Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
08-11-2008
Risico's spreiden
Internationale structuren van ETA 8 november 2003
De krant ABC van 8 november 2003 maakt gewag van de "internationale structuren" van ETA. De terroristische organisatie zou dit doen om de risicos te spreiden. Ons land en Nederland zouden als doorvluchthaven, richting Zuid Amerika, dienst doen. Verder wordt er internationale solidariteit gezocht.
Ons land wordt "één der voornaamste transitlanden voor militanten op de vlucht naar Zuid-Amerika" genoemd. "Hier bestaat er un grupo nationalista flamenco, Volksunie (Pueblo Unido)." El interés de la banda terrorista en otros países comunitarios también se ha constado en Bélgica, considerado uno de los principales lugares de tránsito de militantes refugiados en Sudamérica. En este país radica un grupo nacionalista flamenco llamado "Volksunie" (Pueblo Unido) entre cuyos miembros existen contactos con el entorno de la banda.
In Nederland is er een jongerenorganisatie die beschouwd wordt als een opvolger van de (in Baskenland) verboden beweging "Segi", die in Amsterdam protestacties op touw zet tegen de uitlevering van de vermeende medewerker van het "ETA-commando-Barcelona" dat de uitwijzing van Juan Ramón Rodríguez Fernández, alias Marc. Zie hiervoor de voortreffelijk geïnformeerde website www.baskinfo.org.
Verder worden er nog twee Duitse, een Italiaanse, een Engelse en één "separatistische" organisatie uit Sardinië genoemd waarbij enkel de Duitse organisaties als "extreem links" worden genoemd en in verband gebracht met "terroristische aanslagen uit de jaren 90".
Iker Arzelus, eerder in de week in Bilbao gearresteerd, werd op 7 november 2004 door rechter Teresa Palacios naar de gevangenis van Soto del Real verwezen. Hij legde voor de onderzoeksrechter niet de verklaring af die hij van de Guardia Civil, naar gewoonte, letterlijk van buiten moest leren, maar hij verklaarde wél dat de Garde Civil hem de plastic zak ("la bolsa") over het hoofd had getrokken (tot tegen de verstikking), dat hij "la bañera" te verduren had gekregen, de onderdompeling in een "bad" (vol uitwerpselen), dat hij de elektroden kreeg aangebracht aan de testikels en dat hij, met tape ingepakt in schuimrubber, voortdurend geslagen werd. Het schuimrubber moest dienen om te vermijden dat sporen van de slagen op het lichaam achterblijven, maar moest er eveneens voor zorgen dat het slachtoffer denkt te gaan stikken. Om dat gevoel te versterken worden tussen het naakte lichaam en het schuimrubber zakjes water bevestigd. Die moeten het ademen bemoeilijken. Wie dit doorstaat kán bijna niet schuldig zijn
(Eerder dit jaar werden 4 jongeren uit Pamplona vrijgelaten hoewel ze zichzelf ten gevolge van de folteringen beschuldigd hadden van moord. Tot bleek dat al iemand anders lang voordien in Frankrijk de aanslag bekend had!)
In een communiqué, verstuurd aan de kranten Gara en Berria, dreigt ETA met nog meer aanslagen. Na een overzicht te hebben gegeven van de laatste aanslagen en opeising ervan, verklaren zij dat ze zullen doorgaan met het verzet zolang de rechten van Euskal Herria niet zijn erkend: Wij zullen niet met de armen gekruist blijven toekijken naar de brutale en alomtegenwoordige terroristische aanvallen van de Spaanse staat op Euskal Herria.
Met een ongekende volharding heeft de Spaanse Justitie gedurende jaren gezocht om Batasunavolksvertegenwoordiger en ex-ETA-leider, José Urrutikoetxea Bengoetxea, "Josu Ternera" in één of ander vooronderzoek te kunnen onderbrengen en hem op die manier tóch nog achter de tralies te krijgen.
Op 6 november 2002 heeft een Rechter hem opgeroepen te komen getuigen op beschuldiging van deelname aan de aanslag op de Guardia Civil in Zaragoza op 11 september 1987, méér dan 15 jaar geleden en waarbij 11 personen, onder wie 5 kinderen, het leven verloren.
Josu Ternera laat via een open brief aan Gara weten niet deel te willen nemen aan een "farceproces" dat al jaren loopt: "Ze hebben me willen criminaliseren via een eerbetoon die mij na mijn vrijlating te beurt viel in mijn dorp Ugao-Miraballes, en hebben dit aangegrepen als verheerlijking van het terrorisme.In Spanje is er geen democratie en de opvolgers van Franco tonen duidelijk op welke manier ze het probleem willen oplossen: criminalisering, arrestaties, foltering, vermeende processen, gevangenis en verspreiding van gevangenen. Mijn zaak staat niet alleen."
Urrutikoetxea werd op 11 januari 1989 in Baiona gearresteerd en zat in de cel tot 4 mei 1996 toen hij aan Spanje werd uitgeleverd. Tot 14 januari 2000 verbleef hij dan nog in Spaanse cellen. Toen verklaarde de rechtbank dat de gevangenisstraf die hij in Frankrijk uitzat ook de beschuldigingen omvatte van lidmaatschap van ETA die in Spanje geformuleerd werden, en moesten hem wel vrijlaten, wegens "Non bis in idem" (Je kunt niet tweemaal veroordeeld worden voor dezelfde feiten).
Kort daarop werd Josu Ternera verkozen in het Baskisch Parlement en het kwam in Spanje hard aan toen Batasuna hem afvaardigde in de Commissie Mensenrechten van dit parlement.
De Magistraat van het Hooggerecht, Soriano, beveelt José Antonio Urrutikoetxea op te sporen zodat hij op 13 november kan getuigen.
Als na een tijd blijkt dat Urrutikoetxea onvindbaar blijkt te zijn, wordt onderzocht of zijn parlementaire wedde niet kan ingehouden worden.
Op 5 november 1990 overleed Joseba Elosegi. Elosegi vocht in de Spaanse Burgeroorlog als "Gudari", Baskisch strijder, en was, intussen kapitein geworden, ooggetuige van het bombardement op Gernika. In 1937 werd hij in de buurt van Santander gearresteerd en ter dood veroordeeld, maar dank zij een gevangenenruil kwam hij vrij. Elosegi trok opnieuw naar het front in Catalunya tot hij, bij de val van Barcelona, naar Frankrijk moest vluchten. Daar sloot hij zich aan bij het verzet "red de mugalaris", netwerk van mugalaris, om in 1940 door de Nazi's gearresteerd te worden. Korte tijd later leefde hij clandestien in zijn geboortestad, waar hij op 18 juli 1946, de verjaardag van "El Alzamiento", gearresteerd werd, nadat hij een Ikurriña in de top van de kathedraal El Buen Pastor gehesen had. Hij werd voor deze daad 6 maanden lang opgesloten in de gevangenis van Ondarreta, waar hij in 1950 opnieuw "gastvrijheid" genoot.
In 1970 werd in San Sebastián het 6de Wereldkampioenschap Pelota gespeeld, in het Fronton Anoeta in Donostia en in de aanwezigheid van Generalissimo Francisco Franco Bahamonde. Elosegi wilde zichzelf in brand steken en dan Franco omhelzen, om hem zo met het vuur van Gernika in contact te brengen. Hij kon echter niet bij de Spaanse dictator komen, en stak zich dan maar in brand op de tribune van de eerste verdieping, waarna hij van 7 meter naar beneden sprong. Met de kreet "Gora Euskadi Askatuta" (Leve Vrij Baskenland) kwam hij brandend terecht vóór de voeten van de dictator, die hem geen blik gunde. Voor deze daad werd hij tot 7 jaar veroordeeld wegens "belediging van het staatshoofd". Hij zat drie jaar uit in Carabanchel, het toenmalige Spaanse "San Quentin". In het boek "Quiero morir por algo" (Ik wil ergens voor sterven) beschrijft hij op pakkende wijze de periode kort vóór zijn protestactie.
Sinds 1976 was hij één der notabelen in de Gestoras pro-Amnistía, maar na een jaar stapte hij uit de organisatie. Tussen 1979 en 1982 zetelde hij voor de PNV in de Spaanse Cortes. Bij de scheiding in de partij was hij één der eersten om, samen met de Lehendakari, Carlos Garaikoetxea over te stappen naar het nieuw opgerichte EA.
Later zou Elosegi in Madrid, in het bijzijn van de cameras, een Ikurriña stelen omdat hij niet wilde dat die vlag wapperde naast de Spaanse kleuren.
In de ochtendeditie (04.11.2006) van de krant Gara staat te lezen:
"ETA stelt de crisis vast in het vredesproces en kondigt een nieuwe inspanning aan"
Eind oktober 2006 verscheen het laatste ondergrondse nummer Zutabe nr. 111. Zutabe is een ETA-propagandatijdschrift dat op zeer onregelmatige tijdstippen verschijnt. Beter dan over "goed en slecht nieuws", kan er gesproken worden over "hoop en vrees".
Het slechte nieuw is dat de onafhankelijkheidsbeweging (terecht) meent dat er nu genoeg kostbare tijd verloren ging zonder het geringste resultaat. Integendeel, de agressie tegen het Baskische volk blijft in alle hevigheid voortwoekeren. De organisatie zegt klaar en duidelijk zich niet tevreden te stellen met "pseudo-oplossingen".
Het goede nieuws is dat "Euskadi Ta Askatasuna", ETA, aankondigt een nieuwe inspanning te willen leveren om uit de blokkering- en crisisfase te komen.
Maar ETA koppelt aan de vernieuwde inspanning twee voorwaarden:
de regering moet het compromis naleven waarin zij beloofd heeft de repressie en de aanvallen te laten varen
en ten tweede moet zij zich ondubbelzinnig uitspreken over het respecteren van het resultaat van het proces en de wil van het Baskische Volk respecteren
"Wij zijn vastberaden in onze overtuiging, om een democratische uitweg te zoeken voor het conflict op basis van onderhandelingen. Maar, met diezelfde vastberadenheid verklaren wij ook dat ETA nooit zal aanvaarden dat de Spaanse regering het proces tactisch misbruikt om Euskal Herria met een nieuw bedrog op te schepen of om de verdrukking van ons volk te handhaven. Als de aanvallen op Euskal Herria blijven voortduren, zal ETA antwoorden".
Wat vooraf ging:
De radicale Baskische krant Gara komt op 10 juli 2006 met een bericht op de voorpagina waarin ze in hoofdletters aankondigt:
Spaanse regering en ETA sloten in februari 2006 een akkoord af met compromissen en garanties.
De Regering Zapatero deed daarbij de toezegging de beslissingen te respecteren die de burgers uit de provincies Araba, Bizkaia, Gipuzkoa en Nafarroa (Navarra) zouden nemen via een referendum dat over hun toekomst zou handelen. ETA van haar kant zou geen acties ondernemen tegen personen en eigendommen, noch zich bevoorraden met wapens of explosieven. Om tot dit akkoord te komen was er gepraat van juni 2005 tot februari 2006. Dit akkoord zou uitlopen in de afkondiging van het staakt-het-vuren door de Organisatie op 22 maart.
Ook zou er in het akkoord staan dat er geen arrestaties zouden verricht worden, niet door de Ertzaintza, niet door de Spaanse, noch door de Franse politie! (na het staakt-het-vuren werden er 35 personen opgepakt, waarvan er 23 in isolatie terecht kwamen!). Ook zou de aanwezigheid en de druk van de politie verminderen. (Ook hier was weinig van te merken.)
Op 3 november 2002 verliet Sergio Fernández Arauri "Regu" uit Vitoria-Gasteiz de gevangenis van Logroño nadat hij zijn straf volledig had uitgezeten. Nét geen vier jaar. Op 10 november 1998 werd Regu door de Ertzaintza gearresteerd wegens "ordeverstoring".
In de gevangenis van Langraitz in Baskenland kwam Regu op 24 december 1999, tijdens een voetbalwedstrijd onder gevangenen, in botsing met een lotgenoot die hem meteen na het voorval vertelde dat hij HIV-positief was. Regu ging dit melden bij de medische dienst, maar er werd geen enkele voorzorgsmaatregel genomen. Op 6 juni 2000 kwam dan het dramatisch medisch bericht: Regu was HIV-positief! Maar artikel 92 van de Strafwet, voortijdige vrijlating wegens "een chronische, zware en ongeneselijke ziekte", werd op hem niet toegepast. Regu was immers een politieke gevangene, erger nog, een Baskische politieke gevangene.
Buiten de muren zorgden een zestigtal familieleden en vrienden voor een warm gevoel. Op de terugweg naar huis volgde het obligate afscheidsgeschenk van de Guardia Civil: een controle van de hele karavaan, op drie wagens na.
Regu bedankte iedereen die voor hem en zijn lotgenoten op straat was gekomen. Ook voor de Spaanse democraten had hij nog een woordje: "Zij hebben de mond vol over democratie en mensenrechten maar ze passen niet eens hun eigen wetten toe."
Het rioolgehalte van de Spaanse regimekranten is voldoende bekend, en toch kan je van de ene op de andere dag verbijsterd staan toekijken hoe één van die intoxicatiekranten weer een hoofdvogel heeft afgeschoten.
Bij een geactualiseerd bericht (15:12u) in het tijdschrift ÉPOCA las ik op 1 november 2008 het volgende: De pro-etarras hebben een nieuw project in het vizier: de voetbalclub Athletic de Bilbao. Een groep socios, met aan het hoofd Jone Goirizelaia, verdediger van Arnaldo Otegi en van de koepel van Batasuna, pretenderen hervormingen voor de club en eisen de betrokkenheid van de staf met Euskal Herria. Om dat mogelijk te maken hebben zij de steun van minstens 5% van de socios nodig. Wat voeren die afgevaardigden, met hun Abertzale ideologie, eigenlijk in hun schild? De huidige president, Fernando García Macua, verzet zich, maar hij is ondergeschikte van de eigenaar van de club, Javier Fernández, een stroman dus volgens de pro-etarras. Het tijdschrift onthult de namen van de spelers die het gedachtegoed van Izquierda Abertzale genegen zijn, o.a. Amorebieta, Garmendia en Tiko. Of dit ook strookt met de werkelijkheid laat ik in het midden, het is en blijft opstoken van een gemeenschap tegen een andere. Spanje heeft geen Centro El Blanco (een Centrum-Dewitte). Als dat wel het geval zou zijn, dan zouden zij hun handen vol hebben met politieke processen op het getouw te zetten.
Ramon Gil Ostoaga kwam op 8 oktober 2002 voorlopig vrij uit de gevangenis van Langraiz (Vitoria Gasteiz). Een dag later werd hij in zijn woonplaats, Legazpia, ontvangen. Van daaruit was hij in 1979 moeten vluchten. In 1994 werd hij door Frankrijk aan Spanje uitgeleverd en door het Hooggerechtshof tot 30 jaar veroordeeld, nadat al zijn straffen waren samengevoegd. De Rechter van Penitentiair Toezicht van Bilbao, Ruth Alonso, liet hem op 8 oktober vrij nadat hij 3/4de van zijn straf had uitgezeten. Zéér ongewoon voor een Baskische politieke gevangene.
Het Hooggerechtshof doet op 2 november 2002 verwoede pogingen om het Penitentiair Toezicht, en de daartoe behorende voorwaardelijke invrijheidstellingen, naar zich toetrekken, zodat het onmogelijk wordt dat een rechter een Etarra voorwaardelijk kan vrijlaten.
De Algemene Raad van de Rechterlijke Macht wil nu zelfs een onderzoek instellen naar de voorwaardelijke invrijheidstelling van Gil door rechter Ruth Alonso, nadat de Spaanse Regering haar ongenoegen had laten blijken.
De PNV spreekt van "een schending van de scheiding der machten", en neemt Ruth Alonso in bescherming en noemt haar "slachtoffer van de criminalisering".
Afkomstig uit Bera, Navarra, werd José Angel Altzuguren, Kotto, in 2001 veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf samen met zeven andere Basken. De aanklacht luidde: Vermoedelijk lid van het ETA-apparaat (el aparato de mugas de ETA)". De muga is de grenslijn tussen Spanje en Frankrijk. Mugalaris hielpen vluchtelingen ontsnappen tijdens de Burgeroorlog, tijdens WO II en nu helpen zij voortvluchtige Baskische nationalisten. Jose Angel Altzuguren was gedurende twee legislaturen gemeenteraadslid voor Herri Batasuna (1987-1991 en 1995-1999).
Hij klaagde de folteringen en pesterijen aan die hij onderging bij zijn incomunicadoverblijf (in afzondering) in de kelders van de Guardia Civil. Hij moest zijn straf uitzitten in de gevangenis van Navalcarnero, waar hij op 7 januari 2005, na bijna 4 jaar cel, in voorlopige vrijheid werd gesteld. Verbazing alom als hij op 22 oktober 2005, zonder voorafgaand bericht, opnieuw opgesloten werd in de gevangenis van Iruñea-Pamplona, en een week later versleept werd naar de gevangenis van Soria. Reden van de nieuwe opsluiting: de gevangenisstraf van 7 jaar moet volledig uitgezeten worden, ondanks zijn hulpbehoevendheid (hij was depressief en had medische hulp nodig). Het uitblijven van die medische hulp is hem fataal geworden op 31 oktober 2005. Hij had zich verhangen in zijn cel aan de pijpleidingen van de centrale verwarming.
José Angel Altzuguren, "Kotto", werd op 1 november 2005 door vele vrienden opgewacht bij zijn thuiskomst. Hij werd opgebaard in de raadzaal van het stadhuis van Bera (Vera de Bisassoa), waar hij twee termijnen als raadslid zetelde. Over zijn kist lagen de vlag van Navarra en de Baskische Ikurriña. Eerder op de dag hadden de radicale vrienden van Batasuna, Askatasuna en Etxerat verzamelen geblazen vóór de partijzetel van de Socialistische Partij van Navarra, waar na het voorlezen van een korte tekst in het Spaans en in het Baskisch, gedurende een twintigtal minuten slagzinnen tegen de gevangenenspreiding geroepen werden. Via deze "zusterpartij" werd de Spaanse PSOE verweten aanleiding te zijn tot de dood van Kotto. (De gevangenenspreiding werd "uitgetekend" onder de regering Felipe González door de "Baskische" minister Enrique Mujika Herzog uit Donostia )
Reacties:
De coördinator van de politieke partij Aralar, Patxi Zabaleta, zegt dat de dood van de ETA-gevangene, Altzuguren, de incidenten die zich in Donostia (en op ander plaatsen) voordeden niet rechtvaardigen, maar dat ze wel te verklaren zijn. Verder klaagt hij aan dat de gevangene niet de gewenste behandeling kreeg, hoewel zijn toestand bekend was.
De partij EA (Eusko Alkartasuna) liet, bij monde van Maiorga Ramirez, haar ongenoegen horen betreffende de gevangenenspreiding die een bijkomende straf vormt zowel voor de gevangene als voor diens familie. Op dit ogenblik, nu er stappen worden gezet in de richting van een vredesproces en een politiek van normalisering, moeten wij, vertegenwoordigers van het volk, dringend over de situatie waarin we leven nadenken.
De organisaties Etxerat en Askatasuna, die zich het lot van de gevangenen aantrekken, uiten hun "woede en verontwaardiging" en vragen aan de bevolking te manifesteren tegen de gevangenenspreiding. "Kotto" werd straffeloos gedood." Askatasuna vraagt: "welke bedoeling de Staat heeft met deze nieuwe dode?"
De secretarisgeneraal van de Socialisten uit Navarra, Carlos Chivite, veroordeelt de agressie tegen hun lokaal in Tafalla waartegen met gele en rode verf (de Spaanse kleuren) werd gegooid. Rode verf tegen de gevel is dan ook veel erger dan een dode .
En de Guardia Civil? Die verwijderde s nachts spandoeken en Baskische vlaggen, zoals ze dat al een halve eeuw doen