Eigenlijk ben ik een fan van ‘Altijd ergens’, de pagina van Michiel Hendryckx in DS Weekblad: een foto met uitgebreide commentaar. In het nummer van vorige zaterdag toont zijn foto het bekende raam van de schrijfkamer van Stijn Streuvels en zijn stukje gaat over de schrijver. Blijkbaar heeft Hendryckx het niet zo op Streuvels begrepen. Wat hij zegt, is erg kort door de bocht, maar het is zijn recht het eerder voor Elsschot en Nescio en een zakelijke stijl te hebben. Hij verwijt Streuvels zijn ‘schoonschrijverij’, zijn lust met de penne. “Met de jaren ging zijn werk alsmaar krommer hangen van de gezwollen natuurbeschrijvingen.” Ach, het is waar dat Streuvels doorgaans niet om een paar adjectieven verlegen zat, maar zijn werk reduceren tot gezwollen natuurbeschrijvingen getuigt niet van grote kennis van het oeuvre van Streuvels. Hendryckx weet ook te melden dat er in de Westhoek nog altijd een harde kern aanbidders rondloopt “die zichzelf wijsmaakt dat hij de wereldliteratuur vernieuwde”. Eerlijk gezegd ben ik nog nooit zo’n aanbidder tegen het lijf gelopen, maar dat zal wel aan mij liggen. Maar wat betekent dat: de wereldliteratuur vernieuwen? Hoe meet je dat? Ik geloof sowieso niet dat één auteur daartoe in staat is. Wel geloof ik dat Streuvels een auteur met wereldklasse is.
|