Afstand : 46.2 km of een lus van 20.5 en of 25.7 km
Vertrekpunt
u kunt kiezen uit twee vertrekpunten, waar u meteen voor een hapje of drankje terechtkunt.
Vrijbroekpark (tussen knooppunt 92 en 93), Hombeeksesteenweg 264,
2800 Mechelen, 015-4513 80
Provinciaal Recreatiedomein De Schorre (tussen knooppunt 26 en 24),
Schommelei 1,2850 Boom, 03-880 76 00.
WAT KOMEN WE TEGEN
. Tussen knooppunt 78 en 52:
bij het BIoso- watersportcentrum valt er altijd wel iets varends te bespeuren: zeilboten, kanoërs, windsurfers... U kunt er ook terecht voor een drankje.
. Tussen knooppunt 78 en 52:
natuurgebied Het Broek in Willebroek is een staatsdomein met een rijke fauna en flora en zorgvuldig uitgestippelde wandelwegen.
. Bij knooppunt 94
Het Zennegat, waar de Zenne, de leuvense Vaart en de Dijle samenvloeien. .
.Tussen knooppunt 26 en 38:
gratis veerdienst tussen Klein-Willebroek en Boom. De veerdiensten varen op het uur en het halfuur, in de zomer van 7 tot 21 uur (middagpauze van 12 tot 13 uur)
't Steencaeyken is een gezellige bruine kroeg met een eenvoudige menukaart:
stoofvlees met frietjes, spaghetti... Dit café maakt deel uit van een sociaal tewerkstellingsproject. Open van 12tot21 uur, dinsdag gesloten. Hoek 76, Boom, www.toerisme-rupelstreek.be.
. Tussen knooppunt 26 en 50:
Nautisch Bezoekerscentrum met info over de scheepvaart en steenbakkerijen.
Bezoek in de hangar ook de oude steenschuit Clotilde (alleen in week- ends), de laatste intacte klipperaak gemaakt in de Rupelstreek, in 1910. Info
03-880 76 25, WWW. toerismerupelstreek.be.
. Tussen knooppunt 50 en 51:
taverne De Drie Rivieren ligt beschut achter de dijk, met een terras op de dijk waar Nete en Dijle samen in de Rupel vloeien. Vissersstraat 91, Rumst, 03-2893608.
Vertrekpunt: het streekmuseum met watermolen, Rufferdinge in Landen Op het Rufferdinge plein is parking voorzien.
Afstand : 42 km
Haspengouw is een uitgestrekte landbouwstreek, waarvan slechts een klein gedeelte in
Vlaams-Brabant ligt, meer bepaald ten zuidoosten van de stad Tienen.
Deze 42 km lange route verbindt, via rustige en verharde landbouwwegen, de verschil-
lende dorpen (14 in totaal) die de gemeente Landen vormen
Route: Landen, Attenhoven, Rumsdorp, Neerlanden, Wange, Eliksem, Ezemaal, Laar, Neerwinden, Overwinden, Sint-Gitterdal, Waasmont, Walshoutem, Montenaken, Wezeren, Walsbets, en terug naar Landen. Met dank aan GPS Tracks en de foto is van Tour de Frans
Bossen en heide maar ook de resten van de mijnen van Winterslag en Waterschei komen we tegen op deze fietsroute doorheen Midden-Limburg.
Inderdaad, ongeveer 1/3 van het grondgebied wordt ingenomen door bossen, sportparken, natuur- en recreatiegebieden - met Bokrijk en zijn openluchtmuseum als meest bekende.
De Krekedalroute (47 km) verkent de vallei van de Krekebeek, die in het verlengde van de Handzamevaart een oostelijke uitloper van het IJzerbekken vormt. Drie geografische streken ontmoeten hier elkaar: de polders, de zandstreek en de zandleemstreek.
De tocht start in Diksmuide en verkent vooreerst een stuk broekland. Van daar gaat het richting Koekelare waar, op de grens met Torhoutse Houtland, de Ruidenberg wordt bereikt. In Kortemark wordt het Krekedal weer opgezocht. Namen van vergeten zeehaventjes herinneren aan de belangrijke rol die de vallei in het middeleeuwse handelsleven speelde. De terugweg leidt langs Werken, Houthulst en Klerken.
Prachtige fietsroute met tal van molens en andere bezienswaardigheden op het trajekt.
Het ene routebordje waarnaar moest gezocht worden te Zarren
Ook de doortocht te Diksmuide is goed uigepijld.
Op verscheidene plaatsen op het trajekt kan een halte om bij te tanken gemaakt worden
Licht heuvelachtig. Normaal gemakkelijk te fietsen bij minder winderig weer.
Deze bewegwijzerde route laat je kennismaken met de vele aspecten van de land- en tuinbouw.
Vertrekpunt is St-Katelijne-Waver, met zijn gekende groentenveiling, het zenuwcentrum van deze landbouwstreek.
30, 33, 49 km St-Katelijne-Waver, Bonheiden, Putte.
Deze route laat je kennismaken met de vele aspecten van de land- en tuinbouw. Oude hoeven en electronisch gestuurde serrecomplexen wisselen elkaar af in deze rustige, landelijke streek. Vertrekpunt is dan ook St-Katelijne-Waver, met zijn gekende groentenveiling, het zenuwcentrum van deze landbouwstreek.
We vertrekken op de Markt, waar de afwezigheid van historische gebouwen meteen opvalt. De oorzaak ligt bij de hevige gevechten die hier plaatsvonden tijdens de eerste wereldoorlog, het ganse marktplein werd vrijwel met de grond gelijkgemaakt. De moderne St-Catharinakerk heeft een merkwaardige vrijstaande stalen klokken- toren met 3 klokken. We rijden de Generaal Deschachtstraat in, die zijn naam dankt aan de generaal die in 1914 vruchteloos de 'Dorpveldschans' verdedigde. Resten van deze schans zijn nog te zien in een zijwegje links (privaat terrein). We rijden richting veiling en zien links het Proefstation voor de Groententeelt, waar gezocht wordt naar de beste groentenrassen en teeltmethodes. Rechts zie je de reusachtige loodsen van de Vennootschap Mechelse Veilingen, die behoort tot de grootste tuinbouwveilingen van Europa. We rijden achter de veiling door en belanden bij het 'Groot Fort' of 'Fort Midzelen' (1910), bijna volledig verwoest tijdens WO I. Via het Hoger Instituut De Nayer (ingenieursopleiding) komen we even verder aan park en kasteel Fruytenborg. Langs de spoorweg en de Midzelen rijden we naar de historische Midzeelhoeven (1701 en 1712) van het Brabantse langgeveltype, met een boerenbloementuin er tussenin. We volgen de Mussepi en letten op bij het oversteken van de Heisbroekweg en de drukke Mechelsesteenweg. In de Berkelei zien we de kapel O-L-V-ter Koorts of Drieraderskapel (1749).
Langs landelijke wegen bereiken we Bonheiden en fietsen langs de Krankhoeve (1717) met het originele 'kaaskot', een houten lattenconstructie die als het ware aan de gevel hangt. Via de Berentrodedreef, met links het middeleeuwse jachtslot-boerderij, en de Oude Kasteellaan, rijden we de Pelgrimstraat in, zo genoemd naar de pelgrims die hier vroeger langskwamen, op weg naar het Heilig Land.
Aan het eind van deze straat kan je links de bewegwijzerde VERKORTING (30 km) nemen of rechts de route vervolgen om Putte-Grasheide te bereiken.
Het open landschap wordt slechts onderbroken door enkele oude hoeven en Mariakapelletjes. Opletten bij het oversteken van de drukke Leuvensebaan. Op de hoek van de Paardenstraat en de Paalstraat bevindt zich de gerestaureerde Paardeveehoeve (1673). We vervolgen onze weg om weldra deelgemeente Beerzel te bereiken. Bemerk de mooie toren (rond 1500) van de Sint-Remigiuskerk (1767), waar enkele staaltjes van houtsnijkunst te bewonderen zijn. We beklimmen de Beerzelberg om even op het hoogste punt van de provincie Antwerpen (50 meter!) te staan. Een adembe- nemend panorama moet je hier echter niet verwachten. Verderop vinden we in de Kegelstraat een paardenmelkerij. Na een ommetje over het grondgebied van Berlaar volgen we lange tijd Steenbeek en komen uit in de Bredestraat, aan de rechterkant, verscholen achter het struikgewas bevindt zich de 'Kleine Schranshoeve' (1771). Al fietsend leren we dat in Putte niet alleen landbouw maar ook boomkwekerijen goed gedijen. Even verder belanden we in O-L-Vr-Waver. Aan de kruising van de Erfstraat en de Scheerslei bevindt zich de 'Schaapstalhoeve'. Geniet hier van het uitzicht op 'Torekenswaver', waarom dit zo genoemd wordt is hier wel overduidelijk. We rijden naar de 'torekens' om te ontdekken dat ze toebehoren aan de kerk, het klooster en de kloosterkerk. In de Bosstraat passeren we het impo- sante kloostergebouw, het vroegere 'Pensionnat des Demoiselles'. Aan de kant van de parking kun je de koepel van de befaamde wintertuin (Art Nouveau, 1910) bewonderen. We volgen verder de bewegwijzering, die ons opnieuw bij ons vertrek- punt brengt. met dank aan : -GPStracks - fietsvriend Charel - Fietsroutes op het net
Deze (Drongengoed)route is bewegwijzerd door de toeristische dienst van de provincie Oost-Vlaanderen.
Ze dankt haar naam aan de abdij van Drongen, die in de dertiende eeuw in deze streek de heidegronden begon te ontginnen. De route doorkruist het landelijke gebied van de gemeenten Knesselare, Maldegem, Eeklo en Zomergem. Ze start aan de Drongengoedhoeve in Ursel. De drie bossen die deze route doorkruist zijn niet de enige bezienswaardigheden langs de Drongengoedroute. Het traject loopt onder meer langs de historische hoeve van Papinglo (Kleit), het Canadamuseum (Adegem), de historische dorpskern van Ronsele, het Hof van Wessegem (Ursel) en de Pietendriesmolen, de oudste staakmolen uit de streek. Ook waterliefhebbers komen aan hun trekken, want de route loopt voor een deel langs het verkeersarme jaagpad van het Schipdonkkanaal. Er zijn ook een aantal onverharde paden in het traject opgenomen.
Verborgen tussen Tongeren en Sint-Truiden ligt, in het vruchtbare Haspengouw, het middeleeuws aandoend stadje Borgloon. Sinds 1976 gefusioneerd met 12 gemeenten tot een kern van 5.111 ha en 10.118 inwoners. Een enig, levenskrachtig stadje, aangelegd bovenop een heuvel, eens een versterkte stad van waaruit de Graven van Loon regeerden over hun Graafschap dat op z'n hoogtepunt de huidige provincie Limburg in grootte evenaarde.
Zet de klok even stil, ontvlucht de drukte van het jachtige leven en geniet in Borgloon van het prachtige groene centrum van de fruitstreek. Waar glooiende vruchtbare akkers, prachtige kasteelparken en niet te vergeten, in de lente, bloeiende boomgaarden een streling zijn voor het oog.
We beginnnen onze fietstocht in het centrum van de stad, aan het stadhuis, of even hogerop op de parking van het Speelhof.
Deze fietsroute is perfekt bewijzerd, geen bordje ontbreekt. Proficiat. Wel even opletten in Rijkel. Na 'n bezoekje aan het kasteel moet je even terug in de richting van waar je gekomen bent en de eerste straat links afslaan.
Bezienswaardigheden onderweg.
Kerniel. Abdij Mariënhof Colen. Met het Sint-Odiliaschrijn (1292) en de koorstoel van de H. Lutgart (1100), het oudste meubelstuk van West-Europa.
Gors-Opleeuw. Kasteel Haagsmeer, Kasteel Bellevue, Kasteel van Gors, Kasteelhoeve, waterpomp, Kasteel van Opleeuw
Jesseren.
Groot-Loon.
Bommershoven. Kasteel ter Hove. De rode winning, kasteel van Bommershoven, kasteel van Heks, het Manshovenhof en het Biezenhof, vroeger eigendom van de Ridders van Alden Biezen.
Broekom.
Hendrieken. Kasteel de Hulsberg
Voort. Kasteel de Tornaco, kapel van Helshoven-Hoepertingen (1254).
Gotem. Fonteinhof.
Rijkel. Kasteel van Rijkel.
Hoepertingen. Kasteel de Mariagaarde en het Paanhuis.
Kuttekoven. Oude molen, Widdingen, kasteel van Rullingen, kasteel de Clee.
Route : Aanvankelijk rijd je door een landelijk gebied met kleine akkerbouw en veeteelt. In Blauwberg ga je rechts rond het dorp en vind je meer dennenbosen en stukjes heide. De weg stijgt lichtjes en je bereikt de heuvelrug Kipdorp Drei Eiken. Je daalt af om door de rand van Herselt te rijden. Via het containerpark beland je terug in een landbouwgebied met de nadruk op veeteelt. In Houtvenne daarentegen vallen je de vele boomkwekerijen op. Pijpelheide, de naam zegt het zelf, biedt terug wat bossen en heide. Je rijdt iets verder door meer en meer loofbossen en in Baal trek je rond de Balenberg, bekend voor zijn motorcross. Rustige wegen door afwisselend wei- en akkerlanden brengen je via een fietspad op een oude spoorwegbedding (Herentals Aarschot) in Ramsel. Restanten van kleiputten en straatnamen herinneren je eraan dat hier vroeger steenbakkerijen stonden. Van hieruit is het nog maar een boogscheut naar de bossen aan je vertrekpunt.
Traject: Langs de route vindt men de landbouwactiviteiten van een 12-tal boerderijen.
Uitgestrekte velden wisselen af met mooie bossen en het natuurgebied De Tikkebroeken
Bewegwijzerde themafietsroute
Met boerderijen en het landschap als centraal thema is Speurreroute een vrij unieke landbouwroute. Een 38 km lange tocht langs boerderijen en waardevolle landschappen. Langs de route staan bij een twaalftal land-en aanverwante bedrijven verklarende borden opgesteld met illustraties over de werkzaamheden van de landbouwer. De route loopt bovendien langs mooie bossen en uitgestrekte velden, zodat we van het landschap, de weiden en de landbouw, kortom onze kostbare natuur kunnen genieten. De volledige route is bewegwijzerd met zeshoekige bordjes.
Langs de oevers van de Rode Loop
In de streek van Corsendonck in Oud-Turnhout en Kasterlee stroomt de Rode Loop door een vallei die van oudsher bij zware regenval volledig overstroomt. Hier ontwikkelde zich een karakteristiek Kempens laagveen, de Tikkebroeken genaamd. Ook vandaag nog overstroomt de Rode Loop dit natuurgebied zodra de hemelsluizen open gaan. Het natuurgebied is toegankelijk via 2 bewegwijzerde paden. Tijdens het broedseizoen is een beperkt gedeelte van het natuurreservaat afgesloten voor het publiek Kasterlee is opgedeeld in drie verschillende natuurlijke structuren. In het noorden vormen de valleien van de Aa, de Rode Loop en de Kaliebeek een natuurlijke grens met de omliggende gemeenten, in het uiterste zuiden domineert de Vallei van de Kleine Nete het landschap. Precies daartussen bevindt zich de Kempense Heuvelrug, een langgerekte duinenrug die ongeveer heel de Antwerpse Noorderkempen doorkruist
De Kempische Heuvelrug, die ligt tussen Herentals en Retie, is nu een natuurgebied, dat een overblijfsel is van landduinen, die ontstonden toen de zee zich terugtrok. Uitgestrekte bossen, bestaande uit grove den en Corsicaanse den op zandgrond domineren het beeld. Verder treffen we hier nog heidevelden aan, vennen, open stuifzanden, holle wegen, waterlopen en loofbossen. Deze landschapelementen brengen diversiteit in het gebied, waarmee de biologische rijkdom sterk toeneemt. Naast habitatfunctie, speelt de heuvelrug een belangrijke rol als tijdelijke verblijfsplaats of foerageergebied voor overwinteraars en zwerf- en trekvogels. In dit bosgebied met zijn vele zijwegen en paadjes zijn niet alleen talrijke wandelingen bewegwijzerd, maar ook mountainbike-routes en paden voor ruiterij.
Leuke weetjes over Kasterlee
Een inwoner van Kasterlee is een Kasterleenaar
Voertaal = Kasterlees
Etymologische betekenis: in 1135 Castelra, 1244 Castrele; cast, gaast, g(e)est = zandige heuvel, en el re = reeksaanduidend
Test je klimmerscapaciteiten in Heist-op-den-Berg. Of valt het allemaal best mee? De Berg- en Neteroute vormt de ideale manier om op een sportieve manier Heist-op-den-Berg en dedeelgemeenten Booischot, Schriek, Hallaar, Itegem en Wiekevorst te verkennen. Onderweg kan je halt houden bij o.a. heemmuseumDie Swane, miniatuurtreinmuseum Pieter Nombluez, het statige Hof van Riemen, de Kaasstrooimolen en Provinciaal Domein De Averegten. Fit genoeg voor een tweede klim? Trek dan naar de uitkijkgaanderij van de Water- en uitkijktoren. Situering: Heist-op-den-Berg en deelgemeenten
Route :Starten aan deze route kunt U best aan de kerk in Itegem ( meer plaats voor de auto ) .
De Nete oversteken en langs weiden , velden , boerderijen en de Vallei van de Wimp en de Maesbeek naar Wiekevorst . Hier kunt U het park " Klein Scherpenheuvel " bezoeken .
Dit bedevaartsoord werd in 1842 opgericht. De Mariakapel is een imitatie van de centraalbouw van de basiliek van Scherpenheuvel. Rond de kapel is een openluchtkruisweg en in de prachtige geometrische tuin bevindt zich een H.-Hartbeeld. Op het domein kan je ook nog kuieren in het Engels parkje met calvarieberg en openluchtaltaar of langs het wandelpad dat het gebied omsluit. Klein Scherpenheuvel is vrij toegankelijk en bevindt zich langs de Kapellekesdreef in Wiekevorst
Verder langs de Kaasstrooimolen met de Pandoerenhoeve .
We kruisen een tweede maal de Nete
In Heist-op-den-Berg kronkelt de Nete kilometers langs prachtige natuurgebieden en landbouwgronden. Trek er eens heel vroeg op uit en ontwar tussen de ochtendnevels de natuurrijkdom van de Netevallei. Wie het hele traject wil afleggen, trekt best een volledige dag uit voor zo'n tocht. Je kan op verschillende plaatsen de Netedijken bereiken; in Itegem-centrum, langs de Yzerenweg in Booischot en in Heist aan de Herentalsesteenweg. Aan de kerk van Hallaar volg je het natuurwandelpad dat je naar de Nete voert.
Verder naar het centrum van Heist-op-den-Berg , met een zware klim in de Onvredestraat en langs het kerkhof .Het meest typische kenmerk in het landschap van Heist is, hoe kan het anders, de 48 meter hoge berg. Het ontstaan van deze berg situeert zich in de IJstijden, zowat een miljoen jaar geleden. Vandaag is de berg, vooral in de weekends, een oase van rust en stilte, verheven boven alle rumoer en lawaai.Eeuwenlang werd en wordt nog steeds Heist bestuurd van op diezelfde berg .
Na een rust aan het vernieuwde kerkplein , verder met een afdaling en langs een dreef naar een pittoreskeplaats " het Hof van Riemen . Verder langs de route met een landelijk karakter via het gehucht Zonderschot , Booischot en Pijpelheide . Een rondje rond Schriek en verder langs het Pelgrimhof , een prachtig kasteeldomein .
Het oorspronkelijk 14de eeuwse landgoed is gelegen op de grens van Heist en Beerzel en omgeven door een brede hofgracht en prachtige dreven. Het pelgrimhof dankt zijn naam aan één van zijn eerste bewoners. Het huidige uitzicht wordt gevormd door een 16de eeuwse kern met 17de eeuwse aanbouwen. Langs de Heiststeenweg zie je nog de sierlijke smeedijzeren toegangspoort uit de 18de eeuw. Het kasteel en zijn park zijn respectievelijk beschermd als monument en landschap
Daarna verder door de Perendreef en langs rustige wegen naar en door het proviciaal domein De AveregtenDe Averegten gelegen in de deelgemeente Hallaar is sinds einde 1993 een proviciaal domein . Het bos werd in 1905 aangelegd als onderdeel van het kasteel Isschot . Dit wandelbos is zowat 80 hectare groot en bezit een grote verscheidenheid aan bomen en planten . Ook voor de vogels is dit een paradijs . Aan de rand van het domein bevindt zich het Natuureducatie Centrum .
Verder op weg naar ons parkeerplaats in Itegem passeren we nog de kastelen Isschot en La Garenne ,
De route verbindt Antwerpen-Linkeroever met het Oost-Vlaamse Land van Waas. Het Sint-Annabos is erg populair bij wandelaars en fietsers. In het Oost-Vlaamse landschap domineren vooral fruit- en veeteelt. De gerestaureerde waterburcht in domein Cortewalle (Beveren) spreekt tot de verbeelding en ook het Fort van Zwijndrecht imponeert.
Deze route vertrekt aan de voetgangerstunnel , Linkeroever Antwerpen
De voetgangerstunnel in Antwerpen is zeker een bezoekje waard.
Ze verbindt Antwerpen linkeroever (Frederik Van Eedenplein)met de Sint-Jansvliet op de rechteroever (vlakbij de Hoogstraat en op een boogscheut van de Grote Markt en Onze-Lieve-Vrouwetoren).
De tunnel werd in de jaren dertig van vorige eeuw (van 1931 tot 1933) gebouwd en is 572 lang.
De tunnel werd als monument beschermd in 1997 (ook de twee toegangsgebouwen
en de technische uitrusting - denk daarbij aan de houten roltrap).
Officieel heet de tunnel "Sint-Anna-tunnel",maar iedereen noemt hem nog steeds de "voetgangerstunnel".
Langs de Schelde via de jachthaven naar het St Annekensstrand . Hier een ommetje langs de molen en het strand van St. Anneke
Sint-Anneke,van bedevaartplaats tot oord van plezier.
De benaming Sint-Anna is afkomstig van de patroonheilige van de 12 de eeuwse Sint-Annakapel die toen als bedevaartplaats fungeerde. Als parochiekerk was dit kleine bedehuis middenin het Zwijndrechtse gehucht Vlaams Hoofd tot ca 1905 in gebruik tot ze door een grotere kerk werd vervangen. Deze kapel stond ongeveer op de plaats waar zich nu het gebouw van de Sint-Annatunnel bevindt
Na een terrasje kunt U kiezen , of door het St. Annabos onverhard of langs het St. Annabos langs een drukke baan . Verder op een veilige fietspad langs een drukke N49 , rechts het natuurreservaat Blokkersdijk
Het gebied is op het gewestplan ingekleurd als natuurreservaat, het is gerangschikt als
waardevol landschap, het is Europees Vogelrichtlijngebied en het werd door de Vlaamse
overheid erkend als natuurreservaat. Het is eigendom van de Vlaamse gemeenschap (Aminalafdeling natuur) en het wordt beheerd door Natuurpunt-WAL.
Via een brug in Zwijndrecht de autostrade over , dan door de polders langs de Halve Maan naar de kapel van Gaverbeek via een prachtige beeweg .
Verder door een fruitstreek naar Beveren ( centrum , kasteel Cortewalle )
Kasteel Cortewalle
Prachtige waterburcht gelegen in een uitgestrekt park van 9 ha. Het oudste gedeelte van deze parel in het bouwkundig patrimonium van Beveren dateert uit het begin van de 15e eeuw. De verbouwingen zijn zeer talrijk geweest.
Het kasteel werd tot 1960 bewoond, achtereenvolgens door de families Triest, Goubau en van Brouchoven-de Bergeyck. In 1966 werd het aangekocht door de gemeente Beveren en in 1971 werd het beschermd als monument. Het kasteel werd gerestaureerd en maakt nu deel uit van het cultuurcentrum Ter Vesten.
Daarna nog een paar kilometers langs Zwijndrecht ( militair fort ) en dan terug naar de Schelde via Burcht . Verder langs de Schelde met links de waterskivijver het Galgenweel en rechts de skyline van Antwerpen , terug naar de voetgangerstunnel .
Grensoverschrijdende fietsroute van. Ze vertrekt in Maaseik en leidt je verder langs de mooie Maasstadjes Thorn en Stevensweert.
Dit is een route met start op het Marktplein van Maaseik.
Deze route gaat deels door Belgie deels door Nederland langs de Maas.
Wie legende route zegt en volksverhalen bedoelt, die met een korreltje zout moeten genomen worden, zit bij deze route - letterlijk en figuurlijk - op het verkeerde spoor.
De route is een synthese van vele werken, van licentiaatsverhandelingen, van comercieel gerichte uitgaven en van verhalen van de weinige echte Maaslandse vertellers, die de sagen en legenden van de Maaskant tot onderwerp hadden. De dorpen, gehuchten en boerderijen aan beide zijden van de Maas hebben een gemeenschappelijke legendebron: de Maas.£
WAT KOMEN WE TEGEN
Maaseik :
De stad Maaseik ligt in de noord-oost hoek van de Belgische provincie Limburg en grenst aan de Nederlandse gemeente Susteren-Echt (Roosteren). Duitsland is slechts 10km verwijderd.
Maaseik telt ongeveer 23.500 inwoners op een oppervlakte van 7.692ha en bestaat uit de deelgemeenten Maaseik, Neeroeteren en Opoeteren.
Maaseik eert bijna 600 jaar na hun dood nog steeds zijn schilders Jan en Hubert Van Eyck. Het resultaat: een prachtige tentoonstelling.
Deze van Eyck-tentoonstelling is te bezichtigen op een nieuwe lokatie, en dit enkel voor groepen.Ze hebben trouwens een standbeeld op de markt.
Kessenich :
Is het meest noordoostelijke dorp van België, en grenst zowel in het noorden als in het oosten aan Nederland. In het oosten is de Maas een natuurlijke grens, in het noorden liggen de dorpjes Thorn, Ittervoort en Neeritter. In 2003 werd het Oud Limburgs Schuttersfeest in Kessenich gehouden.
We gaan de grens over naar Nederland en komen in
Thorn :
Thorn staat bekend als het witte stadje vanwege de huizen met witte muren in het centrum.
Op 1 januari 2007 werd de gemeente Thorn samengevoegd met de gemeenten Maasbracht en Heel tot de nieuwe gemeente Maasgouw.
Het witte stadje is omsloten door natuur. De Vereniging Natuurmonumenten heeft het gebied Koningssteen in beheer. Het beheer van dit gebied is gericht op natuurontwikkeling. Periodieke overstromingen van de Maas en het graasgedrag van hier uitgezette grote grazers als Galloway runderen en Konikspaarden zorgen voor het ontstaan van een gevarieerd natuurlandschap, waar het ook voor mensen goed toeven is.
Maasgouw :
Gemeente Maasgouw heeft vooral veel monumenten van oudere datum. Met bijna tweehonderd rijksmonumenten kent Maasgouw zelfs de meeste rijksmonumenten van Noord- en Midden-Limburg. In de 20e eeuw is het landschap van Maasgouw veranderd door de vele infrastructurele werken en ontgrindingen. Inmiddels bestaat de gemeente voor 25% uit water
Maasbracht :
Maasbracht wordt ook door veel binnenvaartschippers gekozen als zogenaamde "thuishaven", of domicilie (een postadres), omdat men toch een vast adres aan wal moet hebben om schriftelijk bereikbaar te zijn. In Maasbracht ligt ook een van de grootste elektriciteitscentrales van Nederland. De Clauscentrale, genoemd naar Prins Claus levert ruim 8% van de Nederlandse energiehoeveelheid.
Stevensweert :
Stevensweert ligt samen met Ohé en Laak op een eiland dat door twee armen van de rivier de Maas gevormd wordt. De hoofdstroom van de rivier, waaraan Stevensweert ligt, vormt hier de natuurlijke markering van de grens met België en wordt daarom ook wel Grensmaas genoemd. Er is daar ook een pracht van een jachthaven te bewonderen en op het dorpsplein
Met zijn ludieke terrasjes is het goed toeven .
Ohé en Laak : ligt samen met Stevensweert gelegen op het Eiland in de Maas, vlak ten westen van het stadje Echt. Door zand- en grindafgravingen op diverse plaatsen op het eiland zijn er rondom het dorp verschillende plassen ontstaan, waaronder de Dilkensplas, de Schroevendaalse plas en de Teggerse plas. Tegenwoordig worden deze gebruikt voor waterrecreatie, waardoor de plaats vele toeristen trekt
Roosteren : ligt aan de Maas, tegenover het Belgische stadje Maaseik. Langs de oostelijke zijde van het dorp is het Julianakanaal aangelegd met parallel daaraan de autosnelweg A2. Bij het dorp horen twee kastelen, Kasteel Terborch en Kasteel Eyckholt, waarin tegenwoordig horeca is gevestigd.
Vanuit Roosteren gaan we richting grens en terug naar ons startpunt Maaseik en onze
Prachtige route waarvan de Maas het middelpunt was is ten einde.
Afstand : 36 km Start : bij Leireken, Brouwerijstraat 29, 1840 in Steenhuffel
Deze prachtige fietsroute voert u over rustige landelijke wegen door de gemeenten langs de Brabantse Kouters en de Maalbeek. U fietst langs de mooie watermolens in Grimbergen. De route is uitgestippeld door het Leireken vzw vanaf het Oude Station in Steenhuffel.
Watermolens De fietsroute De Grimbergse molens is 36 km lang. Het is een prachtige - niet bewegwijzerde - route langs Imde, Eversem, Coppendries, Daalstraat tot aan het kanaal Brussel-Willebroek aan de Verbrande Brug. U volgt dan de Maalbeek stroomopwaarts en passeert de indrukwekkende, oude watermolens van Grimbergen. Hier is altijd wat te beleven: één of andere tentoonstelling is zo meegepikt. Terugkeren gebeurt langs Beigem, St-Brixius en Imde.
Parcours U start bij Leireken, Brouwerijstraat 29, 1840 in Steenhuffel. U fietst over rustige wegen, soms verhard met grind. De A-12 wordt via de brug in Wolvertem tweemaal overgestoken. Het parcours is in het algemeen vlak met hier en daar toch wel een paar flinke hellingen. Ongeveer halverwege ligt de 'Tommenmolen', waar u eventueel iets kunt eten en drinken
Bezienswaardigheden. Tijdens uw fietstocht komt u de volgende bezienswaardigheden tegen: Kasteel van Imde Coppendries Lintkasteel Sint-Niklaashoeve Willebroekse Vaart Tommenmolen Charleroyhoeve Liermolen Den Diepen Boomgaard
Je kan deze route starten in de Lippelostraat te Malderen.Daartoe vertrek je op de Dries en rijd je achter de kerk de Houten Molenstraat in.Op het einde neem je links de Spiedamstraat en onmiddellijk terug rechts de Kruisheide.Op het einde draai je naar rechtsde Lippelostraat richting Malderen.Na 50 meter steek je over, de Broekstraat in.
Streek: De Groene Gordel enScheldestreek
Deze bewegwijzerde route dankt haar naam aan het witbier van Brouwerij STEENDONK. Steendonk werd opgericht door een samenwerking tussen Brouwerij Moortgat en Brouwerij Palm. Palm in STEENhuffel en Moortgat in BreenDONK, maken STEENDONK. Beide brouwerijen zijn hoog gespecialiseerd in het brouwen van hoge - gistingsbieren. en zijn nog steeds onafhankelijke ondernemingen die kunnen terugblikken op een familiale Brabantse traditie van ruim twee eeuwen. Met deze tocht van 39 km kunt u langs de landelijke wegjes het mooie Klein-Brabant bewonderen tussen STEENhuffel en BreenDONK. U kan het fort van Breendonk en van Liezele bezoeken. U fietst door natuurgebieden en komt verschillende, voor deze streek typische, hoeves tegen.
De route is gesponserd door de brouwerij Palm te Steenhuffel en de brouwerij Moortgat (Duvel) te Breendonk. Tijdens het traject kom je langs Steenhuffel, Londerzeel, Breendonk, Puurs, Liezele, Lippelo en Malderen. Je treft er : het domein"De Burcht" in Londerzeel, kasteel Drietorens, Fort van Breendonk, Fort van Liezele, Arboretum van Puurs, kasteel Hof-te-Melis in Lippelo, kasteel Diepensteyn in Steenhuffel, het oude station Leireken (praatcafé en ontmoetingsruimte tot 100 personen)
Start:Sluizen (dicht bij de kerk) of op GPS N50 45920 E5 31892
Afstand : 40.5 km
De route kan je ook fietsen langs de knooppunten114-407-405-402-80-87-114
Een fietslus op het fietsroutenetwerk Haspengouw-Oost naar de monding van de Jeker in de Maas met een paar stevige hellingen,maar prachtige panoramas
Aan knooppunt 114, op de rand van Sluizen, fietsen we de taalgrens over, Wallonië binnen. Sinds maart 2005 zijn er enkele knooppunten bijgekomen of van nummer veranderd.
De nummers 407, 405, 402 en 401 leiden naar Kanne. Het gaat doorheen 6 Luikse dorpen,
Glons is eerst aan de beurt. Op een hoogte ligt de ruïne van een door brand geteisterde kasteelboerderij. Bij de kerk staat een mooi bronzen monument van een soldaat die herinnert aan de strijd die hier geleverd is in WO 2.
Via Boirs kom ik in Roclenge. Voor het stadhuis staat een paviljoen op een, met oude bomen beplant, plein.
In Bassenge staat een Lourdesgrot. Deze exacte kopie van het origineel heet hier dan ook het Kleine Lourdes. Hiervoor moet wel eventjes van het parcours worden afgeweken.
De grotten en rozentuin van Wonck zijn een volgende bezienswaardigheden. Een recent aangelegd fietspad, door vochtige weiden, komt voorbij het café van de, op een hoogte gelegen, mysterieuze toren van Eben-Ezer.
Het fort van Eben-Emael is de volgende curiositeit. Langs de natte gracht van dit fort stoot de fietsweg op het Albertkanaal. Het zicht op het, in een mergelberg uitgekapte, kanaal is indrukwekkend.
Nog even omheen een jachthaventje en het Limburgse Kanneligt voor ons. De Parel der Jekervallei. De mergelgrotten zijn tot ver over de grens bekend. Eén grot herbergt zelfs, in houtskool gemaakte kopieën van bekende schilderijen en uitgehakte monumenten, zoals een fragment uit het Alhambra van Granada. Hier wordt het Belgische voor het Nederlandse fietsnetwerk gewisseld.
Fiets naar knooppunt 402 aan de brug over het Albertkanaal in Kanne en verlaat de Jekervallei via de Slingerberg. Deze bevindt zich net achter de brug. Waren het nu 5, 6 of meer haarspeldbochten die op het Haspengouws plateau voeren.
Het parcours verloopt over het glooiende landschap van de gemeente Riemst naar knooppunten 80 en 87. De dorpen Zichen-Zussen-Bolder en Valmeer worden achter ons gelaten.
Net voor de brug over de autoweg staat wat verder het eeuwenoude Beure Beumke, ook galgenboom of Larbre du Gibet genoemd. Hij bevindt zich op het kruispunt van 3 dorpsgrenzen: Millen, Roclenge en Boirs. Hier ontplooit zich een mooi uitzicht op de Jekervallei. Net achter deze brug, bij een communicatiepyloon van het leger ligt het hoogst punt van Limburg, 150 m boven de zeespiegel.
Knooppunt 87 bevindt zich enkelhonderden meters verder in het gehucht Elst. De afdaling in de Jekervallei naar Sluizen heeft nog enkel prachtige panoramas in petto. Bij knooppunt 114 bevinden wij ons terug voor de voormalige spoorlijn van daarstraks.
De brochure, uitgegeven over de fietslus Via Jecore, volgt het tracé terug over de spoorlijn. Een alternatieve, 6 km langere, route via de knooppunten 115 en 116 is een aanrader. Deze leidt naar een spoorwegbrug. Een "must" hier is zeker naar de 200 m, rechts liggende Lourdesgrot uit te wijken. Deze bevindt zich op een splitsing van 2 holle wegen.
GPS coordinaten : 50.84247 - 5.12276 Afstand : 33 km
Bezienswaardigheden: Provinciedomein Het Vinne, stadscentrum Zoutleeuw, Drieslinter, Ransberg, Budingen, Kapel van de Ossenweg
Staat van de weg, aard van het landschap: voornamelijk beton- of asfaltwegen, enkele onverharde stukken, redelijk vlak met een paar kleine hellinkjes en een grotere helling (Ransberg)
doorheen de valleien van de Kleine en de Grote Gete, tussen Zoutleeuw, Drieslinter, Ransberg en Budingen. De route loopt door het brede valleigebied, waar Grote en Kleine Gete samenvloeien. Hier merk je waar het Hageland zijn naam aan dankt. Langs het parcours vind je ook heel wat boomgaarden en aardbeienvelden, want dit is de fruitstreek van Vlaams-Brabant. De Walsberghoeve, de watermolen van Drieslinter, de kapel van de Osseweg en talrijke pittoreske kerktorens, zijn bakens in het landschap.
Route ontwikkeld door Toerisme Vlaams-Brabant.
Het vertrek- en aankomstpunt van deze fietsroute door de valleien van de Kleine en de Grote Gete is het Provinciedomein "Het Vinne" aan de Osseweg te Zoutleeuw.
WAT KOMEN WE TEGEN
Het Stadhuis van Zoutleeuw (1530-1538) werd in een stijl gebouwd die het midden houdt tussen de laatgotiek en de vroegrenaissance. Hoogstwaarschijnlijk was Rombout Keldermans II de architect ervan. Het stadhuis werd feestelijk ingehuldigd op Pinksterdag van het jaar 1538, de bordestrap, gehouwen door Jan Casseloy kwam een jaar later klaar.
De Sint Leonarduskerk in Zoutleeuw (13de - 16e eeuw) werd gebouwd ter vervanging van een romaanse kapel die hier in 1125 door Benedictijnen uit Vlierbeek werd opgetrokken. Met de bouw van de kerk werd in 1231 gestart. Het grootste deel is opgetrokken in de gotische stijl, de oudste delen zijn romaans (raam in de westgevel). De twee torens zijn met elkaar verbonden via een galerij over de middenbeuk.
Het elegante kruisingstorentje bevat een klokkenspel met 24 klokken. Deze kerk met haar torens behoort sinds 1999 tot het Werelderfgoed van de UNESCO
Ransberg ligt in België, provincie Vlaams - Brabant op 50°52 NB en 05°02 OL.
Het ligt in het oosten van het Hageland ( streek tussen Aarschot, Diest en Tienen )
Het vormt de waterscheidingslijn tussen de vallei van de Velpe, in t NW en de vallei van de Gete int ZO.De top ligt op 81 m boven de zeespiegel.Er is ook een weerstation
Budingen : Gemeente in de provincie Vlaams Brabant, aan de samenvloeiing van de Grote en de Kleine Gete op 4,5 km van Zoutleeuw en op 33km van Leuven. Hoogte: 30m aan de kerk en 81m op het hoogste punt
Het Vinne was ooit het grootste natuurlijk meer van Vlaanderen. Maar in de negentiende eeuw werd het drooggelegd. Toch zijn er nu nog altijd restanten van een interessante vegetatie die herinneren aan het vroegere meer.
In 1930 kocht de Union Allumetiere Het Vinne om de meerbodem te beplanten met Canadapopulieren voor de productie van lucifers. In 1974 werd het gebied eigendom van de provincie Brabant, die er grotendeels een zacht recreatiegebied van maakte.
Fietsen door Galmaarden, Viane, Sint-Pieters-Kapelle, Herne, Tollembeek en Vollezele
AANBEVOLEN VERTREKPUNT
Gemeentelijk Trefcentrum Baljuwhuis, op het Marktplein van Galmaarden
LENGTE : 45 km (verkorting: 34 km)
BEWEGWIJZERING
Zeshoekige bordjes met blauwe letters. Je volgt vanaf Tollembeek (na 32 kilometer) de ingekorte versie van deze route. Op het twee kilometer lange traject tussen Tollembeek en Galmaarden is er geen bewegwijzering, maar je fietst bijna altijd rechtdoor
Bezienswaardigheden: Galmaarden, vallei van de Mark, Viane, Bever, Sint-Pieters-Kapelle, Herne, Tollembeek, Vollezele
Staat van de weg, aard van het landschap: grotendeels betopn- of asfaltwegen, golvend met enkele behoorlijke hellingen
Alhoewel het riviertje de Mark slechts 28 kilometer lang is, heeft het in de loop
der jaren, samen met zijn bijriviertjes, toch een fraai en licht heuvelachtig landschap geboetseerd, met tal van liefijke valleitjes.
Je fietsroute loopt evenwijdig met de grote bocht die de Mark in het Pajottenland beschrijft, op weg van en naar de Waalse provincie Henegouwen.
De Mark begint en eindigt haar loop als Marcq: de bron situeert zich in Enghien
(Edingen) en het riviertje mondt uit in de Dender in de buurt van Deux-Acren
(een deelgemeente van Lessines). De voornaamste bijriviertjes van de Mark op
het traject van de fietsroute zijn de Rasbeek, Onscallebeek, Hemebeek, Elfkens-Meersbeek, Beverbeek, Plasbeek en Wijzenbeek. Galmaarden geniet natuurlijk
ook bekendheid om zijn folkloristische Pauwelviering, op de zondag van of na 25 januari.
VEILIGHEID
Je fietst meestal over smalle, landelijke wegen met weinig gevaarlijke kruispunten.
AARD VAN DE WEG
Bijna overal goede asfalt- en betonwegen. Nergens verkeersvrij.
SUNPARKS FIETSROUTE 2: Vleermuizen en schipperscafés
Lengte: 23 en 36 km
Zwaarte: gemakkelijk of gemiddeld
Vervelen is er bij deze knooppuntenroute niet bij. De bezienswaardigheden variëren van een konijnenmarkt tot vijftien antiek kappellen. En dan...sta je opeens op een spierwit strand!
De fietsroute is al interessant voordat we ook maar een meter hebben gefietst! Tegenover het startpunt Sunparks Kempense Meren ligt namelijk gelijk al Ecocentrum De Goren! Daar is een expositie over 'fladdermussen' (vleermuizen)
Via knooppunt 75 volgen we het fietspad langs het Kanaal van Herentals richting Achterbos. Eerst arriveren we bij 'Sas' 6 (een sas is een sluis). Daar ligt, weggedoken onder reusachtige lindebomen, een antiek schipperscafeetje. Vol overgave genietenop het terras van een verkoelende frisdrank.
'Neem gerust een kijkje binnen', gebaart de eigenaar. Nieuwsgierig als we zijn laten we ons dat geen twee keer zeggen. Wat een nostalgie!
Een paar kilometer verderop staan we bij de Vijftien Kapellekes in Achterbos. Deze kruisweg wordt nog geregeld bezocht door grote groepen gelovigen. Vandaag is er niemand. Als witte schimmen staan de negentiende-eeuwse minikerkjes in het lommergroen.
Wat we verder nog tegenkomen op de route? Het gezellige stadje Mol met z'n historische panden, gave winkels en nogal aparte Konijnenmarkt op zondag.
En - even verderop - de spierwitte stranden van de zandputten van De Maat. Alsof we in de tropen zijn!
Voor de GPS-liefhebbers : de route op GPX-formaat is verkrijgbaar
Het vertrek en eindpunt van onze fietsroute is voorzien op de kleine ring rond Hasselt aan de kanaalkom. Deze kleine ring of promenade wordt gevormd door een reeks pleinen en brede lanen, die grotendeels het tracé van de vroegere stadswallen volgen. Het werd aangelegd in 1846-1855 naar ontwerp van de Brusselse architect Spaak. Een voorbeeld van geplande stadsaanleg, waarin ruime burgerhuizen afwisselen met monumentale complexen. Deze promenade verloor echter in de loop der tijd haar karakter door het steeds toenemende verkeer. In 2000 werd de ring rond Hasselt volledig heringericht. Rond de stad werd éénrichtingsverkeer ingevoerd, zo ontstond de groene boulevard, die het centrum van de stad weer omsluit met zijn 400 bomen. Wandelaars en fietsers kunnen er flaneren en langs de verschillende invalswegen "de stad van de smaak" ontdekken.
Tot voor enkele jaren was deze vlakke route langs de deelgemeenten van groot-Hasselt nog bewegwijzerd. Door deze registratie gaat een van de oudste Limburgse fietsroutes misschien niet verloren.
WAT KOMEN WE TEGEN
1.Kanaalkom,met op de achtergrond de schooorsteen van de vroegere gelatinefabriek.
2. Prinsenhof te Kuringen.Kuringen was reeds in de vroege middeleeuwen een belangrijke gemeente. Prinsenhof bestaat uit resten ven het waterslot van prinsbisschop Erard van de Marck (1515).
3. Herkenrode-abdij. Deze voormalige cisterciënzerinnenabdij werd gesticht in 1182 door graaf Geraard van Loon. Zij was DE Loonse abdij bij uitstek en tevens de oudste vrouwenabdij van deze orde in de Nederlanden. Ze is in de loop der eeuwen uitgegroeid tot één van de grootste gebouwencomplexen in Limburg. Nu nog bestaande bebouwen zijn; poortgebouw, neerhof met woonhuizen, stallingen en de enorme tiendeschuur, de oude abdijmolen, infirmerie, brouwerij, de kloostergebouwen, het nieuw abdisverblijf en de Tuiltermolen die iets verderop ligt.
4. "van Veldeke"-molen te Kermt.Dit is een voormalige waterradmolen op de Demer, gelegen in de buurt genoemd "Veldeke", eertijds afhankelijk van de abdij van Sint-Truiden. De molen bestaat reeds eeuwen, maar werd in 1917 verbouwd na een hevige brand. Ze heeft een grote historische waarde omdat ze herinnert aan Hendrik van Veldeke (ca.1182-1200), de eerste dichter die in de Dietse (Nederlandse) taal heeft geschreven.
5. Kapel van Wideux te Sint-Lambrechts-Herk
6. Het kapelleke van Hilst.Op 5 december 1798 omsingelde het Franse leger Hasselt en het boerenleger, dat de dag voordien de stad had ingenomen. Na hardnekkige weerstand vluchtte het boerenleger in de richting van Sint-Truiden, maar werd ter hoogte van Hilst afgeslacht. Dit was het einde van de Boerenkrijg; een opstand van de plattelandsbevolking tegen de Franse bezetters. Op de eerste zaterdag van december heeft ieder jaar, kort bij deze kapel, in een grote schuur een herdenkingsplechtigheid plaats.
7. Kasteel van Mombeek Dit neoclassicistisch herenhuis is door de Mombeekdreef met de Lukersteenweg verbonden. Het ligt op een voorheen omgracht domein met vijver. Het huidige gebouw, symmetrisch opgebouwd en wit bepleisterd, dateert uit de 19° eeuw.
8. Provinciehuis.
9. Ethias en grenslandhallen.
10. De Japanse Tuin
11. Sluizen van het Albertkanaal te Godsheide.
12. Borggrave-vijvers.Het geheel van de Borggravevijvers is een afgesloten en beschermd gebied, dat een beetje verder aansluit bij de vijvers van het Provinciaal Domain van Bokrijk. In feite vormen deze twee gebieden één groot vijvercomplex, bevloeid door de Kloosterbeek.
13. Gezinsboerderij.Stedelijk domein Kiewit met de Kinderboerderij. Het domein is na de 2° W.O. eigendom geworden van de stad Hasselt. Uit de voorgeschiedenis onthouden wij dat het domein zich bevindt te midden van een gebied dat eeuwenlang twistappel was tussen Hasselt en Zonhoven.
14. Vliegveld AERO-Kiewit.Kiewit is een naam die terug te vinden is in de internationale luchtvaartgeschiedenis. Het was in 1909 onder meer dat Blériot zijn beroemde vlucht over het Kanaal naar Dover maakte. Eveneens dat jaar werden de eerste schikkingen getroffen voor de aanleg van het vliegveld van Kiewit; de officiële opening volgde op 9 mei 1910. Dit is het oudste vliegveld van België. Tegenwoordig wordt het voornamelijk door zakenlui aangevlogen, ook luchtdopen zijn alle dagen mogelijk. De ingang van het vliegveld ligt in Hasselt, het veld zelf is Zonhovens grondgebied.
Van hier volgen we de route tot we weer langs het kanaal de stad bereiken. Als afsluiter nog een tochtje over "de groene boulevard".
ROUTE-AANDUIDING Zeshoekige borden voor elk van de drie samengevoegde routes: 'Langdorp' (18 km), 'Gelrode' (15 km) en 'Rillaar' (14 km).
AARD VAN DE WEG Op deze route rijd je door een Bekaflaan en bekaf
word je wel op en tussen de heuvels van het Hageland. Maar wie iets moois wil zien, moet zweten. Je klimt de steile Gelrodeweg op en je ziet Aarschot voor je opdoemen. Dat is echt mooi. Veel afwisseling: kalme landwegen, enkele drukke punten. Maar de rust overheerst, vooral in de bossen. Een paar zandwegen en enkele kasseistroken moet je maar voor lief nemen. Voorzichtig tijdens de afdalingen!
AANBEVOLEN VERTREKPUNT De parkeerplaats Demervallei in Aarschot. Vanaf de autoweg Al Leuven-Hasselt neem je uitrit 22. Je volgt de richting Diest. Aan de ring vind je wegwijzers naar de sporthal. Daar biedt de parkeerplaats meer dan voldoende ruimte. Naast de sporthal zie je drie bordjes: 'Langdorp 18', 'Gelrode 15' en 'Rillaar 14'. Alleen fietsers en bromfietsers mogen op dit pad. Je begint dus veilig.
FIETSENVERHUUR In het station van Aarschot, tel. 016/ 56 60 12.
HAGELANDSE RUGGEN EN KEMPENSE VELDEN
Aarschot was ooit een van de belangrijkste steden van het hertogdom Brabant. Bombardementen hebben in 1914 en in 1940 vele historische gebouwen vernield.
Het is een fietsvriendelijke gemeente. Niet minder dan drie bewegwijzerde routes bezorgen de trappers puur fietsgenot. Als je de drie lussen samenvoegt, krijg je een uitstekend traject van 47 km. Boven Aarschot steekt de zeer herkenbare toren van de gotische Onze- Lieve-Vrouwekerk uit. Die piekt 85 m hoog de lucht in, een baken voor de streek. Het stadje, dat ook nog met een begijnhof mag pronken, ligt in de vallei van de Demer. Deze rivier was heel belangrijk voor Aarschot: voor de visserij, voor het transport van eigen goederen en voor de doorvaart van goederen, zoals de ijzerzandsteen uit de streek.
Niet alleen de Demer, maar ook de Herseltseloop en de Motre bepalen het uitzicht van deze streek, met zijn heuvels van het Hageland en de velden van de Kempen. De overgang van het Hageland naar de Kempen ervaar je het beste op de eerste lus, die naar Langdorp.
De rit
Waarom niet de langste afstand het eerst? Je kiest dus voor de bordjes van de Langdorp-rit. Die sturen je onder de brug door, daarna naar links en zokom je op de oostelijke ring. De stad ligt links. Aan de verkeerslichten en de speeltuin rijd je de Bekaflaan op. Bekafkun je nu nog niet zijn. De naam moet dus een andere oorsprong hebben.
Als je een legende gelooft, heb je de verklaring: Julius Caesar schoot hier tijdens een jacht de bek van een arend af. Die bek viel op de grond en die plek noemde men 'bek-af. De arend siert ook het wapenschild van de stad.
Je rijdt langs een school, een voor Duitse herdershonden, en je bent onmiddellijk ver van het stadscentrum. Je klimt naar de kapel 'Toevlucht der wijngaren', ook Craenenskapel genoemd. De kapel staat nog hoger dan je dacht, want er loopt een trap naar toe.
De kapel kreeg een straatnaam. 'Stad Aarschot' staat op het ene straatnaambordje, maar op het andere niet meer. Aan de overkant van de steenweg kom je in de Godshertogestraat, nog steeds in een nieuwe woonwijk.
Je bent al in Langdorp. Het dorp ligt tegen de noordelijke helling van de Demervallei, tussen twee waterlopen, de Demer en de Herseltseloop. Langdorp vormt de overgang tussen het Hageland en de Kempen. Dat merk je aan de zandgrond en de dennenbossen. Langs de wegrand in de Capittelstraat zie je eikvaren.
Je rijdt een zandpad op, de bossen in, en je moet zachtjes klimmen, ook nog een beetje in de Wandeleerstraat. Je blijft tussen de bomen. Een snelle afdaling, dus rem op tijd. Je rijdt langs de spoorweg. Dan ga je links over de brug, over de spoorlijn Leuven-Hasselt. De Gijmelsesteen- weg is genoemd naar Gijmel, een van de drie gehuchten van Langdorp. De andere twee zijn het centrum van Langdorp en Wolfsdonk.
Je slingert van straat naar straat. Je volgt de lange Vennestraat. Het woordje 'ven' is al even typisch Kempens als 'heide'. Beide woorden vind je hier in straatnamen terug, alweer een bewijs dat je in een grensgebied van de Kempen en het Hageland fietst.
Links een boerderij met een waterput, daarachter een moderne kerk. De Vennestraat wordt Goorstraat en rechts duikt de spoorweg weer op. Op de Oude Mechelsebaan gaat het vennenwoordspel verder. Aan het GasthofTer Venne sla je de Diepvenstraat in. Voorbij een manege staat links, verscholen onder de bomen, de kapel van de 'Heilige Maria': 'Wees alle Christenen gedachtig'.
In de Windmolenstraat vind je natuurlijk een prachtige molen: de Heirnolen. 'Hei' komt van heide en struikheide groeit dan ook overvloedig op de droge zandgrond van de Kempen. De graanmolen is gebouwd in 1660. Driehonderd jaar later werd hij gerestaureerd.
Van de Hei{de)molen naar de Molenheidestraat. Je moet gewoon de twee woorden omdraaien. Rustig fiets je door de bossen. Een wit kapelletje, de Kiekopkapel, in een bocht van de weg, wordt versierd door een jeneverstruik. Je glijdt langs een rijtje oude knoestige knoteiken. Het bos uit, een woonwijk in, voorbij een hoefsmid. De Elsleukenstraat maakt een wijde bocht. Je mag het bos weer in. Nu ben je dicht bij het gehucht Wolfsdonk.
Daar is de Oude Mechelsebaan terug. Als je die hebt overgestoken, volg je door het bos de Mertenheenstraat. De brug over de spoorweg ga je voorbij en je blijft naast de spoorlijnen fietsen, in de Weegstraat. Dan kom je toch weer op de Oude Mechelsebaan. In het bos aan de overkant zie je 'landduinen'. Dat zijn grote hopen zand die de wind ooit bijeenblies; de planten zorgden voor een vaste ondergrond.
In de Opperstraat ga je over de al bekende spoorweg. De klimmende betonweg voert naar de T esteltsesteenweg. Het laatste stukje loopt over kasseien. Afdalen en klimmen moet je hier. In de Wilgenputstraat ga je weer het bos in. Houd aan het einde van de straat je remmen klaar, als je over deze zandweg met kuilen naar beneden suist.
In de Winterstraat staat links een langgerekte hoeve, hoger dan de weg. Op en vooral af gaat het in deze straten. Uitbollen is leuk. Op de Testeltsesteenweg moet je echt afremmen, want anders mis je de reuzegrote eik die voor de school staat, vermoedelijk de oudste boom van de gemeente. De St.-Pieterskerk zie je natuurlijk wel staan, gebouwd in 1357 en verbouwd in de 18de eeuw. De huizen van Langdorp staan verspreid over het dorp.
In de Franse Liniestraat zou men tijdens de Franse bezetting een linie hebben opgetrokken. Links heb je een mooi uitzicht op de Demervallei. Dit is weer meer het Hageland dan de Kempen. Een forse klim en dus lekker lang uitbollen. Op het einde van de Franse Liniestraat kom je op bekend terrein: de Bekaflaan.
Wil je de tocht beëindigen, dan ga je over de oostelijke ring terug naar de sporthal. Wil je naar Rillaar, dan volg je diezelfde ring tot aan de Diestsesteenweg. Voor het volledige traject ga je bij het stoplicht rechts. Zo start je de route van Gelrode. Als je er bij de sporthal aan begint, is die 15 km lang.
Links schuift de stad voorbij. Tweemaal ga je bij verkeerslichten rechtdoor. GijmeI kan niet ver zijn want je rijdt na de Gijmelsesteenweg de GijmeIstraat in. Het gehucht GijmeI ligt nu rechts. Eerder, op de eerste lus, lag het links. Je ziet de bekende spoorweg Leuven- Hasselt terug. Links staat de Witte Molen. Op een scherpe hoek vind je het kapelletje voor O.-L.- V. van de Koorts. Je klimt gestaag, dan even steil en dus kun je je fiets lang laten uitrijden. Beneden een andere kapel: voor 0.- L.- V. van Bijstand. Bijstand voor de koorts?
Je rijdt weer over de Oude Mechelsebaan en dat moet wel een lange weg zijn, om die hier weer aan te treffen. Van spoorlijn naar spoorlijn, van de oude bedding Aarschot-Herentals naar de lijn Aarschot-Anrwerpen. Links zie je de wieken van de Witte Molen terug.
De Liersesteenweg is een grote weg en die moet je oversteken. Van de ene verwijzing naar een stad naar een andere. Nu kom je op de Mechelbaan. Als de weg niet meer verhard is, ben je in het gehucht Meetsho- ven. Je rijdt over een breed zandpad en al snel ben je alleen in de Meets- hovenbossen, die vooral uit naaldbomen bestaan. Op deze voedselarme zandgrond groeit ook veel struikheide.
Het domein is genoemd naar het kasteeltje van Meetshoven, dat men ook wel Wit Toreke noemt. Daarnet een Witte Molen, nu een Wit Toreke. Dat krijg je pas te zien aan het einde van een rechte beukendreef. Langs beide kanten velden en weilanden, zeer kenmerkend voor het noordwesten van Aarschot. Vroeger zag de hele streek er wuit. Je ziet echt een wit torentje, maar het gebouw is nu een taverne. Je staat nu voor een paar lastige maneuvers. Bij een bosje verkeersborden en wegwijzers valt het plaatsnaambord 'Betekom-Begijnendijk' het meest op. Daar kom je terecht op de westelijke ring rond Aarschot. De stad ligt links. Over de Demerbrug rijd je rechts het grindpad naast de Demer op. Prettig en vooral rustig fietsen is het hier. Geniet van dit rivierlandschap. Kijk uit naar rwee kastelen aan de overkant van het water. Het eerste is het kasteel van Nieuwland, met de driehoekige frontons. In het gebouw is nu een hotel-restaurant gevestigd: De Postiljon.
Het kasteel Rivieren ligt verscholen achter de bomen. Vroeger stond op deze plaats de burcht van de heren van Rivieren, vaak genoemd als een
belangrijke vesting bij de Demer. Bij de volgende brug over de rivier draai je links de steenweg op. Je hebt zo'n 3 km naast het water gefietst. Je komt in Gelrode. Links grenst aan deze Begijnendijkse Steenweg het natuurreservaat Vorsdonkbroek. Een broek is een moerassig gebied. Dit broek lag ingesloten in een meander, een grote bocht van de rivier.
Bij een rondpunt stoot je op een andere fietsroute, de Rock- Werchter- route. Je gaat nu naar Leuven toe, tot aan de Leuvensesteenweg. Onderweg moet je over een spoorweg. Je rijdt het dorp Gelrode in langs de Pastoor Dergentstraat. Gelrode spreidt zich uit over vier Hagelandse heuvels: de Eikelberg, de Hondsheuvel, de IJzerenberg en de Gelrodeberg.
Je maakt een kleine omweg om een molen te bekijken. Je rijdt daarvoor richting Nieuwrode en komt langs de Rillaarsebaan, die inderdaad naar Rillaar loopt. Boven op de Hondsheuvel staat de Moedermeule, in Mechelen gebouwd in 1670 en in 1839 naar Gelrode overgebracht. De molen maalt nog altijd.
Opnieuw in de Pastoor Dergentstraat vind je een standbeeld voor de pastoor. Pieter Jozef Dergent werd op 27 augustus 1914 door de Duitsers doodgemarteld. Rechts een kapel met foto's van de missionarissen van Gelrode.
Op de plaats waar nu de St.-Corneliuskerk staat, vond je vroeger een kapel voor deze heilige. Cornelius is een beschermheilige tegen kinderziekten. Elk jaar gaat hier op de eerste woensdag na 16 september een processie uit.
Fietsend langs de Dorpstraat zie je rechts op een heuvelrug auto's over de A2 rijden. De Gelrodeweg loopt door een bos met verschillende boomsoonen. Dit is misschien wel het mooiste stuk van de route, maar zeker ook het steilste. Op de top van de heuvel rijst Aarschot uit de grond omhoog. Je hebt hier een panoramisch uitzicht over de stad.
Bergaf gaat het nu, naar de Steenweg op St.- Joris- Winge. Aan de Geetstraat staat links de Aurelianustoren, nog een hoektoren van de vroegere stadsvesten rond Aarschot, gebouwd in de 16de-17 de eeuw. Aan de Brakepoon zie je nog een stuk van de stadswallen. Daarboven een beeldje van de 'Zeeldraaier' van Tony Blick. Zeeldraaien (het vervaardigen van banden of riemen van touw) was in Aarschot een veel beoefende huisarbeid.
Wil je hier je fietstocht beëindigen, dan fiets je schuin rechts langs de Vestingstraat naar beneden, een steile afdaling. Aan de Diestsestraat ga je rechts. Dan de eerste straat links en zo terug naar het venrekpunt.
Wil je het volledige traject afwerken, dan kun je hier aan de lus van Rillaar beginnen. Start je die bij de sponhal, dan heb je 14 km voor de boeg. De bordjes laten je langs de Diestsesteenweg rijden, tot je rechts de Heikenstraat ingaat. Nog een paar straten en je komt bij de kerk van O.-L.-V. van Zeven Smarten.
Bij die kerk moet je ook komen als je vanaf de Brakepoort het traject wilt afmaken. Je klimt de weg op naar de kapel toe, 'Maria verbleyd alle volck'. Het gaat verder omhoog. Links heb je een mooi uitzicht over de heuvels. Dan een lange afdaling over de ellenlange Tieltsebaan. Zo be- reik je de kerk van O.-L.- V. van Zeven Smarten, de wijkkerk van het gehucht Haterbeek.
In de Droogebroodstraat geniet je van het golvende landschap. Met een beetje geluk hoor je hier de kievit en de leeuwerik. Over kasseien rijd je in de richting van de Al. Vlak bij de autoweg ligt achter een afsluiting een grote kuil. Daar bloeit de grote lisdodde, een waterplant die soms gebruikt wordt voor een alternatiefwaterzuiveringssysteem.
Langzaam loopt de weg naast de autobaan omhoog. Bij de brug draai je van het autogeraas weg. Aan de Leuvenseweg, de volgende betonweg rechts, ligt links het land wijd open. Je zult niet klagen over de lange afdaling.
Rechts zie je het domein van de Tuinbouwstichting, een vereniging die de fruitteelt met wetenschappelijk onderzoek wil stimuleren. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de KV Leuven, de provincies Brabant en Limburg en de Boerenbond. De faculteit van de landbouw- wetenschappen van de KV Leuven begeleidt de werkzaamheden. Men onderzoekt onder meer de barstgevoeligheid bij zoete kersen, de teelt van steenfruit op laagstam, de fruitrijping en nieuwe teeltwijzen.
Je rijdt Rillaar in, met aan de horizon een mooi uitzicht op de Bosberg van Langdorp. Daar ben je vandaag al geweest. Rillaar ligt ten zuiden van de Demer, in de vallei van het riviertje Motte. Aan deze waterloop is het dorp ontstaan en gegroeid.
Op het einde van de Leuvenseweg kom je in het centrum en over kasseien aan de St.-Niklaaskerk. Opvallend is de venstertoren. De bovenbouw is achthoekig versierd met acht galmgaten en vier uurwerken. Aan de overkant van de Diestsesteenweg kom je in Kortakker. Je gaat een vallei tegemoet, een mooi natuurkader. Pals is een korte en krachtige straatnaam. De weg kruist de Motte, die bronnen heeft in Houwaart, Onze-Lieve- Vrouw- Tielt en Bekkevoort. De beek is een van de minst vervuilde waterlopen van het Hageland.
Van Pals in Rommelaar. Rechts ligt de Demervallei, voor het grootste gedeelte weiland of akker. Je merkt het al, je moet nog eens klimmen. Bovenaan op de helling volg je enkele bochten en dan mag je zeer lang dalen, tot in een bos. Je blijft slingeren, over kalme landwegen. Een zaligheid.
Je volgt de Mottebeek tot aan een bruggetje waar je scherp naar links gaat. De Diestsesteenweg betekent het einde van je landelijke dromen. Deze weg werd rond 1778 aangelegd op kosten van de hertog van Aren- berg, wegens de niveauverschillen een aardige klus. Als je bijna terug bij de vertrekplaats bent, zie je de resten van een meander van de Demer, afgesneden van de huidige waterloop. Dit is een geliefd vissersoord.
Langs de oostelijke ring gaat het terug naar de sponhal, onder de brug door.
KORTER KAN OOK De drie lussen van deze route kun je natuurlijk ook
apart rijden. Dan kies je uit drie afstanden: 14 km (Rillaar), 15 km (Gelrode) en 18 km (Langdorp). Twee van de drie combineren kan ook al. Iedereen vindt zijn zin wel.
AANSLUITINGEN 1. Als je in Langdorp uit de Menenheenstraat komt, kom je op de Testeltse Steenweg. Volg die, naast de spoorlijn, naar Testelt. In dat dorp kun je op de De Witte-route (33 km) aansluiten. 2. Op de Begijnendijksesteenweg ontmoet je de Rock- Werchterrou- te. Die is 45 km lang, maar je kunt er ook een lus van 12 km van rij- den. Bekijk de kaartjes.
TOERISTISCHE INFO Toeristische dienst van Aarschot, Demervallei 14, 3200 Aarschot, tel. 016/ 56 97 05, van maandag tot vrijdag van 9.00 tot 12.00 u en van 13.00 tot 17.00 u.
Vertrek : Sint-Antoniuskerk Brasschaat; in Kapellen kan je ondermeer op de route inpikken op het kruispunt van de Hoogboomsesteenweg met de Bosdreef en de Leeuw van Vlaanderenstraat (in de nabijheid van het kerkje van Hoogboom).
Afstand : 38 km
Route :
-Het Kapittelpad doorkruist het Peerdsbos en loopt langs riante villa's, gedeeltelijk naast de anti-tankgracht en langs groene wegen. In Kapellen loopt het pad o.a. door de Bernard De Vadderlaan waar men nog enkele houten huizen aantreft, een overblijfsel van een krijgsrichtlijn
-Kapittelmakers is de spotnaam van de inwoners van Brasschaat.
De Kapittelroute loodst je dan ook door deze parkgemeente.
Ooit was Brasschaat een arm gehucht van Ekeren. Vele mensen sprokkelden toen takken, maakten er brandhout of kapittelhout van en verkochten het aan de meer gegoede Ekerse bevolking. Vandaar de spotnaam Kapittelmakers. De fietsroute slingert zich door het parklandschap en de diverse groendomeinen van Brasschaat en Kapellen. Deze parkgemeenten tellen bovendien heel wat fraaie kastelen en landhuizen. Situering: Brasschaat en Kapellen .
Dit is een route voor personen , die graag langs grote villa's, parken en bossen fietsen .
Brasschaat wordt met wel reden de parkgemeente genoemd. Een van de mooiste parken uit de gemeente is De Mik, gelegen tussen de villawijken van Maria-ter-Heide, de bossen van De Inslag en Sanatorium de Mick.
Park De Mik is ongeveer 35 ha groot. Het park vormt een deel van het domein Mikhof, rond 1785 aangelegd midden in de Brasschaetse heye. Tijdens de Franse overheersing aan het einde van de 18e eeuw vluchtte de eigenaar naar Amerika, om enkele jaren later terug te keren met in zijn bagage zaden en loten van verschillende exotische boomsoorten. Later werd het park heringericht in romantische Engelse stijl, met een grote vijver en een geheimzinnige poorttoren
Wat? Een natuurrijke fietstocht door de holle wegen van de deelgemeenten van Tervuren. Prachtige vergezichten over het Brabants plateau en merkwaardige historische gebouwen wisselen elkaar af.
Afstand: 33 km.
Praktisch: een heuvelig parcours, hoofdzakelijk over rustige wegen. De route is bewegwijzerd met oriëntatie- paddestoelen.
Vertrekpunt: Markt van Tervuren.
Nieuw in het Dijleland is het driehonderd kilometer lange fietsroutenetwerk. Het loopt door veertien gemeenten, over holle wegen, voorbij akkers en weilanden en langs de oevers van de Demer, Dijle, Voer en Ijse. Het netwerk is bewegwijzerd met oriëntatiepaddestoelen, waarop plaatsnamen en een kilometeraanduiding staan.
Zo laat het aan jou de keuze waar je naartoe wilt en hoe lang of kort je de tocht maakt.
De lus die we uitkozen, is een originele rit op het fietsroutenetwerk en vormt een ideale kennismaking met het nieuwe systeem. De route loopt ten westen van de Dijle. Het Brabantse leemplateau is er vrij diep doorsneden, niet alleen door de Dijle, maar ook door haar bijrivieren. Dat levert prachtige vergezichten op, maar ook pittige hellingen en afdalingen. Check daarom of je remmen goed in orde zijn.
Het startschot klinkt in Tervuren, gelegen aan de rand van het Zoniënwoud. Hertogen, gouverneurs, prinsen en koningen hebben het uitzicht van Tervuren voor een groot deel bepaald. Naast natuurschoon valt hier dus ook heel wat kunst en cultuur te beleven.
Het Africa Museum is prachtig.
Je verlaat het centrum van Tervuren door het park de Warande. Onderweg zullen heel wat vreemde oude hoeven de aandacht trekken. Op het historische dorpsplein van Vossem pronkt de 12de-eeuwse Sint-Pauluskerk, een voorbeeld van Maasromaanse stijl.
Je fietst nu richting Neerijse, dat aan de benedenloop van deljse ligt. Deze rivier mondt een paar kilometer verderop uit in de Dijle. Het samenvloeiingsgebied vormt 'De Doode Bemde', een natuurreservaat waar het heerlijk wandelen is.
De route maakt een ommetje langs Kasteel van Neerijse, dat nu is ingericht als hotel-restaurant. Tussen Loonbeek en Huldenberg fiets je langs het Margrijsbos. Hier heeft de Ijse zich 40 tot 50 meter diep in het Brabantse leemplateau ingesneden. Opvallend is dat de oostelijke vallei helling, in tegenstelling tot de westelijke, erg steil is. Vandaar dat deze bebost bleef. Op het plateau tussen Huldenberg en Duisburg geniet je van mooie vergezichten.
Hier is de bodem erg vruchtbaar en geschikt voor akkerbouw met vooral granen en bieten. Ook worden hier druiven geteeld.
De route loopt nu terug naar Tervuren. Voor je het centrum bereikt, rijd je nog door het Kapucienenbos en over de Tervurenlaan. Op het marktplein kun je nog een terrasje meepikken.
Wat? Een ontdekkingstocht van de polderstreek rond Diksmuide, centrum van het 'Boterland'. Een thema dat onvermijdelijk steeds weer opduikt is dat van de Eerste Wereldoorlog.
Afstand: 44 km.
Praktisch: hoofdzakelijk rustige, landelijke wegen over asfalt of beton, op enkele strookjes aardweg na. De route is bewegwijzerd.
Het Toerismecentrum is hét ideale vertrekpunt voor een boeiende ontdekking van deze streek.Het is ondergebracht in de geres- taureerde bloem molens van Diksmuide, en de twee torens vormen een symbolische toegangspoort tot de Westhoek. De eerste Diksmuidse VIP die je ontmoet, op weg naar de markt, is het Manneke uit de Mane, het symbool van de West-Vlaamse humor. Je fietst de Ijzerlaan in en rijdt over de brug de Ijzerdijk op. Rechts van je liggen de Pax- poort, het Heldenhuldekruis en de nieuwe Ijzertoren. De route verlaat nu Diksmuide en brengt je naar de dorpskern van Sint- Jacobskapelle, die in 1974 als waardevol landschap werd geklasseerd.
De volgende vier kilometer moet je genoegen nemen met het gezelschap van de Ijzer. Af en toe ontmoet je een fietser, een jogger of een wandelaar. Aan de overkant van de Ijzer liggèn de Ijzerbroeken, een typisch West- Vlaams landschap: Je passeert Villa Marietta waar de soldaten moeder Mevrouw Tack woonde. Tijdens de Eerste Wereld- oorlog reed ze regelmatig op haar ezel naar de loopgraven om de soldaten wat snoep of sigaretten te geven en een hart onder de riem te steken. Het eerstvolgende punt is de Knokkebrug, een unieke ophaalbrug aan de samenvloeiing van de Ijzer en het Ieperlee- kanaal.
Daarna gaat het verder over de Oude Zeedijk, die werd aangelegd na overstromingen in de 11 de eeuw. Als je goed oplet zie je hier en daar een hoogteverschil tussen de weiden en akkers aan de linker- en de rechterkant van de weg.
De route loopt door het vlakke, open landschap en via enkele stemmige dorpjes beland je in Lampernisse, een nederzetting die in de 9de eeuw op een smalle zandrug stond. Rond de dorpskom strekt zich een gaaf komgrondgebied uit van weiden, sloten en grachten. Als je hier even stil bent, ervaar je goed de sfeer van het landschap. In Pervijze beland je op de oude spoorwegbedding Diksmuide-Nieuwpoort. Tijdens de Eerste Wereldoorlog fungeerde de spoorwegberm als Belgische verdedigingslinie bij de Duitse opmars naar Frankrijk. De oorlogsrestanten
langs de lijn zijn hier getuigen van: schuilplaatsen, bunkers, monumenten en gedenktekens. Enkele kilometers verder ga je via de Schoorbakkebrug opnieuw de Ijzer over. Ook deze brug speelde een belangrijke rol in de oorlog. Langs de Vladslovaart en de Ijzer gaat het nu richting Diksmuide. Twee kilometer voorbij de hoeve 'het Tempelhof' zie je aan de overkant de Dodengang, en nog wat verder, de Calvarieberg. De Dodengang, een netwerk van loopgraven en bunkers, vormde één van de gevaarlijkste vooruitgeschoven stellingen van het Belgische leger. Hij bevond zich op amper 50 meter van de Duitse bunker.
De Calvarieberg is een religieus gedenkteken, gewijd aan de gesneuvelde soldaten en burgers. Nu komt het centrum van Diksmuide in zicht. Als je zin hebt om nog meer fraais te bezichtigen, zijn er het stadhuis en de Sint-Niklaaskerk en natuurlijk ook het rustige begijnhof
wat? De route zoekt het glooiende landschap op in de zuidoost-hoek van West-Vlaanderen,
een streek die zo vaak beschreven werd door Stijn Streuvels.
Afstand: 49 km.
Praktisch: landelijke, licht golvende wegen. De route is bewegwijzerd.
Vertrekpunt: de kleuterschool in de Schoolstraat in Bossuit (Avelgem).
Aan de voet van de Vlaamse Ardennen en grenzend aan het Waalse Henegouwen ligt het dorpje Bossuit, het startpunt van de route.
Al vrij snel zoek je het lommerrijke jaagpad van het kanaal Kortrijk-Bossuit op, dat de Leie met
de Boven-Schelde verbindt. Je rijdt langs het kasteel van Bossuit, het kasteel park en het hof van Bouvrie. Deze laatste is een sprekend voorbeeld van gesloten hoevebouw, waarvan je op deze route nog meerdere zult zien. Daarna gaat het over landelijke wegen en kun je kilometers ver genieten van verrassende vergezichten.
Opvallend, in dit toch wel bosarme gebied, zijn de verschillende kleine bosfragmentjes die je verspreid over het traject tegenkomt, zoals het Kooigembos, het Grandvalbos, het Beerbos en het Kraaibos. Eenmaal terug aan het kanaal Kortrijk-Bossuit (je bent nu ongeveer halfweg) ,
kunnen moedige fietsers een omweg maken naar het Provinciaal Domein de Gavers in Harelbeke, een 155 ha openluchtrecreatiegebied: toch wel zo'n 13 kilometer extra trappen.
Zet je de tocht verder aan het kanaal dan zie je even later op een heuvettop het 22 ha grote Banhoutbos. Je passeert de historische hoeve Diesvelt. Ooit was in de 14de-16de eeuw een versterkte plaats, een leén van de Kasseirij van Kortrijk.
Een eikendreef, dwars door de kouters, zorgde voor een directe verbinding met het naburig kasteel van Vichte. Vandaag blijft enkel nog de omwalde hoeve over.
Onmiddellijk daarna dwars je de gemeentegrens met Ingooigem, het dorp waar Stijn Streuvels leefde en werkte. Op het hoogste punt van de gemeente liet de Vlaamse romancier in 1904-1905 zijn woonhuis 'Het Lijsternest' bouwen. Nu is het een museum. Onderweg merk je bij verschillende hoeven een merkwaardig hoog bouwwerk. Ooit zijn de befaamde 'asten', de vooroorlogse
cichorei drogerijen waaruit Stijn Streuvels inspiratie putte voor zijn roman 'Leven en dood in den Ast'. Otegem alleen al telde vroeger 28 asten. Vandaag is er bijna geen enkele meer in werking.
Je nadert Avelgem, laat de dorpskern links liggen en vrij snel dwars je de oude beddingen van de spoorlijnen Kortrijk-Ronse en Avelgem-Heestert.
Beide spoorlijnen werden eind jaren '50, begin jaren '60 afgeschaft en doen nu dienst als recreatieweg. De bermen van deze gewezen spoorlijnen zijn dan ook ideale wandel- en fietspaden. De fietsroute kronkelt over de gemeentegrenzen van Avelgem en Zwevegem en brengt je weer in Bossuit.
pittoreske hoekjes van de Leiestreek tussen Gent en Deinze.
Je volgt de 'Gouden Rivier' die talloze kunstenaars wist te inspireren.
Afstand: 55 km, de route kan ook ingekort worden: Gent-Deurle-Gent
(37 km) en Gent-Astene-Gent (48 km).
Praktisch: hoofdzakelijk rustige, landelijke en vlakke wegen. De route is bewegwijzerd.
Vertrekpunt: Sint-Pietersstation in Gent.
Het mooiste gedeelte van de Leiestreek ligt tussen Gent en Deinze: een vlak en groen landschap
en een traag stromende, slingerende Leie die rust uitstraalt. Haar bijnaam 'Golden River' kreeg
ze vanaf de 16de eeuw door haar functie in de vlasindustrie. Het vlas lag erin te roten en het leek alsof er edelmetaal glinsterde in het water.
Ook nu nog doet de Leie haar naam alle eer aan, want aan de oever vind je enkele van de mooiste hoekjes van de provincie.
Je vertrekt in Gent aan het station en na enkele kilometers zit je al volop in de velden. Rustige
landwegen voeren je op de grens van De Pinte en Sint-Martens-Latem richting Deinze.
Het valt op hoe vlak het landschap hier is en hoe groen en weelderig de weiden er bijliggen.
Wie de volledige route te lang vindt, kan kiezen uit twee verkorte trajecten. Op de grens met Nazareth sla je dan rechts af (richting Deurle) of je draait in Astene, aan het kruispunt met de Krekelstraat, de Parijsestraat in.
Ga je voor de volledige tocht dan is Deinze niet ver meer. En daar is een bezoek aan het 'Museum van Deinze en de leiestreek' de moeite waard. Dit stedelijk museum herbergt een merkwaardige collectie van de beroemde leiekunstenaars.
Iets verderop ligt het recreatiedomein 'De Brielmeersen', een 40 hectare groot recreatiepark met sportvelden, dierenpark, speeltuin en wandelpaden.
Eenmaal het centrum voorbij buigt de route terug naar Gent.
Je passeert de ambachtelijke jeneverstokerij Filliers, maakt nog een ommetje langs de oude Leie-arm en even verder duikt het KasteelOoidonk op, ongetwijfel.d één van de mooiste kastelen van Europa. Eén van de meest schilderachtige Leiedorpen is dan weer Deurle.En dat merkje.
Binnen één kilometer liggen drie musea met schilderijen en beeldhouwwerken: het museum Dhondt- Dhaenens, het museum Leon De Smet en het museum, Gustaaf De Smet.
Dat de streek zoveel met beeldende kunst te maken heeft, dankt ze aan een groep kunstenaars (de Latemse school) die zich eind 19de - begin 20ste eeuw vestigde in St.-Martens- Latem, een paar kilometer verderop.
Het is er ideaal om te fietsen: smalle, rustige straatjes en dreven onder bomenrijen. Daarna rijd je weer richting E40. De flatgebouwen verderop verraden dat Gent in de buurt komt, maar voor je de stad bereikt, wacht je nog een heerlijk stukje Leiestreekroute, langs Afsnee.
Daar brengt de veerpont je naar de overkant van de Leie.
Over een jaagpad rijd je nu naar Drongen, je laat het centrum àchter je en vanaf de brug heb je een heel mooi uitzicht: rechts de Watersportbaan waar vissers en roeiers hun hart ophalen, en links het natuurreservaat Bourgoyen-Osse- meersen.
Wat? Deze themaroute loodst je door de uitgestrekte fruitboomgaarden van Haspengouw,
langs statige kastelen, vierkantshoeven, kapelletjes en stille dorpjes.
Afstand: 32 km.
Praktisch: golvend landschap, rustige wegen (een uitbreiding van 59 km is mogelijk). Je volgt de knooppunten: 68- 89-86-87-114-112-111-110-109-108-68
Vertrekpunt: de landcommanderij van Alden Biesen, Kasteelstraat 6, Bilzen-Rijkhoven.
Haspengouw en fruitbomen: het zijn haast synoniemen. Tientallen boomgaarden geven de toon aan in het heuvelachtige landschap. En waar rijkdom aan de bomen groeit, rijzen kastelen als paddestoelen uit de grond. Want niet alleen de blozende appels, ook de statige kastelen geven de streek een bijzondere charme.
Dé parel van Haspengouw is de Landcommanderij van Alden Biesen, meteen ook het startpunt van de route.
Dit kastelencomplex is één van de grootste en mooiste waterkastelen ten noorden van de Loire. Vergeet niet dat er bij terugkomst nog heel wat te bekijken valt. En Tongeren vraagt ook om een uitgebreide stop. Een goede raad? Op tijd vertrekken!
Eerst fiets je richting Genoelselderen, waarje je in de Bourgogne- of Bordeauxstreek waant.
Het kasteel Genoelselderen staat immers aangeduid als wijnkasteel en is het grootste wijndomein van ons land. Jammer dat je het kasteel niet individueel kunt bezoeken.
In het eet- en kunstcafé 't Poorthof tegenover het domein kun je wel een glaasje Limburgse wijn proeven. Volgende halte is de Waterburcht van Millen. In de 17de eeuw werd deze burcht omgebouwd tot een Maaslands residentieel kasteel. Het werd recent gerestaureerd en samen met de boomgaard en de kerktoren op de achtergrond levert dit een mooi plaatje op.
De route kronkelt nu door Eist, een pittoresk gehucht van Millen met slechts 40 huizen, waarvan enkele typische vierkantshoeven. Even later duikt het volgende kasteel al op.
Het Kasteel Rosmeulen in Sluizen is een neo-rococo-gebouw uit het begin van de
20ste eeuw. Hier woonde de directeur van de chocolade- fabriek.
Een fraai en eenzaam fietspad op een voormalige spoorwegbedding loodst je nu naar Tongeren.
Je rijdt de stad binnen door de middeleeuwse Moerenpoort.
De fietstocht is nu net over de helft,dus hier kun je uitblazen in het gezellige stadscentrum rond de basiliek of in het stille begijnhof. Ook het Galio-Romeins Museum is een bezoek waard. Eigenlijk is de stad zelf één groot archeologisch museum, maar in dit moderne museum wordt alles wat onze voorouders in de Tongerse bodem achterlieten in zijn context geplaatst en verduidelijkt.
Na Tongeren buigt de route terug naar Alden Biesen. Onderweg zul je zeker genieten van de vele boomgaarden en bij aankomst kun je het knagende hongergevoel verjagen met een lekker streekgerecht. Wedden dat fruit het basisingrediënt is?
Wat? U maakt kennis met een typisch Kempisch landbouwlandschap, bosrijke natuurgebieden en een aantal meesterwerken van de Limburgse brouwkunst.
Afstand: 35 km.
Praktisch: vlakke, verharde wegen.
U volgt de knooppunten01-02-31-36-12- 11-07 -08 (afslag Bocholt-centrum volgen) -06-01
Vertrekplaats: kerk van Ellikom
(ook de Pollismolen in Bree-Opitter en het centrum van Bocholt zijn ideale startpunten).
Limburg ontdek je het beste met de fiets. Het heeft dan ook een fietsroutenetwerk dat nu al meer dan 1 000 km lang is en haast de hele provincie doorkruist. Alle fietspaden zijn met elkaar verbonden door een genummerd knooppuntensysteem.
Je fietst van nummer naar nummer. Op de fietskaartkun je dus onmiddellijk zien waar je bent en de rit naar hartelust inkorten of verlengen.
Noteerje de nummers van de knooppunten vooraf op een papiertje, dan moet de kaart zelfs niet meer uit de rugzak. Het systeem is niet alleen flexibel maar ook kindvriendelijk. Liefst veertig procent van de fietspaden is autovrij en loopt over brede, verharde
paden. Ook op andere trajecten zul je meer fietsers dan auto's tegenkomen.
De Brouwerijroute vertrekt aan de kerk van Ellikom en op weg naar Opitter rij je door de schilderachtige, groene vallei van de Itterbeek en de Baatsbeek.
Je doorkruist het natuurgebied Solterheide, waar nog zeldzame vogelsoorten en planten leven: het
blauwborstje ende nachtegaal en planten met klinkende namen als snavelzegge en gevlekte orchis.
Een verzameling van al dat moois vind je in het bosmuseum Pollismolen.
Je nadert Opitter en meteen ook de eerste brouwerij op deze route.
In brouwerij Sint-Jozefwordt onder meer de Limburgse Witte gebrouwen. Een bezoek kan jammergenoeg alleen in groepsverband, maar deterrasjes onderweg bieden voldoende gelegenheid om kennis te maken met deze Witte.
Van daaruit gaat het richting Bree. Je fietst langs de dijk van de Zuid-Willems- vaart waar je rustig kunt genieten van een typisch open Kempisch landbouwlandschap, afgewisseld met bosrijke natuurgebieden.
In Bree kun je even afstappen om de grootste kruiden- tuin of de kleinste koffie- branderijvan het land te bezoeken.
In buurgemeente Bocholtknoopje dan weer aan bij het thema 'bier'. Hier vind je dé hoofdattractie van de route: het Bocholter Brouwerijmuseum.
De familie Martens brouwt hier al sinds 1758 bier en het museum heeft één van de grootste collecties brouwerijoldtimers ter wereld. Nog niet genoeg gefietst?
Van hieruit kun je verder naar Achel,waar je inspanning beloond wordt met een nieuw soort trappist sinds kort gebrouwen in de Achelse kluis. Hou je deze uitdaging liever voor een volgende tocht, dan fiets je terug naar Ellikom, langs rustige wegen door het Kempisch landschap, dat zich eindeloos lijkt te herhalen.
Bij het fietsen en- of wandelen kan je in aanraking komen met de haartjes van de PROCESSIERUPS. Volgende tips zeggen wat je moet doen
Eerste hulp bij contact
Ben je toch in aanraking gekomen met de brandharen van een processierups, probeer dan niet te krabben of te wrijven: zo verspreid je de netelharen nog meer. Spoel je huid grondig af met water en was je gedragen kledij op een hoge temperatuur en een lange wascyclus. Eventueel kan je in het beginstadium de aangetaste huid met plakband strippen om overtollige haren snel te verwijderen.
De symptomen verschijnen binnen de acht uren na het contact. Deze zijn: rode plekken, bultjes of met vocht gevulde blaasjes die hevig jeuken. Een anti-jeukmiddel kan hier verlichting brengen. De jeuk en uitslag kunnen tot twee weken aanhouden en verdwijnen dan meestal vanzelf. Ingeademde brandharen kunnen het slijmvlies van neus, keel en luchtpijp irriteren of doen ontsteken. De klachten lijken op een neusverkoudheid. Keelpijn of slikstoornissen kunnen voorkomen, en soms is er ook sprake van kortademigheid. Ook algemene klachten zoals braken, duizeligheid en koorts kunnen een gevolg zijn van contact met de brandharen.
Bij contact met de ogen kunnen de haren een acute ontsteking van het oogwit of een chronische oogontsteking veroorzaken. Gaat dat gepaard met knobbelvorming, dan dienen de haartjes operatief verwijderd te worden. In het laatste geval kan er al enige tijd verstreken zijn en wordt het verband tussen de rupsen en de ontsteking vaak niet meer gelegd. Raadpleeg in geval van twijfel steeds een arts.
Vertrek : aan het gemeentehuis van Aalter Aantal km: 45 Reliëf: Vlak Wegdek: Meestal asfalt, iets buiten Aalter een stuk onverhard die er naar mijn mening iets beter kan bij liggen. Veiligheid: Rustige route Logistiek: Voldoende aanwezig. Bewegwijzering: Goed
Een landelijke fietsroute van 45 km op bijna uitsluitend verharde wegen;
De Woestijneroute verwijst naar het grensgebied tussen Aalter en Knesselare dat Woestijne noemt.
De naam wijst ons op de heidegronden die hier van oudsher liggen met stukjes bos en stukjes braakliggend terrein. Dit gebied was vroeger ook bezaaid met waterplassen en kleine meertjes waarvan de Kraenepoel nog een schitterende overblijver is.
De fietser maakt kennis met de dorpen van Knesselare, Ursel en Bellem.
Het Centrum van Aalter is de uitvalsbasis naar verschillende kastelen en ook stukken onbemind natuurgebied zoals de kanaalbermen langs het Kanaal Gent-Brugge, Blekkersbos, het Konijntje en de Markettebossen tussen Aalter en Bellem.
De route kan ook makkelijk gestart worden vanaf de Drongengoedhoeve van waar een korte aanlooproute ligt.
De nieuwe Woestijneroute ligt mooi tussen de Drongengoedroute, de Lieveroute, de Nevellandroute, de Poekebeekroute en de Beverhoutsroute en vult daarom perfect een gat in de markt voor Toerisme Oost-Vlaanderen op.
Dat er steeds nieuwe routes bijkomen is positief. De toeristische dienst van Oost Vlaanderen heeft mooi werk geleverd en een route toegevoegd in hun provincie. De Woestijneroute is officieel ingereden op 28 Mei 2004 en start aan het gemeentehuis van Aalter die zeer makkelijk bereikbaar is vanaf de autosnelweg en een ruime parking voorziet. We zijn nog niet ver weg of we moeten voor de eerste keer van onze fiets, de route gaat onder de spoorweg door, en een bordje maant ons aan af te stappen. Wanneer we voor de 2é keer aan de spoorweg komen moet we niet afstappen, hier fietsen we over de sporen en fietsen onmiddellijk rechtsaf een onverharde dreef in. Iets verder fietsen we rond het Blekkerbos en moeten voor de 2é keer van de fiets om onder de spoorweg door te gaan. Bij aankomst aan het kanaal Brugge Gent fietsen we linksaf tot aan de brug waar we over fietsen om direct rechtsaf terug langs het kanaal te fietsen richting Knesselare. Kleine landelijke wegen houden ons vele kms gezelschap tot Knesselare en Ursel. In Ursel draaien we rond de kerk een onverhard paadje in, iets verder ontmoeten we nog zon heerlijk fietspaadje, weerom houden rustige wegen ons gezelschap tot Bellem. Wanneer we aan de spoorweg aankomen buiten Bellem moeten we voor de 3é keer van de fiets aan de spoorweg. We komen in een stuk groengebied terecht waar we aan onze rechterzijde de beschermde vijver de Kraenepoel zien, een waar broedparadijs voor de vogels. Na de Kraenepoel fietsen we door Loveld met zijn residentiele wijk. Wanneer we het groengebied verlaten zien we voor ons Aalter liggen die we dan ook snel binnenrijden,bij het marktpleintje met zijn verschillende terrasjes kunnen we niets anders dan onze fiets aan de kant zetten om te genieten van een heerlijke koffie.
Vertrek: In Bree aan het toeristisch kantoor Contact: Toerisme Bree Markt z/n 3960 Bree 089 84 85 61 fax 089 47 31 41 toerisme@bree.be
Route: Bewegwijzerde themaroute in Limburg
WAT KOMEN WE TEGEN :
BREE :
Het stadhuis van Bree is het voormalig Augustijnerklooster (1659) dat volledig werd gerenoveerd en gerestaureerd. Het werd een pareltje van moderne technieken gecombineerd met respect voor het historische karakter van het gebouw. In het stadhuis werden oude muurschilderingen blootgelegd en onder andere in het bureel van de burgemeester en de schepenzaal werd prachtig stukwerk teruggevonden.
Het oorspronkelijke Vrijthof werd vroeger gedeeltelijk ingenomen door een ommuurd kerkhof (sporen van de kerkhofmuur zijn bij de graafwerken voor de fontein gedeeltelijk teruggevonden). In 1850, toen een nieuw kerkhof buiten de stad werd ingericht, verdween het kerkhof op het Vrijthof. De naam Vrijthof verwijst nog steeds naar het kerkhof. De zone tussen het huidige stadhuis en het kerkhof werd ingenomen door een beboomd plein. Op dit plein lag met zekerheid vanaf 1532 een waterput die in de loop van de 18de eeuw door een waterpomp werd vervangen. Water, en dan vooral drinkbaar water, was voor het overleven van een stad van essentieel belang en kreeg dan ook een plaats in het hart van de stad. De stadspomp is ondertussen al jaren verdwenen, maar water is en blijft de bron van alle leven.
Vandaag brengen we opnieuw het water naar het centrum van de stad in de vorm van een waterstraat die de Sint-Michielskerk en het Stadhuis verbindt, twee plaatsen van ontmoeten in het centrum van de stad. De cirkel, met de fonteinkoppen in het midden van de waterstraat, verwijst naar de oude waterput die zich eens op dit plein bevond.
De waterstraat is uitgevoerd in lage schuimkoppen terwijl de cirkel is voorzien met hogere waterstralen die savonds verlicht zijn. Ook muzikale waterbegeleiding wordt in een latere fase aangebracht. Als de fontein wordt uitgeschakeld zal ze nauwelijks merkbaar zijn in het profiel van het Vrijthof. Ondanks het sobere uitzicht op het plein bevindt zich een hele technische uitrusting ondergronds en in de kelders onder het Vrijthof.
Opitter
Sint-Trudokerk met 16de eeuws Antwerps retabel
Het Passieretabel van Opitter dateert van ca. 1540 en is geplaatst in de Sint-Trudokerk. Het is vervaardigd in een Antwerps atelier. Hiervan getuigen de merktekens, die zowel op de bak als op verscheidene gebeeldhouwde groepjes werden aangebracht. Het werd gerestaureerd in 1994-1996. Het retabel van Opitter werd als topstuk tentoongesteld in de kathedraal van Antwerpen tijdens Antwerpen, culturele hoofdstad in 1993.
Tongerlo
Tongerlo is de geboorteplaats van de romanschrijver Jaak Langens.
Sint-Pieterskerk
De geklasseerde Gotische St Pieterskerk uit de 15de eeuw bezit merkwaardige beelden en grafstenen.
Sint-Antoniuskapel
Een der weinige St Antoniuskapellen ligt in Solt aan de rijksweg Bree-Maaseik.
Galdermansmolen & Keyartmolen
Op de Itterbeek vinden we enkele goed bewaarde watermolens: de Galdermansmolen (1770) en de Keyartmolen (1139).
Beek
Sint-Martinuskerk
De Sint-Martinuskerk uit 1450, bezit een Romaanse toren uit 1007 opgebouwd met veldstenen. In de kerk vind je een aantal merkwaardige beelden van de laatgotische beeldsnijkunst. Het orgel dateert uit de 16de eeuw.
Gerdingen
Kerk met vroeg-romaanse toren en gotisch schip
Kapel van Sint-Jan OP AANVRAAG VAN DE 50 PLUSSERS VAN BREE ---- VEEL PLEZIER
Alken - Herk de stad - Stevoort - Sint Lamberchts Herk.
Vertrek: Fietsenrijpunt De Alk, Laagdorpstraat in Alken.
Omschrijving
Herk - De Herk is op en top Haspengouws. Hij vertrekt in Heers, ontvangt in Kuttekoven de Herkebeek, kronkelt door Wellen en Alken, ontvangt in Sint- Lambrechts-Herk de Mombeek, stroomt door Stevoort en Herk-de-Stad, en stort zich dan met de Getein de Demer. In het noordelijke deel van deze route (van 194 tot 174)volgt u de Herk stroomopwaarts. In een brede vallei meandert hij zich een weg tussen broeken, populieren- en fruitaanplantingen.
Zandleem - De Kempen reikt tot aan de Demer. In de Herkvallei gaat hij aarzelend over in Haspengouw. Nee, nog geen imposante vierkanthoeves in het noordelijke deel van de route, wel veel vakwerkhuisjes. Deboerderij1jeswijzen op kleinschaligheiden dus op minder vruchtbare grond. Van noord naar zuid, van zandleem naar leem ziet u de grond vruchtbaarder en de boerderijen groter worden.
Populair - Van populieren werden lucifers gemaakt Hebben ze in de eeuw van de aansteker dan nog een economische betekenis? Ja, de populier is nog populair, dat merkt u wel aan de jonge aanplantingen.
Fruit neemt snel de geur van het hout op, en populier geeft bijna geen geur af, vandaar dat het hout gegeerd is voor de productie van fruitkratten. De nieuwe soorten groeien ook sneller en zijn resistenter. Vroeger werden ze geveld na 50 jaar, nu zijn ze al kaprijp na 15 à 20 jaar
De Herkvallei bestaat uit twee deelgebieden. Het zuidelijke gedeelte, de Broekbeemd, ligt in het centrum van Wellen. Het noordelijke deel, de Grote Beemd, ligt eveneens in Wellen en voor een klein stuk in Alken. De gebiedsnamen verwijzen naar natte terreinsituaties: een broek is een moerasgebied, een beemd een hooiland in een beekvallei. Toen Limburgs Landschap er samen met de plaatselijke vereniging t Bokje een werking startte, waren vele terreinen sterk verruigd en/of beplant met populieren.
De Herk is een zijriviertje van de Demer. De Herk stroomt ten zuiden van Hasselt en geeft zijn naam aan de dorpskern Sint-Lambrechts-Herk en aan Herk-de-Stad. Aan de grens tussen Herk-de-Stad en Halen stroomt de Herk samen met de Gete in de Demer. Dank zij het waterzuiveringsstation in Alken (1998) is de waterkwaliteit behoorlijk, wat vroeger anders was, toen de Brouwerij van Alken het water van de Herk gebruikte voor koeling en het riviertje ook als afvoerkanaal gebruikte.
De Herk ontspringt in Rukkelingen-Loon (gemeente Heers) nabij de grens tussen de provincies Limburg en Luik. Tal van kastelen zijn gevestigd in de vallei van de Herk, onder andere het kasteel van Rullingen. Ook de plaatsen Wellen, Alken en Stevoort en een aantal watermolens liggen aan de Herk.
De naam Herk komt van het Keltische woord arika, verkleinwoord van ara dat rivier betekent. Herk betekent dus kleine rivier of beek.
Vroeger heel spannend, vandaag lekker ontspannend: fietsen in de grensregio met Nederland, een populair smokkelgebied.
De naam van deze route ligt voor de hand: het is een tocht in het Belgisch-Nederlandse grensgebied van Baarle, over Weelde tot Poppel. Met elke pedaalslag kom je als het ware in een ander land terecht. De route leidt je voornamelijk langs rustige landbouwwegen. Heel apart is Baarle met zijn enclaves.
Gevolgen van het smokkelen!
De smokkelaars die tegengehouden werden door de douaniers, verloren de spullen die ze gesmokkeld hadden. Ze werden in beslag genomen en de douaniers hielden sommige spullen voor zichzelf. Sommige smokkelaars kregen een proces-verbaal. Voor de kleine goederen werd een boete aangerekend en voor de grotere goederen werden de smokkelaars naar de gevangenis gebracht.
Gebouw waarvan ik vermoed dat het het stationsgebouw van Weelde Statie is geweest
Vertrek : kan aan het fort in Wommelgem of op het hele traject Aantal km : Doe je de brialmontroute op de bordjes is het 40 km Doe je de alternatieve route op knooppunten is het +/- 53 km Bewegwijzering : goed
Elegante kastelen, fraaie groengebieden en imposante forten: dat zijn de blikvangers op
dit traject.
Je passeert kastelen in allerlei stijlen: de rococo kastelen Sorghvliedt of Boekenberg, demachtige waterburcht Cleydael in Aartselaar of het classicistische kasteel Middelheim.
Je kan je fiets even aan de kant zetten en een wandeling maken in het Nachtegalenpark
(verzamelnaam voor de parken Vogelzang, Den Brandt en Middelheim),
Boekenbergpark, natuurgebied Hobokense Polder of provinciaal domein Rivierenhof.
Je kan een tentoonstelling meepikken in het Zilvermuseum Sterckshof Provincie
Antwerpen of het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim.
De forten 2 (Wommelgem), 4 (Mortsel), 6 (Wilrijk) en 8 (Hoboken) zijn restanten van de
19de-eeuwse verdedigingsgordel rond Antwerpen. Indrukwekkende staaltjes van
militaire architectuur! Wie interesse heeft voor het militaire erfgoed, moet beslist de
bewegwijzerde Brialmontroute uitproberen.
P.S. Voorbij knooppunt 33 kan je een ommetje maken naar het Schoonselhof, waar heel
wat prominente Antwerpenaren begraven liggen. Brialmontroute De geniale fortenbouwer Brialmont was vorige eeuw ook in Antwerpen actief. Fiets langs enkele indrukwekkende staaltjes van militaire architectuur. Een traject langs en door vier forten van de 19de-eeuwse verdedigingsgordel rond Antwerpen (Edegem, Mortsel, Wilrijk en Borsbeek), aangevuld met o.a. kastelen, parken, de architectuurwijk Zurenborg en een openluchtmuseum voor beeldhouwkunst: dat is in een notendop de Brialmontroute. De meeste forten zijn nu groene eilandjes, ideaal voor passieve en actieve recreatie. Situering: Antwerpen, Borsbeek, Edegem, Mortsel en Wommelgem. Afstand: 40 km, verkortingen van 17 en 25 km.
Geen fietsroute om met een groepje te fietsen vanwege de drukte, want het is veelal goed uitkijken, maar met z'n tweetjes is het geen probleem. De routebordjes zijn allemaal aanwezig alhoewel sommige wat verdekt zijn aangebracht en ons een enkele keer op een dwaalspoor zette.
Start: parking aan de Sint-Pieterskerk in Rotselaar-centrum.
Van daaruit rijden we (volg eerst de bordjes die naar het knooppuntennetwerk leiden) naar knooppunt 72 en rijgen de volgende nummers aan elkaar:
26, 27, 28, 29 en 20.
Daarna rijden we richting 94, maar slaan via Sasbrug Boortmeerbeek af naar Boormeerbeek-centrum. We pikken er de draad van de knooppunten weer op aan de kerk en volgen de nummers 21,22,23,25,71,67,66, 30 en terug 72.
Let wel op dat je tussen 30 en 72 tijdig de richting Rotselaar-centrum kiest (volg de bordjes "Centrum").
Verkorting: je kunt het traject een beetje inkorten door in Werchter niet voor de Demer te kiezen, maar aan knooppunt 67 richting 72 en 30 te nemen en zo naar Rotselaar-centrum te fietsen.
Uitbreidingen: steeds mogelijk via de knooppunten. Raadpleeg de kaart Fietsknooppuntennetwerk Hageland.
Relief: vlak, de (lichte) glooiingen zijn te verwaarlozen. Je rijdt wel op enkele korte en langere (langs de Dijle) onverharde stroken.
Veiligheid: rustige wegen, vooral langs de waterlopen. In de respectieve dorpscentra, die je doorkruist, moet je wel rekening houden met het autoverkeer.
Bewegwijzering: in orde. Toch opletten aan de Leuvense Vaart, waar je vanaf knooppunt 20 richting 54 moet rijden in plaats van naar 91 zoals op de kaart staat vermeld (komt het op hetzelfde neer, maar je moet het wel weten).
Logistiek: er zijn voldoende herbergen waar je je dorst kunt lessen en je komt ook diverse rustbanken tegen.
Bijzonderheid: de rust van het water.
Blikvangers: de kerken van Rotselaar, Wakkerzeel, Boortmeerbeek en Werchter, alsook enkele kapelletjes; de Toren Ter Heide en de watermolen in Rotselaar.
Te bereiken: met de wagen: via A2/E314, afrit 21 nemen en richting Rotselaar rijden; ook op de weg Aarschot-Leuven (N19) kun je afslaan in de richting van Rotselaar.
Heeft in dezelfde regio een knooppunten route gereden waarvan je beschrijving + foto's en plan kan bekijken op bovenstaande link bedank Frans ----------------------------------------------------------------------------------------------
Ik heb in mijn archief nog zoveel routes die ik zou willen fietsen maar waar ik weinig of niks informatie van kan terugvinden. Daarom mijn vraag om medewerking...................... Ik zet de plannekes op de site en mijn bezoekers die in de omgeving wonen of de route zelf al gefiets hebben en meer informatie kunnen geven ,spelen die aan mij door ,die ik dan toevoeg aan de desbetreffende route met vermelding van de informant met zijn blogadres
DOOR DE KNOOPPUNTEN OP VOORHAND OP TE SCHRIJVEN HOEF JE DE KAART NIET ALTIJD BIJ DE HAND TE HEBBEN
TUSSEN ELKE TWEE KNOOPPUNTEN KAN JE TELKENS DE KILOMETERS BIJSCHRIJVEN EN EVENTUEEL HET PUNT WAAR ERGENS EEN STOP ( VOOR ETEN EN DRINKEN) VOOR HANDEN IS
Vertrek op : 146-173-149-171-170-162-153-148-121-145-144-146
Deze bloesemfietslus vertrekt in het Limburge Alken. In het centrum van de gemeente is er ruime, gratis parking achter het recreatiepark 'de Alk', aan de sporthal en op parking Kapittel . Het kindvriendelijke park, dat ook gratis toegankelijk is, bevat naast een speeltuin ook een verkeerspiste, een plonsbad, een roei- en visvijver en een minigolf.
Deze fietslus volgt de blauwe borden van het fietsnetwerk. In de fruitstreek werd aan deze borden een bloesembord toegevoegd.
We passeren de volgende bezienswaardigheden:
Alken. De Alk, recreatiedomein, Sint-Aldegondekerk met 15e-eeuwse doopvont, Brouwerij Alken-Maas. Hier werd in 1928 het eerste Belgische Pilsje gebrouwen.
Ulbeek. Uniek dorpsplein. Kapel van Oetslerhoven met 15e-eeuwse piëta.
Rijkel. 16e-eeuws kasteel.
Hoepertingen. 17e-eeuws waterkasteel Mariagaarde.
Rullingen. Kasteel en fructuarium met 5 ha oude hoogstamfruitbomen.
Berlingen. 14e-eeuws bedehuis, water- en korenmolen langs de Herk.
Wellen. Natuurgebied Broekbeemd, Stroopstokerij Bleus van Vrolingen.
START OP 135-188-187-358-186-359-183-182-184-185-134-135
Deze Haspengouwse fietslus tussen Sint-Truiden, Gingelom en Borlo vertrekt natuurlijk in de fruitstad en we volgen de blauwe borden van het Limburgs fietsroutenetwerk. Gratis lang parkeren kan aan het Speelhof op de Veemarkt of aan het station.
De geschiedenis van de stad is nauw verbonden met de Frankische edelman Trudo, zoon van Wicbolde, graaf van Hesbania (Haspengouw). Omstreeks 650 trok de jonge Trudo naar Metz voor zijn priesteropleiding. Bij zijn terugkomst in zijn geboortestreek bouwde hij een kerk en schaarde een gemeenschap van geestelijken rond zich. Na zijn dood in 693 en heiligverklaring groeide de abdij uit tot een welvarend bedevaartsoord. Vandaag is Sint-Truiden vooral bekend als cultuurstad en centrum van de fruitstreek. De stad is met 196 beschermde monumenten de grootste monumentenstad van Limburg.
We vertrekken aan knooppunt 135. Dit is vlak onder de abdijtoren van het voormalige seminarie, om de hoek ligt het stadhuis op de grote markt. We steken de markt over, rijden voorbij de fruitfontein over en nemen richting 188 naar Wilderen
BEZIENSWAARDIGHEDEN *De abdijtoren biedt een zeer mooi uitzicht over Haspengouw *Langs de Volmolenweg naar Wilderen. *In Velm kruisen we de oude Romeinse Heerweg van Maastricht naar Tienen. *Kasteel van Gingelom. Hier woonde Baron Erasme Louis Surlet de Ckokier. Bij de onafhankelijkheid van België vervulde hij de functie van eerste Regent tot 21 juli 1831, de dag waarop Leopold I aangesteld werd als eerste Koning der Belgen. *Vierkantshoeve te Borlo. *Borlo, het Pachthof. *Muizen, abdijhoeve Tienbonder.
De Bilzenroute omdat je komt door Bilzen Munsterbilzen - Eigenbilzen
Afstand: 37 km.
Bewegwijzering: Je fietst een deel op het fietsroutenetwerk Haspengouw en een stuk op het fietsroutenetwerk Kempen en Maasland. Verkeerd of verloren rijden is uitgesloten. Volg de fietsknooppunten 68-85-84-69-64-62-65-66-67-68.
Vertrekpunt: Landcommanderij Alden Biesen. U komt er via de E313 afrit 31, Bilzen. Vanaf hier is Alden Biezen duidelijk bewegwijzerd.
Aard van de weg: Heuvelend (een fiets met versnellingen is wenselijk), overwegend verharde landbouwwegen met enkele niet verharde gedeelten. Deze fietuitstap is niet aangeraden bij nat weer.
Kaarten: Fietsenroutenetwerk Limburg,
1 /We vertrekken aan de Landcommanderij van Alden Biesen in Rijkhoven. Er is voldoende parkeerruimte, een toeristische infodienst, fietsenverhuur, je bent onmiddellijk op het fietsroutenetwerk en het ligt op een boogscheut van Bilzen en het NMBS-station (waar je ook fietsen kunt huren). Je fietst naar fietsknooppunt 85. De stijgende Kasteelstraat brengt je via de dalende Reekstraat en de Biezenweg direct naar Bilzen. Links en rechts fiets je langs boomgaarden waar de appelen en peren tantaliserend over de hagen hangen. Aan de Borreberg is een uitkijktoren waar je van een mooi uitzicht op het Demerstadje en omgeving kunt genieten. Langs een holle weg die later overgaat in een hoge dijk steek je voor de eerste keer de Demer over. Het riviertje is hier amper drie meter breed en stroomt enkele meters lager door een parkje. Onmiddellijk hierna fiets je Bilzen binnen. De route loopt over de Markt met het vroegere stadhuis - nu toeristische dienst - en de Sint-Mauritiuskerk. Achter de kerk heeft men het standbeeld van Camille Huysmans (1871 1968) geplaatst. De socialistische voorman - ooit nog burgemeester van Antwerpen - staat er wat verweesd bij, hij had blijkbaar een beter plaatsje gewenst. 2 /Nu fiets je naar de knooppunten 84-69-64-62 en 65. Je verlaat het centrum van Bilzen door de Genutstraat. Aan het tweede kruispunt steek je schuin naar rechts in de Hasseltsepoort die overgaat in de Spurkerweg. Zo kom je in een open beemdenlandschap. Over een hogergelegen spoorwegtalud fiets je voor de tweede keer over de Demer. De spoorweg wordt alleen gebruikt voor goederenvervoer, onder meer voor Ford Genk.Aan de derde spoorwegbrug fiets je naar rechts, even links en dan weer rechts. Nu ben je op de Weg naar Diepenbeek. Aan het kruispuntje fiets je linksaf in de Genkerbaan en aan het volgende kruispunt fiets je rechts de Taunusweg op. Aan het einde van de Taunusweg kom je aan de Bilzerweg waar je linksaf fietst naar het Albertkanaal en richting Zutendaal. In de verte torenen de koeltorens van de elektriciteitscentrale van Genk hoog boven het landschap uit. Over het Albertkanaal fiets je de tweede weg rechts in, dit is de Watermolenweg. Dan links meevolgen door de Broekmolenweg. Autovrije wegen, uitgestrekt coniferenbos, struikheide, de Roelerheide en de Gellikerheide vormen nu de hoofdingrediënten van onze tocht door Zutendaal naar Gellik. Sommige gedeelten lijken wel groene tunnels waar slechts hier en daar een spat zonlicht doorkomt, soms onderbroken door een doorkijkje op een steil stukje hellingbos of een blikkerende waterpoel. In de dorpskom van Gellik ben je terug de bewoonde wereld ingefietst. Op het kerkplein kan je op een terrasje met een natje en een droogje bekomen van de geleverde inspanning.
3 /Fiets nu over knooppunt 66, 67, en 68 terug naar het vertrekpunt. In Gellik fiets je richting Eigenbilzen. Je fietst de kleine dorpskom uit via de Wijerdijk. Aan het kruispunt over de brug van het Albertkanaal fiets je rechtsaf naar Eigenbilzen waar je dan de richting Hoelbeek neemt. Net buiten de dorpskom van Eigenbilzen brengt een onverharde weg je in de vallei van de Krombeek en langs het natuurreservaat De Hoefaert. In Hoelbeek kan je een klein ommetje maken om de 'Site Jonckholt' te bezoeken. De ruïne van de ridderburcht ligt goed verscholen en geheel verlaten in een overwoekerde uithoek van de gemeente. Men heeft over de volledige omtrek de burchtmuren tot ongeveer een meter heropgebouwd. De hoektorens zijn duidelijk herkenbaar, de omtrekken van de gebouwen binnen de burcht zijn door houten palen aangegeven. De hofgracht is gedeeltelijk verland en begroeid met waterplanten. Na Hoelbeek volgen nog Waltwilder en Sint-Martenslinde. Hier en daar kun je, tussen de vierkanthoeves, nog pareltjes van vakwerkbouw ontdekken. De dorpjes rijgen zich als een paternoster aan elkaar. Als je de lange stijgende notelarendreef infietst kun je er Rijkhoven nog bij aanrijgen. Op het einde van de dreef fiets je door het poortgebouw - de vroegere hoofdingang - de landcommanderij binnen. Tijd voor een welgekomen verfrissing op het terras van het Apostelhuis.
Bilzen is een charmant stadje aan de bovenloop van de Demer in het hart van Limburg, aan de E313 Hasselt-Luik en op korte afstand van Genk, Tongeren en Maastricht. Bilzen is vooral bekend voor het machtige kasteel van Alden-Biesen in de deelgemeente Rijkhoven, maar ook het centrum van Bilzen heeft enkele mooie monumenten bewaard. Op het grondgebied van Bilzen bevinden zich meerdere natuurreservaten, parken en een drietal bosgebieden.
Bilzen ontwikkelde zich in de Middeleeuwen tot een bloeiend handelsstadje dankzij haar gunstige ligging aan een knooppunt van wegen. In de 11de eeuw werd Bilzen bij het graafschap Loon gevoegd, later komt het stadje in de invloedssfeer van het prinsbisdom Luik. Vanaf de 14de eeuw zou de stad de naam Beukenbilzen dragen, om haar te onderscheiden van gemeenten zoals Eigenbilzen en Munsterbilzen. Tijdens de 16de en 17de eeuw werd de stad herhaaldelijk geplunderd. Met de steun van de landcommandeur van Alden Biezen werd de kerk heropgebouwd. De aanleg van een spoorverbinding in de 19de eeuw gaf Bilzen een nieuw elan.