WANDELROUTES OP http://blog.seniorennet.be/hetpinegeltje2/
27-07-2007
Hazelaarsroute
De Hazelaarroute
Start : Aan de kanaalkom in Hasselt
Afstand : 65 km
Voor de GPS-liefhebbers : de route op GPX-formaat is verkrijgbaar
Het vertrek en eindpunt van onze fietsroute is voorzien op de kleine ring rond Hasselt aan de kanaalkom. Deze kleine ring of promenade wordt gevormd door een reeks pleinen en brede lanen, die grotendeels het tracé van de vroegere stadswallen volgen. Het werd aangelegd in 1846-1855 naar ontwerp van de Brusselse architect Spaak. Een voorbeeld van geplande stadsaanleg, waarin ruime burgerhuizen afwisselen met monumentale complexen. Deze promenade verloor echter in de loop der tijd haar karakter door het steeds toenemende verkeer. In 2000 werd de ring rond Hasselt volledig heringericht. Rond de stad werd éénrichtingsverkeer ingevoerd, zo ontstond de groene boulevard, die het centrum van de stad weer omsluit met zijn 400 bomen. Wandelaars en fietsers kunnen er flaneren en langs de verschillende invalswegen "de stad van de smaak" ontdekken.
Tot voor enkele jaren was deze vlakke route langs de deelgemeenten van groot-Hasselt nog bewegwijzerd. Door deze registratie gaat een van de oudste Limburgse fietsroutes misschien niet verloren.
WAT KOMEN WE TEGEN
1.Kanaalkom,met op de achtergrond de schooorsteen van de vroegere gelatinefabriek.
2. Prinsenhof te Kuringen.Kuringen was reeds in de vroege middeleeuwen een belangrijke gemeente. Prinsenhof bestaat uit resten ven het waterslot van prinsbisschop Erard van de Marck (1515).
3. Herkenrode-abdij. Deze voormalige cisterciënzerinnenabdij werd gesticht in 1182 door graaf Geraard van Loon. Zij was DE Loonse abdij bij uitstek en tevens de oudste vrouwenabdij van deze orde in de Nederlanden. Ze is in de loop der eeuwen uitgegroeid tot één van de grootste gebouwencomplexen in Limburg. Nu nog bestaande bebouwen zijn; poortgebouw, neerhof met woonhuizen, stallingen en de enorme tiendeschuur, de oude abdijmolen, infirmerie, brouwerij, de kloostergebouwen, het nieuw abdisverblijf en de Tuiltermolen die iets verderop ligt.
4. "van Veldeke"-molen te Kermt.Dit is een voormalige waterradmolen op de Demer, gelegen in de buurt genoemd "Veldeke", eertijds afhankelijk van de abdij van Sint-Truiden. De molen bestaat reeds eeuwen, maar werd in 1917 verbouwd na een hevige brand. Ze heeft een grote historische waarde omdat ze herinnert aan Hendrik van Veldeke (ca.1182-1200), de eerste dichter die in de Dietse (Nederlandse) taal heeft geschreven.
5. Kapel van Wideux te Sint-Lambrechts-Herk
6. Het kapelleke van Hilst.Op 5 december 1798 omsingelde het Franse leger Hasselt en het boerenleger, dat de dag voordien de stad had ingenomen. Na hardnekkige weerstand vluchtte het boerenleger in de richting van Sint-Truiden, maar werd ter hoogte van Hilst afgeslacht. Dit was het einde van de Boerenkrijg; een opstand van de plattelandsbevolking tegen de Franse bezetters. Op de eerste zaterdag van december heeft ieder jaar, kort bij deze kapel, in een grote schuur een herdenkingsplechtigheid plaats.
7. Kasteel van Mombeek Dit neoclassicistisch herenhuis is door de Mombeekdreef met de Lukersteenweg verbonden. Het ligt op een voorheen omgracht domein met vijver. Het huidige gebouw, symmetrisch opgebouwd en wit bepleisterd, dateert uit de 19° eeuw.
8. Provinciehuis.
9. Ethias en grenslandhallen.
10. De Japanse Tuin
11. Sluizen van het Albertkanaal te Godsheide.
12. Borggrave-vijvers.Het geheel van de Borggravevijvers is een afgesloten en beschermd gebied, dat een beetje verder aansluit bij de vijvers van het Provinciaal Domain van Bokrijk. In feite vormen deze twee gebieden één groot vijvercomplex, bevloeid door de Kloosterbeek.
13. Gezinsboerderij.Stedelijk domein Kiewit met de Kinderboerderij. Het domein is na de 2° W.O. eigendom geworden van de stad Hasselt. Uit de voorgeschiedenis onthouden wij dat het domein zich bevindt te midden van een gebied dat eeuwenlang twistappel was tussen Hasselt en Zonhoven.
14. Vliegveld AERO-Kiewit.Kiewit is een naam die terug te vinden is in de internationale luchtvaartgeschiedenis. Het was in 1909 onder meer dat Blériot zijn beroemde vlucht over het Kanaal naar Dover maakte. Eveneens dat jaar werden de eerste schikkingen getroffen voor de aanleg van het vliegveld van Kiewit; de officiële opening volgde op 9 mei 1910. Dit is het oudste vliegveld van België. Tegenwoordig wordt het voornamelijk door zakenlui aangevlogen, ook luchtdopen zijn alle dagen mogelijk. De ingang van het vliegveld ligt in Hasselt, het veld zelf is Zonhovens grondgebied.
Van hier volgen we de route tot we weer langs het kanaal de stad bereiken. Als afsluiter nog een tochtje over "de groene boulevard".
ROUTE-AANDUIDING Zeshoekige borden voor elk van de drie samengevoegde routes: 'Langdorp' (18 km), 'Gelrode' (15 km) en 'Rillaar' (14 km).
AARD VAN DE WEG Op deze route rijd je door een Bekaflaan en bekaf
word je wel op en tussen de heuvels van het Hageland. Maar wie iets moois wil zien, moet zweten. Je klimt de steile Gelrodeweg op en je ziet Aarschot voor je opdoemen. Dat is echt mooi. Veel afwisseling: kalme landwegen, enkele drukke punten. Maar de rust overheerst, vooral in de bossen. Een paar zandwegen en enkele kasseistroken moet je maar voor lief nemen. Voorzichtig tijdens de afdalingen!
AANBEVOLEN VERTREKPUNT De parkeerplaats Demervallei in Aarschot. Vanaf de autoweg Al Leuven-Hasselt neem je uitrit 22. Je volgt de richting Diest. Aan de ring vind je wegwijzers naar de sporthal. Daar biedt de parkeerplaats meer dan voldoende ruimte. Naast de sporthal zie je drie bordjes: 'Langdorp 18', 'Gelrode 15' en 'Rillaar 14'. Alleen fietsers en bromfietsers mogen op dit pad. Je begint dus veilig.
FIETSENVERHUUR In het station van Aarschot, tel. 016/ 56 60 12.
HAGELANDSE RUGGEN EN KEMPENSE VELDEN
Aarschot was ooit een van de belangrijkste steden van het hertogdom Brabant. Bombardementen hebben in 1914 en in 1940 vele historische gebouwen vernield.
Het is een fietsvriendelijke gemeente. Niet minder dan drie bewegwijzerde routes bezorgen de trappers puur fietsgenot. Als je de drie lussen samenvoegt, krijg je een uitstekend traject van 47 km. Boven Aarschot steekt de zeer herkenbare toren van de gotische Onze- Lieve-Vrouwekerk uit. Die piekt 85 m hoog de lucht in, een baken voor de streek. Het stadje, dat ook nog met een begijnhof mag pronken, ligt in de vallei van de Demer. Deze rivier was heel belangrijk voor Aarschot: voor de visserij, voor het transport van eigen goederen en voor de doorvaart van goederen, zoals de ijzerzandsteen uit de streek.
Niet alleen de Demer, maar ook de Herseltseloop en de Motre bepalen het uitzicht van deze streek, met zijn heuvels van het Hageland en de velden van de Kempen. De overgang van het Hageland naar de Kempen ervaar je het beste op de eerste lus, die naar Langdorp.
De rit
Waarom niet de langste afstand het eerst? Je kiest dus voor de bordjes van de Langdorp-rit. Die sturen je onder de brug door, daarna naar links en zokom je op de oostelijke ring. De stad ligt links. Aan de verkeerslichten en de speeltuin rijd je de Bekaflaan op. Bekafkun je nu nog niet zijn. De naam moet dus een andere oorsprong hebben.
Als je een legende gelooft, heb je de verklaring: Julius Caesar schoot hier tijdens een jacht de bek van een arend af. Die bek viel op de grond en die plek noemde men 'bek-af. De arend siert ook het wapenschild van de stad.
Je rijdt langs een school, een voor Duitse herdershonden, en je bent onmiddellijk ver van het stadscentrum. Je klimt naar de kapel 'Toevlucht der wijngaren', ook Craenenskapel genoemd. De kapel staat nog hoger dan je dacht, want er loopt een trap naar toe.
De kapel kreeg een straatnaam. 'Stad Aarschot' staat op het ene straatnaambordje, maar op het andere niet meer. Aan de overkant van de steenweg kom je in de Godshertogestraat, nog steeds in een nieuwe woonwijk.
Je bent al in Langdorp. Het dorp ligt tegen de noordelijke helling van de Demervallei, tussen twee waterlopen, de Demer en de Herseltseloop. Langdorp vormt de overgang tussen het Hageland en de Kempen. Dat merk je aan de zandgrond en de dennenbossen. Langs de wegrand in de Capittelstraat zie je eikvaren.
Je rijdt een zandpad op, de bossen in, en je moet zachtjes klimmen, ook nog een beetje in de Wandeleerstraat. Je blijft tussen de bomen. Een snelle afdaling, dus rem op tijd. Je rijdt langs de spoorweg. Dan ga je links over de brug, over de spoorlijn Leuven-Hasselt. De Gijmelsesteen- weg is genoemd naar Gijmel, een van de drie gehuchten van Langdorp. De andere twee zijn het centrum van Langdorp en Wolfsdonk.
Je slingert van straat naar straat. Je volgt de lange Vennestraat. Het woordje 'ven' is al even typisch Kempens als 'heide'. Beide woorden vind je hier in straatnamen terug, alweer een bewijs dat je in een grensgebied van de Kempen en het Hageland fietst.
Links een boerderij met een waterput, daarachter een moderne kerk. De Vennestraat wordt Goorstraat en rechts duikt de spoorweg weer op. Op de Oude Mechelsebaan gaat het vennenwoordspel verder. Aan het GasthofTer Venne sla je de Diepvenstraat in. Voorbij een manege staat links, verscholen onder de bomen, de kapel van de 'Heilige Maria': 'Wees alle Christenen gedachtig'.
In de Windmolenstraat vind je natuurlijk een prachtige molen: de Heirnolen. 'Hei' komt van heide en struikheide groeit dan ook overvloedig op de droge zandgrond van de Kempen. De graanmolen is gebouwd in 1660. Driehonderd jaar later werd hij gerestaureerd.
Van de Hei{de)molen naar de Molenheidestraat. Je moet gewoon de twee woorden omdraaien. Rustig fiets je door de bossen. Een wit kapelletje, de Kiekopkapel, in een bocht van de weg, wordt versierd door een jeneverstruik. Je glijdt langs een rijtje oude knoestige knoteiken. Het bos uit, een woonwijk in, voorbij een hoefsmid. De Elsleukenstraat maakt een wijde bocht. Je mag het bos weer in. Nu ben je dicht bij het gehucht Wolfsdonk.
Daar is de Oude Mechelsebaan terug. Als je die hebt overgestoken, volg je door het bos de Mertenheenstraat. De brug over de spoorweg ga je voorbij en je blijft naast de spoorlijnen fietsen, in de Weegstraat. Dan kom je toch weer op de Oude Mechelsebaan. In het bos aan de overkant zie je 'landduinen'. Dat zijn grote hopen zand die de wind ooit bijeenblies; de planten zorgden voor een vaste ondergrond.
In de Opperstraat ga je over de al bekende spoorweg. De klimmende betonweg voert naar de T esteltsesteenweg. Het laatste stukje loopt over kasseien. Afdalen en klimmen moet je hier. In de Wilgenputstraat ga je weer het bos in. Houd aan het einde van de straat je remmen klaar, als je over deze zandweg met kuilen naar beneden suist.
In de Winterstraat staat links een langgerekte hoeve, hoger dan de weg. Op en vooral af gaat het in deze straten. Uitbollen is leuk. Op de Testeltsesteenweg moet je echt afremmen, want anders mis je de reuzegrote eik die voor de school staat, vermoedelijk de oudste boom van de gemeente. De St.-Pieterskerk zie je natuurlijk wel staan, gebouwd in 1357 en verbouwd in de 18de eeuw. De huizen van Langdorp staan verspreid over het dorp.
In de Franse Liniestraat zou men tijdens de Franse bezetting een linie hebben opgetrokken. Links heb je een mooi uitzicht op de Demervallei. Dit is weer meer het Hageland dan de Kempen. Een forse klim en dus lekker lang uitbollen. Op het einde van de Franse Liniestraat kom je op bekend terrein: de Bekaflaan.
Wil je de tocht beëindigen, dan ga je over de oostelijke ring terug naar de sporthal. Wil je naar Rillaar, dan volg je diezelfde ring tot aan de Diestsesteenweg. Voor het volledige traject ga je bij het stoplicht rechts. Zo start je de route van Gelrode. Als je er bij de sporthal aan begint, is die 15 km lang.
Links schuift de stad voorbij. Tweemaal ga je bij verkeerslichten rechtdoor. GijmeI kan niet ver zijn want je rijdt na de Gijmelsesteenweg de GijmeIstraat in. Het gehucht GijmeI ligt nu rechts. Eerder, op de eerste lus, lag het links. Je ziet de bekende spoorweg Leuven- Hasselt terug. Links staat de Witte Molen. Op een scherpe hoek vind je het kapelletje voor O.-L.- V. van de Koorts. Je klimt gestaag, dan even steil en dus kun je je fiets lang laten uitrijden. Beneden een andere kapel: voor 0.- L.- V. van Bijstand. Bijstand voor de koorts?
Je rijdt weer over de Oude Mechelsebaan en dat moet wel een lange weg zijn, om die hier weer aan te treffen. Van spoorlijn naar spoorlijn, van de oude bedding Aarschot-Herentals naar de lijn Aarschot-Anrwerpen. Links zie je de wieken van de Witte Molen terug.
De Liersesteenweg is een grote weg en die moet je oversteken. Van de ene verwijzing naar een stad naar een andere. Nu kom je op de Mechelbaan. Als de weg niet meer verhard is, ben je in het gehucht Meetsho- ven. Je rijdt over een breed zandpad en al snel ben je alleen in de Meets- hovenbossen, die vooral uit naaldbomen bestaan. Op deze voedselarme zandgrond groeit ook veel struikheide.
Het domein is genoemd naar het kasteeltje van Meetshoven, dat men ook wel Wit Toreke noemt. Daarnet een Witte Molen, nu een Wit Toreke. Dat krijg je pas te zien aan het einde van een rechte beukendreef. Langs beide kanten velden en weilanden, zeer kenmerkend voor het noordwesten van Aarschot. Vroeger zag de hele streek er wuit. Je ziet echt een wit torentje, maar het gebouw is nu een taverne. Je staat nu voor een paar lastige maneuvers. Bij een bosje verkeersborden en wegwijzers valt het plaatsnaambord 'Betekom-Begijnendijk' het meest op. Daar kom je terecht op de westelijke ring rond Aarschot. De stad ligt links. Over de Demerbrug rijd je rechts het grindpad naast de Demer op. Prettig en vooral rustig fietsen is het hier. Geniet van dit rivierlandschap. Kijk uit naar rwee kastelen aan de overkant van het water. Het eerste is het kasteel van Nieuwland, met de driehoekige frontons. In het gebouw is nu een hotel-restaurant gevestigd: De Postiljon.
Het kasteel Rivieren ligt verscholen achter de bomen. Vroeger stond op deze plaats de burcht van de heren van Rivieren, vaak genoemd als een
belangrijke vesting bij de Demer. Bij de volgende brug over de rivier draai je links de steenweg op. Je hebt zo'n 3 km naast het water gefietst. Je komt in Gelrode. Links grenst aan deze Begijnendijkse Steenweg het natuurreservaat Vorsdonkbroek. Een broek is een moerassig gebied. Dit broek lag ingesloten in een meander, een grote bocht van de rivier.
Bij een rondpunt stoot je op een andere fietsroute, de Rock- Werchter- route. Je gaat nu naar Leuven toe, tot aan de Leuvensesteenweg. Onderweg moet je over een spoorweg. Je rijdt het dorp Gelrode in langs de Pastoor Dergentstraat. Gelrode spreidt zich uit over vier Hagelandse heuvels: de Eikelberg, de Hondsheuvel, de IJzerenberg en de Gelrodeberg.
Je maakt een kleine omweg om een molen te bekijken. Je rijdt daarvoor richting Nieuwrode en komt langs de Rillaarsebaan, die inderdaad naar Rillaar loopt. Boven op de Hondsheuvel staat de Moedermeule, in Mechelen gebouwd in 1670 en in 1839 naar Gelrode overgebracht. De molen maalt nog altijd.
Opnieuw in de Pastoor Dergentstraat vind je een standbeeld voor de pastoor. Pieter Jozef Dergent werd op 27 augustus 1914 door de Duitsers doodgemarteld. Rechts een kapel met foto's van de missionarissen van Gelrode.
Op de plaats waar nu de St.-Corneliuskerk staat, vond je vroeger een kapel voor deze heilige. Cornelius is een beschermheilige tegen kinderziekten. Elk jaar gaat hier op de eerste woensdag na 16 september een processie uit.
Fietsend langs de Dorpstraat zie je rechts op een heuvelrug auto's over de A2 rijden. De Gelrodeweg loopt door een bos met verschillende boomsoonen. Dit is misschien wel het mooiste stuk van de route, maar zeker ook het steilste. Op de top van de heuvel rijst Aarschot uit de grond omhoog. Je hebt hier een panoramisch uitzicht over de stad.
Bergaf gaat het nu, naar de Steenweg op St.- Joris- Winge. Aan de Geetstraat staat links de Aurelianustoren, nog een hoektoren van de vroegere stadsvesten rond Aarschot, gebouwd in de 16de-17 de eeuw. Aan de Brakepoon zie je nog een stuk van de stadswallen. Daarboven een beeldje van de 'Zeeldraaier' van Tony Blick. Zeeldraaien (het vervaardigen van banden of riemen van touw) was in Aarschot een veel beoefende huisarbeid.
Wil je hier je fietstocht beëindigen, dan fiets je schuin rechts langs de Vestingstraat naar beneden, een steile afdaling. Aan de Diestsestraat ga je rechts. Dan de eerste straat links en zo terug naar het venrekpunt.
Wil je het volledige traject afwerken, dan kun je hier aan de lus van Rillaar beginnen. Start je die bij de sponhal, dan heb je 14 km voor de boeg. De bordjes laten je langs de Diestsesteenweg rijden, tot je rechts de Heikenstraat ingaat. Nog een paar straten en je komt bij de kerk van O.-L.-V. van Zeven Smarten.
Bij die kerk moet je ook komen als je vanaf de Brakepoort het traject wilt afmaken. Je klimt de weg op naar de kapel toe, 'Maria verbleyd alle volck'. Het gaat verder omhoog. Links heb je een mooi uitzicht over de heuvels. Dan een lange afdaling over de ellenlange Tieltsebaan. Zo be- reik je de kerk van O.-L.- V. van Zeven Smarten, de wijkkerk van het gehucht Haterbeek.
In de Droogebroodstraat geniet je van het golvende landschap. Met een beetje geluk hoor je hier de kievit en de leeuwerik. Over kasseien rijd je in de richting van de Al. Vlak bij de autoweg ligt achter een afsluiting een grote kuil. Daar bloeit de grote lisdodde, een waterplant die soms gebruikt wordt voor een alternatiefwaterzuiveringssysteem.
Langzaam loopt de weg naast de autobaan omhoog. Bij de brug draai je van het autogeraas weg. Aan de Leuvenseweg, de volgende betonweg rechts, ligt links het land wijd open. Je zult niet klagen over de lange afdaling.
Rechts zie je het domein van de Tuinbouwstichting, een vereniging die de fruitteelt met wetenschappelijk onderzoek wil stimuleren. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de KV Leuven, de provincies Brabant en Limburg en de Boerenbond. De faculteit van de landbouw- wetenschappen van de KV Leuven begeleidt de werkzaamheden. Men onderzoekt onder meer de barstgevoeligheid bij zoete kersen, de teelt van steenfruit op laagstam, de fruitrijping en nieuwe teeltwijzen.
Je rijdt Rillaar in, met aan de horizon een mooi uitzicht op de Bosberg van Langdorp. Daar ben je vandaag al geweest. Rillaar ligt ten zuiden van de Demer, in de vallei van het riviertje Motte. Aan deze waterloop is het dorp ontstaan en gegroeid.
Op het einde van de Leuvenseweg kom je in het centrum en over kasseien aan de St.-Niklaaskerk. Opvallend is de venstertoren. De bovenbouw is achthoekig versierd met acht galmgaten en vier uurwerken. Aan de overkant van de Diestsesteenweg kom je in Kortakker. Je gaat een vallei tegemoet, een mooi natuurkader. Pals is een korte en krachtige straatnaam. De weg kruist de Motte, die bronnen heeft in Houwaart, Onze-Lieve- Vrouw- Tielt en Bekkevoort. De beek is een van de minst vervuilde waterlopen van het Hageland.
Van Pals in Rommelaar. Rechts ligt de Demervallei, voor het grootste gedeelte weiland of akker. Je merkt het al, je moet nog eens klimmen. Bovenaan op de helling volg je enkele bochten en dan mag je zeer lang dalen, tot in een bos. Je blijft slingeren, over kalme landwegen. Een zaligheid.
Je volgt de Mottebeek tot aan een bruggetje waar je scherp naar links gaat. De Diestsesteenweg betekent het einde van je landelijke dromen. Deze weg werd rond 1778 aangelegd op kosten van de hertog van Aren- berg, wegens de niveauverschillen een aardige klus. Als je bijna terug bij de vertrekplaats bent, zie je de resten van een meander van de Demer, afgesneden van de huidige waterloop. Dit is een geliefd vissersoord.
Langs de oostelijke ring gaat het terug naar de sponhal, onder de brug door.
KORTER KAN OOK De drie lussen van deze route kun je natuurlijk ook
apart rijden. Dan kies je uit drie afstanden: 14 km (Rillaar), 15 km (Gelrode) en 18 km (Langdorp). Twee van de drie combineren kan ook al. Iedereen vindt zijn zin wel.
AANSLUITINGEN 1. Als je in Langdorp uit de Menenheenstraat komt, kom je op de Testeltse Steenweg. Volg die, naast de spoorlijn, naar Testelt. In dat dorp kun je op de De Witte-route (33 km) aansluiten. 2. Op de Begijnendijksesteenweg ontmoet je de Rock- Werchterrou- te. Die is 45 km lang, maar je kunt er ook een lus van 12 km van rij- den. Bekijk de kaartjes.
TOERISTISCHE INFO Toeristische dienst van Aarschot, Demervallei 14, 3200 Aarschot, tel. 016/ 56 97 05, van maandag tot vrijdag van 9.00 tot 12.00 u en van 13.00 tot 17.00 u.
Vertrek : Sint-Antoniuskerk Brasschaat; in Kapellen kan je ondermeer op de route inpikken op het kruispunt van de Hoogboomsesteenweg met de Bosdreef en de Leeuw van Vlaanderenstraat (in de nabijheid van het kerkje van Hoogboom).
Afstand : 38 km
Route :
-Het Kapittelpad doorkruist het Peerdsbos en loopt langs riante villa's, gedeeltelijk naast de anti-tankgracht en langs groene wegen. In Kapellen loopt het pad o.a. door de Bernard De Vadderlaan waar men nog enkele houten huizen aantreft, een overblijfsel van een krijgsrichtlijn
-Kapittelmakers is de spotnaam van de inwoners van Brasschaat.
De Kapittelroute loodst je dan ook door deze parkgemeente.
Ooit was Brasschaat een arm gehucht van Ekeren. Vele mensen sprokkelden toen takken, maakten er brandhout of kapittelhout van en verkochten het aan de meer gegoede Ekerse bevolking. Vandaar de spotnaam Kapittelmakers. De fietsroute slingert zich door het parklandschap en de diverse groendomeinen van Brasschaat en Kapellen. Deze parkgemeenten tellen bovendien heel wat fraaie kastelen en landhuizen. Situering: Brasschaat en Kapellen .
Dit is een route voor personen , die graag langs grote villa's, parken en bossen fietsen .
Brasschaat wordt met wel reden de parkgemeente genoemd. Een van de mooiste parken uit de gemeente is De Mik, gelegen tussen de villawijken van Maria-ter-Heide, de bossen van De Inslag en Sanatorium de Mick.
Park De Mik is ongeveer 35 ha groot. Het park vormt een deel van het domein Mikhof, rond 1785 aangelegd midden in de Brasschaetse heye. Tijdens de Franse overheersing aan het einde van de 18e eeuw vluchtte de eigenaar naar Amerika, om enkele jaren later terug te keren met in zijn bagage zaden en loten van verschillende exotische boomsoorten. Later werd het park heringericht in romantische Engelse stijl, met een grote vijver en een geheimzinnige poorttoren
Wat? Een natuurrijke fietstocht door de holle wegen van de deelgemeenten van Tervuren. Prachtige vergezichten over het Brabants plateau en merkwaardige historische gebouwen wisselen elkaar af.
Afstand: 33 km.
Praktisch: een heuvelig parcours, hoofdzakelijk over rustige wegen. De route is bewegwijzerd met oriëntatie- paddestoelen.
Vertrekpunt: Markt van Tervuren.
Nieuw in het Dijleland is het driehonderd kilometer lange fietsroutenetwerk. Het loopt door veertien gemeenten, over holle wegen, voorbij akkers en weilanden en langs de oevers van de Demer, Dijle, Voer en Ijse. Het netwerk is bewegwijzerd met oriëntatiepaddestoelen, waarop plaatsnamen en een kilometeraanduiding staan.
Zo laat het aan jou de keuze waar je naartoe wilt en hoe lang of kort je de tocht maakt.
De lus die we uitkozen, is een originele rit op het fietsroutenetwerk en vormt een ideale kennismaking met het nieuwe systeem. De route loopt ten westen van de Dijle. Het Brabantse leemplateau is er vrij diep doorsneden, niet alleen door de Dijle, maar ook door haar bijrivieren. Dat levert prachtige vergezichten op, maar ook pittige hellingen en afdalingen. Check daarom of je remmen goed in orde zijn.
Het startschot klinkt in Tervuren, gelegen aan de rand van het Zoniënwoud. Hertogen, gouverneurs, prinsen en koningen hebben het uitzicht van Tervuren voor een groot deel bepaald. Naast natuurschoon valt hier dus ook heel wat kunst en cultuur te beleven.
Het Africa Museum is prachtig.
Je verlaat het centrum van Tervuren door het park de Warande. Onderweg zullen heel wat vreemde oude hoeven de aandacht trekken. Op het historische dorpsplein van Vossem pronkt de 12de-eeuwse Sint-Pauluskerk, een voorbeeld van Maasromaanse stijl.
Je fietst nu richting Neerijse, dat aan de benedenloop van deljse ligt. Deze rivier mondt een paar kilometer verderop uit in de Dijle. Het samenvloeiingsgebied vormt 'De Doode Bemde', een natuurreservaat waar het heerlijk wandelen is.
De route maakt een ommetje langs Kasteel van Neerijse, dat nu is ingericht als hotel-restaurant. Tussen Loonbeek en Huldenberg fiets je langs het Margrijsbos. Hier heeft de Ijse zich 40 tot 50 meter diep in het Brabantse leemplateau ingesneden. Opvallend is dat de oostelijke vallei helling, in tegenstelling tot de westelijke, erg steil is. Vandaar dat deze bebost bleef. Op het plateau tussen Huldenberg en Duisburg geniet je van mooie vergezichten.
Hier is de bodem erg vruchtbaar en geschikt voor akkerbouw met vooral granen en bieten. Ook worden hier druiven geteeld.
De route loopt nu terug naar Tervuren. Voor je het centrum bereikt, rijd je nog door het Kapucienenbos en over de Tervurenlaan. Op het marktplein kun je nog een terrasje meepikken.
Wat? Een ontdekkingstocht van de polderstreek rond Diksmuide, centrum van het 'Boterland'. Een thema dat onvermijdelijk steeds weer opduikt is dat van de Eerste Wereldoorlog.
Afstand: 44 km.
Praktisch: hoofdzakelijk rustige, landelijke wegen over asfalt of beton, op enkele strookjes aardweg na. De route is bewegwijzerd.
Het Toerismecentrum is hét ideale vertrekpunt voor een boeiende ontdekking van deze streek.Het is ondergebracht in de geres- taureerde bloem molens van Diksmuide, en de twee torens vormen een symbolische toegangspoort tot de Westhoek. De eerste Diksmuidse VIP die je ontmoet, op weg naar de markt, is het Manneke uit de Mane, het symbool van de West-Vlaamse humor. Je fietst de Ijzerlaan in en rijdt over de brug de Ijzerdijk op. Rechts van je liggen de Pax- poort, het Heldenhuldekruis en de nieuwe Ijzertoren. De route verlaat nu Diksmuide en brengt je naar de dorpskern van Sint- Jacobskapelle, die in 1974 als waardevol landschap werd geklasseerd.
De volgende vier kilometer moet je genoegen nemen met het gezelschap van de Ijzer. Af en toe ontmoet je een fietser, een jogger of een wandelaar. Aan de overkant van de Ijzer liggèn de Ijzerbroeken, een typisch West- Vlaams landschap: Je passeert Villa Marietta waar de soldaten moeder Mevrouw Tack woonde. Tijdens de Eerste Wereld- oorlog reed ze regelmatig op haar ezel naar de loopgraven om de soldaten wat snoep of sigaretten te geven en een hart onder de riem te steken. Het eerstvolgende punt is de Knokkebrug, een unieke ophaalbrug aan de samenvloeiing van de Ijzer en het Ieperlee- kanaal.
Daarna gaat het verder over de Oude Zeedijk, die werd aangelegd na overstromingen in de 11 de eeuw. Als je goed oplet zie je hier en daar een hoogteverschil tussen de weiden en akkers aan de linker- en de rechterkant van de weg.
De route loopt door het vlakke, open landschap en via enkele stemmige dorpjes beland je in Lampernisse, een nederzetting die in de 9de eeuw op een smalle zandrug stond. Rond de dorpskom strekt zich een gaaf komgrondgebied uit van weiden, sloten en grachten. Als je hier even stil bent, ervaar je goed de sfeer van het landschap. In Pervijze beland je op de oude spoorwegbedding Diksmuide-Nieuwpoort. Tijdens de Eerste Wereldoorlog fungeerde de spoorwegberm als Belgische verdedigingslinie bij de Duitse opmars naar Frankrijk. De oorlogsrestanten
langs de lijn zijn hier getuigen van: schuilplaatsen, bunkers, monumenten en gedenktekens. Enkele kilometers verder ga je via de Schoorbakkebrug opnieuw de Ijzer over. Ook deze brug speelde een belangrijke rol in de oorlog. Langs de Vladslovaart en de Ijzer gaat het nu richting Diksmuide. Twee kilometer voorbij de hoeve 'het Tempelhof' zie je aan de overkant de Dodengang, en nog wat verder, de Calvarieberg. De Dodengang, een netwerk van loopgraven en bunkers, vormde één van de gevaarlijkste vooruitgeschoven stellingen van het Belgische leger. Hij bevond zich op amper 50 meter van de Duitse bunker.
De Calvarieberg is een religieus gedenkteken, gewijd aan de gesneuvelde soldaten en burgers. Nu komt het centrum van Diksmuide in zicht. Als je zin hebt om nog meer fraais te bezichtigen, zijn er het stadhuis en de Sint-Niklaaskerk en natuurlijk ook het rustige begijnhof
wat? De route zoekt het glooiende landschap op in de zuidoost-hoek van West-Vlaanderen,
een streek die zo vaak beschreven werd door Stijn Streuvels.
Afstand: 49 km.
Praktisch: landelijke, licht golvende wegen. De route is bewegwijzerd.
Vertrekpunt: de kleuterschool in de Schoolstraat in Bossuit (Avelgem).
Aan de voet van de Vlaamse Ardennen en grenzend aan het Waalse Henegouwen ligt het dorpje Bossuit, het startpunt van de route.
Al vrij snel zoek je het lommerrijke jaagpad van het kanaal Kortrijk-Bossuit op, dat de Leie met
de Boven-Schelde verbindt. Je rijdt langs het kasteel van Bossuit, het kasteel park en het hof van Bouvrie. Deze laatste is een sprekend voorbeeld van gesloten hoevebouw, waarvan je op deze route nog meerdere zult zien. Daarna gaat het over landelijke wegen en kun je kilometers ver genieten van verrassende vergezichten.
Opvallend, in dit toch wel bosarme gebied, zijn de verschillende kleine bosfragmentjes die je verspreid over het traject tegenkomt, zoals het Kooigembos, het Grandvalbos, het Beerbos en het Kraaibos. Eenmaal terug aan het kanaal Kortrijk-Bossuit (je bent nu ongeveer halfweg) ,
kunnen moedige fietsers een omweg maken naar het Provinciaal Domein de Gavers in Harelbeke, een 155 ha openluchtrecreatiegebied: toch wel zo'n 13 kilometer extra trappen.
Zet je de tocht verder aan het kanaal dan zie je even later op een heuvettop het 22 ha grote Banhoutbos. Je passeert de historische hoeve Diesvelt. Ooit was in de 14de-16de eeuw een versterkte plaats, een leén van de Kasseirij van Kortrijk.
Een eikendreef, dwars door de kouters, zorgde voor een directe verbinding met het naburig kasteel van Vichte. Vandaag blijft enkel nog de omwalde hoeve over.
Onmiddellijk daarna dwars je de gemeentegrens met Ingooigem, het dorp waar Stijn Streuvels leefde en werkte. Op het hoogste punt van de gemeente liet de Vlaamse romancier in 1904-1905 zijn woonhuis 'Het Lijsternest' bouwen. Nu is het een museum. Onderweg merk je bij verschillende hoeven een merkwaardig hoog bouwwerk. Ooit zijn de befaamde 'asten', de vooroorlogse
cichorei drogerijen waaruit Stijn Streuvels inspiratie putte voor zijn roman 'Leven en dood in den Ast'. Otegem alleen al telde vroeger 28 asten. Vandaag is er bijna geen enkele meer in werking.
Je nadert Avelgem, laat de dorpskern links liggen en vrij snel dwars je de oude beddingen van de spoorlijnen Kortrijk-Ronse en Avelgem-Heestert.
Beide spoorlijnen werden eind jaren '50, begin jaren '60 afgeschaft en doen nu dienst als recreatieweg. De bermen van deze gewezen spoorlijnen zijn dan ook ideale wandel- en fietspaden. De fietsroute kronkelt over de gemeentegrenzen van Avelgem en Zwevegem en brengt je weer in Bossuit.
pittoreske hoekjes van de Leiestreek tussen Gent en Deinze.
Je volgt de 'Gouden Rivier' die talloze kunstenaars wist te inspireren.
Afstand: 55 km, de route kan ook ingekort worden: Gent-Deurle-Gent
(37 km) en Gent-Astene-Gent (48 km).
Praktisch: hoofdzakelijk rustige, landelijke en vlakke wegen. De route is bewegwijzerd.
Vertrekpunt: Sint-Pietersstation in Gent.
Het mooiste gedeelte van de Leiestreek ligt tussen Gent en Deinze: een vlak en groen landschap
en een traag stromende, slingerende Leie die rust uitstraalt. Haar bijnaam 'Golden River' kreeg
ze vanaf de 16de eeuw door haar functie in de vlasindustrie. Het vlas lag erin te roten en het leek alsof er edelmetaal glinsterde in het water.
Ook nu nog doet de Leie haar naam alle eer aan, want aan de oever vind je enkele van de mooiste hoekjes van de provincie.
Je vertrekt in Gent aan het station en na enkele kilometers zit je al volop in de velden. Rustige
landwegen voeren je op de grens van De Pinte en Sint-Martens-Latem richting Deinze.
Het valt op hoe vlak het landschap hier is en hoe groen en weelderig de weiden er bijliggen.
Wie de volledige route te lang vindt, kan kiezen uit twee verkorte trajecten. Op de grens met Nazareth sla je dan rechts af (richting Deurle) of je draait in Astene, aan het kruispunt met de Krekelstraat, de Parijsestraat in.
Ga je voor de volledige tocht dan is Deinze niet ver meer. En daar is een bezoek aan het 'Museum van Deinze en de leiestreek' de moeite waard. Dit stedelijk museum herbergt een merkwaardige collectie van de beroemde leiekunstenaars.
Iets verderop ligt het recreatiedomein 'De Brielmeersen', een 40 hectare groot recreatiepark met sportvelden, dierenpark, speeltuin en wandelpaden.
Eenmaal het centrum voorbij buigt de route terug naar Gent.
Je passeert de ambachtelijke jeneverstokerij Filliers, maakt nog een ommetje langs de oude Leie-arm en even verder duikt het KasteelOoidonk op, ongetwijfel.d één van de mooiste kastelen van Europa. Eén van de meest schilderachtige Leiedorpen is dan weer Deurle.En dat merkje.
Binnen één kilometer liggen drie musea met schilderijen en beeldhouwwerken: het museum Dhondt- Dhaenens, het museum Leon De Smet en het museum, Gustaaf De Smet.
Dat de streek zoveel met beeldende kunst te maken heeft, dankt ze aan een groep kunstenaars (de Latemse school) die zich eind 19de - begin 20ste eeuw vestigde in St.-Martens- Latem, een paar kilometer verderop.
Het is er ideaal om te fietsen: smalle, rustige straatjes en dreven onder bomenrijen. Daarna rijd je weer richting E40. De flatgebouwen verderop verraden dat Gent in de buurt komt, maar voor je de stad bereikt, wacht je nog een heerlijk stukje Leiestreekroute, langs Afsnee.
Daar brengt de veerpont je naar de overkant van de Leie.
Over een jaagpad rijd je nu naar Drongen, je laat het centrum àchter je en vanaf de brug heb je een heel mooi uitzicht: rechts de Watersportbaan waar vissers en roeiers hun hart ophalen, en links het natuurreservaat Bourgoyen-Osse- meersen.
Wat? Deze themaroute loodst je door de uitgestrekte fruitboomgaarden van Haspengouw,
langs statige kastelen, vierkantshoeven, kapelletjes en stille dorpjes.
Afstand: 32 km.
Praktisch: golvend landschap, rustige wegen (een uitbreiding van 59 km is mogelijk). Je volgt de knooppunten: 68- 89-86-87-114-112-111-110-109-108-68
Vertrekpunt: de landcommanderij van Alden Biesen, Kasteelstraat 6, Bilzen-Rijkhoven.
Haspengouw en fruitbomen: het zijn haast synoniemen. Tientallen boomgaarden geven de toon aan in het heuvelachtige landschap. En waar rijkdom aan de bomen groeit, rijzen kastelen als paddestoelen uit de grond. Want niet alleen de blozende appels, ook de statige kastelen geven de streek een bijzondere charme.
Dé parel van Haspengouw is de Landcommanderij van Alden Biesen, meteen ook het startpunt van de route.
Dit kastelencomplex is één van de grootste en mooiste waterkastelen ten noorden van de Loire. Vergeet niet dat er bij terugkomst nog heel wat te bekijken valt. En Tongeren vraagt ook om een uitgebreide stop. Een goede raad? Op tijd vertrekken!
Eerst fiets je richting Genoelselderen, waarje je in de Bourgogne- of Bordeauxstreek waant.
Het kasteel Genoelselderen staat immers aangeduid als wijnkasteel en is het grootste wijndomein van ons land. Jammer dat je het kasteel niet individueel kunt bezoeken.
In het eet- en kunstcafé 't Poorthof tegenover het domein kun je wel een glaasje Limburgse wijn proeven. Volgende halte is de Waterburcht van Millen. In de 17de eeuw werd deze burcht omgebouwd tot een Maaslands residentieel kasteel. Het werd recent gerestaureerd en samen met de boomgaard en de kerktoren op de achtergrond levert dit een mooi plaatje op.
De route kronkelt nu door Eist, een pittoresk gehucht van Millen met slechts 40 huizen, waarvan enkele typische vierkantshoeven. Even later duikt het volgende kasteel al op.
Het Kasteel Rosmeulen in Sluizen is een neo-rococo-gebouw uit het begin van de
20ste eeuw. Hier woonde de directeur van de chocolade- fabriek.
Een fraai en eenzaam fietspad op een voormalige spoorwegbedding loodst je nu naar Tongeren.
Je rijdt de stad binnen door de middeleeuwse Moerenpoort.
De fietstocht is nu net over de helft,dus hier kun je uitblazen in het gezellige stadscentrum rond de basiliek of in het stille begijnhof. Ook het Galio-Romeins Museum is een bezoek waard. Eigenlijk is de stad zelf één groot archeologisch museum, maar in dit moderne museum wordt alles wat onze voorouders in de Tongerse bodem achterlieten in zijn context geplaatst en verduidelijkt.
Na Tongeren buigt de route terug naar Alden Biesen. Onderweg zul je zeker genieten van de vele boomgaarden en bij aankomst kun je het knagende hongergevoel verjagen met een lekker streekgerecht. Wedden dat fruit het basisingrediënt is?
Wat? U maakt kennis met een typisch Kempisch landbouwlandschap, bosrijke natuurgebieden en een aantal meesterwerken van de Limburgse brouwkunst.
Afstand: 35 km.
Praktisch: vlakke, verharde wegen.
U volgt de knooppunten01-02-31-36-12- 11-07 -08 (afslag Bocholt-centrum volgen) -06-01
Vertrekplaats: kerk van Ellikom
(ook de Pollismolen in Bree-Opitter en het centrum van Bocholt zijn ideale startpunten).
Limburg ontdek je het beste met de fiets. Het heeft dan ook een fietsroutenetwerk dat nu al meer dan 1 000 km lang is en haast de hele provincie doorkruist. Alle fietspaden zijn met elkaar verbonden door een genummerd knooppuntensysteem.
Je fietst van nummer naar nummer. Op de fietskaartkun je dus onmiddellijk zien waar je bent en de rit naar hartelust inkorten of verlengen.
Noteerje de nummers van de knooppunten vooraf op een papiertje, dan moet de kaart zelfs niet meer uit de rugzak. Het systeem is niet alleen flexibel maar ook kindvriendelijk. Liefst veertig procent van de fietspaden is autovrij en loopt over brede, verharde
paden. Ook op andere trajecten zul je meer fietsers dan auto's tegenkomen.
De Brouwerijroute vertrekt aan de kerk van Ellikom en op weg naar Opitter rij je door de schilderachtige, groene vallei van de Itterbeek en de Baatsbeek.
Je doorkruist het natuurgebied Solterheide, waar nog zeldzame vogelsoorten en planten leven: het
blauwborstje ende nachtegaal en planten met klinkende namen als snavelzegge en gevlekte orchis.
Een verzameling van al dat moois vind je in het bosmuseum Pollismolen.
Je nadert Opitter en meteen ook de eerste brouwerij op deze route.
In brouwerij Sint-Jozefwordt onder meer de Limburgse Witte gebrouwen. Een bezoek kan jammergenoeg alleen in groepsverband, maar deterrasjes onderweg bieden voldoende gelegenheid om kennis te maken met deze Witte.
Van daaruit gaat het richting Bree. Je fietst langs de dijk van de Zuid-Willems- vaart waar je rustig kunt genieten van een typisch open Kempisch landbouwlandschap, afgewisseld met bosrijke natuurgebieden.
In Bree kun je even afstappen om de grootste kruiden- tuin of de kleinste koffie- branderijvan het land te bezoeken.
In buurgemeente Bocholtknoopje dan weer aan bij het thema 'bier'. Hier vind je dé hoofdattractie van de route: het Bocholter Brouwerijmuseum.
De familie Martens brouwt hier al sinds 1758 bier en het museum heeft één van de grootste collecties brouwerijoldtimers ter wereld. Nog niet genoeg gefietst?
Van hieruit kun je verder naar Achel,waar je inspanning beloond wordt met een nieuw soort trappist sinds kort gebrouwen in de Achelse kluis. Hou je deze uitdaging liever voor een volgende tocht, dan fiets je terug naar Ellikom, langs rustige wegen door het Kempisch landschap, dat zich eindeloos lijkt te herhalen.
Bij het fietsen en- of wandelen kan je in aanraking komen met de haartjes van de PROCESSIERUPS. Volgende tips zeggen wat je moet doen
Eerste hulp bij contact
Ben je toch in aanraking gekomen met de brandharen van een processierups, probeer dan niet te krabben of te wrijven: zo verspreid je de netelharen nog meer. Spoel je huid grondig af met water en was je gedragen kledij op een hoge temperatuur en een lange wascyclus. Eventueel kan je in het beginstadium de aangetaste huid met plakband strippen om overtollige haren snel te verwijderen.
De symptomen verschijnen binnen de acht uren na het contact. Deze zijn: rode plekken, bultjes of met vocht gevulde blaasjes die hevig jeuken. Een anti-jeukmiddel kan hier verlichting brengen. De jeuk en uitslag kunnen tot twee weken aanhouden en verdwijnen dan meestal vanzelf. Ingeademde brandharen kunnen het slijmvlies van neus, keel en luchtpijp irriteren of doen ontsteken. De klachten lijken op een neusverkoudheid. Keelpijn of slikstoornissen kunnen voorkomen, en soms is er ook sprake van kortademigheid. Ook algemene klachten zoals braken, duizeligheid en koorts kunnen een gevolg zijn van contact met de brandharen.
Bij contact met de ogen kunnen de haren een acute ontsteking van het oogwit of een chronische oogontsteking veroorzaken. Gaat dat gepaard met knobbelvorming, dan dienen de haartjes operatief verwijderd te worden. In het laatste geval kan er al enige tijd verstreken zijn en wordt het verband tussen de rupsen en de ontsteking vaak niet meer gelegd. Raadpleeg in geval van twijfel steeds een arts.
Vertrek : aan het gemeentehuis van Aalter Aantal km: 45 Reliëf: Vlak Wegdek: Meestal asfalt, iets buiten Aalter een stuk onverhard die er naar mijn mening iets beter kan bij liggen. Veiligheid: Rustige route Logistiek: Voldoende aanwezig. Bewegwijzering: Goed
Een landelijke fietsroute van 45 km op bijna uitsluitend verharde wegen;
De Woestijneroute verwijst naar het grensgebied tussen Aalter en Knesselare dat Woestijne noemt.
De naam wijst ons op de heidegronden die hier van oudsher liggen met stukjes bos en stukjes braakliggend terrein. Dit gebied was vroeger ook bezaaid met waterplassen en kleine meertjes waarvan de Kraenepoel nog een schitterende overblijver is.
De fietser maakt kennis met de dorpen van Knesselare, Ursel en Bellem.
Het Centrum van Aalter is de uitvalsbasis naar verschillende kastelen en ook stukken onbemind natuurgebied zoals de kanaalbermen langs het Kanaal Gent-Brugge, Blekkersbos, het Konijntje en de Markettebossen tussen Aalter en Bellem.
De route kan ook makkelijk gestart worden vanaf de Drongengoedhoeve van waar een korte aanlooproute ligt.
De nieuwe Woestijneroute ligt mooi tussen de Drongengoedroute, de Lieveroute, de Nevellandroute, de Poekebeekroute en de Beverhoutsroute en vult daarom perfect een gat in de markt voor Toerisme Oost-Vlaanderen op.
Dat er steeds nieuwe routes bijkomen is positief. De toeristische dienst van Oost Vlaanderen heeft mooi werk geleverd en een route toegevoegd in hun provincie. De Woestijneroute is officieel ingereden op 28 Mei 2004 en start aan het gemeentehuis van Aalter die zeer makkelijk bereikbaar is vanaf de autosnelweg en een ruime parking voorziet. We zijn nog niet ver weg of we moeten voor de eerste keer van onze fiets, de route gaat onder de spoorweg door, en een bordje maant ons aan af te stappen. Wanneer we voor de 2é keer aan de spoorweg komen moet we niet afstappen, hier fietsen we over de sporen en fietsen onmiddellijk rechtsaf een onverharde dreef in. Iets verder fietsen we rond het Blekkerbos en moeten voor de 2é keer van de fiets om onder de spoorweg door te gaan. Bij aankomst aan het kanaal Brugge Gent fietsen we linksaf tot aan de brug waar we over fietsen om direct rechtsaf terug langs het kanaal te fietsen richting Knesselare. Kleine landelijke wegen houden ons vele kms gezelschap tot Knesselare en Ursel. In Ursel draaien we rond de kerk een onverhard paadje in, iets verder ontmoeten we nog zon heerlijk fietspaadje, weerom houden rustige wegen ons gezelschap tot Bellem. Wanneer we aan de spoorweg aankomen buiten Bellem moeten we voor de 3é keer van de fiets aan de spoorweg. We komen in een stuk groengebied terecht waar we aan onze rechterzijde de beschermde vijver de Kraenepoel zien, een waar broedparadijs voor de vogels. Na de Kraenepoel fietsen we door Loveld met zijn residentiele wijk. Wanneer we het groengebied verlaten zien we voor ons Aalter liggen die we dan ook snel binnenrijden,bij het marktpleintje met zijn verschillende terrasjes kunnen we niets anders dan onze fiets aan de kant zetten om te genieten van een heerlijke koffie.
Vertrek: In Bree aan het toeristisch kantoor Contact: Toerisme Bree Markt z/n 3960 Bree 089 84 85 61 fax 089 47 31 41 toerisme@bree.be
Route: Bewegwijzerde themaroute in Limburg
WAT KOMEN WE TEGEN :
BREE :
Het stadhuis van Bree is het voormalig Augustijnerklooster (1659) dat volledig werd gerenoveerd en gerestaureerd. Het werd een pareltje van moderne technieken gecombineerd met respect voor het historische karakter van het gebouw. In het stadhuis werden oude muurschilderingen blootgelegd en onder andere in het bureel van de burgemeester en de schepenzaal werd prachtig stukwerk teruggevonden.
Het oorspronkelijke Vrijthof werd vroeger gedeeltelijk ingenomen door een ommuurd kerkhof (sporen van de kerkhofmuur zijn bij de graafwerken voor de fontein gedeeltelijk teruggevonden). In 1850, toen een nieuw kerkhof buiten de stad werd ingericht, verdween het kerkhof op het Vrijthof. De naam Vrijthof verwijst nog steeds naar het kerkhof. De zone tussen het huidige stadhuis en het kerkhof werd ingenomen door een beboomd plein. Op dit plein lag met zekerheid vanaf 1532 een waterput die in de loop van de 18de eeuw door een waterpomp werd vervangen. Water, en dan vooral drinkbaar water, was voor het overleven van een stad van essentieel belang en kreeg dan ook een plaats in het hart van de stad. De stadspomp is ondertussen al jaren verdwenen, maar water is en blijft de bron van alle leven.
Vandaag brengen we opnieuw het water naar het centrum van de stad in de vorm van een waterstraat die de Sint-Michielskerk en het Stadhuis verbindt, twee plaatsen van ontmoeten in het centrum van de stad. De cirkel, met de fonteinkoppen in het midden van de waterstraat, verwijst naar de oude waterput die zich eens op dit plein bevond.
De waterstraat is uitgevoerd in lage schuimkoppen terwijl de cirkel is voorzien met hogere waterstralen die savonds verlicht zijn. Ook muzikale waterbegeleiding wordt in een latere fase aangebracht. Als de fontein wordt uitgeschakeld zal ze nauwelijks merkbaar zijn in het profiel van het Vrijthof. Ondanks het sobere uitzicht op het plein bevindt zich een hele technische uitrusting ondergronds en in de kelders onder het Vrijthof.
Opitter
Sint-Trudokerk met 16de eeuws Antwerps retabel
Het Passieretabel van Opitter dateert van ca. 1540 en is geplaatst in de Sint-Trudokerk. Het is vervaardigd in een Antwerps atelier. Hiervan getuigen de merktekens, die zowel op de bak als op verscheidene gebeeldhouwde groepjes werden aangebracht. Het werd gerestaureerd in 1994-1996. Het retabel van Opitter werd als topstuk tentoongesteld in de kathedraal van Antwerpen tijdens Antwerpen, culturele hoofdstad in 1993.
Tongerlo
Tongerlo is de geboorteplaats van de romanschrijver Jaak Langens.
Sint-Pieterskerk
De geklasseerde Gotische St Pieterskerk uit de 15de eeuw bezit merkwaardige beelden en grafstenen.
Sint-Antoniuskapel
Een der weinige St Antoniuskapellen ligt in Solt aan de rijksweg Bree-Maaseik.
Galdermansmolen & Keyartmolen
Op de Itterbeek vinden we enkele goed bewaarde watermolens: de Galdermansmolen (1770) en de Keyartmolen (1139).
Beek
Sint-Martinuskerk
De Sint-Martinuskerk uit 1450, bezit een Romaanse toren uit 1007 opgebouwd met veldstenen. In de kerk vind je een aantal merkwaardige beelden van de laatgotische beeldsnijkunst. Het orgel dateert uit de 16de eeuw.
Gerdingen
Kerk met vroeg-romaanse toren en gotisch schip
Kapel van Sint-Jan OP AANVRAAG VAN DE 50 PLUSSERS VAN BREE ---- VEEL PLEZIER
Alken - Herk de stad - Stevoort - Sint Lamberchts Herk.
Vertrek: Fietsenrijpunt De Alk, Laagdorpstraat in Alken.
Omschrijving
Herk - De Herk is op en top Haspengouws. Hij vertrekt in Heers, ontvangt in Kuttekoven de Herkebeek, kronkelt door Wellen en Alken, ontvangt in Sint- Lambrechts-Herk de Mombeek, stroomt door Stevoort en Herk-de-Stad, en stort zich dan met de Getein de Demer. In het noordelijke deel van deze route (van 194 tot 174)volgt u de Herk stroomopwaarts. In een brede vallei meandert hij zich een weg tussen broeken, populieren- en fruitaanplantingen.
Zandleem - De Kempen reikt tot aan de Demer. In de Herkvallei gaat hij aarzelend over in Haspengouw. Nee, nog geen imposante vierkanthoeves in het noordelijke deel van de route, wel veel vakwerkhuisjes. Deboerderij1jeswijzen op kleinschaligheiden dus op minder vruchtbare grond. Van noord naar zuid, van zandleem naar leem ziet u de grond vruchtbaarder en de boerderijen groter worden.
Populair - Van populieren werden lucifers gemaakt Hebben ze in de eeuw van de aansteker dan nog een economische betekenis? Ja, de populier is nog populair, dat merkt u wel aan de jonge aanplantingen.
Fruit neemt snel de geur van het hout op, en populier geeft bijna geen geur af, vandaar dat het hout gegeerd is voor de productie van fruitkratten. De nieuwe soorten groeien ook sneller en zijn resistenter. Vroeger werden ze geveld na 50 jaar, nu zijn ze al kaprijp na 15 à 20 jaar
De Herkvallei bestaat uit twee deelgebieden. Het zuidelijke gedeelte, de Broekbeemd, ligt in het centrum van Wellen. Het noordelijke deel, de Grote Beemd, ligt eveneens in Wellen en voor een klein stuk in Alken. De gebiedsnamen verwijzen naar natte terreinsituaties: een broek is een moerasgebied, een beemd een hooiland in een beekvallei. Toen Limburgs Landschap er samen met de plaatselijke vereniging t Bokje een werking startte, waren vele terreinen sterk verruigd en/of beplant met populieren.
De Herk is een zijriviertje van de Demer. De Herk stroomt ten zuiden van Hasselt en geeft zijn naam aan de dorpskern Sint-Lambrechts-Herk en aan Herk-de-Stad. Aan de grens tussen Herk-de-Stad en Halen stroomt de Herk samen met de Gete in de Demer. Dank zij het waterzuiveringsstation in Alken (1998) is de waterkwaliteit behoorlijk, wat vroeger anders was, toen de Brouwerij van Alken het water van de Herk gebruikte voor koeling en het riviertje ook als afvoerkanaal gebruikte.
De Herk ontspringt in Rukkelingen-Loon (gemeente Heers) nabij de grens tussen de provincies Limburg en Luik. Tal van kastelen zijn gevestigd in de vallei van de Herk, onder andere het kasteel van Rullingen. Ook de plaatsen Wellen, Alken en Stevoort en een aantal watermolens liggen aan de Herk.
De naam Herk komt van het Keltische woord arika, verkleinwoord van ara dat rivier betekent. Herk betekent dus kleine rivier of beek.
Vroeger heel spannend, vandaag lekker ontspannend: fietsen in de grensregio met Nederland, een populair smokkelgebied.
De naam van deze route ligt voor de hand: het is een tocht in het Belgisch-Nederlandse grensgebied van Baarle, over Weelde tot Poppel. Met elke pedaalslag kom je als het ware in een ander land terecht. De route leidt je voornamelijk langs rustige landbouwwegen. Heel apart is Baarle met zijn enclaves.
Gevolgen van het smokkelen!
De smokkelaars die tegengehouden werden door de douaniers, verloren de spullen die ze gesmokkeld hadden. Ze werden in beslag genomen en de douaniers hielden sommige spullen voor zichzelf. Sommige smokkelaars kregen een proces-verbaal. Voor de kleine goederen werd een boete aangerekend en voor de grotere goederen werden de smokkelaars naar de gevangenis gebracht.
Gebouw waarvan ik vermoed dat het het stationsgebouw van Weelde Statie is geweest
Vertrek : kan aan het fort in Wommelgem of op het hele traject Aantal km : Doe je de brialmontroute op de bordjes is het 40 km Doe je de alternatieve route op knooppunten is het +/- 53 km Bewegwijzering : goed
Elegante kastelen, fraaie groengebieden en imposante forten: dat zijn de blikvangers op
dit traject.
Je passeert kastelen in allerlei stijlen: de rococo kastelen Sorghvliedt of Boekenberg, demachtige waterburcht Cleydael in Aartselaar of het classicistische kasteel Middelheim.
Je kan je fiets even aan de kant zetten en een wandeling maken in het Nachtegalenpark
(verzamelnaam voor de parken Vogelzang, Den Brandt en Middelheim),
Boekenbergpark, natuurgebied Hobokense Polder of provinciaal domein Rivierenhof.
Je kan een tentoonstelling meepikken in het Zilvermuseum Sterckshof Provincie
Antwerpen of het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim.
De forten 2 (Wommelgem), 4 (Mortsel), 6 (Wilrijk) en 8 (Hoboken) zijn restanten van de
19de-eeuwse verdedigingsgordel rond Antwerpen. Indrukwekkende staaltjes van
militaire architectuur! Wie interesse heeft voor het militaire erfgoed, moet beslist de
bewegwijzerde Brialmontroute uitproberen.
P.S. Voorbij knooppunt 33 kan je een ommetje maken naar het Schoonselhof, waar heel
wat prominente Antwerpenaren begraven liggen. Brialmontroute De geniale fortenbouwer Brialmont was vorige eeuw ook in Antwerpen actief. Fiets langs enkele indrukwekkende staaltjes van militaire architectuur. Een traject langs en door vier forten van de 19de-eeuwse verdedigingsgordel rond Antwerpen (Edegem, Mortsel, Wilrijk en Borsbeek), aangevuld met o.a. kastelen, parken, de architectuurwijk Zurenborg en een openluchtmuseum voor beeldhouwkunst: dat is in een notendop de Brialmontroute. De meeste forten zijn nu groene eilandjes, ideaal voor passieve en actieve recreatie. Situering: Antwerpen, Borsbeek, Edegem, Mortsel en Wommelgem. Afstand: 40 km, verkortingen van 17 en 25 km.
Geen fietsroute om met een groepje te fietsen vanwege de drukte, want het is veelal goed uitkijken, maar met z'n tweetjes is het geen probleem. De routebordjes zijn allemaal aanwezig alhoewel sommige wat verdekt zijn aangebracht en ons een enkele keer op een dwaalspoor zette.
Start: parking aan de Sint-Pieterskerk in Rotselaar-centrum.
Van daaruit rijden we (volg eerst de bordjes die naar het knooppuntennetwerk leiden) naar knooppunt 72 en rijgen de volgende nummers aan elkaar:
26, 27, 28, 29 en 20.
Daarna rijden we richting 94, maar slaan via Sasbrug Boortmeerbeek af naar Boormeerbeek-centrum. We pikken er de draad van de knooppunten weer op aan de kerk en volgen de nummers 21,22,23,25,71,67,66, 30 en terug 72.
Let wel op dat je tussen 30 en 72 tijdig de richting Rotselaar-centrum kiest (volg de bordjes "Centrum").
Verkorting: je kunt het traject een beetje inkorten door in Werchter niet voor de Demer te kiezen, maar aan knooppunt 67 richting 72 en 30 te nemen en zo naar Rotselaar-centrum te fietsen.
Uitbreidingen: steeds mogelijk via de knooppunten. Raadpleeg de kaart Fietsknooppuntennetwerk Hageland.
Relief: vlak, de (lichte) glooiingen zijn te verwaarlozen. Je rijdt wel op enkele korte en langere (langs de Dijle) onverharde stroken.
Veiligheid: rustige wegen, vooral langs de waterlopen. In de respectieve dorpscentra, die je doorkruist, moet je wel rekening houden met het autoverkeer.
Bewegwijzering: in orde. Toch opletten aan de Leuvense Vaart, waar je vanaf knooppunt 20 richting 54 moet rijden in plaats van naar 91 zoals op de kaart staat vermeld (komt het op hetzelfde neer, maar je moet het wel weten).
Logistiek: er zijn voldoende herbergen waar je je dorst kunt lessen en je komt ook diverse rustbanken tegen.
Bijzonderheid: de rust van het water.
Blikvangers: de kerken van Rotselaar, Wakkerzeel, Boortmeerbeek en Werchter, alsook enkele kapelletjes; de Toren Ter Heide en de watermolen in Rotselaar.
Te bereiken: met de wagen: via A2/E314, afrit 21 nemen en richting Rotselaar rijden; ook op de weg Aarschot-Leuven (N19) kun je afslaan in de richting van Rotselaar.
Heeft in dezelfde regio een knooppunten route gereden waarvan je beschrijving + foto's en plan kan bekijken op bovenstaande link bedank Frans ----------------------------------------------------------------------------------------------