Kunstschilder Fons Roggeman is een buitenbeentje in de Vlaamse, ja Belgische kunstwereld. Hij is steeds zijn eigen weg gegaan en nam bewust afstand van kunstgaleries en de glitter en glamour van het mondaine kunstgebeuren. Fons bouwde aan zijn eigen wereldje en de tentoonstellingen in zijn vijftigjarige carrière kan je gerust op beide handen tellen.
Roggeman hield steeds nauw contact met de echte, spontane kunstliefhebber en liet zich al die tijd nooit van zijn stuk brengen. Hij geloofde diep in wat hij schilderde en heeft nooit gerouwd omdat internationale faam hem niet gegeven was. Zijn filosofie en zijn eigenzinnige kijk op de waarden van het leven maakten hem volkomen gelukkig en de kunstkenner wist hem steeds te vinden. Waar? Bij hem thuis, geborgen in zijn eigen wereld.
Op zijn achtenzestigste is zijn inventiviteit, creativiteit en geestdrift misschien nog groter dan ooit. Passioneler dan in de tijd dat hij als zeventienjarige besloot het ouderlijke huis te ruilen voor een onzeker bestaan als broodkunstenaar in een kamertje van het huidige Gentse Caermerklooster en zijn leven wou wijden aan wat hem lief was: de kunst.
Geboren te Aalst in 1939, kwam hij zich, na dat ommetje in Gent, in 1961 te Sint-Martens-Latem vestigen. Eerst in Huize Minne aan de Kouterbaan, later in een onooglijk klein, maar pittoresk huisje op de grens van Latem en Deurle tot hij zijn vaste stek vond in de Deurelse Broekstraat.
Hij studeerde aan de Aalsterse Kunstacademie en later aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent. Als leerling van surrealist Jan Mulder werd Roggeman nochtans als volbloed hyperrealist de vernieuwer van de landelijke traditie bij de Latemse Leie- en landschapsschilders. Hij wordt terecht beschouwd als één van de voortrekkers van een nieuwe generatie figuratieve schilders in Vlaanderen, hierin gretig gevolgd door zijn boezemvriend en spitsbroeder Joe Van Rossem.
Fons Roggeman is ook een meester in de portretteerkunst. Naast een reeks speelse, rake, soms waanzinnig akelige zelfportretten, borstelde hij ook heel wat koppen van bekende figuren uit de cultuurwereld en streekbepalende iconen uit Leiestreek.
In zijn zelfportretten uit zich de lyriek van een gevoelige kunstenaar en drijft verdriet of pijn bij de dramatiek in zijn persoonlijke, diepmenselijke ervaringen hem naar een agressieve, soms panische schriftuur. Het koloriet omvat vooral vlammende roden of grauwe blauwen en wordt drager van felle emoties, vaak schril en grillig, geborsteld in een heftigheid die alleen maar kan ontspringen uit een geest die dwaalt en nergens rust kan vinden.
Fons Roggeman is en blijft een man van het volk en legt nog steeds, net als in zijn prille beginperiode, vaak dat alledaagse met een losse penseeltrek en dat hem eigen kleurenpalet, vast op het canvas. Later komt hij tot gewaagde interpretaties van de werkelijkheid en wordt hij gepassioneerd door de speling van het licht en door de natuurelementen. Hij dwaalt plots af in de richting van de Pittura Metafisica van de Chirico waar ook het reële beeld verdrongen wordt door een imaginaire, soms poëtische droomwereld van leegte en stilte, steeds op zoek naar het hoe en waarom van het zijn. Dit resulteert dan weer in lichtflitsen, schrille kleuren en ongrijpbare natuurelementen met verrassende perspectieven. Zijn geest dwaalt af naar het louter metafysische waar hij de diepere, raadselachtige betekenis van de dingen des levens tracht te achterhalen. Die indrukken wil hij in alle eenvoud, spelend met licht en ruimte, op het canvas vastleggen om hen met anderen te delen.
Met die keuze voor een figuratieve vertolking van zijn ideeëngoed en de innerlijke emotie, roeide Roggeman steeds tegen de stroom van de heersende abstractie en het nihilisme in.
Hij hield en houdt er nog steeds aan zijn intrinsieke waarde van een artistieke creatie te veruiterlijken, los van de tijd of de diens tendensen, en die eerlijkheid zal de kunstliefhebber bijblijven.
Het thema dat Roggeman echter blijvend zal achtervolgen is het dorp. Hoewel die periode al decennia achter de rug is, zal het de kunstliefhebber bijblijven als de kroniek van een gouden era.
In die reeks probeert de kunstenaar een eerlijk beeld vast te leggen van het dorp van zijn adolescentie. Weinig kunstenaars hebben op die wijze de sporen van hun levenswandel en de markantste landmerken die ze op hun weg ontmoetten met zoveel zin voor realiteit, eerbied en romantiek op het canvas nagelaten. Ieder gebouw is streng frontaal, een onvertekende momentopname van de realiteit, zonder achtergrond en enkel geankerd door de schemer van het avondlijke blauw of van diep en warm purper. Hij noemt die hem vertrouwde dorpsgezichten bakens van geborgenheid en zekerheid, heilzaam voor zijn gevoelens van onzekerheid en wanhoop. Oorden waar hij steeds toevlucht kan zoeken bij verlatingsangst of vertwijfeling.
Begin jaren zeventig vindt Fons Roggeman opnieuw evenwicht en geluk in het gezinsleven, in de band met zijn vrouw Flora en de kinderen.
Hij neemt een nieuwe start en vindt relatieve rust in alles wat hem omringt en lief is.
De meest alledaagse dingen uit zijn onmiddellijke omgeving zijn een potentiële bron van inspiratie en worden voorwerp (of onderwerp) voor of van zijn picturale oeuvre. Zijn interieur, de radio, de muziekinstallatie, poppen, stoelen, kledingstukken, kortom alles wat het geïnspireerde, allesziende oog waarneemt in zijn onmiddellijke omgeving. Het zicht van bomen en groen vanuit de kleine raampjes geeft de aanzet tot een latere stap: het subtiele spel van zon, licht en duisternis. Critici omschrijven hem nu als de lyricus van het halfduister, met het licht als bron van hoop en als de taal van het mysterie.
Eens hij zijn intrek neemt in zijn ruim en gezellig woningatelier op grens van het landelijke Nazareth en Deurle, treedt hij letterlijk naar buiten. Hij ontdekt de groene weelde van de natuur, bespeeld door het stralen van de zon en het diffuse licht of de schaduw van de maan. Die nieuwe weelde fascineert hem en hij vindt evenwicht en geborgenheid op die rustige plek waar hij de schoonheid en de grilligheid van de kosmos herontdekt en er door tot rust komt.
Lichtspel speelt al altijd een belangrijke rol in alle werk, bewust en misschien soms onbewust.
Om niet te spreken van abstracte waarnemingen als gevoelens, pijn, woede en angst.
Totaal persoonlijke emoties en wrange momenten die toch op een voor de kunstliefhebber, die buiten de gevoelswereld van de kunstenaar staat, discreet gesuggereerd worden en effectief aanwezig zijn. Subtiel vertolkt worden ze door diezelfde kunstliefhebber ook zo begrepen.
De kunstkenner wordt zelf, bewust of onbewust, ondergedompeld in de hectische, soms chaotische denk- en gevoelswereld van de kunstenaar.
Langzaamaan is de natuurlyriek nadrukkelijker aanwezig in zijn oeuvre. Bliksemschichten die de donkere hemel splijten of frêle zonnestralen die het groen aaien en laten schitteren in hun natuurlijke biotoop, verlichten, ja ontwarren zijn onrustige geest en brengen hem tot rust.
Roggeman wordt steeds meer de schilder van het licht. Wat ook het thema moge zijn, transparantie en licht eisen een hoofdrol in de creatie en de veruiterlijking van zijn oeuvre. Ook het kosmische neemt meer en meer de bovenhand en symboliseert de eindeloosheid van het bestaan, de taal van het metafysische. Licht vang je niet. Het komt en gaat. Het is ongrijpbaar, maar het schenkt het aardse wezen de mogelijkheid waar te nemen wat een bovenaardse kracht geschapen heeft. Fons Roggeman kan er uren, dagen over filosoferen, maar eens hij denkt het te vatten, verdwijnt het in de duisternis van ons bestaan.
Het oeuvre van Fons Roggeman lijkt ingedeeld in welomlijnde cycli maar toch kan je de kunstenaar geen etiket opkleven. Hij is en blijft steeds zichzelf en niemand kon het ooit beter verwoorden dan Dr. kunsthistoricus Piet Boyens bij de retrospectieve Roggeman, ingericht door het gemeentebestuur van Sint-Martens-Latem en De Latemse Kunstkring ter gelegenheid van de vijfenzestigste verjaardag van Fons Roggeman:
<...het heeft weinig zin Fons Roggeman, naar de geest nog het meest expressionist, onder te brengen bij een moderne stroming; hij zou nooit de tirannie van een stijl kunnen dulden. Trouwens, kunstenaars, dus ook Roggeman, maken op de eerste plaats dingen, ieder naar eigen aard; ze zijn continu op weg, nooit naar een of andere (nog onbekende) stijlrichting of juist daarvan af, maar in het ideale geval naar voortdurende verandering en verdieping.
Fons is en blijft een individu, maar wel op zijn manier met anderen verbonden. Misschien niet met de tendensen die het gezicht van de tijd bepalen, maar met wat toen en nu en straks in de mens, in de objecten, in de natuur wezenlijk was, is en zal zijn...>
Mooier kun je als kunstrecensent een artiest niet typeren. Daarom ook wil ik met dit fragment de toelichting bij de kunstenaar en zijn oeuvre afsluiten. Fons Roggeman is een zoeker. Hij tast zijn nabije omgeving, de natuur en, ja, de kosmos af en blijft steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen, ook al lijkt die challenge onmogelijk, hij durft ze aan en zal ons blijven verbazen met zijn diep-filosofische en metafysische analyses van het zijn en het bestaan.
Op uitnodiging van Den Laethemschen Vriendenkring toont Fons Roggeman zijn recentste oeuvre in de Brouwerijschuur, Dorp 24 te Sint-Martens-Latem.
Tijdens de vernissage op vrijdag 18 april vanaf 19.30 uur stelt de kunstenaar een reeks van drie nieuwe lithografieën voor, waar de geïnteresseerde kunstliefhebber nog kan op voorintekenen. De voorintekening loopt van 1 maart tot 20 april 2008.
De lithos (60 x 60 cm) zijn zowel in reeks als afzonderlijk verkrijgbaar en kosten in voorverkoop (ingekaderd) 500 per stuk of 1.350 voor de reeks. Niet ingekaderd, bij voorintekening 425 of de reeks voor 1.000. Alle verdere informatie kan bekomen worden via e-mail aan fons@fons-roggeman.be
De tentoonstelling loopt van zaterdag 19 april tot en met zondag 4 mei 2008.
Openingsuren: za, zo en feestdagen van 11 tot 18 uur. Tijdens weekdagen van 14 tot 17 u.
Gesloten op dinsdag en woensdag.
Fernand Willio
19-03-2008 om 16:50
geschreven door Fernand Willio
|