H6 Half open jeugd-, gesloten- en strafgevangenissen.
D1 Voormalig Concentratiekamp Nieuw Vossevelth
In 1979 sta ik als vijftienjarige jongen in de rechtbank aan de Noordsingel in Rotterdam om te worden veroordeeld door een oud grijsharig uitziend vrouwelijk krom gezeten lijk met ziekenfondsbril en een afschuwelijke foto van onze koningin in het blauw achter haar, tot twee maanden voorwaardelijk en twee maanden onvoorwaardelijk, inzake van twee inbraken waarvan er een op heterdaad betrapt een en ander door verraad. En om het mij niet te gemakkelijk te maken stuurde zij mij naar het kamp Vught oftewel toen nog Nieuw Vossevelth daar deze nogal bekend stond voor hardleerse jongens. Deze keus omdat dit toen nog een half open gevangenis was daar ik nog minderjarig was. Wel had ik al het rotte voorgevoel dat ik dit rechterlijke grijze monster vaker tegen zou komen ik mijn toekomstige carrière.
Ik kreeg ongeveer een half jaar later een zo gezegde zelfmeldingsbrief. Hou je jezelf niet aan de gemaakte afspraak, ga je alsnog naar het open kamp maar dan wel in een gesloten afdeling, was de waarschuwing. Als ze je tenminste oppakken natuurlijk maar vroeg of laat gebeurt dat toch. Zeker in het milieu waar ik in leefde speelde de politie haast dagelijks een rol. Dus ik met mijn stomme kop tasje ingepakt bus en treinkaartje gekocht en daar stond ik dan voor ik het wist voor een heel bijzondere gevangenispoort die mij verdomd veel deed leken op die uit die serie van Colditz. Dit was voor de grote verbouwing want het is nu een extra zwaar beveiligde gevangenis met alles zeer elektronisch voor ontsnappingsgevaarlijke mensen, daarover later meer want ik had een soort van abonnement op Vught zeg maar.
Het was een zeer grote gevangenis met rijen prikkeldraad van vier meter hoog omgeven die onder stroom stonden en op de vier hoeken stonden geschutstorens met mannen met karabijnen erin. Open kamp? Nou dan wilde ik wel eens een gesloten gevangenis zien. Was ik genept!
Na de de visitatie, dat is de afdeling waar je kleding gefouilleerd word inclusief jezelf kom je terecht bij de badmeester alwaar je twee handdoeken, twee theedoeken, twee lakens een kussensloop en een dun tekort dekentje waardoor je dus s nachts (vooral s winters) altijd of een koude nek had of koude voeten dus dat was afwisselen en nooit echt lekker slapen, een heerlijke douche krijgt met anti luizenshampoo bij de badmeester die bijt in je ogen een weggooischeermesje en een stuk zeep wat riekt naar Dettol. Heb je geen schone kleding bij je krijg je van hun zolang een overall totdat je kleding gewassen is.
Daar liep ik dan als broekie voor het eerst in de bajes net gedoucht mijn ogen brandend van de shampoo stinkend naar de Dettol in mijn grijze overall. Mijn kleding vonden ze te vies om met een stokkie beet te pakken vandaar, dus dat ging eerst de was in. Wisten die boeren veel daar dat wij in de grote steden midden in de punktijd zaten, dat was modern toen om er niet uit te zien. Hoe gekker hoe beter. Ze schrokken zich de pleuris toen ik binnen kwam. En moest direct mijzelf uitkleden en ontsmet worden. Na het douchen is er altijd eerst een medisch onderzoek nadat je eerst een half tot een heel uur heb rond lopen banjeren in je nieuwe omgeving met je hele stapel lakens kleding en deken enzovoort want niemand was zo behulpzaam om mij te vertellen waar de Amer was, een van de twee jeugdbarakken, de ander heette Amor en dat kwam heel simpel er was geen kip te zien maar een heel vreemde doodse stilte en niemand was met me meegelopen.
Loop maar naar het hoofdgebouw daar helpen ze je wel verder, was mij verteld.
Ik zocht het hoofdgebouw maar er was geen sterveling te zien. Ik liep op een kronkelig pad met heel hoge bomen als in een bos die vol zaten met kauwen kraaien en eksters net als op een begrafenisplaats die mij lachend en knarsend verwelkomden. Het was angstaanjagend. Gelukkig zie ik een eenzame neger in een fel oranje overall die door strafcorvee moest bladeren prikken midden in de herfst die zo vriendelijk was om tegen betaling van een shaggie wel even te vertellen waar het hoofdgebouw was.
Gewoon het pad aflopen kom je er vanzelf. Toffe gozer!
Daar stond ik dan toch ineens echt voor een oud kasteel met kantelen, torens en kerkers, wat later echt door de Nazis gebouwd bleek te zijn met strafgangen, martelkelders en luchtkooi (de tijgerkooi is de bijnaam daar omdat je alleen de lucht kunt zien) compleet.
Hier vroeg ik in de halfronde poort met roodwitte schuine balken bespijkerde deur de portier na een trek aan hendel die met een stalen snaar is verbonden aan een koperen bel waar ik de Amer kon vinden. Hij vertelde met een blikken stem door een koperen plaat die als speaker diende dat ik bij de barakken die langs het voetbalveld lagen moest zijn. Ik liep langs de tientallen lange smalle loodsen met bijna platte daken die net in een punt liepen in een gore okergele kleur de muren met oranje dakpannen.
Waarom komt mij dit plaatje toch zo bekent voor? Dachau? Bergen-Belsen?
Ik krijg de boodschap mee dat ik na het melden op de Amer direct terug moest komen voor een medisch onderzoek. Ik liep richting voetbalveld en voordat ik naar binnenstap kijk ik heen over het benevelde veld nog even achterom van goal tot goal en zie dat er achter de ene cornervlag een verbrandingsoven staat van veertig jaar terug. Eentje voor mensen wel te verstaan. De sfeer werd steeds grimmiger. Een vettige vadsige vriendelijke bewaarder geeft mij een kamer en een stalen pispot met deksel en een bijbel, nee wcs had je toen nog niet op je cel. Hij beveelt mij mijn bed op te maken en snel naar de medische dienst te rennen om daarna direct terug te komen om de directie te ontmoeten.
Rennen? Ik laat me nu al niet gek maken. Relaxed liep ik terug naar het hoofdgebouw de barakken om mij heen bekijkend die iedereen kent uit die films over die concentratiekampen. Was dit mijn karma? Vanwege mijn racistische puberjaren?
Na wat gezeik over de dosis methadon en de afbouw hiervan en een urinecontrole had gedaan, ik het voor elkaar dat ik een afbouwsysteem had geregeld van een cc per dag om na de 0 over te stappen op Dalmadolrm en Depronal voor een week en dan was het over ik was namelijk verslaafd.
Ik loop tussen het groen door richting de Amer waar de Directeur ongeduldig op mij staat te wachten voor mijn celdeur.
Zo dat is een hele eer, zei ik. Maar niets was minder waar, het is een gewoonte in de gevangenis dat er iemand van de directie in dit geval twee homoseksuelen, waarvan er een eindelijk na jarenlang een schrikbewind gevoerd te hebben oneervol is ontslagen. Koehorst heet hij. Ik hoop dat ie dood is of een terminale ziekte heeft dat is nog beter.
Koehorst legde de regels uit en vertelde dat er later die dag een excursie was voor mij en nog tien andere nieuwkomers. Excursie? Vroeg ik ter verklaring.
Dit vanuit het historisch oogpunt gezien van de omgeving waarin wij ons bevinden.
Een film en een rondleiding.
Zie je ik voelde al nattigheid. Maar hoe drassig het zou worden kunt u zich in uw ergste nachtmerries niet voorstellen.
|