Als ik zo in de tijd terugblik naar mijn eerste echte herinnering aan het kermisgebeuren moet ik teruggaan naar de vijftiger jaren.
Ik was amper drie en gezien het woord babysit blijkbaar nog niet uitgevonden was moest ik mee met pa en ma.
Voor mij, als jonge Latemnaar, begon dat al op vrijdagnamiddag met een bolling achter de tuin van Swa Dirix waar de mannen uit de buurt van de Brandstraat, Nieuwe Weg en Guido Gezellestraat met de krulbol hun kermisgebeuren inzetten. s Avonds werd gekaart in de Golflaan of mooier klinkend uit de volksmond, an den gravé.
s Zaterdags werd het een heuse kroegentocht. We begonnen dus op de gravé waar er een kaarting was bij Taf Loncke en daarna een bolling in Café DE NIEUWE WIJK bij Elza en Georges Tournet. Van daaruit ging het hele zootje naar DE VLUCHTER bij Zoë Malfait waar er gedanst werd op muziek van Judith Declercq en Slooverke. Judith was accordeonvirtuose en haar man speelde de drums. Ook Clément en Emile Van Haelemeersch kwamen wel eens mee musiceren.
s Zondags was er na de kruisboogschieting bij Tournet feest op t dorp bij bakker Alliet en bij de Van Parijskes. Vandaar ging het naar het LANDBOUWERSHUIS, DE MONACO en DE VAN HIMBEECKS VRIENDEN bij Oscar Petrens waar er gekaart werd en waar de vrouwen pitjesbak speelden.
Voor het dansen trok iedereen naar DIKKE PIER, waar de rokken zwaaiden op de tonen van het DECAP-orgel.
Mijn taak was centjes in het orgel steken en braafjes op mijn stoel zitten en slurpen aan mijn grenadine. Veel had ik er dus niet aan.
De maandag mocht ik rusten, maar op dinsdag moest ik opnieuw mee naar Brakelkermis waar er wielerkoers was en intussen ook volksspelen werden beoefend. Mannen en vrouwen deden mee aan de bolling en wij mochten mastklimmen.
Op woensdag was er Golflaankermis met een wielerwedstrijd voor onafhankelijken en kaartingen, schietingen of bollingen bij Tournet en Loncke.
Vandaar werd er afgezakt naar Café DE KROON, Café SPORTWERELD, bij Willy Cocquyt en naar de CHALET DU PRÉVERT bij Madelon.
Het kermisleven bleef al die jaren in datzelfde stramien. Ik geef eerlijk toe dat ik al dat gedoe snel moe was en liever thuis bleef dan altijd achter ma en pa aan te zeulen. Die paardenmolen en dat draairad konden me gestolen worden. Pas als 10-12 jarige had ik er opnieuw wat aan.
Dan kregen we het schietkraam en vooral de autoscooter in het vizier.
Toen we dan zon 14 à 15 jaar waren kregen we ons drinkgeld en mochten we alleen optrekken. Dan begon het pas echt leuk te worden.
Pintje drinken, sigaretje roken en de meisjes binnenpakken. Eindelijk begon t leven!
Brigitte Bardot, Gina Lollobridgida, Paul Anka, Elvis, Johnny Hallyday, Françoise Hardy, ja zelfs de Beatles kleurden de zeilen van de botsautos. Keiharde, toffe muziek EN
we konden de meisjes nu eindelijk zelf eens dicht tegen onze gilet trekken en leerden kussen en vrijen zoals het moest.
Toen begonnen ook de guitenstreken. We schuimden per fiets of brommer de kermissen van Nazareth, Drongen, Nevele, De Pinte, Zwijnaarde en Zevergem af op zoek naar een vers lief.
Dat lukte aardig, maar veelal moesten we gaan lopen of kregen we een pak rammel van jaloerse rivalen.
Toen mijn generatie zestien werd taande de belangstelling voor het kermisleven opnieuw.
We gingen na of zelfs tijdens de schooltijd een pintje drinken, trokken in t weekend naar dancings in de buurtof ver weg en leefden vooral naar de toen fameuze megafuif De nacht van FC Latem toe. Hoogtepunten uit onze voetbalcarriëre
op de dansvloer en achter de struiken.
We waren het vuurwerk aan de Leie en de botsautootjes ontgroeid
Op ons 18de mengden we ons opnieuw in het nostalgische kermisgewoel. Een nieuwe generatie was opgestaan.
DE KLOKKEPUT was toen de place to be met Miel De Cauter en zijn Peuzelkroeg waar Miel Cools, Jan De Wilde en vooral de Cotton City Jazzband met kleppers als Louis Nelson, Alton Purnell of andere jazziconen voor de ambiance zorgden.
Bij bakker Claeys in de Sint-Martinus was er kaarting en schieting en waren de pintjes goedkoop. Ook DE RUBENS werd een vaste stek, eerst bij Richard Malfait, later met Yvette en vooral met Rietje, het toenmalig sekssymbool van Latem.
Mijn bende legde zich vooral toe op de woensdagavond in de SPORTWERELD, bij Willy Cocquyt en later bij De Zwarte, waar haar nichtje Ria het hart en de centjes van jong en oud veroverde met haar wulpse, dansgrage lijf en in CAFE DE GOLF, eerst bij Jackie en later bij Etienne en Lea Dhondt.
In den tijd van Jackie was er een danszaal en kwamen de plaatselijke beatorkestjes hun talenten tentoonspreiden. Op de tonen van de Cherokees, The Atlantics of The Saturns werd er gerockt en getwist dat het een lust was.
Ikzelf hield mij toen met de Schuurkes(Verschueren) , Jantje Tournet en Ivan De Breuck vooral met pesterijen bezig. Fietsen van de ouwe snoepers werden gesaboteerd, wielen en zadels verwisseld. Hekken van notabelen en vooral die van diene braven deurwaarder werden stevig dichtgeketend of belandden honderden meters verder bij een nietsvermoedende buur. Luiken of drogend wasgoed werden van plaats gewisseld, kippen losgelaten
De grootste schunnigheden ga ik niet verklappen.
Met al dat bier, de vettige frieten en oliebollen moesten we ook al eens iets aflaten, maar wat, laat ik aan uw fantasie over
De mooiste stunt die ik mij herinner was toen Henk Verschuere de ouwe ijskreemkar van Patisserie DE GOLF achter zijn ezeltje spande en er het dorp mee rond hoste.
Voor dergelijke zaken sluiten ze je tegenwoordig op voor vandalisme of diefstal. Toen werd er alleen maar hartelijk om gelachen.
Het is merkwaardig, maar eens je dan de vijftig voorbij bent komt die belangstelling voor het kermisleven terug.
Er is geen wijk of buurt of er moet een kermis zijn. HOOGLATEM, OPEN VELD, SINT PIETERSHEIDE, ST MARTINUS en in Deurle de SEPTEMBERKERMIS, VIERSCHAARKERMIS met in de beste tijd het betere popgebeuren en dan de rock and roll bij Fred van de Zonnedans.
STATIEKERMIS met BORN, LAURA en LUC STEENO komt eraan: 22, 23 en 24 april 2005, dus
allen naar Deurlestatie!
Attracties zat, dus span maar bussen in uit Limburg, Antwerpen en de Kempen.
|