Vanuit de B & B "Wees Gegroet" hebben we een 12,5 km tocht gemaakt van Vorsen door het wijde landschap van boomgaarden en hoeven.
Op die weg hebben we de Gallo-Romeinse aanwezigheid gevoeld door de grafheuvels te bewonderen welke dateren uit de 2e eeuw na Christus. Hier enkele beelden van deze wandeling:
De maand april is de maand van de bloesems in Haspengouw. Maar dit jaar was de bloei later dan normaal. We zijn naar Haspengouw getrokken voor een verblijf van 3 dagen (18.04 - 21.04 ) in het hartje van Vorsen in de B & B "Wees Gegroet " (www.weesgegroet.com ) . Het ontbijt is er fantastisch zonder te spreken van het avondmaal,een bezoek waard.
We hebben enkele wandelingen gemaakt in Sint-Truiden ,Borgloon en Gingelom. De bloesems waren goed te zien bij de hoogstammen ,maar bij de laagstammen stonden vooral de perebomen in bloei.
De dag daarna zijn we naar Borgloon (Grootloon) getrokken voor een wandeling van 12,5 km.Je vertrekt in Borgloon en wandelt een landschap binnen van beboste hellingen en boomgaarden ( hoog-en laagstammen).
Een goed aangeduid wandelpad dat de sporen volgt van de Romeinen (aangelegd rond 75 na Christus ,die verbinding maakte tussen Tonderen - Tienen ,Kasel en Boulogne). Dit pad brengt u terug naar het kerkplein van Borgloon om een verdiende dorst te lessen.
Hier enkele beelden van dit mooie landschap (te beginnen bij Sint-Truiden):
Na ons bezoek aan het "Memorial Museum Passchendaele 1917 " zijn we op onze terugtocht naar huis Tyne Cot gaan bezoeken.
Tyne Cot is de grootste begraafplaats van de COMMONWEALTH ter wereld.
De naam Tyne Cot werd samengesteld uit Tyne dit is een rivier uit Northumberland (Noord-Engeland ) en Cot komt van Cottage =landelijke woning (zie foto verder).
Het herinnerd aan de bloedige slag van Passendaele. Hier stierven tienduizende soldaten (1917) voor een terreinwinst van amper acht kilometer.
Tyne Cot Cemetery werd opgericht op de plaats van de versterkte Duitse Flandern I- stelling ,deze bestond uit een aantal bunkers ,waarvan de twee vooraan links en rechts staan,twee onder de paviljoenen links en rechts van het vermistenmonument.De grootste staat onder het "Cross of Sacrifice "de andere staat verborgen onder de omheiningsmuur recht van het "Cross of Scrifice".
Er liggen 11.957 doden uit de Commonwealth en ook vier Duitsers.Op de herinneringsmuur staan 34.957 vermisten van Britten en Nieuw-Zeelanders die gesneuveld zijn na 16/08/1917. De overige vermisten staan op de Menenpoort te Ieper.
Bij de inname van de Duitse stellingen werd de hoofdbunker (onder het "Cross of Sacrifice ") gebruikt als hulppost,vanaf oktober 1918 werden er meer dan 300 soldaten begraven achter deze bunker en ontstond aldus de eerste begraafplaats van Tyne Cot.Dit kunt u zien aan de grafzerken en de open plaats achter het "Cross of Sacrifice.
Vanaf 1914 tot 1917 bouwden de Duitsers "Bayernwald" uit tot een oninneembare vesting. De nu gerestaureerde stelling is slechts 10% van het oorspronelijke Bayernwald. Het ligt op een hoogte van 40 met een groot militaire en strategische waarde. De Duisters dachten dat hun loopgrachten op grote diepte werden ondergraven en groeven doorom de diepe luisterschachten. Op 7 juni 1917 ontploffen er 3 ladingen onder de nabijgelegen loopgrachten. Na deze mijnenslag belandt Bayernwald ver achter de Britse linies.Maar in het voorjaar van 1918 tijdens de slag om de Kemmelberg heroverden de Duitsers Bayernwald.Maar op 28091918 wordt het terug ingenomen door de Britse troepen tot de wapenstilstand van 11/11/1918.
Bayernwald werd na de oorlog opgeruimd en verkocht aan Henri Becquart. In 1971 ontdekte zijn zoon ;André Becquart ; bij toeval de toegang tot een diepe schacht.Geboeid door zijn vondst laat hij onmiddellijk de vier bunkers uitgraven en loopgraven aanleggen.Na de dood van André Becquart raakt dit in verval.
De restauratie van Bayernwald werd aangevangen in 1998 door het gemeentebestuur van Heuvelland en met een samenwerkingsovereenkomst van het ABAF( Association for Battlefield Archaeology in Flanders) en met de huidige eigenaar Declercq René.
Bayernwald is de enige Duitse oorlogsite in Vlaamderen met 300 meter loopgraven ,4 bunkers en 2 mijnschachten.
De huidige loopgraven zijn gereconstrueerd op basis van archeologische onderzoeken. Het water wordt onder A-framen weggevoerd en de wanden worden rechtgehouden met stevig verankerd vlechtwerk in wilgentenen.
Om Bayernwald te kunnen bezoeken krijgt u een toegangscode tegen betaling van 1,5 pp af te halen VVV- Heuvelland (www.heuvelland.be info :057/450455).
Van het "Flanders Museum" zijn we doorgereden naarHill 62 . Hill 62 ligt buiten de gemeente Zillebeke (zie kaart) op een hoogte van ongeveer 62 meter,daar hadden de Britten en de Canadezen een goed overzicht van de Duitse linies en het achterland. Deze linies werden bemand door Canadezen. Op 2 juni 1916 om 8 uur bestookte de Duitse artillerie de Canadezen,ondergrondse mijnen werden tot ontploffing gebracht , de Canadezen werden over een lengte van 1200 meter terugedreven tussen Hill 62 en Mount Sorrel. Op 13 juni werd deze linie terug veroverd op de Duitsers ( door Britten en Candezen). Op Hill 62 ligt het Sanctuary Wood Museum (privaat) met gebruiksvoorwerpen gevonden ter pleke,bomkraters en loopgraven zoals ze verlaten werden in 1918. Boven op de heuvel staat een Canadees monument. Na dit bezoek zijn we doorgereden naar Wijtschatten om een reconstructie te zien van de Duitse linies van het " BAYERWALD "
Hier ziet u twee foto's : linkse foto zoals het er nu uitziet en de rechtse foto in 1990 genomen (alle gras is verdwenen) ,spijtig dat de loopgraven niet beter bewaard gebleven zijn (eigen bevinding). (beide foto's uit "The Great War 1914-1918" )
Duitse grafzerken
Na dit bezoek kan men rustig genieten op de kamers van het hoteL Reverie op de Rodeberg in het Heuvelland.
Ons nieuwjaarsgeschenk van de kinderen Els, Dirk en Koen en de kleinkinderen Thomas, Jeroen, Sarah en Sofie is een weekend in het Heuvelland op de Rodeberg in het hotel Reverie.
We hebben dan ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om langs Ieper te rijden en het Flanders Fields Museum te bezoeken.
Deze maquette is gemaakt op schaal van de "YORKSHIRE TRENCH" & Dug Out Dit is een ondergrondse constructie ter bescherming van de soldaten en gemaakt op een diepte van 4 tot 10 meter onder de grond. Deze werden ontdekt in 1992. Een reconstructie van een Dug-Out is te bezichtigen in het museum van Passendale.(Beelden volgen)
de Yorkshire Trench is te bezichtigen te Boezinge ,Rietveldstraat (enkel de loopgrachten en de ingang van de ondergrondse constructie).
ingang van Dug-Out
enkele van de grafkruissen
Maurice Langaskens : (kunstschilder)
Hij was 30 jaar toen hij gemobiliseerd werd op 01.08.1914. Anderhalve week later werd hij krijgsgevangene genomen hij verbleef drie en een half jaar in Duitse gevangenkampen. Hij stierf in het jaar 1946.
We zijn vertrokken vanuit het Brauneberger Hof langs Mülheim door het bos en de wijngaarden naar het bloemendorp Veldenz.
Veldenz ligt in de Mittelmosel aan de rechteroever van de Moezel ongeveer 2 km van Mülheim in een zeer bosrijk gebied.
Rieseling is de meest voorkomende druif ,er is ongeveer 130 hectaren wijngaard waarvan de de beste wijnhellingen : Elisenberg,Kirchberg,Mühlberg,Grafschafter Sonneberg en Karlsberg.
Bekende bezienswaardigheden zijn "Villa Romana" het Rathaus de keltische muur en natuurlijk Schloss Veldenz ( bezoeken we volgend jaar).
Wijnbouw en Toerisme spelen een belangrijke rol in het dorp.
Hier enkele beelden van de wandeling en het dorp :
Ons vertrekpunt ligt aan het Brauneberger Hof ,we volgen de weg lans de Moezel. Het eerste wat je kunt zien aan de overkant is een romeins kelderruïne (kant van de Brauneberger Juffer-Sonnenuhr).
Voor een lang weekend zijn we vertrokken naar de streek van de Moezel meer bekend als de Midden-Moezel de wijnstreek van de Brauneberger Juffer.
We verbleven in het gezellige Brauneberger Hof waar Mevr.CONRAD de leiding heeft van het hotel en de zoon Martin Conradn de leiding van het wijngoed.
We vertokken om 9u30' naar de wijngaard waarvan de CONRADUS (een van de verschillende wijnsoorten van het wijngoed) wordt gemaakt.
Eerst werden we uitvoerig ingelicht hoe we de druiven moesten plukken ( volgens aloude traditie met de hand) en waar we terzelfder tijd moesten opletten. De druiven met schimmels werden verwijderd, de gedroogde druiven met een uitzicht als rozijnen mochten mee.
Tros per tros wordt met een schaar afgesneden en in een bak gelegd die wordt meegenomen van wijnstok tot wijnstok. Om op eenzelfde lijn te blijven moet de ene plukker de andere helpen wanneer deze het tempo niet aankan. Wanneer de bak vol is (of bijna vol is) wordt die in een draagmand overgegoten en die wordt dan door een drager de helling afgedragen en in de kuip gegoten welke op de aanhangwagen van de tractor staat.
Wanneer de drie kuipen vol zijn worden deze naar de wijnpers gereden.De dag daarna wordt het druivensap in vaten gepompt. Van het bezinksel (droesem = stelen en schillen van de druiven) wordt later sterke drank gemaakt (Trester).
Na het plukken werd er ons een lunch aangeboden met als drank de Conradus rieseling-trocken en de Conradus feinherb (zacht). Na de lunch was er gebak en koffie.
Het was 15u wanneer we terug waren in het Brauneberger-Hof. Daarna zijn we met ons tweetjes te voet naar Berncastel gewandeld (heen en terug = 16km) zodat we ongeveer terug waren voor het gastronomisch 5-gangen menu met aangepaste wijnen bij kaarslicht in de kelder van het hotel.
Hier enkel belden van het "lesen" (plukken) van de druiven :
"Lokorn" ligt in het zuidwesten van het Aulnedal en is een van de meest mooie dorpjes van Frankrijk.
Het valt vooral op door zij authenticiteit en zijn archtitectuur ,de granieten huizen,de kasseistraatjes.
Het begon allemaal met de komst van de Ierse monnik Saint-Ronan.
Jaarlijks op de tweede zondag van juli vindt er een processie plaats die "troménie" heet (betekend : tocht naar het klooster).
De zeilmakerijen vormden de welvaart in de 17e eeuw.
Het verdwijnen van de zeilschepen en de industriële revolutie betekende het einde van deze welvaart in de 19e eeuw.
De Eglise Saint-Ronan werd gebouwd tussen 1424 en 1480 met de hulp van de hertogen van Bretagne.Tegen de kerk staat de Chapelle du Pénity gebouwd in 1504 in opdracht van de hertogin Anna.
Rondom het kerkplein staan unieke huizen in natuursteen uit de 16e en de 17e eeuw.
Pointe du Millier ligt tussen Douarnenez en Cap-Sizun. Beneden ligt een klein kiezelstrand voor de sportieve liefhebbers van surfen,kanoën en duiken. Een prachtig uitzicht. In een pijnbos staat er de watermolen "Moulin de Keriolet",hij werd gebouwd in 1868 en is uitgerust met een spin. Hier enkele beelden van de omgeving :
Douarnenez ligt aan de riviermond van de Pouldavid. Het is in de eerste plaats een stad van vissers (sardinevissers) en visconserve-industrie. Vanaf de pier heeft men een zicht over de Baie de Douarnenez en de Port de Rosneur. De Nouveau Port is zeker een bezoek waard. Het " Port-Musée " is eveneens een bezoek waard. Hier enkele beelden van deze vissersstad :
Vanuit Esquibien rijden we naar Pointe du Van langs de kust. Langs deze kust ligt het vogelreservaat "Reserve de Cap Sun", hier kun je meer dan duizende zeevogels observeren. Dan 6 km ten zuidwesten van de Pointe du Van ligt de Pointe du Raz. Tussen beide kapen ligt de Baie des Trépassés. Hier enkele beelden van dit prachtig stukje natuur: