EEN ZWIJGEND PROTEST
In een kleine gemeenschap als Hindeloopen groet men elkaar doorgaans en noemt men elkaar in vele gevallen bij de voornaam. Niet groeten is dan ook in de meeste gevallen een teken dat er ruzie o.i.d. is.
Pieter Pietersen en Dirk Derkens kenden elkaar al vele jaren prima. Ze waren zelfs nog verre familie van elkaar. Op zekere dag kwamen ze elkaar tegen op straat en groette Pietersen met " goeden morgen Derksens ". Maar tot verbazing van Pietersen werd er geen enkele tegengroet gehoord van Derkens. Dit voorval herhaalde zich de komende dagen een aantal keren. Pietersen kon groeten wat hij wou, maar van Derkens werd niets gehoord. Pietersen wist niet waar hij dit stilzwijgen aan te danken had. Hij was zich van geen enkel kwaad bewust. Uiteraard werd hier thuis in huiselijk kring over gesproken. Maar ook daar kon niemand een reden bedenken waarom Derkens in alle talen zweeg. Er werd dan ook besloten bij een volgende ontmoeting Derkens recht op de man af te vragen wat er was. Twee dagen later kwamen ze elkaar weer tegen. En wederom zweeg Derkens. Toen Pietersen zoals hij zich voorgenomen had vroeg waarom hij de laatste week niets meer terug zei was het simpele antwoord: "Als jij niet gewoon Dirk kunt zeggen heb ik liever dat je je stil houdt ".
DE EERSTE STAP
Twee mannen (buren) spraken al 20 jaar lang niet tegen elkaar. Wel groetten ze de beide wederzijdse echtgenotes. De wederzijdse vrouwen waren weliswaar geen vriendinnen maar van een onvriendelijke houding tegenover elkaar was echter ook niets te merken. Ook de wederzijdse kinderen leden niet onder de houding van de vaders. Zij speelden met elkaar en kwamen normaal bij elkaar over de vloer. De beide mannen liepen elkaar echter in lengte van dagen zonder spreken voorbij. En als men vroeg waarom zij niets tegen elkaar zeiden wist geen van beiden het waarom van dit stilzwijgen. Op zekere dag kreeg de oudste, die we hier gemakshalve Jan noemen, een ernstig ongeluk en belandde in het ziekenhuis. De vrouw van de jongste buur, die we hier Klaas zullen noemen, was gewoon alle zieken uit Hindeloopen een kaart met beterschapswensen te sturen. Ook Jan kreeg na enkele dagen in het ziekenhuis een kaart van Klaas zijn vrouw. Gewoonte getrouw ondertekende zij deze kaart mede ook met haar man zijn naam. Deze kaart, met beide namen, was voor Jan aanleiding om zich voor te nemen in het vervolg ook wat vriendelijker te zijn tegen Klaas. Dit goede voornemen werd al snel enigszins geholpen door een toevallige gebeurtenis. Jan was nog maar net ontslagen uit het ziekenhuis toen hij hoorde dat Klaas was opgenomen in het ziekenhuis voor een kleine operatie. Klaas was bij wijze van spreken nog maar net bij kennis na de operatie of er hing al een kaart met van harte beterschap op het prikbord met als afzender Jan en zijn vrouw.
Afloop: De beide buren zijn nooit vrienden geworden maar nadien groetten ze elkaar altijd vriendelijk. En beiden waren blij dat de oude vete (?) verleden tijd was.
SPREKEN IS ZILVER EN ZWIJGEN IS GOUD
Het spreekwoord zegt: spreken is zilver en zwijgen is goud. Maar het volgende verhaaltje toont aan dat spreken soms ook goud oplevert.
Twee bestuursleden van een plaatselijke vereniging in Hindeloopen werkten reeds jaren eendrachtig samen aan de doelstelling van de vereniging. Zonder dat een van beiden of de vereniging er iets aan kon doen kwam de baan van de man van een van de bestuursleden op de tocht te staan. Zij vroeg de andere bestuursleden van de vereniging het voor haar man op te nemen en actie te voeren tegen het dreigende ontslag van haar man. De andere bestuursleden voelden natuurlijk met haar persoonlijke situatie mee maar waren van mening dat actie tegen een eventueel ontslag van haar man niet in het belang van de vereniging was noch de doelstelling van de vereniging diende. De voorzitter van de club had in deze de taak om de zienswijze van het bestuur over te brengen aan het bestuurslid dat steun vroeg voor haar man.
Nadat de voorzitter het bestuursstandpunt kenbaar had gemaakt en het hoe en waarom uitgelegd had bedankte zij per omgaande voor haar bestuursfunctie. En net als zo vaak gebeurt, werd ook hier de boodschapper voor de onheilbrenger aangezien. De daaropvolgende dagen liepen de beide echtelieden de voorzitter zonder spreken voorbij. Toen de betreffende man ook daadwerkelijk ontslag kreeg stonden de gezichten, ondanks dat de voorzitter helemaal niets te maken had met dit ontslag, helemaal op onweer. Ja het ging zelfs zover dat als ze hem tegen kwamen ze demonstratief het gezicht afwendde.
De andere helft van het conflict, de voorzitterboodschapper, liet zich echter niet beïnvloeden door deze onterechte negatieve houding van de beide echtelieden. Hij deed net of zijn neus bloedde. Elke keer als hij ze, alleen of gezamenlijk, tegen kwam groette hij hen bescheiden maar vriendelijk. Na een half jaar kwam er af en toe een bescheiden knikje terug. Langzaam maar zeker werden de begroetingen normaler. Na twee jaren kwamen de drie per toeval bij een feestelijk gelegenheid aan één tafeltje te zitten. Over en weer werden consumpties aangeboden. Nadien kon zonder dat ooit weer over het conflict gesproken werd de verhouding als normaal gekwalificeerd worden.
Bron: Uit overlevering
|