Archief per maand
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    BASKENLAND
    Littekens op een stierenhuid
    Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
    07-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee maten, twee gewichten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Kale Borroka

     

    De gemanipuleerde politielectuur die we dagelijks in de intoxicatiekranten kunnen lezen, en de opgeblazen beschuldigingen, als reactie op de “Kale Borroka” (straatgeweld) blijven mijlenver verwijderd van een objectieve analyse. Het klopt natuurlijk wel dat er een direct verband bestaat met het conflict dat Euskal Herria nu al decennialang in de greep houdt, maar wat die kranten er van bakken, tart alle verbeelding.

    Op 12 oktober 2007, om 22.13u om precies te zijn, verschijnt in de krant “Público.es” deze titel: “El huevo de la serpiente: uno de cada tres acaba en ETA” (het ei van het serpent: 1 op de drie komt terecht bij ETA), met als bron: “Recente informatie van de politie benadrukt dat de gewapende organisatie zich voedt in de “caladero” (de visgrond, de visvijver) van het straatgeweld, om nieuwe commando’s op te richten”.

    Het straatgeweld (auto’s dwars over de straat zetten, vuilniscontainers in brand steken, gevels van tegenstrevers met verf bekladden, geldautomaten saboteren, soms een stadsbus in brand steken) dat naar aanleiding van het einde van het staakt-het-vuren (6 juni 2007) weer opflakkerde en nog altijd voortduurt, zette de intoxicatiekranten ertoe aan andermaal alle registers open te trekken: “apéndices del terror” of “slippendragers van de terreur”, “los chicos del molotov” of molotovkinderen”, ”marginalidad juvenil” of “marginale jeugd”, “nazi-comunistas” of “nazi-communisten”.

     

    Het vermoeden van onschuld staat niet in het woordenboek van de “democraten”. Zonder bronnen te raadplegen en het dubbel controleren ervan (toch een taak van een deontologische correcte journalist) worden systematisch de bronnen van de “veiligheidstroepen” overgenomen, en wordt onmiddellijk een veroordeling uitgesproken. Als later blijkt dat ze wat te voortvarend waren, en de jongeren worden vrijgelaten als gevolg van gebrek aan bewijs) wordt daar zo weinig mogelijk op teruggekeerd. Zeker geen gezichtverlies lijden!

     

    “Staatsman” en minister van Binnenlandse Zaken, Rubalcaba, deed onlangs in augustus 2008, de dialectische uitspraak dat ETA en straatgeweld van dezelfde intensiteit waren en dus ook op de dezelfde manier moesten bestraft worden. De minister van Binnenlandse Zaken, Joseba Azkarraga, van de Baskische Autonome regering, haastte zich om ook die uitspraak op te eisen.

     

    Twee maten en twee gewichten

     

    In Málaga heet het vandalisme

     

    Op 28 februari 2008 werden 5 wagens in brand gestoken (zoals gebruikelijk ieder weekend) in Málaga. Informativos Telecinco (een TV-zender) sprak van vandalisme.

     

    En nu komt het, wie betrapt wordt, krijgt een boete van 150 euro’s.  

     

    In Iruñea-Pamplona heet het terrorisme

     

    Eneko Olza, uit Iruñea, werd betrapt op het saboteren van een geldautomaat.

     

    En nu komt het: hij verbleef 8 jaar in de gevangenis, na een veroordeling tot 10 jaar cel.


     

    Waarom?

     

    Waarom nemen jongeren hun toevlucht tot “Kale Borroka”?

     

    Iemand die verf gegooid had op verscheidene “batzokis” (clubhuizen van de PNV) wilde hiermee de repressie van die partij (PNV) aanklagen, dei te pas en te onpas de Ertaintza inzet op vraag van Madrid.

     

    Een andere deed hetzelfde bij het gebouw van de militaire regering te Gasteiz omwille van de veelvuldige aanhoudingen.

     

    Een derde bekladde de gevel van de PSE (Baskische socialisten) om de sinistere houding die de partij aanneemt t.a.v. de linkse Abertzales.

     

    De voornaamste reden is echter het protest tegen een Spaanse Inquisitie, die de mond vol heeft van het woord democratie, maar vernedering en foltering gebruikt tegen gevangenen, ook jongeren.  

    07-09-2008 om 00:00 geschreven door Natxo  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANV betreurt wel degelijk, maar veroordeeldt niet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zwijgen is een delict
    07 september 2007

    Batasuna werd door de "Partijenwet" buiten de wet gesteld met de drogreden dat ze het geweld niet veroordeelden. Hoe kan je fouten maken door "niets te zeggen"? Batasuna "betreurde" telkens wel dat er slachtoffers waren gevallen.

    Nu zijn de hyena’s aan het wachten tot ANV "niets zegt" over de aanslag in Durango (24 augustus 2007) om ze daarna uit te sluiten. Gisteren "betreurde" de ANV-groep in de gemeenteraad van Iruñea-Pamplona de aanslag, maar ze ondertekenden de motie niet die door de andere partijen werd voorgelegd. ANV zegt erbij "dat moties als deze niet bijdragen om het conflict op te lossen". De PP die boven ANV blijft cirkelen als aasgieren wil met een Wet al de gemeentebesturen waarin ANV zit laten ontbinden. "Er zijn voldoende legale mogelijkheden", aldus PP-volksvertegenwoordiger Eduardo Zaplano. "ETA is tegen de gemeenschap en de democraten moeten zich verdedigen."  
    Even het woordgebruik van deze Zaplano verduidelijken: Waar hij "ETA" zegt bedoeld hij ANV, en waar hij "democraten" zegt, bedoelt hij zichzelf!

    07-09-2008 om 00:00 geschreven door Natxo  


    06-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ze zeggen allen dat ze gefolterd zijn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het verhaal van Unai Romano
    6 september 2001

    Op 6 september 2001 werd Unai Romano om 4 uur 's morgens van zijn bed gelicht door leden van de Guardia Civil.  Ze zegden meteen dat hij beschuldigd werd van "collaboratie met een gewapende bende". Daarop kwamen Guardias in burger binnen, deden hem de boeien om en zeiden dat ze de flat gingen doorzoeken. Dit gebeurde blad per blad, boek per boek en duurde eeuwig tot op een bepaald ogenblik de overste zei dat ze wat moesten opschieten. "Mijn hoofd werd bedekt en in de auto, die me meenam naar een onbekende plaats, werd geen woord gezegd en ik moest gedurende de hele rit met het hoofd tussen de knieën blijven zitten. Bij het verlaten van de auto werd ik niet gewaarschuwd dat er enkele trappen waren, zodat ik viel. Ik werd naar een cel gebracht en kreeg bivakmutsen over het hoofd. Toen ik zei dat ik ademhalingsproblemen had, zei de Guardia Civil die me moest bewaken dat ik geen recht had op ademen. Het traject naar Madrid werd ongeboeid en aan erg grote snelheid afgelegd. Ginder kreeg ik vier belangrijke raadgevingen:

    §        hen gehoorzamen

    §        de ogen gesloten houden

    §        hen niet aankijken

    §        als ik een andere gevangene tegenkwam, hem niet aankijken.

    In de cel moest ik blijven staan. Bij aanvang van de ondervragingen werd gevraagd medewerking te verlenen en intussen kreeg ik voortdurend slagen op het hoofd met stokken die in tape of schuim waren gewikkeld. Ze beantwoorden zelf een aantal vragen. 'Ja, ik kende dinges wél.' 'Ja, ik kende die en die wél.' 'Ik heb wél die bomauto geparkeerd.' 'Ik heb wél op die en die geschoten.' Bij elk ontkennend antwoord kreeg ik een aantal stokslagen en werden de vragen opnieuw gesteld. Als ik groggy was, werd er gevraagd naar mijn vriendenkring, familieleden, bars die ik bezocht in Vitoria, de Ikastolas, mijn politieke activiteiten, etc… Ik had de ogen bedekt met een soort masker en daar over heen droeg ik nog een bivakmuts.  De ondervragingen werden steeds erger en ik kreeg op een bepaald ogenblik zelfs een drietal bivakmutsen over elkaar waardoor ik enorm zweette. De slagen werden er een beetje door gesmoord, maar ze bleven verschrikkelijk . Tot ongeveer acht keer toe kreeg ik de plastic zak over het hoofd. Ik moest kniebuigingen maken tot de totale uitputting . Ik was doornat van het zweet. Ik hoorde voortdurend pijnkreten van andere mensen.  In een ander vertrek werd ik bij een vrouw gebracht die me haar carnet van rechtsdokter toonde.  Ze vroeg me wat ze met me gedaan hadden en vertelde haar van de slagen en van mijn onregelmatige hartslag. Terug bij de ondervragers kreeg ik meteen een twintigtal stokslagen.  Ze schreeuwden als gekken, werden steeds agressiever en stelden steeds dezelfde vragen met steeds dezelfde gevolgen. Omdat ik niet bekende wat ze graag wilden horen, zou het me 'hoerenzoon die ik was' gaan zoals 'met die Lasa." (dood gefolterd!) Ze begonnen elkaar af te lossen en ik kreeg stroomstoten aan de genitaliën, aan de oren, de penis, kreeg de plastic zak over het hoofd, slagen… Daarop begonnen ze te dreigen door te zeggen dat mijn vriendin en mijn broer onderweg waren en dat die de dubbele portie zouden krijgen. Toen vertelden ze dat mijn moeder gearresteerd was en dat ze haar met een koord rond de voeten in het stuwmeer bij Vitoria in het water lieten zakken. Het leek dat één van hen belde met de collega's die aan het stuwmeer bezig waren en nadat die plots iets schreeuwde, zwegen ze allemaal. Toen zegden ze me dat mijn moeder overleden was. Ze brachten me weg en lieten me een uur alleen. Ik werd hysterisch. Mijn hoofd leek te gaan ontploffen en ik begon mijn polsen door te bijten.  Toen ze dat merkten werd ik opnieuw naar de dokter gebracht. Die schrok erg en vroeg hoe het met me ging. Het was 7 september, 10 uur in de morgen.  

    Ze wilden me naar een militair hospitaal brengen, maar de gerechtsdokter drong aan dat ik naar een universitair ziekenhuis zou gebracht worden. Daar werd ik in een rolstoel gezet en werden mijn polsen verzorgd. De gerechtsdokter kwam me even later zeggen dat mijn moeder helemaal niet dood was. Hun enige zorg was te weten of ik een schedelbreuk had.  Verder onderzoek wees uit dat dit niet het geval was. De pijn was echter onhoudbaar, maar ze wilden me geen pijnstiller geven vooraleer alle onderzoeken achter de rug waren. De arts stelde zich in contact met de rechter om te verkrijgen dat ik in het ziekenhuis kon blijven. Ik had een spiercontractuur en een zwelling in de nek. Omdat mijn nek helemaal gekwetst was, kon mij de noodzakelijke neksteun niet meteen aangebracht worden.  Mijn oor was door het gebruik van de elektroden verbrand. 

    Mijn hele hoofd was paars en blauw en mijn ogen zwart van het geronnen bloed.

    De oogspecialist onderzocht me omdat ik mijn ogen niet meer open kreeg. Ik zag niets. Terug in het commissariaat vroeg de gerechtsarts een zetel, maar ik kreeg er een zonder armleuningen. Hoewel het al 18.00 uur was, kreeg ik pas dan mijn ontbijt: twee potjes yoghurt en een broodje. De yoghurt moest me door de dokter gevoerd worden, de sandwich kon ik niet kauwen. Twee Guardias Civiles kwamen me voortdurend uitlachen, waarbij ze zegden dat ik een monster was, een varken en meer van dergelijke dingen. Ik kreeg regelmatig ijs tegen de pijn. Iemand wilde me een soort slaapmiddel geven en een klein slokje ervan maakte me erg slaperig. Na een uur moest ik in een auto plaatsnemen. De tocht door de stad, met de sirenes in werking, was vreselijk: optrekken, bruusk remmen, zigzag rijden, zodat ik mijn hoofd niet steeds tegen de ruit kon steunen. Er werd ergens uitgestapt waar foto's en vingerafdrukken genomen werden. Ik zag nog steeds niets. Terug in de cel kreeg ik een hulpje, een Colombiaan die me bijstond bij alles. Het lukte me enkele uren te slapen. 's Morgens vertelde de Colombiaan me dat enkel het puntje van mijn neus en mijn lippen een normale kleur hadden. Ik zat in de infirmerie van Soto del Real in een geïsoleerde afdeling. Ik was dus "incommunicado" en de Colombiaan moest weg.  Ik moest op de tast naar het toilet, om te gaan douchen, te gaan eten, te gaan slapen.

    Op zondag 9 september begon ik tegen de avond weer enigszins te zien. Maar ik mócht nog niemand zien (of niemand mocht mij zien?) Een gerechtsdokter kwam me onderzoeken en hij zei me dat ik enigszins geschikt was om voor de rechter te verschijnen. 

    Op 11 september werd ik om 7 uur gewekt. Ik viel opnieuw in handen van de Guardias die me naar het Hooggerechtshof moesten brengen. Omdat mijn polsen gekwetst waren, vroeg ik om niet geboeid te worden, maar daarvoor had ik geen medisch getuigschrift… De reis was erg zwaar omdat ik nog steeds ziek was. Terwijl ze mijn "rechten" voorlazen, werd ik uitgelachen met hoe ik eruitzag. Bij de tocht naar het bureau van rechter Guillermo Ruiz Polanco kreeg ik een kap over het hoofd zodat ik niemand kon zien (maar ook niet gezien kon worden…) Ik ontkende alle beschuldigingen. Toen hij me vroeg of ik er nog iets aan toe te voegen had, vertelde ik over de behandeling die ik had moeten ondergaan. Na een halve minuut onderbrak de onderzoeksrechter me en zei dat hij al jaren met de Guardia Civil werkte en dat vele arrestanten zegden gefolterd te zijn, maar dat hij me niet geloofde en dat dit niet de plaats en het ogenblik was voor dergelijke verklaringen. Met een politiecamionette werd ik opnieuw naar de gevangenis overgebracht. Ik vroeg te mogen bellen, omdat ik nu niet meer in afzondering was, maar ze zegden daarvan nog geen bevestiging gekregen te hebben… Op 18 september leek ik eindelijk toonbaar en werd ik overgebracht naar een normale gevangenismodule. Ik vergat nog te vertellen dat ik tijdens de ondervragingen bijna steeds naakt was."

    Op 28 februari 2002 werd Unai Romano vrijgelaten op borgtocht van 6.000 €. Hij zat bijna een half jaar in voorarrest, nadat hij op 6 september 2001 door de Guardia Civil werd gearresteerd op beschuldiging van "samenwerking met ETA".

    Op 28 maart 2002 verklaarde Santiago López Valdivielso, directeur generaal van de Guardia Civil, dat de verklaring van Unai Romano over de ondergane foltering geen enkele geloofwaardigheid inhield. "Volgens de handleiding van ETA moet elke arrestant aanklagen gefolterd te zijn geweest." 

    06-09-2008 om 08:58 geschreven door Natxo  


    05-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parlementaire onschendbaarheid in Spanje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jon Salaberria veroordeeld
    5 september 2003



    Het “Tribunal Superior de Justicia del País Vasco” beschouwt de verklaringen afgelegd door Jon Salaberria, lid van de politieke groep Sozialista Abertzaleak (Batasuna), tijdens de parlementaire debatten van 12 april 2002 als “delict”, meer gespecificeerd: “verheerlijking van terroristische acties”. De strafmaat wordt vastgelegd op 1 jaar gevangenisstraf en 7 jaar ontzetting uit zijn rechten. Dit is een precedent dat kan beschouwd worden als een agressie tegen de vrije meningsuiting van een lid van het parlement, dat precies borg moet staan voor de vrije meningsuiting. Artikel 71 van de Grondwet erkent “de onschendbaarheid van een Député en een Senator bij het uiten van opinies uitgesproken in die functie” (inviolabilidad por las opiniones manifestadas en el ejercicio de sus funciones). Dit principe werd ook door artikel 26 van het “Estatuto de Autonomía para el País Vasco” erkent. Dit recht werd trouwens verder ontwikkeld in de “Ley autonómica 2/1981”, waarbij onderstreept wordt dat de leden van het parlement niet mogen beschuldigd, noch gerechterlijk vervolgd worden, zonder voorafgaande autorisatie van het Baskische Parlement.

    Op 12 april 2002 had Salaberria in volle parlementaire zitting een uitspraak gedaan over de gewapende activiteiten van ETA: “…door de natuur van het conflict te verdraaien, zie ik geen mogelijkheid om oplossingen te vinden en u weet allen perfect dat de gewapende strijd van ETA niet draait om de stelling ‘ideeën op te leggen’. De gewapende strijd beantwoordt alleen aan de rechtvaardige eisen van het Baskische volk ter verdediging van de wettelijke rechten…”                                                                                                   

    De Openbare Aanklager van de TSJPV (Tribunal Superior de Justicia del País Vasco) baseert de aanklacht “verheerlijking van het terrorisme” en de vervolging ervan op het feit dat de woorden die uitgesproken werden, buiten de onschendbaarheid vallen. “Ze houden een identificatie in die de acties en het doel ondersteunen. De acties van ETA zijn intrinsiek anti-juridisch en bijgevolg zijn ze niet bespreekbaar en mogen ze niet in de openbaarheid behandeld worden (los actos de ETA son intrínsecamente antijurídicos y en consecuencia inopinables). Dus is een voorafgaande autorisatie van het Baskische Parlement overbodig”. Commentaar ook overbodig!

    05-09-2008 om 00:00 geschreven door Natxo  


    04-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Getuigenissen: commentaar overbodig
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het gebeurde op
    4 september 2001

    Getuigenis Raúl Vallinas:

    "Op 4 september 2001 begonnen ze de deur in te beuken terwijl ik sliep. Ze sleepten mijn moeder het huis uit en ik moest elke kast open doen waarbij ze zich opstelden alsof daar iemand uit zou komen. Toen werd ik geboeid en begon de huiszoeking. In de auto begonnen ze me meteen en zonder ophouden te slaan met de vlakke hand en met de vuisten, waarbij ze me verzekerden dat het antwoord "ik weet het niet" niet zou volstaan. In de gevangenis hoorde ik de kreten van anderen, terwijl ze me bleven op het hoofd slaan met een telefoonboek. Ik moest me uitkleden en ze verplichten me kniebuigingen te maken. Daarna maakten ze me nat met water en brachten de elektroden bij mijn oren zodat ik het geluid kon horen van wat mij te wachten stond. Ik kreeg de elektroden aan de oren en aan de armen aangebracht. Ze trokken verscheidene keren de plastic zak over mijn hoofd tot ik misselijk werd. Het zicht werd wazig en ik zag de slagen slechts in een schim aankomen. Ook werd ik seksueel vernederd en werden bedreigingen geuit tegen mijn familieleden en vrienden. Ze wreven met het telefoonboek tussen mijn benen terwijl ze illusies maakten over GAL, mijn ouders en mijn vriendin".        
     

    Getuigenis Ivan Ortigosa:

    Op 4 september om 2.30 u. 's nachts werd hij van het bed gelicht en de behandeling bij de politie gedurende de 3 dagen in afzondering was brutaal. "Ik werd zonder ophouden geslagen en ze dreigden ermee dat het allemaal erger zou worden als ik niet zou spreken. Ik moest me uitkleden en kniebuigingen maken met de plastic zak over het hoofd. Ik viel verschillende keren en moest drie keren overgeven. Ik kreeg twee keer de elektroden aangebracht in de lies (!?) en de arm. Ze uitten doodsbedreigingen aan mijn familieleden en vrienden en tegen mijzelf zeiden ze dat ze me een paar kogels gingen verkopen. Ik zat fysiek en psychologisch zó aan de grond dat ik zei dat ze dat dan maar moesten doen. Ik kon de bewegingen van mijn oogleden niet meer controleren en verloor het gevoel in mijn benen".   
     

    Getuigenis Sendoa Domínguez

    werd in dezelfde nacht als Iván Ortigosa gearresteerd in het huis van haar ouders. "De hele familie werd in haar ondergoed naar buiten gehaald en mijn vader kreeg een pistool tegen zijn hoofd. Onderweg naar Madrid sloegen ze me ononderbroken tegen het hoofd en ik kreeg verschillende keren de plastic zak over het hoofd. Gedurende de drie dagen afzondering werden mijn ouders eveneens constant bedreigd. Ze bleven tegen me schreeuwen en me op mijn hoofd slaan. Als ik niet zei wat ze wilden horen, kreeg ik de plastic zak over het hoofd getrokken. Ik moest me uitkleden en kniebuigingen maken tot ik de uitputting nabij was. Op een keer kwamen drie Guardia Civiles binnen en die bleven met de wapenstok op me slaan tot ze niet meer konden. Ik kreeg de elektroden aangebracht en ze bleven me seksueel vernederen. De derde dag lieten ze me met rust, nadat ik het politierapport getekend had. De rechter luisterde niet eens toen ik zei dat ik gefolterd was".

    04-09-2008 om 00:00 geschreven door Natxo  


    03-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beschuldigingen verkregen onder foltering?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Asier Ormazabal
    levenslang?
    3 september 2004

    De Baskische politieke gevangene, Asier Ormazabal, weigert "deel te nemen" aan zijn eigen proces waarin hij beschuldigd wordt van deelname aan een aanslag tegen een Spaanse militaire bus in Córdoba in 1996 en waarbij de sergeant Miguel Angel Ayllón het leven verloor. Toen hij zei de rechtbank niet te erkennen, werd hij uit de zaal gezet. Hij weigerde ook het "recht op het laatste woord."

    Tussen de getuigen die verschenen in het Hooggerechtshof waren Txetxu Barrios, Maite Pedrosa en Mikel Azurmendi. Zij verklaarden zich niet meer exact te herinneren wat ze indertijd bekend hadden, omdat alles onder foltering had plaatsgevonden.

    Er wordt nu tegen Ormazabal 351 jaar geëist wegens "1 terroristische moord", "24 moordpogingen" (de andere inzittenden van de bus?), "voortdurende diefstal", "vernielingen" en "vervalsing van autokentekens".

    03-09-2008 om 00:00 geschreven door Natxo  


    02-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franquistische vergeetput
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Otsoportillo
    2 september 2006

    Op 2 september 2006 kwamen opnieuw tientallen mensen samen om bij de diepe put (meer een kleine onderaardse grot) van Otsoportillo (op de bergketen Urbasa in Navarra) hun doden te herdenken. De Franquisten probeerden hun schandalen onder de grond te laten verdwijnen. Ze dachten dat met het liquideren van enkele vogels ook hun lied zou verdwijnen. Een massagraf méér, in Navarra. Zeventig jaar later staat er een klein monument en in twee stenen staat het schandaal in het Baskische en in het Spaans gegrift. Het gat werd met tralies dicht gemaakt. Symbolisch. De plechtigheid die werd georganiseerd door het gemeentebestuur van Etxarri-Aranatz, begon rond het middaguur met een eucharistieviering. Wie zich hierbij niet "thuis" voelde stond op een respectabele afstand wat te praten en te wachten. Het rooster over de "ingang" van de grot was met bloemen bedekt. Een bertsolari zong enkele strofen waarna Juan Kruz Aldasoro (Batasuna) het woord nam en herinnerde aan het feit dat "70 jaar geleden vele burgers die zich inzetten voor hun Volk, voor betere arbeidsvoorwaarden, voor de taal, de cultuur en de identiteit van Euskal Herria genadeloos werden geëxecuteerd. Hun ideeën blijven levend want op dit ogenblik werkt een heel Volk verder aan dezelfde ideeën waarvoor anderen zoveel leden en dit met hun leven betaalden. Om dit te gedenken zijn we naar Otsoportillo gekomen. Op dit ogenblik beleven we een hoopvol politiek moment. We staan voor de mogelijkheid om voor een conflict dat al generaties lang aansleept een definitieve oplossing te bereiken, gebaseerd op de erkenning van de rechten." Aldasoro waagde zich op glad ijs door niet enkel de doden van toen te eren, maar ook zij die "later hun leven gaven": Martintxo de la Vega, Oeio Mariñelarena, Josu Zabala, Juan Ignacio Erdoizia, Mikel Arregi, Roberto Martínez en Angel Gurmindo, "Stein".

    (Enkelen werden het slachtoffers van de Vuile Oorlos tegen het Baskische Volk omdat ze in de terroristische organisatie ETA actief waren.) Ook de jongeren die gevangen zitten (of zaten) of die op de vlucht waren werden herdacht. Zes dantzaris dansten de eredans (Aurresku) op de tonen van de oeroude Baskische fluit, de Txistu.

    Dan kwam Patxi Urrutia, lid van het hoofdbestuur van Batasuna aan het woord en die wond er evenmin doekjes om: "In 1936 veranderden ze Navarra in een hel en ze liquideerden méér dan 3.500 personen terwijl hun familieleden de meest onbeschaafde dingen moesten ondergaan. Nooit kwamen de verantwoordelijken van deze criminele daden voor het gerecht. Integendeel, het meest perverse is dat ze nog steeds in handen hebben wat ze bij de staatsgreep vast kregen! Het waren geen "dingen-die-tijdens-een-oorlog-gebeuren", zoals sommigen blijven beweren. In Navarra was er nooit een oorlogsfront en diegenen die vermoord werden droegen geen wapens. Het was een wraakneming op nationalisten, werkmensen, Socialisten, Communisten, Anarchisten en Republikeinen. De verantwoordelijken bleven ongestraft terwijl de slachtoffers nooit erkenning of steun kregen. Na de dood van Franco werd alles onder de mat geschoven. Met de nieuwe Wet van Historisch Besef willen ze er nóg eens de mantel over heen leggen. Maar dit zal hen niet lukken. Dat ze nog even bloeddorstig zijn, blijkt uit hun gevangenispolitiek. Denk maar aan Iñaki de Juana Chaos en Bautista Barandalla (die niet wordt vrijgelaten hoewel hij ernstig ziek is.) We moeten de doden niet vergeten, maar evenmin hun idealen”.

    Een eerste stap
    of
    een maat voor niets?

     

    Net gisteren, op 1 september 2008, heeft magistraat Baltasar Garzón een eerste stap gezet. Hij wil een nationale telling laten organiseren van de verdwijningen tijdens de burgeroorlog en tijdens de dictatuur van Franco.

     

    Vorig jaar, op 18 juni 2007, dienden verscheidene organisaties (waaronder ook organisaties uit Navarra) klacht in bij de Audiencia Nacional om een strafrechterlijke vervolging in te stellen naar de verantwoordelijken voor de verdwijningen, voor de afroep van de te executeren gevangenen tijdens de Spaanse burgeroorlog, voor de moorden, voor de folteringen en voor de gedwongen verbanningen die plaats hebben gehad vanaf 18 juli 1936.

     

    Garzón heeft lijsten laten opvragen bij  de abdij Benedictina van Valle de los Caídos, bij de Delegación de Patrimonio Nacional in San Lorenzo del Escorial (Madrid), bij het Centro Nacional de Memoria Histórica, bij het Ministerio de Defensa, bij de Conferencia Episcopal, bij de gemeenten van Córdoba, Sevilla, Madrid, Granada, en bij de rector van de universiteit van deze laatste stad.

     

    Garzón wil informatie over de omstandigheden van begrafenissen, de datum en het publieke register dat eventueel werd aangelegd. Hij is vooral geïnteresseerd in de massagraven die zich bevinden op de kerkhoven van San José (Granada) Nuestra Señora de la Salud y San Rafael (Córdoba) en San Fernando (Sevilla). Hij wil van het Centro Nacional de la Memoria Histórica steekkaarten over de (schijn)processen van Tribunal Especial para la Represión de la Masonería y el Comunismo (speciaal tribunaal voor de repressie van vrijmetselaars en communisten). Van het Ministerie van Defensie wil hij weten welk organisme verantwoordelijk was voor het bijhouden van het aantal verdwijningen. Ook bij organisaties die zich bezighouden met opgravingen (b.v. Aranzadi) wil hij alle informatie inwinnen.

     

    Het is niet duidelijk of dit moet leiden naar een massaproces of dat de documenten over nog eens 60 à 70 jaar zullen moeten opgevraagd worden, omdat ze “verdwenen” zijn.

    02-09-2008 om 11:15 geschreven door Natxo  


    01-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Etxerat klaagt aan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ¿Qué has hecho, Juan José Ibarretxe?
    En wat hebt u gedaan, Juan José Ibarretxe?

     

    Precies 1 maand geleden, op 1 augustus 2008, verzamelden honderden familieleden van Baskische politieke gevangenen en vluchtelingen te Loyola om de ernstige toestand aan te klagen die zowel zijzelf als de gevangenen en de vluchtelingen dagelijks moeten ondergaan. Als resultaat van die bijeenkomst werd een dossier opgesteld waarin de Lehendakari (Eerste Minister) Juan José Ibarretxe van de CAV ter verantwoording werd geroepen. Elias Miner heeft in naam van Etxerat het dossier bezorgd aan de Lehendakari.

     

    Hier volgt een vrije vertaling.

    Het is nu al van 2 januari 1999 geleden dat u als voorzitter benoemd werd van Baskische Autonome Gemeenschap (CAV-Comunidad Autonoma Vasca). Wij hebben ontelbare keren geprobeerd om met u rond de tafel te zitten. Onze intentie was de kroniek van de schending van onze rechten, van zowel familieleden als gevangenen, aan u voor te leggen. Ondanks het feit dat wij de correspondentie volgens alle vastgelegde regels lieten verlopen, heeft u zich nooit de moeite getroost om op onze brieven te antwoorden. Het is nochtans een kroniek die moet aantonen hoe de wreedheid tijdens uw bewindsjaren is blijven woekeren. De volgende gegevens zijn een bewijs die moeten illustreren hoe erg wij tijdens uw 9-jarig bewind hebben moeten lijden. Lees verder...

    01-09-2008 om 00:00 geschreven door Natxo  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van ETA-boegbeeld naar socialist
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Begrafenis Mario Onaindía
    1 september 2003

    In het beruchte Burgosproces, eind 1970, waarbij voor het eerst Basken buiten Baskenland moesten terechtstaan, kreeg Onaindía samen met vijf anderen de doodstraf voor de "terechtstelling" van Melitón Manzanas, de man die tijdens de Francodictatuur in Baskenland faam kreeg als folteraar. Vooral de aangeklaagden hadden door hun uitspraken de wereldpers gehaald: Onaindia bracht door zijn optreden (en zijn imposante gestalte) zelfs de militaire gerechtsvoorzitter van zijn stuk. Hij loochende aan de moord op Manzanas deelgenomen te hebben, "omdat hij niet de eer had gehad aan militaristische activiteiten mee te mogen doen. Toen Onaindia daarop recht sprong en "Gora Euskadi Askatuta" riep ("Leve Vrij Baskenland") sprongen zowel de auditeur als zijn plaatsvervanger recht en trokken hun sabel! Terwijl onder groot tumult de zaal ontruimd werd, zongen de beklaagden het (verboden) lied van de Baskische Soldaat, “Eusko Gudariak”.   

    In mei 1977 werden ze vrijgelaten, maar uit Spanje verbannen, o.a. naar ons land. Twee maanden later keerden ze onverschrokken terug naar Baskenland. Later sloot Onaindia zich aan bij de nieuwe politieke partij EE, Euskadiko Ezkerra die was ontstaan uit ETA (pm). EE kwam nooit echt van de grond en ging uiteindelijk scheep met de PSOE, de Spaanse socialisten. Onaindia bracht het tot aan de top van deze partij, waarna hij door "welmenend" Spanje in de armen werd genomen. Een bocht van hoeveel graden? Onaindía was bij zijn overlijden voorzitter van de PSE in de Baskische provincie Alava. Mario Onaindia werd ook nog een tweede keer ter dood veroordeeld. Ditmaal door ETA! De laatste jaren nam dan ook deel aan bijeenkomsten van "Basta Ya!", de organisatie die in den beginne telkens op straat kwam na een ETA-aanslag, maar stilaan gif ging spuwen tegen elke uiting van Baskisch nationalisme. Op de begrafenis waren dan ook een groot aantal vijanden van het Baskische nationalisme aanwezig: Fernando Savater, Rosa Diez, en nog een aantal andere Spaanskiljonisme huichelaars, die zichzelf Bask en democraat noemen.

    01-09-2008 om 00:00 geschreven door Natxo  




    Foto

    UITGEBREIDE INFO
  • De Basken en hun strijd

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Foto

    Baskische Identiteitskaart
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Wij steunen een onafhankelijk Euskal Herria

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!