde "Nee" want er viel niets te zien van
de behandeling. Ik vroeg haar welke dag we waren, maar had de indruk dat ze met
me spotte. Het ganse bezoek duurde niet meer dan twee minuten. Zij vroeg de
Guardia Civiles me wat water en wat te eten te geven en ook Ventoline want ik
hen astma. Teruggekomen in mijn cel, vroegen de agenten of ik geklikt had. Nee,
antwoordde ik. Zij brachten me een flesje water en een sandwich. Ik dronk enkel
wat water. Terwijl ik in de cel was, kwamen en gingen de Guardia Civiles. Telkens
moest ik opstaan, tegen de muur, hoofd gebogen, ogen gesloten. Een van hen
legde telkens mijn hand op het flesje water. Toen namen zij me mee voor een
andere ondervraging. Zij hadden het over mijn vrouw en uitten wilde
bedreigingen. Zij zeiden dat mijn vrouw, bij het bericht van mijn arrestatie,
naar Madrid gekomen was. Zij hadden haar opgesloten en zouden haar hetzelfde
lot doen ondergaan, zelfs "ietsje meer". Zij hadden geluk, zo zeiden
ze, want mijn vrouw is in verwachting. Mijn vrouw is in haar achtste maand. Ik
geloofde hun bedreigingen. Ik ken mijn vrouw en wist dat ze bekwaam was naar
Madrid te komen. Bovendien gaven ze me heel wat details zodat ik hen geloofde.
Bovendien dreigden ze alle personen die ik ken in Gipuzkoa op te sluiten. Zij vroegen
me alle instellingen die ik bezocht op te sommen. Ik zei hen alleen Etxerat
bezocht te hebben en dat deze instelling legaal was... Zij zeiden me vijf dagen
te hebben om me te doen verklaren wat zij wilden horen. Aangezien ik helemaal
geen notie van tijd meer had... Een van hen zei toen dat hij me bij
onze volgende ontmoeting in Lizartza zou doden. Ik was slechts één keer in
Lizartza! Zij dreigden zelfs met Barajas! Er moest toch iemand de schuld
krijgen... Ik werd opnieuw naar de cel gebracht. Ik kreeg een tas koffie en een
sandwich maar kon niets naar binnen krijgen. Ik werd verplicht een tweede
verklaring af te leggen. Ik werd verplicht meer "in détail" te gaan.
Ik had de indruk dat de verklaring erg kort was, maar na er met de advocate
over gesproken te hebben, leek alles drie uur geduurd te hebben. Wat aanduidt
dat ik alle notie van tijd verloren had. Na deze tweede verklaring werd ik
opnieuw naar de cel gebracht waar ik regelmatig gestoord werd.
Tijdens de ondervragingen waren er
steeds de klappen, bedreigingen en kniebuigingen. Zij vroegen mij of ik wist
wat de "bolsa" was (foltertechniek: plastieken zak om over het hoofd
te trekken en af te sluiten), terwijl zij me er één tegen het oor hielden,
zodat ik het geluid hoorde. Ondertussen schreeuwden zij mij in de oren, zeiden
me dat de vijf dagen nog niet voorbij waren, dat ik na de verklaring voor de
rechter weer bij hen zou komen. Zij vroegen me of ik Unai Romano kende... Nadien
brachten ze me voor de rechter.
Ik heb de indruk dat de
ondervragingen in Intxaurrondo langer waren dan in Madrid. Maar in Madrid was
er meer geweld. Eén van de agenten had een Zuid-Amerikaans accent. Zolang ik
onder toezicht van de Guardia Civil was, kon ik niet slapen.
Op 8 januari werd ik onder
rechterlijk toezicht geplaatst. Aan de rechter verklaarde ik de slechte
behandelingen en bedreigingen. De procureur vroeg me, gezien de bedreigingen
omtrent mijn vrouw, of zij met me meegekomen was! Ik zei van niet, zij was in
Parijs gebleven.! Toen vroeg hij me hoe ik had kunnen geloven in haar
arrestatie Ik antwoordde hem dat gezien de omstandigheden ik eender wat zou
geloven.
Ik legde mijn verklaring af. De
rechter vroeg toen aan de procureur welke strafeis hij vorderde. Na het bureau
even verlaten te hebben kwam de procureur en eiste een gevangenisstraf. Dus
besloot de rechter mijn opsluiting. Mijn eerste nacht in Soto del Real
verliep slapeloos. Ik werd telkens wakker, in paniek, met het gevoel nog steeds
bij de Guardia Civil te zijn. Er moet rekening gehouden worden met het feit dat
ik bij hen helemaal geen slaap kende.
De Spaanse regering
rehabiliteerde in januari 2001 Melitón
Manzanas (zie foto) en verleende hem de medaille van burgerlijke
verdienste. Manzanas werd in 1968 in het deurgat van zijn huis door een
ETA-commando neergeschoten. Nooit is boven water gekomen wie deze aanslag
precies pleegde, maar waarschijnlijk was het Javier Izko de la Iglesia. Hij
kreeg er in het beruchte Burgosproces
in ieder geval twee keer de doodstraf voor. Manzanas was reeds tijdens de
Tweede Wereldoorlog doende in Baskenland. Joden die door Baskische mugalaris (bewoners van
de grensstreek) de grens werden overgesmokkeld, leverde Manzanas uitaan deGestapo, als ze gevat werden. Na de Burgeroorlog werd hij Inspecteur van
de Sociale Brigade van de Spaanse Politie in Gipuzkoa. In deze functie
verwierf hij faam als folteraar. Er werd verteld dat hij de pijnkreten van zijn
slachtoffers op band opnam en ze dan via een radiowagen in het dorp van het
slachtoffer liet horen.
Manzanas is één der
bevoorrechten van de wet ten voordele van de slachtoffers van het terrorisme
die unaniem werd aangenomen in 1999. Unaniem omdat de PNV meende dat zodoende
ook de slachtoffers van de Staatsterroristen van
GAL zouden vergoed worden, wat een zoveelste misrekening was van de PNV.
Joseba Egibar van de PNV noemt
het een provocatie in regel.
Euskal Herritarrok zegt dat de onderscheiding de fascistische tronie van de
Spaanse regering duidelijk maakt.
Gaspar Llamazares van IU zegt dat niet geaccepteerd kan worden dat de
solidariteit met de slachtoffers de legitimatie van de foltering betekent.
Javier Rojo senaatsvoorzitter en secretaris generaal van de Baskische
socialisten merkt op dat de regering uiteindelijk Franco nog gaat decoreren.
Het is een politiek vergissing die tot nog meer confrontatie zal zorgen in
Baskenland, omdat Manzanas een deel van de zwarte geschiedenis van het vorig
regime is.