Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
25-11-2007
Wat zijn de rechten van een volk?
Eertijds heeft een volk bestaan
Het Koninkrijk Navarra, de bakermat van Euskal Herria, werd na bloedige veldslagen in de 16de eeuw geannexeerd bij Castilla (Noain-1512 en Amaiur-1522). Het Baskische volk zou gehersenspoeld worden tot Spaans volk, tegen wil en dank. De agressor, Castilla of Spanje, heeft nooit de rechten van het Baskische volk erkend. Wat zijn de rechten van een volk?
Universele Verklaring van de Rechten van een Volk
Algiers, 4 juli 1976
Sectie I. Recht op bestaan.
Artikel 1.
Ieder volk heeft het recht te bestaan.
Artikel 2.
Ieder volk heeft het recht op respect voor de culturele en nationale identiteit.
Artikel 3.
Ieder volk het recht om in vrede het bezit van het territorium te bewaren, en om er terug te keren in geval van voorgaande uitdrijving.
Artikel 4.
Niemand mag, ten gevolge van zijn culturele of nationale identiteit, voorwerp zijn van moordpartijen, folteringen, vervolgingen, deportaties, uitwijzingen of onderworpen worden aan levensomstandigheden die de identiteit of de integriteit van het volk waartoe hij behoort, kunnen compromitteren.
Sectie II. Recht op politieke zelfbeschikking.
Artikel 5.
Ieder volk heeft het eeuwige en onvervreemdbare recht op zelfbeschikking. Ieder volk bepaalt zelf zijn politiek statuut, in alle vrijheid en zonder inmenging van buitenaf.
Artikel 6.
Ieder volk heeft het recht om zich te bevrijden van directe of indirecte koloniale of vreemde dominantie of van alle racistische regimes.
Artikel 7.
Ieder volk heeft het recht op een democratisch regime dat alle burgers vertegenwoordigt, zonder onderscheid van ras, geslacht, geloof of huidskleur, en die in staat is het effectieve respect af te dwingen voor de rechten van de mens en voor de fundamentele vrijheden van allen.
Sectie III. Economische rechten van de volkeren.
Artikel 8.
Ieder volk heeft het exclusieve recht over al zijn rijkdommen en zijn natuurlijke bronnen. Ieder volk heeft het recht die rijkdommen en natuurlijke bronnen terug te vorderen in geval van plundering of om schadeloosstelling te eisen.
Artikel 9.
Ieder volk het recht deelachtig te zijn aan wetenschappelijke en technische vooruitgang, in geval het deel uitmaakt van het patrimonium
Artikel 10.
Ieder volk heeft het recht dat zijn arbeid op een correcte manier geëvalueerd wordt, en dat de internationale samenwerking gebeurt onder voorwaarden van gelijkheid en billijkheid.
Artikel 11.
Ieder volk heeft het recht een eigen economisch en sociaal systeem te ontwikkelen en toe te passen, en te zoeken naar een eigen economische vooruitgang in alle vrijheid, los van alle vreemde inmenging.
Artikel 12.
De economische rechten, zopas uiteengezet, moeten ontplooid worden in een geest van solidariteit tussen alle volkeren van de wereld, rekening houdend met de onderscheidenlijke interesses.
Sectie IV. Recht op cultuur.
Artikel 13.
Ieder volk heeft het recht op zijn eigen taal, en het recht om de eigen cultuur te ontwikkelen en te beschermen, om op die manier bij te dragen tot de verrijking van de cultuur van de mensheid.
Artikel 14.
Ieder volk heeft het recht op zijn eigen artistieke, historische en culturele schatten.
Artikel 15.
Ieder volk heeft het recht zich te verzetten tegen het opdringen van een vreemde cultuur.
Sectie V. Recht op milieu en gemeenschappelijke hulpmiddelen.
Artikel 16.
Ieder volk heeft het recht op conservering, bescherming en verbetering van het milieu.
Artikel 17.
Ieder volk heeft het recht om het gemeenschappelijk menselijk patrimonium te gebruiken, zoals de diepzee en de extra-atmosferische ruimte.
Artikel 18.
Bij het uitoefenen van voormeldde rechten moet ieder volk de ontwikkeling van zijn economische eisen coördineren en er moet rekening gehouden worden met de solidariteit tussen alle volkeren van de wereld.
Sectie VI. Rechten van de minderheden.
Artikel 19.
Als in het kader van een staatsstructuur een volk in de minderheid is, moet respect opgebracht worden voor de identiteit, de tradities, de taal en het culturele patrimonium van dat volk.
Artikel 20.
De burgers van die minderheid moeten, zonder discriminatie, kunnen genieten van dezelfde rechten als de meerderheid, en onder gelijke omstandigheden kunnen participeren aan het publieke leven.
Artikel 21.
Deze rechten moeten met respect voor de legitieme belangen van de gemeenschap in zijn geheel worden toegepast. Ze mogen geen voorwendsel zijn om de territoriale integriteit en de politieke eenheid van de staat aan te vallen, als die staat in eerste instantie handelt volgens de hierboven vermeldde principes.
Sectie VII. Garanties en sacties.
Artikel 22.
Het niet nakomen van de beschikkingen van de hiervoor liggende verklaring zal door de totale internationale gemeenschap aanzien worden als een inbreuk op de geratificeerde verplichtingen.
Artikel 23.
Alle schade als gevolg van een inbreuk op de hiervoor liggende verklaring zal door de veroorzaker integraal moeten hersteld worden.
Artikel 24.
Alle verrijking ten nadele van een volk, als gevolg van inbreuken op de hiervoor liggende verklaring, zal aanleiding geven tot terugbetaling van de aldus verkregen rijkdom. Die zelfde maatregel zal worden toegepast op excessieve verrijking door investeerders van vreemde afkomst.
Artikel 25.
Alle onregelmatige ondertekende traktaten, akkoorden of contracten, die de fundamentele rechten geen blik waardig keuren, zullen geen enkel effect hebben
Artikel 26.
De externe financiële lasten die te excessief of te ondraaglijk zijn voor een volk zullen niet afdwingbaar zijn.
Artikel 27.
De meest ernstige aanvallen op de fundamentele rechten van een volk, in hoofdzaak het recht op bestaan, zullen beschouwd worden als internationale misdaden. De strafrechterlijke verantwoordelijkheid zal ieder auteur hiervan afzonderlijk te beurt vallen
Artikel 28.
Ieder volk waarvan de fundamentele rechten worden miskend, heeft het recht beroep te doen op politieke of syndicale strijd en, met inbegrip van en in laatste instantie, het gebruik van geweld.
Artikel 29.
De bevrijdingsbewegingen moeten toegang krijgen tot internationale organisaties en de militanten hebben het recht op humanitaire bescherming, zoals tijdens een oorlog (derecho humanitario de la guerra).
Artikel 30.
Het herstel van de fundamentele rechten van een volk is, als ze ernstig miskend worden, de plicht die moet opgelegd worden aan alle leden van de internationale gemeenschap.
Básica de Normalización del Uso del Euskera 24 november 1982
Vandaag, 24 november 2007, is het exact 25 jaar geleden dat de basis voor de normalisatie van het gebruik van het Euskara vastgelegd werd in de Ley 10/1982, Básica de Normalización del Uso del Euskera.
De Ley 10/1982 heeft als voorwerp de regeling van het gebruik van het Euskara en het Castellano (Spaans) in de Baskische Autonome Gemeenschap. In deze wet wordt bevestigd dat de taal van het País Vasco het Euskera is (artikel 2), en samen met het Castellano de officiële taal van de Gemeenschap (artikel 3). De openbare besturen moeten er over waken dat niemand omwille van taal gediscrimineerd wordt, en indien gewenst de nodige maatregelen treffen (artikel 4).
In artikel 5 wordt geponeerd dat alle burgers het recht hebben om de taal (schriftelijk zowel als mondeling) te kennen en te gebruiken. In hetzelfde artikel wordt erkend dat dit fundamentele rechten zijn:
Recht op relatie met de Administratie of om met het even welk openbaar organisme, verbonden aan de autonome gemeenschap
Recht op onderwijs in beide officiële talen
Recht op ontvangst van publicaties, kranten, radio- en Tv-programmas en andere communicatiemiddelen in het Euskara
Recht op ontwikkeling van professionele activiteiten, beroepsactiviteiten, politieke en syndicale activiteiten in het Euskara
Recht om zich uit te drukken in het Euskara in om het even welke vergadering
De openbare besturen waken over de uitvoering van die rechten in die mate dat ze effectief en werkelijk zijn.
In afzonderlijke artikels wordt dan nog eens de opsomming gemaakt:
Recht op het gebruik van het Euskara in de Openbare Administratie (artikelen 6-14).
Recht op het gebruik van het Euskara in het Onderwijs (artikelen 15-21).
Recht op het gebruik van het Euskara in de sociale communicatiemiddelen (artikelen 22-25).
Recht op het gebruik van het Euskara bij sociale en institutionele aspecten (artikelen 26-29).
Recht op het gebruik van het Euskara als officiële geschreven taal (artikel 30).
Vergeet niet dat het Euskara meer dan 40 jaar verboden werd!
Op 19 november 2007 klaagt Batasuna aan dat de Ley del Euskara onvoldoende toegepast wordt. Batasuna neemt als voor voorbeeld de culturele sector. De regeringen in Spanje en Frankrijk ondergaan de vreselijkste fobieën als ze aan de Baskische cultuur denken. Verder is er de dagelijkse tegenstand tegen het Euskara op heel veel domeinen: slechts een minderheid van de magistraten en van de agenten van de Ertzaintza kan zich verstaanbaar maken in het Euskara. De Ikastolas (scholen) in Frans-Baskenland moeten zelf opdraaien voor de financiering van didactisch materiaal en onderhoud van hun school.
Daarom eisen ze dat het Euskara de enige officiële taal wordt in heel Euskal Herria. Zij hebben er geen enkel probleem mee dat het Castellano de tweede taal kan en wellicht moet zijn. Euskal Herria euskaldun, een Baskischsprekende Euskal Herria.
De dodenlijst van het staatsterrorisme blijft aangroeien
De zaak Hendayais 23 november 1980
Op 23 november 1980 wordt de bar Hendayais te Hendaya het voorwerp van een ongemeen hevig vuursalvo door de BVE-Batallón Vasco Español. De bar werd gefrequenteerd door sympathisanten van ETA. Er vielen 2 doden, de arbeider José Camio en de gepensioneerde Jean Pierre Aramendi, maar geen van beide had ook maar enige uitstaans met ETA. Er waren ook nog 10 zwaar gewonden.
Commissaris Manuel Ballesteros García (die in 1976 Conesa vervangt bij de Brigada Central de Informaciόn) werd door de Audiencia Provincial van Guipúzcoa veroordeeld tot 3 jaar schorsing uit zijn ambt en 100.000 peseta's boete, omdat hij weigerde mee te werken. Het Hooggerechtshof sprak hem vrij. Hij weigerde de namen van 3 vertrouwelijke politieagenten vrij te geven. Die 3 waren, onmiddellijk na de aanslag op de bar, de grens overgestoken in een gestolen wagen met valse nummerplaten.
Alfabetatze Euskalduntze Koordinakundea AEK op 22 november 2000 voor de rechtbank
AEK een organisatie, opgericht in 1980, die er voor ijvert om het 'Euskara', de Baskische moedertaal, terug over heel Euskal Herria voldoende bekend te maken en aan te leren. Om dit te bereiken, spitsen ze zich vooral toe op de alfabetisering en het aanleren van de taal aan volwassenen, op basis van pedagogisch onderzoek en het toepassen en creëren van die pedagogische resultaten. Zij zorgen ook voor de opleiding van leraars en de realisatie van diverse culturele activiteiten. Hun enige optiek is een mentaliteitswijziging (na meer dan 40 jaar verbod op hun taal) en het bewustzijn van de bevolking sturen in de richting van het Euskara.
Op 22 november 2000 roept Garzón 19 leden van AEK op voor de rechtbank te verschijnen om een verklaring af te leggen. De beschuldiging luidt: lidmaatschap van een gewapende organisatie en economische misdrijven (een achterstal van 1.300 miljoen pesetas aan de Sociale Zekerheid). Om de integratie binnen ETA te staven, maakt hij gebruik van de splittingtheorie: AEK (coördinatie voor alfabetisering) en Galgaraka S.L. (instrumentenbedrijf) maken deel uit van de ETA-KAS organisatie. In die organisatie ontstaat er een fictief ontdubbelen, waarbij de leden zowel deel uitmaken van ETA-KAS als van andere organisaties, zowel financiële, economische als pedagogische organisaties. Dit wordt de splitting theorie of het dubbele activisme genoemd. De beide organisaties worden ook beschuldigd van het losweken van fondsen (shared funding) voor ETA, zoals dat ook aangewreven wordt bij Orain, Egin, Gadusmar en Jarrai en andere In een gerechterlijk bevel van 24 december 2001 neemt Garzón een bocht van 180°. De 9 zijn geen lid van ETA en werken er ook niet mee samen. De zaak was al eerder naar het Provinciaal Hof van Bizkaia gestuurd i.v.m. de vermeende fraude, maar ook die beschuldiging werd weerlegd. Door de wansmakelijke manoeuvres van Garzón zal op de prachtige organisatie AEK een blijvende smet van verdachtmaking kleven. Dat is in een criminaliseringproces dan ook de bedoeling.
Het monsterproces 18/98, dat startte op 21 november 2005, was op 14 maart 2007 aan de laatste zittingsdag toe. De beklaagden krijgen het laatste woord. Euskal Herria krijgt het laatste woord.
Het proces dat op 21 november 2005 gestart is en 16 maanden zal geduurd hebben, is het gevolg van een paar juridische spitsvondigheden begonnen in 1998. De bedoeling was een groot deel van de Baskische gemeenschap het zwijgen op te leggen, de linkse abertzales. Het was het proces tegen het Baskische nationalisme. Een uitzonderingstoestand werd gecreëerd en het recht van vrijheid van mening, het recht op bijeenkomsten en vergaderingen, het recht op ondernemen, het recht op een eigen ideologie, het recht op dissidentie werden met de voeten getreden. Het recht op zelfbeschikking staat niet in het woordenboek van het staatsnationalisme.
De aanval was eigenlijk al begonnen in 1996 toen, na een furieuze en georkestreerde propagandacampagne, de eerste verdachtmakingen gelanceerd werden tegen Herri Batasuna. Dit was zonder voorgaande in Europa. De PSOE, de socialisten, waren toen aan de macht. Een paar jaar later, toen de PP de macht overnam, werd de repressieve strategie agendapunt nummer 1 voor de regering. Ideeën, initiatieven, sociale en politieke activiteiten werden gecriminaliseerd. Onder impuls van magistraat Baltasar Garzón werd vanaf dit moment de filosofie van het netwerk uitgetekend. Personen en organisaties die hetzelfde doel nastreefden als ETA (zelfbeschikking) werden beschouwd als het netwerk van ETA. De finaliteit was al die personen en organisaties buiten de wet te stellen. Het motto: Todo es ETA (ze zijn allemaal van ETA), moest juridische stappen en veroordelingen vergemakkelijken. De impuls van deze strategie was louter politiek: de sacrosancte eenheid van het grote Spanje vrijwaren. De processen die gevoerd werden, waren generaliserend: ze handelden niet over specifieke delicten, maar over algemeen vooringenomen stellingen die tot doel hadden een bepaalde socio-politieke gemeenschap te straffen. Als klap op de vuurpijl werden die processen gevoerd voor een uitzonderingsrechtbank, de Audiencia Nacional, opvolger van het Tribunal de Orden Público onder Franco. De Audiencia Nacional hanteerde eigen normen over de rechtstaat, en dit met goedkeuring van de uitvoerende macht. Verklaringen afgelegd onder de vreselijkste folteringen werden met de mantel van de macht bedekt en op de koop toe als wettelijk bewijsmateriaal aanvaard. Vreemde zaken zijn er in de rechtszaal gebeurd. Meerdere malen werd het recht op verdediging geschonden. Vanaf het begin werd een rechtsprocedure naar eigen goeddunken gehanteerd. De vooringenomenheid van het Hof lag er vingerdik op. Personen die rechtstreeks met het onderzoek betrokken waren, werden onder hevig protest van de verdediging toch als deskundigen opgeroepen. Bewijslast (vooral ten ontlaste) verdween. Documenten waren onvolledig. 100.000 documenten, waarvan de verdediging niet in kennis werd gesteld, werden op de rol geplaatst. Meermaals werd aan de beklaagden of aan de verdediging het woord ontnomen. De vertalingen van het Euskara naar het Castilliaans brachten totaal verkeerde interpretaties aan het licht. Tegenstrijdige verklaringen waren schering en inslag. Authentieke documenten die verdwenen waren, werden vervangen door al dan niet gemanipuleerde kopieën. Vreselijke verhalen van folteringen, werden door het Hof als niet ter zake weggewuifd Aan het eind van dit monsterproces krijgen de beklaagden, de verdedigers van een Euskal Herria, het laatste woord. Ze staan niet alleen. Intussen hebben al meer dan 15.000 Basken zichzelf in beschuldiging gesteld voor gelijkaardige feiten. Feiten die in een democratie niet strafbaar zijn. Spanje is echter geen democratie, maar een democratuur: een dictatuur van een bepaald gedeelte van het volk, met heimwee naar het España una, España grande, España libre van Franco.
Met heimwee naar de macht om de macht. Wij komen hier later op terug, na de publicatie van het vonnis (dat kan nog een tijdje duren). Want ik denk dat dit niet het definitieve einde is van de lijdensweg.
De lijst van de staatsterreur is lang: nog een slachtoffer
Xanti Brouard +20 november 1984
Op 20 november 1984 werd een heel belangrijke Baskisch nationalist vermoord, precies op de verjaardag van Franco's dood. Xanti Brouard was voorzitter van HASI en lid van het nationale directorium (zeg maar partijbestuur) van Herri Batasuna. In zijn pediatrische kliniek aan de Rekaldestraat12, kwamen zijn moordenaars toe, net toen een jonge patiënt vertrok. Die moordenaars waren staatsterroristen (*) van GAL. Zijn verpleegster Begoña Marínez opende de deur voor de huurmoordenaars. Ziehier haar verklaring:
"Eerst dacht ik dat het zigeuners waren die kwamen bedelen. Toen ze hun namen niet wilden zeggen, werd ik achterdochtig en zag dat één van de mannen een pruik droeg. Plots viel er iets op de grond: een pistool. Ik schreeuwde dat Santi niet in de kliniek was, om hem op die manier te verwittigen, maar hij deed net het tegenovergestelde: hij kwam naar buiten.". Hij werd door 6 kogels doorzeefd.
Het eerbetoon dat hem achteraf te beurt viel, bracht een enorme menigte op de been in heel het land. Een algemene staking werd uitgeroepen. Herri Batasuna beschouwde de aanslag als een staatsmisdrijf, wat het ook was.
Op 15 november 2000 werd tijdelijk, in het Parque Ametzola van Bilbao, een grote sculptuur (5,6 ton) van Juan Gorriti opgericht als nagedachtenis aan Santi Brouard (*). Het beeld zal later een definitieve plaats krijgen in de Calle Santi Brouard, waar nu nog werkzaamheden bezig zijn. Het beeld zal de monoliet vervangen die na de aanslag op Brouard, op 20 november 1984, werd opgericht in El Arenal, maar die later verdween.
In de gevangenis van Alicante wordt de stichter van de Spaanse fascistische Falange, José Antonio Primo de Rivera, gefusilleerd.
20 november 1975
In Madrid wordt de dood van Francisco Franco Bahamonde bekend gemaakt.
20 november 1989
In het Madrileense restaurant van Hotel Alcalá wordt Josu Mururuza, parlementslid van Herri Batasuna door staatsterroristen doodgeschoten. Iñaki Esnaola raakt zwaargewond.
Miguel Etxeberria Naparra Verdwijning niet te bewijzen 19 november 2004
Op 19 november 2004 maakte de Spaanse Justitie bekend datniet kon bewezen worden dat Perret actief had deelgenomen aan de ontvoering van Miguel Etxebarria Alvarez Naparra of Bakunin, en dat niet kon bewezen worden dat Naparra verdwenen is en dood.
Op 11 juni 1980 verdween Miguel Etxebarria Alvarez Naparra of Bakunin die als politiek vluchteling in het Noorden leefde, spoorloos van de aardbodem. Het waren de gloriedagen van de vuile oorlog tegen de Basken, en het Batallón Vasco Español eiste meteen de ontvoering en de moord op. De huurling, Gilbert Perret, zou hierbij betrokken zijn.
Omdat de familie wilde weten waar zijn lichaam gebleven was, dienden ze in september 1999 een aanklacht in wegen illegale ontvoering en terroristische moord, om op die manier tot een ondervraging van Perret te komen. Op 31 maart 2004 weigerde het Hoog Gerechtshof deze eis. Op 19 november 2004 raakte bekend dat volgens de Spaanse Justitie niet kon bewezen worden dat Perret actief deelnam aan de ontvoering en dat niet kon bewezen worden dat Naparra verdwenen is en dood.
Op een berg boven Lizartza kreeg Miguel Etxebarria Alvarez een sobere gedenksteen in een weide, van waaruit hij een prachtig zicht heeft over de Baskische groene jachtvelden waarvan hij zoveel hield.
Het collectief Etxerat (Naar huis) klaagde gisteren, 17 november 2007, voor de zoveelste maal het eigengereide optreden van de Spaanse en de Franse regering en de willekeurige interpretatie van het strafwetboek aan. Bij monde van woordvoerster Nekane Cid werden de regeringen van Spanje en Frankrijk verweten, om gevangenen veel langer op te sluiten dan wettelijk voorzien.
Etxerat klaagt aan dat vandaag 170 gevangenen in de cel blijven, onder de meest verschrikkelijke omstandigheden, ondanks het feit dat ze 2/3 of 3/4 van hun straf hebben uitgezeten.
De betrokken gevangenen weigeren hun politieke projecten (vrijheid van gedachte en mening) af te zweren. En aangezien de beide regeringen er niet in geslaagd zijn hen via politieke weg te overtuigen, grijpen ze terug naar de meest onmenselijke maatregel: fysische en psychologische verwoesting, door middel van onwettige levenslange opsluiting (tot ze wegrotten in hun cel). Ook de familie, die hier niets mee te maken heeft, wordt daardoor verder gestraft.
Una lengua no se pierde porque no la aprenden aquellos que la desconocen sino porque no la hablan quienes la conocen.
Een taal gaat niet verloren omdat degenen die ze niet kennen, ze niet leren, maar omdat zij die ze wel kennen, ze niet spreken.
De schrijver, poëet en musicus Joxean Artze Agirre werd geboren in Usurbil (Gipuzkoa) op 6 april 1939. Hij is één van de meest markante hedendaagse Baskische woordkunstenaars.
In 1966 was hij één van de medeoprichters van de culturele beweging Ez Dok Amairu. Deze beweging werd opgericht door Jorge Oteiza en groepeerde onder andere, de broers Artze, Jose Angel Irigarai, Xabier Lete, Julen Lekuona, Mikel Laboa (*), Benito Lertxundi, Lourdes Iriondo (*) Hun doel was een nieuwe, Baskische artistieke vormgeving te brengen in een context van repressie tegenover de Basken en hun cultuur, onder de dictatuur van Franco.
Het prachtige gedicht: Txoria txori (*) van de hand van Joxean Artze Agirre heeft Mikel Laboa er toe aangezet om het op muziek te zetten.
TXORIA TXORI
Hegoak ebaki banizkio, nerea izanen zen, ez zuen aldeginen ; baina, honela, ez zen gehiago txoria izanen, eta nik... txoria nuen maite.
Als Frankrijk zich met Volksnationalisme gaat bemoeien 17 november 2006
Frankrijk wil ook wat olie op het vuur gooien en voegt zich bij de gerechtelijke acties tegen ETA. In de komende dagen en weken zullen Franse uitzonderingsrechtbanken een oordeel vellen over een twintigtal personen, verdacht lid te zijn van ETA.
Een speciale strafrechtbank zal vanaf vrijdag, 17 november 2006, de zaak Txernobil behandelen: een zulo (schuilplaats) die in juli 2002 ontmanteld werd in Rivière-Saas-et-Gourby (Landes). Op de beklaagdenbank zitten o.a. de twee laatst aangehouden leiders van het logistieke apparaat van ETA: Asier Oiartzabal Gazte, en Iñaki Esparza Ana.
De zulo werd tussen 1980 en 1982 in opdracht van Santiago Arróspide Sarasola 'Santi Potros' en Lasa Mitxelena 'Txikierdi' gebouwd. De mythische schuilplaats van 40m2 was een absoluut geheim en werd alleen bekendgemaakt aan toenmalige topleiders zoals: Pako Múgica Garmendia Pakito, José Mari Arregui ErostarbeFitipaldi, Achurra EgurolaPototo, Daniel Dergi, Juan Carlos Iglesias Chouzas Gadafi, Iñaki Gracia Arregui, Iñaki de Rentería.
Een zulo is een ondergrondse schuilplaats, die zowel dienst doet als opslagplaats of om ontvoerden (*) in onder te brengen.
Begin december wordt dan de Zaak van de Advocaten geopend. Een nieuwe Zaak waarbij advocaten als Unai Larraz Berges en Itziar Larraz Mozo, betrokken zijn. Allen verdedigers van Etarras. Zij worden ervan beschuldigd als koerier gefungeerd te hebben tussen gevangenen in diverse gevangenissen en het thuisfront. De documenten handelden over een mogelijke oproep van een groep Etarras, onder leiding van 'Pakito', om de wapens neer te leggen.
Merkwaardig is dat er zich onder de beklaagden ook Bernardo Fidel Erbina bevindt. Hij heeft de gezegende leeftijd van 81 jaar! Behoorlijkoud voor een ETA-lid!
Al vóór het ontstaan van de Baskische Onafhankelijkheidsbeweging, ETA, waren er priesters betrokken in de bevrijdingsstrijd van Euskal Herria. In mei 1960 schreven 339 priesters een brief aan de bisschoppen van de 4 Baskische diocesen waarin ze wezen op de kloof die bestond tussen de Kerk en de gelovigen en waarin ze het Regime totalitair, dictatoriaal en onmenselijk noemden. Speciaal wezen ze op de vervolging van etnische, taalkundige en sociale karakteristieken die God, ons Basken gaf. Ondanks aandringen kwam er geen antwoord. Daarop werd de brief verspreid onder de internationale pers. Toen kwam er snel een antwoord: alle ondertekenaars werden beschuldigd van ongehoorzaamheid, rebellie en inmenging in de politiek. Allen werden ze binnen een periode van enkele maanden verplaatst naar een andere parochie.
Daarop begonnen de priesters zich via hun preken rechtstreeks tot te de bevolking te wenden. Prompt volgde er preekverbod en de Bisschop van Bilbao, D. Pablo Gúrpide Beope, ging zelfs zó ver de preken zelf te schrijven en naar de parochies te sturen! Die priesters die afhingen van een Orde, weigerden de tekst voor te lezen en kort nadien deden dit ook de priesters die wel van het Bisdom afhingen. Er werden geldboetes opgelegd maar die werden niet betaald. Toen daarop de lonen geschrapt werden, dienden vele priester als arbeider hun kost te verdienen. De democratisering die door het Tweede Vaticaans Concilie was afgekondigd, verschafte de priesters moed.
In de beginfase van ETA zouden de eerste orders via de biechtstoel zijn doorgegeven omdat bij een eerdere poging veel jongeren opgepakt waren.
Het eerste deel van de 5de Assemblee van ETA in 1966 vond plaats in het parochiehuis van Gaztelu. ETA-militant Doronsora(later doodstraf in het Burgosproces) was er parochiepriester.
Bij het tweede deel, in de Goede Week van 1967, lieten de 50 Etarras zich als cursisten inschrijven in het retraitehuis van Getaria. Priesters kwamen regelmatig in conflict met het Spaanse Nationaalkatholicisme. Na de dood van Xabi Etxebarrieta (eerste ETA-dode) stormden 30 met machinegeweren bewapende Guardia Civiles zonder bisschoppelijke toestemming het Benedictijnenklooster van Lazkao binnen. De politiechef noemde de paters broekschijters, stinkende bokken en lafaards.
In november 1968 bereikte de Beweging een nieuw hoogtepunt. 60 priesters uit Bizkaia legden het werk neer, schreven een brief naar de Paus en zijn nuntius en sloten zich op in het priesterseminarie van Derio. Hun actie was gericht tegen de kerkelijke hiërarchie. In hun brief vroegen ze: Een Kerk die arm was met het vernederde en uitgebuite Volk, vrij van dienstbetoon aan macht en geld, dynamisch meebetrokken bij de weg van ons Volk, eigen aan de binnen het Volk geboren priesters en volledig geworteld in de Baskische arbeidersgemeenschap.
De Bisschop riep daarop de politie erbij en die omsingelde met 110 manschappen het seminariegebouw om zo de priesters (vergeefs) tot de aftocht te dwingen. Het protest nam de volgende dagen uitbreiding tot op de theologische faculteit van de Jezuïetenuniversiteit van Deusto (Bilbo) . In een brief aan de Nuntius protesteerden 516 van de 910 priesters van het diocees Bilbao tegen het bisschoppelijke optreden. Het overlijden van Bisschop Gúrpide op 18 november 1968 verhinderde de priesters niet hun actie verder te zetten. De nieuwe bisschop, Zirarda, trok de bedreiging van het suspenderen van de priesters in en bereikte dat de 60 priesters op 29 november, na 25 dagen het seminarie verlieten. Zirarda zocht een neutrale tussenweg tussen de Regering en het Baskische Volk. Hij bezorgde zich zijn eerste vijanden toen bij een aanhoudingsgolf tegen ETA, in april 1969, ook Generaal Vicaris, Urbieta, en verder nog 15 priesters opgepakt werden. De bisschop probeerde de Vicaris vrij te krijgen, maar had geen woord over voor de 15 priesters. ETA noemde hij Terroristen van een minderheid, rijk aan middelen, en hij bekritiseerde zijn priesters die waarschijnlijk hun opdracht gemist hadden. Op 30 mei 1969 gingen vijf priesters in hongerstaking in het bisschoppelijke paleis om te protesteren tegen de uitzonderingtoestand en tegen de folteringen. Op 10 juni 1969 werden de 5 hongerstakende priesters tot samen 54 jaar en 2 dagen gevangenis veroordeeld. Daarop verklaarden 30 andere priesters zich solidair met het vijftal. In hetzelfde jaar kwamen in Burgos 7 priesters voor de Krijgsraad in drie verdere militaire processen. Ze kregen eveneens 54 jaar.
In de jaren 70 was er een duidelijke kentering en Bisschop Añoveros van Bilbao ontliep ei zo na de cel. Later kregen we de Bisschop van Donostia-San Sebastián, Monseñor Setién en ook zijn opvolger Uriarte. Beiden deden al het mogelijke om de ETA-top tot een staakt het vuren te bewegen.
De obsessie van de manipulators van El Mundo
De Spaanse pers wil steeds aantonen dat de Baskische Kerk relaties heeft met ETA. In een onderzoek van El Mundo TV moest dat duidelijk worden. Ze gingen hiervoor met verborgen camera binnen bij Bisschop Setién, voormalig Deken van Irún, bij Trebiño en bij Mikel Epalza, proost van de Baskische vissers in Bayonne. Hun programma noemden ze In de naam van de Vader.
De openingzin: Tussen de jongens van ETA zitten soms fantastische kerels, zette onmiddellijk de toon. Het is geen uitspraak van de terroristische bende, noch een familielid of een lid van Batasuna of van organisaties die de gewelddadige acties beschermen of steunen. Dit zei een priester. Het gaat om Mikel Epalza, de parochiepriester van Sokoa, een gemeente in het zuiden van Frankrijk, dat altijd al een vrijplaats was voor ETA-leden die uit ons land waren weggevlucht.
Monseigneur Setién van Donostia veroordeelde steeds het geweld aan beide zijden, maar dat is één kant teveel! Nu komt hij op voor de slachtoffers van het geweld aan beide zijden. Hij klaagt ook over de Spaanse aartsbisschop van Toledo die doet alsof onafhankelijkheid eisen voor Baskenland een zonde is.
El Mundo haalt dan nog oude koeien uit de gracht, de deken van Irún, José Ramón Treviño, die in maart 1992 werd gearresteerd omdat hij het jaar voordien 2 leden van het ETA-Commando Mugarri, Iñaki Rekarte en Luis Angel Galarze, onderdak had verschaft in de kerk van Artega, waar hij parochiepriester was. Hij werd door de Audiencia Nacional tot drie jaar veroordeeld en deze straf werd later door het Hooggerechtshof verhoogd tot zes jaar. Nu verwijt El Mundo de Kerk en meer bepaald Bisschop Setién dat hij Treviño steeds de hand boven het hoofd hield en hem nooit uit de Kerk zette! Het ergste verwijt aan de Kerk is wel dat Treviño nu in Donostia gedelegeerde voor Caritas is!
De doodsteek krijgt Setién als hij antwoordt op de vraag van El Mundo of de Baskische Kerk vergiffenis moet vragen aan de slachtoffers: De (Spaanse) Kerk steunde de staatsgreep van Franco (die aan de basis lag van de Burgeroorlog en de daaropvolgende dictatuur) en de Kerk heeft ons nooit vergiffenis gevraagd voor het terroristische geweld dat erop volgde.
España Sol, Sangria y Tortura Zon, Sangria en Foltering
Amnesty International heeft op 14 november 2007 te Madrid een rapport voorgesteld onder de titel: Sal en la herida: La impunidad efectiva de agentes de policía en casos de tortura y otros malos tratos" (Zout in de wonde: De effectieve willekeur van politieagenten in gevallen van foltering en andere mishandelingen). De organisatie waarschuwt de regering dat ze dringend maatregelen moet nemen om folteringen en mishandelingen aan banden te leggen. Dit rapport is het zoveelste uit een hele rij.
De directeur van AI, Esteban Beltrán, onderstreepte dat de mensonterende gevallen van foltering en mishandeling zich over het gehele grondgebied van Spanje uitstrekken, dat het geen alleenstaande gevallen zijn en dat zowel de Policía Nacional, de Guardia Civil, de Policía Local, de Mossos d'Esquadra en de Ertzaintza zich hieraan te buiten gaan. Dit is te wijten aan de gebrekkige structuur van voorlopige hechtenis, ondervragingen en straf. Vooral de incomunicado-detentie of de totale afzondering, tot 5 en meer dagen, van verdachten (geen beschuldigden) is wraakroepend.
AI vraagt dringend dat Spanje ophoudt met het systematisch ontkennen van die gruwelijke feiten, omdat dit nog tot meer willekeur aanleiding geeft. Het gebrek aan politieke moed om kom af te maken met dit uitgebreide foltersysteem, veroorzaakt nog meer schendingen van de mensenrechten, aldus Rachel Taylor, die onderzoeken leidde van AI in de Spaanse staat.
Taylor gaat nog verder: De ondervragingen worden niet op band opgenomen. Waarom? Er zijn geen cameras in de verhoorkamers. Waarom? Er is een groot gebrek aan onafhankelijk onderzoek of er is totaal geen onderzoek. Waarom? De ondervragers zijn partijdig. Waarom? De rapporten van de dokters die gefolterden onderzochten, zijn onvolledig of vals. Waarom? De ordehandhavers gebruiken intimidatie. Waarom? Als er dan toch eens een geval niet weg te moffelen valt, gaan de daders vrijuit. Waarom?
Spanje moet de aanbevelingen van de internationale organisaties naleven. Spanje moet direct een einde stellen aan die feiten. De Spaanse overheid heeft wettelijke internationale verplichtingen van preventie, onderzoek en sanctionering.
Waar zijn de brulboeien nu, hoofdzakelijk van de Partido Popular, die altijd beweerd hebben dat ETA opdracht gegeven had om foltering te fingeren?
Commissie voor Juridische Kwesties en Mensenrechten Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa
Op 12 november 2007 werd in een rapport van de Raad van Europa, opgesteld door de Zwitser Dick Marty, bekendgemaakt dat het opstellen van zwarte lijsten i.v.m. het internationale terrorisme door de Europese Unie en de UNO-Veiligheidsraad totaal ongeloofwaardig is. De Raad vraagt dan ook meer garanties wat de verdediging van de geaffecteerden betreft. Op die lijsten staan nu een 20-tal Baskische burgers en diverse groeperingen (KAS, Ekin, Xaki, Jarrai, Haika, Segi, Gestoras Pro-Amnistia en Batasuna) die volgens het genie van Garzón, maar zonder harde bewijzen, banden zouden hebben met ETA.
Aznar was er als de kippen bij toen Bush na de aanslagen van 9/11 om die zwarte lijsten vroeg. Aznar zag zijn kans schoon om definitief af te rekenen met het Baskisch Nationalisme door naar eigen believen de lijsten aan te vullen.
Dick Marty klaagt aan: Deze lijsten, totaal eigenmachtig en zonder enige geloofwaardigheid opgesteld, worden in tijden van crisis misbruikt omdat dan blijkbaar alles toegelaten is. De lijsten moeten in de tijd beperkt worden, want zelfs als iemand vrijgesproken wordt, blijft hij op de lijst staan. Er is geen verhaal tegen. Het is choquerend te moeten vaststellen dat internationale organisatie (EU en UNO), die de vrede, de tolerantie en de rechtvaardigheid moeten garanderen, middelen gebruiken (zwarte lijsten) die tegen de fundamentele rechten van de mens ingaan en die de individuele vrijheden beperken.
Provisional draft report on UN Security Council and European Union blacklists:
Twee jaar geleden kwam de radicale partij Batasuna met een verregaand vredesvoorstel:
ORAIN HERRIA, ORAIN BAKEA Nu het volk, nu de vrede
Op 14.11.2004 kwam de (verboden) radicale partij, Batasuna, in de velodroom Anoeta van Donostia met een voorstel (*) dat als enig doel had: Het Conflict op te lossen. Er kwamen 15.000 personen opdagen, in feite allemaal illegalen! Arnaldo Otegi voerde het woord en daar doorheen klonk de slagzin:
Vrede stichten is moeilijker dan oorlog voeren!
Op de eerste plaats werden de politieke, sociale en syndicale vertegenwoordigers aangesproken om met hen de weg uit te stippelen, om vanuit de huidige toestand naar een realiteit te gaan waarin het mogelijk zal zijn dat Basken onder elkaar op een pacifistische en democratische wijze over de eigen toekomst kunnen beslissen.
De tweede ruimte om te onderhandelen was die tussen de gewapende organisatie, ETA en de regeringen van beide betrokken Staten, Frankrijk en Spanje. Het conflict zou zodoende gedemilitariseerd worden.
In een communiqué, zoals gewoonlijk verstuurd naar de krant Gara, op 13 november 2005, schuift ETA de schuld van de dood van Kotto Altzuguren (* die verhangen werd aangetroffen in een Spaanse gevangenis) in de schoenen van de uitroeiingpolitiek van de autoriteiten van Spanje en Frankrijk tegen de gegijzelde Baskische burgers. Ze hebben Kotto vermoord, en de oorzaak van zijn dood ligt bij de gevangenenpolitiek die door de PSOE werd opgestart. Het zijn zij die de Baskische politieke gevangenen als chantage-instrument gebruiken die de dood van Kotto op hun geweten hebben. De politieke verantwoordelijken zitten in La Moncloa (Madrid) en Matignon (Parijs), maar ook in de salons van Ajuria-Enea (ambtswoning van de Baskische Lehendakari) die door hun stilzwijgen complice (medeplichtig) zijn omdat ze de andere kant opkijken. Hoewel de waardigheid en de strijd van het collectief van politieke gevangenen al lang geleden voor de mislukking van de gevangenenspreiding zorgde, blijft de politiek van wraak toch gehandhaafd. Onder de politici-cipiers noemt ETA in het bijzonder Mercedes Gallizo bij naam, de verantwoordelijke voor de Penitentiaire Instellingen.
Proces gebaseerd op verklaringen van arrestanten, geuit in commissariaten waarin niet gefolterd wordt
Op 12 november 2005 klaagt De Pro-Amnestiebeweging van Navarra aan dat op 15 november 12 bewoners van Iruñea en omgeving zullen terechtstaan voor het Hooggerechtshof, enkel en alleen op basis van verklaringen die afgelegd werden door personen die in het vermaarde incomunicado-regime (*) zaten en die na afloop aanklaagden, gefolterd te zijn geweest!
Jorge Olaitz, klaagde aan gedurende 4 dagen in de kelders van de Guardia Civil in isolement gezeten te hebben en daar op een dergelijke manier werd tussen gepakt, dat hij de namen van zijn maats had genoemd om onder de foltering uit te komen. Ze worden nu allemaal beschuldigd van collaboratie met (een) gewapende bende.
Terwijl langs allerlei kanten geprobeerd wordt om tot een vredesverdrag te komen, kiest een politiek tribunaal de andere richting en op die manier voor de oorlogsstrategie die sinds de Franco-dictatuur van kracht is.
Volgens de Spaanse pers (in handen van mensen die het vredesproces met alle middelen willen verhinderen) kwam het in Donostia en in Bilbao tot zware rellen toen de Ertzaintza de manifestaties wilden beletten, zoals magistraat Baltasar Garzón uit Madrid bevolen had. In het oude stadsdeel van Bilbao waren de incidenten zelfs zó zwaar dat er 2 (twee!) manifestanten werden opgepakt. De eerste had een spray gespoten naar een agent van de stadspolitie, terwijl een andere benzine naar een municipal had gegooid (?). Municipales zijn plaatselijke stadspolitiemannen waarmee je samen aan de toog staat (meestal als ze vrij zijn.) Ze lopen dus normalerwijze geen enkel risico. Na de manifestatie maakten een aantal jongeren van de gelegenheid gebruik om wat straatcontainers om te kieperen en in brand te steken! (Indien dit in Baskenland gebeurt dan wordt dit meteen in verband gebracht met straatgeweld of Kale Borroka, en dus terrorisme). De relletjes concentreerden zich ditmaal op de Plaza Unamuno.
De verdraaide feiten
El Correo Digital, de digitale versie van de plaatselijke krant El Correo Español begon meteen een hetze in de meest hatelijke bewoordingen: Het straatgeweld toonde gisteren in Bilbao zijn meest gruwelijke gezicht bij een actie van het meest meedogenloze straatterrorisme dat het leven van een stadspolitieman in gevaar bracht. Een tiental gemaskerden overgoten de agent met benzine met de bedoeling hem in brand te steken.
De werkelijke feiten
Minstens 8 ooggetuigen kwamen met een héél ander verhaal: Een gemeentepolitieagent trachtte een jongere te beletten om een container met benzine te besprenkelen, en in het handgemeen, kon je duidelijk zien dat er benzine gemorst werd op de agent. Er was dus op geen enkel ogenblik sprake van enig opzet.
Op 10 november 2000 mislukt een aanslag op twee journalisten: Aurora Intxausti van El País en Juan Paloma van Antena 3. Meteen worden alle registers opengetrokken en de hoofdverdachte is een paar seconden later al gekend: Pepe Rei, verantwoordelijk uitgever van het tijdschrift Ardi Beltza.
In een vorig nummer van zijn tijdschrift had Pepe Rei, onder de titel: Journalisten, Een Handeltje in Leugens, onder andere ook deze twee journalisten er van langs gegeven, wegens niet objectief. De Spaanse Regering maant nu het Gerecht aan (Scheiding van machten?) op te treden tegen Rei, omdat hij op die manier de slachtoffers aanwijst als doelwit voor ETA. Niemand die zich afvraagt, hoe het komt dat andere journalisten (ook beschuldigd) niet geviseerd worden. Pepe Rei is Baskisch nationalist!
Op 8 november 2001 wordt in Algorta-Getxo (Bilbao) de magistraat José María Lidón, van het Gerechtshof van Vizcaya, door twee gemaskerde mannen doodgeschoten.
Na de begrafenis stapten duizenden op door het stadje om te protesteren tegen de aanslag.
Tijdens de begrafenisplechtigheid, op 9 november 2001, was Regeringspresident José María Aznar niet aanwezig. Zijn vliegtuig zou rechtsomkeer gemaakt hebben en hij haalt motieven van protocol en veiligheid als reden aan.
Er zou echter vooraan in de kerk geen voorbehouden plaats zijn geweest, en de familie had cameras tijdens de plechtigheid geweigerd.
Later zal de zus van de vermoorde magistraat verklaren dat Aznar een voorbehouden plaats vooraan in de kerk zou geëist hebben.
Javier Madrazo, coördinator van IU-EB zegt het duidelijker: Aznar bleef afwezig, omdat de politieke en electorale rentabiliteit, die hij steeds wil verkrijgen, niet gegarandeerd was. Aznar toonde zijn hoogmoed en zijn politieke verwaandheid en zijn lage graad van menselijkheid door de familie niet te willen vergezellen onder dezelfde condities als alle andere Baskische politieke en sociale vertegenwoordigers.
Wet op de teruggave van in beslag genomen goederen
De bedoeling was de Ley de Restitución a los Partidos Políticos por los Bienes Incautados entre 1936 y 1939 uit te breiden en te versoepelen. Die wet regelt de teruggave van goederen en gelden, die tijdens de Guerra Civil in beslag genomen werden (diefstal door de Franquisten).
De PSOE, Spaanse socialisten en zichzelf strijders noemend voor rechtvaardigheid, hebben van de bespreking in de Comisión Constitucional (parlementaire commissie voor de grondwet) op 6 november 2007 misbruik gemaakt om de heksenjacht tegen de EAE-ANV (Baskische nationalistische partij) nog op te drijven. Zij dienden een amendement in waarin staat dat van teruggave of compensatie geen sprake kan zijn, als de politieke partij in kwestie verboden, ontbonden of in juridische termen geschorst is. Zelfs als er aanwijzingen zijn dat de partij zou kunnen verboden worden, of als bij de laatste verkiezingen kandidaturen geschrapt werden van de lijst, gaat de teruggave of compensatie niet door! (Het ANV verkeert in dat geval: 70 jaar lang een democratische partij en plotsklaps nier meer!)
Op maandag, 12 november 2007, wordt hierover in de Kamer gestemd en nadien zorgt de Senaat voor het definitieve oordeel.
Het Tribunal Supremo erkende in 1998 het recht op schadeloosstelling ten voordele van ANV. Er werd toen al onrecht aangedaan aan ANV. Het tribunaal voorzag een schadeloosstelling van 700.000 euros (voor een gebouw in Barakaldo en een paar bankrekeningen). Maar in de jaren 30 beschikte de ANV over ongeveer 80 lokalen. Met de socialisten (eigen solidariteit eerst) dreigt de ANV nu alles te verliezen.
Op 7 november 2000 worden Ainara Esteranz Cruz, Nerea Garro Pérez, Asier Urretavizcaya Merino, Víctor Goñi Martín en Alicia Yagüe gearresteerd te Madrid.
Victor Goñi laat zijn aanklacht van foltering gedurende de vijf dagen die hij doorbracht in handen van de Spaanse politie na zijn arrestatie van 7 november 2000 ratificeren, en verzekert dat hij in staat is 16 verantwoordelijke politiemannen te identificeren. Vanaf het ogenblik dat hij in de auto gesleept was, waren de slagen constant, op de rug en in de maag, trekken aan de haren en slagen met de palm van de hand op de oren. Tijdens vele ondervragingsessies was Victor Goñi volkomen naakt. Hij moest een erg moeilijke houding blijven aanhouden, terwijl hij voortdurend geslagen werd. Ook werd op een plek tussen de testikels en de anus gedrukt wat een vreselijke pijn veroorzaakte. Met de wreef kreeg hij trappen tegen de testikels. Bovendien dreigden ze hem naar een afgelegen plek te brengen waar ze hem een kogel door het hoofd zouden schieten. Indien hij niet zou verklaren wat zij wilden, zouden ze zijn vriendin verkrachten (die intussen eveneens gearresteerd was.) Hij hoorde het gesnik van zijn vriendin en toen hij in de gevangenis zat meende hij dit nog steeds te horen. Eén van de politiemannen die hem arresteerden, had hij daarna, op twee verschillende dagen, op tv gezien bij de arrestatie van Harriet Iragi en Jon Solana, terwijl andere agenten op andere dagen door het beeld liepen. Verder verklaarde hij dat de arts van dienst niet de verwondingen vaststelde, doch enkel de bloeddruk kwamen meten.