Inhoud blog
  • De autochtone Latemnaars brengen een gevarieerde agenda
  • Gezond omgaan met olie en vetten
  • OP ZOEK NAAR HET VERLEDEN
  • FONS ROGGEMAN: EEN PASSIE VOOR NATUUR EN TRANSPARANTIE
  • DE GEHEIMEN VAN EEN KUNSTHANDELAAR
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Fernand Willio is still alive!
    mijn allegaartjes
    18-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN OUDSTRIJDER VERTELT

    HERINNERINGEN AAN MIJN VADERLANDSE PLICHTEN
    xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />


    Als bijna-twintiger werd ik op 28 juli 1927 opgeroepen om mijn militaire dienstplicht te vervullen bij het 1ste Regiment Artillerie te Gent, Batterij De Post. Dit was de paardenstal waar de paarden van de officieren gestald waren en die wij moesten verzorgen, naast wachtlopen en corveeën.

    Deze 13 maanden verliepen zoals iedere dienstplichtige ze zich zal herinneren: met goede en minder goede herinneringen aan de discipline en de toen geldende Franstalige commando’s. Op 28 augustus 1928 zwaaide ik in alle stilte af en kon als schilder beginnen bij een aannemer in St-Denijs-Westrem.

     

    Op 24 maart 1930 moest ik mij terug aanmelden voor een zes wekend durend kamp in Elsenborn. Op 3 mei 1930 kon ik terug mijn burgerpak aantrekken.

    Even voor de mobilisatie werd ik van 14 tot 21 januari 1940 naar Appels (Dendermonde) geroepen om mijn kledij aan te passen.

    Toen de oorlog dan toch uitbrak op 10 mei 1940 werd ik opgeroepen om mij ‘op eigen kracht’ naar Appels te begeven. Na vijf dagen, op 15 mei 1940, vertrokken we te voet naar Staden, waar we in het bos van Houthulst munitie op spoorwegwagens moesten laden. Ik kreeg er als schilder een bijzondere taak bovenop want men rekende op mij als schilder om de vrachtwagens en andere legervoertuigen te camoufleren. Taak die ik bijzonder ter harte nam en die een succesvol resultaat bleek te kennen, gezien de officieren vroegen om ook hun voertuigen van camouflagekleuren te voorzien.

     

    Op 28 mei 1940 moesten we te voet vertrekken naar Oostkerke, waar we overnachtten en vandaar verder naar Loppem trokken. Op 29 mei moesten we te voet verder naar het Oost-Vlaamse Sleidinge, waar ik in de namiddag, samen met enkele andere Belgische soldaten, opgepakt werd door de Duitsers.

    Diezelfde avond trokken we onder bewaking te voet naar Lokeren, waar we na een nacht stappen, uitgeput aankwamen. Daar gunden de Duitsers ons een paar uren rust en dan ging de voettocht verder naar Brasschaat, waar we in de namiddag aankwamen.

    We bleven twee dagen in Brasschaat en werden toen op een goederentrein gezet naar het Duitse Bocholt. Daar werd ons een achttal dagen ‘relatieve’ rust gegund, waarna we de trein werden ingejaagd naar de Duitse stad Görlitz, op enkele kilometers van de Tsjechische grens. Daar werden we ondergebracht in Stalag 8.

    Na enkele weken verblijf werden een tiental ‘plattelandsjongens’ getransfereerd naar het dorpje Hilbersdorf, waar we op een herenboerderij moesten helpen.

    We bleven er 7 maanden hard werken, maar kregen toch – zonder medeweten van onze bewakers – af en toe een extraatje van de boer die onze werkkracht waardeerde. Als rantsoen moesten we het stellen met 1 brood per week, Als beleg kregen soms wat waterachtige ‘platte kaas’ en op zondagen een soort ‘melkpapje’ om ons te versterken. Ons dagloon was 60 Pfennig, zuurverdiende centen die vooral besteed werden aan rookwaren.

    Als het veld te nat was om te bewerken moesten we het woud in om de omgehakte bomen naar het dal te slepen en met de handzaag te ‘kleinen’.

    Naast Belgische krijgsgevangen werkten er op de boerderij ook Poolse mannen en vrouwen. We schoten goed met mekaar op en dat maakte het harde labeur draaglijker. Ook de genegenheid van de ‘herenboer’ en zijn gezin was voor ons een hart onder de riem, maar toch verlangden we met zijn allen naar huis.

    Op 13 december 1940 was het eindelijk zo ver. Ik woog nog amper 50 kilo en met de even uitgemergelde lotgenoten werden we per trein terug van Görlitz naar Antwerpen gebracht, waar we op 15 december aankwamen. Daar werd ons gezegd dat we naar Gent konden, maar dat we ons daar onmiddellijk moesten aanmelden bij de gendarmerie. Ik spoorde door naar De Pinte en op 16 december was ik terug thuis. De gendarmerie en de Duitsers konden me gestolen worden… Na enkele weken ging ik opnieuw werken en geen haan kraaide erover dat ik de Feldwebels links had laten liggen. Tijdens de échte oorlogsjaren hebben we ons dan samen met andere Latem- en Deurlenaren nuttig gemaakt bij het ‘ondergronds verzet’ en zijn we er, ondanks heel wat ontberingen, in geslaagd deze ellendige tijden te overleven.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (3)

    30-12-2008
    gorlitz
    mijn vader albert bonte ° 1916 werd krijgsgevangen genomen op 28.05.1940 en verbleef in Gorlitz werd gerepatrieerd op 28.12.1940 hij vertelde quasi niets over zijn verblijf aldaar diende er heel hard te werken en was bij thuiskomst erg vermagderd en geplaagd door luizen vind je zijn naam in zijn dagboek terug ? mvg Roland Bonte zoon van Albert

    30-12-2008 om 18:30 geschreven door roland bonte


    20-12-2005
    Charel Dignef
    Beste Wendy, bedankt voor de reactie maar bij gebrek aan e-mail adres kan ik je geen 'verslagje' sturen. Laat jouw mailadres eens weten...

    20-12-2005 om 07:19 geschreven door albert


    02-12-2005
    Stalag VIIIa Gorlitz
    Beste, Mijn naam is Wendy Dignef, ik ben 26 jaar en afkomstig uit Mechelen. 3 weken geleden is mijn grootvader, Charel Dignef, overleden. Hij wist dat ik een grote interesse had in zijn verhalen over de Tweede Wereldoorlog. Nu heb ik zijn medailles, brieven, documenten en dagboekje gekregen. Charel heeft ook van mei 1940 tot december 1940 in Gorlitz krijgsgevangen gezeten. Ik ben nu alle eindjes aan elkaar aan het knopen om een beeld te krijgen van wat er in die periode is gebeurd. Volgende zaken zitten reeds vast in mijn geheugen: - hij heeft er gewerkt als vertaler op het bureau - hij heeft in die periode de soep van de kampoversten eens omgeruild met die van de gevangenen, gelukkig zonder gevolgen - hij vertelde me dat een van de kampoversten Otto Peukert heette Na zijn vrijlating uit het kamp is ook hij bij het Verzet van Antwerpen gegaan. In zijn dagboekje staan vele namen geschreven van mensen die ook in Gorlitz gevangen zaten. Hebt u mijn grootvader misschien gekend? Of misschien kan u me andere interessante gebeurtenissen vertellen over het kampleven in die maanden? Mvg, Wendy Dignef

    02-12-2005 om 07:15 geschreven door Wendy Dignef




    Archief per week
  • 22/02-28/02 2010
  • 17/03-23/03 2008
  • 18/07-24/07 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 18/04-24/04 2005
  • 11/04-17/04 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Mijn favorieten
  • SeniorenNet.be
  • Julie's concertrecensies voor jonge 55+
  • Albert's Site
  • Kunstenaarsdorp in Vlaanderen
  • Jan in Malaysia
  • Kruidjes voor Kwaaltjes
  • Radionostalgie
  • Vertalen

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Zoeken met Google




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!