Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
20-02-2007
Terug in de tijd 57
20 februari 2003
EuskaldunonEgunkaria
gesloten!
De voorbije nacht, 20 februari 2003, werd op last van magistraat Juan del Olmo de
Baskische krant EuskaldunonEgunkaria, de enige die enkel in
het Euskara schrijft, door de Guardia
Civil gesloten! Er was niet eens een directe aanleiding en Del Olmo wachtte
niet eens op het resultaat van de huiszoeking. Hij sloot meteen de kantoren,
want de krant verspreidde het terroristisch ideeëngoed met de hulp van de taal
Euskara!
Driehonderd leden van de
Guardia Civil deden een inval in de zetels van Andoain, Iruñea, Bilbao en
Gasteiz, maar er werden ook nog bijna 20 privé-woningen doorzocht. Opvallend is
dat hierbij vooral de relatie met de Baskische taal de rode draad is. Zelfs de
federatie van Baskische scholen, Ikastolas, kreeg bezoek.
Tien directieleden werden
meegenomen en in isolement geplaatst. De website van de krant werd meten
afgesloten. In de loop van de middag verspreidde de Minister van Binnenlandse
Zaken een nota waarin hij één van de arrestanten als tussenpersoon tussen de
krant en ETA noemde. Volgens de minister stond de terroristische organisatie
aan de wieg van Egunkaria en stelden ze de directie aan.
Nooit waren er geruchten in
verband met terroristische activiteiten. Egunkaria werd zelfs veel gematigder
dan Gara genoemd. In hun krant kwamen ook de tegenstanders aan het woord. De
hoofdredacteur werd ooit, samen met de hoofdredacteur van Gara, door Garzón
opgepakt en in Madrid ondervraagd maar toen ging het enkel om een interview met
een ETA-leider in Noord-Baskenland dat nooit werd gepubliceerd en dat niet publiceren
was verdacht.
In Spanje konden ze het
Baskisch van de krant niet lezen. Werd Egunkaria gestraft wegens het spreken
van de Baskische taal? Zo was het onder de Francodictatuur en zo lijkt het
nu opnieuw, onder het regime Aznar.
Wie zich buiten het vanuit Madrid gedecreteerde eenheidsdenken begeeft
kan zich in Spanje aan en schaamteloze vrijheidsberoving verwachten.
Daarom kregen in dezelfde nacht ook
het tijdschrift Jakin en de Federatie van Ikastolas bezoek van de
giganten.
Meteen klagen de PNV, bij monde van Markel Olano, en EA, via Galdos, de democratische
kwaliteiten van de Spaanse justitie aan. Ook de PNV-krant Deia noemt
de aanval arbitrair. Ook Irutxulo, een wijkblaadje dat wordt
uitgegeven door de stad Donostia, protesteert, samen met vele andere
persorganen die het voorval alarmerend noemen. Zelfs de PSOE is verrast.
Een aantal andere kranten, maar ook de Baskische Universiteit bieden meteen hun
drukpersen aan en de Baskische Regering neemt openlijk de verdediging op.
De Baskische
Minister van Cultuur, Miren Azkarate zegt dat de sluiting van een
communicatiemedium een uitzonderingsmaatregel
is in elk democratisch systeem. De executieve zal het proces diepgaand
volgen en vraagt aan het Hooggerechtshof een dringende en duidelijke
verklaring
Blijkbaar heeft de Baskische
regering inmiddels ontdekt waar de échte vijanden van Baskenland zitten.
Ook de zetel van het culturele
tijdschrift Jakin werd doorzocht en de verantwoordelijke, Joan Mari
Torrealdai, werd geboeid en met een jas over het hoofd als een gangster
afgevoerd!
Binnen een aantal jaren zal deze
zaak geklasseerd worden bij gebrek aan
bewijzen, maar dan is de krant wel verdwenen (dit
is intussen op het macroproces 18/98 ook zo uitgekomen). Zie de krant Egin.
Die werd op 15 juli 1998 gesloten. Enkele jaren later bleken er
onvoldoende bewijzen voorhanden te zijn. Maar de krant was verdwenen en het
aangeslagen geld kwam voorlopig ook niet terug
Op 19 februari 2003 arresteert de politie 14
toekomstige leden van ETA.
Dat was die dag te lezen op de teletekstpagina van TVE, de Spaanse Tv.
De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Acebes, voegde er
zelfs aan toe dat de ETA-leiding doende is de kern van de organisatie uit te
breiden.
Voor de nietsvermoedende
buitenstaander die dit leest, lijkt dit bijzonder knap speurwerk: de
werkelijkheid vóór zijn! (En wie Spanje een beetje kent )
De arrestaties vonden plaats op
basis van documenten die de Franse intelligentsia vond op 19 december 2002, precies
2 maanden geleden dus! Het heeft dus twee maanden geduurd om de namen (en
de fotos!) vanuit het Frans in het Spaans vertaald te krijgen en nu zijn
ze bij die mensen de computer gaan ophalen Insiders weten echter beter.
Baltasar Garzón zal waarschijnlijk een mediastunt hebben opgezet en daarbij
werd niets (geen enkele bewijslast) gevonden.
Allen krijgen een volledige
naamvermelding in de pers en allen worden ze in afzondering geplaatst. Eén van
de arrestanten, Tomás Insausti, onderging recent een hartoperatie. Ook de
woning van zijn grootvader van 97 jaar werd doorzocht!
Overal werden, zoals steeds
computers meegenomen, maar ook fotos, gsms en Cds!
De PNV bijt van zich af. Ze hebben lang genoeg gewacht.
Emilio Olabarria (foto), gedeputeerde van PNV in
het Baskische parlement en ex stemhebbend lid in de CGPJ-Consejo
General del Poder Judicial, algemene raad van de rechterlijke macht, verklaarde
eind vorige week, op vrijdag, 16 februari 2007, aan ETB, verspreid door Europa
Press:
Het is een UTOPIE te denken dat
Justitie neutraal en onafhankelijk handelt. Dat is niet zo.Het is wat
obsceen dat dit mogelijk is. Er wordt misbruik gemaakt van de rechtspraak ten
behoeve van de eigen PP-belangen (in de oppositie) en ik vrees dat ze er een eigen rechtspraak op na houden. De huidige
CGPJ is politiek samengesteld toen de regering Aznar aan de macht was, en de
meerderheid ervan bestaat nog altijd uit oerconservatieve PP-vazallen. De
degradatie van dit orgaan is gevaarlijk en moeilijk omkeerbaar.
Deze vernietigende uitspraak is niet alleen van toepassing op het gerecht,
maar ook op de mantelorganisaties van de PP (AVT, COVITE, FORO de ERMUA, ) en,
duidelijk merkbaar, ook op bepaalde persorganen (COPE, ABC, LA RAZÓN, LIBERTAD
DIGITAL )
Volksvertegenwoordiger voor de PNV, José
Antonio Rubalkaba, deed er nog een schepje bovenop tijdens een zitting in
het parlement op vrijdag, 16 februari 2007,:
Bepaalde magistraten zullen
verantwoording moeten afleggen ten overstaan van het Baskische volk of ten
overstaan van het gerecht zelf voor ambtsmisdrijf. Er worden beslissingen
getroffen en straffen uitgesproken op basis van politiek en niet op basis van
juridische elementen. Is het normaal dat een lid van de CGPJ-Consejo
General del Poder Judicial, met name Juan Pablo González , ook lid is van het
Foro de Ermua (mantelorganisatie van de PP)?Is dat onafhankelijkheid?
In een democratie moet iedereen verantwoording afleggen voor zijn daden. Als er
ambtsovertreding kan aangetoond worden, dan moet dat worden berecht.
Ieltxu López de Aberasturi en Xabier Pérez
Aldunate (beiden op foto) verschenen vijf dagen na hun arrestatie door de
Guardia Civil voor magistraat Garzón, op 17 februari 2005. Beiden beklaagden ze
zich er over gefolterd te zijn. Met de plastic
zak over het hoofd getrokken moesten ze beiden kniebuigingen maken tot de
uitputting nabij was. Pérez kreeg nog een
schijnexecutie te verduren en werd in de teelballen geknepen. De enige
verklaring die ze vóór Garzón aflegden was het relaas van de folteringen,
gedurende de vijf dagen in afzondering, die ze hadden moeten doorstaan. Pérez
vertoonde spastische trillingen over zijn hele lichaam. Ze hadden hem gedurende
vijf dagen belet te slapen. López de Aberasturi
werd bedreigd met (onderdompeling in) het
bad en met het gebruik van elektroden.
Iñaki Ojeda Martin de Butron, Txapel
+16 februari 1984
Iñaki Ojeda Martin de Butron,
Txapel werd geboren in Portugalete in 1964. Hij nam al deel aan de
Pro-Amnestieweek in 1977. Later vervoegde hij de jeugdorganisatie Jarrai en
richtte een eigen groepje op met als doel sabotagewerk tegen de onderneming
Iberduero, die de kerncentrale van Lemoiz-Lemóniz
wilde bouwen.
Hij werd opgemerkt door ETA en ze vroegen hem op een afspraak. Onderweg daar
naartoe werd hij gearresteerd, zwaar gefolterd en veroordeeld tot 6 jaar cel.
In de gevangenis kon hij zijn passie voor de literatuur verder ontwikkelen. Hij
schreef in de gevangenis van Puerto de Santa Maria diverse dichtbundels, maar
de afgestompte en lompe cipiers vernietigden een grote hoeveelheid
dichtbundels. In 1983 werd hij vrijgelaten, integreerde in ETA en dook onder.
Op 16 februari 1984 kon de politie hem lokaliseren in een wijk te Barakaldo. Na
een hevig salvo door de politie werden twee van zijn vrienden zwaar gewond.
Omsingeld, wilde hij negotiëren over zijn overgave. Hij moest ongewapend naar
buiten komen en zich tegen een muur plaatsen Onmiddellijk werd hij onder vuur
genomen door de GEOS, Grupo Especial de Operaciones (een soort groep Dyane) en doorzeefd met kogels. Een politie in
burger, pistool in de hand, naderde Txapel en schoot nog eens 6 maal in de
hartstreek. Het autopsierapport spreekt van 19 kogelinslagen in zijn lichaam. Hij is 20 jaar geworden.
Ziehier een gedicht van hem, geschreven in de gevangenis van Puerto de Santa
Maria.
No me callarán
El día que se acabe
la tinta de mi pluma
escribiré con mi sangre,
la usaré en el papel.
Cuando se me acabe
el papel
escribiré la sangre
sobre mi carne
Pero nunca me callarán.
Ze
zullen me niet doen zwijgen
De dag dat
de inkt van mijn pen opdroogt,
zal ik met mijn bloed schrijven,
ik zal het gebruiken op papier
De dag dat ik
geen papier meer zal hebben
zal ik met bloed schrijven
op mijn vlees
Maar nooit zullen ze me doen zwijgen
Onder de bescherming van verscheidene overvalwagens van de Baskische politie, de Ertzaintza, trokken meer dan twintigduizend betogers door Donostia-San Sebastián om te protesteren tegen de 25 jaren van foltering die het Baskische Volk tot op heden diende te ondergaan. De mars werd geopend door personen die zélf slachtoffer waren van deze pest, vergezeld door familieleden van Baskische activisten die de ondervragingen niet overleefden. Zo waren er de zus van José Arregi (zie artikel Terug in de tijd 55 van 13.02.2007), de moeders van Gurutze Iantzi en van Xabier Kalparsoro en familieleden van Mikel Zabaltza. Er waren Unai Romano en zijn vader, en verder nog Leire Galastegi, Anika Gil en de directeur van de krant Berria, Martxelo Otamendi, die gefolterd werd nadat de Baskischtalige krant, Egunkaria, manu militari gesloten werd.
De slogans die geroepen werden: Ez,ez,ez; torturarik ez
Neen, Neen, Neen, Geen foltering
Aqui se tortura como en la dictadura
Hier wordt gefolterd zoals tijdens de dictatuur!
Na afloop werd in het Baskisch en in het Spaans het eindcommuniqué gelezen door Anika Gil en Gallastegi waarin 25 jaar Vuile Oorlog en Brutaliteit werd aangeklaagd. Tevens werd eraan herinnerd dat de klachten van foltering nog steeds genegeerd worden door de Spaanse Regering en door hun autonome onderafdelingen (lees: de Baskische Regering!)
Onder de bekende gezichten: Europarlementariër voor Batasuna, Koldo Gorostiaga, de parlementairen van Sozialista Abertzaleak (nu Batasuna), Arnaldo Otegi, Pernando Barrena en Joseba Alvarez. Verder Rafa Lareina en Martin Aranburu van EA, Aralar-leider Elexpuru, vertegenwoordigers van de vakbond LAB.
Filipe Bidart
(Baigorri, 1953), de historische leider van Iparretarrak, vandaag militant van de
geweldloze onafhankelijkheidspartij Abertzaleen Batasuna, komt vandaag vrij uit
de streng bewaakte gevangenis van
Clairvaux, na 19 jaar cel. De 25 eerste maanden heeft hij in volledig isolement
moeten doorbrengen. Hij is de laatste politieke gevangene van die van het
Noorden, Iparralde die vrijkomt.
Omstreeks 07:00 u vanmorgen kon Bidart de gevangenis
verlaten, waar hij opgewacht werd door een honderdtal sympathisanten. Onder hen
zijn kinderen Elorri y Leire, zijn broer Betti, en zijn rechterhand ten tijde
van Iparretarrak, Gabriel Mouesca.
Met de Ikurriña in de hand zei Bidart het volgende: Mijn vreugde is
allesbehalve compleet, want op de dag van vandaag zijn er nog altijd 600
Baskische politieke gevangenen in Franse cellen, en Inaki de Juana Chaos is nog
altijd in hongerstaking: vandaag dag 100. Bovendien erkent de Franse staat nog
altijd País Vasco niet.
Bidart mag niet terugkeren naar Euskal Herria tot 2014,
omdat zijn voorlopige invrijheidstelling hem verplicht in Beziers te gaan wonen.
Van Miguel Perez Villamizar,
gevangene van gemeen recht,
gepubliceerd in de krant Gara op 14 februari 2007
Met dit schrijven wil ik breken met het beeld dat over jullie geschetst
wordt. Het is voor mij, als gevangene van gemeen recht, een morele verplichting
dit bekend te maken. Ik heb geleerd mijn waardigheid te heroveren, omdat voor
jullie die waardigheid het hoogste goed is.
Gevangenen van gemeen recht zijn er aan gewoon geraakt die waardigheid te
verliezen, omdat wij geconditioneerd zijn door de premies die het systeem
ons, terecht of niet terecht, verleent: allerhande permissies en verloven,
betaalde baantjes Wij worden als het ware omgeturnd in marionetten van het
systeem.
De samenleving, dag na dag, in de gevangenissen, is voor hen die hun
waardigheid verkopen totaal tegengesteld aan wat de Baskische gevangenen moeten
ondergaan. Jullie zitten je straf uit in eerste graad (strengste regime), in
totaal geïsoleerde modules, verstoken van alle activiteiten. Weinigen, op een
paar uitzonderingen na, kunnen beroep doen op de tweede graad (veel meer
vrijheid) en moeten hun straf volledig uitzitten (nooit derde graad).
Deze discriminatie aanvaarden jullie in alle waardigheid, misschien wel
omdat jullie minzame, beschaafde, leergierige personen zijn die nooit
conflicten uitlokken en altijd bereid zijn anderen te helpen.
De echte terroristen zijn de veroordeelde staatsterroristen van GAL, en kijk
hoe zij hun dagen doorbrengen in de gevangenis, als ze al niet na luttele jaren
terug vrij zijn (ex-generaal Guardia Civil Galindo).
Het komt me voor dat een autobus in brand steken in Jaén anders beoordeeld
wordt dan in Donostia, Bilbo. Maar het gaat toch om hetzelfde delict?
Mijn bedoeling is aan jullie, Baskische politieke gevangenen te zeggen, Eskerrik asko, dank u wel, omdat
jullie mij geholpen hebben mijn persoonlijke problemen te overstijgen, door mij
er op te wijzen wie ik werkelijk ben en waar ik uiteindelijk naar toe moet.
De tragische dood van Joxe Arregi Izagirre op 13 februari
1981 schudde de Baskische gemeenschap geweldadig door elkaar.
De inwoner van Zizurkil werd op 4 februari 1981 gearresteerd
en overgebracht naar de Dirección General de Seguridad de la Policía te Madrid.
Hij verbleef hier 9 dagen incomunicado
(volledig afgezonderd, geen advocaat, enz ), overgeleverd aan willekeur.
De vooravond van zijn overlijden werd hij naar het Hospital
Penitenciario van Carabanchel, de ziekenboeg, overgebracht. Het medisch rapport
zal ik niet aanhalen, want het is te verschrikkelijk.
Drie politieke gevangenen, Iñaki Agirre ETA (pm), Xose Lois
Fernández González (GRAPO) en Lois Alonso Riveiro (PCE), waren getuige bij zijn
aankomst in de ziekenboeg. Het relaas werd op een kladbriefje door de tralies
naar buiten gegooid: Fysisch totaal afgemaakt, onherkenbaar, hevig rillend
over het gehele lichaam, nauwelijks in staat te ademen, mompelende Joxe Arregi
enkel zinnen, waardoor we hem konden identificeren. Zijn ogen waren bont en
blauw geslagen. Het rechteroog vertoonde een enorme bloeduitstorting. Armen en
benen waren angstwekkend opgezwollen. Ik heb verschrikkelijke dorst, mompelde
hij. Op vraag hoe het er aan toegegaan was, antwoordde hij: Oso latza izan da, het was
verschrikkelijk. Ze hebben mij onderste boven gehangen aan de ijzeren staaf, en
sloegen er vrijwel overal op los, maar vooral op de onderkant van mijn voeten. Ze
verbrandden mijn armen en benen en lichaam met ik weet niet wat (tot in de
tweede graad). Op de grond sprongen zij om beurten op mijn borst Hij kon niet
meer verder praten en stortte in elkaar. De 3 gevangenen hielpen hem omkleden,
waarbij ze verscheidene bloeduitstortingen overal op het lichaam zagen. Vele
plaatsen waren zwartgeblakerd (ernstige brandwonden), en veel brandwonden begonnen
te verzweren.
De volgende ochtend was zijn toestand nog verergerd. Hij
murmelde: Nik uste diat hiltzekotan
nagoela, ik denk dat ik sterf.
Ik stop hier die huiveringwekkende
getuigenis, want er is niets menselijks aan, maar het komt wel op het
palmares van de Benemérita zoals de Guardia Civil genoemd wordt (vertaling
van benemérita: verdienstelijk, prijzenswaardig).
Volgens de Commissie voor de Mensenrechten te Madrid hebben
73 politieagenten deelgenomen aan, wat ik noem, de lynchpartij. Slecht twee
werden in staat van beschuldiging gesteld en beide werden vrijgesproken. Later
kregen zij toch 7 maanden cel (vergelijk met het volgende: een opinieartikel in
een krant schrijven, levert een bod op van 96 jaar cel).
Op dag 98 van zijn hongerstaking heeft Inaki de Juana Chaos in beroep een
lichtere straf gekregen: de 12 jaar en 7 maanden worden omgezet naar 3 jaar.
Voor het
Hooggerechtshof wordt het beroep tegen het vonnis van 6 november 2006 behandelt.
Het verdict is gevallen: de 12 jaar en 7 maanden worden omgezet naar 3 jaar. De
verdediging had vrijspraak gevraagd, het Openbaar Ministerie 4 jaar en AVT
96 jaar.
De beschuldiging "bedreiging" blijft, maar de connotatie "terroristisch" is nu
weggevallen. Van die 3 jaar heeft hij al ongeveer 2 jaar in "voorlopige
hechtenis" gezeten, wat betekent dat hij 2/3 van die straf heeft uitgezeten en
dus vrij kan komen. Maar dat oordeel ligt nu in handen van de directie van de
"Instituciones Penitenciarias", afhankelijk van de
Spaanse regering. Ofwel kunnen ze hem niet vrijlaten en nog 1 jaar laten
brommen, ofwel kunnen zij hem vrijlaten. Een paar kranten voorzien de vrijlating
voor eind april, maar het is wijselijk van af te wachten hoe dit afloopt.
De Juana evenwel houdt voet bij stuk en beëindigt pas zijn hongerstaking
als hij vrijgesproken wordt.
In een verklaring voor radiozender Euskadi Irratia heeft de
verdediger van De Juana verklaart in beroep te zullen gaan bij het Grondwettelijke
Hof, omdat hij van mening is dat zijn cliënt geen delict begaan heeft.
Vandaag, 12 februari 2007, wordt bij het Hooggerechtshof het
beroep behandeld tegen de strafmaat van 12 jaar en 7 maanden voor een vermeend
delict van bedreiging, geuit in 2 krantenartikels in de krant GARA. Vonnis
uitgesproken op 6 november 2006.
Dertien
magistraten en (ex) openbare aanklagers zullen oordelen over de toekomst van
Iñaki de Juana Chaos. Zij hebben de keuze tussen voorlopige invrijheidstelling,
de huidige strafmaat handhaven of iets verlagen en de straf optrekken naar 96 jaar, zoals de ultra's van AVT
eisen. De zitting is om 9:00 u gestart en opgeschort om 14:00 u. Na een reces worden de beraadslagingen hervat om 17:00 u.
Curriculum penitentiairae
16
januari 1979
De politie ontmantelt het Commando
Madrid van ETA. De Juana, leider van het commando, wordt gearresteerd
samen met de andere leden.
02
maart 1990
De
politie verijdelt een plan om De Juana en 4 medegevangenen te bevrijden uit de
gevangenis van Herrera de la Mancha. Er zou gebruik gemaakt worden van een
helikopter gecamoufleerd in de kleuren van het Rode Kruis. De Juana wordt
overgebracht naar Sevilla 2.
30
oktober 1990
Eerste
hongerstaking van de De Juana, na te zijn overgebracht naar Los Rosales de
Ceuta in Afrika, om de gevangenisomstandigheden aan te klagen. Klachten van
dehydratatie en beëindigen van de staking op 4 november 1990.
18
december 1990
Veroordeling tot 1.750 jaar cel voor het Commando Madrid.
06 juni 1991
De Juana wordt overgebracht naar de gevangenis van El Salto del Negro op de
Canarische Eilanden. Twee weken eerder had hij een poging ondernomen om te
ontsnappen uit een gevangenis op Palma de Mallorca.
23 april 1992
Nieuwe hongerstaking, nu in de gevangenis El Puerto te
Cádiz, als protest tegen het feit dat hij maar 1 maal per maand mocht bellen
met zijn partner, opgesloten in Tenerife. Staking gestopt wegens
gezondheidsproblemen. Nieuw plan om per helikopter te ontsnappen, mislukt.
08
september 1998
De
Audiencia Nacional veroordeelt hem tot 17 jaar, samen met Troitiño Arranz, voor
een mislukte aanslag op 8 mei 1986 tegen Luis Antonio Burón Barba.
December
1998
De
Juana wordt overgebracht naar de gevangenis van Puerto 2 te Cádiz. De
PP-regering laat 21 Etarras overbrengen van Canarias, Baleares, Ceuta y
Melilla naar het vasteland, als gevolg van een staakt-het-vuren van ETA.
02
januari 1999
Opschudding
in de Audiencia Nacional. De Juana slaat een microfoon stuk en vernietigt een
Tv-camera omdat hij niet wilde gefilmd worden.
12
juli 1999
Het
Openbaar Ministerie eist een straf van 1434 jaar tegen hem en Juan Manuel
Soares Gamboa, Esteban Esteban Nieto en Inés del Río Prada voor de aanslag op
de Plaza de la República Argentina te Madrid.
23
november 2003
De
Juana, samen met 71 andere Etarras vraagt de 3de graad gevangenisregime aan (stap net
voor voorlopige invrijheidstelling). Wordt aan allen geweigerd.
08
januari 2004
Javier
Gómez Bermúdez, hoofdverantwoordelijke voor de Vigilancia Penitenciaria,
strafuitvoeringsrechtbank, stelt de voorlopige invrijheidstelling in het
vooruitzicht voor september 2004. De maximumstraf van 30 jaar wordt verminderd
met de in de wet voorziene reductie (goed gedrag, studeren aan een
universiteit ). De definitieve datum wordt uitgesteld tot februari 2005.
07
januari 2005
De
Juana moet voor de Audiencia Nacional verschijnen om verklaringen af te leggen
omtrent 2 artikels die verschenen zijn in de krant Gara in december 2004, en
die bedreigingen zouden bevatten. (Het openen van een nieuwe zaak is de enige manier om hem in de cel te houden.)
10
januari 2005
Magistraat
Fernando Grande Marlaska beveelt de verdere opsluiting omwille van lid van een
gewapende organisatie (waarvoor hij al veroordeeld was). Hij kan dus niet meer
vrijkomen in februari.
13
juni 2005
Magistraat
van de Audiencia Nacional, Santiago Pedraz, tijdelijke vervanger van Grande
Marlaska weigert De Juana te veroordelen voor lid van een gewapende organisatie,
wegens reeds voor hetzelfde veroordeeld. Hij mag nu vrijkomen in augustus 2006.
07
juli 2005
De
Audiencia Nacional beveelt magistraat Pedraz te oordelen (om vrijlating te
voorkomen). Pedraz zwicht onder de immense druk en voert een proces in augustus
2005.
07
augustus 2006
De
Juana begint aan een hongerstaking van 63 dagen in de gevangenis van Algeciras,
om zijn vrijlating kracht bij te zetten. Hij stopt op 8 oktober 2006 na
opgenomen te zijn geweest in een hospitaal.
27
oktober 2006
De
Juana ontkent nog langer lid te zijn van ETA en verzekert, eens vrij, geen
wapens meer te zullen opnemen. De gevraagde straf van 96 jaar voor de
krantenartikels wordt gemilderd naar 13 jaar door het Openbaar Ministerie.
06
november 2006
De
Audiencia Nacional veroordeelt De Juana tot 12 jaar en 6 maanden voor
terroristische bedreigingen, wegens de krantenartikels (later verhoogd tot
12j en 7m). De dag nadien, 07 november 2006,
gaat De Juana opnieuw in hongerstaking, nu tot het einde.
25
november 2006
De
gezondheidstoestand verergert in die mate dat hij moet opgenomen worden in het
hospitaal Doce de Octubre te Madrid.
12
december 2006
De
Juana wordt onder dwang gevoed via een sonde en wordt daardoor soms tot 10 u
per dag aan zijn ziekbed vast gekluisterd.
25
januari 2007
De
vraag tot voorlopige invrijheidstelling wegens kritieke
gezondheidstoestand en wegens zwaar
zieke moeder, wordt geweigerd. Zijn moeder sterft op 27 januari 2007.
08
februari 2007
Ook
in beroep wordt het verzoek, wegens levensbedreigende ziektetoestand,
verworpen.
12
februari 2007
Voor
het Hooggerechtshof wordt het beroep tegen het vonnis van 6 november 2006
behandelt. Het vonnis, verdict is op het ogenblik van dit schrijven nog niet
gekend.
Een voetballer moet tegen de bal trappen,
eventueel scoren, maar verder moet hij zijn mond houden. Hij mag nog net een
eigen mening hebben, maar mag die zeker niet uiten.
Dat is de stelling van de gigant in sportkledij KELME. Na uitspraken van Oleguer Presas Renom (*) in
het Nou Camp-stadion van F.C. Barcelona, weigert KELME elke verdere sponsoring aan
de verdediger van de voetbalclub. Daarop volgde een campagne tegen KELME, met
op 11.02.2007 om 14:00 u reeds 16639 ondertekenaars (ook Vlamingen),
onder het ordewoord Kelme m'ha perdut com a client, Kelme heeft mij als klant verloren.
De verklaring van Oleguer werd in de
Baskische krant Berria gepubliceerd, en komt in het kort hier op neer: Ik
heb de zaak Iñaki de Juana Chaos willen aangrijpen om de zogezegde rechtstaat
te bekritiseren, en om de onafhankelijkheid van de rechtspraak en van de
politiek in vraag te stellen. De rechtstaat vertoont verscheidene zwarte punten
die me doen twijfelen. Er hangt een geur van hypocrisie aan.
De onderneming in sportmateriaal MUNICH heeft al aangekondigd de sponsoring op zich te willen nemen.
Oleguer krijgt volop steun van Josep-Lluís Carod-Rovira,
terwijl trainer Frank Rijkaard vermijdt uitspraken te doen.
(*) Oleguer Presas Renom (Sabadell, 2 februari 1980), voetbalnaam Oleguer,
is een voetballer uit Spanje. Hij speelt als verdediger bij FC Barcelona. Ook
heeft hij een filosofisch boek op zijn naam staan.
Oleguer begon met clubvoetbal op 11-jarige leeftijd als middenvelder bij het
plaatselijke clubje Lepanto. Bovendien beoefende hij verschillende andere
sporten, waaronder tennis en basketbal. Het ging Oleguer vooral op plezier en
minder om presteren. Bij zijn tweede voetbalclub werd de Catalaan omgevormd tot
verdediger. Uiteindelijk ging Oleguer het voetbal serieuzer nemen. Hij speelde
eerst voor UEA Gramenet, voordat hij in 2001 bij Barça B kwam. De verdediger maakte
zijn officieuze debuut voor het eerste elftal in de strijd om de Trofeu Joan
Gamper tegen Rode Ster Belgrado op 24 augustus 2002. Zijn officiële debuut voor
FC Barcelona volgde op 13 november 2002 tegen Galatasaray in de UEFA Champions
League. Sinds de komst van Frank Rijkaard als trainer is Oleguer een vaste
waarde. Op 24 april 2005 maakte Oleguer in de uitwedstrijd tegen Málaga CF zijn
eerste officiële doelpunt voor FC Barcelona. In 2005 en 2006 werd Oleguer met
de Catalaanse voetbalclub kampioen van Spanje. In 2006 won hij bovendien de UEFA
Champions League.
Op 30 maart 2006 publiceerde Oleguer zijn eerste boek, Cami d'Itaca (De
weg naar Ithaka). Hierin behandelt hij uiteenlopende onderwierpen zoals jeugdanorexia,
strijd tegen het fascisme, de rol van Spanje in de beide Golfoorlogen, zijn
liefde voor tennis en zijn ervaringen tijdens de viering van de landstitel van
2005.
In een simultane politieraid, op last van Franse antiterrorismemagistrate Juge
Laurence Le Vert, worden in Ahurti (Noord-Baskenland), Marcel Etxandi en in
Zuid-Baskenland, Juan Joxe Agirre gearresteerd. Beiden zijn ze Benedictijnenmonnik:
Père
Marcel Etxandi is 72 jaar en woont in de abdij van Belloc.
Agirre is 74 jaar en verblijft in de abdij van Lazkao.
Père Marcel is een autoriteit in
het vertalen van Bijbelteksten in het Baskisch en spreekt dan ook vloeiend Armeens, Grieks, Latijn en Hebreeuws. Zijn
medebroeder, Agirre, uit Lazkao is archivaris van alles wat met het Baskische
Volk te maken heeft. Beiden worden aangezocht door iedereen die één of andere
studie over Baskenland wil schrijven. Beiden worden ze nu in verband gebracht
met de ETA-leider, Mikel Albisu Antza,
die op 3 oktober in Saliès de Bearn gearresteerd werd. In Lazkao hadden zich twee Guardia Civiles
aangediend om Agirre te arresteren. Toen dat formeel gebeurd was, waren er nog
eens een 15-tal gekomen om de omvangrijke bibliotheek uit te kammen. Om 16.00
u, vijf uur na aanvang van de farce werd Aita (vader) Agirre vrijgelaten.
Hij bracht verslag uit aan een
peloton journalisten: Ze vroegen me of ik nummers van Zutabe had (het
infoblad van ETA). Hierop heb ik geantwoord dat ik álles opsla in mijn
archief Wat nu terrorisme is, is morgen
geschiedenis. Sommige documenten
kwamen zodoende in Madrileense musea terecht en worden daar als
juwelen bewaard.
Agirre, niet gespeend van humor,
had tot slot aan de dienaren van de wet om een kopie van het verslag van de
politieactie gevraagd om het in zijn archief te bewaren! Dit werd geweigerd.
Père Marcel Etxandi,
verantwoordelijk voor de bibliotheek van Belloc, werd meegenomen naar de hoofdstad
Baiona. Hij wordt ervan verdacht post van de terroristische organisatie door
te geven, als brievenbus te dienen.
Het was onnodig de flikken met de bekende zin kom eens naar mijn kamer
uit te nodigen. Dat deden ze uit zichzelf al. Intussen ondervroeg de politie de
medemonniken over de binnenkomende telefoons en over de bezoekers die de abdij
aandeden. Tevens werd hen gevraagd of ze iemand van de arrestanten van 3
oktober kenden. Etxandi werd 2 dagen later vrijgelaten.
Ik ben al meermaals van leer getrokken tegen de PP-Partido Popular. Was dit
terecht?
Oordeel zelf, drie voorbeelden uit onverdachte
hoek.
1. De aftredende minister van Justitie, Juan Fernando López Aguilar van de PSOE (zie foto en zie artikel
Democratie op zijn Spaans van 08.02.2007), die zelf delicten zou uitvinden om Etarras in de cel te houden,
verklaarde gisteren voor de microfoons van Hora 25:
De PP is constant bezig de magistraten schrik aan te jagen ("achantar
a los jueces") en als hun vonnissen hen (PP) niet bevallen, onthalen zij
die magistraten op een tsunami van bespotting en beschimping (escarnecerlos)
en worden in de bevriende pers (het grootste deel van de media) alle registers
opengetrokken om die magistraten aan de schandpaal te nagelen. Het komt er op neer dat de PP denkt dat
Justitie hun bezit, hun eigendom is, en dat de magistraten een verlengstuk zijn
van hun politieke strategie
2. Tijdens een kamerdebat in Lakua (Baskisch parlement) trok volksvertegenwoordiger,
Joseba Azkarraga van de partij EA-Eusko
Alkartasuna, als volgt van leer tegen de PP:
Jullie hebben schrik van de
waarheid en jullie voelen zich het meest in je schik bij leugens, verwarring
zaaien en confrontatie. Noch jullie, noch het Foro de Ermua, noch Cope, noch
dat deel van de magistratuur dat manipuleert, dragen ook maar iets bij tot een
betere en vredevoller samenleving. Jullie zijn gek geworden en
vertegenwoordigen alleen de antithesis van wat dit land nodig heeft
3. Tijdens dezelfde kamerzitting
verklaarde de Lehendakari Juan José Ibarretxe (PNV):
Bovendien verdedigen jullie helemaal de slachtoffers van het terrorisme
niet, jullie misbruiken ze. En jullie doen dat zonder de minste schroom, maar
met veel brutaliteit, enkel en alleen om te proberen de politieke macht te
veroveren. Dit is algemeen geweten en door iedereen erkend
Zie ook artikel Afluisterpraktijken
2 van 08.02.2007
Een paar uur na de persconferentie van Batasuna, op 8 februari 2007, werden
in de Kamer van Volksvertegenwoordiging te Brussel vragen gesteld over de
afluisterpraktijken. N-VA en Spirit vroegen de minister van Binnenlandse Zaken
om opheldering, maar het was Laurette Onkelinx van Justitie die antwoordde. Zij
verzekerde geen weet te hebben van de spionage, en dat dit zeker niet met de
goedkeuring van Belgische autoriteiten gebeurd was.
Onkelinx verklaarde ook dat de formatie van Batasuna alle respect verdiende in
België en omschreef de gebeurtenissen als
zeer ernstig: een schending van het principe van soevereiniteit. Dit gaat
in tegen alle burger- en democratische rechten. Zij verzekerde dat er een
juridisch onderzoek komt en dat de nodige maatregelen zullen getroffen worden.
Gisteren, 8 februari 2007, heeft onderzoeksrechter Nekane Rodríguez te
Donostia bekend gemaakt dat zij zaak zal maken van de aanklacht door Iñaki Uria
(foto).
Uria werd gearresteerd in de operatie die leidde naar de sluiting van de krant
Egunkaria. De zaak Egunkaria werd onlangs op het macroproces 18/98
geseponeerd wegens geen enkel bewijs, tenzij gemanipuleerde of verkeerd
vertaalde documenten.
Uria werd op 20 februari 2003, samen met nog 9 medewerkers, aangehouden en
heeft klacht ingediend wegens foltering tijdens zijn verblijf, en die van zijn
medewerkers, in de lokalen van de Guardia Civil.
Uria was hoogst verbaasd dat er eindelijk eens, en voor de eerste maal, een
magistraat naar hem heeft geluisterd.
Op dag 94 van zijn hongerstaking, 8 februari 2007, heeft de voltallige
magistratuur van de Sala de lo Penal de la Audiencia Nacional het beroep afgewezen om Inaki de Juana Chaos wegens levensbedreigende gezondheidsredenen
in voorlopige vrijheid te stellen. Daarmee bevestigen zij de uitspraak van 25
januari 2007, tegen het pleidooi van het Openbaar Ministerie in.
Maandag, 12 februari 2007, wordt dan het beroep behandeld tegen de
veroordeling van 12 jaar en 7 maanden, wegens vermeende bedreigingen.
Ex-generaal van de Guardia Civil, Enrique Rodriguez Galindo,
veroordeeld tot 70 jaar gevangenisstraf, kwam al na een paar jaar vrij, omdat
hij hoofdpijn gekregen had toen hij nadacht over de doodseskaders die hij uitzond
om Basken te vermoorden.
Mariano Fernández Bermejo (foto), magistraat van de Sala
del Tribunal Supremo, Hooggerechtshof, zal minister Juan Fernando López
Aguilar vervangen op Justitie. Aguilar verlaat de regering omdat hij bij de
volgende verkiezingenkandidaat is voor het presidentschap van de Canarische
Eilanden.
Juan Fernando López Aguilar is fameuze socialistische minister die ooit
gezegd heeft:
We
zullen desnoods zelf delicten uitvinden, zodat geen enkele Etarra nog kan
vrijkomen uit de gevangenis
Stel u voor, een minister van Justitie, die zomaar verklaart dat hij zijn
eigen Strafwetboek hanteert als het om Baskische politieke gevangen gaat. Democratie op zijn Spaans!
De PP van haar kant verliest een bontgenoot en over de nieuwe minister zijn
ze niet te spreken: Bermejo is de meest sectaire en radicale magistraat van de
extreem linkse magistraten. Reden voor die uitspraak is dat Bermejo de kale
borroka, straatgeweld, niet wilde
bestempelen als terrorisme.
Federico Jiménez Losanto van de ultrarechtse krant Libertad Digital heeft
gesproken:
Con este sectario
exhibicionista en el Ministerio de Justicia podemos tener la seguridad de que
la media España de derechas se coloca en estado de sitio o persecución "Met deze exhibitionistische sektariër op het Ministerie van Justitie kunnen we er
van uitgaan dat de rechtse media van Spanje zich in een staat van beleg en vervolging bevinden."
Zie ook artikel Afluisterpraktijken
van 02.02.2007
Is de Belgische Staat medeplichtig?
Batasuna is zinnens vandaag, 8 februari 2007, te Brussel een persconferentie
te houden waarin zij eist dat de Belgische regering uitleg verschaft over de
rol die zij eventueel zou gespeeld hebben bij politieke afluisterpraktijken. Ze
willen weten of de regering op de hoogte was van politieke afluisterpraktijken,
door een vreemde inlichtingendienst, bij leden van de Baskische politieke
partij Batasuna.
Gorka Elejabarrieta (foto), vertegenwoordiger voor Batasuna in ons land, ontdekte
in zijn appartement te Brussel gesofisticeerde afluisterapparatuur nadat hij
vreemde interferenties had waargenomen op de kabeltelevisie. De Ambassade en
het Consulaat van Spanje bevinden zich op 2 kilometer van zijn woonplaats.
In 2004 woonde hier Koldo Gorostiaga, het Europarlementslid voor Euskal
Herritarrok (opgericht omdat Batasuna dreigde verboden te worden) die zich ook over onwettelijk afluisteren
bekloeg.
Als dit waar is, betekent dat een zeer ernstige zaak want het gaat hier om
een lid van het Europese Parlement. Wat niet wil zeggen dat de zaak Elejabarrieta
niet ernstig zou zijn. Nog een voorbeeld van democratie op zijn Spaans?
Vorig jaar viel het verdict Nº27/05 op 20 juni 2005, in de zaak van de radicale jongeren van "Jarrai, Haika en Segi". De veroordeling luidde: onwettige organisatie en niet terroristische organisatie, omdat er nooit wapens gebruikt werden. Vierentwintig beklaagden werden veroordeeld tot maximum 3,5 jaar cel. Zij werden op vrije voeten gesteld omdat ze al tijd al in voorarrest gezeten hadden (tot zelfs 4 jaar).
Na een klacht van AVT werd het proces opnieuw geopend op 16.11.2006 bij het Hooggerechtshof, die uitspraak zou doen op 20.11.2006. Op 21.11.2006 komt het bericht dat er pas uitspraak komt op 18.01.2007. De uiteindelijke datum is 7 februari 2007 geworden, gisteren dus.
Het vonnis, goedgekeurd door 3 op 5 magistraten, luidt als volgt:
Verre van zich op geweldloze manier te verdedigen en door middel van wettelijke middelen, heeft deze radicale jongerenorganisatie zich volledig aangesloten bij de gewapende organisatie ETA, door middel van herhaalde acties van kale borroka (keet schoppen op straat), acties die bedreigend zijn. De activiteiten worden uitgetekend, gecoördineerd, geregeld en gecontroleerd door ETA. Dus is het een terroristische organisatie.
Op te merken valt dat de radicale jongeren NOOIT wapens gebruikt hebben, dat hun acties spontane protestacties zijn, dat ze nog nooit iemand bedreigd hebben en ze door niemand gedirigeerd worden!
De gevangenisstraffen van maximum 3,5 jaar worden nu opgetrokken naar 6 jaar. Het bevel tot opnieuw opsluiten werd al genomen op 19 januari 2007. Als de 23 radicale jongeren (eigenlijk 24, 1 werd niet veroordeeld) de kwalificatie hadden meegekregen van leiders van de beweging, wat dus niet gebeurd is, dan zouden de straffen opgetrokken worden naar 10 jaar.
Het Hof heeft dus geoordeeld dat de voorwaarde van leiderschap niet aanwezig was, aangezien het hier om algemene en niet specifieke verantwoordelijkheid gaat.
Ik ben geen jurist, maar als iemand zich zou aangesloten hebben bij een gewapende organisatie, feit waardoor ze nu terroristen worden genoemd, is dat in mijn ogen helemaal niet algemeen en wel specifiek. Er hangt dus andermaal een politiek geurtje aan dit vonnis.