Er zijn zo van die fenomenen waar je weinig aan doet. Zo bijvoorbeeld het feit dat enkele jaren geleden het patersbier van de abdij van Westvleteren op internet tot het beste bier van de wereld werd uitgeroepen. Op zich onzin want hoe bepaal je dat: het beste bier van de wereld? Het is evident dat zo’n kwalificatie serieuze consequenties heeft. Het is uiterst moeilijk geworden om in de abdij nog een krat bier te kopen. De monniken brouwen om te leven, niet omgekeerd. De grote vraag kunnen ze niet aan en ze hebben een biertelefoon geïnstalleerd om de aankoop wat in goeie banen te leiden. De beperkte hoeveelheid bier die er per jaar gebrouwen wordt, zeg maar de schaarste, brengt allerlei toestanden mee waar de paters allesbehalve gelukkig mee kunnen zijn, uitwassen dus. Zo zijn er nu cafés waar Westvleteren twaalf tegen een schandalige prijs verkocht wordt. Eerder al zag ik voor een café in Mechelen een bord waarop stond dat ze dat patersbier voor negen euro de fles verkopen. Gisteren in een café bij het Jubelpark in Brussel kon ik constateren dat de Westvleteren twaalf er voor twaalf euro de fles gedronken kon worden.
Wellicht kwestie van het aantal graden en het aantal euro in evenwicht te houden.
|